Toetsingsadvies - Commissie voor de milieueffectrapportage
Toetsingsadvies - Commissie voor de milieueffectrapportage
Toetsingsadvies - Commissie voor de milieueffectrapportage
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2.4.2 Natuur<br />
De huidige woonkernen wor<strong>de</strong>n omgeven door zeer waar<strong>de</strong>volle natuur. Een<br />
aantal belangrijke natuuraspecten is niet terug te vin<strong>de</strong>n in het plan-MER. De<br />
belangrijkste omissie is het ontbreken van <strong>de</strong> passen<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling vanwege<br />
mogelijke significante gevolgen op <strong>de</strong> Natura 2000-gebie<strong>de</strong>n Leekstermeer en<br />
eventueel ook het Fochterloërveen. De passen<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling moet minimaal<br />
<strong>voor</strong> het <strong>voor</strong>keursalternatief in het IGS wor<strong>de</strong>n uitgevoerd. Overigens wordt<br />
in het MER zelf geconclu<strong>de</strong>erd dat een passen<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling moet wor<strong>de</strong>n<br />
opgesteld. 9 Hierbij wordt terecht opgemerkt dat in <strong>de</strong> passen<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling<br />
rekening moet wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met cumulatieve effecten. De passen<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling<br />
moet on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uitmaken van het plan-MER. 10 De <strong>Commissie</strong> geeft<br />
hierbij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vervolgbesluitvorming alvast mee dat, indien daaruit blijkt dat<br />
significante gevolgen niet kunnen wor<strong>de</strong>n uitgesloten, <strong>de</strong> ADC-fase dient te<br />
wor<strong>de</strong>n doorlopen. Dat betekent dus dat in <strong>de</strong> toekomst wellicht bekeken<br />
moet wor<strong>de</strong>n of er alternatieven zijn die geen of min<strong>de</strong>r significante gevolgen<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> Natura 2000-gebie<strong>de</strong>n hebben. Dit kunnen <strong>de</strong> alternatieven uit het<br />
plan-MER zijn, maar dit kunnen ook an<strong>de</strong>re alternatieven zijn.<br />
■ Significante gevolgen op <strong>de</strong> Natura 2000-gebie<strong>de</strong>n Leekstermeer en Fochterloërveen<br />
zijn (nog) niet uit te sluiten. Daarom moet eerst een passen<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling wor<strong>de</strong>n<br />
uitgevoerd. Deze moet on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el zijn van het plan-MER.<br />
Een aanvulling van het MER dan wel nieuw MER moet naast <strong>de</strong> passen<strong>de</strong><br />
beoor<strong>de</strong>ling <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> ontbreken<strong>de</strong> (dan wel nu nog onvolledig beschreven)<br />
aspecten bevatten om op dit planniveau een afgewogen beslissing te nemen<br />
over <strong>de</strong> (<strong>de</strong>el)locaties:<br />
<strong>de</strong> botanische waar<strong>de</strong>n in het gebied 11 ;<br />
doeltypen en doelsoorten in relatie tot <strong>de</strong> landschapsecologische typen; In<br />
natuurgebie<strong>de</strong>n geven bei<strong>de</strong> inzicht in ontwikkelingsmogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> natuur. De potenties wor<strong>de</strong>n daarmee expliciet gemaakt en betrokken<br />
in <strong>de</strong> milieuafweging. Het is van belang inzicht te verschaffen in welke mate<br />
<strong>de</strong> planontwikkeling doeltypen en doelsoorten kan frustreren. Koppeling<br />
van doeltypen en -soorten aan landschapsecologische typen is van<br />
belang om <strong>de</strong> gevoeligheid <strong>voor</strong> verschillen<strong>de</strong> ingrepen, scherp te krijgen;<br />
indicatorsoorten <strong>voor</strong> met name grondwater, kwel en basenrijkdom; het is<br />
noodzakelijk om een goed inzicht te geven in <strong>de</strong> geologische opbouw en<br />
bo<strong>de</strong>mopbouw, <strong>de</strong> daardoor bepaal<strong>de</strong> (grond)watersstromingen en <strong>de</strong><br />
daarvan afhankelijke natuurwaar<strong>de</strong>n. Alleen op <strong>de</strong>ze wijze kan <strong>de</strong> eventuele<br />
aantasting van natuurwaar<strong>de</strong>n goed wor<strong>de</strong>n meegewogen in <strong>de</strong> besluitvorming<br />
over het bebouwen van <strong>de</strong> <strong>de</strong>ellocaties.<br />
Tot slot wordt nog opgemerkt dat bij <strong>de</strong> bepaling van effecten op <strong>de</strong> Ecologische<br />
Hoofdstructuur ten onrechte niet naar verdroging is gekeken. Grondwaterstandsverlaging<br />
leidt in dit gebied snel tot verdroging en verzuring, omdat<br />
<strong>de</strong> ondiepe potklei dunne oppervlakkige aquifers bevat en een ‘pH-verhogend’<br />
effect heeft op het grondwater.<br />
■ De <strong>Commissie</strong> beveelt aan om <strong>de</strong> botanische waar<strong>de</strong>n in het gebied, <strong>de</strong> doeltypen<br />
en doelsoorten in relatie tot <strong>de</strong> landschapecologische typen en indicatorsoorten<br />
beter te beschrijven.<br />
9 Zie p. 106 van het plan-MER.<br />
10 Dit is een verplichting die rechtstreeks uit <strong>de</strong> wet <strong>voor</strong>tvloeit (artikel 7.2, twee<strong>de</strong> lid, Wet milieubeheer).<br />
11 Door dit niet te doen, kan geen on<strong>de</strong>rscheid wor<strong>de</strong>n gemaakt tussen effecten op actuele en potentiële waar<strong>de</strong>n.<br />
-4-