Het Eindverslag van de SBO effectmeting - IWT

Het Eindverslag van de SBO effectmeting - IWT Het Eindverslag van de SBO effectmeting - IWT

01.02.2015 Views

Het STWW-, GBOU- en SBO-programma: Effectmeting van projecten met een economische finaliteit Ingeborg Meijer Geert van der Veen Jan-Frens van Giessel Bastian Mostert Jon van Til Wieneke Vullings Juni 2007

<strong>Het</strong> STWW-, GBOU- en <strong>SBO</strong>-programma:<br />

Effectmeting <strong>van</strong> projecten met een<br />

economische finaliteit<br />

Ingeborg Meijer<br />

Geert <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Veen<br />

Jan-Frens <strong>van</strong> Giessel<br />

Bastian Mostert<br />

Jon <strong>van</strong> Til<br />

Wieneke Vullings<br />

Juni 2007


SAMENVATTING<br />

<strong>IWT</strong> en EWI hebben Technopolis gevraagd een <strong>effectmeting</strong> te verrichten <strong>van</strong> het<br />

<strong>SBO</strong>-programma en haar voorgangers STWW en GBOU. De basisrationale <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

drie programma’s is <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>: het creëren <strong>van</strong> een dui<strong>de</strong>lijke toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> op<br />

economisch of maatschappelijk vlak in Vlaan<strong>de</strong>ren mid<strong>de</strong>ls het uitvoeren <strong>van</strong><br />

baanbrekend generisch wetenschappelijk-technologisch basison<strong>de</strong>rzoek met een<br />

economisch en/of maatschappelijke finaliteit op langere termijn. Doelstelling is het<br />

realiseren <strong>van</strong> een brugfunctie tussen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekswereld enerzijds en <strong>de</strong> economie<br />

en maatschappij an<strong>de</strong>rzijds. De <strong>effectmeting</strong> bestrijkt alleen <strong>de</strong> projecten <strong>van</strong><br />

strategisch basison<strong>de</strong>rzoek met een primaire economische finaliteit. In <strong>de</strong> jaren tussen<br />

1998 en 2006 zijn in totaal 102 projecten met een economische finaliteit gefinancierd<br />

voor een totaal bedrag <strong>van</strong> 180 miljoen euro, waar<strong>van</strong> een <strong>de</strong>el nog niet is afgerond.<br />

In <strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong> wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvragen beantwoord:<br />

• Wat is <strong>de</strong> wetenschappelijke output <strong>van</strong> het programma en haar voorgangers<br />

• Tot welke economische of maatschappelijke benutting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksresultaten heeft dit geleid<br />

• Hoe verlopen <strong>de</strong> interacties tussen kennisinstellingen en bedrijven in <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>platformen<br />

in <strong>de</strong> voorbereidingsfase, bij <strong>de</strong> uitvoering en bij ver<strong>de</strong>re vervolg-<br />

O&O- en valorisatietrajecten<br />

Door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een webenquête on<strong>de</strong>r bedrijven en universitaire on<strong>de</strong>rzoekers,<br />

alsme<strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> interviews met projectlei<strong>de</strong>rs en le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> gebruikerscommissies,<br />

is informatie verzameld tenein<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze vragen te beantwoor<strong>de</strong>n. Vervolgens is<br />

geï<strong>de</strong>ntificeerd op welke wijze <strong>de</strong> doelmatigheid en <strong>de</strong> strategische impact <strong>van</strong> het<br />

<strong>SBO</strong>- programma verbeterd kan wor<strong>de</strong>n. In het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>effectmeting</strong> is tevens<br />

een uitgebrei<strong>de</strong> portfolioanalyse uitgevoerd, die na<strong>de</strong>r ingaat op <strong>de</strong> achtergron<strong>de</strong>n en<br />

kerngegevens <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> programma’s.<br />

De conclusies <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>effectmeting</strong> lui<strong>de</strong>n als volgt:<br />

Wetenschappelijke effecten<br />

• Productie <strong>van</strong> een aanzienlijke hoeveelheid (peer-reviewed) wetenschappelijke<br />

publicaties, promoties en workshopbijdragen.<br />

• Versterking <strong>van</strong> <strong>de</strong> kritische massa <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoeksgroepen met soms als gevolg<br />

ook een internationaal vooraanstaan<strong>de</strong> rol.<br />

• Diverse typen vervolgprojecten voortvloeiend uit <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>-projecten, <strong>van</strong> zeer<br />

fundamenteel tot zeer toegepast.<br />

• Een ruime meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> zowel on<strong>de</strong>rzoekers als <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

gebruikerscommissie geeft aan dat hun <strong>SBO</strong>-project(en) <strong>van</strong>uit een<br />

wetenschappelijk perspectief (zeer) geslaagd is/zijn.<br />

• Een validatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> wetenschappelijke resultaten <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma<br />

mid<strong>de</strong>ls peer-review en bibliometrische analyse maakte geen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uit <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong>.<br />

I


Maatschappelijke en economische effecten<br />

• <strong>Het</strong> is nog te vroeg om <strong>van</strong>uit economisch perspectief een oor<strong>de</strong>el te geven over<br />

het al dan niet geslaagd zijn <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma.<br />

• Bij veel projecten zijn nog geen valorisatie-effecten en dat is ook niet realistisch<br />

gezien <strong>de</strong> positionering <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek. Er wordt in <strong>de</strong> toekomst wel meer<br />

verwacht <strong>van</strong> <strong>de</strong> valorisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten.<br />

• Desalniettemin zijn gerealiseerd (op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> respons op <strong>de</strong> enquête, waarbij<br />

over ca. 60% <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten gegevens wer<strong>de</strong>n ont<strong>van</strong>gen): 25 octrooiaanvragen;<br />

6 verleen<strong>de</strong> licenties ter waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> €250.000; 3 gerealiseer<strong>de</strong> spin-offbedrijven<br />

(met momenteel ca. 100 werknemers) en nog minimaal 3 in voorbereiding; circa<br />

50 vervolgprojecten met betrokkenheid <strong>van</strong> industrie voor circa M€ 5; enkele<br />

tientallen on<strong>de</strong>rzoekers die na het project hun loopbaan bij <strong>de</strong> betrokken<br />

industriële partijen hebben voortgezet (Veel <strong>van</strong> <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> effecten zijn<br />

overigens slechts ge<strong>de</strong>eltelijk aan het <strong>SBO</strong>-project toe te schrijven).<br />

Valorisatieproces, interactie tussen kennisinstellingen en bedrijven<br />

• Gebruikers hebben meestal geen rol gehad bij het <strong>de</strong>finiëren <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek,<br />

waardoor <strong>de</strong> meeste projecten beperkt gericht zijn op latere valorisatie.<br />

• De gebruikerscommissie is m.n. een laagdrempelig instrument om geïnformeerd<br />

te wor<strong>de</strong>n, state-of-the-art kennis te vergaren en netwerken op te bouwen en<br />

on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n.<br />

• Gebruikerscommissies stellen zich doorgaans passief op en spelen een zeer<br />

beperkte rol ten aanzien <strong>van</strong> directe valorisatie.<br />

• On<strong>de</strong>rzoekers en gebruikers hebben hetzelf<strong>de</strong> beeld over <strong>de</strong> rol <strong>van</strong><br />

gebruikerscommissies, maar dat is niet het actief zorgdragen voor valorisatie!<br />

Doelmatigheid en strategische impact <strong>SBO</strong>-programma<br />

• <strong>Het</strong> <strong>SBO</strong>-programma wordt door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers en <strong>de</strong> gebruikers goed<br />

gewaar<strong>de</strong>erd, evenals <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> het programma door het <strong>IWT</strong>.<br />

• <strong>Het</strong> programma wordt een unieke plek toegedicht in het Vlaamse<br />

innovatiebeleidsinstrumentarium, tussen fundamenteel en toegepast on<strong>de</strong>rzoek in.<br />

Deze positie, vertaald in <strong>de</strong> noodzakelijke combinatie <strong>van</strong> excellent strategisch<br />

basison<strong>de</strong>rzoek en valorisatie naar industriële toepassing creëert een intrinsiek<br />

spanningsveld. Dit spanningsveld komt goed naar voren bij <strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong>:<br />

−<br />

−<br />

Universitaire on<strong>de</strong>rzoekers ervaren dat <strong>de</strong> nadruk ligt op valorisatie.<br />

Bedrijven vin<strong>de</strong>n het on<strong>de</strong>rzoek zo fundamenteel universitair dat onvoldoen<strong>de</strong> rekening wordt<br />

gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> industriële behoeften en strategische plannen.<br />

In <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r jaren is een verschuiving <strong>van</strong> <strong>de</strong> aandacht <strong>van</strong> wetenschappelijke<br />

kwaliteit naar valorisatie opgetre<strong>de</strong>n.<br />

• De aandacht voor valorisatiepotentieel blijft achter bij <strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong><br />

valorisatieaanpak.<br />

• De slaagkans is laag ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> inspanning die voor het schrijven <strong>van</strong> een<br />

aanvraag geleverd moet wor<strong>de</strong>n.<br />

De volgen<strong>de</strong> aanbevelingen wor<strong>de</strong>n gedaan:<br />

• Versterk <strong>de</strong> communicatie over het <strong>SBO</strong>-programma, zowel in <strong>de</strong> voorlichting (en<br />

dan m.n. op het punt dat valorisatie reeds meegenomen dient te wor<strong>de</strong>n bij het<br />

<strong>de</strong>finiëren <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksactiviteiten) als tij<strong>de</strong>ns en na <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

II


projecten (waarbij netwerkvorming en toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten<br />

voorop moeten staan).<br />

• Richt projecten sterker op valorisatie door:<br />

−<br />

−<br />

−<br />

−<br />

te stimuleren dat gebruikers al bij <strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> projecten betrokken wor<strong>de</strong>n;<br />

meer marktkennis te betrekken bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> valorisatie;<br />

gebruikerscommissies een actievere rol te geven bij valorisatie;<br />

het verwerken <strong>van</strong> ‘cases’ <strong>van</strong> bedrijven in projecten, directe uitwisseling <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoekers<br />

tussen kennisinstellingen en bedrijven en een financiële bijdrage <strong>van</strong> bedrijven als bewijs <strong>van</strong><br />

engagement bij <strong>de</strong>elname aan een gebruikerscommissie.<br />

• Aanpassingen in <strong>de</strong> aanvraag- en <strong>de</strong> selectieprocedure zou<strong>de</strong>n zich, ter vergroting<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> impact en strategische effecten <strong>van</strong> het programma, moeten richten op:<br />

− het instellen <strong>van</strong> een aanvraagprocedure in twee ron<strong>de</strong>n waarbij in <strong>de</strong> eerste ron<strong>de</strong> korte<br />

aanvragen ingediend kunnen wor<strong>de</strong>n;<br />

− het verhogen <strong>van</strong> het slagingspercentage naar tenminste 35-40%;<br />

− het stimuleren dat gebruikers al bij <strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> projecten betrokken wor<strong>de</strong>n, waarbij<br />

valorisatiepotentieel in projectaanvragen wordt beschreven in overleg met bedrijven;<br />

− het vergroten <strong>van</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> valorisatiepotentieel bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling ten opzichte <strong>van</strong><br />

valorisatieaanpak;<br />

− beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> valorisatiepotentieel en aanpak door een industriële jury.<br />

• Maar: wees voorzichtig <strong>de</strong> modaliteiten <strong>van</strong> het programma te veel te veran<strong>de</strong>ren.<br />

<strong>Het</strong> intrinsieke spanningsveld tussen strategisch basison<strong>de</strong>rzoek en industriële<br />

toepassing is re<strong>de</strong>lijk in balans. Voorkom dat <strong>de</strong> balans en positionering verstoord<br />

wordt.<br />

• Zorg voor een systematische monitoring <strong>van</strong> <strong>de</strong> wetenschappelijke effecten <strong>van</strong><br />

het <strong>SBO</strong>-programma door het <strong>IWT</strong>.<br />

• Versterk het beheer <strong>van</strong> projecten door <strong>IWT</strong> door meer tijd vrij te maken bij <strong>IWT</strong>adviseurs<br />

voor het actiever opvolgen <strong>van</strong> projecten en <strong>de</strong> valorisatie er<strong>van</strong>.<br />

III


SUMMARY<br />

<strong>IWT</strong> and EWI, the responsible Flemish government bodies for innovation policy,<br />

have asked Technopolis to perform an effect measurement of the <strong>SBO</strong>-programme for<br />

the support of strategic basic research and its pre<strong>de</strong>cessors STWW and GBOU. The<br />

rationale for these three programmes is the creation of a clear (economical or societal)<br />

ad<strong>de</strong>d value in Flan<strong>de</strong>rs by performing longer term oriented, breakthrough generic<br />

scientific-technological basic research. Goal is to bridge the gap between the research<br />

world on the one si<strong>de</strong> and economy and society on the other si<strong>de</strong>. The effect<br />

measurement takes only projects with an economic orientation into account. Between<br />

1998 and 2006 102 projects were supported with in total €180 million. (A large) part<br />

of the projects is still in the research phase.<br />

In this effect measurement the following research questions are answered:<br />

• What is the scientific output <strong>van</strong> of the programme and its pre<strong>de</strong>cessors<br />

• What economic and societal use has been ma<strong>de</strong> of the research results<br />

• What have been the interactions between the knowledge institutes and companies<br />

in the <strong>SBO</strong>-platforms, before start of the projects, during the projects and after the<br />

projects in follow-up R&D and valorisation trajectories<br />

A portfolio analysis was performed to provi<strong>de</strong> an overview of the programme.<br />

Furthermore web surveys and interviews among researchers and members of the<br />

industrial user committees have provi<strong>de</strong>d the information to answer the research<br />

questions and i<strong>de</strong>ntify possibilities to improve the effectiveness and strategic impact<br />

of the <strong>SBO</strong>-programme.<br />

The conclusions of the effect measurement are the following:<br />

Scientific effects<br />

• Production of a consi<strong>de</strong>rable number of (peer-reviewed) scientific publications,<br />

conference contributions and PhD-theses.<br />

• Increase in size of a large number of research groups, with in a number cases, the<br />

result of attaining the critical mass to be able to play an internationally leading<br />

role.<br />

• Various types of follow-up projects, varying from very fundamental to very<br />

applied research.<br />

• A large majority of both researchers and members from user committees consi<strong>de</strong>rs<br />

their <strong>SBO</strong>-projects to be (very) successful from a scientific point of view<br />

• However, a validation of the scientific results of the <strong>SBO</strong>-programme by means of<br />

peer-review and bibliometric analysis was no part of this effect measurement.<br />

Societal and economic effects<br />

• It is still too early to assess whether the <strong>SBO</strong>-programme has been a success from<br />

an economic point of view.<br />

• Many projects do not yet show valorisation. This is caused by the long-term<br />

orientation of the programme and the, relative, short history of it. It is expected<br />

that in future more valorisation of the research results will be realised.<br />

IV


• However, based on the survey which covers 60% of all projects, as a consequence<br />

of the <strong>SBO</strong>-programme, 25 patent applications have been realised; 6 licenses have<br />

been granted (for a total of €250.000); 3 spin-off companies have been realised<br />

(with at present 100 employees) and at least three others are in preparation;<br />

approximately 50 follow-up projects have started with an industry funding of<br />

approx. M€ 5; 20-50 <strong>SBO</strong>-researchers have continued their career after finishing<br />

the project with the industrial parties involved in the project.<br />

• It must however be stated that many of the effects above can only be partly<br />

attributed to the <strong>SBO</strong>-programme, because often other funding sources were used<br />

for follow-up or parallel to the <strong>SBO</strong>-project<br />

Valorisation process, interaction between knowledge institutes and companies<br />

• In general users did not have a role in <strong>de</strong>fining the <strong>SBO</strong>-research projects, which<br />

hampers later valorisation of many projects<br />

• The user committee is primarily a low-threshold instrument for industry to be<br />

informed about the project, obtain state-of-the-art knowledge and build and<br />

maintain network relations<br />

• User committees usually have a rather passive role and do not generally have a<br />

large role with regard to direct valorisation.<br />

• Researchers and users do share the same opinion on the role of user committees,<br />

but this is not the active realisation of valorisation of research results!<br />

Effectiveness strategic impact of the <strong>SBO</strong>-programme<br />

• The <strong>SBO</strong>-programme, including the management of the programme by <strong>IWT</strong>, is<br />

appreciated quite well by both researchers and users.<br />

• The programme is consi<strong>de</strong>red to be uniquely placed between fundamental and<br />

applied research in the Flemish innovation policy mix. This intermediate position,<br />

translated in the necessary combination of excellent strategic basic research and<br />

valorisation towards industrial applications creates an intrinsic tension in the<br />

programme. This tension became very clear by this effect measurement:<br />

−<br />

−<br />

University researchers experience a large emphasis on valorisation<br />

Companies consi<strong>de</strong>r the research to be rather fundamental and would appreciate more<br />

attention for industrial needs and strategic plans<br />

During the period of the programme a shift of attention from scientific quality to<br />

valorisation was noticed.<br />

• At the evaluation of project proposals the attention for valorisation potential is too<br />

limited compared to the attention for valorisation approach.<br />

• The rate of success in submitting an application for an <strong>SBO</strong>-grant is consi<strong>de</strong>red<br />

too low compared to the effort necessary to write a proposal.<br />

The following recommendations are given:<br />

• Improve the communication of the <strong>SBO</strong>-programme, both in the announcement of<br />

new calls for proposal (in or<strong>de</strong>r to increase attention of researchers for valorisation<br />

already in the project <strong>de</strong>finition phase) as well as during and after the research<br />

phase (when network formation and application of research results should be<br />

central communication goals).<br />

• Increase the valorisation orientation of projects by:<br />

V


−<br />

−<br />

−<br />

−<br />

Improving the way users are involved in setting up projects;<br />

Consi<strong>de</strong>ring involving more market knowledge in the evaluation of valorisation potential and<br />

approach;<br />

Giving user committees a more active role in valorisation;<br />

Improve active participation of companies in projects by integrating industry ‘cases’ in<br />

projects, by direct exchange of researchers between knowledge institutes and companies and<br />

by asking a financial contribution from companies in projects as a sign of their commitment<br />

towards the project.<br />

• Adaptations of the application- and project selection procedure should be aimed at<br />

increasing the impact and strategic effects of the programme by means of:<br />

− Installation of an application procedure in two rounds, with short applications in the first<br />

round;<br />

− Increasing the success percentage of a ‘full’ application to at least 35-40%<br />

− Stimulation of involvement of users already in the <strong>de</strong>finition phase of projects, where<br />

valorisation potential is <strong>de</strong>scribed by rele<strong>van</strong>t companies in the applications;<br />

− Increasing the appreciation for the valorisation potential compared to valorisation approach<br />

when evaluating project proposals;<br />

− Evaluation of valorisation potential and approach by an industrial jury.<br />

• But: be careful not to change the modalities of the programme too much. The<br />

intrinsic tension between strategic basic research and industrial application is<br />

fairly well in balance. Prevent disturbance of this balance and positioning of the<br />

programme.<br />

• Take care of a systematic monitoring of the scientific outcomes of the <strong>SBO</strong>programme<br />

by <strong>IWT</strong>.<br />

• Strengthen the project management by <strong>IWT</strong> by creating more time for <strong>IWT</strong><br />

project managers to more actively monitoring of the projects and the valorisation<br />

of the research results.<br />

VI


Inhoudsopgave<br />

SAMENVATTING<br />

SUMMARY<br />

I<br />

IV<br />

Inhoudsopgave 1<br />

1 Inleiding 3<br />

1.1 Achtergrond en doelstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>effectmeting</strong> 3<br />

1.2 On<strong>de</strong>rzoeksvragen 3<br />

1.3 Leeswijzer 3<br />

2 Aanpak en methodologie 5<br />

2.1 Mo<strong>de</strong>l voor <strong>effectmeting</strong> 5<br />

2.2 Gebruikte metho<strong>de</strong>n 5<br />

2.2.1 Bijwonen gebruikerscommissieverga<strong>de</strong>ringen 6<br />

2.2.2 Enquêtes 6<br />

2.2.3 Interviews 7<br />

2.2.4 Discussie met <strong>de</strong> Economische Overkoepelen<strong>de</strong> Commissie 9<br />

2.2.5 Discussie met <strong>IWT</strong> adviseurs 9<br />

2.2.6 Stuurgroep 9<br />

2.2.7 Beperkingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> methodologie 9<br />

3 <strong>Het</strong> <strong>SBO</strong>-programma en haar voorlopers 11<br />

3.1 Historiek 11<br />

3.1.1 Rationale 11<br />

3.1.2 Continuïteit in hoofddoelstellingen 11<br />

3.1.3 Ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> programma’s 12<br />

3.2 Kerngegevens <strong>van</strong> het programma 14<br />

3.2.1 Ver<strong>de</strong>ling programmabudget over <strong>de</strong> kennisinstelling 17<br />

3.2.2 Ver<strong>de</strong>ling projecten over <strong>de</strong> technologiedomeinen 20<br />

3.3 Samenstelling gebruikerscommissie 20<br />

3.4 Werking gebruikerscommissies 22<br />

4 Wetenschappelijke resultaten 24<br />

4.1 Aantal en type wetenschappelijke publicaties 24<br />

4.2 (Self) Assessment kwaliteit wetenschappelijke resultaten 24<br />

4.3 Belang wetenschappelijke resultaten 25<br />

5 Interactie on<strong>de</strong>rzoekers en gebruikerscommissie 28<br />

5.1 Bijdragen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie voor en tij<strong>de</strong>ns project 28<br />

5.2 Rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie 30<br />

5.3 Contacten buiten gebruikerscommissieverga<strong>de</strong>ring 31<br />

5.4 Positionering <strong>SBO</strong>-instrument en valorisatie 32<br />

5.5 De rol <strong>van</strong> het <strong>IWT</strong> 33<br />

1


6 Economische effecten 35<br />

6.1 Aantal en type valorisatie resultaten 35<br />

6.2 Problemen bij valorisatie 38<br />

6.3 Belang valorisatie <strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie 38<br />

6.3.1 Verwachtingen valorisatie 39<br />

7 Conclusies en aanbevelingen 40<br />

7.1 Hoofdconclusies en aanbevelingen 40<br />

7.2 Overige conclusies <strong>effectmeting</strong> <strong>SBO</strong> 43<br />

7.2.1 <strong>SBO</strong>-programma algemeen 43<br />

7.2.2 Conclusies aanvraag en selectieprocedure 43<br />

7.2.3 Conclusies resultaten en valorisatie 44<br />

7.2.4 Conclusies gebruikerscommissie en an<strong>de</strong>re vormen <strong>van</strong> interactie tussen<br />

kennisinstellingen en bedrijven 45<br />

2


1 Inleiding<br />

1.1 Achtergrond en doelstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>effectmeting</strong><br />

<strong>IWT</strong> en EWI hebben Technopolis gevraagd een <strong>effectmeting</strong> te verrichten <strong>van</strong> het<br />

<strong>SBO</strong>-programma en haar voorgangers STWW en GBOU 1 . Voor u ligt <strong>de</strong> rapportage<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong>. <strong>Het</strong> doel <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>effectmeting</strong> is een dieper inzicht te krijgen in<br />

<strong>de</strong> effectiviteit en <strong>de</strong> efficiëntie <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma en <strong>de</strong><br />

bijsturingmogelijkhe<strong>de</strong>n naar volgen<strong>de</strong> oproepen. De opdracht bestrijkt <strong>de</strong> portfolio<br />

<strong>van</strong> projecten <strong>van</strong> strategisch basison<strong>de</strong>rzoek met een primaire economische finaliteit.<br />

Meer specifiek is bij het uitwerken <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdracht rekening gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> subdoelstellingen:<br />

• <strong>Het</strong> verwerven <strong>van</strong> inzicht in <strong>de</strong> bekomen wetenschappelijke output en in <strong>de</strong><br />

valorisatie-effecten en outcome <strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong> <strong>de</strong> projectuitvoer<strong>de</strong>rs;<br />

• <strong>Het</strong> verwerven <strong>van</strong> inzicht in <strong>de</strong> valorisatietrajecten en -processen <strong>van</strong>uit het<br />

perspectief <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken bedrijven in <strong>de</strong> gebruikerscommissies;<br />

• <strong>Het</strong> formuleren <strong>van</strong> voorstellen voor operationele verbeteringen of bijsturingen in<br />

<strong>de</strong> uitvoering en het beheer <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma.<br />

Deze doelstellingen zijn vertaald in een aantal on<strong>de</strong>rzoeksvragen die in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

paragraaf wor<strong>de</strong>n beschreven. Tenslotte geven wij een leeswijzer voor <strong>de</strong> rapportage.<br />

1.2 On<strong>de</strong>rzoeksvragen<br />

Op basis <strong>van</strong> het offerteverzoek <strong>van</strong> <strong>IWT</strong> en EWI heeft Technopolis <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksvragen opgesteld voor <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>effectmeting</strong>:<br />

• Wat is <strong>de</strong> wetenschappelijke output <strong>van</strong> het programma en haar voorgangers<br />

• Zijn er meetbare en aantoonbare effecten/outcome in het veld Wat is <strong>de</strong><br />

strategische impact <strong>van</strong> <strong>de</strong> portfolio <strong>van</strong> gesteun<strong>de</strong> projecten met betrekking tot <strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>re (economische en maatschappelijke) benutting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksresultaten door bedrijven of maatschappelijke actoren Tot welke<br />

economische of maatschappelijke waar<strong>de</strong>creatie heeft dit geleid<br />

