06.02.2015 Views

Op verkenning 3 - Thema 'De zon' handleiding voor de leerkracht

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Handleiding<br />

DE ZON<br />

Sofie Seghers<br />

Jef Pazmany<br />

Naam: .................................................................................................<br />

Klas: ...............................................<br />

1


<strong>Op</strong> <strong>verkenning</strong> – De zon - bestaat uit:<br />

• Een themaschrift<br />

• Een <strong>handleiding</strong><br />

• Een Bordboek Plus<br />

Een volledig productoverzicht vind je op www.op<strong>verkenning</strong>.be.<br />

Auteur:<br />

Sofie Seghers<br />

Conceptcoördinator:<br />

Jef Pazmany<br />

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onna<strong>de</strong>nkend gebruik van <strong>voor</strong> allerlei doelein<strong>de</strong>n.<br />

Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelf<strong>de</strong> gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De<br />

vergoeding van <strong>de</strong> auteurs en van ie<strong>de</strong>reen die bij het maken en verhan<strong>de</strong>len van boeken betrokken is, komt <strong>voor</strong>t uit <strong>de</strong> verkoop<br />

van die boeken. In België beschermt <strong>de</strong> auteurswet <strong>de</strong> rechten van die mensen. Wanneer u van boeken of van ge<strong>de</strong>elten eruit<br />

zon<strong>de</strong>r toestemming kopieën maakt, buiten <strong>de</strong> uitdrukkelijk bij wet bepaal<strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>ringen, ontneemt u hun dus een stuk van<br />

die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u bescherm<strong>de</strong> teksten niet zon<strong>de</strong>r schriftelijke toestemming te kopiëren<br />

buiten <strong>de</strong> uitdrukkelijk bij wet bepaal<strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>ringen. Ver<strong>de</strong>re informatie over kopieerrechten en <strong>de</strong> wetgeving met betrekking<br />

tot reproductie vindt u op www.reprobel.be.<br />

Ook <strong>voor</strong> het digitale lesmateriaal gel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij<br />

vermoe<strong>de</strong>n van misbruik kan die ge<strong>de</strong>activeerd wor<strong>de</strong>n.<br />

© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2015<br />

De uitgever heeft ernaar gestreefd <strong>de</strong> relevante auteursrechten te regelen volgens <strong>de</strong> wettelijke bepalingen. Wie <strong>de</strong>sondanks<br />

meent zekere rechten te kunnen doen gel<strong>de</strong>n, wordt verzocht zich tot <strong>de</strong> uitgever te wen<strong>de</strong>n.<br />

Eerste druk 2015<br />

ISBN 978-90-306-7199-2<br />

D/2015/0078/46<br />

Art. 562327/01<br />

NUR 193<br />

Cover en lay-outconcept: Har<strong>de</strong>rBetterFasterStronger<br />

<strong>Op</strong>maak: B.AD<br />

Verhaal: Rien Broere<br />

Tekeningen: Jonas Van <strong>de</strong> Vyver<br />

2<br />

DE ZON


inhoud<br />

INHOUD<br />

Lessenoverzicht 4<br />

LES 1 Ga je mee op <strong>verkenning</strong> 6<br />

LES 2 De zon als warmtebron 14<br />

LES 3 De seizoenen 20<br />

LES 4 Planten hebben <strong>de</strong> zon nodig! 28<br />

LES 5 Nachtdieren 36<br />

LES 6 Energie van <strong>de</strong> zon 44<br />

LES 7 De mens past zich aan. 52<br />

LES 8 Een zonnewijzer maken 60<br />

LES 9 De zon kan gevaarlijk zijn. 68<br />

LES 10 Terugblik 72<br />

 inhoud 3


Lessenoverzicht<br />

Dit overzicht geeft kort <strong>de</strong> kern van alle lessen weer. Het laat je toe snel te beoor<strong>de</strong>len of je <strong>de</strong> door<br />

<strong>de</strong> auteurs gekozen volgor<strong>de</strong> van <strong>de</strong> lessen wilt aanhou<strong>de</strong>n of een an<strong>de</strong>re volgor<strong>de</strong> verkiest.<br />

LES 1 – Ga je mee op <strong>verkenning</strong><br />

Wat weten <strong>de</strong> leerlingen al over <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan Wat willen ze nog meer te weten komen Via een<br />

verhaal en een tekening wordt <strong>de</strong> eerste stap in het thema ‘De zon’ gezet.<br />

LES 2 – De zon als warmtebron<br />

De zon geeft warmte en licht. De leerlingen beleven en voelen die warmte. Ze ervaren<br />

proefon<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> zon een warmtebron is. Ze gaan in groepjes aan <strong>de</strong> slag.<br />

LES 3 – De seizoenen<br />

Hoe ontstaan dag en nacht Wat zijn <strong>de</strong> dagen van <strong>de</strong> week Hoeveel maan<strong>de</strong>n zijn er in een jaar<br />

Welke seizoenen zijn er We maken kennis met het cyclische verloop van een jaar. De leerlingen<br />

beleven het jaar aan <strong>de</strong> hand van ervaringsgerichte opdrachten.<br />

LES 4 – Planten hebben zonlicht nodig.<br />

Als planten geen zonlicht krijgen, dan gaan ze dood. De leerlingen wor<strong>de</strong>n echte wetenschappers en<br />

gaan dit aantonen aan <strong>de</strong> hand van allerlei proefjes.<br />

LES 5 – Nachtdieren<br />

De zon is on<strong>de</strong>r. Het is nacht. De leerlingen ervaren wat het is om niets te zien. Welke zintuigen nemen<br />

het van onze ogen over Ze maken ook kennis met enkele nachtdieren. Die hebben geen zon nodig.<br />

VERHAAL – Prins Jandorie (Rien Broere)<br />

Mid<strong>de</strong>n in het themaschrift zit een boeiend kortverhaal. Verhalen brengen een on<strong>de</strong>rwerp tot leven<br />

en zorgen er<strong>voor</strong> dat <strong>de</strong> leerlingen zich kunnen inleven in <strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong> personages. Hoe en<br />

wanneer je het verhaal een rol laat spelen tij<strong>de</strong>ns dit thema, staat je vrij. Laat je <strong>de</strong> leerlingen het<br />

<strong>voor</strong>af thuis lezen Lees je het in <strong>de</strong> klas Bij het begin van het thema, tussendoor of achteraf Je kiest<br />

zelf het gepaste moment en <strong>de</strong> geschikte plaats. Je kunt er ook een drama-activiteit of een creatieve<br />

schrijfopdracht aan koppelen.<br />

4<br />

DE ZON


LES 6 – Energie van <strong>de</strong> zon<br />

De zon geeft warmte en licht. Maar <strong>de</strong> zon zorgt ook <strong>voor</strong> energie. Het is groene energie, die raakt nooit<br />

uitgeput. De leerlingen doen allerlei proefjes om aan te tonen dat <strong>de</strong> zon een bron van energie is.<br />

LES 7 – De mens past zich aan.<br />

De leerlingen ont<strong>de</strong>kken in <strong>de</strong>ze activiteit dat mensen zich op verschillen<strong>de</strong> manieren aan het weer<br />

aanpassen. Zo bepaalt het weer welke kledij <strong>de</strong> mensen aantrekken. Bij sommige weertypes hebben<br />

we ook bepaal<strong>de</strong> attributen nodig.<br />

LES 8 – Een zonnewijzer maken<br />

We keren terug in <strong>de</strong> tijd … De leerlingen ont<strong>de</strong>kken <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> tijdmeting. Vroeger<br />

bepaal<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mensen <strong>de</strong> tijd met behulp van een zonnewijzer. De leerlingen maken zelf een<br />

zonnewijzer.<br />

LES 9 – De zon kan gevaarlijk zijn.<br />

Het is zalig om in <strong>de</strong> zon te spelen. Maar … <strong>de</strong> zon kan ook gevaarlijk zijn. Door mid<strong>de</strong>l van het verhaal<br />

Tamme Tijger ont<strong>de</strong>kken <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> gevaren van <strong>de</strong> zon. Ze leren hun huidtype te bepalen en<br />

maken een affiche om an<strong>de</strong>re mensen te waarschuwen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gevaren van <strong>de</strong> zon.<br />

LES 10 – Terugblik<br />

We blikken terug op wat we in dit thema geleerd hebben. De mindmap in het themaschrift wordt<br />

ingevuld.<br />

Leren leren<br />

De laatste bladzij<strong>de</strong> van het themaschrift biedt <strong>de</strong> leerlingen on<strong>de</strong>rsteuning bij het leren leren. Tegelijk<br />

helpen <strong>de</strong> tips bij <strong>de</strong> reflectie over hun eigen leerproces. Er is ook ruimte <strong>voor</strong> goe<strong>de</strong> raad van <strong>de</strong><br />

<strong>leerkracht</strong>.<br />

 Lessenoverzicht 5


LES 1<br />

Ga je mee op <strong>verkenning</strong><br />

Domein(en): techniek / natuur<br />

On<strong>de</strong>rwerp: <strong>verkenning</strong>sactiviteit<br />

Lesduur: 25 minuten<br />

LEERPLANDOELEN<br />

Bij het onlinelesmateriaal<br />

vind je een overzicht met<br />

alle leerplandoelstellingen<br />

per les.<br />

MATERIAAL<br />

Voor <strong>de</strong> leerlingen<br />

• themaschrift p. 2-3<br />

Voor <strong>de</strong> <strong>leerkracht</strong><br />

• prentenset: prent 1<br />

(mindmap)<br />

• verhaal p. 9-10<br />

Voor <strong>de</strong> klas<br />

• bordboek<br />

• dvd 1 nr. 1<br />

• wereldkaart<br />

Vooraf<br />

In <strong>de</strong>ze eerste les ga je met <strong>de</strong> leerlingen op <strong>verkenning</strong> naar <strong>de</strong> zon.<br />

• Wat weet je al over <strong>de</strong> zon<br />

• Wat wil je nog te weten komen<br />

Start<br />

In <strong>de</strong>ze eerste les van een lessenreeks over <strong>de</strong> zon ga je met <strong>de</strong> leerlingen op<br />

<strong>verkenning</strong> naar <strong>de</strong> zon.<br />

• Wat weet je al over <strong>de</strong> zon<br />

• Wat wil je nog te weten komen<br />

Je vertelt <strong>de</strong> leerlingen dat je hen een verhaal uit Rusland zult <strong>voor</strong>lezen. Een<br />

verhaal over <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan.<br />

• Ga op zoek naar Rusland op <strong>de</strong> wereldkaart. Wie vindt Rusland het eerst<br />

Lees het verhaal <strong>voor</strong> met <strong>de</strong> nodige intonatie, zodat je sfeer brengt in <strong>de</strong> klas<br />

en <strong>de</strong> interesse van <strong>de</strong> leerlingen opwekt.<br />

Geef <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> kans om af en toe een vraag te stellen als ze een woord<br />

niet begrijpen.<br />

Stop het verhaal af en toe en laat <strong>de</strong> leerlingen het navertellen in hun eigen<br />

woor<strong>de</strong>n.<br />

Tij<strong>de</strong>ns die pauzes vraag je <strong>de</strong> leerlingen om het ver<strong>de</strong>re verloop van het<br />

verhaal te <strong>voor</strong>spellen:<br />

• Wat zal er nog gebeuren Hoe gaat dit nu aflopen<br />

• Wat hebben jullie onthou<strong>de</strong>n uit het verhaal<br />

• Zou dit verhaal echt gebeurd zijn Waarom wel/niet Het is een volksverhaal.<br />

Het is niet echt gebeurd. Draken hebben ook nooit bestaan.<br />

• Kan het dan niet dat <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan plots verdwijnen Waar zou<strong>de</strong>n ze dan<br />

zijn<br />

• Waarom bedachten mensen volksverhalen Mensen dachten vroeger wel<br />

eens dat <strong>de</strong> dingen in <strong>de</strong> natuur veroorzaakt wer<strong>de</strong>n door monsters of<br />

natuurgo<strong>de</strong>n. Zo probeer<strong>de</strong>n ze sommige dingen te verklaren.<br />

6<br />

DE ZON


Kern<br />

<strong>Op</strong>dracht 1 Een tekening bij het verhaal<br />

Maak een tekening bij het verhaal ‘Hoe <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan wer<strong>de</strong>n ontvoerd en<br />

teruggehaald’.<br />

De tekening moet het thema van het verhaal samenvatten: <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan<br />

die verdwenen zijn.<br />

<strong>Op</strong>dracht 2 Zon en maan herkennen<br />

Bespreek met <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> twee afbeeldingen van <strong>de</strong> zon in het<br />

themaschrift op p. 2.<br />

Projecteer <strong>de</strong> afbeeldingen op het smartboard.<br />

• Wat zie je op <strong>de</strong>ze afbeeldingen foto’s van <strong>de</strong> zon<br />

• Hoe weet je dat Het is een grote vuurbol. De zon heeft stralen.<br />

• Waaraan herken je <strong>de</strong> zon aan <strong>de</strong> kleur / aan het zwart van het heelal / aan<br />

<strong>de</strong> wolkjes rond <strong>de</strong> zon<br />

Toon <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rtekening van <strong>de</strong> zon op p. 3.<br />

• Wat stelt <strong>de</strong>ze tekening <strong>voor</strong> Het is een kin<strong>de</strong>rtekening van <strong>de</strong> zon.<br />

• Waarom tekenen leerlingen/mensen <strong>de</strong> zon meestal op die manier De<br />

zonnestralen stellen <strong>de</strong> zonne-uitbarstingen <strong>voor</strong>.<br />

• Wanneer zie je <strong>de</strong> zon overdag / als er geen wolken zijn<br />

• Toch zie je ook op een zwaarbewolkte dag nog dat <strong>de</strong> zon er is. Hoe Er is licht.<br />

Ook al is <strong>de</strong> (vorm van <strong>de</strong>) zon niet te zien.<br />

Bespreek met <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> afbeeldingen van <strong>de</strong> maan in het themaschrift<br />

op p. 2.<br />

Projecteer <strong>de</strong> afbeeldingen op het smartboard.<br />

• Wat zie je op <strong>de</strong>ze afbeeldingen foto’s van <strong>de</strong> maan<br />

• Hoe weet je dat Het is een grote, zilverkleurige bol.<br />

• Waaraan herken je <strong>de</strong> maan aan <strong>de</strong> kleur / aan het zwart van het heelal /<br />

aan het donker van <strong>de</strong> nacht<br />

Toon <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rtekening van <strong>de</strong> maan op p. 3.<br />

• Wat stelt <strong>de</strong>ze tekening <strong>voor</strong> Het is een kin<strong>de</strong>rtekening van <strong>de</strong> maan.<br />

• Waarom tekenen leerlingen/mensen <strong>de</strong> maan meestal op die manier De maan<br />

wordt vaak in een banaanvorm <strong>voor</strong>gesteld, het is één van <strong>de</strong> verschijningen<br />

van <strong>de</strong> maan.<br />

• Wanneer zie je <strong>de</strong> maan ’s nachts, als het donker is / als er geen wolken zijn<br />

De leerlingen vullen in het themaschrift op p. 2 bij opdracht 2 in wat ze zien.<br />

LES 1 Ga je mee op <strong>verkenning</strong> 7


Verwerking<br />

<strong>Op</strong>dracht 3 Wat weet je al over <strong>de</strong> zon en wat wil je nog meer weten<br />

De leerlingen schrijven in het themaschrift op p. 3 rond <strong>de</strong> zon en rond <strong>de</strong><br />

maan in het groen wat ze er al over weten. In het rood noteren ze wat ze nog<br />

graag willen weten.<br />

Bespreek met <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> mindmap in het themaschrift op p. 23-24.<br />

Projecteer <strong>de</strong> mindmap op het bord of toon prent 1 uit <strong>de</strong> prentenset.<br />

• Wat wordt er in <strong>de</strong> mindmap getoond Waarover gaat het Over <strong>de</strong> zon: die<br />

staat in het mid<strong>de</strong>n en is dus belangrijk.<br />

• Wat zie je allemaal Dikke gekleur<strong>de</strong> lijnen die overgaan in dunnere lijnen.<br />

De dikkere lijnen vertakken zich. Elk on<strong>de</strong>rwerp heeft een an<strong>de</strong>re kleur en<br />

elke kleur stelt een on<strong>de</strong>rwerp over <strong>de</strong> zon <strong>voor</strong>. Je ziet ook afbeeldingen en<br />

woor<strong>de</strong>n en zinnen die moeten wor<strong>de</strong>n aangevuld.<br />

De mindmap is een samenvatting van <strong>de</strong> lessen over <strong>de</strong> zon. Alle hoofdzaken<br />

staan erin. Het is een handig hulpmid<strong>de</strong>l als je je lessen instu<strong>de</strong>ert.<br />

De leerlingen vullen het juiste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> mindmap zelfstandig in. Ze<br />

mogen het themaschrift als informatiebron gebruiken. Daarna vergelijken<br />

ze hun oplossingen per twee en passen aan waar nodig. Houd een klassikale<br />

bespreking. Het is belangrijk dat je <strong>de</strong> leerlingen laat verwoor<strong>de</strong>n hoe ze te<br />

werk gingen bij het invullen. Zo leren ze van elkaar.<br />

• Wie gebruikte het themaschrift als informatiebron<br />

• Wie kon op eigen kracht alles invullen<br />

Afronding<br />

Als afsluiter van <strong>de</strong>ze verkennen<strong>de</strong> les kijk je met <strong>de</strong> leerlingen naar een<br />

informatieve film over het heelal.<br />

<strong>Op</strong> je tocht door het heelal kom je <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>, <strong>de</strong> zon, <strong>de</strong> maan, <strong>de</strong> sterren en <strong>de</strong><br />

Melkweg tegen.<br />

In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> lessen leren we meer over <strong>de</strong> zon.<br />

8<br />

DE ZON


Het verhaal over <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan<br />

Hoe <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan wer<strong>de</strong>n ontvoerd en teruggehaald<br />

Ver<strong>de</strong>r dan het verste bos, ver<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> diepste zee, ver<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> hoogste berg huis<strong>de</strong> een monsterlijke draak<br />

– <strong>de</strong> Oerdraak. Hij was <strong>de</strong> stamva<strong>de</strong>r van alle draken, een kwaadaardige vuurspuwer, een rotsenkrabber, een<br />

kronkelstaart, een bruller die <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> bomen brul<strong>de</strong> en met zijn hete a<strong>de</strong>m rivieren droogleg<strong>de</strong>. <strong>Op</strong><br />

een dag werd <strong>de</strong>ze Oerdraak een mensenhater. Hij brul<strong>de</strong> woe<strong>de</strong>nd, ging op zijn achterpoten staan en plukte, om<br />

<strong>de</strong> mensen te treiteren, <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan van <strong>de</strong> hemel. Over <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> viel een grote duisternis en <strong>de</strong> mensen<br />

wer<strong>de</strong>n bang.<br />

De Oerdraak hapte in het duister om zich heen en slokte alle mensen op, hij spaar<strong>de</strong> er geen. Dat wil zeggen: hij<br />

zag een klein jongetje en zijn veulentje over het hoofd. En in een uitgestrekt bos zat nog een twee<strong>de</strong> jongetje met<br />

zijn veulentje verborgen. Terwijl in een bergspelonk een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jongetje zich met zijn veulentje verstopt had.<br />

De Oerdraak nam <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan mee naar zijn hol. Dat was gelegen achter het verste bos, achter <strong>de</strong> diepste<br />

zee, achter <strong>de</strong> hoogste berg.<br />

De drie jongetjes en hun veulentjes wer<strong>de</strong>n drie grote mannen met ie<strong>de</strong>r een vurig paard. De eerste noem<strong>de</strong> zich<br />

Aardvuist, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> noem<strong>de</strong> zich Bosvuist, <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> noem<strong>de</strong> zich Bergvuist.<br />

<strong>Op</strong> een dag liep Aardvuist met zijn zwaard in <strong>de</strong> hand over <strong>de</strong> steppe. Hij vroeg zich af: Waarom is het altijd zo<br />

donker om ons heen Waar is het licht van zon en maan gebleven Waarom kan ik mijn paard alleen horen en<br />

voelen, maar nooit eens zien wat <strong>voor</strong> kleur het dier heeft Aardvuist nam toen en daar een dapper besluit: ‘Ik ben<br />

<strong>de</strong> eerste rid<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> en ik zal niet rusten <strong>voor</strong> mijn paard en ik <strong>de</strong> zon gevon<strong>de</strong>n hebben, want zon<strong>de</strong>r licht<br />

is het leven niet veel beter dan <strong>de</strong> dood.’<br />

Terwijl hij op zijn paard ver<strong>de</strong>r reed, merkte hij dat zich iets in het duister bewoog. Dat was Bosvuist, die in het<br />

donker stond te spelen met een boom die hij uit <strong>de</strong> grond had gerukt; zo sterk was hij gewor<strong>de</strong>n. Hij gooi<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

boom met <strong>de</strong> ene hand in <strong>de</strong> lucht en ving hem dan met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re hand weer op. Hij had zijn paard naast zich<br />

staan en was verbaasd <strong>de</strong> tred van een twee<strong>de</strong> paard te horen, zodat hij riep: ‘Wie gaat daar en waarheen gaat hij’<br />

‘Ik ben Aardvuist’, klonk het antwoord onbevreesd. ‘Ik ben op weg om <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan terug te halen.’<br />

‘Laten we dan samen gaan. Ik heb een takje in mijn hand dat ons daarbij goed van pas kan komen.’<br />

Bosvuist besteeg zijn paard – dat sneeuwwit was, al zag hij dat niet – en als broers trokken <strong>de</strong> twee hel<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r.<br />

Ze bereikten <strong>de</strong> bergen en merkten dat daar iets bewoog. Dat was <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> held: Bergvuist, die op een rotspiek<br />

zat te spelen met een enorm rotsblok. Hij gooi<strong>de</strong> het met <strong>de</strong> ene hand in <strong>de</strong> lucht en ving het met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re hand<br />

weer op. ‘Wie gaan daar’, riep hij. ‘Waarheen gaan zij’<br />

‘We zijn Aardvuist en Bosvuist en we zijn op weg om <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan terug te halen.’<br />

‘Dan ga ik met jullie mee. Ik heb een steentje in mijn hand dat ons daarbij van pas kan komen.’<br />

Ze trokken ver<strong>de</strong>r. Bosvuist op zijn paard dat zo grauw was als een rotswand in <strong>de</strong> regen – trouwens, die kleur<br />

had het dier als veulentje al gehad. Na lang gere<strong>de</strong>n te hebben kwamen ze op een uitgestrekt veld. Door dat veld<br />

kronkel<strong>de</strong> een lichten<strong>de</strong> rivier. Over die rivier was een zilveren brug en naast die rivier stond een zilveren huis.<br />

De drie hel<strong>de</strong>n sprongen van hun paar<strong>de</strong>n en gingen het zilveren huis in. Wat een pracht von<strong>de</strong>n ze daar! Langs <strong>de</strong><br />

wan<strong>de</strong>n blonken zilveren sterren, op <strong>de</strong> vloer lagen tapijten van zilverdraad, op <strong>de</strong> tafels ston<strong>de</strong>n zilveren schalen<br />

vol heerlijke gerechten. Alleen ontbrak <strong>de</strong> eigenaar van het huis. De drie hel<strong>de</strong>n aten en dronken naar hartenlust,<br />

waarna ze op <strong>de</strong> zilveren tapijten gingen liggen – die waren zo zacht als engelenhaar – en insliepen.<br />

In het donkerste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> nacht schrok Bosvuist wakker. Hij hoor<strong>de</strong> zijn paard buiten hinniken en onrustig<br />

snuiven. Bosvuist sprong op, greep zijn takje (dat was een hele boom) en liep snel naar buiten. Hij zag dat <strong>de</strong><br />

lichten<strong>de</strong> rivier hevig kolkte en golf<strong>de</strong>. Negen manshoge golven gle<strong>de</strong>n achter elkaar na<strong>de</strong>rbij. De negen<strong>de</strong> golf<br />

droeg een zilveren troon. <strong>Op</strong> die zilveren troon zat een negenkoppige en negenvoudig gekroon<strong>de</strong> draak. Hij brul<strong>de</strong>:<br />

‘Luister naar mij! Ik ben <strong>de</strong> zoon van <strong>de</strong> Oerdraak. Ik daag jullie uit! Ik zal jullie verpulveren!’<br />

‘Wees daar niet te zeker van’, antwoord<strong>de</strong> Bosvuist rustig. Hij liet zijn takje neerdalen op <strong>de</strong> negen drakenkoppen<br />

en verpletter<strong>de</strong> in één klap alle negen. De negen zilveren kronen rol<strong>de</strong>n als hoepels door het gras. Het ondier<br />

bloed<strong>de</strong> leeg; het teerzwarte bloed stonk naar bran<strong>de</strong>nd rubber.<br />

Bosvuist ging terug het zilveren huis in en wekte <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re twee hel<strong>de</strong>n. Nu re<strong>de</strong>n ze ver<strong>de</strong>r tot ze een donker<br />

smeulen<strong>de</strong> rivier bereikten waarover een gou<strong>de</strong>n brug was en naast die brug stond een gou<strong>de</strong>n huis. De drie<br />

