11.02.2015 Views

Wenger_Coenders_artikel-uit-Canon-vh-Leren

Wenger_Coenders_artikel-uit-Canon-vh-Leren

Wenger_Coenders_artikel-uit-Canon-vh-Leren

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

9<br />

Etienne <strong>Wenger</strong><br />

Community<br />

of Practice<br />

1998<br />

– 125 –


9<br />

Door Marc <strong>Coenders</strong>


community of practice<br />

Inleiding<br />

Mijn ontmoeting met Etienne <strong>Wenger</strong> kwam tot stand via het web. Eind jaren<br />

negentig van de vorige eeuw werkte ik voor een bureau voor kennismanagement<br />

en was verantwoordelijk voor de ‘lerende organisatie’. Tja, dat kon toen nog. De<br />

internetbusiness draaide op volle toeren. Er kon van alles en ik experimenteerde<br />

met <strong>uit</strong>eenlopende aanpakken en werkvormen: systeemdenken, teamleren, improvisatie<br />

en collegiale coaching. <strong>Wenger</strong> bood een onlineworkshop aan over de<br />

fundamenten van Communities of Practice. Een workshop met een doorlooptijd van<br />

vier weken. Ik schreef me in en een paar weken later ontving ik een <strong>uit</strong>nodiging<br />

om de onlineleeromgeving te verkennen en kennis te maken met de andere deelnemers.<br />

Het waren ongelofelijk intensieve weken en ik had het gevoel iets te leren<br />

over leren wat enerzijds heel nieuw was, maar anderzijds zo vanzelfsprekend dat<br />

ik het zelf op had kunnen schrijven. Ik ervoer een gedeeld perspectief op leren en<br />

maakte een heuse klik met <strong>Wenger</strong>.<br />

Jaren later ontmoette ik zijn leermeester, Jean Lave, tijdens een conferentie in Durham.<br />

Samen schreven ze het boekje Situated Learning waarin ze de term ‘community<br />

of practice’ introduceerden en theoretisch fundeerden. Ik heb deze studie destijds<br />

met de grootste moeite gelezen. Door de ontmoeting met Lave begreep ik dat het<br />

niet alleen aan mij lag. Situated learning oogstte weliswaar veel lof, maar dat was<br />

ondanks de slechte leesbaarheid. Als reden daarvoor gaf Lave dat ze de term ‘participatie’<br />

consequent van<strong>uit</strong> twee invalshoeken probeerden te beschrijven, van<strong>uit</strong><br />

het individu én van<strong>uit</strong> de praktijk. Een individu leert door te participeren in<br />

de praktijk en schuift daarin steeds meer op naar de kern van die praktijk, maar<br />

de praktijk participeert ook in het individu, omdat deze invloed <strong>uit</strong>oefent op het<br />

denken en doen van het individu. Dit steeds wisselen van perspectief maakte<br />

vooral de sociale dynamiek duidelijk van leren, opgevat als onderdeel van het alledaagse<br />

leven en niet als iets wat zich louter in het hoofd van mensen afspeelt. De<br />

notie ‘community of practice’ vormt de kern van de sociale theorie over leren, maar<br />

meteen daaraan gekoppeld is ‘legitimate peripheral participation’, het toegestaan<br />

worden op te schuiven naar de kern van een praktijkgemeenschap.<br />

Biografie van Etienne <strong>Wenger</strong><br />

Theorie<br />

Etienne <strong>Wenger</strong> is geboren in 1952 in Zwitserland. Hij studeerde computerwetenschappen<br />

in Genève en vervolgde zijn opleiding in Californië. Daar studeerde<br />

hij informatie- en computerwetenschappen en promoveerde er in 1990 met zijn<br />