• Hoe verlopen <strong>de</strong> interacties tussen kennisinstellingen en bedrijven in <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>platformen<br />

in <strong>de</strong> voorbereidingsfase, bij <strong>de</strong> uitvoering en bij ver<strong>de</strong>re vervolg-<br />

O&O- en valorisatietrajecten<br />

• Op welke wijze kan <strong>de</strong> doelmatigheid en <strong>de</strong> strategische impact <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>programma<br />

verbeterd wor<strong>de</strong>n Welke bijsturingen zijn wenselijk aan <strong>de</strong><br />

modaliteiten en het beheer <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma<br />

1.3 Leeswijzer<br />

<strong>Het</strong> rapport is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk twee wordt <strong>de</strong> aanpak <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>effectmeting</strong> besproken. Hoofdstuk drie geeft een analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> input <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-<br />

1<br />

Wanneer in <strong>de</strong>ze rapportage wordt gesproken over het <strong>SBO</strong>-programma wor<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong><br />

voorgangers GBOU en STWW bedoeld, tenzij dit an<strong>de</strong>rs is aangegeven.<br />

3


programma en haar voorgangers: welke mid<strong>de</strong>len wer<strong>de</strong>n besteed en waaraan.<br />

Hoofdstuk vier gaat over <strong>de</strong> wetenschappelijke effecten <strong>van</strong> het programma. In<br />

hoofdstuk vijf wordt <strong>de</strong> interactie met on<strong>de</strong>rzoekers en <strong>de</strong> gebruikerscommissie(s)<br />

besproken, terwijl in hoofdstuk zes <strong>de</strong> uitkomsten <strong>van</strong> dit interactieproces (outcomes,<br />

effecten en impacts <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma) wor<strong>de</strong>n beschreven en geanalyseerd. In<br />

hoofdstuk zeven tenslotte wor<strong>de</strong>n conclusies getrokken en aanbevelingen gegeven.<br />

4


2 Aanpak en methodologie<br />

2.1 Mo<strong>de</strong>l voor <strong>effectmeting</strong><br />

<strong>Het</strong> <strong>SBO</strong>-programma is bedoeld om een situatie te creëren waarbij publieke O&O <strong>van</strong><br />

excellente kwaliteit wordt uitgevoerd en waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten in sterke mate<br />

bijdragen aan <strong>de</strong> behoefte <strong>van</strong> economische actoren, en ook toepasbaar zijn voor hen.<br />

Om <strong>de</strong> effecten <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma te meten is een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen<br />

outputs, resultaten, en impacts (Figuur 1). Outputs komen rechtstreeks voort uit het<br />

gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>-financiering, zoals nieuwe kennis. Resultaten zijn <strong>de</strong> effecten op<br />

het economische presteren en <strong>de</strong> competenties <strong>van</strong> <strong>de</strong> bedrijven en an<strong>de</strong>ren die<br />

hebben geprofiteerd <strong>van</strong> het instrument, als gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> exploitatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> outputs.<br />

De (sociaal-economische) impacts zijn <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke effecten of ‘externaliteiten’<br />

die invloed hebben op <strong>de</strong> economie en maatschappij in zijn geheel.<br />

Figuur 1<br />

Conceptueel mo<strong>de</strong>l voor <strong>de</strong> <strong>effectmeting</strong> <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma<br />

Needs<br />

Problems<br />

Issues<br />

Society<br />

Economy<br />

Environment<br />

Results<br />

Impacts<br />

Public<br />

Policies &<br />

Programmes<br />

Objectives Inputs Outputs<br />

Rele<strong>van</strong>ce<br />

Efficiency<br />

Evaluation<br />

Effectiveness<br />

Utility and Durability<br />

Source: Technopolis Evaluation Training / Adapted from EC 1999<br />

2.2 Gebruikte metho<strong>de</strong>n<br />

Om op al <strong>de</strong>ze niveaus uitspraken te kunnen doen en een grondige analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

effecten <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma te maken, is gekozen voor een combinatie <strong>van</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksmethodieken: portfolioanalyse, surveys en interviews. Daarnaast is een<br />

gebruikerscommissieverga<strong>de</strong>ring bezocht <strong>van</strong> een project, is een discussie gehou<strong>de</strong>n<br />

met <strong>de</strong> Economische Overkoepelen<strong>de</strong> Commissie, het gremium <strong>van</strong> onafhankelijke<br />

<strong>de</strong>skundigen die het advies verstrekt over <strong>de</strong> projectaanvragen op grond waar<strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

5


Raad <strong>van</strong> Bestuur <strong>van</strong> het <strong>IWT</strong> een besluit neemt over toekenning <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>subsidie<br />

en is <strong>de</strong> studie begeleid door een stuurgroep met vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

opdrachtgevers.<br />

In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragrafen wordt na<strong>de</strong>r ingegaan op <strong>de</strong> gebruikte methodieken.<br />

2.2.1 Bijwonen gebruikerscommissieverga<strong>de</strong>ringen<br />

Om ook direct <strong>de</strong> interactie tussen on<strong>de</strong>rzoekers en gebruikers te kunnen beschouwen<br />

en om een sterker gevoel voor <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>-praktijk te krijgen was in <strong>de</strong> offerte<br />

opgenomen om 2 à 3 gebruikerscommissieverga<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> lopen<strong>de</strong> projecten te<br />

bezoeken. Uitein<strong>de</strong>lijk bleek geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> korte doorlooptijd <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>effectmeting</strong><br />

maar één project, op een voor het team haalbaar moment, een<br />

gebruikerscommissieverga<strong>de</strong>ring te hou<strong>de</strong>n. Deze verga<strong>de</strong>ring werd bezocht.<br />

2.2.2 Enquêtes<br />

Om binnen een kort tijdsbestek een representatief beeld te krijgen <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>programma<br />

en haar effecten zijn drie webenquêtes uitgevoerd. Via een on-line<br />

applicatie zijn drie belangrijke groepen betrokkenen bij <strong>SBO</strong>-projecten bevraagd: <strong>de</strong><br />

projectlei<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten (vrijwel uitsluitend hoogleraren <strong>van</strong> Vlaamse<br />

universiteiten), <strong>de</strong> overige on<strong>de</strong>rzoekers in het project (veelal ook hoogleraren of<br />

an<strong>de</strong>r ZAP aan Vlaamse universiteiten, maar ook enkele on<strong>de</strong>rzoekers <strong>van</strong><br />

participeren<strong>de</strong> bedrijven; <strong>van</strong> <strong>de</strong> doctoraatsstu<strong>de</strong>nten die aan <strong>de</strong> projecten werk(t)en<br />

bleken geen e-mailadressen beschikbaar), en le<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> gebruikerscommissies <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gehonoreer<strong>de</strong> projecten. <strong>Het</strong> <strong>IWT</strong> heeft <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> e-mailadressen beschikbaar<br />

gesteld, maar achteraf is gebleken dat niet voor alle projectlei<strong>de</strong>rs en on<strong>de</strong>rzoekers e-<br />

mailadressen beschikbaar waren.<br />

In <strong>de</strong> enquêtes voor <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs en on<strong>de</strong>rzoekers kwamen vergelijkbare thema’s<br />

aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>: <strong>de</strong> samenwerking tussen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekspartners in <strong>de</strong> projecten, <strong>de</strong><br />

rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze samenwerking en <strong>de</strong> tevre<strong>de</strong>nheid hierover; <strong>de</strong> (samenwerking<br />

met <strong>de</strong>) gebruikerscommissie en <strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze commissie op het<br />

on<strong>de</strong>rzoeksvoorstel en <strong>de</strong> uitvoering er<strong>van</strong>; <strong>de</strong> wetenschappelijke resultaten <strong>van</strong> het<br />

on<strong>de</strong>rzoek en, tenslotte, <strong>de</strong> valorisatieresultaten <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek en eventueel<br />

tegengekomen belemmeringen voor valorisatie.<br />

In <strong>de</strong> enquêtes <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissies werd gevraagd naar hun rol<br />

en invloed in <strong>de</strong> gebruikerscommissies, en hun rol en invloed tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

projectvoorbereiding en uitvoering. Daarnaast kon<strong>de</strong>n zij aangeven in hoeverre zij<br />

tevre<strong>de</strong>n zijn over <strong>de</strong> interactie met <strong>de</strong> kennisinstellingen en <strong>de</strong> rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> het<br />

on<strong>de</strong>rzoek. Tenslotte is ook hen gevraagd wat <strong>de</strong> belangrijkste wetenschappelijke<br />

resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten voor hen zijn, en in hoeverre <strong>de</strong> resultaten gevaloriseerd<br />

zijn, of mogelijk in <strong>de</strong> nabije toekomst gevaloriseerd wor<strong>de</strong>n. Daarbij kon<strong>de</strong>n zij ook<br />

aangeven wat <strong>de</strong> concrete effecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> valorisatie voor <strong>de</strong> organisatie zijn geweest.<br />

2.2.2.1 Respons op <strong>de</strong> enquête<br />

Op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> beschikbare e-mailadressen wer<strong>de</strong>n 90 projectlei<strong>de</strong>rs bena<strong>de</strong>rd om<br />

een elektronische enquête in te vullen. Degenen die bij meer<strong>de</strong>re <strong>SBO</strong>-projecten<br />

projectlei<strong>de</strong>r zijn geweest, is gevraagd voor elk project een afzon<strong>de</strong>rlijke enquête in te<br />

vullen. Van <strong>de</strong> 90 verstuur<strong>de</strong> e-mails bleken 4 e-mailadressen onjuist te zijn, hetgeen<br />

6


heeft geresulteerd in 86 aangekomen uitnodigingen bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong><br />

projectlei<strong>de</strong>rs. De uitein<strong>de</strong>lijke respons, na enkele tussentijdse herinneringen per e-<br />

mail, is uitgekomen op 66% (57 ingevul<strong>de</strong> enquêtes), hierbij moet wel opgemerkt<br />

wor<strong>de</strong>n dat 8 enquêtes slechts summier ingevuld zijn. Eén respon<strong>de</strong>nt heeft voor 2<br />

verschillen<strong>de</strong> projecten <strong>de</strong> enquête ingevuld en één respon<strong>de</strong>nt voor drie verschillen<strong>de</strong><br />

projecten. Van <strong>de</strong> 102 projecten die zijn gefinancierd in het STWW/GBOU/<strong>SBO</strong>programma<br />

is dus ruim <strong>de</strong> helft (56%) in <strong>de</strong> steekproef vertegenwoordigd met een<br />

representatieve ver<strong>de</strong>ling over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> programma’s (<strong>van</strong> elk programma<br />

reageer<strong>de</strong> 50-60% <strong>van</strong> <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs).<br />

Van <strong>de</strong> 188 betrokken on<strong>de</strong>rzoekers waar<strong>van</strong> e-mail gegevens beschikbaar waren,<br />

bleken 13 e-mailadressen onjuist, zodat uitein<strong>de</strong>lijk 175 on<strong>de</strong>rzoekers per e-mail zijn<br />

gevraagd een elektronische enquête in te vullen. 45% <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers heeft<br />

gereageerd op <strong>de</strong> enquête, waarmee <strong>de</strong> respons iets lager was dan bij <strong>de</strong><br />

projectlei<strong>de</strong>rs.<br />

Tenslotte zijn alle le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissies waar<strong>van</strong> e-mailadressen<br />

beschikbaar waren bena<strong>de</strong>rd (550). Een groot aantal hier<strong>van</strong> (107) bleek foutieve e-<br />

mail gegevens te bevatten. Na diverse herinneringen bleek <strong>de</strong> respons bij <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gebruikerscommissies lager te zijn dan bij <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs en on<strong>de</strong>rzoekers,<br />

namelijk 32% 2 . Naast het grote aantal foutieve e-mail gegevens heeft Technopolis het<br />

vermoe<strong>de</strong>n dat een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> enquêteverzoeken niet bij <strong>de</strong> juiste persoon terecht is<br />

gekomen. Dit is me<strong>de</strong> <strong>de</strong> oorzaak voor <strong>de</strong> lage respons on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gebruikerscommissies,<br />

met name <strong>de</strong>gene die zijn ingesteld on<strong>de</strong>r STWW en GBOU. Overigens<br />

is <strong>de</strong> lage respons wellicht ook een indicator voor het beperkte belang dat<br />

gebruikerscommissiele<strong>de</strong>n aan <strong>SBO</strong>-projecten toekennen (zie hoofdstuk 5).<br />

2.2.3 Interviews<br />

Om <strong>de</strong> surveyresultaten kwalitatief te on<strong>de</strong>rbouwen en aan te vullen met on<strong>de</strong>r meer<br />

informatie over <strong>de</strong> indirecte wetenschappelijke effecten, het valorisatieproces en <strong>de</strong><br />

positie <strong>van</strong> het programma in het Vlaamse innovatiesysteem, en om ook enkele<br />

meningen te horen <strong>van</strong> vertegenwoordigers <strong>van</strong> bedrijven die niet in een <strong>SBO</strong><br />

gebruikerscommissie <strong>de</strong>elnemen, maar die wel actief aan O&O doen 3 , zijn in totaal<br />

46 interviews gehou<strong>de</strong>n: 23 face-to-face en 23 telefonisch. Er is gesproken met 29<br />

le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> gebruikerscommissies, 11 projectlei<strong>de</strong>rs en 6 niet-le<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

gebruikerscommissies.<br />

Voor <strong>de</strong> interviews is geen volledige random steekproef genomen, maar zijn een<br />

aantal bewuste keuzes gemaakt. De rechtvaardiging daarvoor is gelegen in <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> drie overwegingen:<br />

- De overeenkomsten in doelstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> STWW-, GBOU- en <strong>SBO</strong>programma’s;<br />

2<br />

3<br />

Bij een vergelijkbare enquête die uitgevoerd werd in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>effectmeting</strong> <strong>van</strong> het, in<br />

een aantal opzichten goed met het <strong>SBO</strong>-programma vergelijkbare, STW-programma in<br />

Ne<strong>de</strong>rland in 2006 was <strong>de</strong> respons <strong>van</strong> projectlei<strong>de</strong>rs en on<strong>de</strong>rzoekers (hier inclusief<br />

doctoraatsstu<strong>de</strong>nten) met 43 respectievelijk 44% aanmerkelijk lager, maar <strong>van</strong> gebruikers met<br />

38% iets hoger (Dialogic en Technopolis, 2006).<br />

Zoals blijkt uit hun <strong>de</strong>elname in O&O-projecten <strong>van</strong> het <strong>IWT</strong>.<br />

7


- Continuïteit in <strong>de</strong> werkwijze ten aanzien <strong>van</strong> valorisatie en <strong>de</strong> oriëntatie <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong> op het proces <strong>van</strong> valorisatie;<br />

- De representatieve situatieschets die is verkregen <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> survey.<br />

• Le<strong>de</strong>n gebruikerscommissie. De steekproef <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie die geïnterviewd wer<strong>de</strong>n bestond voor <strong>de</strong> helft (15<br />

interviews) uit vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong> 15 meest participeren<strong>de</strong> bedrijven (7<br />

GC <strong>de</strong>elnames of meer) en voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re helft uit een aselecte steekproef <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re bedrijven. Op <strong>de</strong>ze wijze werd zowel input gekregen <strong>van</strong> gebruikers die<br />

veel ervaring hebben met het <strong>SBO</strong>-programma (en dus over meer<strong>de</strong>re cases<br />

kunnen verhalen, die een centrale rol hebben binnen het Vlaamse<br />

innovatiesysteem, die dat systeem ook goed kennen en het <strong>IWT</strong> goed kennen) als<br />

<strong>van</strong> inci<strong>de</strong>ntele gebruikers die (veelal) op een wat grotere afstand staan <strong>van</strong> het<br />

<strong>SBO</strong>-programma en meer perifeer opereren in het Vlaamse innovatiesysteem. De<br />

‘veelgebruikers’ die wij bena<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n hebben allemaal gehoor gegeven aan ons<br />

verzoek om me<strong>de</strong>werking aan een interview. De respons uit <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re groep <strong>van</strong><br />

bedrijven was lager: in plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> geplan<strong>de</strong> 20 interviews zijn er maar 14<br />

uitgevoerd omdat <strong>van</strong> een random selectie <strong>van</strong> 27 gebruikers er 8 gebruikers niet<br />

wil<strong>de</strong>n meewerken en 5 niet kon<strong>de</strong>n meewerken (bedrijf failliet, betreffen<strong>de</strong><br />

persoon vertrokken bij bedrijf, geen tijd). Door <strong>de</strong>ze wijze <strong>van</strong> steekproefbepaling<br />

werd een goe<strong>de</strong> spreiding <strong>van</strong> respon<strong>de</strong>nten verkregen over grote bedrijven,<br />

KMO’s en ‘niet-bedrijven’, over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> bedrijfssectoren en over <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> technologiedomeinen. Zie ver<strong>de</strong>r Appendix A.<br />

• Niet-gebruikers. Van het <strong>IWT</strong> wer<strong>de</strong>n tevens <strong>de</strong> coördinaten ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> bij<br />

het <strong>IWT</strong> beken<strong>de</strong> partijen die niet participeren in <strong>SBO</strong>-gebruikerscommissies,<br />

maar wel actief zijn in O&O-projecten. Vanuit <strong>de</strong>ze groep <strong>van</strong> 168 bedrijven<br />

wer<strong>de</strong>n 20 bedrijven random gekozen en bena<strong>de</strong>rd voor een telefonisch interview.<br />

Negen bedrijven kon<strong>de</strong>n niet wor<strong>de</strong>n bereikt <strong>van</strong>wege verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong> gegevens <strong>van</strong><br />

bedrijf en/of contactpersoon. Van <strong>de</strong> resteren<strong>de</strong> 11 bedrijven waren er 6 bedrijven<br />

bereid mee te werken. Zie ver<strong>de</strong>r Appendix A.<br />

• Projectlei<strong>de</strong>rs. Bij <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs is een steekproef samengesteld waarbij<br />

vooral projectlei<strong>de</strong>rs geselecteerd zijn die <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> oproepen een STWWof<br />

GBOU-project hebben geleid, met afgeron<strong>de</strong> of bijna afgeron<strong>de</strong> projecten,<br />

omdat hier <strong>de</strong> kans op valorisatie het grootst is. Daarnaast is gelet op een goe<strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>ling over <strong>de</strong> domeinen: 4 uit het domein biotechnologie, voeding en<br />

milieutechnologie, 4 uit het domein materiaal- en basistechnologie en 3 uit het<br />

domein informatietechnologie en elektrische systemen. Dit is globaal<br />

overeenkomstig <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> projecten over <strong>de</strong>ze domeinen (zie 3.2.2) en<br />

over <strong>de</strong> universiteiten. Ver<strong>de</strong>r hebben <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs meestal met<br />

meer dan 1 <strong>SBO</strong> en voorloper project te maken. Dit geldt in het algemeen voor<br />

een min<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs: 75% heeft te maken met 1 gehonoreerd<br />

project. Zie ver<strong>de</strong>r Appendix A.<br />

De interviews zijn op basis <strong>van</strong> gestructureer<strong>de</strong> vragenlijsten afgenomen. In <strong>de</strong><br />

interviews met <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs is o.a. aandacht besteed aan <strong>de</strong> selectieprocedure <strong>van</strong><br />

het <strong>SBO</strong>-programma, het verloop <strong>van</strong> het project, <strong>de</strong> samenwerking met overige<br />

on<strong>de</strong>rzoekers en <strong>de</strong> bedrijven in <strong>de</strong> gebruikerscommissies, <strong>de</strong> resultaten en effecten<br />

<strong>van</strong> het project op verschillen<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n, en <strong>de</strong> aantoonbare valorisatie. Daarnaast is<br />

ook gevraagd naar verwachtingen ten aanzien <strong>van</strong> valorisatie, en mogelijke<br />

belemmeringen voor kennisvalorisatie. In <strong>de</strong> interviews met <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie is vooral gevraagd naar het verloop <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie<br />

8


ijeenkomsten en <strong>de</strong> valorisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> projectresultaten. Hierbij is specifiek aandacht<br />

besteed aan <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> <strong>de</strong> valorisatie, het valorisatietraject, en eventuele<br />

moeilijkhe<strong>de</strong>n of knelpunten <strong>van</strong> kennisvalorisatie. Bij <strong>de</strong> niet-gebruikers kwamen<br />

vooral <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> om niet in <strong>SBO</strong>-projecten te participeren, alsme<strong>de</strong><br />

suggesties voor verbetering.<br />

2.2.4 Discussie met <strong>de</strong> Economische Overkoepelen<strong>de</strong> Commissie<br />

Half april 2007 is een discussie gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> Economische Overkoepelen<strong>de</strong><br />

Commissie, het gremium <strong>van</strong> onafhankelijke <strong>de</strong>skundigen die het advies verstrekt<br />

over <strong>de</strong> projectaanvragen op grond waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> Bestuur <strong>van</strong> het <strong>IWT</strong> een<br />

besluit neemt over toekenning <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>-subsidie. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze discussie kwamen<br />

<strong>de</strong> (toen nog) voorlopige resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> surveys aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> en is on<strong>de</strong>r meer<br />

gesproken over <strong>de</strong> portfolio aan <strong>SBO</strong>-projecten en het valorisatieproces.<br />

2.2.5 Discussie met <strong>IWT</strong> adviseurs<br />

Aan het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdracht is <strong>de</strong> conceptrapportage voorgelegd aan een kleine<br />

groep <strong>IWT</strong>-adviseurs (zie ook Appendix A), en is met hen gesproken over <strong>de</strong><br />

modaliteiten <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma, het interne proces <strong>van</strong> <strong>IWT</strong> en mogelijke<br />

verbeteringen daarin.<br />

2.2.6 Stuurgroep<br />

<strong>Het</strong> on<strong>de</strong>rzoek werd begeleid door een stuurgroep met vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

opdrachtgevers. Met <strong>de</strong> stuurgroep zijn drie bijeenkomsten geweest: een<br />

startbijeenkomst, een voortgangsbijeenkomst halverwege het project en een<br />

bespreking <strong>van</strong> <strong>de</strong> conceptrapportage. Inbreng <strong>van</strong> <strong>de</strong> beleidscontext (met name het<br />

EWI) en <strong>de</strong> uitvoeringscontext (met name het <strong>IWT</strong>) werd geleverd in <strong>de</strong>ze<br />

verga<strong>de</strong>ringen.<br />

2.2.7 Beperkingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> methodologie<br />

Allereerst dient te wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> die in <strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong> wordt<br />

bestreken loopt <strong>van</strong> 1998 tot 2006. Dit betekent dat er dus veel projecten zijn die net<br />

zijn gestart of nog lopen en dus nog relatief weinig resultaten hebben opgeleverd.<br />

Wetenschappelijke resultaten zijn immers pas een aantal jaar na start <strong>van</strong> het<br />

on<strong>de</strong>rzoek te verwachten aangezien er <strong>de</strong> nodig tijd (1-3 jaar) zit tussen het uitvoeren<br />

<strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoek en het publiceren <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten in een peer-reviewed tijdschrift.<br />

Met betrekking tot valorisatie is <strong>de</strong> tijdshorizon zo mogelijk nog langer. Uit eer<strong>de</strong>re<br />

<strong>effectmeting</strong>en die Technopolis heeft uitgevoerd blijkt dat het gemid<strong>de</strong>ld 5 tot 10 jaar<br />

duurt voordat basison<strong>de</strong>rzoeksresultaten doorwerken in nieuwe producten, processen<br />

en/of diensten die op <strong>de</strong> markt wor<strong>de</strong>n gebracht.<br />

Ver<strong>de</strong>r is voor <strong>de</strong> bepaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> wetenschappelijke output alleen gebruik gemaakt<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> rapportering <strong>van</strong> <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs die aan <strong>de</strong> survey hebben meegewerkt. Een<br />

goe<strong>de</strong> controle hierop heeft niet plaatsgevon<strong>de</strong>n, omdat, om <strong>de</strong> belasting voor <strong>de</strong><br />

projectlei<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> <strong>de</strong> enquête te beperken, aan <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs gevraagd is naar<br />

aantallen publicaties en <strong>de</strong> tevre<strong>de</strong>nheid daarover en niet naar titels <strong>van</strong> publicaties en<br />

naar citatiegra<strong>de</strong>n. Een peer-review en een bibliometrische analyse maakten geen<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uit <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong>. Hieraan lagen zowel fundamentele (het betreft<br />

een open programma, zon<strong>de</strong>r samenhangend thema waardoor het onmogelijk is een<br />

9


commissie <strong>van</strong> peers samen te stellen die het hele programma kan overzien) als<br />

praktische bezwaren (budget, doorlooptijd <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>effectmeting</strong>) aan ten grondslag.<br />

Zie Appendix B voor een na<strong>de</strong>re overweging. De resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong> ten<br />

aanzien <strong>van</strong> wetenschappelijke effecten dienen in dat licht beschouwd te wor<strong>de</strong>n.<br />

<strong>Het</strong> bepalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> economische impact <strong>van</strong> een instrument als <strong>SBO</strong> kent ook vele<br />

beperkingen. Feitelijk is er sprake <strong>van</strong> een dataprobleem (geen systematische<br />

gegevens op microniveau over <strong>de</strong> financiering <strong>van</strong> O&O, O&O performantie en <strong>de</strong><br />

uitwerking op economisch presteren 4 ), een attributieprobleem (kan het gevon<strong>de</strong>n<br />

effect wor<strong>de</strong>n herleid tot het instrument) en een additionaliteitsvraag (zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

effecten zon<strong>de</strong>r het instrument niet zijn opgetre<strong>de</strong>n). Bovendien verkeren vele<br />

projecten nog in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksfase waardoor <strong>de</strong> economische effecten nog niet<br />

opgetre<strong>de</strong>n zijn. Dit betekent dat in <strong>de</strong> praktijk het economisch effect <strong>van</strong> een regeling<br />

als <strong>SBO</strong> vooral indicatief en kwalitatief <strong>van</strong> aard zal zijn.<br />

