Bestuursvoorstel - Hunze en Aa's

Bestuursvoorstel
Onderwerp: Evaluatie hoogwater januari 2012
Nummer: Bestuursstukken\1023
Agendapunt: 5
DB: Ja
12-3-2012
BPP: Ja
4-4-2012
Workflow
Opsteller:
Henk van der Leij, 0598-693270
Beleid, Projecten en Geoinformatie
FAZ: Ja
4-4-2012
Opdrachtgever:
Jan van der Laan
VVSW: Ja
4-4-2012
Portefeuillehouder:
Harrie Prins
AB: Ja
25-4-2012
Ondersteuning van de afdeling:
Technisch
Juridisch
⌧ Financieel; Jan Schiphuis
⌧ Staf; Janet Hidding
⌧ Communicatie; Mieke Riezebos
Externe betrokkenen:
Reden:
Samenvatting:
Naar aanleiding van het hoogwater van begin dit jaar is nagegaan wat de leerpunten zijn van deze
periode voor onze organisatie om een volgende keer nog beter voorbereid te zijn. Dit heeft geleid tot
een lijst met actiepunten. Deze gaan in op de noodzakelijke verbeteringen aan de kaden en het
verloop van de interne en externe communicatie. Ook het verbeteren van de draaiboeken in het
calamiteitenplan, het via onderzoek controleren van de stabiliteit van een aantal kadetrajecten langs
het Winschoterdiep en het Eemskanaal, en het verbeteren van het (constructief) onderhoud aan
kaden is in beeld gebracht.
Ook zijn de directe kosten van de week hoogwater geraamd.
Duurzaamheidsparagraaf: Nee.
AB Voorstel:
Het evaluatierapport voor kennisgeving aannemen.
Bijlagen: Ja
- Kaartje van de belangrijkste verbeterpunten in het gebied;
Ter inzage (bestuursnet): Nee
Onderwerp(en):
Besluit/opmerkingen bestuur:
1

Bestuursvoorstel
Paraaf secretaris-directeur:
2

Bestuursvoorstel
Inleiding
Een droog voorjaar, een natte zomer, een droog najaar en vervolgens een overgang van 2011 naar
2012 met veel neerslag. In de eerste week van januari had het behoorlijk geregend. De waterstanden
waren hoger dan normaal. Door een combinatie met een ongunstige wind en slechte
neerslagvoorspellingen kwamen we in een calamiteitensituatie terecht In deze situatie, die afwijkt van
het gemiddelde hebben we onze kracht laten zien.
De evaluatie van voornoemde hoogwatersituatie is in onderhavig rapport op bestuurlijk niveau
weergegeven.
Vanaf zondagavond 1 januari 2012 is door de boezembeheerder voorzien dat er in de loop van de
week hoge waterstanden op de boezem gingen komen. Er was toen al enkele weken veel neerslag
gevallen en ons gebied was zeer nat. Met de eigen sluizen werd al tij op tij gestroomd om het water uit
het gebied kwijt te raken.
Vanaf 2 januari om 8 uur zijn er berekeningen met het BOS-model (Beslissing Ondersteunend
Systeem bij Hoogwater) gemaakt om een voorspelling van de komende week te maken. De
voorspellingen van maandag 2 januari waren gunstiger dan die van dinsdag 3 januari. Op basis van
de voorspelling van 3 januari is besloten het Waterschaps Operationeel Team (WOT) bijeen te roepen
hetgeen in de loop van de middag is gebeurd. Op basis van deze voorspelling en de uitkomsten van
het WOT zijn de eerste afspraken gemaakt voor de te ondernemen acties de dagen erna. Het
calamiteitenplan diende hierbij als basis.
Deze evaluatie geeft een analyse van wat er wel en niet goed ging in die periode. Hieraan gekoppeld
worden oplossingen gepresenteerd.
De evaluatie heeft plaatsgevonden door gesprekken te voeren met medewerkers individueel en
groepen. Voor het deel communicatie heeft tevens overleg plaatsgevonden met drie burgemeesters in
ons beheergebied.
In algemene zin kan worden geconcludeerd dat het waterschap als geheel goed door deze
hoogwaterperiode is gekomen. De kaden, voorzieningen en draaiboeken hebben goed gefunctioneerd
en door de medewerkers is op alle niveaus uitstekend en enthousiast gewerkt en samengewerkt. Met
name op het punt van inzet en betrokkenheid verdienen de medewerkers een groot compliment.