LES 1 Ga je mee op <strong>verkenning</strong> 9


hel<strong>de</strong>n stegen van hun paar<strong>de</strong>n, gingen het gou<strong>de</strong>n huis binnen en von<strong>de</strong>n daar een ongeken<strong>de</strong> pracht: langs <strong>de</strong><br />

wan<strong>de</strong>n fonkel<strong>de</strong>n gou<strong>de</strong>n sterren, op <strong>de</strong> grond lagen tapijten van gouddraad met gou<strong>de</strong>n franje, op een gou<strong>de</strong>n<br />

tafel ston<strong>de</strong>n gou<strong>de</strong>n schalen vol goudgeel gebraad en goudrenetten. Alleen <strong>de</strong> eigenaar van het huis ontbrak.<br />

Dat weerhield <strong>de</strong> drie hel<strong>de</strong>n er niet van naar hartenlust te eten en daarna in te slapen op <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n tapijten, die<br />

zacht waren als <strong>de</strong> zachtste zij<strong>de</strong>.<br />

In het donkerste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> nacht werd Bergvuist gewekt door het hinniken van zijn paard. Hij sprong op, nam zijn<br />

steentje in <strong>de</strong> hand en ging naar buiten. Daar zag hij dat <strong>de</strong> zwarte smeulen<strong>de</strong> rivier in wil<strong>de</strong> beweging was. Twaalf<br />

manshoge golven rol<strong>de</strong>n na<strong>de</strong>rbij. De twaalf<strong>de</strong> golf droeg een gou<strong>de</strong>n troon en op die troon zat een twaalfkoppige<br />

draak met op ie<strong>de</strong>re kop een gou<strong>de</strong>n kroon, luid brullend: ‘Ik ben <strong>de</strong> oudste zoon van <strong>de</strong> Oerdraak. Ik heb <strong>voor</strong><br />

jullie niets dan hoon, ik zal jullie verpletteren!’<br />

‘Ik heb genoeg van dit schetteren!’, riep Bergvuist en hij slinger<strong>de</strong> zijn steentje (een machtig rotsblok) zo goed<br />

gemikt naar <strong>de</strong> oudste zoon van <strong>de</strong> Oerdraak dat in één worp alle twaalf koppen wer<strong>de</strong>n verpletterd, op één na.<br />

Die ene kop keek Bergvuist smekend aan en zei op heel wat beschei<strong>de</strong>ner toon: ‘Maak me niet helemaal dood,<br />

Bergvuist, spaar mijn laatste kop. Als je het doet, zal ik jullie <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan terugbezorgen.’<br />

‘Waar zijn <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan dan’, vroeg Bergvuist.<br />

‘Hier heb ik ze’, zei <strong>de</strong> zoon van <strong>de</strong> Oerdraak en hij haal<strong>de</strong> uit het rechteroor van zijn twaalf<strong>de</strong> kop <strong>de</strong> zon en uit het<br />

linkeroor <strong>de</strong> maan.<br />

Bergvuist nam ze van hem in ontvangst. Hij stopte <strong>de</strong> zon in zijn rechterza<strong>de</strong>ltas en <strong>de</strong> maan in zijn linkerza<strong>de</strong>ltas.<br />

Daarna verpletter<strong>de</strong> hij toch nog <strong>de</strong> twaalf<strong>de</strong> drakensche<strong>de</strong>l. Het was tegen <strong>de</strong> afspraak, maar Bergvuist dacht: <strong>de</strong><br />

enige goe<strong>de</strong> draak is een do<strong>de</strong> draak. Vuur en zwavel ontsnapten uit het sterven<strong>de</strong> drakenlichaam.<br />

Juichend ging Bergvuist <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re twee hel<strong>de</strong>n wekken. ‘Sta op! Ik heb <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan bij me! Nu kunnen we<br />

ze terugbrengen naar <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n waar we als kleine jongens leef<strong>de</strong>n!’<br />

De hel<strong>de</strong>n sprongen in het za<strong>de</strong>l en gaven hun paar<strong>de</strong>n <strong>de</strong> sporen. Nu pas merkten ze hoe ver ze gere<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n<br />

<strong>voor</strong> ze <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan had<strong>de</strong>n teruggevon<strong>de</strong>n; er leek geen ein<strong>de</strong> te komen aan <strong>de</strong> terugweg. Door <strong>de</strong> lange<br />

reis vermoeid sliepen <strong>de</strong> hel<strong>de</strong>n op een bergtop.<br />

Plotseling verscheen <strong>de</strong> Oerdraak in eigen persoon. Zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> drie slapen<strong>de</strong> hel<strong>de</strong>n te wekken, sloop <strong>de</strong> Oerdraak<br />

na<strong>de</strong>rbij en leg<strong>de</strong> zijn enorme staart in een cirkel om hen heen, zodat <strong>de</strong> drie slapers als het ware binnen <strong>de</strong> muren<br />

van een gepantser<strong>de</strong> gevangenis wer<strong>de</strong>n opgesloten. Nu siste <strong>de</strong> draak vals en hij lachte boosaardig: ‘Jullie zitten<br />

als ratten in <strong>de</strong> val! Jullie hebben <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan geroofd en het leven van mijn oudste zoon gedoofd! Hoor wat<br />

<strong>de</strong> Oerdraak nu belooft!’ En hij liet al zijn tan<strong>de</strong>n blikkeren.<br />

De drie hel<strong>de</strong>n schrokken wakker, sprongen op hun paar<strong>de</strong>n, maar het lukte geen van <strong>de</strong> drie paar<strong>de</strong>n over <strong>de</strong><br />

hoge hin<strong>de</strong>rnis van <strong>de</strong> drakenstaart te springen. Het grauwe paard van Bergvuist sprong, struikel<strong>de</strong> en tuimel<strong>de</strong> in<br />

<strong>de</strong> open muil van <strong>de</strong> draak. Het witte paard van Bosvuist sprong, struikel<strong>de</strong> en tuimel<strong>de</strong> in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> opening. Nu<br />

was alleen Aardvuist nog over. Zijn paard leek van dapperheid vleugels te hebben gekregen. Het e<strong>de</strong>le dier sprong<br />

zo snel van <strong>de</strong> ene naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant dat het <strong>de</strong> drakenmuil te vlug af was. Aardvuist bracht met zijn zwaard<br />

het monster diepe verwondingen toe, kerf<strong>de</strong> zijn staart, ja wist een gat te hakken in <strong>de</strong> buik van <strong>de</strong> draak, zodat<br />

Bosvuist en Bergvuist weer naar buiten kon<strong>de</strong>n galopperen om Aardvuist te helpen <strong>de</strong> draak ver<strong>de</strong>r in stukken te<br />

hakken.<br />

Toen het ondier in moten en parten op <strong>de</strong> bergtop lag uitgestald, kwamen uit het do<strong>de</strong> karkas ook alle mensen<br />

te <strong>voor</strong>schijn die, nadat <strong>de</strong> grote duisternis was gevallen, waren opgeslokt. Aardvuist nam nu <strong>de</strong> zon uit <strong>de</strong><br />

rechterza<strong>de</strong>ltas en gooi<strong>de</strong> hem hoog <strong>de</strong> lucht in. De zon bleef eventjes stilstaan aan <strong>de</strong> hemel en vervolg<strong>de</strong> toen<br />

zijn weg naar het westen alsof hij nooit was weggeweest.<br />

Pas toen <strong>de</strong> zon bijna was on<strong>de</strong>rgegaan, nam Aardvuist <strong>de</strong> maan uit <strong>de</strong> linkerza<strong>de</strong>ltas en hij gooi<strong>de</strong> haar hoog in <strong>de</strong><br />

lucht. Eventjes bleef <strong>de</strong> maan verwon<strong>de</strong>rd stilstaan, dan zette ze zich in beweging en reis<strong>de</strong> door <strong>de</strong> nacht alsof er<br />

nooit van een ontvoering sprake was geweest.<br />

De mensen zagen dat <strong>de</strong> nacht nu niet meer vol ein<strong>de</strong>loze duisternis was en ze gingen rustig slapen. De drie hel<strong>de</strong>n<br />

hiel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wacht tot <strong>de</strong> maan was on<strong>de</strong>rgegaan en het eerste morgenrood <strong>de</strong> terugkomst van <strong>de</strong> zon aankondig<strong>de</strong>.<br />

BRON: ‘Sprookjes en vertellingen uit Rusland’ vertaald en bewerkt door Hans Werner. Deltos Elsevier, Amsterdam/Brussel, 1972.<br />

ISBN: 90-10-30122-2<br />

10<br />

DE ZON


LES 1 Ga je mee op <strong>verkenning</strong> 11


LES 1<br />

Ga je mee op <strong>verkenning</strong><br />

Na <strong>de</strong>ze les ...<br />

weet ik meer over <strong>de</strong> zon.<br />

kan ik zeggen wat ik nog over <strong>de</strong> zon wil weten.<br />

1<br />

Luister naar het verhaal. Maak een tekening die samenvat waarover het verhaal gaat.<br />

Hoe <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan wer<strong>de</strong>n ontvoerd en teruggehaald<br />

2<br />

Wat herken je op <strong>de</strong> foto’s Schrijf kernwoor<strong>de</strong>n op.<br />

<strong>de</strong> zon, door<br />

een telescoop<br />

bekeken<br />

<strong>de</strong> zon, gezien<br />

vanaf <strong>de</strong> aar<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> maan, door<br />

een telescoop<br />

bekeken<br />

<strong>de</strong> maan, gezien<br />

vanaf <strong>de</strong> aar<strong>de</strong><br />

2<br />

DE ZON<br />

12<br />

DE ZON


3<br />

Wat weet je al over <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan Wat wil je nog meer weten<br />

a Schrijf rond <strong>de</strong> tekening met groen wat je al weet.<br />

b Schrijf rond <strong>de</strong> tekening met rood wat je nog wilt weten.<br />

LES 1 Ga je mee op <strong>verkenning</strong> 3<br />

LES 1 Ga je mee op <strong>verkenning</strong> 13


LES 2<br />

De zon als warmtebron<br />

Domein(en): leven<strong>de</strong> en niet-leven<strong>de</strong> natuur<br />

On<strong>de</strong>rwerp: <strong>de</strong> zon als energiebron<br />

Lesduur: 50 minuten<br />

LEERPLANDOELEN<br />

Bij het onlinelesmateriaal<br />

vind je een overzicht met<br />

alle leerplandoelstellingen<br />

per les.<br />

MATERIAAL<br />

Voor <strong>de</strong> leerlingen<br />

• themaschrift p. 4-5<br />

• een zwart en een wit<br />

T-shirt (of doek)<br />

• lijm en een schaar<br />

Voor <strong>de</strong> <strong>leerkracht</strong><br />

• kopieerblad p. 1-2<br />

(op leerlingaantal)<br />

• prentenset: prent 1<br />

Voor <strong>de</strong> klas<br />

• bordboek<br />

• ro<strong>de</strong> en blauwe post-its<br />

Vooraf<br />

Deze les kun je alleen geven op een warme en zonnige dag. De leerlingen<br />

moeten <strong>de</strong> warmte van <strong>de</strong> zon kunnen voelen/beleven.<br />

Start<br />

Je herneemt kort <strong>de</strong> hoofdzaken uit <strong>de</strong> vorige les.<br />

• Wat weet je over <strong>de</strong> zon uit <strong>de</strong> vorige les Je ziet <strong>de</strong> zon als het mooi weer is<br />

en er weinig tot geen wolken zijn. De zon zorgt overdag <strong>voor</strong> licht. ’s Nachts<br />

zie je <strong>de</strong> zon niet, maar wel <strong>de</strong> maan (bij mooi weer).<br />

De leerlingen nemen hun themaschrift op p. 4 en maken opdracht 1 per twee.<br />

Zorg <strong>voor</strong> heterogene duo’s, zodat <strong>de</strong> leerlingen optimaal van elkaar leren. Na<br />

<strong>de</strong> opdracht volgt een korte bespreking.<br />

• Welke <strong>voor</strong>werpen kleur<strong>de</strong> je rood waterkoker, bureaulamp, kookplaat,<br />

radiator, koffiezetapparaat en haardroger<br />

Welke kleur<strong>de</strong> je blauw trui, appel, voetbal, paraplu, boek en balpen<br />

• Waarom wor<strong>de</strong>n sommige <strong>voor</strong>werpen warm Sommige <strong>voor</strong>werpen wor<strong>de</strong>n<br />

warm doordat ze gebruikmaken van elektriciteit, ze werken op stroom.<br />

Wanneer we ze aanzetten, wor<strong>de</strong>n ze warm.<br />

De leerlingen nemen kopieerblad p. 1-2 en maken <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> oefening: ze<br />

knippen <strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen uit kopieerblad 1 en kleven ze op <strong>de</strong> juiste plaats in<br />

<strong>de</strong> tabel op kopieerblad 2. Alternatieve oefening: geef <strong>de</strong> leerlingen <strong>voor</strong>af <strong>de</strong><br />

opdracht om in tijdschriften foto’s van allerlei <strong>voor</strong>werpen te zoeken. Ze kleven<br />

ook die <strong>voor</strong>werpen op kopieerblad 2 in <strong>de</strong> juiste tabel.<br />

Kern<br />

De zon is een energiebron<br />

Je laat <strong>de</strong> leerlingen opnieuw per twee werken. Of het <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> groepjes zijn<br />

als bij <strong>de</strong> inlei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> opdracht of net niet, dat beslis je zelf.<br />

<strong>Op</strong>dracht 2 speelt zich in twee <strong>de</strong>len af: eerst in en daarna buiten <strong>de</strong> klas. Je<br />

hebt een warme en zonnige dag nodig om <strong>de</strong> opdrachten uit te voeren.<br />

Deel roze en blauwe post-its uit. Vraag hen om op <strong>voor</strong>werpen in <strong>de</strong> klas<br />

en daarna buiten <strong>de</strong> klas een roze post-it te kleven als ze warm zijn (of zo<br />

aanvoelen) en een blauwe als ze koud zijn (of zo aanvoelen). Als er op een<br />

<strong>voor</strong>werp al een post-it van een an<strong>de</strong>r groepje hangt, dan mag er geen meer<br />

wor<strong>de</strong>n bij gehangen. Er kunnen dus post-its overblijven.<br />

14<br />

DE ZON


Maak dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> gekozen <strong>voor</strong>werpen een roze of blauwe post-it krijgen<br />

naargelang ze echt warm of koud aanvoelen. Bij<strong>voor</strong>beeld: <strong>de</strong> verwarming in<br />

<strong>de</strong> klas krijgt een blauwe post-it, want ze staat uit en voelt dus koud aan.<br />

Na het eerste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> opdracht volgt een korte bespreking:<br />

• Welke <strong>voor</strong>werpen in <strong>de</strong> klas voel<strong>de</strong>n warm/koud aan Waarom De<br />

<strong>voor</strong>werpen die in het zonnetje staan, voelen warm aan. Voorwerpen die in<br />

<strong>de</strong> schaduw (niet in <strong>de</strong> zon) staan voelen koud aan.<br />

• Wat zorgt dus <strong>voor</strong> die warmte/kou <strong>de</strong> zon (warmte) / het ontbreken van <strong>de</strong><br />

zon (kou)<br />

Voor het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> opdracht ga je naar buiten.<br />

Ook daar kleven <strong>de</strong> leerlingen roze post-its op <strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen die warm<br />

aanvoelen en blauwe op <strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen die koud aanvoelen.<br />

Als alle post-its gekleefd zijn, herhaal je <strong>de</strong> korte nabespreking.<br />

Voor <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> opdracht blijf je buiten met je leerlingen. Laat hen <strong>de</strong> witte<br />

T-shirts aantrekken die ze meebrachten.<br />

Je vertelt hen <strong>voor</strong>af niet dat je met witte en zwarte kledij gaat uittesten wat<br />

het warmst aanvoelt. Dat moeten ze zelf ont<strong>de</strong>kken.<br />

Geef <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> opdracht om in <strong>de</strong> schaduw te gaan staan. Pas wanneer<br />

jij een teken geeft, komen ze terug bij jou.<br />

Laat hen ongeveer twee minuten in <strong>de</strong> schaduw staan en vraag hen om zich<br />

rustig te hou<strong>de</strong>n (vermij<strong>de</strong>n van lichaamswarmte door inspanningen).<br />

Daarna geef je <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> opdracht, maar <strong>de</strong>ze keer staan ze twee minuten in <strong>de</strong><br />

zon.<br />

Na <strong>de</strong> opdracht volgt een korte bespreking:<br />

• Wat was het verschil tussen <strong>de</strong> schaduwplek en <strong>de</strong> zonrijke plek In <strong>de</strong><br />

schaduw is het frisser dan in <strong>de</strong> zon.<br />

• Wat zorgt <strong>voor</strong> die warmte/kou<strong>de</strong> Als we in <strong>de</strong> zon staan, voelen we <strong>de</strong><br />

warmte die <strong>de</strong> zon geeft. In <strong>de</strong> schaduw is er geen zon, <strong>de</strong> zon kan ons daar<br />

dus niet opwarmen, het voelt er frisser aan.<br />

De leerlingen trekken nu het zwarte T-shirt aan (of be<strong>de</strong>kken zich met een<br />

zwarte doek). Vraag hen om in <strong>de</strong> schaduw te gaan staan. Pas wanneer je een<br />

teken geeft, komen ze terug bij jou.<br />

Laat hen ongeveer twee minuten in <strong>de</strong> schaduw staan en vraag hen om zich<br />

rustig te hou<strong>de</strong>n (vermij<strong>de</strong>n van lichaamswarmte door inspanningen).<br />

Daarna geef je <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> opdracht, maar <strong>de</strong>ze keer staan ze twee minuten in <strong>de</strong><br />

zon.<br />

Na <strong>de</strong> opdracht volgt <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> korte bespreking als toen <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> witte<br />

T-shirts droegen.<br />

LES 2 De zon als warmtebron 15


Bron:<br />

www.van<strong>de</strong>zonkrijgjeenergie.nl<br />

Je conclu<strong>de</strong>ert:<br />

• Was er een verschil tussen het zwarte en het witte T-shirt Met het zwarte<br />

T-shirt was het veel warmer dan met het witte T-shirt.<br />

• Hoe zou dat komen, <strong>de</strong>nk je Een donkere kleur neemt <strong>de</strong> warmte van <strong>de</strong> zon<br />

op. Een witte kleur reflecteert het zonlicht in plaats van <strong>de</strong> warmte op te<br />

nemen.<br />

Algemeen besluit:<br />

--<br />

De zon zorgt <strong>voor</strong> warmte.<br />

--<br />

De zon geeft warmte-energie.<br />

--<br />

De zon is een energiebron.<br />

De groepjes brengen verslag uit van hun bevindingen.<br />

• Wat heb je ont<strong>de</strong>kt door <strong>de</strong> opdrachten met warme en kou<strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen in en<br />

buiten <strong>de</strong> klas<br />

- Een <strong>voor</strong>werp kan opwarmen zon<strong>de</strong>r dat het op elektriciteit werkt.<br />

- De zon zorgt <strong>voor</strong> die warmte.<br />

- In <strong>de</strong> schaduw warmt een <strong>voor</strong>werp niet op.<br />

• Wat heb je ont<strong>de</strong>kt door het proefje met <strong>de</strong> zwarte en witte T-shirts<br />

- Als je een wit T-shirt draagt, warmt je lichaam niet zo snel op.<br />

- De zonnewarmte versterkt als je donkere kledij draagt.<br />

• Wat kun je zeggen van <strong>de</strong> zon<br />

- De zon geeft veel warmte.<br />

- De mens kan die warmte goed gebruiken.<br />

De zon is dus een energiebron: een natuurlijke energiebron die goed is <strong>voor</strong><br />

het milieu. We noemen dat: groene energie. Groene energiebronnen zijn<br />

onuitputtelijk, ze raken nooit op. Dat is een <strong>voor</strong><strong>de</strong>el.<br />

Verwerking & afronding<br />

De leerlingen nemen het themaschrift op p. 4-5 en vullen zelfstandig <strong>de</strong><br />

opdrachten in. Als ze klaar zijn, bespreek je <strong>de</strong> resultaten.<br />

Bij opdracht 3 gaan <strong>de</strong> leerlingen in tijdschriften op zoek naar witte kledij of<br />

zwarte/donkere kledij. Ze kleven <strong>de</strong> kledingstukken op <strong>de</strong> figuren.<br />

<strong>Op</strong>merking: het is logisch dat je op een warme en zonnige dag eer<strong>de</strong>r een T-shirt<br />

met korte mouwen en een short draagt en op een kou<strong>de</strong> dag eer<strong>de</strong>r lange<br />

mouwen en een lange broek.<br />

16<br />

DE ZON


Bespreek met <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> mindmap in het themaschrift op p. 23-24.<br />

Projecteer <strong>de</strong> mindmap op het bord of toon prent 1 van <strong>de</strong> mindmap.<br />

• Wat wordt er in <strong>de</strong> mindmap getoond Waarover gaat het Over <strong>de</strong> zon: die<br />

staat in het mid<strong>de</strong>n en is dus belangrijk.<br />

• Wat zie je allemaal Dikke gekleur<strong>de</strong> lijnen die overgaan in dunnere lijnen.<br />

De dikkere lijnen vertakken zich. Elk on<strong>de</strong>rwerp heeft een an<strong>de</strong>re kleur en<br />

elke kleur stelt een on<strong>de</strong>rwerp over <strong>de</strong> zon <strong>voor</strong>. Je ziet ook afbeeldingen en<br />

woor<strong>de</strong>n en zinnen die moeten wor<strong>de</strong>n aangevuld.<br />

De mindmap is een samenvatting van <strong>de</strong> lessen over <strong>de</strong> zon. Alle hoofdzaken<br />

staan erin. Het is een handig hulpmid<strong>de</strong>l als je je lessen instu<strong>de</strong>ert.<br />

De leerlingen vullen het juiste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> mindmap zelfstandig in. Ze<br />

mogen het themaschrift als informatiebron gebruiken. Daarna vergelijken<br />

ze hun oplossingen per twee en passen aan waar nodig. Houd een klassikale<br />

bespreking. Het is belangrijk dat je <strong>de</strong> leerlingen laat verwoor<strong>de</strong>n hoe ze te<br />

werk gingen bij het invullen. Zo leren ze van elkaar.<br />

• Wie gebruikte het themaschrift als informatiebron<br />

• Wie kon op eigen kracht alles invullen<br />

LES 2 De zon als warmtebron 17


LES 2<br />

De zon als warmtebron<br />

Na <strong>de</strong>ze les ...<br />

weet ik dat <strong>de</strong> zon warmte geeft.<br />

kan ik on<strong>de</strong>rzoeken dat <strong>de</strong> zon warmte geeft.<br />

1<br />

Welke <strong>voor</strong>werpen kunnen warm wor<strong>de</strong>n Welke niet<br />

a Kleur rood wat warm kan wor<strong>de</strong>n.<br />

b Kleur blauw wat koud blijft.<br />

c Waarom kunnen sommige <strong>voor</strong>werpen warm wor<strong>de</strong>n Vul aan.<br />

Sommige <strong>voor</strong>werpen kunnen warm<br />

wor<strong>de</strong>n omdat ze elektriciteit<br />

verbruiken. Ze werken op stroom . Wanneer we ze aanzetten, wor<strong>de</strong>n ze warm .<br />

2<br />

Wat voelt warm aan en wat voelt koud aan<br />

a Kleef een roze post-it op wat warm aanvoelt.<br />

b Kleef een blauwe post-it op wat koud aanvoelt.<br />

c Vul <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n aan in <strong>de</strong> tekst.<br />

Deze <strong>voor</strong>werpen voelen warm aan. De zon warm<strong>de</strong> ze op<br />

Deze <strong>voor</strong>werpen voelen koud aan. Ze ston<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> schaduw<br />

.<br />

.<br />

merk op:<br />

Ook <strong>voor</strong>werpen die niet op elektriciteit werken, kunnen opwarmen.<br />

De zon zorgt <strong>voor</strong> die warmte. In <strong>de</strong> schaduw warmt een <strong>voor</strong>werp niet op.<br />