Indicatoren voor (potentiële) economische effecten zijn te vin<strong>de</strong>n in het proces <strong>van</strong><br />

kennisoverdracht en samenwerking zoals dat vooraf gaat aan economische valorisatie.<br />

In Tabel 2, gebaseerd op een kennistransfermo<strong>de</strong>l dat door Dialogic en Technopolis is<br />

gebruikt bij <strong>de</strong> <strong>effectmeting</strong> <strong>van</strong> het STW-programma in Ne<strong>de</strong>rland 5 , wor<strong>de</strong>n<br />

indicatoren gepresenteerd.<br />

Tabel 2<br />

Mobiliteit <strong>van</strong> mensen<br />

Samenwerking in R&D<br />

Contracton<strong>de</strong>rzoek &<br />

-advisering<br />

Intellectueel eigendom<br />

Spin-offs en on<strong>de</strong>rnemerschap<br />

Effecten bij bedrijven<br />

Overige effecten<br />

Indicatoren voor economische valorisatie<br />

# on<strong>de</strong>rzoekers dat bij bedrijven uit <strong>de</strong> gebruikerscommissie is<br />

gaan werken<br />

# vervolgprojecten met bedrijven uit <strong>de</strong> GC<br />

# overige vervolgprojecten op terrein project<br />

Omzet behaald met contracton<strong>de</strong>rzoek en advisering op terrein<br />

project (door universiteiten)<br />

# octrooien<br />

# licenties<br />

# octrooien dat gebruikt wordt door partners<br />

opbrengsten <strong>van</strong> kennisexploitatie<br />

# spin-offs op basis <strong>van</strong> <strong>SBO</strong>-projecten<br />

# werknemers bij spin-offs<br />

# nieuwe producten/processen/diensten op basis <strong>van</strong> projecten<br />

gerealiseer<strong>de</strong> omzet<br />

overige effecten bij bedrijven (kennis, weten wat niet<br />

te doen, etc.)<br />

Versterken netwerk<br />

In <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>-<strong>effectmeting</strong> zijn <strong>de</strong>ze, voor zover <strong>de</strong> data beschikbaar kwamen, gebruikt.<br />

De additionaliteitsvraag is bij het <strong>SBO</strong>-programma en haar voorgangers maar beperkt<br />

<strong>van</strong> belang: het betrof 100% financiering <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoek aan universiteiten waarbij <strong>de</strong><br />

veron<strong>de</strong>rstelling dat zon<strong>de</strong>r het programma het on<strong>de</strong>rzoek niet (of in ie<strong>de</strong>r geval veel<br />

later) had plaatsgevon<strong>de</strong>n vrij <strong>van</strong>zelfsprekend is.<br />

4 Een bepaling <strong>van</strong> het effect op innovativiteit en economische performance langs econometrische weg<br />

zoals uitgevoerd voor <strong>de</strong> WBSO in Ne<strong>de</strong>rland vergt een hoge kwaliteit <strong>van</strong> beschikbare data op het<br />

niveau <strong>van</strong> individuele on<strong>de</strong>rnemingen, zie Brouwer, E. , P. <strong>de</strong>n Hertog, T. Poot en J. Segers (2002),<br />

WBSO na<strong>de</strong>r beschouwd. On<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> effectiviteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> WBSO, EZ on<strong>de</strong>rzoeksreeks no. 4,<br />

Den Haag.<br />

5 Effectmeting <strong>van</strong> het STW-programma, Dialogic en Technopolis, 2006.<br />

10


3 <strong>Het</strong> <strong>SBO</strong>-programma en haar voorlopers<br />

3.1 Historiek<br />

3.1.1 Rationale<br />

In <strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong> zijn drie programma’s on<strong>de</strong>rzocht:<br />

• <strong>Het</strong> programma Strategische Technologieën voor Welvaart en Welzijn (STWW),<br />

1998/1999, 2 oproepen;<br />

• <strong>Het</strong> programma Generisch Basison<strong>de</strong>rzoek aan <strong>de</strong> Universiteiten (GBOU),<br />

2000/2002, 2 oproepen;<br />

• <strong>Het</strong> programma Strategisch Basis On<strong>de</strong>rzoek (<strong>SBO</strong>), 2003-2006, 4 oproepen.<br />

Alledrie <strong>de</strong> programma’s zijn gericht op het overbruggen <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘innovation gap’, <strong>de</strong><br />

kloof tussen <strong>de</strong> wetenschap en het bedrijfsleven die geleid heeft tot <strong>de</strong> Europese<br />

Innovatieparadox: Europa heeft universitair on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> (zeer) hoog niveau, maar<br />

<strong>de</strong> resultaten daar<strong>van</strong> lei<strong>de</strong>n (in vergelijking tot an<strong>de</strong>re regio’s in wereld) maar in<br />

beperkte mate tot economische activiteit in het bedrijfsleven.<br />

Basisgedachte bij alledrie <strong>de</strong> programma’s was om door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> het selectieproces<br />

on<strong>de</strong>rzoeksprojecten te selecteren op economisch (of maatschappelijk) rele<strong>van</strong>te<br />

terreinen, en om <strong>de</strong>ze door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> begeleiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten te laten<br />

beïnvloe<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> vragen<strong>de</strong> partijen, waardoor <strong>de</strong> resultaten beter toegespitst<br />

wer<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> economische (of maatschappelijke) vraag. Bovendien zorg<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

instelling <strong>van</strong> gebruikerscommissies (<strong>van</strong>af GBOU) ervoor dat reeds geduren<strong>de</strong> het<br />

project interactie tussen on<strong>de</strong>rzoekers en gebruikers optrad, waardoor <strong>de</strong> drempels<br />

<strong>van</strong> kennisoverdracht zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n verlaagd. <strong>Het</strong> economische luik <strong>van</strong> alledrie <strong>de</strong><br />

programma’s is altijd open geweest voor aanvragen uit alle wetenschapsgebie<strong>de</strong>n en<br />

er zijn vrijwel jaarlijks oproepen geweest (alleen in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 2000/2001 was er maar<br />

1 oproep).<br />

3.1.2 Continuïteit in hoofddoelstellingen<br />

Bij het STWW-programma waren doelstellingen op vier niveaus ge<strong>de</strong>finieerd 6 :<br />

• op beleidsniveau: <strong>Het</strong> creëren <strong>van</strong> een voedingsbo<strong>de</strong>m aan wetenschappelijktechnologische<br />

kennis ten behoeve <strong>van</strong> ver<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rzoeks- en<br />

ontwikkelingsactiviteiten. Deze voedingsbo<strong>de</strong>m samen met <strong>de</strong> daarop geënte<br />

activiteiten kan dan resulteren in significante verbeteringen <strong>van</strong> het welzijn en <strong>de</strong><br />

welvaart in Vlaan<strong>de</strong>ren. Om <strong>de</strong>ze voedingsbo<strong>de</strong>m optimaal te laten ren<strong>de</strong>ren is<br />

een bre<strong>de</strong> diffusie <strong>van</strong> <strong>de</strong> bekomen resultaten noodzakelijk naar <strong>de</strong> Vlaamse<br />

technologiegebruikers.<br />

• op <strong>IWT</strong>-niveau: <strong>Het</strong> uitbouwen <strong>van</strong> een efficiënt, permanent,<br />

domeinoverschrij<strong>de</strong>nd en complementair steunkanaal voor wetenschappelijk-<br />

6<br />

Oproepdocument STWW, versie augustus 98, <strong>IWT</strong>.<br />

11


technologisch on<strong>de</strong>rzoek met aantoonbare economische of maatschappelijke<br />

toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> en <strong>van</strong> strategisch belang voor Vlaan<strong>de</strong>ren.<br />

• op programmaniveau: <strong>Het</strong> realiseren <strong>van</strong> een brugfunctie tussen <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoekswereld enerzijds en <strong>de</strong> maatschappij en economie an<strong>de</strong>rzijds. Via <strong>de</strong>ze<br />

weg kan vervolgens <strong>de</strong> kennis <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekswereld doorstromen naar<br />

potentiële gebruikers en in vervolgprojecten met <strong>de</strong>ze gebruikers ver<strong>de</strong>r uitgediept<br />

of toegepast wor<strong>de</strong>n. <strong>Het</strong> aantal vervolgprojecten in samenwerking met actoren uit<br />

<strong>de</strong> doelgroep en die gebruik maken <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten uit het STWWprogramma<br />

is een indicator voor het succes <strong>van</strong> het programma. De termijn<br />

waarop <strong>de</strong>ze vervolgprojecten verwacht kunnen wor<strong>de</strong>n is in overeenstemming<br />

met <strong>de</strong> positionering <strong>van</strong> elk <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>elprogramma’s.<br />

• op projectniveau: Een STWW-project Technologie & Economie heeft tot doel<br />

baanbrekend wetenschappelijk-technologisch on<strong>de</strong>rzoek uit te voeren voor het<br />

oplossen <strong>van</strong> een industrieel rele<strong>van</strong>t probleem. Dit on<strong>de</strong>rzoek wordt bij voorkeur<br />

reeds bij <strong>de</strong> start <strong>van</strong> het project gekoppeld aan een intensieve diffusieactie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

verworven kennis naar een zo breed mogelijke groep bedrijven in Vlaan<strong>de</strong>ren. De<br />

mate waarin <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten op termijn effectief gebruikt wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong><br />

Vlaamse industrie, is een indicator voor het succes <strong>van</strong> het project. Een STWW-<br />

T&E-project on<strong>de</strong>rscheidt zich <strong>van</strong> het fundamenteel on<strong>de</strong>rzoek omdat het<br />

toepasbaar maken <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> het project zelf<br />

vormt. <strong>Het</strong> on<strong>de</strong>rscheidt zich <strong>van</strong> industrieel basison<strong>de</strong>rzoek omdat <strong>de</strong><br />

onzekerheid over het marktperspectief te groot is, omdat het on<strong>de</strong>rzoek betreft<br />

met een focus op lange termijn (publiek goed).<br />

Op <strong>de</strong> <strong>IWT</strong>-website wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het GBOU programma momenteel<br />

niet in <strong>de</strong>rgelijk <strong>de</strong>tail vermeld, maar <strong>de</strong> basisrationale is <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>: het creëren <strong>van</strong><br />

een dui<strong>de</strong>lijke toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> op economisch of maatschappelijk vlak in<br />

Vlaan<strong>de</strong>ren mid<strong>de</strong>ls het uitvoeren <strong>van</strong> baanbrekend generisch wetenschappelijktechnologisch<br />

basison<strong>de</strong>rzoek met een economisch en/of maatschappelijke finaliteit<br />

op langere termijn. Hierbij is het realiseren <strong>van</strong> een brugfunctie tussen <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoekswereld enerzijds en <strong>de</strong> economie en maatschappij an<strong>de</strong>rzijds een<br />

basisdoelstelling 7 .<br />

Vergelijkbare rationale en doelstellingen gel<strong>de</strong>n nog steeds. In het oproepdocument<br />

voor <strong>SBO</strong> 2007 8 wordt aangegeven dat men strategisch basison<strong>de</strong>rzoek wil<br />

on<strong>de</strong>rsteunen dat zich situeert zich tussen het fundamenteel algemeen<br />

kennisverruimend on<strong>de</strong>rzoek (doorgaans aan <strong>de</strong> universiteiten) en het meer specifiek<br />

gericht toegepast on<strong>de</strong>rzoek (doorgaans bij <strong>de</strong> bedrijven, overheidsinstellingen en<br />

an<strong>de</strong>re economische of maatschappelijke actoren). <strong>Het</strong> is <strong>de</strong> bedoeling om strategisch<br />

belangrijke kennisplatformen te ontwikkelen met ruime economische of<br />

maatschappelijke toepassingsmogelijkhe<strong>de</strong>n in Vlaan<strong>de</strong>ren.<br />

3.1.3 Ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> programma’s<br />

Binnen <strong>de</strong>ze continuïteit in rationale zijn er in <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren echter ook<br />

ontwikkelingen geweest die het karakter <strong>van</strong> het programma dui<strong>de</strong>lijk beïnvloed<br />

hebben.<br />

7<br />

8<br />

Website <strong>IWT</strong>, sub GBOU, 22 januari 2007.<br />

Oproep 2007 in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> het Strategisch Basis On<strong>de</strong>rzoek in<br />

Vlaan<strong>de</strong>ren (<strong>SBO</strong>), 21 september 2006, <strong>IWT</strong>.<br />

12


Allereerst is in <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren het belang <strong>van</strong> valorisatie dui<strong>de</strong>lijk toegenomen.<br />

Hoewel dit niet rechtsreeks blijkt uit <strong>de</strong> zwaarte die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

aanvragen werd gehecht aan <strong>de</strong> utilisatiecriteria (zie Tabel 3, hieruit blijkt dat bij<br />

STWW utilisatie zelfs bepalend was, maar bij GBOU juist helemaal niet) blijkt dit<br />

wel heel dui<strong>de</strong>lijk uit <strong>de</strong> aanvragen. Was bij STWW en GBOU een utilisatieparagraaf<br />

<strong>van</strong> één pagina al heel uitgebreid, bij <strong>SBO</strong> is <strong>de</strong> utilisatieparagraaf vaak tientallen<br />

pagina’s.<br />

Tabel 3<br />

STWW98<br />

STWW99<br />

GBOU2000/1<br />

GBOU2002<br />

<strong>SBO</strong>2003<br />

<strong>SBO</strong>2004<br />

<strong>SBO</strong>2005<br />

<strong>SBO</strong>2006<br />

Weging beoor<strong>de</strong>lingscriteria bij <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> oproepen<br />

Beoor<strong>de</strong>ling<br />

U-as (mits W voldoen<strong>de</strong>, W-score bij ex aequo)<br />

W+2*U<br />

W (mits U voldoen<strong>de</strong>)<br />

W (mits U voldoen<strong>de</strong>)<br />

W+U<br />

W+U<br />

W+U<br />

W+U<br />

Hiermee samenhangend is ook <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> bedrijven versterkt. Was bij STWW nog<br />

geen enkele randvoorwaar<strong>de</strong> met betrekking tot bedrijven opgenomen, bij GBOU<br />

werd een gebruikerscommissie verplicht gesteld, terwijl het bij <strong>SBO</strong> daarnaast ook<br />

nog mogelijk werd dat bedrijven zelf participeer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksprojecten.<br />

Ook <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> samenwerking werd belangrijker. Hoewel samenwerking tussen<br />

universiteiten in alle oproepen mogelijk was (en ook meestal gebeur<strong>de</strong>) leeft bij<br />

aanvragers momenteel sterk <strong>de</strong> perceptie dat samenwerking verplicht is (zie ver<strong>de</strong>rop<br />

<strong>de</strong>ze paragraaf). Dat is echter niet het geval (wel zijn er in <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingsmethodiek<br />

en <strong>de</strong> financieringsvoorwaar<strong>de</strong>n enkele elementen opgenomen die samenwerking<br />

stimuleren).<br />

In <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren evolueer<strong>de</strong> ook het evaluatieproces (Tabel 4):<br />

Tabel 4<br />

STWW98<br />

STWW99<br />

GBOU2000/1<br />

GBOU2002<br />

<strong>SBO</strong>2003<br />

<strong>SBO</strong>2004<br />

<strong>SBO</strong>2005<br />

<strong>SBO</strong>2006<br />

Evaluatieproces<br />

Evaluatieproces<br />

Mon<strong>de</strong>ling college<br />

Mon<strong>de</strong>ling college<br />

Mon<strong>de</strong>ling college<br />

Mon<strong>de</strong>ling college<br />

Mon<strong>de</strong>ling college<br />

3 ron<strong>de</strong>s met in R2 schriftelijke experts<br />

I<strong>de</strong>m <strong>SBO</strong>2004<br />

I<strong>de</strong>m <strong>SBO</strong>2004<br />

<strong>Het</strong> groeien<strong>de</strong> gebruik <strong>van</strong> internationale experten (als gevolg <strong>van</strong> internationalisering<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> wetenschap en groeien<strong>de</strong> behoefte aan onafhankelijke beoor<strong>de</strong>ling) maakte<br />

werken met mon<strong>de</strong>linge colleges moeilijk, waardoor nu bij <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

beoor<strong>de</strong>ling gebruik gemaakt wordt <strong>van</strong> schriftelijke bevraging <strong>van</strong> expertencolleges).<br />

Tot slot is ook <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> projecten met een maatschappelijke finaliteit in <strong>de</strong> loop <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> jaren regelmatig veran<strong>de</strong>rd. De projecten met maatschappelijke finaliteit zijn bij<br />

<strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong> echter niet in beschouwing genomen.<br />

13


In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragrafen, waarin <strong>de</strong> kerngegevens <strong>van</strong> <strong>de</strong> programma’s gegeven<br />

wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname geanalyseerd wordt, zullen <strong>de</strong> effecten <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

ontwikkelingen op <strong>de</strong> portfolio dui<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n.<br />

3.2 Kerngegevens <strong>van</strong> het programma<br />

In on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> Tabel 5 is het STWW/GBOU/<strong>SBO</strong>-programmabudget en het totaal<br />

aantal gehonoreer<strong>de</strong> projecten voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1998-2006 weergegeven. In totaal zijn<br />

er in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1998-2006 129 projecten gehonoreerd waarbij een subsidiebedrag<br />

<strong>van</strong> €222 miljoen euro is gemoeid. Hierbij moet wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat sinds 2004<br />

ook projecten met een maatschappelijke finaliteit zijn gehonoreerd. Ook bij <strong>de</strong> eerste<br />

oproep <strong>van</strong> STWW in 1998 was een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten maatschappelijk<br />

georiënteerd (in totaal 11 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 26). Als alleen wordt gekeken naar <strong>de</strong> projecten met<br />

een economische finaliteit blijkt dat er in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1998-2006 102 projecten zijn<br />

gefinancierd voor een totaal bedrag <strong>van</strong> €180 miljoen.<br />

Dui<strong>de</strong>lijk is te zien dat <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het programma is toegenomen <strong>van</strong> ongeveer<br />

€17 miljoen in 1998 naar ruim €38 miljoen in 2006. <strong>Het</strong> budget voor projecten met<br />

een economische finaliteit is sinds 2002 constant met ongeveer €25 miljoen per jaar,<br />

met als uitschieter 2003 waar het budget €35 miljoen bedroeg.<br />

Opvallend is dat <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> projectom<strong>van</strong>g door <strong>de</strong> jaren heen steeds gestegen is,<br />

<strong>van</strong> gemid<strong>de</strong>ld zo’n €0,8 miljoen (STWW), via €1,5 miljoen in het GBOU<br />

programma, naar €2,8 miljoen voor een gemid<strong>de</strong>ld <strong>SBO</strong>-project in 2006. Ondanks<br />

een toename <strong>van</strong> het programmabudget is hierdoor het aantal gehonoreer<strong>de</strong> projecten<br />

met ongeveer 15 per jaar nagenoeg constant gebleven.<br />

Tabel 5<br />

Budget en aantal projecten STWW/GBOU/<strong>SBO</strong>-programma<br />

Algemeen / financieel<br />

STWW<br />

1998<br />

STWW<br />

1999<br />

GBOU<br />

00-01<br />

14<br />

GBOU<br />

2002<br />

<strong>SBO</strong><br />

2003<br />

<strong>SBO</strong><br />

2004<br />

<strong>SBO</strong><br />

2005<br />

<strong>SBO</strong><br />

2006 Totaal<br />

Totaal budget<br />

programma (miljoen €)<br />

17,150 10,190 20,280 25,890 35,000 37,488 37,488 38,604 222,090<br />

Budget economische<br />

projecten (miljoen €)<br />

12,150 10,190 20,280 25,890 35,000 24,992 25,823 25,317 179,642<br />

Totaal aantal<br />

gehonoreer<strong>de</strong> projecten<br />

26 13 15 17 12 15 16 15 129<br />

Aantal gehonoreer<strong>de</strong><br />

economische projecten<br />

15 13 15 17 12 10 11 9 102<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> om<strong>van</strong>g<br />

economische project 0,810 0,784 1,352 1,523 2,917 2,499 2,348 2,813 1,761<br />

(in miljoen €)<br />

Bron: <strong>IWT</strong>. Technopolis analyse. 2007<br />

De verschillen<strong>de</strong> jaarlijkse oproepen hebben structureel tot meer aanvragen geleid dan<br />

dat er gesubsidieerd kunnen wor<strong>de</strong>n, waardoor selectie <strong>van</strong> alleen <strong>de</strong> beste voorstellen<br />

noodzakelijk is. De eerste oproep in 1998 heeft geleid tot 91 aanvragen (economisch<br />

en maatschappelijk tezamen). De daarop volgen<strong>de</strong> STWW/GBOU-oproepen<br />

resulteer<strong>de</strong> over het algemeen in een lager aantal aanvragen; gemid<strong>de</strong>ld 65. Binnen<br />

het <strong>SBO</strong>-programma is het aantal aanvragen (hoewel 2003 een uitzon<strong>de</strong>ring vormt<br />

met 71 aanvragen, zie on<strong>de</strong>r, en gegevens over 2004 ontbreken) gedaald naar<br />

ongeveer 50 per oproep (waar<strong>van</strong> 35 economisch, Tabel 6). Dit is een stuk lager dan


in <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> en heeft waarschijnlijk te maken met <strong>de</strong> toegenomen project<br />

om<strong>van</strong>g (waardoor on<strong>de</strong>rzoekers meer tijd moeten steken in het schrijven <strong>van</strong> een<br />

goe<strong>de</strong> aanvraag en daar dus alleen aan beginnen als het on<strong>de</strong>rwerp goed past bij <strong>de</strong><br />

oproep) en <strong>de</strong> perceptie die heerst bij on<strong>de</strong>rzoekers dat <strong>de</strong> kans op succes in het<br />

programma klein is.<br />

Tabel 6 Totaal aantal project aanvragen en succespercentages 9 , 1998-2006<br />

Aanvragen<strong>de</strong> instellingen<br />

STWW STWW GBOU GBOU <strong>SBO</strong> <strong>SBO</strong> <strong>SBO</strong> <strong>SBO</strong><br />

1998 1999 00-01 2002 2003 2004 2005 2006<br />

Totaal aantal verkorte aanvragen nvt nvt nvt nvt 183 nvt nvt nvt<br />

Totaal aanvragen 91 30 63 66 71 65 51 52<br />

Waar<strong>van</strong> economische finaliteit 34 30 63 66 71 49 34 37<br />

Totaal gehonoreerd 26 13 15 17 12 15 16 15<br />

Waar<strong>van</strong> economische finaliteit 15 13 15 17 12 10 11 9<br />

Overall kans op succes 29% 43% 24% 26% 17% 23% 32% 29%<br />

Waar<strong>van</strong> bij economische finaliteit 44% 43% 24% 26% 17% 20% 32% 24%<br />

Bron: <strong>IWT</strong>. Technopolis analyse. 2007<br />

De <strong>SBO</strong>-oproep in 2003 vormt een uitzon<strong>de</strong>ring ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re jaren. In<br />

tegenstelling tot <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re oproepen is toen gewerkt met een indieningsprocedure in<br />

twee ron<strong>de</strong>n waarbij in <strong>de</strong> eerste ron<strong>de</strong> korte projectvoorstellen kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

ingediend. Hierdoor was <strong>de</strong> drempel om in te dienen lager, omdat het schrijven <strong>van</strong><br />

het voorstel min<strong>de</strong>r tijd kostte, wat leid<strong>de</strong> tot veel meer (maar summiere) aanvragen,<br />

namelijk 183! Alleen voorstellen die door <strong>de</strong> voorselectie heen kwamen is vervolgens<br />

gevraagd een volledige aanvraag te schrijven. Dit betrof 71 voorstellen. Ondanks <strong>de</strong><br />

voorselectie en budgetverhoging in 2003 was het succespercentage met 17% erg laag<br />

en ver on<strong>de</strong>r het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re oproepen.<br />

<strong>Het</strong> succespercentage fluctueert over <strong>de</strong> jaren, en m.n. bij <strong>de</strong> STWW-oproepen ligt het<br />

succespercentage vrij hoog, rond <strong>de</strong> 45%. Wat betreft GBOU en <strong>SBO</strong> kan over het<br />

algemeen wor<strong>de</strong>n gesteld dat ongeveer één op <strong>de</strong> vier aanvragen wordt gehonoreerd.<br />