Etienne <strong>Wenger</strong><br />

– 127 –


community of practice<br />

proefschrift Toward a theory of cultural transparency: Elements of a social discourse of the visible<br />

en the invisible.<br />

<strong>Wenger</strong> gaat er in zijn onderzoek van<strong>uit</strong> dat het leerproces niet los gezien kan worden<br />

van de sociale context waarin dit plaatsvindt. Hij werkt samen met Jean Lave<br />

en publiceert samen met haar in 1991 het boek Situated Learning: Legitimate Peripheral<br />

Participation. Hierin wordt de basis gelegd voor het concept van de ‘community of<br />

practice’.<br />

Het Institute for Research on Learning<br />

Hoewel Etienne <strong>Wenger</strong> wordt gezien als grondlegger van het concept ‘community<br />

of practice’, gaat de eer in feite naar een groep mensen die werkten bij of verbonden<br />

waren met het Institute for Research on Learning (IRL).<br />

De oprichting van dit instituut vond plaats in 1987 na een genereuze schenking<br />

van de Xerox Foundation. De directe aanleiding vormde een aantal alarmerende<br />

rapporten over de toestand van het onderwijs in de Verenigde Staten. Het IRL<br />

besteedde in het begin veel aandacht aan de rol die nieuwe informatie- en communicatietechnologieën<br />

konden spelen bij het ondersteunen en verbeteren van<br />

leerprocessen. Toen de resultaten <strong>uit</strong>bleven, kwam de vraag naar wat leren eigenlijk<br />

is, meer centraal te staan. Op dat moment werd de antropologische inbreng<br />

groter, met name door Jean Lave. De onderzoekers van het IRL ontdekten dat het<br />

meester-gezelleren en met name het leerlingschap (apprenticeship) in alle soorten<br />

en vormen voorkwam, breed verspreid was en meestal <strong>uit</strong>ermate succesvol was. In<br />

hun ontdekking waarom dit type leren zo goed werkte, lag de kiem van community<br />

of practice als theoretisch concept.<br />

Als lerende is het nodig om lid te worden van een met elkaar verbonden, informele<br />

gemeenschap, die veel verdergaat en intensiever is dan de relatie met een docent of<br />

mentor. Het ‘een van hen worden’ en ‘zich opgenomen voelen in de gemeenschap’<br />

vormen een integraal onderdeel van het leren.<br />

Inmiddels werd het IRL opgeheven. De onderzoekers werden ondergebracht bij<br />

bestaande faculteiten of begonnen voor zichzelf. <strong>Wenger</strong> maakte van zijn proefschrift<br />

een handelseditie en zette daarmee het concept van community of practice<br />

definitief op de kaart. In de tien daarop volgende jaren nam het gebruik van de<br />

term exponentieel toe.<br />

De monteurs van kopieermachines<br />

Er is nog een naam die onlosmakelijk verbonden is met de notie van communities<br />

of practice. Julian Orr, zelf een voormalig monteur van kopieermachines, verrichtte<br />

later etnografisch onderzoek onder monteurs. In zijn boek Talking About<br />

Machines beschrijft Orr wat deze monteurs werkelijk deden, niet wat ze zeiden dat<br />

– 128 –


community of practice<br />

ze deden of wat hun managers dachten ze de deden. Zijn bevindingen waren opvallend<br />

en verbazingwekkend.<br />

Orr ontdekte al snel dat de monteurs regelmatig met elkaar afspraken in een<br />

restaurant in plaats van naar hun klanten te gaan. De gemiddelde manager zou<br />

wellicht een prachtige kostenbesparing bespeuren, Orr concludeerde precies het<br />

tegenovergestelde: de monteurs liepen niet de kantjes ervan af, maar waren juist<br />

bezig met een van hun meest waardevolle activiteiten. Ze wisselden kennis en<br />

ervaringen <strong>uit</strong> door elkaar anekdotes en verhalen (waarin elk van de kopieermachines<br />

een eigen identiteit heeft) te vertellen en ze hielpen elkaar met de problemen<br />

die ze tegenkwamen. Als een van hen een probleem op tafel legde waarvan de<br />

oorzaken onduidelijk waren, passeerde al snel een scala aan verhalen over eerdere,<br />