4<br />

DE ZON<br />

18<br />

DE ZON


3<br />

Kleed <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren aan. Kies <strong>de</strong> juiste kleur.<br />

a Deze jongen gaat op een zonnige, warme dag naar zee. Welke kleur draagt hij het best om het<br />

niet te warm te hebben wit<br />

b Dit meisje gaat op een frisse, win<strong>de</strong>rige dag naar zee. Welke kleur draagt zij het best om<br />

het niet te koud te hebben<br />

zwart / een donkere kleur<br />

merk op:<br />

De zon geeft licht en warmte. Mensen, dieren en planten voelen die warmte.<br />

LES 2 De zon als warmtebron 5<br />

LES 2 De zon als warmtebron 19


LES 3<br />

De seizoenen<br />

Domein(en): dagelijkse tijd<br />

On<strong>de</strong>rwerp: cyclische tijd<br />

Lesduur: 50 minuten<br />

LEERPLANDOELEN<br />

Bij het onlinelesmateriaal<br />

vind je een overzicht met<br />

alle leerplandoelstellingen<br />

per les.<br />

MATERIAAL<br />

Voor <strong>de</strong> leerlingen<br />

• themaschrift p. 6-7<br />

• kopieerblad p. 3<br />

(leerlingaantal)<br />

• lijm en een schaar<br />

Voor <strong>de</strong> <strong>leerkracht</strong><br />

• achtergrondinformatie<br />

• prentenset: prent 1 en<br />

prent 2<br />

Voor <strong>de</strong> klas<br />

• bordboek<br />

• dvd 1 nr. 2-3<br />

• audio-cd 1 nr. 1-4<br />

• kopieerblad p. 4-5 (1x)<br />

• een wereldbol<br />

• plasticine (huisje)<br />

• een zaklamp<br />

• touw<br />

• vier grote vellen papier<br />

Vooraf<br />

Een tweetal weken <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze les geef je <strong>de</strong> leerlingen een zoekopdracht: ze<br />

zoeken foto’s waarop <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> seizoenen te zien zijn, bij<strong>voor</strong>beeld<br />

van een sneeuwlandschap, een boom met herfstkleuren, lentebloemen ... en<br />

brengen die mee naar <strong>de</strong> klas. Je kunt ook <strong>de</strong> afbeeldingen uit het bordboek<br />

projecteren.<br />

Maak <strong>voor</strong>af een keuze of je met <strong>de</strong> astrologische of meteorologische<br />

weerkalen<strong>de</strong>r werkt.<br />

Start<br />

Je herneemt kort <strong>de</strong> hoofdzaken uit <strong>de</strong> vorige lessen.<br />

Dit weet je over <strong>de</strong> zon uit <strong>de</strong> vorige les:<br />

De zon is een ster die dicht bij <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> staat.<br />

De zon zorgt overdag <strong>voor</strong> licht.<br />

De zon zorgt <strong>voor</strong> warmte.<br />

Kern<br />

Dag en nacht<br />

Je <strong>de</strong>elt kopieerblad 3 uit met <strong>de</strong> foto’s van <strong>de</strong> dag en <strong>de</strong> nacht. De leerlingen<br />

werken individueel.<br />

Knip <strong>de</strong> foto’s uit en or<strong>de</strong>n ze in twee groepen.<br />

De leerlingen ont<strong>de</strong>kken zelf <strong>de</strong> juiste or<strong>de</strong>ning in dag en nacht. Dat kan snel<br />

gaan. Daarna verzamelen ze zich rond <strong>de</strong> tafel waarop jij alle foto’s hebt gelegd<br />

met een blad waarop je twee kolommen hebt <strong>voor</strong>zien.<br />

• Welke foto’s leg<strong>de</strong> je bij elkaar De leerlingen antwoor<strong>de</strong>n mon<strong>de</strong>ling.<br />

• Welke benaming kun je bij elke groep schrijven groep 1 = dag / groep 2 = nacht<br />

De leerlingen nemen hun themaschrift op p. 6 en kleven bij opdracht 1 twee<br />

foto’s op <strong>de</strong> juiste plaats. Boven <strong>de</strong> foto schrijven ze <strong>de</strong> juiste titel: dag / nacht.<br />

• Hoe komt het dat er een dag is en een nacht Er zijn meer<strong>de</strong>re antwoor<strong>de</strong>n<br />

mogelijk, filosofeer er samen over. Na het gesprek toon je het filmpje over<br />

het fenomeen van dag en nacht (nr. 2).<br />

Alternatief: je gaat samen met je leerlingen op zoek naar het ontstaan van<br />

dag en nacht. Met behulp van een wereldbol, een huisje van plasticine en een<br />

zaklamp kun je zelf in <strong>de</strong> klas <strong>de</strong>monstreren wat in het filmpje wordt getoond.<br />

20<br />

DE ZON


Nadat je het filmpje bekeek of <strong>de</strong> alternatieve proef uitvoer<strong>de</strong>, bespreek je dit:<br />

• Hoe zou het komen dat er een dag is en een nacht Als <strong>de</strong> zon opkomt, is het<br />

dag, we hebben dan zonlicht. Als <strong>de</strong> zon on<strong>de</strong>rgaat, wordt het donker. Er is<br />

geen zonlicht meer, het wordt nacht. Het moment dat het nog niet helemaal<br />

donker is (vlak <strong>voor</strong> zonsopkomst en zonson<strong>de</strong>rgang), noemen we schemer.<br />

De aar<strong>de</strong> draait om zijn as. Zo komt het dat er steeds een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> aar<strong>de</strong><br />

naar <strong>de</strong> zon is gericht. <strong>Op</strong> dat moment ontvangt het zonlicht (het is er dag).<br />

<strong>Op</strong> hetzelf<strong>de</strong> moment ontvangt een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> geen zonlicht (het is er<br />

nacht).<br />

De dagen van <strong>de</strong> week<br />

• Hoelang duurt het <strong>voor</strong> <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> één keer heeft rondgedraaid precies 1 dag<br />

(24 uur)<br />

• Hoeveel dagen gaan er in een week zeven / maandag, dinsdag, woensdag,<br />

don<strong>de</strong>rdag, vrijdag, zaterdag, zondag<br />

Je vertelt <strong>de</strong> leerlingen dat er in een jaar 365 dagen zijn. Maar in een<br />

schrikkeljaar zijn er 366.<br />

Je leert <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> dagen van <strong>de</strong> week in het Frans. Een liedje kan daarbij<br />

helpen. In het bordboek en bij het onlinelesmateriaal vind je een link naar het<br />

lied ‘Les sept jours <strong>de</strong> la semaine’.<br />

De maan<strong>de</strong>n van het jaar<br />

Je knipt <strong>voor</strong>af kopieerbla<strong>de</strong>n 4 en 5 met <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n van het jaar uit. Twaalf<br />

leerlingen krijgen een kaartje. De rest van <strong>de</strong> klas beslist in welke volgor<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

twaalf moeten staan zodat ze het verloop van een jaar uitbeel<strong>de</strong>n.<br />

Je bespreekt <strong>de</strong> oefening met <strong>de</strong> leerlingen:<br />

• Welke maand komt als eerste januari<br />

• En daarna februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september,<br />

oktober, november en <strong>de</strong>cember<br />

• Wat komt er na <strong>de</strong> maand <strong>de</strong>cember <strong>Op</strong>nieuw <strong>de</strong> maand januari. Dan begint<br />

er een nieuw jaar.<br />

Je hangt <strong>de</strong> kaarten in <strong>de</strong> juiste volgor<strong>de</strong> aan een stuk touw. Je sluit het stuk<br />

touw en zo zien <strong>de</strong> leerlingen dat na <strong>de</strong>cember het nieuwe jaar begint.<br />

Bespreek:<br />

• Wat is <strong>de</strong> eerste maand van het kalen<strong>de</strong>rjaar januari<br />

• Wat is <strong>de</strong> eerste maand van het schooljaar september<br />

ALGEMENE TIPS<br />

An<strong>de</strong>re seizoenen<br />

Leg in <strong>de</strong>ze les ook <strong>de</strong> link<br />

naar <strong>de</strong> leefwereld van <strong>de</strong><br />

leerlingen.<br />

Laat hen ‘an<strong>de</strong>re seizoenen’<br />

benoemen: voetbalseizoen,<br />

wielrennerseizoen …<br />

Denk bij<strong>voor</strong>beeld<br />

ook aan je tan<strong>de</strong>n: elk<br />

seizoen neem je een …<br />

nieuwe tan<strong>de</strong>nborstel<br />

(lichaamshygiëne).<br />

Frans<br />

Deze les leent zich<br />

uitstekend <strong>voor</strong> het<br />

aanleren van <strong>de</strong> dagen,<br />

<strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />

seizoenen in het Frans.<br />

De teksten vind je bij <strong>de</strong><br />

achtergrondinformatie.<br />

Je kunt <strong>de</strong>ze liedjes<br />

aanbrengen:<br />

• Les sept jours <strong>de</strong> la<br />

semaine<br />

• Les mois <strong>de</strong> l’ année<br />

• Les saisons<br />

Het is interessant om<br />

dagelijks <strong>de</strong> dagen van <strong>de</strong><br />

week, <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />

seizoenen te herhalen in het<br />

Frans.<br />

Het is nuttig om (aanvullend<br />

bij <strong>de</strong> klastaken)<br />

per week iemand <strong>de</strong><br />

kalen<strong>de</strong>rverantwoor<strong>de</strong>lijke<br />

te laten zijn.<br />

De leerlingen nemen hun themaschrift op p. 7 en maken opdracht 4.<br />

Daarna leer je <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n van het jaar in het Frans. Een liedje<br />

kan daarbij helpen. In het bordboek en bij het onlinelesmateriaal vind je een<br />

link naar het lied ‘Les mois <strong>de</strong> l’année’.<br />

LES 3 De seizoenen 21


De seizoenen<br />

• Welke ver<strong>de</strong>lingen van <strong>de</strong> tijd hebben we in <strong>de</strong>ze les al besproken <strong>de</strong> dagen<br />

en <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n<br />

• Ken je nog an<strong>de</strong>re ver<strong>de</strong>lingen van het kalen<strong>de</strong>rjaar <strong>de</strong> seizoenen<br />

Antwoor<strong>de</strong>n als ‘trimester, semester, kwartaal’ reken je ook goed.<br />

Zet <strong>de</strong> leerlingen per twee. Zorg <strong>voor</strong> heterogene duo’s, zodat <strong>de</strong> leerlingen<br />

optimaal van elkaar kunnen leren. Hang vier grote vellen papier naast<br />

elkaar aan het bord. De leerlingen or<strong>de</strong>nen <strong>de</strong> foto’s van <strong>de</strong> seizoenen die ze<br />

meebrachten en letten daarbij goed op wat er in/met <strong>de</strong> natuur gebeurt.<br />

• Hoe zijn jullie te werk gegaan om vier groepen te vormen Waarop hebben<br />

jullie gelet op het weertype: sneeuw, zon …<br />

• Wat zie je zoal op <strong>de</strong> foto’s van elke groep Je ziet dat er iets in <strong>de</strong> natuur<br />

gebeurt: <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> bomen kunnen groen zijn of geel, bruin, rood.<br />

Soms zijn <strong>de</strong> bomen kaal. De natuur kan er mooi groen uitzien of dor en ijzig.<br />

Deze opdracht geeft aanleiding tot een gesprek/discussie. Sommige<br />

afbeeldingen lijken namelijk in meer dan een groep thuis te horen.<br />

Probeer tot een overeenkomst te komen door goed op <strong>de</strong> aanwezige natuur<br />

te letten. Waar zet je bij<strong>voor</strong>beeld regenweer met groene bomen op <strong>de</strong><br />

achtergrond of regenweer met kale bomen op <strong>de</strong> achtergrond<br />

Een stralen<strong>de</strong> zonnige dag met bomen in hun herfstkleuren of een stralen<strong>de</strong><br />

zonnige dag met een sneeuwlaag op <strong>de</strong> vel<strong>de</strong>n<br />

Er zijn veel elementen die bepalen in welke groep <strong>de</strong> afbeelding thuishoort.<br />

Wanneer ie<strong>de</strong>reen het eens is is en <strong>de</strong> vier groepen gevormd zijn, mogen <strong>de</strong><br />

afbeeldingen op <strong>de</strong> grote vellen papier gekleefd wor<strong>de</strong>n. Zorg er<strong>voor</strong> dat <strong>de</strong><br />

vellen papier niet in <strong>de</strong> juiste chronologische volgor<strong>de</strong> hangen.<br />

• Welke titels kunnen we bij <strong>de</strong> vier groepen noteren lente, zomer, herfst,<br />

winter<br />

• Hangen <strong>de</strong> papieren in <strong>de</strong> juiste volgor<strong>de</strong> Waarom niet De lente komt <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> zomer, <strong>de</strong> zomer <strong>voor</strong> <strong>de</strong> herfst, <strong>de</strong> herfst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> winter.<br />

Als je <strong>de</strong> papieren opnieuw aan een touw hangt en het touw sluit, kunnen <strong>de</strong><br />

leerlingen vaststellen dat <strong>de</strong> tijd cyclisch is. Het ene seizoen volgt het an<strong>de</strong>re<br />

op.<br />

Je bekijkt met <strong>de</strong> leerlingen prent 2 van <strong>de</strong> eik door <strong>de</strong> seizoenen heen.<br />

• Hoe veran<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> eik in elk seizoen In <strong>de</strong> lente is hij eerst kaal, maar dan<br />

komen er lichtgroene blaadjes aan. In <strong>de</strong> zomer staan alle donkergroene<br />

bla<strong>de</strong>ren aan <strong>de</strong> boom. In <strong>de</strong> herfst krijgen <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren hun herfstkleuren en<br />

ze vallen af. In <strong>de</strong> winter is <strong>de</strong> boom helemaal kaal. Je ziet z’n takken.<br />

22<br />

DE ZON


Verwerking<br />

Je bekijkt met <strong>de</strong> leerlingen het filmpje over <strong>de</strong> seizoenen (nr. 3).<br />

• Hoe komt het dat er seizoenen zijn Doordat <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> rond <strong>de</strong> zon draait. Om<br />

<strong>de</strong> drie maan<strong>de</strong>n krijgen we een an<strong>de</strong>r seizoen.<br />

Je bespreekt met <strong>de</strong> leerlingen het verschil tussen <strong>de</strong> begindata van <strong>de</strong><br />

seizoenen: <strong>de</strong> astronomische of meteorologische.<br />

Als je kiest <strong>voor</strong> het astronomische seizoen, dan laat je <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> juiste<br />

begindatum opzoeken. De begindatum verschilt immers van jaar tot jaar.<br />

<strong>Op</strong>zoeken kan via <strong>de</strong> computer (internet) of door het weerbericht te volgen.<br />

• Begin astronomisch seizoen (raadpleeg <strong>de</strong> astronomische kalen<strong>de</strong>r <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

juiste begindatum!):<br />

rond 21 juni: begin zomer<br />

rond 21 september: begin herfst<br />

rond 21 <strong>de</strong>cember: begin winter<br />

rond 21 maart: begin lente<br />

• Begin meteorologisch seizoen:<br />

1 juni: begin zomer<br />

1 september: begin herfst<br />

1 <strong>de</strong>cember: begin winter<br />

1 maart: begin lente<br />

De seizoenen volgen het kalen<strong>de</strong>rjaar niet.<br />

Bij <strong>de</strong> meteorologische seizoenen zijn data vastgesteld aan het begin van <strong>de</strong><br />

maand. Dat is gemakkelijker bij te hou<strong>de</strong>n.<br />

Je leert <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> namen van <strong>de</strong> seizoenen in het Frans. Een liedje kan<br />

daarbij helpen. In het bordboek en bij het onlinelesmateriaal vind je een link<br />

naar het lied ‘Les saisons’.<br />

De leerlingen nemen hun themaschrift op p. 7 en voeren opdracht 5 uit,<br />

eventueel klassikaal.<br />

Bespreek met <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> mindmap in het themaschrift p. 23-24.<br />

Projecteer <strong>de</strong> mindmap op het bord of toon prent 1.<br />

• Wat wordt er in <strong>de</strong> mindmap getoond Waarover gaat het Over <strong>de</strong> zon. Die<br />

staat in het mid<strong>de</strong>n en is dus belangrijk.<br />

• Wat zie je allemaal Dikke gekleur<strong>de</strong> lijnen die overgaan in dunnere lijnen.<br />

De dikkere lijnen vertakken zich. Elk on<strong>de</strong>rwerp heeft een an<strong>de</strong>re kleur en<br />

elke kleur stelt een on<strong>de</strong>rwerp over <strong>de</strong> zon <strong>voor</strong>. Je ziet ook afbeeldingen en<br />

woor<strong>de</strong>n en zinnen die moeten aangevuld wor<strong>de</strong>n.<br />

LES 3 De seizoenen 23


De mindmap is een samenvatting van <strong>de</strong> lessen over <strong>de</strong> zon. Alle hoofdzaken<br />

staan erin. Het is een handig hulpmid<strong>de</strong>l als je je lessen instu<strong>de</strong>ert.<br />

Vraag <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> mindmap zelfstandig in te vullen. Ze mogen het<br />

themaschrift als informatiebron gebruiken. Nadien vergelijken ze hun<br />

oplossingen per twee en passen aan waar nodig. Daarna houd je een klassikale<br />

bespreking. Het is belangrijk dat je <strong>de</strong> leerlingen laat verwoor<strong>de</strong>n hoe ze te<br />

werk gingen bij het invullen. Zo leren ze van elkaar.<br />

• Wie gebruikte het themaschrift als informatiebron<br />

• Wie kon op eigen kracht alles invullen<br />

Afronding<br />

Laat <strong>de</strong> leerlingen experimenteren met beweging, beeld en muziek.<br />

Neem <strong>de</strong> audio-cd en laat per seizoen een fragment uit ‘De vier jaargetij<strong>de</strong>n’<br />

horen.<br />

• Antonio Vivaldi schreef <strong>voor</strong> elk seizoen een muziekstuk. Kunnen jullie aflei<strong>de</strong>n<br />

om welk seizoen het gaat<br />

• Hoe herken je het juiste seizoen door te luisteren naar <strong>de</strong><br />

tempoveran<strong>de</strong>ringen / door <strong>de</strong> sfeer te beluisteren: somber, vrolijk …<br />

Laat <strong>de</strong> leerlingen bewegingen be<strong>de</strong>nken bij elk seizoen.<br />

Met verf kunnen ze op grote vellen papier het gevoel uitdrukken dat ze per<br />

seizoen ervaren. Ze kunnen gebruikmaken van kleuren en van grote en kleine<br />

bewegingen om uitdrukking te geven aan hun gevoel.<br />

Bespreek <strong>de</strong> werken klassikaal.<br />

• Herken je het seizoen<br />

• Waarom heb je gekozen <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze kleuren/bewegingen<br />

24<br />

DE ZON


LES 3 De seizoenen 25


LES 3<br />

De seizoenen<br />

Na <strong>de</strong>ze les ...<br />

ken ik <strong>de</strong> dagen van <strong>de</strong> week in <strong>de</strong> juiste volgor<strong>de</strong>.<br />

ken ik <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n van het kalen<strong>de</strong>rjaar in <strong>de</strong> juiste volgor<strong>de</strong>.<br />

ken ik <strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> van <strong>de</strong> seizoenen.<br />

1<br />

Bekijk <strong>de</strong> foto’s op het extra blad.<br />

a Kies twee foto’s: eentje van <strong>de</strong> dag en eentje van <strong>de</strong> nacht. Kleef ze in het vakje hieron<strong>de</strong>r.<br />

b Schrijf een passen<strong>de</strong> titel boven elke foto.<br />

dag<br />

nacht<br />

2<br />

Schrijf op <strong>de</strong> juiste plaats: dag – nacht – aar<strong>de</strong> – zon.<br />

zon<br />

aar<strong>de</strong><br />

dag<br />

nacht<br />

3<br />

Vul <strong>de</strong> ontbreken<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n aan in <strong>de</strong> tekst.<br />

De aar<strong>de</strong> heeft precies 24 uur nodig om rond haar eigen as te draaien. Er zijn 7 dagen in<br />

een week, namelijk: maandag, dinsdag, woensdag, don<strong>de</strong>rdag, vrijdag,<br />

zaterdag en zondag .<br />

In een jaar zijn er 365 dagen. Maar in een schrikkeljaar zijn er 366 dagen.<br />

6<br />

DE ZON<br />

26<br />

DE ZON


4<br />

Ken je <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n van een jaar<br />

a Schrijf het juiste jaartal in <strong>de</strong> vakjes.<br />

b Schrijf <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n van het jaar in <strong>de</strong> slinger.<br />

c Het begin van het kalen<strong>de</strong>rjaar omcirkel je met rood.<br />

d Het begin van het schooljaar omcirkel je met blauw.<br />

Vorig jaar:<br />

Dit jaar:<br />

Volgend jaar:<br />

januari<br />

februari<br />

maart<br />

april<br />

mei<br />

juni<br />

juli<br />

augustus<br />

september<br />

oktober<br />

november<br />

<strong>de</strong>cember<br />

5<br />

Ken je <strong>de</strong> vier seizoenen<br />

a Schrijf op <strong>de</strong> schrijflijn: lente – zomer – herfst – winter.<br />

b Teken bij elk seizoen een boom.<br />

c Noteer on<strong>de</strong>raan in het vak <strong>de</strong> begindatum van het seizoen.<br />

d Kleur <strong>de</strong> vlaggetjes bij opdracht 4: <strong>de</strong> lente groen, <strong>de</strong> zomer geel, <strong>de</strong> herfst bruin en <strong>de</strong> winter<br />

blauw.<br />

lente<br />

zomer<br />

rond 1 of 21 maart<br />

rond 1 of 21 juni<br />

herfst<br />

winter<br />

rond 1 of 21 september<br />

rond 1 of 21 <strong>de</strong>cember<br />

LES 3 De seizoenen 7<br />

LES 3 De seizoenen 27


LES 4<br />

Planten hebben <strong>de</strong> zon nodig.<br />

Domein(en): leven<strong>de</strong> en niet-leven<strong>de</strong> natuur<br />

On<strong>de</strong>rwerp: proefon<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>lijk aantonen dat (groene) planten <strong>de</strong> zon nodig hebben<br />

Lesduur: De experimenten lopen over verschillen<strong>de</strong> dagen.<br />

LEERPLANDOELEN<br />

Bij het onlinelesmateriaal<br />

vind je een overzicht met<br />

alle leerplandoelstellingen<br />

per les.<br />

MATERIAAL<br />

Voor <strong>de</strong> leerlingen<br />

• themaschrift p. 8-9<br />

• badges<br />

• een glazen pot<br />

• za<strong>de</strong>n (bonen)<br />

• papieren zakdoeken<br />

Voor <strong>de</strong> <strong>leerkracht</strong><br />

• achtergrondinformatie<br />

• prentenset: prent 1<br />

• kopieerblad p.6<br />

(op aantal groepjes)<br />

• kopieerblad p. 7-13<br />

(op aantal groepjes)<br />

Voor <strong>de</strong> klas<br />

• bordboek<br />

• dvd 1 nr. 4-6<br />

Vooraf<br />

We gaan met experimenten aantonen dat planten zich naar <strong>de</strong> zon toe<br />

bewegen. We proberen ook te weten te komen waarom een plant het zonlicht<br />

volgt. Je overloopt samen met <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> experimenten. Zo<br />

weten ze welke experimenten ze allemaal moeten uitvoeren. Vertel er ook bij<br />

dat <strong>de</strong> resultaten niet meteen zichtbaar zullen zijn. Er is tijd en geduld nodig.<br />

Voorbereiding <strong>voor</strong> <strong>de</strong> experimenten<br />

Je ver<strong>de</strong>elt <strong>de</strong> klas in groepjes van vier leerlingen. Als het aantal leerlingen in<br />

je klas geen veelvoud is van vier, maak dan enkele groepjes van drie; één kind<br />

neemt dan twee taken <strong>voor</strong> zijn/haar rekening. Zorg <strong>voor</strong> heterogene groepen,<br />

zodat <strong>de</strong> leerlingen optimaal van elkaar kunnen leren.<br />

De groepen blijven geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> hele lessenreeks samenwerken. De taken<br />

die <strong>de</strong> leerlingen krijgen toegewezen, schuiven per les door. Zo krijgt ie<strong>de</strong>reen<br />

<strong>de</strong> kans om een an<strong>de</strong>re taak uit te voeren. De taken zijn: materiaalmeester,<br />

verslaggever, tijdsbewaker en verkenner.<br />

Materiaalmeester: zorgt er<strong>voor</strong> dat al het nodige materiaal klaar ligt <strong>voor</strong> het<br />

uitvoeren van <strong>de</strong> proefjes. Daarna ruimt <strong>de</strong> hij/zij het materiaal terug op.<br />

Tijdsbewaker: houdt <strong>de</strong> tijd in <strong>de</strong> gaten en spoort <strong>de</strong> leerlingen in het groepje<br />

aan om door te werken en niet te spelen.<br />

Verslaggever: leest <strong>de</strong> opdracht <strong>voor</strong> aan het on<strong>de</strong>rzoeksgroepje en vertelt na<br />

<strong>de</strong> proefjes aan <strong>de</strong> klasgroep wat er precies werd ont<strong>de</strong>kt.<br />

Verkenner: organiseert het hele gebeuren. Wie moet wat doen Hoe zullen we<br />

het aanpakken<br />

Je richt tafels in als on<strong>de</strong>rzoekstafels. <strong>Op</strong> <strong>de</strong> tafels leg je:<br />

--<br />

<strong>de</strong> experimentenkaarten,<br />

--<br />

materialen die nodig zijn <strong>voor</strong> het experiment,<br />

--<br />

het themaschrift.<br />

Houd er rekening mee dat <strong>de</strong> experimenten over verschillen<strong>de</strong> dagen lopen:<br />