Uiteraard kan uit deze situatie geleerd worden en daarom zijn de belangrijkste leerpunten
onderstaand beschreven.
De voorzitter van het WOT heeft in zijn evaluatieverslag een chronologische weergave gegeven van
periode van de hoogwatercalamiteit. Deze is reeds eerder op bestuursnet geplaatst.
Leerpunten
Hoogwater (voorspellingen) / waterbeheer
De voorspellingen vanuit het BOS-model gaven een goed beeld van het te verwachten peil in de loop
van de week. Dit model moet verbeterd worden om:
- het effect van de inzet van bergingsgebieden beter te voorspellen;
- de afwijking die het model in de eerste uren na de berekening aangeeft te verkleinen.
3

Bestuursvoorstel
Er is nog niet in detail geanalyseerd of de voorspellingen vanuit het BOS overeen zijn gekomen met
de werkelijke waterstanden.
Door het Regionaal Operationeel Team (ROT) aan de Sontweg in Groningen en WOT in Veendam is
goed met de onzekerheden van het model omgegaan. Wel is het zaak om enkele keren per jaar met
het BOS-model te oefenen om de resultaten goed in te kunnen schatten.
Een apart aandachtspunt is het bovenstrooms vasthouden van water via het opzetten van
waterstanden via stuwen en gemalen. Met behulp van het BOS-model kunnen wij analyseren op welk
moment het verhogen van de waterstanden in het bovenstrooms gebied het meeste effect heeft. De
organisatie van het aanpassen van de peilen moet vervolgens exact worden vastgelegd (tijdsduur,
aantal medewerkers en veiligheid van werken in extreme omstandigheden).
Actiepunten hoogwatervoorspelling / waterbeheer:
- BOS Hoog water verbeteren ten behoeve van een juiste voorspelling vanaf de eerste uren van
de looptijd van de voorspelling;
- Waterbergingsgebieden en de snelheid van volstromen goed in het model zetten;
- Algehele analyse van de voorspellingen in relatie tot de gemeten waterstanden en het verder
verbeteren van het model hiermee;
- Bovenstrooms vasthouden van water analyseren en verbeteren in de modellen;
- Organiseren van het bovenstrooms vasthouden van water;
- Alle actiepunten gereed voor 1 oktober 2012.
Installaties
Gemaal Rozema.
Vanaf maandag is er via de spuikokers in het Oosterhornkanaal naar gemaal Rozema geloosd. De
geloosde hoeveelheid water is tot maximaal ruim 50 m 3 /s opgevoerd afhankelijk van de mogelijkheden
om te spuien met de sluizen in Delfzijl en Farmsum en de ruimte in de Oldambt boezem. Als gevolg
van een korte storing is één pomp enkele uren uitgeschakeld geweest. Nagegaan wordt of er meer
onderdelen op voorraad moeten liggen. Ook wordt het pomprendement van de afvoer bij hoog
zeewater nader bekeken.
Gemaal Duurswold.
Via de rinketten van de Groeve sluis is er ook tot 7 m 3 /s water naar gemaal Duurswold afgevoerd. De
dieselmotor van gemaal Duurswold is in ploegendienst vroegtijdig en gedurende de gehele
hoogwatersituatie bijgezet. Ook bij deze motoren wordt het pomprendement van de afvoer bij hoog
zeewater beoordeeld.
Afsluiting Borgercompagniesterdiep.
Een aantal zijtakken van het Winschoterdiep wordt bij hoogwater afgesloten met behulp van een schot
voorzien van een pomp. De afsluiting van het Borgercompagniesterdiep was kort voor de
hoogwaterperiode zover gereed dat deze kon worden gebruikt. Na het plaatsen van het schot met de
pomp bleek dat de pomp niet aan de afvoereisen voldeed. Hierop is tijdens de hoogwatersituatie
geanticipeerd door het nemen van aanvullende maatregelen.
De werking van deze afsluiting wordt in overleg met de aannemer verbeterd.
4

Bestuursvoorstel
Overige technische installaties.
Alle overige technische installaties hebben bij deze extreme afvoerperiode prima gefunctioneerd. Ook
waren de monteurs in ploegendienst beschikbaar om eventuele storingen direct te verhelpen.