mogelijk vergelijkbare problemen de revue. De verhalen bevatten hints waar de<br />

oplossing mogelijk gevonden kon worden, sloten oorzaken <strong>uit</strong> en waarschuwden<br />

voor bepaalde paden. Voor Orr waren deze conversaties, de beschikbare informatie,<br />

hun werk en de praktijk onlosmakelijk met elkaar verbonden.<br />

De gesprekken tussen de monteurs beperken zich niet tot louter technische details,<br />

maar omvatten ook klanten (‘hoe moet je omgaan met ongeduldige beheerders’),<br />

de plaats waar de machines staan (‘daar heb je een pasje voor nodig van...’)<br />

en de gebruikers (‘hoe zorg je dat de gebruikers die je niet ziet de machine goed gebruiken’).<br />

Opvallend genoeg beschouwen de monteurs de <strong>uit</strong>gebreide technische<br />

handboeken die bij elke machine horen als geheel opzichzelfstaande en over het<br />

algemeen als weinig bruikbare objecten. Ze maken er slechts selectief gebruik van,<br />

als een van de informatiebronnen om zich een beeld te vormen van wat er met een<br />

falende machine aan de hand kan zijn. De (technische en sociale) complexiteit van<br />

hun werk is vele malen groter dan de (technische) handboeken veronderstellen.<br />

Vooral ook omdat de monteurs nauwelijks carrière kunnen maken, concludeert<br />

Orr dat ‘the combination of individual, challenging work with a supportive community may be<br />

the key to the attraction this job has for the technician’.<br />

Xerox is op een dubbele manier verbonden met het ontstaan van het begrip ‘community<br />

of practice’: het bedrijf was hoofdsponsor van het Institute for Research on<br />

Learning en zijn monteurs fungeerden in het werk van Orr als belangrijke casus.<br />

De community of practice als leerkader<br />

<strong>Leren</strong> is meer dan het verwerven van kennis en omvat ook interactie met anderen<br />

om kennis <strong>uit</strong> te wisselen en samen te werken. <strong>Leren</strong> is fundamenteel sociaal en<br />

vindt ergens plaats, het is gesitueerd. Omdat tijdens sociale processen van kennis<strong>uit</strong>wisseling<br />

een gezamenlijke identiteit groeit, is dit proces zowel <strong>uit</strong>dagend als<br />

krachtig. Als mensen waarden, perspectieven, praktijken van handelen delen en<br />

ontwikkelen, ontstaan communities of practice. Men voelt zich meer of minder<br />

deelgenoot van deze gemeenschappen en kennis vormt een integraal onderdeel<br />

Etienne <strong>Wenger</strong><br />

– 129 –


community of practice<br />

van deze gemeenschap. Participatie maakt wie we zijn, wat we doen en hoe we<br />

interpreteren wat we doen.<br />

De sociale leertheorie is geen grootse leertheorie die andere leertheorieën overbodig<br />

maakt. Integendeel, ze draagt bij aan het analyseren en ondersteunen van<br />

informeel leren, collegiale ondersteuning en leren in netwerkverband. Het voorbeeld<br />

van de monteurs van kopieermachines laat zien dat professionals voor zichzelf<br />

al leeromgevingen creëren. De notie van community of practice is op de eerste<br />

plaats een perspectief op leren dat tot voorzichtigheid maant. Informele leerprocessen<br />

en de spontane ontwikkeling van communities of practice laten zich niet<br />

verbeteren door ze te instrumentaliseren. In dat opzicht verschilt deze benadering<br />

van leertheorieën waarin de kennisoverdracht en de acquisitie van kennis<br />

centraal staan.<br />

<strong>Wenger</strong> gaat in zijn theorie <strong>uit</strong> van vier vooronderstellingen:<br />

1 Mensen zijn sociale wezens.<br />

2 Kennis is een zaak van competentie met betrekking tot een bepaalde klus of<br />

bezigheid, zoals toon houden, een fiets repareren, onderwijs geven, enzovoort.<br />