<strong>de</strong> bonen moeten <strong>de</strong> tijd krijgen om te kiemen en bij het experiment met het<br />

omdraaien van <strong>de</strong> pot moet <strong>de</strong> plant <strong>de</strong> tijd krijgen naar het licht te groeien.<br />

De leerlingen leggen <strong>de</strong> bonen <strong>de</strong> dag <strong>voor</strong>dien in het water, zodat ze 24 uur<br />

kunnen weken. Door het weken nemen <strong>de</strong> bonen niet alleen water op, hun<br />

zaadhuid wordt ook week en zacht waardoor ze vlotter kunnen kiemen. Zo<br />

stellen <strong>de</strong> leerlingen zelf vast dat <strong>de</strong> geweekte bonen na hun waterbad tot twee<br />

keer zo groot gewor<strong>de</strong>n zijn.<br />

Ofwel geef je ie<strong>de</strong>reen in <strong>de</strong> klas <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> bonen, ofwel <strong>de</strong>el je verschillen<strong>de</strong><br />

bonen uit. Deze soorten zijn bruikbaar <strong>voor</strong> dit experiment: tuinbonen,<br />

nierbonen, bruine bonen, witte bonen, kousenban<strong>de</strong>n …<br />

28<br />

DE ZON


Start<br />

Je herneemt kort <strong>de</strong> hoofdzaken van <strong>de</strong> vorige lessen.<br />

Dit weet je over <strong>de</strong> zon uit <strong>de</strong> vorige les:<br />

De zon zorgt overdag <strong>voor</strong> licht.<br />

De zon zorgt <strong>voor</strong> warmte.<br />

In het begin van <strong>de</strong> les <strong>de</strong>nken leerlingen na over planten in beweging. Zo kun<br />

je <strong>de</strong> link leggen naar planten in beweging on<strong>de</strong>r invloed van het zonlicht.<br />

De leerlingen werken per vier in een groepje. Elke leerling krijgt een taak<br />

toebe<strong>de</strong>eld.<br />

Je <strong>de</strong>elt <strong>de</strong> verkennerkaarten uit aan <strong>de</strong> verkenners in elk groepje.<br />

Ze lezen <strong>de</strong> vragen op <strong>de</strong> kaarten hardop. De groep zoekt samen naar<br />

antwoor<strong>de</strong>n.<br />

De tijdsbewaker houdt <strong>de</strong> tijd (vijf minuten) in <strong>de</strong> gaten.<br />

De leerlingen bespreken in hun groepje <strong>de</strong> mogelijke antwoor<strong>de</strong>n.<br />

Na een vijftal minuutjes roep je <strong>de</strong> leerlingen terug samen.<br />

De verslaggevers formuleren <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n.<br />

• Kunnen planten bewegen<br />

• Waarom kan het nuttig zijn <strong>voor</strong> een plant om te bewegen<br />

• Als planten kunnen bewegen, hoe gaat dat dan in zijn werk<br />

Alle mogelijke antwoor<strong>de</strong>n zijn oké. De leerlingen noteren ze in het<br />

themaschrift op p. 8.<br />

<strong>Op</strong>merking bij <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n.<br />

De vragen zijn een filosofisch vertrekpunt, <strong>de</strong> gegeven antwoor<strong>de</strong>n hoeven niet<br />

wetenschappelijk correct te zijn. Je hoeft <strong>de</strong> leerlingen niet te verbeteren. Het<br />

gaat om een <strong>de</strong>nkoefening.<br />

Kern<br />

Planten op zoek naar <strong>de</strong> zon<br />

<strong>Op</strong> het eerste gezicht zou je <strong>de</strong>nken dat planten niet kunnen bewegen. Ze zitten<br />

met hun wortels stevig vast in <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m en lijken wel onbeweeglijk.<br />

Maar planten bewegen meer dan je <strong>de</strong>nkt. Kijk maar naar het filmpje (nr.4).<br />

• Wat zag je precies gebeuren De planten bewogen.<br />

• Hoe kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> planten bewegen Doordat ze aangeraakt wer<strong>de</strong>n door een<br />

grassprietje of door een vinger.<br />

• Hoe kunnen planten nog bewegen Wanneer er een insect of een vlin<strong>de</strong>r op<br />

<strong>de</strong> plant gaat zitten.<br />

• Hoe bewegen <strong>de</strong> bloemen en het graan Ze bewegen in <strong>de</strong> wind.<br />

• Wat zie je op het ein<strong>de</strong> van het filmpje De za<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>nbloem<br />

vliegen weg door <strong>de</strong> wind (of omdat iemand ze wegblaast).<br />

Als je zelf paar<strong>de</strong>nbloemen (met vruchtpluis) kunt meebrengen <strong>voor</strong> een<br />

kleine <strong>de</strong>monstratie, is dat uiteraard nog beter. Planten kunnen zich ook<br />

<strong>voor</strong>tbewegen. Niet letterlijk, maar ze gebruiken allerlei hulpmid<strong>de</strong>len om<br />

hun za<strong>de</strong>n te versprei<strong>de</strong>n, waardoor nakomelingen kilometers ver<strong>de</strong>r kunnen<br />

ontkiemen. Kijk maar naar <strong>de</strong> pluisjes van <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>nbloem.<br />

LES 4 Planten hebben <strong>de</strong> zon nodig. 29


De kleine zaadjes van <strong>de</strong><br />

paar<strong>de</strong>nbloem hangen aan<br />

een ve<strong>de</strong>rlicht vruchtpluis,<br />

waardoor ze gemakkelijk<br />

wor<strong>de</strong>n meegedragen door<br />

<strong>de</strong> wind. Kokosnoten, <strong>de</strong><br />

vruchten van <strong>de</strong> kokospalm,<br />

drijven op het water en<br />

kunnen zo duizen<strong>de</strong>n<br />

kilometers afleggen. Veel<br />

planten rekenen op dieren<br />

<strong>voor</strong> hun verspreiding.<br />

Sommige laten hun za<strong>de</strong>n<br />

op <strong>de</strong> buitenkant van<br />

een dier meeliften, zoals<br />

kleefkruid, dat vol met<br />

harige haakjes staat. An<strong>de</strong>re<br />

planten hebben dan weer<br />

lekkere vruchten met za<strong>de</strong>n<br />

die bestand zijn tegen<br />

<strong>de</strong> verteringssappen van<br />

dieren, waardoor ze via<br />

hun uitwerpselen verspreid<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

Planten kunnen ook nog op een an<strong>de</strong>re manier bewegen. Kijk maar naar het<br />

filmpje (nr. 5).<br />

• Wat zag je gebeuren Hoe bewegen <strong>de</strong> bloemen Ze gaan open in <strong>de</strong> zon.<br />

Bloemen gaan ver<strong>de</strong>r open naarmate <strong>de</strong> zonnestralen warmer wor<strong>de</strong>n. Hoe meer<br />

zon, hoe meer <strong>de</strong> bloemblaadjes zich openen. Als <strong>de</strong> zon on<strong>de</strong>rgaat, sluiten <strong>de</strong><br />

bloemen. Ze bewegen om van <strong>de</strong> zonnestralen te genieten. De zonnebloem is<br />

daar een mooi <strong>voor</strong>beeld van. De zonnebloem volgt <strong>de</strong> zon van oost naar west,<br />

om zo het best van <strong>de</strong> zonnestralen te genieten.<br />

Besluit<br />

Planten kunnen op verschillen<strong>de</strong> manieren ‘bewegen’. De leerlingen vullen<br />

hun antwoor<strong>de</strong>n in het themaschrift op p. 8 aan: planten bewegen doordat ze<br />

reageren op een aanraking of op <strong>de</strong> wind. Het versprei<strong>de</strong>n van za<strong>de</strong>n/stuifmeel<br />

is ook een soort beweging. Planten bewegen ook in <strong>de</strong> richting van <strong>de</strong> zon.<br />

• Waarom zou<strong>de</strong>n planten mee bewegen met het zonlicht<br />

De leerlingen sommen hun vermoe<strong>de</strong>ns/i<strong>de</strong>eën op.<br />

Verwerking<br />

Neem experimentenkaart 1: Boven of on<strong>de</strong>r<br />

Volg <strong>de</strong> stappen en laat <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> vragen beantwoor<strong>de</strong>n.<br />

• Wat zie je na een paar dagen te<strong>voor</strong>schijn komen<br />

Na een paar dagen zie je wortels uitkomen.<br />

• Wat zie je na een paar dagen verschijnen<br />

Je ziet nu ook stengels en blaadjes verschijnen.<br />

• In welke richting groeien <strong>de</strong> wortels En <strong>de</strong> stengels<br />

De stengels groeien naar boven en <strong>de</strong> wortels naar bene<strong>de</strong>n.<br />

Neem experimentenkaart 2: In welke richting groeien <strong>de</strong> planten<strong>de</strong>len<br />

• In welke richting groeien <strong>de</strong> planten<strong>de</strong>len nu De stengels groeien naar boven<br />

en <strong>de</strong> wortels naar bene<strong>de</strong>n, omdat planten zo geprogrammeerd zijn. Je<br />

kunt ze nooit on<strong>de</strong>rsteboven doen groeien.<br />

• Wat zorgt er<strong>voor</strong> dat <strong>de</strong> plantenstengel opnieuw naar boven groeit<br />

De stengel groeit naar het zonlicht.<br />

Door<strong>de</strong>nkertje: Weet je nu waarom bananen krom zijn<br />

Alle planten, ook bananenplanten, groeien omhoog. Wanneer er kleine<br />

bananen aan <strong>de</strong> plant verschijnen, groeien ze recht naar omhoog. Maar<br />

bananen groeien in een tros, en die tros wordt al snel veel te zwaar: <strong>de</strong> tak<br />

begint door te hangen. De bananen willen nog steeds omhoog groeien.<br />

Daar<strong>voor</strong> moeten ze een bocht maken: <strong>de</strong> bananen groeien krom!<br />

Bekijk na dit experiment ook het filmpje over <strong>de</strong> groeirichting van <strong>de</strong> planten<br />

(nr. 6).<br />

30<br />

DE ZON


Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> experiment be<strong>de</strong>nken <strong>de</strong> leerlingen zelf. Je geeft hen <strong>de</strong>ze stelling<br />

en ze bewijzen met hun experiment of ze juist of fout is: Planten hebben <strong>de</strong><br />

zon nodig om te groeien.<br />

Daarbij is van belang dat ze twee proefopstellingen vergelijken, waarbij<br />

slechts één eigenschap verschilt, namelijk <strong>de</strong> hoeveelheid zonlicht. De ver<strong>de</strong>re<br />

verzorging moet volledig gelijk verlopen. Ze nemen per proefopstelling het best<br />

meer<strong>de</strong>re gekiem<strong>de</strong> planten, die op exact <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier verzorgd wor<strong>de</strong>n.<br />

Na <strong>de</strong> opstelling van <strong>de</strong> proef gaat er een hele tijd <strong>voor</strong>bij, <strong>de</strong> planten wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rtussen verzorgd.<br />

Afhankelijk van <strong>de</strong> opstelling is er soms weinig tot geen effect zichtbaar.<br />

Elke groep probeert een an<strong>de</strong>re proefopstelling uit. Daarna wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

resultaten van <strong>de</strong> groepjes bekeken en kun je tot een conclusie komen.<br />

Heel belangrijk bij <strong>de</strong>ze experimenten is <strong>de</strong> evaluatie achteraf. Laat <strong>de</strong><br />

leerlingen zelf conclusies trekken uit wat ze waarnemen.<br />

Met <strong>de</strong>ze experimentkaarten help je hen op weg.<br />

Experimentenkaart 3a: Plant in het licht en plant in het donker<br />

• Wat zie je als je <strong>de</strong> planten met elkaar gaat vergelijken<br />

De plant die in <strong>de</strong> donkere ruimte stond, krijgt na verloop van tijd een<br />

lichtere kleur. De plant uit <strong>de</strong> donkere ruimte sterft uitein<strong>de</strong>lijk af. Planten<br />

hebben <strong>de</strong> zon nodig.<br />

Experimentenkaart 3b: Plant op een kou<strong>de</strong> en een warme plaats<br />

• Wat zie je als je <strong>de</strong> planten met elkaar gaat vergelijken<br />

De plant die in <strong>de</strong> kou<strong>de</strong> ruimte stond, groeit trager. De plant die in <strong>de</strong><br />

warme ruimte stond, groeit sneller. Planten hebben <strong>de</strong> zon nodig.<br />

Experimentenkaart 3c: Plant in het zonlicht of on<strong>de</strong>r een lamp<br />

• Wat zie je als je <strong>de</strong> planten met elkaar gaat vergelijken<br />

De plant die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> lamp stond, groeit trager. De plant in het zonlicht<br />

groeit sneller. Planten hebben <strong>de</strong> zon nodig.<br />

Experimentenkaart 3d: Plant in <strong>de</strong> klas of in <strong>de</strong> schooltuin<br />

• Wat zie je als je <strong>de</strong> planten met elkaar gaat vergelijken<br />

De plant die in <strong>de</strong> klas stond, groeit trager. De plant uit <strong>de</strong> schooltuin groeit<br />

sneller. Planten hebben <strong>de</strong> zon nodig.<br />

Experimentenkaart 3e: Plant zoekt het licht<br />

• Wat gebeur<strong>de</strong> er met <strong>de</strong> plant<br />

Het plantje zal alle bochten nemen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> groei, om zo door het gaatje<br />

het zonlicht te kunnen opvangen. Planten hebben <strong>de</strong> zon nodig.<br />

De groepjes brengen verslag uit van hun bevindingen.<br />

• Wat heb je ont<strong>de</strong>kt bij <strong>de</strong> experimenten Wortels groeien naar bene<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />

rest van <strong>de</strong> plant naar boven. Als je een plant van richting veran<strong>de</strong>rt door<br />

hem bij<strong>voor</strong>beeld neer te leggen, dan gaat <strong>de</strong> stengel opnieuw naar boven<br />

groeien. Planten hebben <strong>de</strong> zon nodig, ze gaan dood in te kou<strong>de</strong> en donkere<br />

ruimtes.<br />

Experiment 3a<br />

De proef kan zowel in een<br />

donkere als in een lichte<br />

ruimte plaatsvin<strong>de</strong>n.<br />

Afhankelijk van <strong>de</strong> afstand<br />

tot het raam zullen <strong>de</strong><br />

plantjes ook sneller of<br />

trager groeien.<br />

Bonen<br />

Bonen zijn za<strong>de</strong>n en die<br />

zitten vol met al het voedsel<br />

dat een plant nodig heeft<br />

om te beginnen groeien.<br />

Door zaadjes in een donkere<br />

kast te zetten, moedig<br />

je ze aan om licht op te<br />

zoeken en te ontkiemen. Er<br />

verschijnen witte wortels<br />

en een groene stengel. Als<br />

<strong>de</strong> babyplantjes eenmaal<br />

blaadjes hebben, zijn <strong>de</strong><br />

voedselreserves uit <strong>de</strong> boon<br />

opgebruikt en beginnen <strong>de</strong><br />

planten licht te gebruiken<br />

als energiebron.<br />

Geotropie<br />

Stengels groeien naar<br />

boven en wortels naar<br />

bene<strong>de</strong>n, omdat planten<br />

zo geprogrammeerd<br />

zijn. Je kunt ze nooit<br />

on<strong>de</strong>rsteboven doen<br />

groeien. Dat heet geotropie:<br />

<strong>de</strong> wortels zoeken vanzelf<br />

het mid<strong>de</strong>lpunt van <strong>de</strong><br />

aar<strong>de</strong> op. (Geotropie komt<br />

uit het Grieks: geo = aar<strong>de</strong><br />

en tropos = richting).<br />

Bekijk samen het filmpje: ‘Planten groeien naar boven in <strong>de</strong> richting van het<br />

licht’.<br />

LES 4 Planten hebben <strong>de</strong> zon nodig. 31


Afronding<br />

Bespreek met <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> mindmap in het themaschrift op p. 23-24.<br />

Projecteer <strong>de</strong> mindmap op het bord of toon <strong>de</strong> prent van <strong>de</strong> mindmap.<br />

• Wat wordt er in <strong>de</strong> mindmap getoond Waarover gaat het Over <strong>de</strong> zon: die<br />

staat in het mid<strong>de</strong>n en is dus belangrijk.<br />

• Wat zie je allemaal Dikke gekleur<strong>de</strong> lijnen die overgaan in dunnere lijnen.<br />

De dikkere lijnen vertakken zich. Elk on<strong>de</strong>rwerp heeft een an<strong>de</strong>re kleur en<br />

elke kleur stelt een on<strong>de</strong>rwerp over <strong>de</strong> zon <strong>voor</strong>. Je ziet ook afbeeldingen en<br />

woor<strong>de</strong>n en zinnen die moeten wor<strong>de</strong>n aangevuld.<br />

De mindmap is een samenvatting van <strong>de</strong> lessen over <strong>de</strong> zon. Alle hoofdzaken<br />

staan erin. Het is een handig hulpmid<strong>de</strong>l als je je lessen instu<strong>de</strong>ert.<br />

De leerlingen vullen het juiste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> mindmap zelfstandig in. Ze<br />

mogen het themaschrift als informatiebron gebruiken. Daarna vergelijken<br />

ze hun oplossingen per twee en passen aan waar nodig. Houd een klassikale<br />

bespreking. Het is belangrijk dat je <strong>de</strong> leerlingen laat verwoor<strong>de</strong>n hoe ze te<br />

werk gingen bij het invullen. Zo leren ze van elkaar.<br />

• Wie gebruikte het themaschrift als informatiebron<br />

• Wie kon op eigen kracht alles invullen<br />

32<br />

DE ZON


LES 4 Planten hebben <strong>de</strong> zon nodig. 33


LES 4<br />

Planten hebben <strong>de</strong> zon nodig.<br />

Na <strong>de</strong>ze les ...<br />

weet ik dat planten <strong>de</strong> zon nodig hebben om te leven.<br />

weet ik dat planten naar <strong>de</strong> zon groeien.<br />

kan ik met experimenten aantonen dat planten naar <strong>de</strong> zon groeien.<br />

1<br />

Kunnen planten bewegen Schrijf op wat je <strong>de</strong>nkt.<br />

Planten kunnen bewegen in <strong>de</strong> wind, of als je ze aanraakt.<br />

Ze groeien naar het licht, ze versprei<strong>de</strong>n zich via za<strong>de</strong>n,<br />

ze kunnen draaien naar <strong>de</strong> zon.<br />

2<br />

Ga je mee op on<strong>de</strong>rzoek<br />

Experiment 1: Boven of on<strong>de</strong>r<br />

a Volg het verhaal van <strong>de</strong> boon tot ze kiemt.<br />

b Teken <strong>de</strong> gekiem<strong>de</strong> boon die op <strong>de</strong> vensterbank staat.<br />

c Schrijf op wat je hebt ont<strong>de</strong>kt.<br />

De wortels van <strong>de</strong> kiemen<strong>de</strong> boon groeien naar bene<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> stengel groeit<br />

naar boven.<br />

8<br />

DE ZON<br />

34<br />

DE ZON


Experiment 2: In welke richting groeien <strong>de</strong> planten<strong>de</strong>len<br />

a Teken hoe <strong>de</strong> plant groeit nadat je hem op zijn zijkant leg<strong>de</strong>.<br />

b Schrijf op wat je hebt ont<strong>de</strong>kt.<br />

Dat stengels naar boven groeien en wortels naar bene<strong>de</strong>n.<br />

Je kunt ze nooit on<strong>de</strong>rsteboven doen groeien.<br />

Experiment 3: Hebben planten <strong>de</strong> zon nodig<br />

Dit was jouw proef:<br />

Deze materialen gebruikte je:<br />

Zo voer<strong>de</strong> je <strong>de</strong> proef uit:<br />

Schrijf op wat je hebt ont<strong>de</strong>kt.<br />

Planten hebben <strong>de</strong> zon nodig om te groeien en te leven.<br />

LES 4 Planten hebben <strong>de</strong> zon nodig. 9<br />

LES 4 Planten hebben <strong>de</strong> zon nodig. 35


LES 5<br />

Nachtdieren<br />

Domein(en): leven<strong>de</strong> en niet-leven<strong>de</strong> natuur<br />

On<strong>de</strong>rwerp: dieren in <strong>de</strong> nacht<br />

Lesduur: 2 x 50 minuten<br />

LEERPLANDOELEN<br />

Bij het onlinelesmateriaal<br />

vind je een overzicht met<br />

alle leerplandoelstellingen<br />

per les.<br />

MATERIAAL<br />

Voor <strong>de</strong> leerlingen<br />

• themaschrift p. 10-11<br />

Voor <strong>de</strong> <strong>leerkracht</strong><br />

• kopieerblad p. 14<br />

• achtergrondinformatie<br />

• prentenset: prent 1 en 3<br />

Voor <strong>de</strong> klas<br />

• bordboek<br />

• dvd 1 nr. 7-9<br />

• blinddoek<br />

• enkele <strong>voor</strong>werpen uit<br />

het dagelijks leven<br />

• appel (zoet/zuur)<br />

Vooraf en Start<br />

Je herneemt kort <strong>de</strong> hoofdzaken uit <strong>de</strong> vorige lessen.<br />

• De seizoenen: lente – zomer – herfst – winter<br />

De mens past zich aan door: kledij, activiteiten en gedrag.<br />

• Dag en nacht: dageraad – dag – schemering – nacht<br />

De mens past zich aan door: overdag te leven (natuurlijke lichtbron = <strong>de</strong> zon)<br />

en bij donker of schemer een lamp te gebruiken.<br />

• Planten hebben ook zonlicht nodig.<br />

De mens in <strong>de</strong> nacht: belevingsopdracht<br />

Je <strong>voor</strong>ziet een aantal <strong>voor</strong>werpen, bij<strong>voor</strong>beeld een (woor<strong>de</strong>n)boek, een<br />

pepermolen, een (ro<strong>de</strong>) doos, een flacon met parfum enz. Je blinddoekt <strong>de</strong><br />

leerlingen en vraagt welk <strong>voor</strong>werp ze in <strong>de</strong> hand hou<strong>de</strong>n.<br />

• Welk <strong>voor</strong>werp heb je in je hand Je mag het ra<strong>de</strong>n door eraan te voelen, te<br />

schud<strong>de</strong>n, te ruiken ...<br />

• Welke kleur heeft het <strong>voor</strong>werp Dat kun je niet weten, want daar<strong>voor</strong> heb je<br />

je ogen nodig.<br />

Dit zijn eventuele on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> vragen.<br />

• Heeft het een bepaal<strong>de</strong> geur waaraan je het kunt herkennen<br />

• Herken je bepaal<strong>de</strong> vormen Dat is niet gemakkelijk omdat je niets kunt zien.<br />

Bespreek ook <strong>de</strong> werkwijze.<br />

• Hoe ben je te werk gegaan om te weten te komen welk <strong>voor</strong>werp het is Ruiken<br />

en/of voelen kan helpen.<br />

• Vond je dit een gemakkelijke opdracht Waarom wel/niet<br />

Je geeft <strong>de</strong> leerlingen een stukje appel en vraagt hen om te ra<strong>de</strong>n wat ze in hun<br />

han<strong>de</strong>n hou<strong>de</strong>n. Ze mogen het on<strong>de</strong>rzoeken, maar niet bekijken.<br />

• Wat houd je in je hand een stukje appel<br />

• Welke smaak heeft <strong>de</strong> appel zuur / zoet<br />

• Hoe ben je dat te weten gekomen Door eraan te ruiken of ervan te proeven.<br />

• Welke kleur heeft <strong>de</strong> appel De kleur kun je niet zien.<br />

• Is het belangrijk om <strong>de</strong> kleur te weten Waarom wel/niet<br />

• Hoe kan het dat je weet wat het is en hoe het smaakt<br />

• Was het eenvoudig te weten te komen wat het <strong>voor</strong>werp is en hoe het smaakt<br />

Nee, je kon niets zien.<br />

36<br />

DE ZON


Deze <strong>de</strong>nkopdracht is filosofisch. Laat <strong>de</strong> leerlingen zoeken naar antwoor<strong>de</strong>n.<br />

Het is niet belangrijk of die antwoor<strong>de</strong>n wetenschappelijk correct zijn. De<br />

<strong>de</strong>nkoefening achter <strong>de</strong> vragen primeert: stel je <strong>voor</strong> dat je niet kunt zien,<br />

geen smaak- of tastzin hebt, niet kunt ruiken en bovendien ook doof bent. In die<br />

toestand krijg je iets van iemand.<br />

• Hoe kun je weten wat je kreeg Weet je dat het eetbaar is Waarom wel/niet<br />

Doordat al je zintuigen zijn uitgeschakeld, kun je moeilijk weten wat je kreeg.<br />

Als je niet weet wat je vasthoudt, kun je ook niet weten of het eetbaar is.<br />