Actiepunten installaties.
- Nagaan welke vitale onderdelen van installaties op voorraad moeten liggen;
- Van de zeegemalen de pomp karakteristieken nagaan om te zien of het rendement bij hoog
zeewater verbeterd kan worden;
- Nagaan of de afvoer vanuit het Eemskanaal naar gemaal Duurswold verbeterd en verhoogd
kan worden;
- De actiepunten zijn afgerond voor 1 oktober 2012.
Kaden
Op een aantal plaatsen bleken de kaden in ons boezemsysteem minder waterdicht te zijn dan
verwacht. Al deze plekken hebben we direct na het hoog water ingemeten zodat we ook deze zomer
de exacte plaats goed terug kunnen vinden. De lekkages waren daar groter dan verwacht mocht
worden, hetgeen met name onrust bij de burgers tot gevolg had.
Een waterdichte kade is opgebouwd uit kleigrond of voorzien van een afsluitende kleilaag van
minimaal 80 cm dikte. Een dergelijke kleilaag is bij kadewerken voldoende om een goede en
waterdichte kade te garanderen. Dit is de goedkoopste manier om een kade waterdicht te houden.
Andere oplossingen zijn de aanleg van een harde constructie bestaande uit damwand tot de kerende
hoogte of de aankoop van veel grond om een brede kade aan te leggen.
Een aantal matige kadetrajecten waren bij ons bekend. Deze trajecten langs de Westerwoldse Aa,
een deel van de kade langs het Veendiep en een traject langs de Borgsloot zijn voorzien en staan in
ons Meerjareninvesteringsschema (MJI) voor groot onderhoud. De voorbereidingen van deze
verbeterprojecten zijn reeds vorig jaar in gang gezet als onderdeel van integrale projecten.
Met name langs het Veendiep is tijdens het hoogwater met behulp van grote inzet van mensen en
materialen de kade gestabiliseerd.
Daarnaast zal er ook meer inzet gepleegd moeten worden om het constructief onderhoud (o.a.
bestrijden schadelijke dieren, herstel kleine verzakkingen en herstel teen van de kaden) aan kaden te
verbeteren. Hiertoe wordt momenteel het Onderhoud Beheer Plan kaden (OBP kaden) uitgewerkt.
De complete lijst met acties aan de kaden wordt de komende weken verder uitgewerkt maar in
hoofdlijnen zijn er drie verschillende acties te onderscheiden.
1. Onderzoeken of op onze kaden de goede kleigrond aanwezig is. Hierbij richten wij ons met
name op een deel van het Winschoterdiep en een deel van het Eemskanaal. Aan de hand van
deze uitkomsten en waar nodig ondersteund door grondmechanisch onderzoek zal besloten
worden of aanpassing van de kade aldaar noodzakelijk is. Deze onderzoeken worden
uitgevoerd voor 1 mei 2012;
2. Een aantal kadetrajecten dient voor 1 oktober 2012 te worden hersteld om de veiligheid weer
op het afgesproken niveau te brengen. Dit zijn drie kadetrajecten langs de Westerwoldse Aa,
het stuk kade langs weerszijden van het Veendiep en de kade langs de Borgsloot. Indien de
herstelmaatregelen niet voor 1 oktober 2012 gereed zijn dan zijn er afdoende tijdelijke
maatregelen genomen om de veiligheid te waarborgen;
5

Bestuursvoorstel
3. Schade aan de grasmat, het kadeprofiel en schade door dieren moet zo snel mogelijk hersteld
worden. Met name de schade door mollen, muskusratten en vossen kan ernstige lekkage van
kaden tot gevolg hebben. Gekeken moet worden hoe dergelijke schade aan de
kadeconstructie kan worden voorkomen. Om de werkwijze en inzet voor het noodzakelijke
onderhoud op de kaden goed op te zetten wordt er aan een Onderhoud Beheer Plan kaden
(OBP kaden) gewerkt. Dit plan is in september 2012 gereed.
Actiepunten kaden
- Uitvoeren onderzoek (boringen, grondmechanisch onderzoek) voor 1 mei 2012;
- Voorstel voor verbeteringen in vervolg op deze onderzoeken voor half mei 2012;
- Herstel van de onder 2 genoemde trajecten voor 1 oktober 2012;
- Structurele verbetering constructief onderhoud kaden in het kader van het OBP kaden. Het
OBP kaden wordt deze zomer uitgewerkt en is in september 2012 gereed.