On<strong>de</strong>rzoekers vin<strong>de</strong>n vooral dit laatste succespercentage te laag. Hierover wordt<br />

veelvuldig geklaagd bij het <strong>IWT</strong> en ook kwam het tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> interviews herhaal<strong>de</strong>lijk<br />

aan bod. Ook het <strong>IWT</strong> zelf constateer<strong>de</strong> in 2003 dat er “een belangrijk spanningsveld<br />

blijft bestaan tussen <strong>de</strong> aangevraag<strong>de</strong> steun en <strong>de</strong> beschikbare mid<strong>de</strong>len voor het<br />

steunkanaal”.<br />

<strong>Het</strong> succespercentage <strong>van</strong> 25% is, naar onze mening, aan <strong>de</strong> lage kant gezien <strong>de</strong><br />

kosten/baten verhouding <strong>van</strong> indiening. De subsidies zijn weliswaar hoog (€2-3<br />

miljoen per project), maar <strong>de</strong> inspanning is ook hoog: On<strong>de</strong>rzoekers geven aan 3-6<br />

maan<strong>de</strong>n fulltime bezig te zijn met het schrijven <strong>van</strong> een goed voorstel (dragelijk als<br />

een project wordt gehonoreerd maar niet te verantwoor<strong>de</strong>n bij een afwijzing). <strong>Het</strong><br />

verdient aanbeveling om te on<strong>de</strong>rzoeken of <strong>de</strong> procedure niet zo veran<strong>de</strong>rd kan<br />

wor<strong>de</strong>n dat dit voorkomen wordt. Een voorselectie op basis <strong>van</strong> korte<br />

projectvoorstellen is dan een optie, hoewel het experiment in 2003 niet succesvol<br />

verliep (veel onzinvoorstellen, veel werk, en ook nog het laagste succespercentage<br />

ooit). Ervaringen met programma’s die een voorselectie hanteren/hanteer<strong>de</strong>n (bijv. het<br />

E.E.T.-programma in Ne<strong>de</strong>rland) leert dat het aantal aanvragen in eerste instantie wel<br />

9<br />

<strong>Het</strong> succespercentage is het totaal aantal gehonoreer<strong>de</strong> aanvragen ge<strong>de</strong>eld door het totaal aantal<br />

ingedien<strong>de</strong> aanvragen. Van het <strong>IWT</strong> werd niet voor elk jaar <strong>de</strong> volledige data ont<strong>van</strong>gen.<br />

15


omhooggaat, maar bij latere oproepen weer afneemt als blijkt dat zon<strong>de</strong>r een serieus<br />

plan <strong>de</strong> kans op een vervolg klein is. Ook dient sterk rekening gehou<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n<br />

met het beschikbare budget bij <strong>de</strong> bepaling hoeveel projecten wor<strong>de</strong>n doorgelaten<br />

naar <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> ron<strong>de</strong> (en die dus een uitgewerkte aanvraag mogen indienen).<br />

Gemid<strong>de</strong>ld zijn er in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1998-2006 zo’n 585 projectaanvragen gedaan<br />

(waar<strong>van</strong> 183 in 2003). Deze 585 projectaanvragen zijn gedaan door een groep <strong>van</strong><br />

385 on<strong>de</strong>rzoekers; <strong>de</strong> hoofdaanvragers of (potentiële) projectlei<strong>de</strong>rs. Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze groep (125 aanvragers) heeft geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1998-2006 meer dan één<br />

voorstel ingediend; gemid<strong>de</strong>ld 2-3 voorstellen per hoofdaanvrager. De overige<br />

aanvragers hebben slechts eenmaal ingediend in het STWW-, GBOU- of <strong>SBO</strong>programma.<br />

Om inzicht te verkrijgen in <strong>de</strong> groep <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoekers die heeft ingediend in het<br />

<strong>SBO</strong>-programma is het interessant om na te gaan hoeveel <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze aanvragers nieuw<br />

zijn voor het programma en hoeveel al hebben ingediend in <strong>de</strong> voorlopers <strong>van</strong> het<br />

<strong>SBO</strong>-programma: STWW en GBOU. Uit <strong>de</strong> gegevens <strong>van</strong> het <strong>IWT</strong> blijkt dat <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

241 on<strong>de</strong>rzoekers die een aanvraag heeft ingediend in het <strong>SBO</strong>-programma, er 79 ook<br />

een of meer<strong>de</strong>re aanvragen hebben ingediend in het STWW- en/of GBOUprogramma.<br />

Dit betekent dat 1/3 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>-aanvragers al bekend is met het<br />

programma. Twee op <strong>de</strong> drie had<strong>de</strong>n dus nog nooit eer<strong>de</strong>r een voorstel ingediend bij<br />

STWW en/of GBOU voordat een aanvraag bij het <strong>SBO</strong>-programma werd ingediend.<br />

Tenslotte is ook gekeken naar alleen <strong>de</strong> goedgekeur<strong>de</strong> projectaanvragen. Ook hieruit<br />

blijkt dat ongeveer 1/3 <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers die een gehonoreerd <strong>SBO</strong>projectaanvraag<br />

heeft ingediend al eer<strong>de</strong>r een (gehonoreer<strong>de</strong>) aanvraag heeft<br />

ingediend bij STWW/GBOU.<br />

Uit <strong>de</strong> gegevens <strong>van</strong> het <strong>IWT</strong> blijkt niet dat een gehonoreerd voorstel in het STWWof<br />

GBOU-programma <strong>de</strong> kans op een gehonoreerd voorstel in het <strong>SBO</strong>-programma<br />

vergroot. Wel blijkt dat on<strong>de</strong>rzoekers die meer dan één aanvraag hebben ingediend bij<br />

het STWW- en/of GBOU- en/of <strong>SBO</strong>-programma een iets hogere kans op succes<br />

hebben binnen <strong>de</strong>ze programma’s. Dit kan wor<strong>de</strong>n verklaard doordat on<strong>de</strong>rzoekers<br />

die vaker een voorstel schrijven er beter in wor<strong>de</strong>n en het on<strong>de</strong>rzoek beter kunnen<br />

positioneren aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong> eisen die in het programma wor<strong>de</strong>n gesteld.<br />

Bovendien krijgen afgewezen on<strong>de</strong>rzoekers <strong>de</strong> kans om hun voorstel te verbeteren<br />

waardoor <strong>de</strong> kans dat het voorstel een jaar later wordt gehonoreerd toeneemt. Uit een<br />

analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> gegevens <strong>van</strong> <strong>IWT</strong> blijkt dat er <strong>van</strong> <strong>de</strong> 585 projectvoorstellen 35<br />

voorstellen twee of meer keer zijn ingediend. Zoals uit Tabel 7 blijkt wordt <strong>de</strong><br />

meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze voorstellen ook in twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> instantie afgewezen. Dit<br />

wijst erop dat herindieningen projectvoorstellen betreffen die meestal geen sterk<br />

doorbraakpotentieel vertonen; een tekortkoming die eer<strong>de</strong>r versterkt dan verzwakt bij<br />

opeenvolgen<strong>de</strong> herindieningen. Bij projectvoorstellen die na herindiening alsnog<br />

gehonoreerd wor<strong>de</strong>n gaat het vaak om verbeteringen in <strong>de</strong> uitwerking en/of<br />

on<strong>de</strong>rbouwing.<br />

Op basis <strong>van</strong> bovenstaan<strong>de</strong> is het <strong>de</strong>rhalve aannemelijk te veron<strong>de</strong>rstellen dat het<br />

<strong>SBO</strong>-programma breed toegankelijk genoeg is voor nieuwe aanvragers. <strong>Het</strong> <strong>SBO</strong>programma<br />

is geen ‘closed-shop’.<br />

16


Tabel 7<br />

Herindieningen <strong>van</strong> projectvoorstellen<br />

Herindieningen 2e indiening 3e indiening 4e indiening<br />

N projectaanvragen 31 4 0<br />

N goedgekeurd 6 2<br />

N afgewezen 29 2<br />

3.2.1 Ver<strong>de</strong>ling programmabudget over <strong>de</strong> kennisinstelling<br />

In on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel wordt weergegeven hoe vaak een organisatie <strong>de</strong>elneemt als<br />

on<strong>de</strong>rzoekspartner aan een gehonoreerd STWW/GBOU/<strong>SBO</strong>-on<strong>de</strong>rzoeksproject.<br />

Voor <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>-projecten zijn alleen <strong>de</strong> projecten met economische finaliteit<br />

meegenomen. Daarnaast is ook het aan<strong>de</strong>el <strong>van</strong> elk type organisatie in het totaal <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>elnemingen in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> programma’s weergegeven. <strong>Het</strong> betreft hier zowel<br />

<strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs als <strong>de</strong> overige on<strong>de</strong>rzoekspartners.<br />

Alle Vlaamse universiteiten tezamen zijn met gemid<strong>de</strong>ld 80% <strong>van</strong> het aantal<br />

<strong>de</strong>elnemers <strong>de</strong> belangrijkste on<strong>de</strong>rzoekspartners. Wel is <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> universiteiten in<br />

<strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r jaren iets min<strong>de</strong>r groot gewor<strong>de</strong>n. In het STWW-programma waren <strong>de</strong><br />

universiteiten nog verantwoor<strong>de</strong>lijk voor 85% <strong>van</strong> het totaal aantal <strong>de</strong>elnemingen,<br />

terwijl dit in het <strong>SBO</strong>-programma nog maar 75% is. Daarvoor in <strong>de</strong> plaats hebben<br />

on<strong>de</strong>rzoeksinstellingen als IMEC, VITO, IBBT en VIB, maar ook bedrijven, in het<br />

<strong>SBO</strong>-programma meer ruimte gekregen om <strong>de</strong>el te nemen als on<strong>de</strong>rzoekspartner.<br />

In totaal zijn er over <strong>de</strong> gehele perio<strong>de</strong> 414 on<strong>de</strong>rzoeks<strong>de</strong>elnemingen in 113 projecten<br />

(dit is inclusief <strong>de</strong> 11 maatschappelijk georiënteer<strong>de</strong> projecten uit <strong>de</strong> STWW-oproep<br />

<strong>van</strong> 1998). Dit betekent dat er gemid<strong>de</strong>ld 3,7 on<strong>de</strong>rzoekspartners <strong>de</strong>elnemen in een<br />

project. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> projectom<strong>van</strong>g is echter wel gestegen in <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r jaren. Bij<br />

het STWW-programma <strong>de</strong><strong>de</strong>n er gemid<strong>de</strong>ld 2-3 on<strong>de</strong>rzoeksgroepen mee aan een<br />

project, bij GBOU is dit al gestegen naar 3-4 per project en binnen het <strong>SBO</strong>programma<br />

doen er gemid<strong>de</strong>ld 5 on<strong>de</strong>rzoeksgroepen mee aan een project. Met het<br />

stijgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> projectom<strong>van</strong>g is dus ook het belang <strong>van</strong> samenwerking sterk<br />

toegenomen.<br />

Tabel 8<br />

Aantal <strong>de</strong>elnemingen (totaal en procentueel) in gehonoreer<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksprojecten per type organisatie, 1998-2006<br />

STWW GBOU <strong>SBO</strong> Totaal<br />

Tot % Tot % Tot % Tot %<br />

KU Leuven 40 41% 34 32% 65 31% 139 34%<br />

UGent 21 22% 25 23% 40 19% 86 21%<br />

UAntwerpen 7 7% 12 11% 10 5% 29 7%<br />

VUB 10 10% 15 14% 24 11% 49 12%<br />

UHasselt 2 2% 3 3% 16 8% 21 5%<br />

Hogeschool 1 1% 2 2% 3 1% 6 1%<br />

On<strong>de</strong>rzoeksinstelling 8 8% 14 13% 28 13% 50 12%<br />

On<strong>de</strong>rneming 4 4% 2 2% 20 10% 26 6%<br />

Overig 4 4% - - 4 2% 8 2%<br />

Totaal 97 100% 107 100% 210 100% 414 100%<br />

Bron: <strong>IWT</strong>. Technopolis analyse. 2007<br />

17


Uit <strong>de</strong> tabel blijkt dui<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> dominante rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> KU Leuven en <strong>de</strong> Universiteit<br />

Gent (UG) in het gehele programma. Opvallend is echter dat <strong>de</strong> KU Leuven in het<br />

GBOU- en <strong>SBO</strong>-programma met 31-32% <strong>van</strong> het totaal aantal <strong>de</strong>elneming en stuk<br />

lager scoort dan in het STWW-programma, waar <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname op 41% <strong>van</strong> het totaal<br />

lag.<br />

De categorie overige universiteiten scoor<strong>de</strong> in het <strong>SBO</strong>-programma met 8% <strong>van</strong> het<br />

totaal aantal <strong>de</strong>elnemingen juist een stuk hoger dan in <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> programma’s.<br />

Dit komt vrijwel in het geheel op conto <strong>van</strong> <strong>de</strong> Universiteit Hasselt (UH). Ook is <strong>de</strong><br />

rol <strong>van</strong> bedrijven, en in iets min<strong>de</strong>r mate <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksinstelling, in het<br />

<strong>SBO</strong>-programma toegenomen. Dit is te verklaren doordat binnen het <strong>SBO</strong>programma<br />

is besloten dat ook an<strong>de</strong>re organisaties dan <strong>de</strong> Vlaamse universiteiten in<br />

aanmerking kunnen komen voor subsidie uit het programma. Dit betreft met name <strong>de</strong><br />

Vlaamse on<strong>de</strong>rzoeksinstellingen zoals IMEC, VITO, VIB en IBBT, maar ook<br />

bedrijven, hogescholen en buitenlandse on<strong>de</strong>rzoeksploegen in consortium verband<br />

met Vlaamse on<strong>de</strong>rzoekers. Hierdoor is het programma veel meer open dan <strong>de</strong><br />

voorgangers STWW/GBOU (hierin kon<strong>de</strong>n alleen <strong>de</strong> Vlaamse kennisinstituten on<strong>de</strong>r<br />

bepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> subsidie ont<strong>van</strong>gen uit het programma). Dit heeft tot gevolg dat<br />

een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len is verschoven <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse universiteiten naar an<strong>de</strong>re<br />

O&O-actoren in Vlaan<strong>de</strong>ren en daarbuiten, in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Vlaamse<br />

on<strong>de</strong>rzoeksinstellingen IMEC en VITO.<br />

In Tabel 9 wordt per jaar het totale toegeken<strong>de</strong> budget in miljoenen euro’s voor <strong>de</strong><br />

gehonoreer<strong>de</strong> STWW/GBOU/<strong>SBO</strong>-projecten weergegeven, per ont<strong>van</strong>gen<strong>de</strong><br />

kennisinstelling. In Tabel 10 wordt <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling als percentage <strong>van</strong> het totaal budget<br />

weergegeven.<br />

Dui<strong>de</strong>lijk blijkt dat <strong>de</strong> KU Leuven gevolgd door <strong>de</strong> Universiteit Gent zowel absoluut<br />

als procentueel <strong>de</strong> grootste ont<strong>van</strong>gers <strong>van</strong> subsidie zijn uit het programma. De<br />

kleinere universiteiten, UHasselt en UA ont<strong>van</strong>gen min<strong>de</strong>r subsidie uit het<br />

programma. De ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> het budget is conform <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekscapaciteit en<br />

budget <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze universiteiten.<br />

Tabel 9<br />

Ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

kennisinstellingen in miljoenen euro’s, projecten economische<br />

finaliteit, 1998-2006<br />

Aanvragen<strong>de</strong> STWW STWW GBOU GBOU <strong>SBO</strong> <strong>SBO</strong> <strong>SBO</strong> <strong>SBO</strong><br />

instelling 1998 1999 2000-20001 2002 2003 2004 2005 2006<br />

Totaal<br />

KU Leuven 4,7 5,6 7,1 9,2 13,1 6,8 10,4 8,3 67,7<br />

UGent 2,5 2,8 7,1 8,3 2,9 6,5 4,8 6,1 43,1<br />

VUB 2,4 0,7 3,9 2,5 3,7 4,6 3,2 0,8 22,2<br />

UH 0,3 1,2 0,6 4,9 1,3 2,5 0,3 3,3 14,3<br />

UA 1,0 0,0 1,0 0,0 5,0 0,7 0,0 0,0 6,8<br />

Overige 1,3 0,0 0,6 1,0 9,0 3,9 7,1 5,4 24,3<br />

Totaal 12,2 10,2 20,3 25,9 35,0 25,0 25,8 25,3 179,6<br />

Bron: <strong>IWT</strong>. Technopolis analyse. 2007<br />

18


Tabel 10<br />

Ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

kennisinstellingen als percentage <strong>van</strong> het totaal budget, projecten<br />

economische finaliteit, 1998-2006<br />

Aanvragen<strong>de</strong> STWW STWW GBOU GBOU <strong>SBO</strong> <strong>SBO</strong> <strong>SBO</strong> <strong>SBO</strong><br />

instelling 1998 1999 2000-20001 2002 2003 2004 2005 2006<br />

Totaal<br />

KU Leuven 39% 55% 35% 35% 37% 27% 40% 33% 38%<br />

UGent 21% 27% 35% 32% 8% 26% 19% 24% 24%<br />

VUB 20% 6% 19% 10% 11% 18% 12% 3% 12%<br />

UHasselt 2% 11% 3% 19% 4% 10% 1% 13% 8%<br />

UA 8% 0% 5% 0% 14% 3% 0% 0% 4%<br />

Overige 11% 0% 3% 4% 26% 16% 28% 21% 14%<br />

Bron: <strong>IWT</strong>. Technopolis analyse. 2007<br />

In Tabel 11 is per universiteit weergegeven bij hoeveel projecten (met economische<br />

finaliteit) die universiteit optreedt als projectlei<strong>de</strong>r. Hieruit blijkt we<strong>de</strong>rom <strong>de</strong><br />

dominante positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Katholieke Universiteit Leuven. De KU Leuven treedt in<br />

bijna <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> alle gehonoreer<strong>de</strong> projecten op als projectlei<strong>de</strong>r en is hiermee veruit<br />

<strong>de</strong> belangrijkste universiteit voor het programma. De Universiteit Gent levert slechts<br />

in 24% <strong>van</strong> <strong>de</strong> gehonoreer<strong>de</strong> projecten <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>r. De Universiteit Antwerpen en<br />

het Limburgs Universitair Centrum waren met 3 projecten niet erg succesvol bij het<br />

binnenhalen <strong>van</strong> STWW/GBOU/<strong>SBO</strong>-projecten, waarbij <strong>de</strong>ze universiteit optreedt als<br />

projectlei<strong>de</strong>r.<br />

Tabel 11<br />

Aantal gehonoreer<strong>de</strong> projecten met economische finaliteit waarbij<br />

universiteit optreedt als projectlei<strong>de</strong>r, 1998-2006<br />

Aanvragen<strong>de</strong> STWW STWW GBOU GBOU <strong>SBO</strong> <strong>SBO</strong> <strong>SBO</strong> <strong>SBO</strong><br />

instelling 1998 1999 2000-20001 2002 2003 2004 2005 2006<br />

Totaal<br />

KU Leuven 7 9 6 8 9 2 5 4 50<br />

UGent 4 3 4 4 0 3 2 4 24<br />

VUB 3 0 4 3 1 4 3 0 18<br />

UHasselt 0 0 1 0 2 0 0 0 3<br />

UA 0 1 0 2 0 0 0 0 3<br />

Overige 1 0 0 0 0 1 1 1 4<br />

Totaal 15 13 15 17 12 10 11 9 102<br />

Bron: <strong>IWT</strong>. Technopolis analyse. 2007<br />

In Tabel 12 wor<strong>de</strong>n bovenstaan<strong>de</strong> indicatoren voor <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> universiteiten<br />

genormeerd (totaal universiteiten = 100) om hun rol t.o.v. <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re universiteiten te<br />

kunnen evalueren en daarna afgezet tegen het percentage dat <strong>de</strong> universiteiten<br />

ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> <strong>de</strong> basisdotatie die <strong>de</strong> universiteiten krijgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse<br />

Gemeenschap. 10<br />

UHasselt en KU Leuven ont<strong>van</strong>gen in vergelijking met hun basisdotatie veel<br />

mid<strong>de</strong>len uit het <strong>SBO</strong>-programma (Tabel 12), waarbij Leuven ook procentueel gezien<br />

veel projecten leidt en aan veel projecten <strong>de</strong>elneemt. UA scoort binnen <strong>de</strong><br />

economische finaliteit <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma niet sterk 11 . Bij VUB en UGent komt<br />

het aantal <strong>de</strong>elnames en <strong>de</strong> door hen verkregen <strong>SBO</strong>-mid<strong>de</strong>len overeen met hun<br />

10<br />

11<br />

Gegevens over 2004, bron: Vlaams Indicatorenboek 2005.<br />

De UA lijkt vooral sterk te staan in <strong>de</strong> humaan-wetenschappelijke on<strong>de</strong>rzoeksdisciplines,<br />

hetgeen blijkt uit verwerving <strong>van</strong> een aanzienlijk <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma<br />

met een maatschappelijke finaliteit (persoonlijke communicatie <strong>IWT</strong>).<br />

19


aan<strong>de</strong>el in <strong>de</strong> Vlaamse wetenschapswereld (op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> basisdotatie die zij <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Vlaamse Gemeenschap ont<strong>van</strong>gen).<br />

Tabel 12<br />

Relatief belang universiteiten in <strong>SBO</strong>-programma<br />

% projectleiding, % <strong>de</strong>elnames % mid<strong>de</strong>len % basisdotatie<br />

KU Leuven 51 43 44 38<br />

UGent 25 27 28 31<br />

VUB 18 15 14 13<br />

UHasselt 3 6 9 3<br />

UA 3 9 5 15<br />

3.2.2 Ver<strong>de</strong>ling projecten over <strong>de</strong> technologiedomeinen<br />

<strong>Het</strong> <strong>SBO</strong>-programma richt zich niet op specifieke, vooraf geselecteer<strong>de</strong><br />

technologieterreinen. <strong>Het</strong> doel is immers het ontwikkelen <strong>van</strong> breed toepasbare<br />

basistechnologie die rele<strong>van</strong>t is voor <strong>de</strong> Vlaamse economie en maatschappij. Hierdoor<br />

is het niet mogelijk om <strong>de</strong> projecten on<strong>de</strong>r te ver<strong>de</strong>len naar specifieke<br />

technologiegebie<strong>de</strong>n.<br />

Een globaal overzicht naar technologiedomein is in Tabel 13 weergegeven.<br />

Alle drie <strong>de</strong> grote domeinen (biotechnologie, milieutechnologie en voeding;<br />

basistechnologie en materiaaltechnologie; micro-elektronica en IT) zijn<br />

vertegenwoordigd in het <strong>SBO</strong>-programma en haar voorgangers. In vergelijking met<br />

<strong>de</strong> industriële programma’s <strong>van</strong> het <strong>IWT</strong> (O&O-programma en KMO-programma) is<br />

biotechnologie (inclusief voeding en milieu) sterker vertegenwoordigd en IT/Microelektronica<br />

min<strong>de</strong>r. Dit is plausibel in het licht <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijdshorizon <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>programma<br />

en <strong>de</strong> ontwikkelingstermijnen op <strong>de</strong>ze domeinen (biotech lang; IT kort)<br />

en <strong>de</strong> industriële structuur <strong>van</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren (vrij veel ICT on<strong>de</strong>rzoek o.a. door Alcatel-<br />

Bell).<br />

Tabel 13<br />

Ver<strong>de</strong>ling per technologiedomein<br />

STWW GBOU <strong>SBO</strong> O&O KMO<br />

BIO (+Food+Mil) 46% 44% 27% 13% 12%<br />

MAC-BAS 32% 23% 40% 21% 46%<br />

MES-ITS 21% 33% 33% 66% 42%<br />

Bron: <strong>IWT</strong>. Technopolis analyse. 2007<br />

3.3 Samenstelling gebruikerscommissie<br />

In Figuur 14 wordt <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> samenstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie (GC)<br />

<strong>van</strong> alle gehonoreer<strong>de</strong> projecten weergegeven voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1998-2006. <strong>Het</strong> gaat<br />

hierbij om alle STWW- en GBOU-projecten en <strong>de</strong> projecten met economische<br />

finaliteit uit het <strong>SBO</strong>-programma.<br />

20


Figuur 14<br />

Samenstelling gebruikerscommissie gehonoreer<strong>de</strong> projecten<br />

STWW/GBOU/<strong>SBO</strong>-programma, 1998-2006<br />

Vereniging<br />

5%<br />

Overheid<br />

3%<br />

Overig<br />

4%<br />

Kennisinstelling<br />

10%<br />

KMO<br />

32%<br />

Grote<br />

on<strong>de</strong>rneming<br />

46%<br />

Bron: <strong>IWT</strong>. Technopolis analyse. 2007<br />

Bedrijven, zowel grote on<strong>de</strong>rnemingen als kleine en mid<strong>de</strong>lgrote on<strong>de</strong>rnemingen, zijn<br />

met ruim driekwart <strong>van</strong> het totaal het meest vertegenwoordigd in <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissies. De overige organisaties zijn kennisinstellingen (10%),<br />

overheid (3%) en diverse verenigingen (5%) waaron<strong>de</strong>r met name<br />

brancheverenigingen en administraties. De categorie overige (4%) bestaat uit<br />

intermediaire organisaties of organisaties waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> classificatie niet bekend is.<br />

Over het algemeen is <strong>de</strong> samenstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie re<strong>de</strong>lijk constant<br />

gebleven over <strong>de</strong> jaren heen bij <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> programma’s. Alleen bij het STWWprogramma<br />

is het aan<strong>de</strong>el KMO met 28% <strong>van</strong> het totaal een stuk lager dan bij het<br />

GBOU-programma (36%) en het <strong>SBO</strong>-programma (32%). Dit komt omdat bij <strong>de</strong><br />

STWW-projecten ook <strong>de</strong> gebruikerscommissies <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten met een<br />

maatschappelijke finaliteit zijn meegenomen in <strong>de</strong> analyse waardoor<br />

overheidsadministraties en kennisinstellingen een dui<strong>de</strong>lijk aan<strong>de</strong>el hebben in <strong>de</strong><br />

GC’s (bij GBOU was er geen maatschappelijke finaliteit, en bij <strong>SBO</strong> is <strong>de</strong>ze buiten<br />

beschouwing gelaten).<br />

Per project nemen er gemid<strong>de</strong>ld 8 organisaties <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> gebruikerscommissie.<br />