• Stel je <strong>voor</strong> dat je het dan toch opeet. Wat kan er dan gebeuren Stel dat het<br />

giftig is, dan sterf je misschien.<br />

• Wat kun je daaruit besluiten Zintuigen zijn levensbelangrijk.<br />

Je hebt al je zintuigen nodig om in leven te blijven. Als het ene zintuig min<strong>de</strong>r<br />

goed functioneert, gaat een an<strong>de</strong>r zintuig beter werken.<br />

• Welke hulpmid<strong>de</strong>len kan <strong>de</strong> mens gebruiken als het donker is en hij toch wil<br />

zien een lamp / een zaklamp.<br />

• Welke hulpmid<strong>de</strong>len gebruikte <strong>de</strong> mens toen er nog geen elektrische<br />

verlichting bestond <strong>de</strong> zon of <strong>de</strong> maan (natuurlijke verlichting) / een fakkel /<br />

een toorts / een kaars ...<br />

De leerlingen nemen hun themaschrift op p. 10 en vullen opdracht 1, a en b in:<br />

Als je ogen wegvallen, dan nemen je oren, mond, huid en neus het over.<br />

Kern<br />

ALGEMENE TIPS<br />

Kijken in <strong>de</strong> nacht<br />

De mens kan goed zien bij<br />

daglicht. Zo kunnen onze<br />

ogen heel goed kleuren<br />

waarnemen.<br />

Maar als <strong>de</strong> nacht valt,<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kleuren<br />

ondui<strong>de</strong>lijk en heeft het<br />

‘kleurenzicht’ nog maar<br />

weinig nut. De mens is niet<br />

aangepast aan het leven<br />

in het donker en zal dan<br />

ook moeten vertrouwen<br />

op an<strong>de</strong>re zintuigen om<br />

zich veilig in het donker<br />

te verplaatsen. De mens<br />

heeft dankzij <strong>de</strong> uitvinding<br />

van <strong>de</strong> lamp gezorgd <strong>voor</strong><br />

licht in <strong>de</strong> duisternis. Maar<br />

daarnaast bestaan er ook<br />

natuurlijke lichtbronnen,<br />

zoals <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong> maan.<br />

Dieren in het donker<br />

Je toont kopieerblad 14 met foto’s van dieren: <strong>de</strong> mol, <strong>de</strong> regenworm, <strong>de</strong><br />

vleermuis, <strong>de</strong> uil, <strong>de</strong> glimworm en <strong>de</strong> egel.<br />

• Wat hebben <strong>de</strong>ze dieren met elkaar gemeen Ze leven <strong>voor</strong> een groot <strong>de</strong>el in<br />

het donker of zijn het actiefst in het donker.<br />

• Kun je ze in twee groepen ver<strong>de</strong>len Waar leven ze on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grond<br />

(regenworm, mol) of tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> nacht (glimworm, vleermuis, egel, uil)<br />

• Wat hebben ze niet nodig zonlicht<br />

• Hoe komt het dat ze zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zon kunnen leven Ze hebben zich aangepast<br />

aan een leven zon<strong>de</strong>r zon.<br />

• Ben jij al on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grond geweest in een kel<strong>de</strong>r, een tunnel, een grot<br />

• Hoe was het daar donker<br />

• Wat voel<strong>de</strong> je, zag je, rook je, hoor<strong>de</strong> je vocht / gedruppel van water / fris<br />

• Waarom zou<strong>de</strong>n sommige dieren on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grond wonen On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grond<br />

kun je jezelf verstoppen en ben je veilig <strong>voor</strong> vijan<strong>de</strong>n die daar niet kunnen<br />

komen.<br />

Het moment van <strong>de</strong><br />

overgang tussen dag en<br />

nacht, tussen licht en<br />

duisternis, noemen we <strong>de</strong><br />

schemering. De schemering<br />

is <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> waarin veel<br />

nachtdieren hun activiteiten<br />

aanvatten.<br />

Bron:<br />

www.natuurwetenschappen.be<br />

LES 5 Nachtdieren 37


ALGEMENE TIPS<br />

Veel mensen <strong>de</strong>nken dat <strong>de</strong><br />

mol blind is, maar dat is niet<br />

zo. Een mol kan enkel heel<br />

slecht zien. Zijn ogen zijn<br />

zo klein als spel<strong>de</strong>nknopjes<br />

en zijn vacht zit er<strong>voor</strong>. In<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vacht zitten ook<br />

zijn oren, die uitstekend<br />

ontwikkeld zijn. De mol<br />

vindt zijn weg door het<br />

gangenstelsel <strong>voor</strong>al door<br />

zijn gevoelige snorharen en<br />

door zijn tastzenuwen op<br />

neus en staart.<br />

Het is dus een goe<strong>de</strong> plaats om jongen te krijgen. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grond is voedsel<br />

dat bovengronds niet te vin<strong>de</strong>n is. Een goed gegraven nest is heel sterk. On<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> grond is het altijd even warm en je hebt er geen last van het weer.<br />

Laat <strong>de</strong> foto’s van <strong>de</strong> mol zien.<br />

• Welk dier is het een mol<br />

• Waar leeft een mol on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grond<br />

• Hoe kun je aan een mol zien dat hij in het donker leeft Hij heeft piepkleine<br />

oogjes, zijn neus is lang en spits om goed te kunnen ruiken en met zijn<br />

snorharen kan hij beter voelen.<br />

• Is een mol dan ook een nachtdier Waarom wel/niet Een mol is geen<br />

nachtdier, maar zijn lichaam is wel aangepast aan een leven zon<strong>de</strong>r zon.<br />

We weten nu dat een dier zich aanpast aan het leven zon<strong>de</strong>r zonlicht.<br />

Sommige dieren leven ’s nachts, an<strong>de</strong>re dieren leven overdag maar komen niet in<br />

het zonlicht (zoals <strong>de</strong> mol).<br />

Dieren in <strong>de</strong> nacht<br />

Na <strong>de</strong> vorige uitleg leg je onmid<strong>de</strong>llijk <strong>de</strong> link naar het on<strong>de</strong>rwerp van <strong>de</strong>ze les,<br />

nachtdieren.<br />

• Wat leer<strong>de</strong> je uit <strong>de</strong> vorige opdracht Onze ogen zijn een belangrijk zintuig.<br />

Wanneer ze wegvallen, nemen <strong>de</strong> oren, mond, huid en neus het over. Bij<br />

nachtdieren is dat net zo. Ze zien niet of min<strong>de</strong>r goed in het donker. Hun<br />

zicht wordt vervangen door een uitsteken<strong>de</strong> smaak, tast, reuk en gehoor.<br />

We weten dat een dier zich aanpast aan het leven zon<strong>de</strong>r zonlicht. Sommige<br />

dieren leven ’s nachts, an<strong>de</strong>re dieren leven overdag maar komen niet in het<br />

zonlicht (zoals <strong>de</strong> mol).<br />

De leerlingen nemen hun themaschrift op p. 10 en voeren opdracht 2 uit.<br />

Een nachtdier is een dier dat ‘s nachts actief is. Nachtdieren zoeken hun voedsel<br />

als het donker is, zo zijn ze min<strong>de</strong>r zichtbaar <strong>voor</strong> hun vijan<strong>de</strong>n en kunnen ze hun<br />

prooien ongemerkt verrassen. Daarom zijn <strong>de</strong> oren, <strong>de</strong> smaak, <strong>de</strong> tastzin of het<br />

reukorgaan sterk ontwikkeld. Nachtdieren hebben geen zonlicht nodig.<br />

De leerlingen nemen hun themaschrift op p. 11 en bekijken <strong>de</strong> foto’s.<br />

Meer informatie over <strong>de</strong> nachtdieren vind je op p. 40-41.<br />

Nadat <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> filmpjes bekeken hebben, toon je kopieerblad 14. De<br />

leerlingen bekijken <strong>de</strong> dieren en voeren opdracht 4 a en b uit. Om <strong>de</strong> mindmap<br />

in te vullen, halen ze <strong>de</strong> nodige informatie uit <strong>de</strong> filmpjes. Een <strong>voor</strong>beeld van<br />

een mindmap vind je op kopieerblad 1.<br />

Dit zijn <strong>de</strong> oplossingen <strong>voor</strong> opdracht 4:<br />

uil: vliegt stil – slaapt overdag – ziet uitstekend in het donker – nachtelijke roep<br />

egel: ziet niet heel goed – gebruikt oren en neus tij<strong>de</strong>ns jacht<br />

vleermuis: is bijna blind – geluidsgolven – ‘ziet’ met zijn oren<br />

• Hoe zie je aan <strong>de</strong>ze dieren dat ze niet in het zonlicht leven maar wel in het<br />

schemerlicht of <strong>de</strong> donkere nacht De uil heeft grote ogen om goed te kunnen<br />

zien zon<strong>de</strong>r zonlicht. De egel heeft kleine oogjes, want hij gebruikt ze niet zo<br />

veel. Hij heeft een lange spitse neus om goed te kunnen ruiken. De vleermuis<br />

slaapt overdag; maar als <strong>de</strong> zon on<strong>de</strong>r is, vliegt ze rond. Ze ziet niet goed,<br />

maar hoort waar ze moet vliegen.<br />

38<br />

DE ZON


Verwerking<br />

Bespreek met <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> mindmap in het themaschrift op p. 23-24.<br />

Projecteer <strong>de</strong> mindmap op het bord of toon <strong>de</strong> prent van <strong>de</strong> mindmap.<br />

• Wat wordt er in <strong>de</strong> mindmap getoond Waarover gaat het Over <strong>de</strong> zon. Die<br />

staat in het mid<strong>de</strong>n en is dus belangrijk.<br />

• Wat zie je allemaal Dikke gekleur<strong>de</strong> lijnen die overgaan in dunnere lijnen.<br />

De dikkere lijnen vertakken zich. Elk on<strong>de</strong>rwerp heeft een an<strong>de</strong>re kleur en<br />

elke kleur stelt een on<strong>de</strong>rwerp over <strong>de</strong> zon <strong>voor</strong>. Je ziet ook afbeeldingen en<br />

woor<strong>de</strong>n en zinnen die moeten aangevuld wor<strong>de</strong>n.<br />

De mindmap is een samenvatting van <strong>de</strong> lessen over <strong>de</strong> zon. Alle hoofdzaken<br />

staan erin. Het is een handig hulpmid<strong>de</strong>l als je je lessen instu<strong>de</strong>ert.<br />

Vraag <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> mindmap zelfstandig in te vullen. Ze mogen het<br />

themaschrift als informatiebron gebruiken. Nadien vergelijken ze hun<br />

oplossingen per twee en passen aan waar nodig. Daarna houd je een klassikale<br />

bespreking. Het is belangrijk dat je <strong>de</strong> leerlingen laat verwoor<strong>de</strong>n hoe ze te<br />

werk gingen bij het invullen. Zo leren ze van elkaar.<br />

• Wie gebruikte het themaschrift als informatiebron<br />

• Wie kon op eigen kracht alles invullen<br />

Afronding<br />

Dit zou een leuk extraatje kunnen zijn tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> rond Werelddierendag<br />

(4 oktober), of misschien werk je wel rond het thema ‘mijn lievelingsdier’.<br />

Je kunt <strong>de</strong>ze extra opdracht ook aanbie<strong>de</strong>n aan leerlingen die wat meer<br />

uitdaging nodig hebben.<br />

Zoek meer op over nachtdieren.<br />

• Wie komt er eentje <strong>voor</strong>stellen in <strong>de</strong> klas<br />

Mogelijkhe<strong>de</strong>n:<br />

- das<br />

- vos<br />

- steenmarter<br />

- doodshoofdvlin<strong>de</strong>r<br />

- bruine kikker<br />

LES 5 Nachtdieren 39


Achtergrond<br />

Regenwormen<br />

Regenwormen (Lumbricidae) zijn een familie van ongewervel<strong>de</strong> dieren die behoren tot <strong>de</strong> ringwormen<br />

(Annelida). Regenwormen behoren tot <strong>de</strong> Oligochaeta, een groep van wormen die <strong>de</strong> zee verlaten hebben en in<br />

zoet water maar ook op het land kunnen leven. Regenwormen komen wereldwijd algemeen <strong>voor</strong>, uitgezon<strong>de</strong>rd in<br />

droge klimaten en op Antarctica.<br />

Meestal zijn ze in grote aantallen te vin<strong>de</strong>n, enkele soorten zijn wereldwijd uitgezet om <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mstructuur te<br />

verbeteren. Regenwormen hebben door het graven van tunnels en het afbreken van plantaardig materiaal een<br />

grote invloed op <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mstructuur. Wereldwijd zijn er ongeveer 670 soorten regenwormen bekend, die in lengte<br />

variëren van enkele centimeter tot <strong>de</strong>cimeters.<br />

Als <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m trilt, kruipen <strong>de</strong> regenwormen uit <strong>de</strong> grond. Trillingen krijg je door loopbewegingen van dieren of<br />

door met een stok op <strong>de</strong> grond te slaan. On<strong>de</strong>r natuurlijke omstandighe<strong>de</strong>n komen regenwormen boven door<br />

graafbewegingen van mollen. Regenwormen komen ook bovengronds bij regenachtig weer om te paren, ze<br />

zijn ver<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>al ‘s nachts actief. In <strong>de</strong> winter kruipen ze dieper <strong>de</strong> grond in en gaan in een soort winterslaap<br />

of diapause. Sommige gewervel<strong>de</strong> dieren zijn sterk afhankelijk van <strong>de</strong> regenworm omdat ze een belangrijke<br />

voedselbron vormen, <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> mol en <strong>de</strong> merel.<br />

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Regenwormen<br />

Grootoorvleermuis<br />

De grootoorvleermuis is een nachtdier. Hij vliegt meer<strong>de</strong>re keren per nacht uit, waarbij <strong>de</strong> eerste keer gemid<strong>de</strong>ld<br />

een uur duurt. Een enkele keer vliegt hij <strong>voor</strong> zonson<strong>de</strong>rgang uit. Vooral in het noor<strong>de</strong>n van het leefgebied kan hij<br />

twintig minuten <strong>voor</strong> zonson<strong>de</strong>rgang wor<strong>de</strong>n aangetroffen. Voordat hij uitvliegt, maakt hij eerst zichzelf schoon<br />

(dat kan wel vijf kwartier duren) en vaak vliegt hij rondjes in <strong>de</strong> verblijfplaats <strong>voor</strong>dat hij uitvliegt.<br />

Met zijn grote oren kan <strong>de</strong> grootoorvleermuis vleugelslagen van insecten horen. Hij is daardoor min<strong>de</strong>r afhankelijk<br />

van echolocatie dan vele an<strong>de</strong>re vleermuizen, en brengt een fluisterend geluid <strong>voor</strong>t. Waarschijnlijk jaagt <strong>de</strong><br />

grootoorvleermuis ook op zicht.<br />

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Grootoorvleermuis<br />

Oehoe<br />

De oren bevin<strong>de</strong>n zich niet bij <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> oorpluimen maar aan <strong>de</strong> zijkant van <strong>de</strong> kop en zijn asymmetrisch,<br />

niet op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> hoogte. Oehoes zijn, in tegenstelling tot an<strong>de</strong>re uilen, niet dagblind, en zien dus ook goed<br />

overdag. De ogen zijn heel lichtgevoelig en kunnen ‘s nachts uitstekend zien. De ogen kunnen niet bewegen in <strong>de</strong><br />

oogkassen. Maar <strong>de</strong> oehoe heeft 14 halswervels en kan daardoor <strong>de</strong> kop volledig naar achter draaien. Door <strong>de</strong><br />

combinatie van een bijzon<strong>de</strong>r goed gehoor en zicht kan <strong>de</strong> oehoe kleine prooien van veraf opsporen.<br />

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Oehoe<br />

40<br />

DE ZON


Kat<br />

De meeste katten hebben een goed gezichtsvermogen en kunnen goed in het donker zien, doordat zij meer<br />

staafjes dan kegeltjes in hun ogen hebben. Daardoor kunnen ze goed waarnemen in <strong>de</strong> schemer, maar bij<br />

volkomen duisternis zien ze niets. Hun vermogen om kleuren te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n is daarentegen zwak, maar katten<br />

zijn niet kleurenblind. <strong>Op</strong> <strong>de</strong> achterwand van het oog bevindt zich reflecterend weefsel, waardoor <strong>de</strong> ogen van een<br />

kat fonkelen in het donker. De irissen hebben een verticale spleet als vorm. Elk oog wordt beschermd door een<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ooglid, ook wel knipvlies genoemd.<br />

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Kat_(dier)<br />

Glimworm<br />

Glimwormen gebruiken lichtsignalen om elkaar op te sporen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tplanting. Bij sommige soorten<br />

lokken <strong>de</strong> vleugelloze wijfjes <strong>de</strong> vliegen<strong>de</strong> mannetjes met een constant schijnsel. Om het schijnsel van <strong>de</strong><br />

vrouwtjes goed te kunnen lokaliseren, hebben mannetjes veel beter ontwikkel<strong>de</strong> ogen dan vrouwtjes. Bij an<strong>de</strong>re<br />

soorten maken mannetjes hun aanwezigheid bekend met een soortspecifieke flitsco<strong>de</strong>. De wijfjes antwoor<strong>de</strong>n<br />

daarop met een soortspecifiek flitssignaal. Mannetjes synchroniseren on<strong>de</strong>rling hun co<strong>de</strong>s om zo gemakkelijker<br />

op te vallen, hoewel het vrouwtje maar met enkele van hen zal paren. Een groot aantal, meestal dagactieve<br />

soorten, gebruikt geen lichtsignalen maar geursignalen (feromonen) en er is een overgangsgroep die zowel<br />

geur- als lichtcommunicatie toepast. In Noord- en Centraal-Europa komen alleen soorten <strong>voor</strong> die het eerste<br />

signaalsysteem gebruiken (continu glimmen<strong>de</strong> wijfjes) of feromonen.<br />

Afhankelijk van <strong>de</strong> soort zijn niet alleen <strong>de</strong> volwassen dieren in staat tot licht geven, maar gloeien ook <strong>de</strong> eieren,<br />

<strong>de</strong> larven en het popstadium. Larven gloeien gewoonlijk on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vorm van trage lichtpulsen wanneer ze ‘s<br />

nachts rondkruipen op jacht naar hun prooien. Daarnaast gloeien ze, net als <strong>de</strong> poppen en eieren, <strong>voor</strong> langere<br />

tijd op wanneer ze verstoord wor<strong>de</strong>n, bij<strong>voor</strong>beeld bij aanraking. Veel soorten zijn giftig of smaken erg vies. In die<br />

levensstadia wordt het licht dan ook hoogstwaarschijnlijk <strong>voor</strong>namelijk gebruikt om predatoren af te weren, hetzij<br />

als waarschuwingssignaal <strong>voor</strong> oneetbaarheid (aposematisme) of louter als afschrikkingssignaal. Deze en an<strong>de</strong>re<br />

hypothesen over <strong>de</strong> functie van het lichtgeven van <strong>de</strong> larven dienen nog ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzocht te wor<strong>de</strong>n.<br />

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Glimwormen<br />

LES 5 Nachtdieren 41


LES 5<br />

Nachtdieren<br />

Na <strong>de</strong>ze les ...<br />

weet ik dat er dieren bestaan die ’s nachts actief zijn.<br />

weet ik hoe nachtdieren zich aangepast hebben aan <strong>de</strong> nacht.<br />

kan ik een aantal nachtdieren uit mijn omgeving herkennen en benoemen.<br />

1<br />

Hoe past <strong>de</strong> mens zich aan <strong>de</strong> nacht aan<br />

a Je ogen zijn een belangrijk zintuig. Welke zintuigen ga je gebruiken<br />

als je ogen be<strong>de</strong>kt zijn<br />

Als je ogen wegvallen, nemen je oren, huid en neus het over.<br />

b Schrijf <strong>de</strong> zintuigen op <strong>de</strong> juiste plaats: ogen – oren – neus – tong – huid.<br />

- In <strong>de</strong> tekening van <strong>de</strong> zon schrijf je het zintuig dat je ’s nachts het minst gebruikt.<br />

- In <strong>de</strong> tekening van <strong>de</strong> maan schrijf je <strong>de</strong> overige zintuigen.<br />

oren<br />

neus<br />

tong<br />

huid<br />

ogen<br />

merk op:<br />

Bij nachtdieren is dat net hetzelf<strong>de</strong>.<br />

2<br />

Hoe leeft een nachtdier Kleur wat waar is donkerblauw.<br />

heeft geen zonlicht nodig.<br />

zoekt voedsel als het donker is, zo zien vijan<strong>de</strong>n hem niet.<br />

zoekt voedsel als het donker<br />

is, omdat hij zo zijn prooi<br />

ongemerkt kan verrassen.<br />

Een nachtdier …<br />

sterft in het zonlicht.<br />

is ‘s nachts actief.<br />

heeft heel goe<strong>de</strong> oren,<br />

tastzin, smaak- of reukzin.<br />

ziet zijn prooi niet goed en lijdt daardoor vaak honger.<br />

merk op:<br />

Het moment van <strong>de</strong> overgang tussen dag en nacht, tussen licht en duisternis,<br />

noem je <strong>de</strong> schemering. De schemering is <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> waarin veel nachtdieren<br />

hun activiteiten aanvatten.<br />

10<br />

DE ZON<br />

42<br />

DE ZON


3<br />

Bekijk <strong>de</strong> foto’s. Hoe zie je aan <strong>de</strong>ze dieren dat ze aangepast zijn aan het nachtleven<br />

grootoorvleermuis<br />

oehoe<br />

De grootoorvleermuis heeft<br />

opvallend grote oren om <strong>de</strong> insecten<br />

te kunnen horen.<br />

De oehoe heeft opvallend grote ogen<br />

om ‘s nachts goed te kunnen zien en<br />

goed te kunnen jagen.<br />

kat<br />

glimworm<br />

De kat heeft ogen die reflecteren en<br />

verticale irissen om goed te kunnen<br />

zien bij schemerlicht.<br />

Glimwormpjes geven licht. Zo vin<strong>de</strong>n<br />

ze elkaar in het donker terug en<br />

schrikken ze vijan<strong>de</strong>n af.<br />

4<br />

Bekijk <strong>de</strong> drie filmpjes. Vul <strong>de</strong> mindmap over <strong>de</strong> nachtdieren aan.<br />

a Schrijf <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n uit het ka<strong>de</strong>rtje in je mindmap.<br />

b Zoek bij elk dier een afbeelding en kleef ze ernaast.<br />

egel – uil – vleermuis – vliegt stil – is bijna blind – geluidsgolven – slaapt overdag –<br />

ziet uitstekend in het donker – ziet niet heel goed – nachtelijke roep – ‘ziet’ met zijn oren –<br />

gebruikt oren en neus tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> jacht<br />

LES 5 Nachtdieren 11<br />

LES 5 Nachtdieren 43


LES 6<br />

Energie van <strong>de</strong> zon<br />

Domein(en): techniek / leven<strong>de</strong> en niet-leven<strong>de</strong> natuur<br />

On<strong>de</strong>rwerp: energiebronnen<br />

Lesduur: 2 x 50 minuten<br />

LEERPLANDOELEN<br />

Bij het onlinelesmateriaal<br />

vind je een overzicht met<br />

alle leerplandoelstellingen<br />

per les.<br />

MATERIAAL<br />

Voor <strong>de</strong> leerlingen<br />

• themaschrift p. 14-15<br />

• badges<br />

Voor <strong>de</strong> <strong>leerkracht</strong><br />

• achtergrondinformatie<br />

• prentenset: prent 1<br />

• kopieerbla<strong>de</strong>n p. 15-21<br />

(1x per groepje)<br />

Voor <strong>de</strong> klas<br />

• bordboek<br />

• materiaal <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

proefjes<br />

Vooraf<br />

De leerlingen werken in <strong>de</strong> groepjes die je vorm<strong>de</strong> in les 4. Ze krijgen wel elk<br />

een an<strong>de</strong>re taak toegewezen.<br />

Deze les geef je bij <strong>voor</strong>keur op een warme, zonnige dag.<br />

Je richt tafels in als on<strong>de</strong>rzoekstafels. <strong>Op</strong> <strong>de</strong> tafels leg je:<br />

--<br />

het nummer van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekstafel,<br />

--<br />

<strong>de</strong> opdrachtenfiches,<br />

--<br />

materialen die nodig zijn <strong>voor</strong> <strong>de</strong> proef,<br />

--<br />

een resultatenkaart.<br />

Start<br />

Je herneemt kort <strong>de</strong> hoofdzaken uit <strong>de</strong> vorige lessen.<br />

--<br />

De zon geeft warmte.<br />

--<br />

De zon geeft licht.<br />

--<br />

Mensen, dieren en planten hebben die warmte en dat licht nodig.<br />

Spierkracht als energiebron: opdracht 1, themaschrift p. 14.<br />

Je <strong>voor</strong>ziet een aantal <strong>voor</strong>werpen waarbij spierkracht nodig is om ze te<br />

openen, bv. een fles met draaidop, een glazen pot met draai<strong>de</strong>ksel, een noot<br />

met notenkraker, een blik met blikopener enz. Je <strong>de</strong>elt <strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen uit en je<br />

vraagt om ze te openen.<br />

Daarna vraag je aan een leerling om bij<strong>voor</strong>beeld een emmer gevuld met water<br />

te verplaatsen of een tafel te verschuiven.<br />

• Was het moeilijk <strong>de</strong> opdrachten uit te voeren Waarom wel/niet<br />