Bergingsgebieden
In de loop van de hoogwater week zijn er drie bergingsgebieden ingezet. Deze beheersmaatregel is
ingezet om de hoogte van de waterstanden in de boezem te dempen (de Westerbroekstermadepolder,
de Kropswolderbuitenpolder langs het Drents Diep en Hamdijk langs het B.L.Tijdenskanaal).
De protocollen voor de inzet van de bergingsgebieden worden verbeterd. Deze verbeteringen hebben
o.a. betrekking op de voorbereidingen en de ontruiming (handelingen en tijdsduur), wijze van het
opengraven, de veiligheid van de medewerkers ter plaatse, de bekendheid met de exacte locaties op
de kaden en de kennis van de ondergrond. De aangepaste protocollen worden in het calamiteitenplan
als bijlage opgenomen. De voorbereiding en ontruiming tot aan het moment van het daadwerkelijk
doorgraven van de kade worden in het oefenprogramma opgenomen.
De inzet van het Oldambtmeer als bergingsgebied bleek niet mogelijk door het te hoge waterpeil.
Nagegaan moet worden wat hier de oorzaak van is geweest en op welke wijze dit in natte perioden
voorkomen gaat worden zodat inzet van dit meer altijd mogelijk is.
Daarnaast zijn de polders Lappenvoort en Winschoten-Zuid preventief ontruimd, maar niet ingezet.
Voor Winschoten-Zuid wordt onderzoek uitgevoerd naar de veiligheid van inzet van dit gebied. Ook dit
wordt in de verbeteringen van protocollen meegenomen.
Ook is duidelijkheid vooraf nodig over de afspraken van het vergoeden van schade die bij de inzet van
bergingsgebieden ontstaat aangezien daar meteen door derden naar gevraagd wordt. In de praktijk
bleek er onduidelijkheid te zijn over de status van reguliere berging versus noodberging. In de thans
geldende schaderegeling is duidelijk aangegeven wat wel en niet onder de schadenoemer valt. Op dit
moment wordt alle schade na een wateroverlastsituatie vergoed. Verduidelijkt moet worden dat
nieuwe voorzieningen die worden aangebracht niet onder de schaderegeling vallen. Dit betekent in
het kader van de omgekeerde bewijslast, zoals deze is opgenomen in de regeling, dat duidelijkheid
wordt geschapen in de verplichtingen van alle partijen voorafgaande aan een calamiteit.
6

Bestuursvoorstel
Actiepunten bergingsgebieden:
- Verbeteren protocollen bergingspolders voor 1 oktober 2012;
- Duidelijkheid scheppen over de toepassing van de schaderegeling en de vormgeving hiervan
voor 1 oktober 2012;
- Uitwerken eventuele verbetervoorstel polder Winschoten Zuid voor 1 oktober 2012;
- Inzet Oldambtmeer is vanaf 1 oktober 2012 mogelijk.
Calamiteitenplan / calamiteiten organisatie.
Calamiteitenplan.
Tijdens de hoogwaterperiode is ons calamiteitenplan de basis geweest voor ons handelen. In elk
overleg is gesproken over de voorspellingen en de voorbereiding of uitvoering van de handelingen die
hierin benoemd zijn.
Het calamiteitenplan bleek op een aantal punten niet compleet, waardoor soms geïmproviseerd moest
worden. Dit heeft niet tot problemen geleid maar de veiligheid is beter geborgd wanneer uit te voeren
acties bij voorzienbare zaken ondubbelzinnig zijn vastgelegd.
Dit geldt vooral voor de inzet van bergingsgebieden, de te leggen nooddijken op de diverse plekken,
draaiboeken voor de verschillende technische installaties en de werkwijze voor het stabiliseren van
een kade.
Ook zal er periodiek (minimaal twee keer per jaar) geoefend moeten worden met de verschillende
voorzieningen om medewerkers kennis en ervaring met installaties en werkwijzen te laten opdoen.