Voor het STWW-programma ligt dit met 6 lager dan voor het GBOU- en <strong>SBO</strong>programma<br />

waar het gemid<strong>de</strong>ld aantal organisaties dat <strong>de</strong>elneemt in <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie uitkomt op respectievelijk 8 en 9. Dit betekent dus dat er in <strong>de</strong>ze<br />

projecten ongeveer 6-7 bedrijven <strong>de</strong>elnemen in <strong>de</strong> gebruikerscommissie, waar<strong>van</strong><br />

ongeveer <strong>de</strong> helft KMO 12 .<br />

12<br />

Ter vergelijk: <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> gebruikerscommissie bij een STW project in Ne<strong>de</strong>rland telt 6,2<br />

le<strong>de</strong>n. Hier<strong>van</strong> is 57% een bedrijf. Van <strong>de</strong>ze bedrijven is circa 38% een KMO. In Vlaan<strong>de</strong>ren<br />

zijn <strong>de</strong> GC’s dus groter, en is <strong>de</strong> relatieve participatie <strong>van</strong> KMO’s groter.<br />

21


Ook op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> enquête on<strong>de</strong>r le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie is inzicht<br />

verkregen in <strong>de</strong> samenstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissies. Alhoewel <strong>de</strong> respons<br />

met ruim 30% (139 ingevul<strong>de</strong> enquêtes) voldoen<strong>de</strong> is om een representatief beeld te<br />

schetsen, blijkt na analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> gegevens dat, me<strong>de</strong> door <strong>de</strong> beschikbaarheid <strong>van</strong><br />

accurate contactgegevens, le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> gebruikerscommissies die in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 2003-<br />

2006 zijn ingesteld oververtegenwoordigd zijn in <strong>de</strong> steeproef. Ruim 62% <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

respon<strong>de</strong>nten neemt <strong>de</strong>el in een <strong>SBO</strong>-gebruikerscommissie, <strong>de</strong> rest in STWW (21%)<br />

en GBOU (17%). Dit betekent dat het beeld dat uit <strong>de</strong> enquête komt met name iets<br />

zegt over <strong>de</strong> gebruikerscommissie die zijn ingesteld on<strong>de</strong>r het <strong>SBO</strong>-programma en in<br />

min<strong>de</strong>r mate over <strong>de</strong> voorlopers STWW en GBOU.<br />

De gegevens uit <strong>de</strong> enquête bevestigen bovenstaan<strong>de</strong> samenstelling <strong>van</strong> een<br />

gebruikerscommissie. De bedrijven domineren <strong>de</strong> gebruikerscommissies en er is<br />

gemid<strong>de</strong>ld een evenwichtige ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> grote en mid<strong>de</strong>lgrote/kleine bedrijven 13 .<br />

De belangrijkste R&D bedrijven zijn betrokken bij <strong>SBO</strong>. Een klein <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissies wordt gevuld door on<strong>de</strong>rzoeksinstellingen, branche<br />

organisaties en hogescholen.<br />

Uit <strong>de</strong> enquête blijkt tevens dat een beperkt aantal sectoren het overgrote <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissiele<strong>de</strong>n levert (Tabel 15).<br />

Tabel 15<br />

GC <strong>de</strong>elnames per sector afgezet tegen aan<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> sector in<br />

Vlaamse bedrijfs-O&O<br />

% GC <strong>de</strong>elnames % aan<strong>de</strong>el in Vlaamse<br />

bedrijfs-O&O (2004) 14<br />

Farmaceutische industrie 23 24.38<br />

Elektrotechnische industrie 11 21.12<br />

On<strong>de</strong>rzoek 9 5.56<br />

Computerservicebureaus 5 4.80<br />

Metaalproductenindustrie 6 6.29<br />

Chemie 5 4.26<br />

Overige zakelijke dienstverlening 2 8.86<br />

Organisaties uit an<strong>de</strong>re sectoren zijn slechts inci<strong>de</strong>nteel vertegenwoordigd in <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissies. De <strong>de</strong>elname in <strong>SBO</strong>-gebruikerscommissies komt dus in<br />

re<strong>de</strong>lijke mate overeen met <strong>de</strong> R&D ver<strong>de</strong>ling over <strong>de</strong> sectoren in Vlaan<strong>de</strong>ren. De<br />

elektrotechnische industrie en <strong>de</strong> overige zakelijke dienstverlening zijn in min<strong>de</strong>re<br />

mate vertegenwoordigd in <strong>de</strong> gebruikerscommissies <strong>van</strong> <strong>SBO</strong>.<br />

3.4 Werking gebruikerscommissies<br />

De frequentie waarmee <strong>de</strong> gebruikerscommissies bij elkaar komen is over het<br />

algemeen 2 keer per jaar. Bijna 1/3 <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> GC geeft aan dat er maar eens<br />

per jaar een bijeenkomst is. Over het algemeen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bijeenkomsten goed<br />

13<br />

14<br />

KMO’s zijn ge<strong>de</strong>finieerd als bedrijven die min<strong>de</strong>r dan 250 me<strong>de</strong>werkers hebben en/of min<strong>de</strong>r<br />

dan 50 miljoen euro omzet genereren per jaar.<br />

Vlaams Indicatorenboek 2005.<br />

22


ijgewoond door <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie. Ruim driekwart geeft aan<br />

vrijwel altijd naar <strong>de</strong> bijeenkomsten te gaan.<br />

Uit <strong>de</strong> interviews blijkt dat in <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren min<strong>de</strong>r lichtzinnig wordt<br />

omgesprongen met toezeggingen in gebruikerscommissies te participeren: men<br />

participeert alleen nog maar als het on<strong>de</strong>rwerp <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek rele<strong>van</strong>t is. Men<br />

participeert niet meer alleen om een goe<strong>de</strong> relatie met een hoogleraar.<br />

Dit beeld wordt ook bevestigd in <strong>de</strong> interviews met O&O uitvoeren<strong>de</strong> partijen die niet<br />

participeren in <strong>SBO</strong>-gebruikerscommissies. Afgezien <strong>van</strong> onbekendheid met het<br />

<strong>SBO</strong>-programma geven zij vier re<strong>de</strong>nen voor niet participatie:<br />

• <strong>Het</strong> <strong>SBO</strong>-on<strong>de</strong>rzoek heeft een te lange termijn voor het karakter <strong>van</strong> het<br />

betreffen<strong>de</strong> bedrijf;<br />

• <strong>SBO</strong>-projecten hebben een te lange looptijd die niet aansluit bij <strong>de</strong> strategische<br />

horizon <strong>van</strong> het bedrijf;<br />

• Gebruikerscommissies zijn geen optimaal instrument, er gaat te weinig invloed<br />

<strong>van</strong> uit;<br />

• Gebruikerscommissies kennen een relatief hoge administratieve belasting.<br />

23


4 Wetenschappelijke resultaten<br />

De (wetenschappelijke) resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> binnen het <strong>SBO</strong>-steunkanaal gesubsidieer<strong>de</strong><br />

projecten wor<strong>de</strong>n niet systematisch bijgehou<strong>de</strong>n door het <strong>IWT</strong>. Daarom is in <strong>de</strong><br />

webenquête on<strong>de</strong>r projectlei<strong>de</strong>rs en on<strong>de</strong>rzoekers gevraagd naar <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gesubsidieer<strong>de</strong> projecten. In totaal is <strong>van</strong> 57 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 102 projecten<br />

informatie ont<strong>van</strong>gen, waarbij moet wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat 8 enquêtes slechts<br />

summier ingevuld zijn. Deze 57 projecten zijn evenwichtig ver<strong>de</strong>eld over <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> programma’s STWW (15), GBOU (19) en <strong>SBO</strong> (23) en zijn dus<br />

representatief voor het programma. De hieron<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> resultaten zijn gebaseerd<br />

op <strong>de</strong>ze 57 projecten en geven <strong>de</strong>rhalve geen volledig overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> behaal<strong>de</strong><br />

wetenschappelijke resultaten.<br />

4.1 Aantal en type wetenschappelijke publicaties<br />

Van <strong>de</strong> 57 projecten waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> webenquête hebben ingevuld,<br />

hebben er 13 (nog) geen wetenschappelijke resultaten opgeleverd. Van <strong>de</strong> overige 44<br />

projecten wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten hieron<strong>de</strong>r weergegeven in Tabel 16. <strong>Het</strong> betreft<br />

resultaten <strong>van</strong> lopen<strong>de</strong> en <strong>van</strong> afgesloten projecten.<br />

Tabel 16<br />

Overzicht wetenschappelijke resultaten (n=57)<br />

Totaal aantal<br />

Gemid<strong>de</strong>ld<br />

aantal per project<br />

Master scripties 96 1,7<br />

PhD dissertaties 58 1,0<br />

Peer reviewed wetenschappelijke artikelen 414 7,3<br />

Overige papers 133 2,3<br />

(Bijdragen aan) boeken 30 0,5<br />

Invited lectures 156 2,7<br />

Bijdragen aan (internationale) conferenties en<br />

409<br />

workshops<br />

7,2<br />

Vervolgprojecten 65 1,1<br />

On<strong>de</strong>rzoekers uit het project met een vervolgaanstelling 48 0,8<br />

Bron: Enquête projectlei<strong>de</strong>rs; Technopolis analyse<br />

Uit <strong>de</strong>ze tabel blijkt dat er voornamelijk veel peer reviewed wetenschappelijke<br />

artikelen (414) en bijdragen aan (internationale) conferenties en workshops (409) als<br />

resultaten uit <strong>de</strong> projecten voortvloeien. Hierbij moet wel <strong>de</strong> kanttekening geplaatst<br />

wor<strong>de</strong>n dat enkele projecten een groot aan<strong>de</strong>el hebben in dit totaal aantal publicaties;<br />

dit zijn in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> projecten die in 1998-2000 zijn gestart.<br />

4.2 (Self) Assessment kwaliteit wetenschappelijke resultaten<br />

In <strong>de</strong> webenquête is aan zowel <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs en on<strong>de</strong>rzoekers als <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie gevraagd naar hun oor<strong>de</strong>el over <strong>de</strong> wetenschappelijk kwaliteit<br />

<strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Vrijwel alle projectlei<strong>de</strong>rs en ruim 80% <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers geeft aan dat het <strong>SBO</strong>project<br />

<strong>van</strong>uit wetenschappelijk perspectief succesvol is geweest en (zeer) geslaagd is.<br />

Dit percentage is met 65% iets lager voor <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie, maar<br />

24


nog steeds hoog. Uiteraard dient dit alleen als indicatie ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

wetenschappelijke kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten te wor<strong>de</strong>n gezien, want het betreft het<br />

oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> respon<strong>de</strong>nten in relatie tot een eigen projecten.<br />

Figuur 17<br />

Mate waarin verschillen<strong>de</strong> betrokken <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>-projecten geslaagd<br />

vin<strong>de</strong>n <strong>van</strong>uit wetenschappelijk perspectief<br />

Gebruikers<br />

On<strong>de</strong>rzoekers<br />

Projectlei<strong>de</strong>rs<br />

0% 20% 40% 60% 80% 100%<br />

Zeer geslaagd Re<strong>de</strong>lijk geslaagd Neutraal Weinig geslaagd Niet<br />

4.3 Belang wetenschappelijke resultaten<br />

Naast het in kaart brengen <strong>van</strong> <strong>de</strong> wetenschappelijke output is het ook belangrijk om<br />

on<strong>de</strong>rscheid te maken tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> type resultaten aangezien niet elk type<br />

resultaat even belangrijk is. In het algemeen geldt voor on<strong>de</strong>rzoekers dat het<br />

publiceren <strong>van</strong> peer-reviewed artikelen een zeer belangrijke doelstelling is <strong>van</strong> het<br />

project. Als dit achterblijft bij <strong>de</strong> verwachting dan is dat een indicatie dat het project<br />

niet heel succesvol is geweest. Resultaten waar<strong>van</strong> het belang niet hoog wordt geacht<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n beschouwd als extra resultaten, zeker als dit <strong>de</strong> verwachtingen<br />

overtreft.<br />

Om te bepalen wat het belang is <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze wetenschappelijke resultaten is <strong>de</strong><br />

projectlei<strong>de</strong>rs gevraagd een oor<strong>de</strong>el te geven over het belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten en in<br />

hoeverre <strong>de</strong>ze resultaten hebben bijgedragen aan het realiseren <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

projectdoelstellingen. Dit is in Figuur 18 op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> pagina weergegeven.<br />

25


Figuur 18 Belang wetenschappelijke resultaten<br />

Master scripties<br />

PhD dissertaties<br />

Peer reviewed wetenschappelijke artikelen<br />

Overige papers<br />

(Bijdragen aan) Boeken<br />

Invited lectures<br />

Bijdragen aan (internationale) conferenties en workshops<br />

Vervolgprojecten<br />

On<strong>de</strong>rzoekers uit het project met een vervolgaanstelling<br />

On<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n en uitbrei<strong>de</strong>n <strong>van</strong> wetenschappelijk domein<br />

Exploreren <strong>van</strong> nieuwe alternatieve on<strong>de</strong>rzoekskansen<br />

Diversifiëren <strong>van</strong> bestaan<strong>de</strong> kennisbasis<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

%<br />

% <strong>van</strong> <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs dat vindt dat het resultaat zeer belangrijk is<br />

% <strong>van</strong> <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs dat vindt dat <strong>de</strong> doelstellingen volledig behaald zijn<br />

Bron: Enquête projectlei<strong>de</strong>rs; Technopolis analyse<br />

Zoals uit <strong>de</strong> figuur blijkt wordt een aantal wetenschappelijke resultaten als zeer<br />

belangrijk aangeduid door <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs. Met name vervolgprojecten (87%), het<br />

diversifiëren <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> kennisbasis (84%), het on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n en uitbrei<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

bijdragen aan een wetenschappelijk domein en het publiceren <strong>van</strong> peer reviewed<br />

wetenschappelijke artikelen (bei<strong>de</strong>n 83%) scoren zeer hoog. Resultaten die min<strong>de</strong>r<br />

belangrijk zijn volgens <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs zijn het schrijven <strong>van</strong> master scripties (18%),<br />

overige papers (15%) en (bijdragen aan) boeken (31%).<br />

Vervolgens is <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs gevraagd in hoeverre ze vin<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze<br />

doelstellingen volledig behaald zijn. Een meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>r vindt dat<br />

vrijwel alle belangrijke wetenschappelijke doelen volledig wor<strong>de</strong>n bereikt. Wel valt<br />

op dat <strong>de</strong> mate <strong>van</strong> doelbereiking gemid<strong>de</strong>ld gezien lager wordt beoor<strong>de</strong>eld dan het<br />

belang dat wordt toegekend aan <strong>de</strong> resultaten. Dit kan wor<strong>de</strong>n verklaard doordat een<br />

<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksprojecten nog niet is afgerond en <strong>de</strong>rhalve nog <strong>de</strong> resultaten<br />

<strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek moet publiceren. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> resultaten moeten nog<br />

komen.<br />

Uitzon<strong>de</strong>ringen hierop zijn <strong>de</strong> doelstelling die maar in beperkte mate belangrijk<br />

wor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs. Omdat dit geen belangrijke projectresultaten<br />

zijn ligt het ambitieniveau laag en wordt <strong>de</strong> doelstelling al vrij snel bereikt. Voor<br />

bijdrage aan boeken geldt dat dit voor <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs nog niet<br />

<strong>van</strong> toepassing is; het heeft meer tijd nodig voordat daar een oor<strong>de</strong>el over kan wor<strong>de</strong>n<br />

gegeven.<br />

Uit <strong>de</strong> interviews blijkt dat voor projectlei<strong>de</strong>rs een <strong>SBO</strong>-project vaak een sleutelrol<br />

speelt bij het opbouwen <strong>van</strong> een on<strong>de</strong>rzoeksgroep met een behoorlijke kritische<br />

massa. De <strong>SBO</strong>-projecten zijn zodanig strategisch gepositioneerd dat zij als brug<br />

fungeren tussen het meer fundamentele on<strong>de</strong>rzoek (dat projectlei<strong>de</strong>rs bijv. financieren<br />

via FWO) en het meer toegepaste on<strong>de</strong>rzoek dat via O&O-projecten,<br />

contracton<strong>de</strong>rzoek en Europese projecten wordt uitgevoerd. Gemid<strong>de</strong>ld verdubbel<strong>de</strong><br />

26


ij <strong>de</strong> geïnterview<strong>de</strong>n <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> een on<strong>de</strong>rzoeksgroep, hetgeen uiteraard ook te<br />

maken heeft met <strong>de</strong> grote financiële om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>SBO</strong>-projecten. Dit laatste aspect<br />

wordt dan ook zeer goed gewaar<strong>de</strong>erd door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers.<br />

27


5 Interactie on<strong>de</strong>rzoekers en gebruikerscommissie<br />

5.1 Bijdragen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie voor en tij<strong>de</strong>ns project<br />

Ruim 2/3 <strong>van</strong> <strong>de</strong> organisaties geeft aan in <strong>de</strong> gebruikerscommissie <strong>van</strong> het project<br />

terecht te zijn gekomen doordat ze voor aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het project zijn bena<strong>de</strong>rd door<br />

een hen beken<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeker. Dit beeld wordt ook bevestigd in <strong>de</strong> interviews.<br />

On<strong>de</strong>rzoekers zoeken (vaak kort voordat <strong>de</strong> aanvraag moet wor<strong>de</strong>n ingediend)<br />

bevrien<strong>de</strong> relaties op in het bedrijfsleven en vragen hen om <strong>de</strong>el te nemen in <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie <strong>van</strong> het project. Gezien <strong>de</strong> korte termijn hebben bedrijven<br />

weinig tijd om zich goed in het voorstel te verdiepen waardoor hun inbreng in <strong>de</strong><br />

beginfase <strong>van</strong> het project beperkt is. Zij vin<strong>de</strong>n wel dat ze goed genoeg geïnformeerd<br />

wor<strong>de</strong>n over een projectvoorstel – vaak mon<strong>de</strong>ling en schriftelijk – om een beslissing<br />

te kunnen nemen. Bedrijven zijn over het algemeen bereid geweest om mee te doen<br />

omdat <strong>de</strong> inbreng die ze moeten leveren beperkt is en bovendien vrijwillig. Uit <strong>de</strong><br />

interviews blijkt echter dat bedrijven hun <strong>de</strong>elname in toenemen<strong>de</strong> mate zien als<br />

excuus voor on<strong>de</strong>rzoekers om subsidie te krijgen <strong>van</strong> het <strong>IWT</strong>, zeker als ze zo kort<br />

voor <strong>de</strong> datum <strong>van</strong> indiening wor<strong>de</strong>n bena<strong>de</strong>rd. Een aantal bedrijven heeft<br />

aangegeven hier <strong>van</strong> af te willen en niet meer zo makkelijk ja te zeggen om<br />

vrijblijvend <strong>de</strong>el te nemen aan gebruikerscommissies. Bedrijven wor<strong>de</strong>n ook steeds<br />

selectiever bij het toestemmen in <strong>de</strong>elname aan een gebruikerscommissie: als het niet<br />

past in <strong>de</strong> kerndoelen <strong>van</strong> het bedrijf of hun lange termijn strategische oriëntatie,<br />

wijzen zij <strong>de</strong>elname af.<br />

Opvallend is dat vrijwel geen enkel lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie heeft aangegeven<br />

zelf het initiatief te hebben genomen voor een bepaald on<strong>de</strong>rzoek of zelf contact heeft<br />

gezocht met on<strong>de</strong>rzoekers. Ook het <strong>IWT</strong> heeft geen enkele rol gespeeld om bedrijven<br />

te bena<strong>de</strong>ren om <strong>de</strong>el te nemen aan een on<strong>de</strong>rzoeksproject. Dit bevestigt het beeld dat<br />

<strong>de</strong> projecten volledig <strong>van</strong>uit het initiatief <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers wor<strong>de</strong>n opgezet.<br />

Bedrijven uit <strong>de</strong> gebruikerscommissie zijn geen vragen<strong>de</strong> partij bij het tot stand<br />

komen <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoeksvoorstel en spelen over het algemeen een beperkte rol bij<br />

<strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> het project.<br />

Dat <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikers in <strong>de</strong> begin fase beperkt is blijkt ook uit <strong>de</strong> enquête. Dit<br />

is weergegeven in Figuur 19. Hieruit blijkt dat 60% <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie in het geheel niet is betrokken bij <strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> het<br />

on<strong>de</strong>rzoeksproject en <strong>de</strong>rhalve geen invloed heeft kunnen uitoefenen op <strong>de</strong> richting<br />

<strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek. Hierbij moet wel wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat uit <strong>de</strong> interviews en <strong>de</strong><br />

open vragen uit <strong>de</strong> enquête blijkt dat veel bedrijven geen behoefte hebben om in <strong>de</strong><br />

beginfase <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek uitgebreid input te leveren omtrent <strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> het<br />

on<strong>de</strong>rzoek. Wanneer zij die behoefte wel hebben, kiezen zij tegenwoordig soms ook<br />

voor een rol als (on<strong>de</strong>rzoeks)partner in het project. Dan zijn zij voor een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het<br />

on<strong>de</strong>rzoek verantwoor<strong>de</strong>lijk en is <strong>de</strong> betrokkenheid bij en het belang <strong>van</strong> het project<br />

veel groter.<br />

35% geeft aan wel betrokken te zijn bij <strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoeksvoorstel, maar<br />

hier<strong>van</strong> geeft <strong>de</strong> helft aan totaal geen of in slechts in beperkte mate invloed te hebben<br />

kunnen uitoefenen op <strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> het project. De an<strong>de</strong>re helft geeft aan voldoen<strong>de</strong><br />

28


invloed te hebben kunnen uitoefenen of geen behoefte te hebben om zich te bemoeien<br />

met <strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> het project. De bijdrage <strong>van</strong> bedrijven bestaat er vaak uit dat zij ten<br />

behoeve <strong>van</strong> <strong>de</strong> vereiste valorisatieparagraaf aangeven op welke wijze <strong>de</strong> resultaten<br />

<strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek in hun bedrijf zou kunnen wor<strong>de</strong>n toegepast. Uit <strong>de</strong> interviews<br />

blijkt dat bedrijven <strong>de</strong> projecten over het algemeen als universitaire projecten<br />

beschouwen waar bij hun directe belang beperkt is.<br />

Figuur 19<br />

Mate waarin le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie zijn betrokken bij<br />

<strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoeksproject (n=128)<br />

Niet <strong>van</strong> toepassing<br />

5%<br />

In beperkte mate<br />

invloed kunnen<br />

uitoefenen op richting<br />

on<strong>de</strong>rzoek<br />

12%<br />

Niet betrokken bij opzet<br />

project<br />

60%<br />

Wel betrokken bij opzet<br />

project<br />

35%<br />

Geen invloed kunnen<br />

uitoefenen op<br />

richting <strong>van</strong> het<br />

on<strong>de</strong>rzoek<br />

Geen behoefte om<br />

invloed uit te oefenen<br />

op richting on<strong>de</strong>rzoek<br />

8%<br />

In voldoen<strong>de</strong> mate<br />

invloed kunnen<br />

uitoefenen op richting<br />

on<strong>de</strong>rzoek<br />

10%<br />

Bron: Enquête gebruikerscommissie; Technopolis analyse<br />

Vervolgens is gevraagd in hoeverre <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie <strong>de</strong><br />

mogelijkheid hebben (gehad) om tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> looptijd <strong>van</strong> het project het on<strong>de</strong>rzoek (zo<br />

nodig) bij te sturen. Ongeveer <strong>de</strong> helft geeft aan dat dit slechts in beperkte mate<br />

mogelijk is, terwijl 1/3 hiervoor voldoen<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n ziet. Een voorbeeld <strong>van</strong><br />

(bij)sturing is dat in een aantal gevallen le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> gebruikerscommissie een ‘case’<br />

aanleveren waarop een mo<strong>de</strong>lmatige bena<strong>de</strong>ring in <strong>de</strong> praktijk kan wor<strong>de</strong>n getoetst.<br />

Bedrijven zien hierin een goe<strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> focus <strong>van</strong> projecten op<br />

toepassing gericht te hou<strong>de</strong>n. Slechts 15% ziet totaal geen mogelijkhe<strong>de</strong>n voor<br />

bijsturen <strong>van</strong> het project. Dit is grafisch weergegeven in Figuur 20. Uit <strong>de</strong> interviews<br />

blijkt dat bijeenkomsten <strong>van</strong> gebruikerscommissies doorgaans bestaan uit presentaties<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekspartners, waarop vaak een discussie volgt over<br />

<strong>de</strong>ze resultaten en <strong>de</strong> manier waarop ze geïnterpreteerd zou<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

Bedrijven voelen zich echter niet geroepen tij<strong>de</strong>ns bijeenkomsten <strong>van</strong><br />

gebruikercommissies in te gaan op <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten voor hun eigen lange<br />

termijn strategie, zeker niet wanneer er concurrenten in <strong>de</strong> gebruikercommissie zitten.<br />

De sfeer bij <strong>de</strong> bijeenkomsten wordt over het algemeen als open en betrokken<br />

ervaren, alhoewel <strong>de</strong> bedrijven erkennen niet het achterste <strong>van</strong> hun tong te laten zien.<br />