• Welke opdrachten waren het moeilijkst Waarom zou dat zijn Als een<br />

<strong>voor</strong>werp zwaar is, kun je het moeilijk verplaatsen. Soms is een dop te vast<br />

geschroefd.<br />

• Soms had<strong>de</strong>n we een werktuig om <strong>de</strong> dingen te openen, soms niet. Maar<br />

elke keer gebruikten we ook <strong>de</strong> kracht van ons lichaam. Hoe noemen we<br />

die kracht Om <strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen te openen of te verplaatsen gebruikten we<br />

geen elektriciteit. We <strong>de</strong><strong>de</strong>n het met onze eigen krachten. Die kracht is<br />

spierkracht.<br />

• Waar<strong>voor</strong> kunnen we onze spierkracht gebruiken Om te heffen, te springen,<br />

iets te openen … Onze spierkracht is een energiebron.<br />

Je legt na <strong>de</strong>ze ervaringsgerichte opdracht onmid<strong>de</strong>llijk <strong>de</strong> link naar het<br />

on<strong>de</strong>rwerp van <strong>de</strong> les: <strong>de</strong> zon is ook een energiebron.<br />

Om dat te bewijzen, gaan we allerlei proefjes doen. Elke groep voert minstens<br />

één proef uit.<br />

44<br />

DE ZON


Kern<br />

Zonne-energie beleven<br />

Voor, tij<strong>de</strong>ns en na het uitvoeren van <strong>de</strong> proef, vullen <strong>de</strong> leerlingen opdracht 2<br />

aan in hun themaschrift op p. 14.<br />

Proef 1: Een zonneoven maken (kopieerblad p. 15)<br />

Het aluminiumfolie weerkaatst <strong>de</strong> zonnestralen. Doordat het vergiet hol is,<br />

wor<strong>de</strong>n alle zonnestralen weerkaatst naar het mid<strong>de</strong>n van het vergiet. Vandaar<br />

dat je <strong>de</strong> marshmallow het beste in het mid<strong>de</strong>n kunt zetten. Daar wordt het het<br />

warmst.<br />

De marshmallows smelten.<br />

Bron: http://www.energiebus.nl/pdf/zepract1.pdf.<br />

Proef 2: De grote smelt-het-snelst-je-chocola<strong>de</strong>-test (kopieerblad p. 16)<br />

Zwart neemt meer warmte op dan wit, daardoor is <strong>de</strong> chocola<strong>de</strong> het snelst<br />

gesmolten in een zwart bord in <strong>de</strong> zon. De zonnestralen zorgen niet alleen <strong>voor</strong><br />

licht maar ook <strong>voor</strong> warmte, <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> zwarte bor<strong>de</strong>n.<br />

Donkere kleuren vangen het licht van <strong>de</strong> zon beter op. Daarom zijn<br />

zonnepanelen donker gekleurd.<br />

ALGEMENE TIPS<br />

De werkwijze om <strong>de</strong><br />

proefjes uit te voeren, sluit<br />

goed aan bij <strong>de</strong> lessen<br />

begrijpend lezen.<br />

Het is erg belangrijk dat<br />

<strong>de</strong> leerlingen, <strong>voor</strong> ze<br />

aan hun proef beginnen,<br />

<strong>de</strong> <strong>voor</strong>spelling in hun<br />

themaschrift op p. 14<br />

invullen.<br />

Na <strong>de</strong> proef kunnen ze<br />

het resultaat tekenen. Ze<br />

mogen het ook fotograferen<br />

en <strong>de</strong> foto in hun schrift<br />

plakken.<br />

Proef 3: Een zonnecollector maken (kopieerblad p. 17-18)<br />

In een zonnepaneel wordt elektriciteit gemaakt van zonne-energie. In een<br />

zonnecollector wordt water opgewarmd met zonne-energie.<br />

Zwart neemt meer warmte op dan wit, daardoor kan het water opwarmen. De<br />

zonnestralen zorgen niet alleen <strong>voor</strong> licht maar ook <strong>voor</strong> warmte, <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong><br />

zwarte doos. Donkere kleuren vangen het licht van <strong>de</strong> zon beter op. Daarom<br />

zijn zonnecollectoren donker gekleurd.<br />

Bron: http://verbouwjeeigenhuis.nl/wp-content/uploads/2011/01/Duurzaam-<br />

Zonnecollector.jpg<br />

Proef 4: Een zonnemolen maken (kopieerblad p. 19)<br />

Zwart neemt meer warmte op dan wit of zilver. De lucht<strong>de</strong>eltjes gaan aan <strong>de</strong><br />

zwarte kant har<strong>de</strong>r bewegen: er ontstaat meer luchtdruk. De <strong>de</strong>eltjes duwen <strong>de</strong><br />

molen <strong>voor</strong>t.<br />

Extra: probeer het ook met een lamp in plaats van <strong>de</strong> zon. Sommige lampen<br />

werken, an<strong>de</strong>re niet. Hoe komt dat<br />

Bron: http://www.energiegenie.nl/aan-<strong>de</strong>-slag/proefjes/maak-een-zonnemolen#sthash.<br />

y455rXym.dpuf<br />

Proef 5: Een vingerwarmer maken (kopieerblad p. 20)<br />

De aluminiumfolie weerkaatst het zonlicht op onze vinger. Daardoor kan <strong>de</strong><br />

vinger opwarmen.<br />

Proef 6: Een parapluwaterkoker maken (kopieerblad p. 21)<br />

De aluminiumfolie weerkaatst het zonlicht in <strong>de</strong> paraplu.<br />

De temperatuur in <strong>de</strong> paraplu stijgt. Daardoor kan het water opwarmen.<br />

Bron: http://www.energiebus.nl/pdf/zepract1.pdf<br />

LES 6 Energie van <strong>de</strong> zon 45


De groepjes brengen verslag uit van hun bevindingen.<br />

Het is <strong>de</strong> verslaggever die het woord voert. De materiaalmeester kan <strong>de</strong><br />

resultaten tonen.<br />

Je kunt bijkomen<strong>de</strong> vragen stellen.<br />

• Wat heb je ont<strong>de</strong>kt door <strong>de</strong>ze proeven De zon geeft veel warmte en <strong>de</strong> mens<br />

kan die warmte goed gebruiken.<br />

• Wat kun je nu zeggen van <strong>de</strong> zon De zon is een natuurlijke energiebron, die<br />

goed is <strong>voor</strong> het milieu.<br />

• Hoe noem je dat groene energie<br />

• Ken je an<strong>de</strong>re groene energiebronnen die natuurlijke bronnen gebruiken<br />

Welke<br />

Het is belangrijk dat <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> link leggen van zonne-energie naar<br />

an<strong>de</strong>re groene energie. Die kennen ze (vaak onbewust) vanuit hun leefwereld:<br />

windmolens (windkracht) / watermolens (waterkracht) / spierkracht (mensen<br />

of dieren).<br />

• Wat is het <strong>voor</strong><strong>de</strong>el van die energiebronnen Ze raken nooit op.<br />

Als we ze gebruiken <strong>voor</strong> (groene) stroom, dan kunnen we oneindig veel<br />

milieuvrien<strong>de</strong>lijke stroom maken.<br />

In <strong>de</strong> achtergrondinformatie lees je meer over energiebronnen.<br />

Verwerking<br />

Bespreek met <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> mindmap in het themaschrift op p. 23-24.<br />

Projecteer <strong>de</strong> mindmap op het bord of toon <strong>de</strong> prent van <strong>de</strong> mindmap.<br />

• Wat wordt er in <strong>de</strong> mindmap getoond Waarover gaat het Over <strong>de</strong> zon: die<br />

staat in het mid<strong>de</strong>n en is dus belangrijk.<br />

• Wat zie je allemaal Dikke gekleur<strong>de</strong> lijnen die overgaan in dunnere lijnen.<br />

De dikkere lijnen vertakken zich. Elk on<strong>de</strong>rwerp heeft een an<strong>de</strong>re kleur en<br />

elke kleur stelt een on<strong>de</strong>rwerp over <strong>de</strong> zon <strong>voor</strong>. Je ziet ook afbeeldingen en<br />

woor<strong>de</strong>n en zinnen die moeten wor<strong>de</strong>n aangevuld.<br />

De mindmap is een samenvatting van <strong>de</strong> lessen over <strong>de</strong> zon. Alle hoofdzaken<br />

staan erin. Het is een handig hulpmid<strong>de</strong>l als je je lessen instu<strong>de</strong>ert.<br />

De leerlingen vullen het juiste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> mindmap zelfstandig in. Ze<br />

mogen het themaschrift als informatiebron gebruiken. Daarna vergelijken<br />

ze hun oplossingen per twee en passen aan waar nodig. Houd een klassikale<br />

bespreking. Het is belangrijk dat je <strong>de</strong> leerlingen laat verwoor<strong>de</strong>n hoe ze te<br />

werk gingen bij het invullen. Zo leren ze van elkaar.<br />

• Wie gebruikte het themaschrift als informatiebron<br />

• Wie kon op eigen kracht alles invullen<br />

46<br />

DE ZON


Afronding<br />

Als extraatje laat je <strong>de</strong> leerlingen foto’s nemen van zonnepanelen bij hen in <strong>de</strong><br />

buurt, of van zonnecollectoren, windmolens, waterkrachtcentrales enz.<br />

Die foto’s bun<strong>de</strong>len ze om er een groene-energiecollage mee te maken.<br />

Als uitbreiding kunnen <strong>de</strong> leerlingen een energiebron (naar keuze) <strong>voor</strong>stellen<br />

in <strong>de</strong> klas.<br />

Ze maken een dui<strong>de</strong>lijke <strong>voor</strong>stelling van die energiebron en zorgen <strong>voor</strong><br />

afbeeldingen en uitleg:<br />

--<br />

via een flap met schrijf-, teken-, knip- en plakwerk;<br />

--<br />

via een PowerPointpresentatie.<br />

Die werkwijze sluit aan bij <strong>de</strong> lessen spreken en luisteren.<br />

LES 6 Energie van <strong>de</strong> zon 47


Achtergrond<br />

Energiebronnen<br />

Er zijn verschillen<strong>de</strong> manieren waarop groene stroom opgewekt kan wor<strong>de</strong>n. Het kan met behulp van:<br />

• aardwarmte: <strong>de</strong>ze techniek wordt niet of nauwelijks toegepast in ons land.<br />

• biomassa: plantaardig materiaal wordt verbrand, bv. snoeiafval of afvalhout uit <strong>de</strong> bouw of industrie;<br />

plantaardig materiaal wordt vergist, bv. mest; uit het resulteren<strong>de</strong> methaangas wordt elektriciteit opgewekt.<br />

• afval: er wordt elektriciteit opgewekt door mid<strong>de</strong>l van het verbran<strong>de</strong>n van afval in afvalverbrandingsinstallaties<br />

of door het verbran<strong>de</strong>n van stortgas. Vaak is die elektriciteit maar <strong>de</strong>els (48 % in 2008) groen, omdat er in<br />

(huishou<strong>de</strong>lijk) afval ook fossiele restproducten en an<strong>de</strong>re schaarse grondstoffen zitten, waardoor bezwaarlijk<br />

van een onuitputtelijke energiebron kan gesproken wor<strong>de</strong>n. Ver<strong>de</strong>r is <strong>de</strong> klassering van elektriciteit opgewekt uit<br />

afvalverbranding als ‘groene stroom’ zeer controversieel omwille van <strong>de</strong> toxische emissies die vrijkomen bij het<br />

verbrandingsproces scha<strong>de</strong>lijk zijn <strong>voor</strong> het milieu en bij <strong>de</strong> mens aandoeningen van <strong>de</strong> luchtwegen, genetische<br />

afwijkingen en zelfs bepaal<strong>de</strong> vormen van kanker kunnen veroorzaken.<br />

• waterkracht:<br />

- waterturbines,<br />

- werken bij een sluis in een rivier,<br />

- golfslagenergie (in ontwikkeling),<br />

- getij<strong>de</strong>nenergie,<br />

- elektriciteitsopwekking met behulp van eb en vloed,<br />

- blauwe energie,<br />

- energie die kan wor<strong>de</strong>n gewonnen door het verschil in zoutconcentratie tussen zeewater en zoet water.<br />

• win<strong>de</strong>nergie: met windturbines<br />

• zonne-energie, zonnestroom: elektriciteit uit zonlicht<br />

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Groene_stroom<br />

48<br />

DE ZON


LES 6 Energie van <strong>de</strong> zon 49


LES 6<br />

Energie van <strong>de</strong> zon<br />

Na <strong>de</strong>ze les ...<br />

weet ik dat <strong>de</strong> zon een energiebron is.<br />

kan ik met een <strong>voor</strong>beeld aangeven hoe <strong>de</strong> mens energie van <strong>de</strong> zon gebruikt.<br />

kan ik <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n geven van an<strong>de</strong>re energiebronnen.<br />

1<br />

Wat is energie Zoek het op.<br />

Energie is een kracht. We hebben energie nodig om iets te<br />

doen werken.<br />

2<br />

Ga je mee op on<strong>de</strong>rzoek<br />

a Welke proef doe jij<br />

b Voorspel wat er gaat gebeuren.<br />

c Teken het eindresultaat van je proef.<br />

d Jouw <strong>voor</strong>spelling kwam wel/niet uit. Markeer het goe<strong>de</strong> antwoord.<br />

e Schrijf op wat je hebt ont<strong>de</strong>kt.<br />

merk op:<br />

De zon is een energiebron.<br />

Spierkracht, zon, water en wind zijn allemaal<br />

energiebronnen<br />

14<br />

DE ZON<br />

50<br />

DE ZON


3<br />

Verbind <strong>de</strong> foto’s met <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> energiebron.<br />

spierkracht windkracht zonlicht waterkracht<br />

a Wat zijn <strong>de</strong> twee grote <strong>voor</strong><strong>de</strong>len van die energiebronnen Vul aan.<br />

Er is altijd genoeg energie<br />

Het zijn groene energiebronnen.<br />

b Maak op een apart blad een collage met foto’s van groene energiebronnen.<br />

Schrijf bij elke foto <strong>de</strong> naam van <strong>de</strong> energiebron.<br />

en<br />

ze zijn goed <strong>voor</strong> het milieu.<br />

LES 6 Energie van <strong>de</strong> zon 15<br />

LES 6 Energie van <strong>de</strong> zon 51


LES 7<br />

De mens past zich aan.<br />

Domein(en): leven<strong>de</strong> en niet-leven<strong>de</strong> natuur<br />

On<strong>de</strong>rwerp: <strong>de</strong> leefgewoontes van <strong>de</strong> mens<br />

Lesduur: 50 minuten<br />

LEERPLANDOELEN<br />

Bij het onlinelesmateriaal<br />

vind je een overzicht met<br />

alle leerplandoelstellingen<br />

per les.<br />

MATERIAAL<br />

Voor <strong>de</strong> leerlingen<br />

• themaschrift p. 16-17<br />

• badges<br />

• foto’s van weertypes/<br />

activiteit<br />

• kledij en attributen<br />

Voor <strong>de</strong> <strong>leerkracht</strong><br />

• achtergrondinformatie<br />

• prentenset: prent 1 en 4<br />

• post-its met benaming<br />

weertype<br />

Voor <strong>de</strong> klas<br />

• bordboek<br />

• kopieerblad p. 22-23<br />

(1x per groepje)<br />

• kopieerblad p. 24-25<br />

(op leerlingaantal)<br />

• kopieerblad p. 26-29<br />

Vooraf<br />

Een paar dagen <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze les geef je elke leerling een foto mee waarop een<br />

bepaald weertype afgebeeld staat. Zorg dat elke leerling van een groep een<br />

an<strong>de</strong>r weertype meekrijgt. De foto’s wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>af besproken, zodat ie<strong>de</strong>reen<br />

goed weet welk weertype wordt afgebeeld.<br />

Breng kledij en/of attributen mee die bij ‘jouw’ weertype passen.<br />

--<br />

Kledij: <strong>de</strong> leerlingen gaan op zoek in hun kleerkast naar wat past bij ‘hun’<br />

weertype (schoenen, muts en sjaal, lange of korte broek, enzo<strong>voor</strong>t).<br />

--<br />

Attributen zijn <strong>voor</strong>werpen die ze bij dat weertype gebruiken (ski’s, paraplu,<br />

zonnecrème, zonnebril, enzo<strong>voor</strong>t).<br />

De leerlingen werken in <strong>de</strong> groepjes die je vorm<strong>de</strong> in les 4. Ze krijgen weer elk<br />

een an<strong>de</strong>re taak toegewezen.<br />

Start<br />

Je herneemt kort <strong>de</strong> hoofdzaken uit <strong>de</strong> vorige lessen.<br />

--<br />

Dieren passen zich aan: er zijn dag- en nachtdieren en schemerdieren.<br />

--<br />

Planten hebben zonlicht nodig om te leven.<br />

--<br />

De zon zorgt <strong>voor</strong> warmte.<br />

--<br />

De zon geeft energie en <strong>de</strong> mens maakt daar gebruik van.<br />

--<br />

De aar<strong>de</strong> draait, <strong>de</strong> zon zorgt <strong>voor</strong> dag en nacht.<br />

--<br />

De seizoenen zijn: lente – zomer – herfst – winter.<br />

Deel kopieerblad 22 met <strong>de</strong> verkennerkaarten (A) uit. Elk groepje krijg één<br />

kaart. De verkenners lezen <strong>de</strong> vragen hardop. De groep zoekt samen naar<br />

antwoor<strong>de</strong>n.<br />

De tijdsbewaker houdt <strong>de</strong> tijd (5 minuten) in <strong>de</strong> gaten.<br />

De leerlingen bespreken in hun groepje <strong>de</strong> mogelijke antwoor<strong>de</strong>n.<br />

Na een vijftal minuutjes roep je hen terug samen.<br />

De verslaggevers formuleren <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> vragen. Na nog een<br />

vijftal minuutjes volgt er een klassikale bespreking.<br />

• Wat zie je op je foto die je van je juf/meester kreeg Wat kun je zeggen over het<br />

weer <strong>de</strong> weertypes: regen / sneeuw / zonnig / hagel / mist / ijzel / storm /<br />

vorst / hittegolf / bewolkt / onweer<br />

• Wat kun je zeggen over <strong>de</strong> temperatuur het is warm / het is heet / het is koud<br />

/ het vriest …<br />

• Welke weersituatie lijkt je het leukst Waarom zon = buiten spelen (maar ook:<br />

te warm, krijgen en zweten) / sneeuw = winterpret (maar ook: uitglij<strong>de</strong>n en<br />

vallen)<br />

52<br />

DE ZON


Aan het bord toon je prent 4, waarop <strong>de</strong> foto’s van <strong>de</strong> weertypes staan. <strong>Op</strong> elk<br />

weertype hang je een post-it met <strong>de</strong> naam van het weertype erop geschreven.<br />

Kern<br />

De leerlingen nemen <strong>de</strong> kledij en <strong>de</strong> attributen die ze meebrachten. Ze wor<strong>de</strong>n<br />

per groepje besproken en <strong>de</strong> foto van het weertype wordt bij <strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen<br />

gelegd.<br />

Deel kopieerblad 23 met <strong>de</strong> verkennerskaarten (B) uit.<br />

De verkenners lezen <strong>de</strong> vragen hardop. De groep zoekt samen naar<br />

antwoor<strong>de</strong>n. De tijdsbewaker houdt <strong>de</strong> tijd (5 minuten) in <strong>de</strong> gaten. De<br />

leerlingen bespreken in hun groepje <strong>de</strong> mogelijke antwoor<strong>de</strong>n. Na een vijftal<br />

minuutjes roep je hen terug samen en volgt er een klassikale bespreking.<br />

• Wat zie je op je foto Wat kun je zeggen over het weer het regent / het<br />

sneeuwt / <strong>de</strong> zon schijnt / het hagelt / het is mistig / het is warm / het is koud<br />

• Welke <strong>voor</strong>werpen bracht je bij je foto mee schoenen / muts en sjaal / lange<br />

of korte broek / ski’s / paraplu / zonnecrème / zonnebril<br />

• Waarom koos je <strong>voor</strong> die <strong>voor</strong>werpen<br />

• Wat hebben ze te maken met wat je op <strong>de</strong> foto ziet<br />

ALGEMENE TIPS<br />

Weerkalen<strong>de</strong>r in het Frans<br />

Deze les leent zich<br />

uitstekend <strong>voor</strong> het<br />

aanleren van <strong>de</strong><br />

weerkalen<strong>de</strong>r in het Frans.<br />

Het is interessant om<br />

dagelijks <strong>de</strong> weerkalen<strong>de</strong>r<br />

te herhalen (zie<br />

achtergrondinformatie).<br />

Het is daarom nuttig<br />

om (aanvullend bij <strong>de</strong><br />

klastaken) per week iemand<br />

<strong>de</strong> weerman of -vrouw te<br />

laten zijn.<br />

Aan het bord toon je weer prent 4 waarop <strong>de</strong> foto’s van <strong>de</strong> weertypes staan.<br />

• Wat merk je op bij <strong>de</strong> keuze van <strong>de</strong> kledij bij sneeuw, hagel, ijzel warme kledij<br />

/ lange broeken / textiel is dikker / lange mouwen / meer<strong>de</strong>re laagjes boven<br />

elkaar aandoen / een dikke jas vaak met een kap …<br />

• Wat merk je op bij <strong>de</strong> keuze van <strong>de</strong> kledij bij zon, hittegolf korte broeken /<br />

textiel is dunner / korte mouwen / een dunne jas of zelfs zon<strong>de</strong>r jas …<br />

• En wat valt je op als je naar <strong>de</strong> attributen kijkt We passen ons nog meer<br />

aan het weer aan: als het sneeuwt kunnen we langlaufen / skiën / een<br />

sneeuwpop maken, als <strong>de</strong> zon schijnt smeren we ons in met zonnecrème, als<br />

het regent gebruiken we een paraplu …<br />

• Wat kun je daaruit besluiten De mens past zich aan het weer aan met zijn<br />

kledij en attributen.<br />

We hebben net ont<strong>de</strong>kt dat het weer bepaalt welke kledij <strong>de</strong> mensen kiezen.<br />

We hebben bij sommige weertypes ook bepaal<strong>de</strong> attributen nodig.<br />

Mensen passen zich dus op verschillen<strong>de</strong> manieren aan het weer aan.<br />

LES 7 De mens past zich aan. 53


Kringgesprek: <strong>de</strong> leerlingen zitten in een kring en kunnen elkaar zien. Je <strong>de</strong>elt<br />

het kopieerblad met <strong>de</strong> emotiekaarten uit. Elk kind krijgt zes verschillen<strong>de</strong><br />

kaarten. Bespreek kort welke emoties bij <strong>de</strong> zes gezichten horen: verdrietig,<br />

blij, neutraal, boos, bang en een zelf te bepalen emotie.<br />

Vermeld dat niet alle gevoelens daarmee wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>gesteld. De leerlingen<br />

mogen zelf nog emoties aangeven via <strong>de</strong> mondloze smiley.<br />

Je neemt prent 4 en wijst een foto aan (of projecteert aan het bord een foto<br />

uit het themaschrift). De leerlingen steken <strong>de</strong> kaart op met <strong>de</strong> emotie die het<br />

weertype bij hen oproept.<br />

Bespreek kort <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n: bv. onweer = bang / regen = boos want regen<br />

vind ik niet leuk / zonneschijn = blij want ik kan buiten spelen.<br />

Het is <strong>de</strong> bedoeling dat <strong>de</strong> leerlingen ont<strong>de</strong>kken dat het al dan niet leuk vin<strong>de</strong>n<br />

van een weertype heel subjectief is; ie<strong>de</strong>reen reageert an<strong>de</strong>rs op het weer.<br />

• We hebben nu besproken wat we voelen bij een weertype. Wat stel je vast Wat<br />

merk je op als je kijkt naar <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> gezichtjes Mensen passen<br />

zich niet alleen aan het weer aan met kledij en attributen. Ook hun gevoel<br />

veran<strong>de</strong>rt volgens het weer. Dat gevoel is <strong>voor</strong> ie<strong>de</strong>reen an<strong>de</strong>rs.<br />

• Zou er nog een manier zijn waarop <strong>de</strong> mens zich aan het weer aanpast We<br />

passen ons gedrag aan. We passen onze bezighe<strong>de</strong>n aan.<br />

Als <strong>de</strong> leerlingen het antwoord niet uit zichzelf vin<strong>de</strong>n, wacht je nog even af. De<br />

leerlingen voeren nog een paar opdrachten uit, zodat ze te weten komen wat<br />

die aanpassingen zijn.<br />

Zo stimuleer je zelfstandig <strong>de</strong>nken.<br />

De leerlingen gaan opnieuw in hun groepjes zitten. Deel het kopieerblad met<br />

<strong>de</strong> uitstap- en verkeersinformatiekaarten uit. De leerlingen lezen <strong>de</strong> opdracht<br />

die op hun kaart staat.<br />

Ze be<strong>de</strong>nken een weerbericht dat past bij hun bestemming en bij <strong>de</strong><br />

verkeerstoestand en noteren het in hun themaschrift op p. 17.<br />

<strong>Op</strong> www.<strong>de</strong>redactie.be kunnen ze een weerbericht bekijken.<br />