Regionaal Operationeel Team (ROT)
In het ROT werken de organisaties in de veiligheidsregio samen om de crisis te beheersen. Het doel
hiervan is dat er korte lijnen ontstaan tussen de diverse organisaties en een gezamenlijke aanpak
gekozen wordt bij het bestrijden van een regionale crisis. Het ROT zetelt aan de Sontweg in
Groningen (brandweerkazerne). Onze secretaris-directeur en plv. secretaris-directeur worden hier
vergezeld door een planoloog in de rol van informatiemanager voor het waterschap. Het ROT
adviseert het Regionaal Beleids Team (RBT) die wordt voorgezeten door de voorzitter van de
veiligheidsregio.
Het functioneren van het ROT en het RBT wordt door de veiligheidsregio geëvalueerd.
Waterschap Operationeel Team (WOT)
In het WOT zijn de diverse disciplines van het waterschap vertegenwoordigd die direct bij de calamiteit
betrokken zijn. In elk WOT-overleg is teruggekeken naar de (effectiviteit van de) uitgevoerde
handelingen, de voorspellingen van de waterstanden en de uit te voeren werkzaamheden conform het
calamiteitenplan.
Het WOT heeft goed gefunctioneerd. Er zijn wel een aantal leerpunten naar voren gekomen
gedurende de hoogwaterweek. Deze zijn echter direct doorgevoerd en worden geformaliseerd in het
calamiteitenplan. Gedacht moet hierbij worden aan zaken met betrekking tot de vergaderstructuur, de
samenstelling en de besluitvorming.
Ook zal de informatiestroom vanuit het WOT naar het ROT meer gestructureerd en gestandaardiseerd
worden. Het invoeren van gegevens in het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS) zal nader
worden uitgewerkt. De uitkomsten zullen in het draaiboek van het WOT in het calamiteitenplan worden
opgenomen.
7

Bestuursvoorstel
Inzet medewerkers en derden.
Al vrij snel na het opschalen werd duidelijk dat het hoogwater enkele dagen zou gaan duren. Onze
personele omvang is onvoldoende om 24 uur bezetting te hebben voor de bediening van enkele
gemalen, de inspectie van de kaden, de inspectie van de zeedijk, bezetting van de zandzakmachine
en het leggen van zandzakken en kwelschermen en overige werkzaamheden. Wij hebben daarom
hulp ingeschakeld van (personeel van) loonwerkers, aannemers en medewerkers van waterschap Velt
en Vecht om ons te assisteren bij bovenstaande werkzaamheden. Ook dit zal nader in het
calamiteitenplan worden aangegeven. Daarnaast willen wij nadere afspraken met (buur)
waterschappen maken voor mogelijke uitwisseling van personeel en materieel in voorkomende
gevallen.
Actiepunten calamiteitenplan en calamiteitenorganisatie:
- Het calamiteitenplan aanvullen met draaiboeken voor noodvoorzieningen bij kaden,
bergingspolders en oefenschema’s, gereed voor 1 oktober 2012;
- De communicatie tussen het ROT en het WOT, de mondelinge informatie uitwisseling en de
invoer van gegevens in het LCMS afspreken en vastleggen, gereed voor 1 oktober 2012
- Overleg met collega waterschappen met betrekking tot mogelijke uitwisseling. Geregeld voor 1
oktober 2012.
Communicatie
Communicatie is een speerpunt uit het bestuursprogramma. De hoog water periode in januari 2012 is
een natuurlijk moment om de communicatie te evalueren. Tijdens deze periode is er veel contact
geweest met de pers en is er veel gecommuniceerd via digitale media. Het verschil met de hoog water
periode uit 1998 was de snelheid van het nieuws door veranderende media.
Interne communicatie
Medewerkers:
- De medewerkers werden via intranet op de hoogte gehouden. De Waterspiegel is geheel
gewijd aan de hoog water periode;
- Een extra mogelijkheid is een mondelinge stand van zaken tijdens lunchbijeenkomsten door
de voorzitter van het WOT;
- Buitendienst is tevreden over communicatie via teamhoofden.
Bestuur:
Bij de communicatie richting bestuur maken we onderscheid tussen dijkgraaf, dagelijks bestuur en
algemeen bestuur.