3 Kennis is een zaak van participeren in de beoefening van dergelijke klussen of<br />

bezigheden, dat wil zeggen actieve betrokkenheid in de wereld.<br />

4 Zingeving _het vermogen om de wereld en onze betrokkenheid als zinvol te<br />

ervaren_ is <strong>uit</strong>eindelijk waar leren over gaat.<br />

Van<strong>uit</strong> deze vier <strong>uit</strong>gangspunten ontwikkelt <strong>Wenger</strong> een theorie die op haar beurt<br />

weer steunt op <strong>uit</strong>eenlopende theorieën over sociale structuur, praktijken, ontwikkeling,<br />

menselijke activiteit, identiteit, subjectiviteit, collectiviteit, macht en<br />

zingeving. Het concept ‘community of practice’ raakt al deze zaken. Het is daarbij<br />

vooral bedoeld als een kader om leren in organisaties te kunnen onderzoeken en<br />

te verbeteren.<br />

Gedachtegang achter het concept<br />

Mensen leren van en met elkaar. We leren als we met anderen praten over wat ons<br />

bezighoudt, over ons werk of over een passie die we delen. Soms zijn we ons ervan<br />

bewust dat we samen leren, veel vaker nog gaat het gaandeweg en ongemerkt. Als<br />

we met enkele anderen rond de tafel gaan zitten en letterlijk onze koppen bij elkaar<br />

steken, blijken we vaak in staat om lastige problemen te kraken en innovatieve<br />

oplossingen te bedenken. Praten we niet alleen, maar gaan we echt samen<br />

aan het werk, dan kan ons leren in een stroomversnelling terechtkomen. Overigens<br />

gaat dit niet vanzelf, daarvoor hoeven we maar naar de vele matte en weinig<br />

inspirerende bijeenkomsten en samenwerkingsverbanden om ons heen te kijken.<br />

Als we samen met anderen iets willen leren, moeten we daar wel wat voor over<br />

– 130 –


community of practice<br />

hebben. Niet alleen door onze kennis en ervaring in te brengen, maar vooral ook<br />

om te investeren in de onderlinge relaties en voort te bouwen op de inzet van anderen.<br />

Als mensen elkaar de tijd en ruimte gunnen (en krijgen!) om samen te leren<br />

en te experimenteren, kunnen ze elkaar inspireren en blijken ze maar al te vaak<br />

tot bijzondere dingen in staat.<br />

‘Communities of Practice’ (CoP’s) zijn groepen mensen (Lave spreekt consequent<br />

van social places) die hun kennis en ervaringen rond een bepaald thema of vakgebied<br />

delen en met elkaar leren om beter met de problemen en <strong>uit</strong>dagingen in de<br />

praktijk om te gaan. Mensen vormen communities of practice om <strong>uit</strong>eenlopende<br />

redenen, maar nagenoeg altijd willen ze hun vermogen om in de praktijk te handelen<br />

verbeteren. Sommigen willen vooral elkaar helpen en bijstaan bij de problemen<br />

en knelpunten die ze in de praktijk tegenkomen, of elkaar informeren over<br />

nieuwe methoden en technieken.<br />

Dé ‘community of practice’ als zodanig bestaat niet. <strong>Leren</strong> is een dimensie van de<br />

praktijk (intrinsiek verbonden met menselijke activiteit) en het vormgeven van<br />

die dimensie is een belangrijke, professionele opgave. Het vormgeven van leren<br />

dichtbij de praktijk lukt het beste met denken van<strong>uit</strong> de mogelijkheden van de<br />

toekomst: noties en visies op hoe het beter kan en de ambitie daar iets mee te<br />

doen. Uitwisseling van kennis en ervaring is zonder meer nuttig, maar niet voldoende.<br />

Door met z’n allen te kijken naar wat men feitelijk doet en de effecten van<br />

dat handelen trachten te doorzien, wordt de complexiteit van de praktijk duidelijker.<br />