De tekeningen links op p. 17 helpen <strong>de</strong> leerlingen om hun weerbericht<br />

te schrijven. De groepjes komen <strong>de</strong> kaart en bijpassend weerbericht<br />

(themaschrift) <strong>voor</strong>lezen.<br />

Voorbeeld van een eenvoudig weerbericht bij pad<strong>de</strong>n overzetten<br />

Vandaag gaat het 10° C wor<strong>de</strong>n. Het is fris.<br />

Het regent, het miezert. De zon gaat vandaag niet schijnen.<br />

We dragen het best een jas, lange broek en laarzen. Een paraplu kunnen we<br />

ook gebruiken.<br />

54<br />

DE ZON


Meteen na <strong>de</strong> <strong>voor</strong>stelling van elk weerbericht volgt een klassikale bespreking.<br />

Naar zee: warm en zonnig weer met hoge temperaturen (min. 20° C)<br />

• Waarom moet het op die dag warm en zonnig zijn De bestemming vraagt<br />

warm zonnig weer. We brengen <strong>de</strong> dag buiten door. We gaan zwemmen in<br />

zee, eten een ijsje …<br />

• Wat zou er gebeuren, als het plots regenachtig, fris, stormachtig… weer zou<br />

zijn Bij koud, regenachtig weer zou <strong>de</strong> uitstap niet kunnen doorgaan. Storm<br />

= niet uitvaren. Kou<strong>de</strong> = niet zwemmen in zee.<br />

• Waarom is er op die dag file Omdat veel mensen op een warme dag naar <strong>de</strong><br />

kust trekken. Bij slecht weer zou er min<strong>de</strong>r file zijn.<br />

Pad<strong>de</strong>n overzetten: regenachtige dag, geen zon, bewolkt (min. 10° C)<br />

• Waarom moet het op die dag vrij warm en vochtig zijn De activiteit<br />

vraagt warm en vochtig weer. An<strong>de</strong>rs komen <strong>de</strong> pad<strong>de</strong>n niet uit hun<br />

winterschuilplaats.<br />

• Wat zou er gebeuren als het plots heel warm wordt of begint te vriezen Bij<br />

hoge temperaturen of vrieskou<strong>de</strong> verstoppen <strong>de</strong> pad<strong>de</strong>n zich. De activiteit<br />

kan dan niet doorgaan.<br />

• Waarom is er op die dag een ongeval gebeurd Het is regenachtig weer. Dan<br />

heb je meer kans om te slippen met je wagen. Bij droog weer zou het ongeval<br />

waarschijnlijk niet gebeurd zijn.<br />

• Hoe past <strong>de</strong> mens zich dus nog aan, behalve in kleding, attributen, gevoel en<br />

gedrag De mens past ook zijn bezighe<strong>de</strong>n aan.<br />

Verwerking<br />

Bespreek met <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> mindmap in het themaschrift op p. 23-24.<br />

Projecteer <strong>de</strong> mindmap op het bord of toon <strong>de</strong> prent van <strong>de</strong> mindmap.<br />

• Wat wordt er in <strong>de</strong> mindmap getoond Waarover gaat het Over <strong>de</strong> zon: die<br />

staat in het mid<strong>de</strong>n en is dus belangrijk.<br />

• Wat zie je allemaal Dikke gekleur<strong>de</strong> lijnen die overgaan in dunnere lijnen.<br />

De dikkere lijnen vertakken zich. Elk on<strong>de</strong>rwerp heeft een an<strong>de</strong>re kleur en<br />

elke kleur stelt een on<strong>de</strong>rwerp over <strong>de</strong> zon <strong>voor</strong>. Je ziet ook afbeeldingen en<br />

woor<strong>de</strong>n en zinnen die moeten wor<strong>de</strong>n aangevuld.<br />

De mindmap is een samenvatting van <strong>de</strong> lessen over <strong>de</strong> zon. Alle hoofdzaken<br />

staan erin. Het is een handig hulpmid<strong>de</strong>l als je je lessen instu<strong>de</strong>ert.<br />

De leerlingen vullen het juiste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> mindmap zelfstandig in. Ze<br />

mogen het themaschrift als informatiebron gebruiken. Daarna vergelijken<br />

ze hun oplossingen per twee en passen aan waar nodig. Houd een klassikale<br />

bespreking. Het is belangrijk dat je <strong>de</strong> leerlingen laat verwoor<strong>de</strong>n hoe ze te<br />

werk gingen bij het invullen. Zo leren ze van elkaar.<br />

• Wie gebruikte het themaschrift als informatiebron<br />

• Wie kon op eigen kracht alles invullen<br />

LES 7 De mens past zich aan. 55


Afronding<br />

Als extraatje kun je <strong>de</strong> leerlingen bij <strong>de</strong>ze les <strong>de</strong> weerkalen<strong>de</strong>r in het Frans<br />

aanleren. Per week laat je iemand weerman of -vrouw zijn. Hang <strong>de</strong> kaarten en<br />

het weertype op in <strong>de</strong> klas.<br />

Il pleut.<br />

Het regent.<br />

Il neige. / Il y a du verglas.<br />

Het sneeuwt. / Het ijzelt.<br />

Il est nuageux.<br />

Het is bewolkt.<br />

Il y a <strong>de</strong>s nuages.<br />

Het is zwaarbewolkt.<br />

Le soleil brille. / Il fait chaud.<br />

De zon schijnt. / Het is warm.<br />

Il y a du brouillard.<br />

Er is mist.<br />

Il y a du vent / Il y a une tempête.<br />

Het waait. / Er is een storm.<br />

Il y a un orage.<br />

Het onweert.<br />

56<br />

DE ZON


LES 7 De mens past zich aan. 57


LES 7<br />

De mens past zich aan.<br />

Na <strong>de</strong>ze les ...<br />

ken ik <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> weertypes.<br />

weet ik dat mensen hun gedrag aan het weer aanpassen.<br />

weet ik dat het weer een invloed heeft op mensen, op hoe ze zich voelen.<br />

1<br />

Ken je <strong>de</strong>ze weertypes Schrijf ze naast <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> foto.<br />

zonnig - onweer - sneeuw - regen - wind - ijzel - bewolkt - mist - storm - hagel<br />

ijzel<br />

wind<br />

sneeuw<br />

hagel<br />

mist<br />

onweer<br />

bewolkt<br />

storm<br />

regen<br />

zonnig<br />

2<br />

Zoek op en vul aan.<br />

Wat is vorst vriesweer, heel koud weer<br />

Wat is een hittegolf een perio<strong>de</strong> met heel hoge temperaturen, erg warm<br />

16<br />

DE ZON<br />

58<br />

DE ZON


3<br />

Beschrijf je lievelingsweertje.<br />

4<br />

Schrijf het weerbericht dat past bij <strong>de</strong> uitstapkaart en <strong>de</strong> kaart van het verkeer die<br />

je kreeg.<br />

a Kleur <strong>de</strong> thermometer in <strong>de</strong> juiste kleur.<br />

Weerbericht<br />

Vandaag is het …<br />

b Omcirkel het passen<strong>de</strong> weer.<br />

c Omcirkel wat je draagt om op uitstap te gaan.<br />

LES 7 De mens past zich aan. 17<br />

LES 7 De mens past zich aan. 59


LES 8<br />

Een zonnewijzer maken<br />

Domein(en): techniek<br />

On<strong>de</strong>rwerp: een zonnewijzer maken, gebruiken en evalueren<br />

Lesduur: 2 x 50 minuten<br />

LEERPLANDOELEN<br />

Bij het onlinelesmateriaal<br />

vind je een overzicht met<br />

alle leerplandoelstellingen<br />

per les.<br />

MATERIAAL<br />

Voor <strong>de</strong> leerlingen<br />

• themaschrift p.18-19<br />

• badges<br />

Voor <strong>de</strong> <strong>leerkracht</strong><br />

• achtergrondinformatie<br />

• prentenset: prent 1<br />

• kopieerblad p. 30 (1x)<br />

• kopieerblad p. 31-32<br />

(op leerlingaantal)<br />

• kopieerblad p. 33 (1x)<br />

Voor <strong>de</strong> klas<br />

• bordboek<br />

• materiaal zonnewijzer<br />

• materiaal proefjes (kralen<br />

en touw, hinkelparcours)<br />

• eigen tijdlijn<br />

Vooraf<br />

De zonnewijzer maken is individueel werk. Maar als je een grote zonnewijzer<br />

wilt maken, ver<strong>de</strong>el je <strong>de</strong> klas in groepjes, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> groepjes als in les 4. De<br />

leerlingen krijgen wel elk een an<strong>de</strong>re taak toegewezen.<br />

Deze les is enkel mogelijk op een zonnige dag!<br />

Start<br />

Je herneemt kort <strong>de</strong> hoofdzaken uit <strong>de</strong> vorige lessen en herhaalt dat <strong>de</strong> mens<br />

<strong>de</strong> tijd or<strong>de</strong>nt in dagen, maan<strong>de</strong>n en seizoenen. De leerlingen sommen op<br />

welke dat zijn.<br />

Kern<br />

Je start <strong>de</strong> les met een paar proefjes om <strong>de</strong> leerlingen ‘tijd’ te laten ervaren.<br />

Zo on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n ze dat tijd ervaren subjectief is en dat je een meetinstrument<br />

nodig hebt om tijd objectief te meten.<br />

Proef 1: hinkelparcours (individueel af te leggen)<br />

Je tekent een (eenvoudig) hinkelparcours op <strong>de</strong> speelplaats.<br />

Aan elke leerling vraag je om zo snel mogelijk het parcours af te leggen, daarna<br />

vraag je wie <strong>de</strong> snelste van <strong>de</strong> klas was. Er zal commotie ontstaan omdat <strong>de</strong><br />

vraag niet correct kan beantwoord wor<strong>de</strong>n.<br />

Je gaat niet in op <strong>de</strong> drukte en <strong>de</strong> mogelijke antwoor<strong>de</strong>n, maar vraagt wie<br />

volgens <strong>de</strong> leerlingen ongeveer <strong>de</strong> snelste was. Ook die vraag blijkt moeilijk te<br />

beantwoor<strong>de</strong>n.<br />

Proef 2: kralen rijgen (individueel uit te voeren)<br />

Vijf leerlingen krijgen <strong>de</strong> opdracht om kralen aan een touw te rijgen. Als<br />

leerling 1 klaar is, is het <strong>de</strong> beurt aan leerling 2 enz. Na het rijgen vraag je wie<br />

het snelste was. Ook die vraag kunnen we niet beantwoor<strong>de</strong>n.<br />

• Wat heb je geleerd Hoe kwam je te weten wie het snelst was Dat je zon<strong>de</strong>r<br />

vaste maat niet kunt vergelijken, dat je alleen met behulp van instrumenten<br />

nauwkeurig kunt meten wie het snelst was: met een klok, een timer, een<br />

stopwatch.<br />

60<br />

DE ZON


Je legt meteen <strong>de</strong> link naar het on<strong>de</strong>rwerp van <strong>de</strong> les: een zonnewijzer maken.<br />

Je toont <strong>de</strong> afbeeldingen van <strong>de</strong> zonnewijzers op het kopieerblad op p. 30.<br />

Net zoals wij het vervelend vin<strong>de</strong>n om geen klok en dus geen besef van tijd te<br />

hebben, zo had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mensen lang gele<strong>de</strong>n ook nood aan ‘tijd’. Maar toen<br />

had<strong>de</strong>n ze geen horloge of klok.<br />

Aan <strong>de</strong> stand van <strong>de</strong> zon kon<strong>de</strong>n ze wel zien hoe laat het ongeveer was. Soms<br />

gebruikten ze daar een zonnewijzer <strong>voor</strong>. Met een zonnewijzer gebruik je <strong>de</strong><br />

schaduw die <strong>de</strong> zon maakt om <strong>de</strong> tijd te meten.<br />

• Wie van jullie zag al eens een zonnewijzer En waar op <strong>de</strong> muur van een oud<br />

gebouw of een kerk / ergens in een park<br />

ALGEMENE TIPS<br />

Begin ‘s ochtends met het<br />

maken van <strong>de</strong> zonnewijzer,<br />

bv. om 9 uur. Elk uur ga je<br />

met <strong>de</strong> klas naar buiten om<br />

opnieuw een schaduwlijn<br />

aan te dui<strong>de</strong>n en meteen<br />

het uur erbij te noteren.<br />

De leerlingen brengen <strong>de</strong> kaart met <strong>de</strong> zonnewijzer (kopieerblad p. 30) aan op<br />

<strong>de</strong> tijdslijn. Ofwel bij ‘Heel lang gele<strong>de</strong>n’ ofwel bij <strong>de</strong> ‘Oudheid/1500 v.Chr.’<br />

Een zonnewijzer maken<br />

• Wat heb je zeker nodig om een zonnewijzer te maken De zon, want zon<strong>de</strong>r<br />

zon kun je geen schaduwen zien.<br />

Aan <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n moet een zonnewijzer voldoen: het moet een<br />

instrument zijn om <strong>de</strong> tijd te meten / het moet gebruikmaken van zonnestralen<br />

/ meer<strong>de</strong>re leerlingen moeten er (tegelijk) elk uur van <strong>de</strong> schooldag kunnen op<br />

aflezen / het moet door alle leerlingen van <strong>de</strong> lagere school gebruikt kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

Deel het kopieerblad met het stappenplan uit en bespreek het. Je kunt<br />

kiezen: ofwel maken <strong>de</strong> leerlingen een grote zonnewijzer om te gebruiken op<br />

<strong>de</strong> speelplaats (groepswerk) of ze maken een individuele zonnewijzer (klein<br />

individueel mo<strong>de</strong>l). Gebruik het kopieerblad met het gepaste stappenplan.<br />

De materialen kun je zelf <strong>voor</strong>zien of je laat <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> benodigdhe<strong>de</strong>n<br />

meebrengen.<br />

De zonnewijzer gebruiken en evalueren<br />

De leerlingen kunnen <strong>de</strong> zonnewijzer gebruiken. Je laat hen op een zonnige<br />

dag af en toe naar <strong>de</strong> zonnewijzer kijken en het uur aflezen.<br />

• Klopt het met het werkelijke uur het uur klopt ongeveer / een halfuur kunnen<br />

we nog aflezen maar minuten niet / onze zonnewijzer werkt niet nauwkeurig<br />

<strong>Op</strong> een bewolkte dag geef je net <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> opdracht.<br />

• Kun je het uur lezen Het uur kan niet afgelezen wor<strong>de</strong>n omdat er geen<br />

schaduw valt. Je hebt <strong>de</strong> zon nodig om het uur te kunnen lezen. ‘s Nachts is<br />

een zonnewijzer ook niet bruikbaar.<br />

Conclusie: een zonnewijzer kan alleen gebruikt wor<strong>de</strong>n bij zonnig weer en<br />

overdag. Dus ging <strong>de</strong> mens op zoek naar een beter systeem.<br />

LES 8 Een zonnewijzer maken 61


TIPS BIJ DE LES<br />

TIP: In het thema ‘De<br />

schoolbuurt’ komt <strong>de</strong><br />

zonnewijzer goed van pas.<br />

De geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> tijdmeting<br />

Omdat <strong>de</strong> zonnewijzer niet altijd bruikbaar was, bedacht men <strong>de</strong> waterklok. De<br />

waterklok kon je ’s nachts en op bewolkte dagen gebruiken. Het water druppel<strong>de</strong><br />

van het ene reservoir in het an<strong>de</strong>re en zo kon je <strong>de</strong> tijd aflezen.<br />

De leerlingen brengen <strong>de</strong> kaart met <strong>de</strong> waterklok (kopieerblad p. 33) aan op <strong>de</strong><br />

eigen tijdlijn. Ofwel bij ‘heel lang gele<strong>de</strong>n’ ofwel bij <strong>de</strong> ‘oudheid/1500 v.Chr.’<br />

Lang gele<strong>de</strong>n gebruikten <strong>de</strong> mensen kaarsen om hun huizen te verlichten. Die<br />

kaarsen wer<strong>de</strong>n ook als klok gebruikt. <strong>Op</strong> <strong>de</strong> zijkant zette men streepjes. Telkens<br />

als er een streepje was weggebrand, was er een uur <strong>voor</strong>bij.<br />

• Wat was daar het na<strong>de</strong>el van De kaarsen waren gevaarlijk en veroorzaakten<br />

vaak brand. Als <strong>de</strong> kaars werd gedoofd, kon je het uur niet meer precies<br />

bijhou<strong>de</strong>n.<br />

De leerlingen brengen <strong>de</strong> kaart met <strong>de</strong> kaars (kopieerblad p. 33) aan op <strong>de</strong><br />

tijdlijn.Ofwel bij ‘heel lang gele<strong>de</strong>n’ ofwel bij ‘mid<strong>de</strong>leeuwen’.<br />

<strong>Op</strong> zee was een kaars niet zo handig. Door het schommelen van <strong>de</strong> boot kon <strong>de</strong><br />

kaars omvallen en brand veroorzaken. Daarom vond men <strong>de</strong> zandloper uit. De<br />

zandloper kon heel nauwkeurig een korte tijd aangeven.<br />

• Wij gebruiken nu ook nog zandlopers. Wanneer bij het koken / in <strong>de</strong> sauna /<br />

bij sommige gezelschapsspelletjes<br />

De leerlingen brengen <strong>de</strong> kaart met <strong>de</strong> zandloper (kopieerblad p. 33) aan op <strong>de</strong><br />

tijdslijn. Ofwel bij ‘heel lang gele<strong>de</strong>n’ ofwel bij <strong>de</strong> ‘mid<strong>de</strong>leeuwen’.<br />

Nog later vond men <strong>de</strong> eerste klok uit. Met behulp van tandwielen en gewichtjes<br />

kon men een klok met wijzers laten draaien en zo het verstrijken van <strong>de</strong> tijd laten<br />

aangeven. Vanaf dan kon men veel nauwkeurig <strong>de</strong> tijd aangeven.<br />

De leerlingen brengen <strong>de</strong> kaart met <strong>de</strong> mechanische klok (kopieerblad p. 33)<br />

aan op <strong>de</strong> tijdslijn. Ofwel bij ‘heel lang gele<strong>de</strong>n’ ofwel bij ‘mid<strong>de</strong>leeuwen’.<br />

Na <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog vond men <strong>de</strong> atoomklok uit. Daar maken wij ook nu<br />

nog gebruik van. Die manier van tijdmeting is supernauwkeurig. Zo kunnen we<br />

<strong>de</strong> tijd met ons meedragen: horloge, gsm, gps.<br />

De leerlingen brengen <strong>de</strong> kaart met <strong>de</strong> gsm (kopieerblad p. 33) aan op <strong>de</strong><br />

tijdlijn bij ‘nu.’<br />

62<br />

DE ZON


Verwerking<br />

Bespreek hoe het ging om <strong>de</strong> zonnewijzers te maken en te gebruiken.<br />

• Wat ging vlot/niet vlot<br />

• Welke zonnewijzers zijn het nauwkeurigst Hoe komt dat<br />

De leerlingen nemen hun themaschrift op p. 19 en maken opdracht 3.<br />

Afronding<br />

Bespreek met <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> mindmap in het themaschrift op p. 23-24.<br />

Projecteer <strong>de</strong> mindmap op het bord of toon <strong>de</strong> prent van <strong>de</strong> mindmap.<br />

• Wat wordt er in <strong>de</strong> mindmap getoond Waarover gaat het Over <strong>de</strong> zon: die<br />

staat in het mid<strong>de</strong>n en is dus belangrijk.<br />

• Wat zie je allemaal Dikke gekleur<strong>de</strong> lijnen die overgaan in dunnere lijnen.<br />

De dikkere lijnen vertakken zich. Elk on<strong>de</strong>rwerp heeft een an<strong>de</strong>re kleur en<br />

elke kleur stelt een on<strong>de</strong>rwerp over <strong>de</strong> zon <strong>voor</strong>. Je ziet ook afbeeldingen en<br />

woor<strong>de</strong>n en zinnen die moeten wor<strong>de</strong>n aangevuld.<br />

De mindmap is een samenvatting van <strong>de</strong> lessen over <strong>de</strong> zon. Alle hoofdzaken<br />

staan erin. Het is een handig hulpmid<strong>de</strong>l als je je lessen instu<strong>de</strong>ert.<br />

De leerlingen vullen het juiste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> mindmap zelfstandig in. Ze<br />

mogen het themaschrift als informatiebron gebruiken. Daarna vergelijken<br />

ze hun oplossingen per twee en passen aan waar nodig. Houd een klassikale<br />

bespreking. Het is belangrijk dat je <strong>de</strong> leerlingen laat verwoor<strong>de</strong>n hoe ze te<br />

werk gingen bij het invullen. Zo leren ze van elkaar.<br />

• Wie gebruikte het themaschrift als informatiebron<br />

• Wie kon op eigen kracht alles invullen<br />

LES 8 Een zonnewijzer maken 63


Achtergrondinformatie<br />

De zonnewijzer<br />

Een zonnewijzer is een instrument om met behulp van <strong>de</strong> zon <strong>de</strong> tijd aan te wijzen, meestal in <strong>de</strong> vorm van een<br />

vlak of schijf waarop <strong>de</strong> tijd valt af te lezen aan <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> schaduw die een stift (<strong>de</strong> gnomon) erop werpt. De<br />

oudste beken<strong>de</strong> zonnewijzer dateert van omstreeks 1500 v.Chr. en werd in Egypte gevon<strong>de</strong>n.<br />

De aar<strong>de</strong> draait om haar as. De schaduw van een <strong>voor</strong>werp veran<strong>de</strong>rt daardoor <strong>voor</strong>tdurend van richting. Als <strong>de</strong><br />

schaduw naar het noor<strong>de</strong>n wijst (op het zui<strong>de</strong>lijk halfrond naar het zui<strong>de</strong>n) is het precies middag. De zon staat<br />

dan in het zui<strong>de</strong>n (op het zui<strong>de</strong>lijk halfrond in het noor<strong>de</strong>n) en in haar hoogste stand die dag, precies boven <strong>de</strong><br />

meridiaan. Het is 12 uur in lokale zonnetijd. Van daaruit kan men een ver<strong>de</strong>ling maken en uurlijnen aanbrengen<br />

waarop <strong>de</strong> schaduw het uur aanduidt.<br />

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Zonnewijzer<br />

De waterklok<br />

Een wateruurwerk of waterklok, ook wel clepsydra genoemd, is een klok die <strong>de</strong> tijd meet door mid<strong>de</strong>l van<br />

stromend water.<br />

Oorspronkelijk werd in <strong>de</strong> gehele wereld <strong>de</strong> zonnewijzer als tijdmeter gebruikt. Maar die was ‘s nachts en bij<br />

bewolkt weer onbruikbaar. De uitvinding van het wateruurwerk was dus een belangrijke <strong>voor</strong>uitgang. Het bestond<br />

uit een reservoir, waarin <strong>de</strong> door toevoer of afvoer veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> waterspiegel op een schaal werd<br />

gemeten.<br />

De waterklok werd waarschijnlijk uitgevon<strong>de</strong>n in het ou<strong>de</strong> Egypte of Mesopotamië. Het <strong>voor</strong><strong>de</strong>el ervan was dat hij<br />

ook ‘s nachts en op bewolkte dagen bruikbaar was. Door toevoer en afvoer van water in een reservoir veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> waterspiegel. Daarvan leid<strong>de</strong> men het verstrijken van <strong>de</strong> tijd af. In <strong>de</strong> Chinese wereld had men<br />

ook een waterklok uitgevon<strong>de</strong>n: ze bestond uit een wiel dat ronddraai<strong>de</strong> als gevolg van water in aanhangen<strong>de</strong><br />

kommen.<br />

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Waterklok<br />

Bron: http://www.isgeschie<strong>de</strong>nis.nl/nieuws/<strong>de</strong>-geschie<strong>de</strong>nis-van-tijdmeting/<br />

De kaars<br />

In <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen was <strong>de</strong> kaars <strong>de</strong> <strong>voor</strong>naamste bron van kunstverlichting. Vanwege het brandgevaar (maar ook<br />

vanwege <strong>de</strong> slechtere kwaliteit van het uitgevoer<strong>de</strong> werk) was het gebruik van kaarsen als kunstverlichting <strong>voor</strong><br />

het avondlijk werk vaak aan ban<strong>de</strong>n gelegd. De kaarsen brand<strong>de</strong>n regelmatig genoeg om als een klok gebruikt te<br />

wor<strong>de</strong>n. Er waren 12- en 24-uurskaarsen verkrijgbaar met horizontale ringen, die <strong>de</strong> uren aangaven. Tegenwoordig<br />

ziet men nog wel kaarsen met een urenver<strong>de</strong>ling op <strong>de</strong> zijkant. Vaak is dat een opdruk van papier, dat dan als lont<br />

kan gaan werken, waardoor <strong>de</strong> kaars ook aan <strong>de</strong> buitenkant kan gaan bran<strong>de</strong>n.<br />