Overigens zijn ook on<strong>de</strong>rzoeksinstellingen soms terughou<strong>de</strong>nd in het presenteren <strong>van</strong><br />

data als er kennisbeschermingsactiviteiten plaatsvin<strong>de</strong>n. Sinds kennisinstellingen<br />

meer aandacht beste<strong>de</strong>n aan kennisbescherming zijn bedrijven en kennisinstellingen<br />

29


op dat terrein meer concurrenten <strong>van</strong> elkaar gewor<strong>de</strong>n. En aangezien <strong>de</strong> modaliteiten<br />

<strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma (100% on<strong>de</strong>rzoeksfinanciering) en <strong>de</strong> Europese<br />

ka<strong>de</strong>rregelgeving vereisen dat kennisbescherming is voorbehou<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong><br />

universiteiten waarbij het tevens onmogelijk is om vooraf exclusieve IP afspraken te<br />

maken over projectresultaten met een bedrijf, is dat geen positieve factor voor<br />

valorisatie door bedrijven.<br />

Figuur 20<br />

Mate waarin le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

zien om het on<strong>de</strong>rzoek tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> looptijd <strong>van</strong> het project bij te<br />

sturen (n=101)<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n om<br />

bij te sturen<br />

36%<br />

Totaal geen<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

om bij te<br />

sturen<br />

Beperkte<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n om<br />

bij te sturen<br />

49%<br />

Bron: Enquête gebruikerscommissie; Technopolis analyse<br />

5.2 Rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie<br />

Op <strong>de</strong> vraag op welke manier <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie betrokken zijn bij<br />

het on<strong>de</strong>rzoeksproject antwoord een ruime meer<strong>de</strong>rheid (59%) dat <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie met name fungeert als klankbord voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers en om<br />

i<strong>de</strong>eën in te brengen. Iets min<strong>de</strong>r dan helft (48%) vindt dat <strong>de</strong> gebruikerscommissie<br />

met name <strong>de</strong> taak heeft om <strong>de</strong> voortgang <strong>van</strong> het project te monitoren. Dit komt<br />

overeen met <strong>de</strong> verwachting die <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs hebben <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie. An<strong>de</strong>re functies <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie wor<strong>de</strong>n slechts<br />

inci<strong>de</strong>nteel genoemd.<br />

Geconclu<strong>de</strong>erd kan wor<strong>de</strong>n dat zowel <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers als <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie hetzelf<strong>de</strong> beeld hebben <strong>van</strong> elkaars rol in het project. Dit blijkt<br />

uit het antwoord op <strong>de</strong> vraag in hoeverre <strong>de</strong> bijeenkomsten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie voldoen aan <strong>de</strong> verwachting. Ruim driekwart geeft aan dat het<br />

volledig voldoet aan <strong>de</strong> aan<strong>van</strong>kelijk verwachtingen en 20% heeft zich nog geen<br />

mening kunnen vormen omdat het nog te vroeg in het proces is (project is nog maar<br />

net <strong>van</strong> start gegaan). Of daarmee <strong>de</strong> gebruikerscommissies voldoen aan <strong>de</strong><br />

verwachtingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheid (het realiseren <strong>van</strong> economische activiteit door mid<strong>de</strong>l<br />

<strong>van</strong> het stimuleren <strong>van</strong> wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek lei<strong>de</strong>nd tot innovatie) is echter<br />

ernstig <strong>de</strong> vraag.<br />

30


Uit <strong>de</strong> interviews blijkt dat <strong>de</strong> gebruikercommissies zich over het algemeen passief<br />

opstellen. De passieve rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie wordt ook bevestigd door<br />

respons <strong>van</strong> gebruikers bij <strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong>. Allereerst blijkt dit uit <strong>de</strong> respons <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gebruikers op <strong>de</strong> webenquête. Deze is met 32% lager dan bij het enigszins<br />

vergelijkbare STW-programma in Ne<strong>de</strong>rland (namelijk daar 38%). Daarnaast bleek<br />

<strong>de</strong> bereidheid tot me<strong>de</strong>werking met interviews m.n. bij partijen die inci<strong>de</strong>nteel lid<br />

zijn/waren <strong>van</strong> een gebruikerscommissie beperkt.<br />

5.3 Contacten buiten gebruikerscommissieverga<strong>de</strong>ring<br />

Buiten <strong>de</strong> vaste bijeenkomsten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie is er beperkt contact<br />

tussen on<strong>de</strong>rzoekers en le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie. Iets min<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> helft<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie geeft aan contact te hebben met <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> betrokkenen (o.a. projectlei<strong>de</strong>r, betrokken on<strong>de</strong>rzoekers, overige le<strong>de</strong>n<br />

GC) bij het project buiten <strong>de</strong> reguliere verga<strong>de</strong>ringen om. De an<strong>de</strong>re helft geeft aan<br />

nooit contact te hebben buiten <strong>de</strong> reguliere verga<strong>de</strong>ringen om, of geeft aan dat dit niet<br />

<strong>van</strong> toepassing is in hun situatie. Dit is weergegeven in Figuur 21.<br />

De projectlei<strong>de</strong>r is <strong>de</strong> belangrijkste contactpersoon voor <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie. Ongeveer 20% geeft aan minstens 1x per kwartaal contact te<br />

hebben met <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>r en nog eens 30% geeft aan ongeveer 1x per jaar contact<br />

te hebben buiten <strong>de</strong> reguliere verga<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie om. Een<br />

kleine groep geeft aan maan<strong>de</strong>lijks of zelfs wekelijks contact te hebben.<br />

Figuur 21<br />

Contacten le<strong>de</strong>n gebruikerscommissie met <strong>de</strong> overige betrokkenen<br />

bij het project, buiten <strong>de</strong> reguliere verga<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie om (n=110)<br />

An<strong>de</strong>re bedrijven in <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie<br />

De on<strong>de</strong>rzoeker(s)<br />

De projectlei<strong>de</strong>r<br />

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%<br />

wekelijks maan<strong>de</strong>lijks 1x per kwartaal 1x per jaar Nooit Niet <strong>van</strong> toepassing<br />

Bron: Enquête gebruikerscommissie; Technopolis analyse<br />

Hieruit blijkt dat er ongeveer <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> organisaties in <strong>de</strong> gebruikerscommissie<br />

in enige mate betrokken is bij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksinspanningen en ook buiten <strong>de</strong> officiële<br />

31


contactmomenten contact zoekt met <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers en/of projectlei<strong>de</strong>rs. Dit betreft<br />

voor een <strong>de</strong>el contacten die bedrijven reeds had<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers, maar ook<br />

contacten in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> bilaterale service contracten en O&O-trajecten die met<br />

bedrijven zijn of wor<strong>de</strong>n aangegaan. Wanneer bedrijven en on<strong>de</strong>rzoekers elkaar<br />

treffen buiten een gebruikerscommissieverga<strong>de</strong>ring, wordt zel<strong>de</strong>n gesproken over <strong>de</strong><br />

voortgang <strong>van</strong> een lopend <strong>SBO</strong>-project, zo bleek uit <strong>de</strong> interviews.<br />

5.4 Positionering <strong>SBO</strong>-instrument en valorisatie<br />

De interviews die in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong> zijn gehou<strong>de</strong>n met projectlei<strong>de</strong>rs<br />

en le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> gebruikerscommissies geven een homogeen beeld. Zowel on<strong>de</strong>rzoekers<br />

als bedrijven zijn over het algemeen genomen positief over het <strong>SBO</strong>-programma en<br />

<strong>de</strong> niche die dit programma inneemt. De positionering <strong>van</strong> <strong>SBO</strong> tussen fundamenteel<br />

en toegepast on<strong>de</strong>rzoek in wordt aan bei<strong>de</strong> zij<strong>de</strong>n gewaar<strong>de</strong>erd, en die waar<strong>de</strong>ring<br />

strekt zich uit tot het <strong>IWT</strong>. Tegelijkertijd creëert <strong>de</strong> combinatie <strong>van</strong> strategisch<br />

basison<strong>de</strong>rzoek en valorisatie naar industriële toepassingen een intrinsiek<br />

spanningsveld dat zich continu presenteert. <strong>Het</strong> blijft balanceren tussen bei<strong>de</strong> kanten.<br />

Vanuit projectlei<strong>de</strong>rs is er grote waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten die het<br />

mogelijk maakt kritische massa in het eigen kennisdomein op te bouwen en <strong>de</strong><br />

wetenschappelijke oriëntatie op doorbraaktechnologieën waarbij serendipiteit nog<br />

overheerst. An<strong>de</strong>rzijds ervaren universitaire on<strong>de</strong>rzoeker tegenwoordig een veel<br />

grotere nadruk op valorisatie bij het indienen <strong>van</strong> <strong>SBO</strong>-projecten. Daardoor verschuift<br />

naar hun mening <strong>de</strong> oriëntatie meer in <strong>de</strong> richting <strong>van</strong> toegepast on<strong>de</strong>rzoek, waarbij er<br />

een nieuw gat is ontstaan tussen fundamenteel en <strong>SBO</strong>-on<strong>de</strong>rzoek. Hoewel<br />

universitaire on<strong>de</strong>rzoekers op opportunistische wijze on<strong>de</strong>rzoeksvoorstellen indienen<br />

waarbij gebruik wordt gemaakt <strong>van</strong> het hele scala aan steunkanalen, wordt <strong>SBO</strong><br />

dui<strong>de</strong>lijk positief beoor<strong>de</strong>eld ten opzichte <strong>van</strong> Europese projecten via FP6 of FP7. <strong>Het</strong><br />

Europese steunkanaal wordt als meer toepassingsgericht en min<strong>de</strong>r toegankelijk<br />

beoor<strong>de</strong>eld. Ver<strong>de</strong>r valt met name <strong>de</strong> ondoorzichtige beoor<strong>de</strong>lingsprocedure en <strong>de</strong><br />

zware administratieve overhead <strong>van</strong> EC-projecten in negatieve zin op.<br />

Opmerkingen die specifiek ten aanzien <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma wor<strong>de</strong>n gemaakt:<br />

• Consortiumvorming met an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rzoekspartners. Hoewel er begrip is voor <strong>de</strong><br />

oriëntatie op een multidisciplinaire aanpak, betwijfelt een aantal projectlei<strong>de</strong>rs of<br />

<strong>de</strong> opbrengst wel toeneemt met het aantal partners. Zoals eer<strong>de</strong>r vermeld bestaat<br />

bij <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> perceptie dat samenwerking verplicht is, op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

interviews hebben wij <strong>de</strong> indruk dat soms zelfs allianties wor<strong>de</strong>n aangegaan<br />

zon<strong>de</strong>r inhou<strong>de</strong>lijke noodzaak omdat men <strong>de</strong>nkt dat dat <strong>de</strong> slaagkans <strong>van</strong> een<br />

aanvraag verhoogt.<br />

• De valorisatieparagraaf. Deze paragraaf moet naar <strong>de</strong> mening <strong>van</strong> projectlei<strong>de</strong>rs<br />

bijna businessplan-achtige vormen aannemen, die vervolgens beoor<strong>de</strong>eld wordt in<br />

een interne <strong>IWT</strong>-procedure. Vooral dit laatste stuit op bezwaar.<br />

Vanuit bedrijven kan een omgekeerd verhaal wor<strong>de</strong>n geschetst. Zij zijn positief, maar<br />

vin<strong>de</strong>n het on<strong>de</strong>rzoek in <strong>SBO</strong>-projecten vaak zo fundamenteel dat het niet voldoen<strong>de</strong><br />

aansluit bij industriële strategische plannen. Daarmee is indirect een extra steunvorm<br />

voor universitair on<strong>de</strong>rzoek gecreëerd die eigenlijk voor <strong>de</strong> industrie bedoeld is, zo<br />

vin<strong>de</strong>n sommigen. Met name vertegenwoordigers <strong>van</strong> bedrijven die frequent (>5x)<br />

aan <strong>SBO</strong>-projecten meewerken via <strong>de</strong> gebruikerscommissie zou<strong>de</strong>n een grotere<br />

32


invloed cq. betrokkenheid bij <strong>de</strong> richting en invulling <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> <strong>SBO</strong>projecten<br />

op prijs stellen. Opmerkingen die wor<strong>de</strong>n gemaakt betreffen:<br />

• De fase <strong>van</strong> projectvoorbereiding. Wanneer in <strong>de</strong> fase <strong>van</strong> het schrijven al<br />

rekening kan wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> industriële ‘roadmaps’ en lange termijn<br />

strategieën, is <strong>de</strong> kans op succesvolle valorisatie groter, zo <strong>de</strong>nken zij.<br />

• De selectieprocedure betreffen<strong>de</strong> valorisatie. Bedrijven vin<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling<br />

<strong>van</strong> het valorisatiepotentieel zwaar<strong>de</strong>r moet wegen in <strong>de</strong> selectieprocedure, en bij<br />

voorkeur gedaan zou moeten wor<strong>de</strong>n voorafgaand aan <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

beoor<strong>de</strong>ling. Zij pleiten voor actievere betrokkenheid <strong>van</strong> <strong>de</strong>skundigen uit het<br />

bedrijfsleven in <strong>de</strong>ze fase <strong>van</strong> <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling. Net als <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs hebben zij<br />

bezwaar tegen <strong>de</strong> interne beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> valorisatie door <strong>IWT</strong>-me<strong>de</strong>werkers.<br />

• Een aantal <strong>van</strong> <strong>de</strong> R&D georiënteer<strong>de</strong> Vlaamse bedrijven is goed op <strong>de</strong> hoogte<br />

<strong>van</strong> het Vlaamse on<strong>de</strong>rzoekslandschap en innovatiesysteem. Zij zou<strong>de</strong>n een<br />

industrieel panel willen vormen dat vooral kijkt naar het valorisatiepotentieel <strong>van</strong><br />

<strong>SBO</strong>-projecten in het licht <strong>van</strong> <strong>de</strong> industriële behoeften in Vlaan<strong>de</strong>ren.<br />

5.5 De rol <strong>van</strong> het <strong>IWT</strong><br />

<strong>Het</strong> <strong>IWT</strong> is op verschillen<strong>de</strong> momenten betrokken bij <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>programma:<br />

• Opstellen <strong>van</strong> oproepdocumenten<br />

• Communiceren <strong>van</strong> <strong>de</strong> modaliteiten naar aanvragers<br />

• Begeleiding en uitvoering <strong>van</strong> het selectieproces<br />

• Beheer <strong>van</strong> lopen<strong>de</strong> projecten, o.a.:<br />

−<br />

−<br />

−<br />

financieel<br />

rapportage<br />

on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n contact en bezoek gebruikerscommissie verga<strong>de</strong>ring<br />

<strong>IWT</strong>-adviseurs geven zelf aan dat meer dan 95% <strong>van</strong> hun tijd in beslag genomen<br />

wordt door activiteiten voorafgaand aan en rondom het selectieproces. Daarmee blijft<br />

er weinig tijd over voor voorlichting en beheerstaken. Dit beeld wordt bevestigd door<br />

geïnterview<strong>de</strong>n die het i<strong>de</strong>e hebben dat met tussen- en eindrapportages weinig wordt<br />

gedaan. De rapportages zou<strong>de</strong>n overigens ook aanzienlijk korter kunnen (maximaal 4<br />

pagina’s): dat scheelt aan bei<strong>de</strong> kanten aanzienlijk in <strong>de</strong> administratieve lasten. Wat<br />

betreft het opvolgen <strong>van</strong> projecten naar valorisatie toe, spelen <strong>IWT</strong>-adviseurs<br />

momenteel nauwelijks een rol, hoewel zij daartoe wel kwalificaties bezitten. Hun<br />

expertise met betrekking tot het beoor<strong>de</strong>len <strong>van</strong> valorisatieplannen en <strong>de</strong> potentie <strong>van</strong><br />

voorstellen wordt vooral benut in <strong>de</strong> selectieprocedure.<br />

Te overwegen valt <strong>de</strong> communicatie over het <strong>SBO</strong>-programma te versterken, zowel in<br />

<strong>de</strong> voorlichting (en dan m.n. op het punt dat valorisatie reeds meegenomen dient te<br />

wor<strong>de</strong>n bij het <strong>de</strong>finiëren <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksactiviteiten) als tij<strong>de</strong>ns en na <strong>de</strong><br />

uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten (waarbij netwerkvorming en toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksresultaten voorop moeten staan).<br />

De rol <strong>van</strong> het <strong>IWT</strong> bij het <strong>SBO</strong>-programma wordt door on<strong>de</strong>rzoekers en gebruikers<br />

over het algemeen positief beoor<strong>de</strong>eld, zo komt uit <strong>de</strong> interviews naar voren. Zij zijn<br />

inhou<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>skundig, betrokken en er bestaat m.n. waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> <strong>IWT</strong>-<br />

33


adviseurs. De rol <strong>van</strong> het <strong>IWT</strong> is vooral gericht op procesbegeleiding, zo ervaren <strong>de</strong><br />

geïnterview<strong>de</strong>n, en dat zien zij het liefst zo gehandhaafd. Zij vin<strong>de</strong>n het niet tot <strong>de</strong><br />

taak <strong>van</strong> <strong>IWT</strong> behoren een actievere rol naar valorisatie op te nemen en pleiten voor<br />

actievere betrokkenheid <strong>van</strong> <strong>de</strong>skundigen uit het bedrijfsleven in het<br />

beoor<strong>de</strong>lingsproces. Een rol zoals STW, dat eigenaar is <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> het<br />

STW on<strong>de</strong>rzoek zien zij niet zitten: dit lost <strong>de</strong> huidige problemen niet op en creëert<br />

an<strong>de</strong>re.<br />

34


6 Economische effecten<br />

Naast het realiseren <strong>van</strong> wetenschappelijke output is een belangrijke doelstelling <strong>van</strong><br />

het <strong>SBO</strong>-programma het creëren <strong>van</strong> toegevoeg<strong>de</strong> economische waar<strong>de</strong> in<br />

Vlaan<strong>de</strong>ren. Plannen voor en potentie <strong>van</strong> valorisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten<br />

bepalen dan ook <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten. Ook geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

projecten wordt er mid<strong>de</strong>ls <strong>de</strong> gebruikerscommissies getracht <strong>de</strong> valorisatie <strong>van</strong><br />

resultaten te bevor<strong>de</strong>ren.<br />

Uit eer<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> Technopolis blijkt dat toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten uit<br />

strategisch/fundamenteel on<strong>de</strong>rzoek 5 tot 10 jaar op zich laat wachten nadat het<br />

project is afgerond. De <strong>SBO</strong>-projecten zijn gestart in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1998-2006 en hebben<br />

in principe een doorlooptijd <strong>van</strong> vier jaar. Dit betekent dat een groot <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>SBO</strong>-projecten nog niet zijn afgerond. Alleen <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten die in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1998-2001 zijn gestart mag wor<strong>de</strong>n verwacht dat ze medio 2007 zijn afgesloten en<br />

enige activiteiten met betrekking tot valorisatie hebben ontplooid.<br />

Er mag dus op dit moment nog niet al te veel wor<strong>de</strong>n verwacht <strong>van</strong> <strong>de</strong> valorisatie<br />

effecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>-projecten.<br />

Dit wordt bevestigd door <strong>de</strong> webenquêtes on<strong>de</strong>r projectlei<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie. Bijna 60% <strong>van</strong> <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs vindt het nog te vroeg om iets<br />

te kunnen zeggen over <strong>de</strong> valorisatie resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>-projecten. Eenzelf<strong>de</strong><br />

percentage <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie geeft aan dat het <strong>SBO</strong>-project<br />

nog niet heeft geleid tot concrete resultaten die kunnen wor<strong>de</strong>n toegepast binnen het<br />

bedrijf.<br />

6.1 Aantal en type valorisatie resultaten<br />

Om toch een beeld te krijgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> mate waarin <strong>SBO</strong>-projecten nu al hebben geleid<br />

tot valorisatie is <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs gevraagd aan te geven welke <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong><br />

concrete valorisatie resultaten 15 het project opgeleverd heeft. Dit wordt weergegeven<br />

in on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel. Van <strong>de</strong> 57 projecten waarvoor een ingevul<strong>de</strong> enquête is<br />

ont<strong>van</strong>gen hebben er 26 één of meer<strong>de</strong>re op valorisatie gerichte resultaten opgeleverd,<br />

variërend <strong>van</strong> patentaanvraag tot vervolgproject met <strong>de</strong> industrie.<br />

15<br />

Conform <strong>de</strong> bij <strong>de</strong> STW <strong>effectmeting</strong> gebruikte methodologie.<br />

35


Tabel 22 Valorisatie resultaten (n=57)<br />

Totaal aantal<br />

Patentaanvragen 25<br />

Verleen<strong>de</strong> patenten 4<br />

Verkochte patenten 0<br />

Opbrengst verkochte patenten (in k€) 0<br />

Licenties 6<br />

Opbrengst licenties (in k€) 250<br />

Spin-offs als gevolg <strong>van</strong> project 3 16<br />

Vervolgcontracten met <strong>de</strong> industrie 46<br />

Om<strong>van</strong>g vervolgcontracten met <strong>de</strong> industrie (in k€) 5.021<br />

Aantal on<strong>de</strong>rzoekers dat na het project bij betrokken<br />

industriële partijen is gaan werken<br />

22<br />

Bron: Enquête projectlei<strong>de</strong>rs; Technopolis analyse<br />

Daarnaast is ook <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie gevraagd in hoeverre zij <strong>de</strong><br />

resultaten <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek gebruiken. Een ruime meer<strong>de</strong>rheid (72%) geeft aan dat<br />

het nog te vroeg is om <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten daadwerkelijk in <strong>de</strong> organisatie toe te<br />

passen. Slechts 5 bedrijven (<strong>van</strong> <strong>de</strong> in totaal 139 respon<strong>de</strong>nten) noemen concrete<br />

effecten door het <strong>SBO</strong>-on<strong>de</strong>rzoek. Dit betreft vervolgon<strong>de</strong>rzoek ter waar<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

ongeveer 2 miljoen euro en twee bedrijven rapporteren extra omzet <strong>van</strong> 1 miljoen<br />

euro.<br />

Figuur 23<br />

Mate waarin verschillen<strong>de</strong> betrokkenen <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>-projecten<br />

geslaagd vin<strong>de</strong>n <strong>van</strong>uit economisch perspectief<br />

Gebruikers<br />

On<strong>de</strong>rzoekers<br />

Projectlei<strong>de</strong>rs<br />

0% 20% 40% 60% 80% 100%<br />

Zeer geslaagd Re<strong>de</strong>lijk geslaagd Neutraal Weinig geslaagd Niet<br />

De geringe mate <strong>van</strong> valorisatie is ook terug te vin<strong>de</strong>n in het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> betrokkenen geven over het succes <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>-projecten ten aanzien<br />

16<br />

Exclusief 3 spin-offs in voorbereiding.<br />

36


<strong>van</strong> valorisatie. Alhoewel een meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs (59%) en <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoekers (52%) nog wel aangeeft dat het <strong>SBO</strong>-project re<strong>de</strong>lijk geslaagd is <strong>van</strong>uit<br />

economisch perspectief, geeft een ruime meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie (63%) aan dat het nog te vroeg is om over het succes <strong>van</strong> het<br />

<strong>SBO</strong>-project ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> economische meerwaar<strong>de</strong> te kunnen oor<strong>de</strong>len (Figuur<br />

23).<br />

Uit <strong>de</strong> interviews komt naar voren dat er een verschil in appreciatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> valorisatie<br />

effecten bestaat tussen projectlei<strong>de</strong>rs en bedrijven. Projectlei<strong>de</strong>rs geven aan dat naast<br />

<strong>de</strong> wetenschappelijke resultaten, valorisatie naar (industriële) toepassingen ook<br />

plaatsvindt via <strong>de</strong> vervolgprojecten: een (doorbraak) technologie heeft meer tijd nodig<br />

dan 4 jaar om tot een toepassing te komen. <strong>Het</strong> feit dat een aantal <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste<br />

STWW- en GBOU-projecten tot een vervolg <strong>SBO</strong>-project heeft geleid waar een<br />

generieke vinding ver<strong>de</strong>r wordt geëxploreerd geeft dit ook aan. Ver<strong>de</strong>r blijkt ook dat<br />

<strong>de</strong> absorptiecapaciteit <strong>van</strong> een bedrijf om een projectresultaat ver<strong>de</strong>r te ontwikkelen<br />

niet altijd even groot is. Een mo<strong>de</strong>l of tool dat nog niet echt gebruiksvrien<strong>de</strong>lijk is<br />

wordt meestal niet door een bedrijf overgenomen, terwijl zij wel het potentieel er<strong>van</strong><br />

(h)erkennen. Omgekeerd vindt er ook valorisatie plaats die in natura wordt verrekend:<br />