Van<strong>uit</strong> een weloverwogen omgang met die complexiteit kan een nieuwe,<br />

gemeenschappelijke praktijk ontstaan.<br />

Participatie in communities of practice wordt door vier componenten gekarakteriseerd:<br />

▪▪<br />

Zingeving: een manier van praten over het vermogen (individueel en collectief )<br />

om het leven en de wereld als zinvol te kunnen ervaren. <strong>Leren</strong> als ervaren.<br />

▪▪<br />

Praktijk: een manier van praten over de gemeenschappelijk gecreëerde aanpakken,<br />

kaders en perspectieven die de onderlinge verplichtingen ondersteunen<br />

▪▪<br />

▪▪<br />

in de praktijk. <strong>Leren</strong> als doen.<br />

Gemeenschap: een manier van praten over de sociale configuraties waarin de gemeenschappelijke<br />

ondernemingen als waardevol zijn bepaald en de participatie<br />

herkenbaar wordt als competentie. <strong>Leren</strong> als horen bij.<br />

Identiteit: een manier van praten over hoe leren ons leven verandert en hoe we<br />

persoonlijkheden worden in de context van de gemeenschappen waaraan we<br />

deelnemen. <strong>Leren</strong> als worden (wie je bent).<br />

In communities of practice zijn bovengenoemde componenten aanwezig in een<br />

bepaalde onderlinge samenhang. Het gaat daarbij niet om schools leren met<br />

Etienne <strong>Wenger</strong><br />

– 131 –


community of practice<br />

het accent op kennisoverdracht. Het ondersteunen van communities of practice<br />

vraagt om andere aanpakken dan instructie en training. <strong>Leren</strong> is een zaak van<br />

deelnemen en bijdragen aan praktijken en de daarmee verbonden gemeenschappen.<br />

Het legitimeren of toestaan van mensen om deel te nemen en communities<br />

of practice te vormen, raakt de kern van het concept. Dit wordt gevangen in het<br />

begrip ‘legitimate peripheral participation’ (LPP), hetgeen te beschouwen is als<br />

een vernieuwing van apprenticeship. Bij apprenticeship is er sprake van een hiërarchische<br />

relatie tussen de meester en de gezel, LPP heeft betrekking op de horizontale,<br />

peer-to-peernetwerkvorming en beïnvloeding. Waar vroeger de meester een<br />

leerling al of niet accepteerde, is er nu een gemeenschap van professionals die een<br />

nieuwkomer toestaat deel te nemen, dan wel <strong>uit</strong>sl<strong>uit</strong>.<br />

Een persoon participeert altijd in meerdere communities of practice en het leren<br />

in en over deze communities of practice brengt een unieke identiteit voort. De<br />

voortdurende, onderlinge afstemming vraagt van mensen een enorme toewijding.<br />

Wierdsma en Swieringa (2002) definiëren de ‘plek der moeite’ als een st<strong>uit</strong>en<br />

op een werkelijkheid die mensen verschillend interpreteren, terwijl er tegelijkertijd<br />

de behoefte bestaat aan eenduidige betekenis om tot gezamenlijk handelen<br />

over te gaan. Het vraagt interactie om die gedeelde betekenis te creëren. Maar dit<br />

is tevens het moeilijkste onderdeel van lerend organiseren, omdat in die betekeniscreatie<br />

<strong>uit</strong>sl<strong>uit</strong>ing van personen en zelfcensuur op de loer liggen. Het streven is<br />

om te komen tot de ‘plek der ontmoeting’, daar waar dit cocreatief proces slaagt.<br />

Verwante concepten<br />

Er zijn diverse aanduidingen in zwang voor groepen mensen die samen leren:<br />

kenniskringen, professionele leergemeenschappen, leernetwerken, praktijkgemeenschappen<br />

et cetera. Het betreft hier verwante leervormen die vooral in de<br />

<strong>uit</strong>voering verschillen. In feite liggen die verschillen opgesloten in het concept<br />