Dijkgraaf
De dijkgraaf heeft een bijzonder beschreven positie. De dijkgraaf is in geval van ‘gevaar’ voor
waterstaatswerken bevoegd tot het nemen van alle noodzakelijke maatregelen (om dat gevaar af te
wenden of te bestrijden), zo nodig in afwijking van wettelijke voorschriften, maar niet in afwijking van
de Grondwet of verdragen. Hij maakt deel uit van het Regionaal Beleidsteam (RBT). Communicatie
8

Bestuursvoorstel
vanuit dit team vindt plaats door de voorzitter van het RBT, in casu de burgemeester van de gemeente
Groningen. In eerste instantie zou enkel de voorzitter van de Veiligheidsregio het woord voeren.
Later werd dit herroepen en werd afgesproken dat de waterschappen de operationele
waterschapszaken communicatief voor hun rekening namen. Dit is door de beide waterschappen
verschillend opgepakt. Bij Noorderzijlvest is deze taak bestuurlijk uitgevoerd en bij Hunze en Aa’s
ambtelijk. De keuze hiervoor heeft zowel vanuit het eigen bestuur als ingelanden tot vragen geleid. De
dijkgraaf werd gemist inzake het naar voren brengen van de situatie in het eigen beheergebied.
Binnen het waterschap moeten afspraken worden gemaakt over de rol van onze dijkgraaf in een
calamiteitensituatie. De onduidelijkheid over de communicatie vanuit de Veiligheidsregio is inmiddels
ingebracht als evaluatiepunt bij de Veiligheidsregio.
Dagelijks bestuur en algemeen bestuur
De informatievoorziening vanuit het waterschap naar het dagelijks bestuur was van dezelfde inhoud
en frequentie als de informatie naar het algemeen bestuur. Het bestuur is structureel meermaals per
dag geïnformeerd over de stand van zaken via het bestuursnet. De strategie achter de communicatie
was dat de informatie het juiste bestuurlijke niveau/gehalte moest hebben. Informatie van
inhoudelijk/technische aard zal wellicht de interesse genieten van meerdere bestuursleden. Er is
echter expliciet gekeken naar noodzakelijke informatie waarover een bestuurder vanuit zijn of haar
bestuurlijke positie moest beschikken. In de praktijk werd de portefeuillehouder VVSW in detail
geïnformeerd met de insteek van doorvertaling naar de andere DB-leden. Het dagelijks bestuur heeft
zelf aangegeven graag over de WOT-verslagen te beschikken. Uiteraard wordt hieraan voldaan.
Hiermee is een goede informatievoorziening naar het dagelijks bestuur gewaarborgd. Indien de
situatie dit vraagt is daarboven de dijkgraaf de persoon die het dagelijks bestuur maar ook het
algemeen bestuur informeert.
De aard en inhoud van de communicatie naar u wordt als voldoende beschouwd. Dit geldt ook voor
het gekozen bestuursnet als middel.
Externe communicatie
Burgers:
De communicatie naar de burgers verliep voornamelijk via de pers. De pers heeft ongeveer 210 maal
contact met het waterschap opgenomen. Daarnaast verstuurde het waterschap twitter berichten met
links op de website. We groeiden in deze periode van een kleine 700 volgers naar meer dan 1100.
Het bereik is een veelvoud van het genoemde aantal door het doorsturen van deze berichten.
Belangrijk is dus de snelheid van de berichtgeving waarbij social media een grote rol speelt. Social
media is een belangrijk middel van communicatie. We worden beoordeeld in de twitter samenleving.
Die schrijft vooral snelheid voor, maar ook een open communicatie met volgers en retweeters. We
moeten ook actief berichtgeving via media of twitter van anderen volgen (omgevingsanalyse), zodat
we daarop adequaat kunnen reageren.
Onze informatieverstrekking via internet was vrij algemeen. Voor een geïnteresseerde burger in het
land was dit voldoende. Echter inwoners van gemeenten en gemeentelijke organisaties hebben
behoefte aan specifieke plaats afhankelijke informatie zowel vooraf (wat gaat er gebeuren) als
actueel (wat is er aan de hand). Idealiter is de gebiedsgerichte informatie ook direct door te linken
naar de sites van de desbetreffende gemeenten. De uitdaging is om hier een goede vorm voor te
vinden.
9

Bestuursvoorstel
Communicatie en woordvoering werd aangestuurd door het WOT. In het WOT heeft communicatie
een prominente plek. In de praktijk is dat een goede lijn. Het WOT bepaalt hoe, wanneer en door wie
wordt gecommuniceerd danwel wie de woordvoering op zich neemt. De voorzitter van het WOT beslist
op momenten dat het WOT niet in vergadering bijeen is.