Bijvoorbeeld vali<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> een mo<strong>de</strong>l of testmetho<strong>de</strong> door een on<strong>de</strong>rzoeksgroep die<br />

gesponsord wordt door een bedrijf, waarna <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> wordt geïmplementeerd in het<br />

bedrijf. Tenslotte kan <strong>de</strong> kennis die wordt gegenereerd in een <strong>SBO</strong>-project bedrijven<br />

ook informatie geven over welke weg zijzelf niet moeten gaan. Deze voorbeel<strong>de</strong>n<br />

geven aan dat er <strong>de</strong> nodige verborgen valorisatie plaatsvindt, die door bedrijven niet<br />

als een economisch effect wordt gewaar<strong>de</strong>erd omdat er geen bedrag aan gekoppeld<br />

kan wor<strong>de</strong>n. <strong>Het</strong>zelf<strong>de</strong> geldt in feite voor een aantal <strong>van</strong> <strong>de</strong> O&O-projecten die het<br />

resultaat zijn <strong>van</strong> een afgerond <strong>SBO</strong>-traject, of on<strong>de</strong>rzoekers die na afloop <strong>van</strong> een<br />

project bij bedrijven gaan werken. <strong>SBO</strong> voorziet zo indirect kleine bedrijven met<br />

kennis. Behalve <strong>de</strong> conclusie dat het te vroeg is om <strong>van</strong> economische effecten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>SBO</strong>-projecten te spreken, kan ook gesteld wor<strong>de</strong>n dat het on<strong>de</strong>rzoek dat in <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>projecten<br />

wordt gedaan meer tijd dan 4 jaar nodig heeft om tot economische<br />

valorisatie te komen. In die zin beantwoordt het <strong>SBO</strong>-on<strong>de</strong>rzoek precies aan zijn<br />

doelstellingen.<br />

<strong>Het</strong> aantal spin-offs dat is opgericht in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> die het <strong>SBO</strong>-programma bestrijkt, is<br />

tenminste drie, zo blijkt uit enquête en intervies. Gezien het feit dat <strong>de</strong> meeste<br />

on<strong>de</strong>rzoeksgroepen een portfolio aan projecten uitvoeren, die gaan <strong>van</strong> zeer<br />

fundamenteel tot zeer toegepast, is het overigens moeilijk <strong>de</strong>ze spin-offs specifiek aan<br />

een <strong>SBO</strong>/GBOU/STWW-project toe te wijzen. Projectlei<strong>de</strong>rs die <strong>de</strong>el uitmaken <strong>van</strong><br />

VIB of IBBT hebben sowieso meer toegang tot specifieke valorisatiekennis.<br />

Maar er zijn er ook nog een aantal spin-offs – tenminste drie – in voorbereiding. <strong>Het</strong><br />

oprichten <strong>van</strong> een nieuw spin-off bedrijf neemt daarmee een dui<strong>de</strong>lijke en discrete<br />

positie in bij <strong>de</strong> valorisatiemogelijkhe<strong>de</strong>n die wor<strong>de</strong>n geëxploreerd. Dat blijkt tevens<br />

uit het feit dat in een aantal gevallen een spin-off is overwogen en on<strong>de</strong>rzocht maar<br />

niet is doorgezet <strong>van</strong>wege economische re<strong>de</strong>nen. Tenslotte heeft, zo bleek uit <strong>de</strong><br />

interviews, een succesvolle doorbraaktechnologie voor een universitaire groep veel<br />

waar<strong>de</strong>. Als op basis <strong>van</strong> die technologie een spin-off wordt gestart, kan een (te)<br />

verregaan<strong>de</strong> transfer (<strong>van</strong> IP) naar een bedrijf wel <strong>de</strong> toekomstige toegang tot een<br />

steunkanaal als <strong>SBO</strong> bemoeilijken, zeker als die technologie (en bijbehoren<strong>de</strong> IP)<br />

essentieel is om latere <strong>SBO</strong> projecten te kunnen valoriseren.<br />

37


6.2 Problemen bij valorisatie<br />

Omdat valorisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten vrijwel nog niet aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> is bij <strong>de</strong><br />

meeste <strong>SBO</strong>-projecten is het moeilijk om een overzicht te geven <strong>van</strong> <strong>de</strong> belangrijkste<br />

problemen die optre<strong>de</strong>n bij valorisatie. Een belemmering voor valorisatie <strong>van</strong>uit het<br />

perspectief <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikers is over het algemeen dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten<br />

technisch of economisch niet toepasbaar zijn. Door <strong>de</strong> 139 respon<strong>de</strong>nten is dit<br />

argument respectievelijk 13 en 8 keer genoemd. An<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>nen die wor<strong>de</strong>n genoemd<br />

zijn dat <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek te high-end zijn of niet goed passen bij <strong>de</strong><br />

doelstellingen <strong>van</strong> het bedrijf (het valt buiten <strong>de</strong> core-business).<br />

Uit <strong>de</strong> interviews blijkt dat juist <strong>de</strong>ze laatste 2 argumenten als verklaring wor<strong>de</strong>n<br />

gegeven voor het (nog) niet optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> valorisatie. Er bestaat een kloof tussen <strong>de</strong><br />

resultaten <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek en <strong>de</strong> mogelijke toepassing. Die tussenliggen<strong>de</strong><br />

ontwikkelingsfase, <strong>van</strong> <strong>de</strong>monstratie, fabricage, schaalvergroting en/of<br />

gebruiksvrien<strong>de</strong>lijkheid is lastig te overbruggen. Ook <strong>de</strong> termijn waarop zo’n<br />

toepassing mogelijk gebruikt kan wor<strong>de</strong>n, is voor bedrijven niet aantrekkelijk en<br />

krijgt daarom geen hoge prioriteit. Dat geldt te meer wanneer een ontwikkeling niet<br />

tot <strong>de</strong> core-business <strong>van</strong> een bedrijf hoort. Dit zijn precies <strong>de</strong> overwegingen voor<br />

bedrijven om liever aan een O&O-project mee te werken dan aan een <strong>SBO</strong>-project dat<br />

gericht is op universitair basison<strong>de</strong>rzoek (zie ook <strong>de</strong> reactie <strong>van</strong> niet <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong><br />

bedrijven, paragraaf 3.4). In O&O-projecten is IPR beter te regelen en on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len,<br />

dan bij <strong>SBO</strong> waar kennisbescherming (IPR) is voorbehou<strong>de</strong>n aan universiteiten. Dat<br />

is voor bedrijven een negatieve factor bij valorisatieactiviteiten <strong>van</strong> zo’n programma.<br />

<strong>Het</strong> kennisdomein biotechnologie wijkt iets af <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kennisdomeinen<br />

(basistechnologie en materialen, en ICT) wat betreft kennisbescherming (in<br />

biotechnologie onmisbaar) en <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> bedrijven in gebruikerscommissies (4<br />

concurrenten zijn doorgaans allemaal vertegenwoordigd in een GC). Dit heeft echter<br />

nauwelijks effect op valorisatie.<br />

Maar uit <strong>de</strong> interviews blijkt ook dat bedrijven economische valorisatie als directe,<br />

kwantificeerbare, valorisatie opvatten. De vele indirecte opbrengsten zoals<br />

hierboven beschreven wor<strong>de</strong>n door bedrijven maar zel<strong>de</strong>n als valorisatie opgevat.<br />

6.3 Belang valorisatie <strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie<br />

In Figuur 24 is een overzicht weergegeven <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> doelen die gelieerd<br />

zijn aan <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>-projecten. De le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissies is ten eerste<br />

gevraagd aan te geven in hoeverre zij <strong>de</strong>ze doelen belangrijk vin<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong><br />

organisatie en ten twee<strong>de</strong> in hoeverre zij vin<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze doelen voor <strong>de</strong> organisatie<br />

behaald zijn.<br />

De doelen die door <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten als zeer belangrijk ervaren wor<strong>de</strong>n zijn het<br />

verkrijgen <strong>van</strong> toegang tot complementaire bronnen <strong>van</strong> expertise (57% <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie vindt dit doel zeer belangrijk), het on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

werkrelaties met universiteiten of on<strong>de</strong>rzoeksinstellingen (57%), het exploreren <strong>van</strong><br />

nieuwe, alternatieve on<strong>de</strong>rzoekskansen (43%), het diversifiëren <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong><br />

kennisbasis (42%) en het ontwikkelen <strong>van</strong> nieuwe producten, processen of diensten<br />

(40%). Wat betreft <strong>de</strong> vraag in hoeverre <strong>de</strong>ze doelen behaald zijn, kan wor<strong>de</strong>n<br />

geconclu<strong>de</strong>erd dat slechts het on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> werkrelaties met universiteiten en<br />

on<strong>de</strong>rzoeksinstellingen door 38% <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten volledig behaald wor<strong>de</strong>n<br />

geacht. De overige doelstellingen zijn beperkt behaald of zijn nog niet <strong>van</strong> toepassing<br />

op het project. Vanuit <strong>de</strong> interviews wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze doelen bevestigd.<br />

38


Figuur 24<br />

Doelen voor organisatie, belang en behaald<br />

Toegang tot complementaire bronnen <strong>van</strong> expertise<br />

Toegang tot gespecialiseer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksfacilteiten<br />

Nieuwe relaties aangaan met partijen in univeristeiten of on<strong>de</strong>rzoeksinstituten<br />

Nieuwe relaties aangaan met partners in <strong>de</strong> industrie<br />

On<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n werk relaties met universiteiten of on<strong>de</strong>rzoeksinstellingen<br />

On<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n werk relaties met industrie<br />

On<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n en uitbrei<strong>de</strong>n <strong>van</strong> bijdragen aan een wetenschappelijk domein<br />

Exploreren <strong>van</strong> nieuwe, alternatieve on<strong>de</strong>rzoekskansen<br />

Diversifiâren <strong>van</strong> bestaan<strong>de</strong> kennisbasis<br />

Werving nieuwe on<strong>de</strong>rzoekers<br />

Nieuwe on<strong>de</strong>rzoeksprojecten starten<br />

Verkrijgen <strong>van</strong> patenten<br />

Verkrijgen <strong>van</strong> licenties<br />

Productie <strong>van</strong> <strong>de</strong>monstratie apparatuur, simulaties, etc<br />

Ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe producten, processen of diensten<br />

Verbetering <strong>van</strong> bestaan<strong>de</strong> producten, processen of diensten<br />

Ontwikkeling nieuwe co<strong>de</strong>s of standaar<strong>de</strong>n<br />

Ontwikkeling nieuwe software tools<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

% <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie dat <strong>de</strong> doelstelling zeer belangrijk vindt om <strong>de</strong>el te nemen in <strong>de</strong> gebruikerscommissie <strong>van</strong> een <strong>SBO</strong>-project<br />

% <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie dat <strong>de</strong> doelstelling volledig behaald vindt binnen het <strong>SBO</strong>-project<br />

Bron: Enquête gebruikerscommissie; Technopolis analyse<br />

6.3.1 Verwachtingen valorisatie<br />

Alhoewel valorisatie nu nog veelal in <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rschoenen staat verwacht een ruime<br />

meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs (89%) en <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie wel ver<strong>de</strong>re valorisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten uit het <strong>SBO</strong>-project<br />

binnen nu en 5 jaar. Die verwachting getuigt <strong>van</strong> een positieve beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>SBO</strong>-projecten, maar <strong>de</strong> termijn is wellicht wat optimistisch. De eerste STWWprojecten<br />

hebben in veel gevallen een vervolg <strong>SBO</strong>-project nodig gehad om tot<br />

concrete toepassingen te komen. Dat betekent dat <strong>de</strong> termijn eer<strong>de</strong>r 5-10 jaar zal zijn,<br />

hetgeen voor <strong>de</strong> overgang <strong>van</strong> basison<strong>de</strong>rzoek naar een toepassing niet ongebruikelijk<br />

is.<br />

Een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> gebruikerscommissie geeft daarbij aan dat als het project<br />

is afgerond ze zelf ver<strong>de</strong>r gaan met vervolgon<strong>de</strong>rzoek om <strong>de</strong> resultaten toepasbaar te<br />

maken binnen <strong>de</strong> context <strong>van</strong> het eigen bedrijf. Ook dat is conform <strong>de</strong> gang <strong>van</strong> zaken<br />

bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re projecten: een waaier aan vervolgacties, <strong>van</strong> nieuwe FWO en <strong>SBO</strong>projecten,<br />

tot nieuwe EU-projecten en O&O-projecten en overige bilaterale<br />

contracten, waar casestudies wor<strong>de</strong>n uitgewerkt en methodologieën wor<strong>de</strong>n<br />

gevali<strong>de</strong>erd. Opmerkelijke genoeg blijkt uit <strong>de</strong> interviews dat tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> looptijd <strong>van</strong><br />

een project <strong>de</strong> aandacht voor het actief opvolgen <strong>van</strong> valorisatiemogelijkhe<strong>de</strong>n gering<br />

is, me<strong>de</strong> door <strong>de</strong> passieve opstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie.<br />

39


7 Conclusies en aanbevelingen<br />

In dit slot hoofdstuk wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> conclusies en aanbevelingen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong><br />

gegeven. In <strong>de</strong> eerste paragraaf wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> hoofdconclusies geschetst, daarna wordt<br />

ingegaan op <strong>de</strong> <strong>de</strong>elvragen uit het offerteverzoek en wor<strong>de</strong>n enkele an<strong>de</strong>re opvallen<strong>de</strong><br />

resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>effectmeting</strong> gegeven.<br />

7.1 Hoofdconclusies en aanbevelingen<br />

Waar<strong>de</strong>ring<br />

<strong>Het</strong> <strong>SBO</strong>-programma wordt door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers en <strong>de</strong> gebruikers goed<br />

gewaar<strong>de</strong>erd.<br />

Positionering<br />

<strong>Het</strong> programma wordt een unieke plek toegedicht in het Vlaamse<br />

innovatiebeleidsinstrumentarium, tussen fundamenteel en toegepast on<strong>de</strong>rzoek in.<br />

Deze positie, vertaald in <strong>de</strong> noodzakelijke combinatie <strong>van</strong> excellent strategisch<br />

basison<strong>de</strong>rzoek en valorisatie naar industriële toepassing creëert een intrinsiek<br />

spanningsveld. Dit spanningsveld komt goed naar voren bij <strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong>:<br />

• Universitaire on<strong>de</strong>rzoekers ervaren dat <strong>de</strong> nadruk ligt op valorisatie, en vrezen<br />

toegepast industrieel on<strong>de</strong>rzoek, wat zij hun taak niet vin<strong>de</strong>n.<br />

• Omgekeerd vin<strong>de</strong>n bedrijven dat het on<strong>de</strong>rzoek in <strong>SBO</strong>-projecten zo<br />

fundamenteel universitair is dat onvoldoen<strong>de</strong> rekening wordt gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

industriële behoeften en strategische plannen.<br />

Aanbeveling<br />

Wees voorzichtig <strong>de</strong> modaliteiten <strong>van</strong> het programma te veel te veran<strong>de</strong>ren. <strong>Het</strong><br />

intrinsieke spanningsveld tussen strategisch basison<strong>de</strong>rzoek en industriële toepassing<br />

is re<strong>de</strong>lijk in balans. Voorkom dat <strong>de</strong> balans en positionering verstoord wordt.<br />

Wetenschappelijke effecten<br />

In <strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong> kon vastgesteld wor<strong>de</strong>n dat een aanzienlijke hoeveelheid (peerreviewed)<br />

wetenschappelijke publicaties, promoties en workshopbijdragen is<br />

geproduceerd. Een ruime meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> zowel on<strong>de</strong>rzoekers als <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie geeft aan dat hun <strong>SBO</strong>-project(en) <strong>van</strong>uit een wetenschappelijk<br />

perspectief (zeer) geslaagd is/zijn. Echter, een validatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

resultaten <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma mid<strong>de</strong>ls peer-review en bibliometrische analyse<br />

maakte geen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uit <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong>.<br />

Diverse universitaire on<strong>de</strong>rzoekers geven aan dat hun on<strong>de</strong>rzoeksgroep met <strong>SBO</strong>projecten<br />

boven <strong>de</strong> kritische massa is gekomen om internationaal een vooraanstaan<strong>de</strong><br />

rol te kunnen spelen en benadrukken dat uit <strong>SBO</strong>-projecten diverse typen<br />

vervolgtrajecten zijn voortgevloeid.<br />

40


Aanbeveling<br />

Zorg voor een systematische monitoring <strong>van</strong> <strong>de</strong> wetenschappelijke effecten <strong>van</strong> het<br />

<strong>SBO</strong>-programma door het <strong>IWT</strong>. Hiervoor kunnen <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

voortgangsrapportages als basis gebruikt wor<strong>de</strong>n. Laat, bij een eventuele volgen<strong>de</strong><br />

<strong>effectmeting</strong> (of daaraan voorafgaand) een bibliometrische analyse uitvoeren op <strong>de</strong><br />

zo vergaar<strong>de</strong> informatie, zodat een meer objectieve waar<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

wetenschappelijke resultaten kan wor<strong>de</strong>n verkregen.<br />

Maatschappelijke en economische effecten<br />

Vanuit economisch perspectief is het nog te vroeg om een oor<strong>de</strong>el te geven over het al<br />

dan niet geslaagd zijn <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma. Zowel on<strong>de</strong>rzoekers als le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie vin<strong>de</strong>n het nog te vroeg hierover uitspraken te doen. Bij veel<br />

projecten zijn nog geen valorisatie-effecten en dat kan ook nog niet verwacht wor<strong>de</strong>n<br />

gezien <strong>de</strong> positionering <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek en <strong>de</strong> looptijd <strong>van</strong> het programma. Wel<br />

wordt in <strong>de</strong> toekomst meer verwacht <strong>van</strong> <strong>de</strong> valorisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten.<br />

Niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze constatering zijn er wel al een aantal effecten gerealiseerd (op<br />

basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> respons op <strong>de</strong> enquête, waarbij over ca. 60% <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten gegevens<br />

wer<strong>de</strong>n ont<strong>van</strong>gen):<br />

• 25 octrooiaanvragen;<br />

• 6 verleen<strong>de</strong> licenties ter waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> €250.000;<br />

• 3 gerealiseer<strong>de</strong> spin-offbedrijven (met momenteel ca. 100 werknemers) en nog<br />

minimaal 3 in voorbereiding;<br />

• circa 50 vervolgprojecten met betrokkenheid <strong>van</strong> industrie voor circa M€ 5;<br />

• enkele tientallen on<strong>de</strong>rzoekers die na het project hun loopbaan bij <strong>de</strong> betrokken<br />

industriële partijen hebben voortgezet.<br />

Uit <strong>de</strong> interviews met <strong>de</strong> industrie komt naar voren dat veel <strong>van</strong> <strong>de</strong> bovengenoem<strong>de</strong><br />

effecten slechts ge<strong>de</strong>eltelijk aan het <strong>SBO</strong>-project zijn toe te schrijven.<br />

Valorisatieproces, interactie tussen kennisinstellingen en bedrijven<br />

Over het algemeen wor<strong>de</strong>n gebruikers pas in een zeer laat stadium (enkele dagen voor<br />

sluiting <strong>van</strong> <strong>de</strong> indieningtermijn <strong>van</strong> een aanvraag) betrokken bij <strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> <strong>SBO</strong>projecten.<br />

Dit betekent dat zij geen rol hebben bij het <strong>de</strong>finiëren <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek,<br />

waardoor <strong>de</strong> meeste projecten beperkt gericht zijn op latere valorisatie.<br />

De gebruikerscommissie is vooral een laagdrempelig instrument om geïnformeerd te<br />

wor<strong>de</strong>n, state-of-the-art kennis te vergaren en netwerken op te bouwen en<br />

on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n. Gebruikerscommissies stellen zich over het algemeen passief op en<br />

spelen maar een zeer beperkte rol ten aanzien <strong>van</strong> directe valorisatie.<br />

On<strong>de</strong>rzoekers en gebruikers hebben hetzelf<strong>de</strong> beeld over <strong>de</strong> rol <strong>van</strong><br />

gebruikerscommissies, maar dat is niet het actief zorgdragen voor valorisatie!<br />

Bij het opzetten <strong>van</strong> een spin-off, en indien er concurrenten <strong>van</strong> elkaar in een<br />

commissie zitten, kunnen gebruikerscommissies zelfs belemmerend werken op<br />

valorisatie. <strong>IWT</strong> is zich hier bewust <strong>van</strong> en atten<strong>de</strong>ert projectlei<strong>de</strong>rs op alternatieven.<br />

41


Aanbeveling<br />

Projecten kunnen sterker op valorisatie gericht wor<strong>de</strong>n door:<br />

• te stimuleren dat gebruikers al bij <strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> projecten betrokken wor<strong>de</strong>n;<br />

• meer marktkennis te betrekken bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> valorisatie;<br />

• gebruikerscommissies een actievere rol te geven bij valorisatie door o.a. beter te<br />

letten op <strong>de</strong> samenstelling <strong>van</strong> gebruikerscommissies, gebruikers meer te<br />

doordringen <strong>van</strong> hun rol bij <strong>de</strong> valorisatie, meer bilaterale contacten tussen<br />

on<strong>de</strong>rzoekers en individuele gebruikers te stimuleren en meer expliciet aandacht<br />

te hebben voor valorisatie tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> GC verga<strong>de</strong>ringen;<br />

• an<strong>de</strong>re suggesties voor sterkere betrokkenheid <strong>van</strong> bedrijven: het verwerken <strong>van</strong><br />

‘cases’ <strong>van</strong> bedrijven in projecten, directe uitwisseling <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoekers tussen<br />

kennisinstellingen en bedrijven en het eisen <strong>van</strong> een financiële bijdrage <strong>van</strong><br />

bedrijven als bewijs <strong>van</strong> engagement bij <strong>de</strong>elname aan een gebruikerscommissie<br />

(zie Appendix C voor enkele voorbeel<strong>de</strong>n hoe dit eventueel aan te vatten).<br />

Verbeteren doelmatigheid en strategische impact <strong>SBO</strong>-programma, bijsturingen<br />

aan modaliteiten en beheer<br />

De uitvoering <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma door het <strong>IWT</strong> wordt gewaar<strong>de</strong>erd. De<br />

aandacht is echter wel onevenredig zwaar gericht op het beoor<strong>de</strong>len <strong>van</strong> aanvragen.<br />

Meer aandacht voor communicatie vooraf (bij het genereren <strong>van</strong> aanvragen) en beheer<br />

geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> looptijd <strong>van</strong> een project kunnen <strong>de</strong> effectiviteit <strong>van</strong> het programma<br />

verhogen.<br />

Men ziet in <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r jaren een vergroting <strong>van</strong> <strong>de</strong> aandacht <strong>van</strong> wetenschappelijke<br />

kwaliteit naar valorisatie. Dat is op zich goed, maar <strong>de</strong> aandacht voor<br />

valorisatiepotentieel sneeuwt soms wat on<strong>de</strong>r ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong><br />

valorisatieaanpak. Ook vindt men <strong>de</strong> slaagkans laag ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> inspanning<br />

die voor het schrijven <strong>van</strong> een aanvraag geleverd moet wor<strong>de</strong>n.<br />

Aanbevelingen<br />

1. Versterk <strong>de</strong> communicatie over het <strong>SBO</strong>-programma, zowel in <strong>de</strong> voorlichting (en<br />

dan m.n. op het punt dat valorisatie reeds meegenomen dient te wor<strong>de</strong>n bij het<br />

<strong>de</strong>finiëren <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksactiviteiten) als tij<strong>de</strong>ns en na <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

projecten (waarbij netwerkvorming en toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten voorop<br />

moeten staan).<br />

2. Aanpassingen in <strong>de</strong> aanvraag- en <strong>de</strong> selectieprocedure zou<strong>de</strong>n zich, ter vergroting<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> impact en strategische effecten <strong>van</strong> het programma, moeten richten op:<br />

• het instellen <strong>van</strong> een aanvraagprocedure in twee ron<strong>de</strong>n waarbij in <strong>de</strong> eerste ron<strong>de</strong><br />

korte aanvragen ingediend kunnen wor<strong>de</strong>n;<br />

• het verhogen <strong>van</strong> het slagingspercentage naar tenminste 35-40%;<br />

• het stimuleren dat gebruikers al bij <strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> projecten betrokken wor<strong>de</strong>n,<br />

waarbij valorisatiepotentieel in projectaanvragen wordt beschreven in overleg met<br />

bedrijven;<br />

• het vergroten <strong>van</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> valorisatiepotentieel bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling ten<br />

opzichte <strong>van</strong> valorisatieaanpak;<br />

• beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> valorisatiepotentieel en aanpak door een industriële jury.<br />

3.Versterk het beheer <strong>van</strong> projecten door <strong>IWT</strong> door meer tijd vrij te maken bij <strong>IWT</strong>adviseurs<br />

voor het actiever opvolgen <strong>van</strong> projecten en <strong>de</strong> valorisatie er<strong>van</strong>. Een<br />

ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> hiervoor benodig<strong>de</strong> tijd kan wor<strong>de</strong>n verkregen door het verkorten <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> projectvoortgangsrapportages tot maximaal 4 pagina’s.<br />

42


7.2 Overige conclusies <strong>effectmeting</strong> <strong>SBO</strong><br />

7.2.1 <strong>SBO</strong>-programma algemeen<br />

In aanvulling op <strong>de</strong> hoofdconclusie dat betrokkenen positief oor<strong>de</strong>len over het <strong>SBO</strong>programma<br />

kan wor<strong>de</strong>n gesteld dat met name <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten, <strong>de</strong><br />

wetenschappelijke oriëntatie op doorbraaktechnologieën en <strong>de</strong> positionering <strong>van</strong> <strong>SBO</strong><br />

tussen fundamenteel en toegepast on<strong>de</strong>rzoek belangrijke elementen zijn in <strong>de</strong><br />

positieve waar<strong>de</strong>ring.<br />

De motivatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers<br />

om <strong>de</strong>el te nemen in een <strong>SBO</strong>-project liggen vooral in het uitbouwen <strong>van</strong> interne<br />

kennis en competenties en het publiceren <strong>van</strong> wetenschappelijke artikelen. Deze<br />

factoren hebben een dui<strong>de</strong>lijk intern karakter, waardoor het externe karakter <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

projecten <strong>de</strong>els min<strong>de</strong>r aandacht krijgen. Hieron<strong>de</strong>r vallen het vermarkten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

opgedane kennis en het opzetten <strong>van</strong> spin-off bedrijven.<br />

Universitaire on<strong>de</strong>rzoekers dienen op opportunistische wijze on<strong>de</strong>rzoeksvoorstellen<br />

in, waarbij gebruik wordt gemaakt <strong>van</strong> het gehele scala aan steunkanalen. Daarin<br />

neemt <strong>SBO</strong> een dui<strong>de</strong>lijke positie in en wordt positief beoor<strong>de</strong>eld ten opzichte <strong>van</strong><br />