‘community of practice’ dat vooral een perspectief op leren is en geen instrument.<br />

Dit wordt het beste <strong>uit</strong>gedrukt door te stellen dat elke community uniek is, qua<br />

omvang, proces, inhoudelijke focus, intensiteit et cetera.<br />

In de context van werk is men de laatste jaren steeds vaker het woord kennis actief<br />

gaan gebruiken in relatie tot het <strong>uit</strong>voeren van een beroep. Men spreekt van de<br />

kenniseconomie. Dit geeft eens te meer aan dat leren en werken meer gekoppeld<br />

zijn in plaats van gescheiden, zoals kenmerkend was in het industriële tijdperk.<br />

Belangrijke redenen voor professionals om te leren met anderen zijn: om kunnen<br />

gaan met nieuwe problemen en situaties, beter hanteren van de complexiteit van<br />

veel situaties, de behoefte aan integrale aanpakken, ref lecteren op experimenten<br />

en proeftuinen. Mede door de verstrengeling van leren en werken is gaandeweg<br />

ook meer erkenning gekomen voor de waarde van de werkplek als leerplek. Die<br />

waarde komt echter pas tot zijn recht, als er met anderen op geref lecteerd wordt.<br />

– 132 –


community of practice<br />

Praktijk en kritische reflectie<br />

Enigszins tot verrassing van de mensen bij het Institute for Research on Learning,<br />

kwamen de ‘early adopters’ van het community-of-practiceconcept vooral <strong>uit</strong> het<br />

bedrijfsleven en niet <strong>uit</strong> het onderwijs waarop zij zich richtten. Kennismanagers<br />

in grote organisaties zagen (en zien) communities of practice als waardevol ‘instrument’<br />

om de kennis<strong>uit</strong>wisseling te vergroten en nieuwe kennis te genereren.<br />

Ondernemingen als Xerox, Shell en IBM, maar ook een instituut als de Wereldbank,<br />

experimenteren al sinds het midden van de jaren negentig van de twintigste<br />

eeuw met het initiëren en faciliteren van communities of practice. Veel van<br />

hun ervaringen met CoP’s zijn vrij beschikbaar op het Internet. Ook ontstonden<br />

er allerlei toolkits met werkvormen en checklists.<br />

De CoP-methodiek heeft praktische waarde, omdat het ons in staat stelt een leerproces<br />

vorm te geven, waarbij het natuurlijke en informele karakter de ruggengraat<br />

vormt en waarbij de verbinding met de dagelijkse praktijk vooropstaat. Dat kan<br />

door drie dimensies in samenhang te ontwikkelen en aandacht te blijven geven:<br />

▪▪<br />

De praktijk. Hiermee wordt bedoeld de praktijk die mensen in een netwerk<br />

delen. Een praktijk hoeft niet samen te vallen met een discipline. Bij stadsvernieuwing<br />

bijvoorbeeld komen een heleboel disciplines samen, omdat beleidsmakers,<br />

architecten, kunstenaars, projectontwikkelaars, onderzoekers et<br />

▪▪<br />

▪▪<br />

cetera daarin met elkaar samenwerken.<br />

Het domein. Dit is het geheel van thema’s die van belang zijn in de praktijk en<br />

met name bij het verbeteren van een praktijk. Het zijn spannende vragen, die<br />

niet één-twee-drie oplosbaar zijn, maar vooral energie genereren om mee aan<br />

de slag te gaan, omdat ze direct gekoppeld zijn aan de praktijk. Deze vragen<br />

behoeven een grondige verkenning om ermee verder te komen.<br />

De gemeenschap. De gemeenschap is het netwerk van mensen die bereid zijn met<br />

elkaar op te trekken, zich te verdiepen in elkaars context en die met elkaar een<br />

open en veilige leerruimte weten te creëren. Voorwaarde is dat zij zich kwetsbaar<br />

durven op te stellen, maar ook dat zij goed kunnen doorvragen. Met andere<br />

woorden, het gaat om kritische reflectie, maar tevens om het vermogen om<br />

op een waarderende manier naar <strong>uit</strong>eenlopende onderwijsvormen te kijken.<br />