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Klok_(tijd)<br />

64<br />

DE ZON


De zandloper<br />

In <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen vond men <strong>de</strong> zandloper uit, een toestel dat nauwkeurig een korte tijdsduur kon aangeven.<br />

Vooral op schepen gebruikte men veel zandlopers, omdat een precieze tijdmeting cruciaal was <strong>voor</strong> navigatie op<br />

zee.<br />

Een zandloper is een instrument om <strong>de</strong> tijd te meten. Het bestaat uit twee glazen reservoirs, die via een smalle<br />

verbinding met elkaar verbon<strong>de</strong>n zijn. In het bovenste reservoir bevindt zich zand, dat door <strong>de</strong> zwaartekracht door<br />

het smalle kanaal valt, en een bepaal<strong>de</strong> tijd nodig heeft om compleet van het bovenste naar het on<strong>de</strong>rste reservoir<br />

te gaan. Dan kan <strong>de</strong> zandloper omgedraaid wor<strong>de</strong>n, waarna het proces opnieuw begint.<br />

Het zand is meestal fijn zand, maar ook vermalen eierschalen en gemalen marmer wer<strong>de</strong>n gebruikt. Wanneer het<br />

zand precies een uur nodig heeft om helemaal naar bene<strong>de</strong>n te vallen, spreekt men van een ‘uurglas’.<br />

In <strong>de</strong> zeevaart werd <strong>de</strong> zandloper vroeger gebruikt om <strong>de</strong> snelheid in knopen te meten. Ook het tijdstip van <strong>de</strong><br />

dag kon op zee bijgehou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n, waarbij ie<strong>de</strong>re dag opnieuw werd begonnen als <strong>de</strong> zon op het hoogste<br />

punt stond. De tijd werd gemeten in glazen: na 30 minuten was <strong>de</strong> zandloper (het glas) doorgelopen en werd hij<br />

omgekeerd. <strong>Op</strong> <strong>de</strong> halve uren werd <strong>de</strong> scheepsbel dan eenmaal geluid; op <strong>de</strong> hele uren tweemaal.<br />

Zandlopers van 15 secon<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n in het verle<strong>de</strong>n regelmatig gebruikt door artsen en verpleegkundigen om<br />

iemands polsslag te meten.<br />

Tegenwoordig wor<strong>de</strong>n zandlopers soms nog gebruikt bij gezelschapsspelletjes, of bij het koken van eieren. In <strong>de</strong><br />

sauna wordt <strong>de</strong> zandloper nog veelvuldig toegepast.<br />

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Zandloper<br />

De mechanische klok<br />

Aan het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen <strong>de</strong><strong>de</strong>n mechanische klokken hun intre<strong>de</strong> en vervingen alle <strong>voor</strong>gaan<strong>de</strong><br />

systemen <strong>voor</strong>goed. Het oudste uurwerk, stamt uit 1386, en werd gevon<strong>de</strong>n in Engeland; het hangt nu aan <strong>de</strong><br />

kathedraal van Salisbury. Met behulp van tandwielen en gewichtjes kon men een klok met wijzers laten draaien en<br />

zo het verstrijken van <strong>de</strong> tijd aangeven.<br />

Via zandlopers en allerlei an<strong>de</strong>re mechanismen werd uitein<strong>de</strong>lijk het mechanische slingeruurwerk uitgevon<strong>de</strong>n.<br />

Vanaf dat moment was <strong>de</strong> tijd met enige nauwkeurigheid te meten. De uitvinding van <strong>de</strong> mechanische klok wordt<br />

toegeschreven aan <strong>de</strong> Fransman Gerbert (later paus Silvester II), die leef<strong>de</strong> rond <strong>de</strong> 10e eeuw. Tot aan <strong>de</strong> nieuwe<br />

tijd was een klok <strong>de</strong> ingewikkeldste machine die men kon maken.<br />

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Klok_(tijd)<br />

De atoomklok<br />

Een atoomklok is een klok die als basis <strong>voor</strong> zijn tijdmeting gebruikmaakt van <strong>de</strong> trillingen van atomen. De<br />

frequentie van <strong>de</strong> trillingen is zo constant en onafhankelijk van <strong>de</strong> omgeving, dat <strong>de</strong> afwijking van een atoomklok<br />

veelal slechts ongeveer 1 secon<strong>de</strong> per 5 miljard jaar bedraagt (ofwel: <strong>de</strong> onnauwkeurigheid bedraagt 10 −18 ).<br />

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Atoomklok<br />

LES 8 Een zonnewijzer maken 65


LES 8<br />

Een zonnewijzer maken<br />

Na <strong>de</strong>ze les ...<br />

weet ik hoe <strong>de</strong> tijd lang gele<strong>de</strong>n werd gemeten.<br />

kan ik een zonnewijzer maken.<br />

kan ik <strong>de</strong> zonnewijzer gebruiken.<br />

1<br />

Welk instrument waarmee je <strong>de</strong> tijd kunt meten, zie je op <strong>de</strong> foto<br />

een<br />

zonnewijzer<br />

2<br />

Maak zelf een zonnewijzer.<br />

a Vul aan.<br />

Om <strong>de</strong>ze opdracht te kunnen uitvoeren, moet <strong>de</strong> zon schijnen.<br />

Om <strong>de</strong> tijd te meten maak je immers een instrument dat gebruikmaakt van zonnestralen.<br />

Als <strong>de</strong> zon niet schijnt, kun je geen schaduwen zien.<br />

b Volg <strong>de</strong> instructies. Vul in en markeer waar nodig.<br />

Neem een stuk lichtgekleurd karton van<br />

ca. 30 x 30 cm. Teken <strong>de</strong> omtrek<br />

van een cirkel erop. Knip <strong>de</strong> cirkel uit.<br />

Druk een stukje klei op het mid<strong>de</strong>lpunt<br />

van <strong>de</strong> cirkel. Steek <strong>de</strong> stompe kant van een<br />

potlood in <strong>de</strong> klei.<br />

Zoek een plek buiten waar je <strong>de</strong> zonnewijzer<br />

enkele dagen op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> plaats kunt laten<br />

staan. De zonnewijzer moet altijd / mag soms /<br />

mag nooit in <strong>de</strong> schaduw staan. Zorg er<strong>voor</strong><br />

dat <strong>de</strong> zonnewijzer niet kan verschuiven of<br />

wegwaaien.<br />

Houd het uurwerk in <strong>de</strong> gaten. Overtrek elk uur<br />

met een meetlat <strong>de</strong> schaduw van het<br />

potlood. Dat noemen we ijken. Noteer bij elke<br />

lijn het uur. Als <strong>de</strong> zonnewijzer klaar is, kun je<br />

elke zonnige dag <strong>de</strong> tijd aflezen zon<strong>de</strong>r een<br />

uurwerk te gebruiken.<br />

18<br />

DE ZON<br />

66<br />

DE ZON


3<br />

Hoe meten mensen <strong>de</strong> tijd door <strong>de</strong> eeuwen heen<br />

De zonnewijzer was het eerste meetinstrument om <strong>de</strong> tijd te meten. Daarna volg<strong>de</strong>n nog heel wat<br />

an<strong>de</strong>re instrumenten.<br />

a Schrijf <strong>de</strong> juiste naam on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> foto.<br />

b Plaats in <strong>de</strong> cirkel het cijfer 1 bij <strong>de</strong> oudste tijdmeting en het cijfer 6 bij <strong>de</strong> jongste.<br />

zandloper – gsm – slingeruurwerk – waterklok – kaars – zonnewijzer<br />

5<br />

2<br />

4<br />

slingeruurwerk<br />

waterklok<br />

zandloper<br />

6<br />

3<br />

1<br />

© Flyout<br />

gsm<br />

kaars<br />

zonnewijzer<br />

LES 8 Een zonnewijzer maken 19<br />

LES 8 Een zonnewijzer maken 67


LES 9<br />

De zon kan gevaarlijk zijn<br />

Domein(en): natuur / gezondheid<br />

On<strong>de</strong>rwerp: <strong>de</strong> zon / ongezon<strong>de</strong> en gezon<strong>de</strong> levensgewoontes<br />

Lesduur: 2 x 50 minuten<br />

LEERPLANDOELEN<br />

Bij het onlinelesmateriaal<br />

vind je een overzicht met<br />

alle leerplandoelstellingen<br />

per les.<br />

MATERIAAL<br />

Voor <strong>de</strong> leerlingen<br />

• themaschrift p.20-21<br />

Vooraf / Start<br />

Je herneemt kort <strong>de</strong> hoofdzaken uit <strong>de</strong> vorige lessen.<br />

De zon is een licht- en warmtebron. In <strong>de</strong> lente en <strong>de</strong> zomer voelen we op zonnige<br />

dagen meer warmte van <strong>de</strong> zon. We passen ons aan het weer aan, bv. bij warm<br />

weer dragen we T-shirts en korte rokjes of broeken. Bij mooi weer spelen we<br />

buiten.<br />

Je leest het verhaal ‘Tamme Tijger’ <strong>voor</strong>.<br />

Voor <strong>de</strong> <strong>leerkracht</strong><br />

• achtergrondinformatie<br />

• prentenset: prent 1<br />

• kopieerblad p. 34 (1x)<br />

• prentenverhaal Tamme<br />

Tijger<br />

Voor <strong>de</strong> klas<br />

• bordboek<br />

• bingel<br />

• A3-papier om<br />

<strong>voor</strong>beeldaffiche te<br />

ontwerpen<br />

• stiften, kleurpotlo<strong>de</strong>n<br />

Kern<br />

De leerlingen halen uit het verhaal ‘Tamme Tijger’ tips om veilig in <strong>de</strong> zon te<br />

spelen.<br />

• Wat gebeur<strong>de</strong> er met <strong>de</strong> leerlingen Ze speel<strong>de</strong>n buiten in <strong>de</strong> zon, maar ze<br />

bescherm<strong>de</strong>n zich niet goed, waardoor ze verbrand<strong>de</strong>n en zich niet lekker<br />

voel<strong>de</strong>n.<br />

• Wat was er precies aan <strong>de</strong> hand<br />

• Waarom werd Ruben een ‘Roodhuid’ genoemd omdat hij verbrand is<br />

• Wat betekent het als iemand zo rood ziet als een tomaat Dat iemand<br />

helemaal rood is aangelopen. Anne heeft het te warm, ze is verbrand door te<br />

lang in <strong>de</strong> zon te spelen.<br />

• Hoe lossen <strong>de</strong> leerlingen hun problemen op Ze dragen een pet / ze<br />

beschermen zich met kledij / ze smeren zich in met zonnecrème / ze spelen<br />

in <strong>de</strong> schaduw / ze drinken water.<br />

Toon kopieerblad 34 met <strong>de</strong> foto van een verbran<strong>de</strong> huid.<br />

• Wat zie je op <strong>de</strong> foto een door <strong>de</strong> zon verbran<strong>de</strong> huid<br />

• Hoe merk je dat er iets mis is De huid is helemaal rood.<br />

• Hoe zou dat komen Deze persoon bescherm<strong>de</strong> zich niet goed tegen <strong>de</strong> zon.<br />

• Wat had hij moeten doen om dit te <strong>voor</strong>komen Hij had zich beter moeten<br />

beschermen, zoals <strong>de</strong> leerlingen uit het verhaal: insmeren met zonnecrème,<br />

beschermen<strong>de</strong> kledij dragen, in <strong>de</strong> schaduw blijven.<br />

• Welke tips kun jij aan mensen geven om op een goe<strong>de</strong> manier in <strong>de</strong> zon te<br />

gaan Zorg dat je niet verbrandt / loop in <strong>de</strong> schaduw (<strong>voor</strong>al tussen 12 -15 u<br />

in <strong>de</strong> zomer) / smeer je elk uur in / draag een pet, een zonnebril, T-shirt … /<br />

drink voldoen<strong>de</strong> water.<br />

68<br />

DE ZON


Zonnepaspoort<br />

Om te weten hoe je huid reageert op <strong>de</strong> zon, moet je weten welk huidtype je hebt.<br />

Leg <strong>de</strong> opdracht uit:<br />

<strong>Op</strong> bingel vin<strong>de</strong>n jullie <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> zonnepaspoorten. Door te lezen wat<br />

on<strong>de</strong>r elk paspoort staat, kom je te weten welk huidtype jij hebt. Doe <strong>de</strong> test!<br />

Vul dan jouw paspoort in je themaschrift op p. 20 in.<br />

Laat naar je vlekjes kijken<br />

Toon kopieerblad 34 met <strong>de</strong> foto van <strong>de</strong> huid met vlekjes.<br />

• Wat zie je op <strong>de</strong> foto een huid met moe<strong>de</strong>rvlekjes<br />

• Waarom kijkt men met een loep naar <strong>de</strong> vlekjes om ze goed te kunnen zien<br />

• Wie kijkt naar <strong>de</strong> vlekjes en waarom De dokter kijkt ernaar met een loep om<br />

<strong>de</strong> vlekjes te bestu<strong>de</strong>ren.<br />

Het is belangrijk dat je je huid leert kennen en op tijd opmerkt wanneer er iets<br />

veran<strong>de</strong>rt. Moe<strong>de</strong>r-, geboorte- of schoonheidsvlekjes zijn onscha<strong>de</strong>lijk. Maar als<br />

ze veran<strong>de</strong>ren van kleur, vorm, dikte of grootte of als ze gaan jeuken, zweren of<br />

bloe<strong>de</strong>n, kan dat een teken zijn van huidkanker.<br />

De leerlingen nemen hun themaschrift op p. 21 en ontwerpen een affiche. Ze<br />

zorgen <strong>voor</strong> een dui<strong>de</strong>lijke titel en een passen<strong>de</strong> tekening. Je kunt zelf een<br />

<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong>zien.<br />

Afronding<br />

Bespreek met <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> mindmap in het themaschrift op p. 23-24.<br />

Projecteer <strong>de</strong> mindmap op het bord of toon <strong>de</strong> prent van <strong>de</strong> mindmap.<br />

• Wat wordt er in <strong>de</strong> mindmap getoond Waarover gaat het Over <strong>de</strong> zon: die<br />

staat in het mid<strong>de</strong>n en is dus belangrijk.<br />

• Wat zie je allemaal Dikke gekleur<strong>de</strong> lijnen die overgaan in dunnere lijnen.<br />

De dikkere lijnen vertakken zich. Elk on<strong>de</strong>rwerp heeft een an<strong>de</strong>re kleur en<br />

elke kleur stelt een on<strong>de</strong>rwerp over <strong>de</strong> zon <strong>voor</strong>. Je ziet ook afbeeldingen en<br />

woor<strong>de</strong>n en zinnen die moeten wor<strong>de</strong>n aangevuld.<br />

ALGEMENE TIPS<br />

Elke keer als je<br />

verbrandt, wordt je huid<br />

onherroepelijk beschadigd.<br />

Je hebt er misschien<br />

nog niet bij stilgestaan,<br />

maar een gebruin<strong>de</strong><br />

huid is een teken dat het<br />

afweermechanisme van je<br />

huid in werking is getre<strong>de</strong>n.<br />

Het is een manier van je<br />

lichaam om zich, door het<br />

vormen van melanine,<br />

te beschermen tegen<br />

scha<strong>de</strong>lijke UV-stralen.<br />

Een verbran<strong>de</strong> huid wil<br />

zeggen dat <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diging<br />

gefaald heeft. En dat er dus<br />

scha<strong>de</strong> is toegebracht. Dat<br />

betekent spijtig genoeg niet<br />

alleen een paar dagen pijn<br />

hebben, het vermin<strong>de</strong>rt<br />

ook <strong>de</strong> elasticiteit van je<br />

huid én verhoogt je risico<br />

op huidkanker. Slechts vijf<br />

keer verbran<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns<br />

je jeugd zorgt <strong>voor</strong> een<br />

drastisch verhoog<strong>de</strong> kans<br />

op melanoom, huidkanker<br />

dus. En dat allemaal <strong>voor</strong><br />

dat bruine kleurtje.<br />

www.kanker.be<br />

De mindmap is een samenvatting van <strong>de</strong> lessen over <strong>de</strong> zon. Alle hoofdzaken<br />

staan erin. Het is een handig hulpmid<strong>de</strong>l als je je lessen instu<strong>de</strong>ert.<br />

De leerlingen vullen het juiste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> mindmap zelfstandig in. Ze<br />

mogen het themaschrift als informatiebron gebruiken. Daarna vergelijken<br />

ze hun oplossingen per twee en passen aan waar nodig. Houd een klassikale<br />

bespreking. Het is belangrijk dat je <strong>de</strong> leerlingen laat verwoor<strong>de</strong>n hoe ze te<br />

werk gingen bij het invullen. Zo leren ze van elkaar.<br />

• Wie gebruikte het themaschrift als informatiebron<br />

• Wie kon op eigen kracht alles invullen<br />

LES 9 De zon kan gevaarlijk zijn 69


LES 9<br />

De zon kan gevaarlijk zijn.<br />

Na <strong>de</strong>ze les ...<br />

weet ik waarom of wanneer <strong>de</strong> zon gevaarlijk kan zijn.<br />

kan ik mijn huidtype bepalen.<br />

kan ik vijf tips toepassen om veilig in <strong>de</strong> zon te komen.<br />

1<br />

Ken jij je huidtype Doe <strong>de</strong> test op bingel.<br />

www.slimmerin<strong>de</strong>zon.be<br />

mijn<br />

Zonnepaspoort<br />

dit ben ik!<br />

Mijn huid:<br />

!<br />

!<br />

!<br />

In <strong>de</strong> zon:<br />

!<br />

!<br />

!<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Ik heb huidtype . .....<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

ontwerp: impressantplus.eu<br />

merk op:<br />

Laat naar je vlekjes kijken!<br />

Het is belangrijk dat je je huid leert kennen en op tijd<br />

opmerkt wanneer er iets veran<strong>de</strong>rt. Moe<strong>de</strong>r-, geboorte- of<br />

schoonheidsvlekjes zijn onscha<strong>de</strong>lijk. Maar als ze van kleur,<br />

vorm, dikte of grootte veran<strong>de</strong>ren of wanneer ze gaan jeuken,<br />

zweren of bloe<strong>de</strong>n, kan dat een teken zijn van huidkanker.<br />

150122_zonnepaspoorten_vaninn.indd 1 22/01/15 15:01<br />

20<br />

DE ZON<br />

70<br />

DE ZON


2<br />

Ontwerp een leuke affiche om <strong>de</strong> mensen te waarschuwen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gevaren van <strong>de</strong> zon.<br />

a Zorg dat <strong>de</strong> vijf tips om veilig in <strong>de</strong> zon te komen erin staan.<br />

b Zorg <strong>voor</strong> een dui<strong>de</strong>lijke titel.<br />

c Maak er een passen<strong>de</strong> tekening bij.<br />

<strong>voor</strong>beeldoplossing<br />

Tip 1 Zorg dat je niet verbrandt.<br />

Tip 2 Blijf in <strong>de</strong> schaduw (<strong>voor</strong>al tussen 12 en 15 u in <strong>de</strong> lente<br />

en zomer).<br />

Tip 3 Smeer je elk uur in.<br />

Tip 4 Draag een pet, zonnebril, T-shirt …<br />

Tip 5 Drink voldoen<strong>de</strong> water.<br />

LES 9 De zon kan gevaarlijk zijn. 21<br />

LES 9 De zon kan gevaarlijk zijn 71


LES 10<br />

Terugblik<br />

Domein(en): leven<strong>de</strong> en niet-leven<strong>de</strong> natuur / natuur / gezondheid / techniek<br />

On<strong>de</strong>rwerp: samenvatting<br />

Lesduur: 50 minuten<br />

LEERPLANDOELEN<br />

Bij het onlinelesmateriaal<br />

vind je een overzicht met<br />

alle leerplandoelstellingen<br />

per les.<br />

MATERIAAL<br />

Voor <strong>de</strong> leerlingen<br />

• themaschrift p.22-23<br />

Voor <strong>de</strong> <strong>leerkracht</strong><br />

• prentenset: prent 1<br />

Voor <strong>de</strong> klas<br />

• bordboek<br />

Start<br />

Deze les is <strong>de</strong> samenvatting en vastzetting van een lessenreeks over <strong>de</strong> zon. De<br />

leerlingen vul<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mindmap in na elke les over <strong>de</strong> zon.<br />

Het is ook een uitgebrei<strong>de</strong> bespreking van <strong>de</strong> mindmap.<br />

Kern<br />

Wat weet je nog<br />

• Wie kan in één woord samenvatten over welk on<strong>de</strong>rwerp we <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bije lessen<br />

hebben geleerd over <strong>de</strong> zon<br />

• Wat heb je onthou<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> zon<br />

- Zon en maan zijn hemellichamen.<br />

- De zon geeft warmte.<br />

- De zon is een onuitputtelijke energiebron.<br />

- De zon zorgt <strong>voor</strong> dag en nacht.<br />

- De zon zorgt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> seizoenen (lente-zomer-herfst-winter).<br />

- Planten hebben <strong>de</strong> zon nodig om te leven, ze groeien naar <strong>de</strong> zon.<br />

- Nachtdieren passen zich aan <strong>de</strong> nacht aan (zintuigen).<br />

- De verschillen<strong>de</strong> weertypes zijn regen, sneeuw, zonneschijn, hagel, mist,<br />

ijzel, storm, vorst, hittegolf, bewolkt, onweer.<br />

- De mensen passen zich aan het weer aan (kledij, gevoel en bezighe<strong>de</strong>n).<br />

- Lang gele<strong>de</strong>n was <strong>de</strong> zon een tijdmeter (zonnewijzer).<br />

- De zon kan ook gevaarlijk zijn (huidkanker).<br />

De leerlingen vullen het lijstje aan tot alles is opgesomd. Je kunt eventueel<br />

sturen door tips te geven.<br />

72<br />

DE ZON


LES 10 Terugblik 73


SAMENVATTING<br />

Lang gele<strong>de</strong>n werd <strong>de</strong> tijd gemeten met een<br />

zonnewijzer<br />

.<br />

Om <strong>de</strong> tijd te kunnen aflezen, moet <strong>de</strong> zon schijnen.<br />

Want an<strong>de</strong>rs kun je geen schaduwen zien!<br />

Dat duurt 24<br />

uur.<br />

Zo wordt <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> ene<br />

kant belicht door <strong>de</strong> zon.<br />

Het is hier nu dag<br />

.<br />

Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant is er dan<br />

schaduw, daar is het nacht .<br />

De aar<strong>de</strong> draait om haar<br />

eigen as.<br />

Dat duurt 1 jaar<br />

( 365 of 366 dagen).<br />

4 seizoenen in een jaar:<br />

lente<br />

zomer<br />

herfst<br />

winter<br />

De aar<strong>de</strong> draait rond <strong>de</strong><br />

zon<br />

.<br />

Groene planten<br />

hebben <strong>de</strong> zon<br />

nodig.<br />

Planten volgen <strong>de</strong> zon door zich te<br />

bewegen<br />

.<br />

Nachtdieren<br />

Wortels groeien on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grond<br />

naar on<strong>de</strong>r<br />

.<br />

De stengel groeit naar<br />

boven , naar het zonlicht.<br />

Dieren passen zich aan het<br />

donker aan. Ze hebben sterk<br />

ontwikkel<strong>de</strong> zintuigen:<br />

Zon<strong>de</strong>r zonlicht sterft<br />

een groene plant.<br />

oren ogen neus<br />

22<br />

DE ZON<br />

74<br />

DE ZON


De zon geeft warmte<br />

.<br />

De zon geeft licht<br />

.<br />

Tip 1: Zorg dat je niet<br />

verbrandt.<br />

Tip 2: Blijf in <strong>de</strong> schaduw.<br />

Huidkanker<br />

kunnen we vermij<strong>de</strong>n<br />

met <strong>de</strong>ze 5 tips:<br />

Tip 3:<br />

Smeer je elk uur in.<br />

De zon als<br />

warmtebron.<br />

Tip 4: Drink voldoen<strong>de</strong><br />

water.<br />

De zon kan<br />

gevaarlijk<br />

zijn!<br />

Tip 5: Draag een pet,<br />

zonnebril, T-shirt ...<br />

Dit zijn ook groene energiebronnen.<br />

We gebruiken<br />

<strong>de</strong> energie<br />

van <strong>de</strong> zon.<br />

Zonne-energie is<br />

groene energie<br />

en is in overvloed<br />

aanwezig .<br />

spierkracht<br />

windkracht<br />

waterkracht<br />

huid<br />

Mensen<br />

passen<br />

zich aan.<br />

mond<br />

De mens past zijn gedrag ,<br />

activiteiten<br />

en gevoel<br />

aan het weer aan.<br />

Weertypes<br />

regen<br />

sneeuw<br />

zonnig<br />

hagel<br />

mist<br />

ijzel<br />

storm<br />

vorst<br />

hittegolf<br />

bewolkt<br />

onweer<br />

SAMENVATTING 23<br />

LES 10 Terugblik 75


ISBN 978-90-306-7199-2<br />

562327<br />

www.vanin.be<br />

a Sanoma company

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!