FP6 en 7. <strong>Het</strong> EC steunkanaal wordt als meer toepassingsgericht, min<strong>de</strong>r toegankelijk<br />

en ondoorzichtig in <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling alsme<strong>de</strong> een zwaar<strong>de</strong>re administratieve overhead<br />

beoor<strong>de</strong>eld dan <strong>SBO</strong>.<br />

De belangrijkste O&O-bedrijven in Vlaan<strong>de</strong>ren zijn betrokken bij <strong>SBO</strong>.<br />

De rol <strong>van</strong> het <strong>IWT</strong> wordt over het algemeen positief beoor<strong>de</strong>eld. Zij zijn inhou<strong>de</strong>lijk<br />

<strong>de</strong>skundig, betrokken en hun rol is vooral administratief. Dat kan zo blijven.<br />

De effecten <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma zijn onbekend bij <strong>de</strong> doelgroep. Men zou graag<br />

zien dat samenvattingen <strong>van</strong> projecten beter toegankelijk waren, en zou ook<br />

toezending <strong>van</strong> <strong>de</strong> rapportage <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>effectmeting</strong> op prijs stellen.<br />

7.2.2 Conclusies aanvraag en selectieprocedure<br />

Vertegenwoordigers <strong>van</strong> bedrijven die frequent aan <strong>SBO</strong>-projecten meewerken via <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie zou<strong>de</strong>n een grotere betrokkenheid bij <strong>de</strong> richting en invulling<br />

<strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek bij <strong>de</strong> <strong>SBO</strong>-projecten op prijs stellen. M.n. zien zij mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> fase <strong>van</strong> projectvoorbereiding en <strong>de</strong> selectieprocedure betreffen<strong>de</strong> valorisatie.<br />

Universiteiten hebben enige be<strong>de</strong>nkingen tegen <strong>de</strong> uit <strong>de</strong> aanvraagdocumentatie<br />

blijken<strong>de</strong> sturing in <strong>de</strong> richting <strong>van</strong> consortiumvorming met an<strong>de</strong>re universitaire<br />

partners en bedrijven tenein<strong>de</strong> het multidisciplinaire karakter <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek te<br />

versterken. De opbrengst (output) is niet rechtevenredig met het aantal partners, zeker<br />

niet wanneer partners elkaar gezocht hebben om hun eigen on<strong>de</strong>rzoek te kunnen<br />

financieren.<br />

43


Een doorbraaktechnologie die het resultaat is <strong>van</strong> een project uit <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> oproepen,<br />

kent vaak een vervolg in nieuwe <strong>SBO</strong>-projecten. Er moet gewaakt wor<strong>de</strong>n dat een<br />

gevestig<strong>de</strong> doorbraak niet steeds ver<strong>de</strong>r wordt geëxploiteerd in nieuwe <strong>SBO</strong>projecten,<br />

omdat hiermee het vernieuwen<strong>de</strong> karakter <strong>van</strong> <strong>SBO</strong> wordt beperkt.<br />

Dergelijke vervolgprojecten scoren evenwel vaak hoog omdat zij <strong>de</strong>el uitmaken <strong>van</strong><br />

een traject dat als geheel wetenschappelijk nog steeds vernieuwend is (en daarom<br />

hoog scoort op <strong>de</strong> W-as), terwijl toepassing dichterbij is ten opzichte <strong>van</strong> nieuwe<br />

doorbraken (en daarom ook hoog scoort op <strong>de</strong> U-as).<br />

Projectlei<strong>de</strong>rs ervaren het slagingspercentage voor <strong>SBO</strong> lager dan het daadwerkelijk<br />

is. Gezien <strong>de</strong> lange duur <strong>van</strong> <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingsprocedure en <strong>de</strong> hoeveelheid werk die<br />

een aanvraag met zich meebrengt, valt het te overwegen een procedure <strong>van</strong><br />

vooraanmelding in te stellen.<br />

De valorisatieparagraaf in <strong>de</strong> projectvoorstellen wordt als te zwaar opgevat door<br />

projectlei<strong>de</strong>rs: het zou goed zijn <strong>de</strong>ze paragraaf in overleg met bedrijven te richten op<br />

het valorisatiepotentieel <strong>van</strong> een projectresultaat, en niet zozeer als businessplan te<br />

presenteren. Daarvoor is het on<strong>de</strong>rzoek te fundamenteel.<br />

7.2.3 Conclusies resultaten en valorisatie<br />

De aandacht voor het opvolgen <strong>van</strong> valorisatiemogelijkhe<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> looptijd <strong>van</strong><br />

een project is gering, me<strong>de</strong> door <strong>de</strong> passieve opstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikerscommissie.<br />

Universitaire interfacediensten spelen voor valorisatie vooral een procesbegelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

(contracten opstellen) en juridisch-adviseren<strong>de</strong> rol, zeker geen initiatiefnemen<strong>de</strong> en<br />

trekken<strong>de</strong> rol.<br />

Een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> economische opbrengsten <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-on<strong>de</strong>rzoek blijft verborgen:<br />

informatie over wat niet te doen en gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> gepubliceer<strong>de</strong> resultaten is niet te<br />

kwantificeren maar treedt wel op.<br />

Kennisbescherming (IPR) in het <strong>SBO</strong>-programma is voorbehou<strong>de</strong>n aan universiteiten.<br />

Hoewel door <strong>de</strong> 100% financiering <strong>van</strong> projecten het wettelijke ka<strong>de</strong>r niet toestaat<br />

vooraf exclusieve afspraken te maken over IPR, is dit voor bedrijven een negatieve<br />

factor bij valorisatieactiviteiten <strong>van</strong> zo’n programma.<br />

<strong>Het</strong> kennisdomein biotechnologie wijkt iets af <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kennisdomeinen<br />

(basistechnologie en materialen, alsme<strong>de</strong> ICT) wat betreft kennisbescherming (in<br />

biotechnologie onmisbaar) en <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> bedrijven in gebruikerscommissies (4<br />

concurrenten zijn doorgaans allemaal vertegenwoordigd in een GC). Dit heeft echter<br />

nauwelijks effect op valorisatie.<br />

44


7.2.4 Conclusies gebruikerscommissie en an<strong>de</strong>re vormen <strong>van</strong> interactie tussen<br />

kennisinstellingen en bedrijven<br />

Ondanks dat het <strong>SBO</strong>-on<strong>de</strong>rzoek in vrijwel alle gevallen nog niet tot concrete<br />

toepassing bij bedrijven uit <strong>de</strong> gebruikerscommissie heeft geleid staat een<br />

meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> 60% (zeer) positief tegenover <strong>de</strong>elname in <strong>de</strong> gebruikerscommissie.<br />

Alle vertegenwoordigers <strong>van</strong> bedrijven vin<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gebruikercommissie vooral een<br />

laagdrempelig instrument om geïnformeerd te wor<strong>de</strong>n, state-of-the-art kennis te<br />

vergaren en netwerken op te bouwen en on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n. Zij verwachten binnen <strong>de</strong><br />

looptijd <strong>van</strong> een project doorgaans geen directe toepassingsmogelijkhe<strong>de</strong>n voor hun<br />

eigen industriële domein.<br />

Gebruikercommissies stellen zich over het algemeen passief op, er is discussie over<br />

actuele resultaten en <strong>de</strong> bijeenkomsten verlopen in prettige sfeer, maar er wordt<br />

weinig strategische inhoud ge<strong>de</strong>eld. Zij vin<strong>de</strong>n <strong>de</strong> opbrengsten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebruikerscommissie bijeenkomsten in overeenstemming met <strong>de</strong> (geringe) investering<br />

die zij daarvoor hoeven te doen. Dit sluit echter niet aan bij <strong>de</strong> gedachten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Vlaamse overheid over het programma!<br />

Bedrijven zijn in <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> perio<strong>de</strong> selectiever gewor<strong>de</strong>n in hun bereidheid <strong>de</strong>el te<br />

nemen aan een gebruikerscommissie; het moet in core-business <strong>van</strong> bedrijven passen<br />

en een bijdrage leveren aan lange termijn ontwikkelingen. De tijd dat bedrijven een<br />

week voor <strong>de</strong> indieningtermijn <strong>van</strong> een call nog instemmen met me<strong>de</strong>werking is<br />

voorbij.<br />

Gebruikerscommissiele<strong>de</strong>n zijn doorgaans beken<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers, maar dat is<br />

in een kleine gemeenschap als die <strong>van</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren niet verrassend.<br />

45


Appendix A<br />

Lijst <strong>van</strong> geïnterview<strong>de</strong> personen<br />

Interviews projectlei<strong>de</strong>rs<br />

Dhr. Johan Thevelein<br />

Dhr. Geert Degran<strong>de</strong><br />

Dhr. Ignaas Verpoest<br />

Dhr. Jacques Duchateau<br />

Dhr. Kris Gevaert<br />

Dhr. Piet Demeester<br />

Dhr. Leo Heyndrickx<br />

Dhr. Jules Mullens<br />

Dhr. Hugo Thienpont<br />

Dhr. Theo D'Hondt<br />

Dhr. Luc <strong>de</strong> Vuyst<br />

Katholieke Universiteit Leuven, Biologie<br />

Katholieke Universiteit Leuven, Burgerlijke<br />

Bouwkun<strong>de</strong><br />

Katholieke Universiteit Leuven, Metaalkun<strong>de</strong> en<br />

Toegepaste Materiaalkun<strong>de</strong><br />

Katholieke Universiteit Leuven, TW-ESAT PSI<br />

Rijksuniversiteit Gent, Biochemie-FysioScheikun<strong>de</strong><br />

Rijksuniversiteit Gent, INTEC, Breedband<br />

Instituut Tropische Geneeskun<strong>de</strong> – Microbiologie,<br />

Antwerpen<br />

Universiteit Hasselt, Anorganische en Fysische<br />

Chemie<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Interviews le<strong>de</strong>n gebruikerscommissie (n projecten > 7)<br />

Dhr. Rene De Keyzer AGFA-Gevaert N.V.<br />

Dhr. Jos <strong>van</strong> Sas<br />

Alcatel Bell N.V.<br />

Dhr Johan De Vriendt<br />

Dhr. Paul Colson<br />

AMI Semiconductor Belgium BVBA<br />

Dhr. Luc Desimpelaere Barco N.V.<br />

Dhr. Jan Sijnaeve<br />

Bekaert N.V. – BTC<br />

Dhr. Koen Bruynseels Crop<strong>de</strong>sign N.V.<br />

Mw. Valerie Frankard<br />

Dhr. Geert Plaetinck<br />

DeVGen N.V.<br />

Dhr. Andre Van <strong>de</strong> Voor<strong>de</strong> Innogenetics N.V.<br />

Dhr. Gustaaf Borghs<br />

IMEC VZW<br />

Dhr. Tom Tanghe<br />

Janssen Pharmaceutica N.V.<br />

Dhr. Herman Van <strong>de</strong>r Auweraer LMS International N.V.<br />

Dhr. Filip Arnaut<br />

Puratos N.V.<br />

Dhr. Piet Wigerinck<br />

Tibotec<br />

Dhr. Dirk Vyncke<br />

Umicore N.V.<br />

Dhr. Kris De Bruyn<br />

WTCM-CRIF<br />

46


Telefonische interviews le<strong>de</strong>n gebruikerscommissie<br />

Dhr. Jan <strong>van</strong> Hese<br />

Agilent Technologies Belgium N.V.<br />

Dhr. Foster Alun<br />

Alcatel Microelectronics N.V.<br />

Dhr. George Timmermans Centrale Isolatie Raad<br />

Dhr. Sjaak Rijkboer<br />

Ecodis (Anel)<br />

Dhr. Edmond Janssens Essensium N.V.<br />

Dhr. Dirk <strong>van</strong> Hyfte<br />

I.KNOW-Intelligent Knowledge management systems<br />

Mw. Christine Buelens Metalogic A.I. Technologies & Engineering<br />

Dhr. Eddy Galle<br />

NIKO N.V.<br />

Dhr. Gert Thijs<br />

Silicos N.V.<br />

Dhr. Antoine Ghanem Solvay N.V.<br />

Dhr. Jan Watte<br />

Tyco Electronics Belgium<br />

Dhr. Koen Verhaert<br />

Verhaert Design & Development N.V.<br />

Dhr. Geert Bruggeman Vitamex N.V.<br />

Dhr. Peter Wouters<br />

Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het<br />

Bouwbedrijf<br />

Telefonische interviews bedrijven die niet <strong>de</strong>elnemen aan <strong>SBO</strong><br />

Dhr. Bou<strong>de</strong>wijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> Steene Aquafin<br />

Dhr. Lano<br />

Lano<br />

Dhr. Arthur Van Houtte Mutoh<br />

Dhr. Kalbskopf<br />

Redco<br />

Dhr. Stephan Adriaenssen Traficon<br />

Ron<strong>de</strong> tafelgesprek met <strong>IWT</strong>-adviseurs op 20 juni 2007.<br />

Naam<br />

aandachtsgebied<br />

Dhr. Johan Devos<br />

ICT, bedrijfsvoering<br />

Dhr. Jeroen Fiers<br />

Monitoring en analyse<br />

Mw. Patricia Menten<br />

Biotech/biomedisch; coördinator TBM<br />

Dhr. Johan Michiels<br />

Basistechnologie, bedrijfsvoering<br />

Dhr. Paul Schreurs<br />

Milieu/procestechnologie; coördinator <strong>SBO</strong><br />

Dhr. Dirk Veelaert<br />

Biotechnologie<br />

47


Appendix B<br />

Bepaling wetenschappelijke effecten<br />

Enkele methodologische overwegingen met betrekking tot <strong>de</strong> bepaling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

wetenschappelijke effecten <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma en zijn voorlopers<br />

Bij <strong>de</strong>ze <strong>SBO</strong>-<strong>effectmeting</strong> is maar in beperkte mate aandacht besteed aan <strong>de</strong> bepaling<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> wetenschappelijke output <strong>van</strong> het <strong>SBO</strong>-programma en haar voorgangers. Naast<br />

het feit dat <strong>de</strong> vraagstelling in het bestek hieraan weinig aandacht besteed<strong>de</strong>, liggen<br />

hier ook enkele praktische en methodologische aspecten aan te grondslag.<br />

Wetenschappelijke kwaliteit wordt veelal beoor<strong>de</strong>eld door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> peer review en<br />

door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> bibliometrische analyses.<br />

Een peer review <strong>van</strong> het gehele <strong>SBO</strong> programma had, door <strong>de</strong> horizontale opzet <strong>van</strong><br />

het programma over alle kennisdomeinen, <strong>de</strong> inzet <strong>van</strong> meer<strong>de</strong>re<br />

<strong>de</strong>skundigencommissies vereist om <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> domeinen te kunnen bestrijken.<br />

Voor een <strong>de</strong>rgelijke aanpak waren binnen <strong>de</strong> in het bestek geschetste<br />

randvoorwaar<strong>de</strong>n tijd noch mid<strong>de</strong>len in voldoen<strong>de</strong> mate beschikbaar.<br />

Een voorwaar<strong>de</strong> voor het uitvoeren <strong>van</strong> een betrouwbare bibliometrische analyse <strong>van</strong><br />

het <strong>SBO</strong>-programma is <strong>de</strong> beschikbaarheid <strong>van</strong> een complete lijst <strong>van</strong> alle<br />

wetenschappelijke publicaties die uit het <strong>SBO</strong>-programma voortvloeien. Op grond<br />

hier<strong>van</strong> zou een gespecialiseer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksgroep (bijv. het Steunpunt O&O<br />

Statistieken) impact en relatieve impact (t.o.v. het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voor het vakgebied)<br />

kunnen bepalen. Hierbij spelen drie problemen: een dataprobleem (een <strong>de</strong>rgelijke lijst<br />

bleek niet beschikbaar bij <strong>IWT</strong> en opvragen in <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>tailvorm bij projectlei<strong>de</strong>rs leidt<br />

tot een behoorlijke administratieve druk voor <strong>de</strong>ze groep hoogleraren en tot een lage<br />

respons op <strong>de</strong> enquêtes omdat zij toch niet bereid zijn <strong>de</strong>ze inspanning te leveren);<br />

een attributieprobleem (in hoeverre zijn <strong>de</strong> publicaties daadwerkelijk alleen aan het<br />

<strong>SBO</strong>-project toe te schrijven) en praktische problemen (budget, doorlooptijd).<br />

De huidige gebruikte metho<strong>de</strong> (projectlei<strong>de</strong>rs vragen naar wetenschappelijke output)<br />

kent vergelijkbare problemen, maar kost weinig inspanning <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten, en<br />

geeft wel een globale indicatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> productiviteit.<br />

De kwaliteit <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek is, afgezien <strong>van</strong> een soort tevre<strong>de</strong>nheidsmeting bij<br />

on<strong>de</strong>rzoekers en gebruikers niet bepaald. <strong>Het</strong> ontbreken <strong>van</strong> een specifiek<br />

kwaliteitsbepalingsmechanisme bij het <strong>SBO</strong>-programma betekent echter niet dat <strong>de</strong><br />

kwaliteit <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek onvoldoen<strong>de</strong> is: Voor het garan<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong><br />

het on<strong>de</strong>rzoek zijn er <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> internationale mechanismen <strong>van</strong> kwaliteitsborging<br />

uit <strong>de</strong> wetenschappelijke wereld.<br />

48


Appendix C<br />

Voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> industriële<br />

financieringsmechanismen en hun rol bij<br />

valorisatie bij (fundamentele)<br />

on<strong>de</strong>rzoeksprogramma’s<br />

STW-programma Ne<strong>de</strong>rland<br />

<strong>Het</strong> STW-programma in Ne<strong>de</strong>rland, dat zich qua positionering als strategisch<br />

basison<strong>de</strong>rzoek in enige mate op een vergelijkbare piste bevindt als het <strong>SBO</strong>programma,<br />

kent bij grote projecten een plicht tot cofinanciering (tabel 1).<br />

Tabel 1: Minimaal vereiste cofinanciering STW-projecten<br />

Totale projectkosten Minimaal vereiste cofinanciering<br />

on<strong>de</strong>r M€ 0,5 0<br />

M€ 0,5 tot M€1 25% <strong>van</strong> het meer<strong>de</strong>re boven M€0,5<br />

M€ 1 tot M€ 1,5 €125.000 plus 35% <strong>van</strong> het meer<strong>de</strong>re boven M€ 1<br />

M€ 1,5 tot M€ 2 €300.000 plus 45% <strong>van</strong> het meer<strong>de</strong>re boven M€ 1,5<br />

boven M€ 2 €525.000 plus 50% <strong>van</strong> het meer<strong>de</strong>re boven M€2<br />

Daarenboven dient STW hoofdfinancier in <strong>de</strong> projecten te zijn. Projectaanvragen<br />

waarbij <strong>de</strong> cofinanciering <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikers <strong>de</strong> STW-bijdrage overschrijdt zijn nietont<strong>van</strong>kelijk.<br />

<strong>Het</strong> is bij het STW-programma mogelijk dat <strong>de</strong> begeleidingscommissie uit één partij<br />

bestaat die een optie krijgt op <strong>de</strong> uitkomsten <strong>van</strong> het project. Dan moet echter <strong>de</strong>ze<br />

partij echter substantieel bijdragen in <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek.<br />

IPR die voortkomen uit <strong>de</strong> projecten zijn ge<strong>de</strong>eld eigendom <strong>van</strong> STW en <strong>de</strong> betrokken<br />

on<strong>de</strong>rzoeksgroep, en wordt gevaloriseerd door STW. Revenuen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze valorisatie<br />

(kennishan<strong>de</strong>l) komen ten goe<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> betrokken on<strong>de</strong>rzoeksgroep mits <strong>de</strong>ze<br />

geïnvesteerd wor<strong>de</strong>n in nieuw on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> gebruikerscommissies hebben alleen recht <strong>van</strong> voorinformatie, indien zij<br />

ver<strong>de</strong>re speciale rechten willen dienen zij daarvoor (een marktconforme bijdrage) te<br />

betalen.<br />

De gebruikerscommissie beoor<strong>de</strong>elt alle publicaties op IPR aspecten voordat zij<br />

openbaar gemaakt wor<strong>de</strong>n.<br />

EET-programma (Ne<strong>de</strong>rland)<br />

Bij het EET-programma in Ne<strong>de</strong>rland, dat i.h.a. iets toegepaster on<strong>de</strong>rzoek betrof dan<br />

het on<strong>de</strong>rzoek dat gebruikelijk is in het <strong>SBO</strong>-programma (maar ook een groot<br />

ge<strong>de</strong>elte fundamenteel on<strong>de</strong>rzoek omvatte), was participatie <strong>van</strong> gebruikers<br />

(industriële partijen) in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksconsortia verplicht. Daarnaast speel<strong>de</strong>n o.m. <strong>de</strong><br />

mate <strong>van</strong> participatie <strong>van</strong> gebruikers en <strong>de</strong> wijze waarop het traject <strong>van</strong> valorisatie<br />

was vormgegeven een rol bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling (naast o.a. valorisatiepotentieel en<br />

milieupotentieel). Er was geen generieke regeling omtrent IPR ingesteld, alleen dat<br />

partijen bij het begin <strong>van</strong> het project expliciete afspraken over IPR gemaakt moesten<br />

hebben.<br />

49


NIMR (Netherlands Institute for Metals Research, Ne<strong>de</strong>rland)<br />

<strong>Het</strong> NIMR is het Technologisch TopInstituut Metalen in Ne<strong>de</strong>rland. Binnen een TTI<br />

wordt voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse industrie strategisch on<strong>de</strong>rzoek gefinancierd. 50% <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

financiering komt <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheid, 25% <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken kennisinstellingen en 25%<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken industrie. Bij het NIMR zijn (afgezien <strong>van</strong> Stork, Philips en Corus)<br />

vooral kleinere bedrijven lid, terwijl het on<strong>de</strong>rzoek aan <strong>de</strong> universiteiten vrij<br />

fundamenteel <strong>van</strong> aard is. Al vrij snel na het beschikbaar komen <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste<br />

wetenschappelijke resultaten <strong>van</strong> het programma ont<strong>de</strong>kte het NIMR een gebrek aan<br />

absorptiecapaciteit bij haar kleinere le<strong>de</strong>n. Om <strong>de</strong>ze te vergroten stimuleert NIMR<br />

(naast het stimuleren <strong>van</strong> directe contacten tussen on<strong>de</strong>rzoekers en bedrijven, het<br />

aanstellen <strong>van</strong> zgn. applicatie-ingenieurs, en het ontwikkelen <strong>van</strong><br />

trainingsprogramma’s) het uitvoeren <strong>van</strong> zgn. mirror-projects bij bedrijven: interne<br />

on<strong>de</strong>rzoeksprojecten bij bedrijven parallel aan een NIMR on<strong>de</strong>rzoeksproject om <strong>de</strong><br />

absorptiecapaciteit bij <strong>de</strong> bedrijven te vergroten.<br />

Ver<strong>de</strong>r ontwikkelt het NIMR samen met haar le<strong>de</strong>n roadmaps op diverse terreinen om<br />

haar on<strong>de</strong>rzoek te sturen.<br />

TI Food&Nutrition (Ne<strong>de</strong>rland)<br />

Ook het Top Instituut Voeding is een TTI met een publiek-private samenwerking<br />

tussen bedrijven en kennisinstellingen. Hier wordt <strong>de</strong> financiering <strong>van</strong> 25% door <strong>de</strong><br />

bedrijven opgebracht naar rato <strong>van</strong> hun omzet (grootste bijdragen komen <strong>van</strong><br />

Unilever en <strong>de</strong> samenwerken<strong>de</strong> zuivelindustrie) , en wordt het on<strong>de</strong>rzoek uitbesteed<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksinstellingen op basis <strong>van</strong> hun kwaliteit.<br />

In gezamenlijkheid is een on<strong>de</strong>rzoeksprogramma vastgesteld dat voor alle partijen<br />

interessant is. Rechten berusten bij het TIFN, maar zodra grote kosten voor<br />

octrooibescherming dienen te wor<strong>de</strong>n gemaakt dienen <strong>de</strong> participeren<strong>de</strong> bedrijven hun<br />

interesse uit te spreken en wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> octrooien door <strong>de</strong> geïnteresseer<strong>de</strong> partijen<br />

overgenomen De kosten wor<strong>de</strong>n betaald uit hun bijdrage aan TIFN (meer betalen<strong>de</strong><br />

partijen hebben dus meer rechten).<br />

DPI (Dutch Polymer Institute)<br />

Bij DPI (een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> TTI) kunnen partijen <strong>de</strong>elnemen in <strong>de</strong>elprogramma;’s door het<br />

kopen <strong>van</strong> zgn. tickets. Ie<strong>de</strong>r ticket geeft recht op een stem in het programmacomité<br />

<strong>van</strong> het betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong>elprogramma en wordt met <strong>de</strong> bijdragen <strong>van</strong> <strong>de</strong> kennisinstituten<br />

en <strong>de</strong> overheid ongeveer verviervoudigd en uitgegeven aan on<strong>de</strong>rzoek.<br />

50

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!