De samenhang tussen deze dimensies is weergegeven in figuur 9.1. De dimensies<br />

zijn te beschouwen als de assen van een driedimensionale leerruimte. Het is deze<br />

leerruimte die tot stand komt door <strong>uit</strong>eenlopende leeractiviteiten te organiseren<br />

en door steeds nieuwe mensen erbij te betrekken.<br />

De waarde van de CoP-methodiek schuilt in het ontstaan van een leertraject van<strong>uit</strong><br />

de intrinsieke betrokkenheid van mensen. Opstarten, <strong>uit</strong>voeren en transformeren<br />

zijn geen fasen, maar schakels in het leertraject. In elke leeractiviteit zijn<br />

Etienne <strong>Wenger</strong><br />

– 133 –


community of practice<br />

figuur 9.1 Leerruimte volgens de CoP-methodiek met de drie dimensies<br />

Community<br />

Opstarten<br />

Intrigerende<br />

vragen<br />

Transformeren<br />

Praktijk<br />

Uitvoeren<br />

Domein<br />

deze drie schakels opnieuw aan de orde. De sturing van<strong>uit</strong> een organisatie bij de<br />

totstandkoming van de CoP’s en hun activiteiten, lijkt in tegenspraak met de eerdergenoemde<br />

<strong>uit</strong>gangspunten. Indien echter de facilitatie gericht is op het creëren<br />

van ruimte voor de <strong>uit</strong>wisseling van kennis en ervaring, dan worden mensen verleid<br />

tot leren. Gaandeweg kan dan dat leren worden versterkt door te ontwerpen<br />

en te begeleiden in lijn met het traject dat mensen met elkaar voor ogen hebben.<br />

Vooral in het begin is terughoudendheid in de facilitering gewenst, omdat deelnemers<br />

nog onvoldoende op elkaar zijn afgestemd.<br />

Voorbeelden<br />

Een paar voorbeelden van CoP’s om aan te geven hoe dit concept in de praktijk<br />

werkt.<br />

▪▪<br />

Projectleiders en beleidsmedewerkers van overheden met ruimtelijke ambities,<br />

zoals in de regio Venlo, gemeente Haarlemmermeer en gemeente Almere,<br />

waren de deelnemers aan CoP ‘Duurzame Gebiedsontwikkeling’.<br />

▪▪<br />

Er is onlangs een CoP gestart voor ambtenaren van het ministerie van VROM<br />

over Cradle2Cradle in beleid, beleids<strong>uit</strong>voering en bedrijfsvoering.<br />

▪▪<br />

In de bouwsector zijn CoP’s aan de orde van de dag: CoP ‘Virtuele Bouwprocessen’,<br />

CoP ‘Eigen Initiatief ’, CoP ‘Eindgebruikersparticipatie’.<br />

▪▪<br />

In 2005 startte de CoP ‘Creatieve Economie’. Deze CoP bestond <strong>uit</strong> projectontwikkelaars,<br />

gebiedsontwikkelaars, gemeenten, financiers en woningcorporaties<br />

<strong>uit</strong> heel Nederland. Eind 2008 sloten ze hun leertraject af met een mooi<br />

boek over nieuwe ideeën voor oude gebouwen.<br />

– 134 –


community of practice<br />

▪▪<br />

▪▪<br />

▪▪<br />

Het Platform Beroepsonderwijs is op zoek naar samenwerkingsverbanden in<br />

de driehoek student-bedrijven-opleiding en wil daarvoor verschillende CoP’s<br />

opzetten.<br />

Het Beacon-project van Heineken is een CoP die speciaal is opgericht voor marketingmanagers<br />