Gemeenten
Na de hoogwatersituatie hebben er gesprekken plaatsgevonden met burgemeesters van verschillende
gemeenten. De burgemeesters vonden het vervelend om burgers niet de noodzakelijke informatie te
kunnen verstrekken over hun gemeente. Indien een burger informatie wenst kan het niet zo zijn dat
deze burger naar het waterschap voor informatie wordt verwezen. Hierboven is de wens (en voor ons
de uitdaging) om gebied specifieke informatie te verstrekken geformuleerd. In het calamiteitenplan zal
worden aangegeven met wie per gemeente het contact verloopt (ambtenaar belast met openbare orde
en veiligheid) indien er gemeentespecifieke zaken spelen. Indien deze lijn goed wordt gevolgd en we
zijn in staat om per internet gemeentespecifieke informatie te verstrekken dan is hiermee aan de wens
van de gemeenten voldaan.
Eigenaren bergingsgebieden waaronder terreinbeheerders
Over de mogelijke inzet van bergingsgebieden is vóór de inzet overleg gevoerd met onder meer de
eigenaren en beheerders van deze terreinen. Dit betrof naast particuliere eigenaren onder meer
Stichting Het Groninger Landschap (Westerbroekstermadepolder en Kropswolderbuitenpolder),
Natuurmonumenten (Lappenvoort) en Staatsbosbeheer (Hamdijk). In zijn algemeenheid is het overleg
met hen goed verlopen. Toch zijn er een aantal punten te verbeteren in geval van een nieuwe
hoogwatersituatie. Binnenkort zal daarom met hen een evaluatiegesprek worden gevoerd.
Een punt van aandacht hierin is de bescherming van dieren in geval van (nood)berging. In geval van
aanpassing van de infrastructurele inrichting van een gebied zouden mogelijkheden voor
faunabescherming meegenomen moeten worden.
Actiepunten communicatie
- Helder maken van de rol van de dijkgraaf in een calamiteitensituatie voor 1 oktober 2012;
- Het gebruik van internet optimaliseren waaronder het vormgeven van het verstrekken van
plaats afhankelijke informatie voor 1 oktober 2012;
- Bij aanpassing van de infrastructurele inrichting van een gebied expliciet aandacht voor
bescherming van de fauna.
Financiën
- Kadetrajecten langs de Westerwoldse Aa, een deel van de kade langs het Veendiep en een traject
langs de Borgsloot zijn in voorbereiding en zijn opgenomen in ons Meerjareninvesteringsschema
(MJI);
- Tijdens de calamiteit zijn kosten gemaakt voor de inzet van aannemers en materieel en de
aanschaf van noodzakelijke materialen. De kosten lopen op dit moment richting de € 325.000,-.
Naar verwachting zijn de meeste kosten inmiddels in beeld;
- Daarnaast zijn (met name) door de inzet (en voorgenomen inzet) van de bergingsgebieden
schadeclaims binnengekomen. Deze claims zullen in het kader van onze verzekering en de
beleidsregel schadevergoeding bergingsgebieden 2010 worden beoordeeld. De verwachting is dat
10

Bestuursvoorstel
deze kosten maximaal € 50.000,- gaan bedragen;
- De directe kosten van het hoogwater, nu geschat op € 375.000,- zullen in de voorjaarsrapportage
2012 worden opgenomen. Ook voor het onderzoek naar zwakke plekken bij de trajecten waar
lekkage is geconstateerd zullen de komende weken kosten worden gemaakt. Dit zal naar
verwachting maximaal enkele tienduizenden euro gaan bedragen, deze kosten zullen naar het zich
laat aanzien uit de exploitatiebegroting kunnen worden gedekt;
- Op basis van de uitkomsten van deze onderzoeken en naar aanleiding van het (versneld)
herstellen van enkele kadetrajecten zoals hiervoor staat aangegeven zal er uiterlijk in juni 2012 een
separaat bestuursvoorstel aan u worden voorgelegd.
Voorstel
Het evaluatierapport voor kennisgeving aannemen.
namens het dagelijks bestuur,
Harm Küpers
secretaris-directeur
Alfred van Hall
dijkgraaf
11