die worstelen met modetrends bij jongeren.<br />

Het stimuleren van ondernemerschap in het hoger kunstonderwijs kreeg vorm<br />

in het programma Creative Co-Makership dat met een lerende aanpak werkt<br />

waarin regionale CoP’s centraal stonden.<br />

Gevaar voor romantiseren<br />

‘Communities of practice’ en ‘legitimate peripheral participation’ (LPP) zijn geen<br />

geïsoleerde concepten, maar maken onderdeel <strong>uit</strong> van een sociale theorie over<br />

leren. <strong>Leren</strong> wordt geplaatst in een alledaagse context van het leven, zoals het zich<br />

voltrekt en waar mensen onderdeel van <strong>uit</strong>maken. <strong>Leren</strong> speelt zich dus niet alleen<br />

af in de hoofden van mensen. We leven in een sociaal geconstitueerde wereld<br />

met zijn geschiedenissen, instituties, identiteiten, generaties, machtsrelaties en<br />

de processen van productie en reproductie die zich voltrekken in communities<br />

of practice. Een persoon maakt altijd onderdeel <strong>uit</strong> van meerdere communities of<br />

practice en ontwikkelt een unieke identiteit dwars door die communities heen.<br />

Instrumentalisering lijkt in tegenspraak met het zelfgestuurde karakter van<br />

communities of practice. In de context van organisaties is er echter wel vraag naar<br />

nieuwe methodieken die gebruikmaken van deze theoretische inzichten. Dit levert<br />

een spanningsveld op waar leermanagers, facilitators en ontwerpers van leerprocessen<br />

zich bewust van dienen te zijn. Werken van<strong>uit</strong> communities of practice<br />

begint met oog hebben voor spontane en informele leerprocessen, het individuele<br />

eigenaarschap over leren en de moeite die het vraagt om tot collectieve leerprocessen<br />

te komen. Zelfs met alle goede bedoelingen ontstaan er tegenstrijdigheden,<br />

fricties en spraakverwarringen die in het ergste geval tot conf licten leiden.<br />

Communities of practice zijn geen doel op zich, maar een middel om praktijksituaties<br />

te verbeteren, ervaringskennis beter te benutten of vakmanschap te ontwikkelen<br />

en daarmee ook de eigen identiteit vorm te geven. Daarbij dient het <strong>uit</strong>gangspunt<br />

niet te zijn het kopiëren van goede praktijken of rolmodellen. Men kan<br />

wel leren van de fouten die anderen al hebben gemaakt. Wie wil dat niet Maar<br />

in veel gevallen zal het toch zo zijn wat Chris Argyris al beaamde: leren is ervoor<br />

zorgen dat je fouten die je moet maken zo snel mogelijk maakt. Vernieuwing is<br />

namelijk elke keer anders. Een lerende aanpak waarin communities of practice<br />

een centrale rol spelen, is geen romantische, eerder een logische keuze.<br />

Etienne <strong>Wenger</strong><br />

– 135 –


community of practice<br />

Referenties<br />

Literatuur (volledige literatuurlijst: pagina 637)<br />

Argyris, C. & D.A. Schön (1978). Organizational learning: A theory of action perspective.<br />

Reading, MA: Addison-Wesley.<br />

Bood, R. & M. <strong>Coenders</strong> (2004). Communities of practice: bronnen van inspiratie. Utrecht:<br />

Lemma.<br />

Lave, J. & E. <strong>Wenger</strong> (1991). Situated Learning: Legitimate Peripheral Participation.<br />

Cambridge, UK: Cambridge University Press.<br />

<strong>Wenger</strong>, E. (1998). Communities of Practice: Learning, meaning, and identity. Cambridge,<br />

UK: Cambridge University Press.<br />

Wierdsma, A.F.M. & J. Swieringa (2002). <strong>Leren</strong>d organiseren: als meer van hetzelfde niet<br />

meer helpt. Groningen: Noordhoff Uitgevers.<br />

Websites<br />

www.cpsquare.org<br />

socialmedia.wikispaces.com<br />

du.onderwijsontwikkeling.net/set-730-nl.html<br />

– 136 –

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!