TBS-behandeling geprofileerd; een gestructureerde ... - WODC

TBS-behandeling geprofileerd; een gestructureerde ... - WODC TBS-behandeling geprofileerd; een gestructureerde ... - WODC

29.01.2015 Views

afhankelijkheid van middelen in stand houden (Meyers & Smith, 1995). Als de patiënt leert dat er meer belonende alternatieven zijn dan alcohol en drugs en zo zijn leven verrijkt, blijkt de recidive af te nemen. Dit sluit goed aan bij het gedachtegoed van het Good Lives Model welke binnen de forensische psychiatrie steeds meer belangstelling geniet (zie bijvoorbeeld Bouman, 2009; Ward e.a., 2007). 4.4 Landelijke zorgprogramma’s In 2008 heeft het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie (EFP), samen met het tbs-veld, vier forensische psychiatrische zorgprogramma’s ontwikkeld en uitgebracht. Deze zorgprogramma’s beschrijven de ‘state of art’ op het gebied van diagnostiek, risicotaxatie, behandeling en resocialisatie. In de volgende paragrafen wordt de inhoud van drie van de vier zorgprogramma’s samengevat, namelijk die van ‘Seksueel grensoverschrijdend gedrag’, ‘Psychotisch kwetsbaar en delictgevaarlijk’ en ‘Persoonlijkheidsstoornissen’ (EFP, 2008a; EFP, 2008b; EFP, 2008c). Het vierde zorgprogramma ‘Langdurige forensisch psychiatrische zorg’ wordt buiten beschouwing gelaten, aangezien de longstay-status een exclusiecriterium was in dit onderzoek. 4.4.1 Landelijk zorgprogramma Seksueel grensoverschrijdend gedrag De doelgroep van dit zorgprogramma zijn patiënten met seksueel grensoverschrijdend gedrag, waarbij het seksuele recidiverisico voornamelijk bepaald wordt door psychoseksuele problematiek en niet door bijvoorbeeld antisociale factoren. Diagnostiek Patiënten die seksueel grensoverschrijdend gedrag laten zien vormen een uitzonderlijke groep, omdat diagnostiek en interventies niet zozeer gericht zijn op een bepaalde problematiek maar op bepaald delictgedrag. Daarnaast zijn deze patiënten minder open over hun eigen delictgedrag, zijn ze sneller geneigd om sociaal wenselijke antwoorden te geven en erkennen ze vaak de problemen waarvoor ze behandeld worden niet. Er is op dit moment nog 88

geen algemeen geaccepteerde standaardtestbatterij voor deze doelgroep en daarom is het wenselijk om gebruik te maken van verschillende methoden van informatieverzameling en van meerdere instrumenten. Om de problemen in kaart te brengen, kan gebruik gemaakt worden van het (straf) dossier, informatie van derden, gedragsobservaties, zelfrapportages en semigestructureerde interviews. Methoden die in Nederland nog weinig worden gebruikt, zijn het door psychofysiologische of neuropsychologische tests in kaart brengen van impliciete maten en zelfrapportage met het polygrafisch interview. Twee andere vormen die onder beschrijvende diagnostiek vallen, zijn de seksuele anamnese, waarin de seksuele voorgeschiedenis en het huidige seksuele functioneren beschreven wordt, en de delictanalyse en delictscenario, waarmee het delict gedetailleerder in kaart kan worden gebracht. Behandeling Het primaire doel van de behandeling van patiënten met seksueel grensoverschrijdend gedrag is het verminderen van het risico op seksuele recidive door middel van het verminderen van de dynamische risicofactoren en het versterken van de beschermende factoren. Voor behandelinterventies van patiënten met seksueel grensoverschrijdend gedrag ontbreekt het op dit moment aan voldoende empirische evidentie en daarom worden de best evidence- en best practice-interventies besproken. De twee interventiemethodes die in een aantal studies als effectief naar voren komen (best evidence), zijn cognitieve gedragstherapie en farmacotherapie. De cognitieve gedragstherapie begint vaak met psychoeducatie en specifieke seksuele voorlichting. Andere gangbare (cognitief) gedragstherapeutische interventies zijn conditioneringstechnieken, empathietraining, VRIS-training 30 , sociale vaardigheidstraining, relaxatietraining, agressiehanteringstraining, stress-inoculatietherapie en terugvalpreventie. Farmacotherapie kan worden ingezet als beveiliging, maar kan ook als onderdeel van de behandeling gebruikt worden. In het 30 ‘Vriendschap Relaties Intimiteit Seksualiteit’-training. 89

afhankelijkheid van middelen in stand houden (Meyers & Smith, 1995).<br />

Als de patiënt leert dat er meer belonende alternatieven zijn dan alcohol<br />

en drugs en zo zijn leven verrijkt, blijkt de recidive af te nemen. Dit sluit<br />

goed aan bij het gedachtegoed van het Good Lives Model welke binnen de<br />

forensische psychiatrie steeds meer belangstelling geniet (zie bijvoorbeeld<br />

Bouman, 2009; Ward e.a., 2007).<br />

4.4 Landelijke zorgprogramma’s<br />

In 2008 heeft het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie (EFP), samen met<br />

het tbs-veld, vier forensische psychiatrische zorgprogramma’s ontwikkeld<br />

en uitgebracht. Deze zorgprogramma’s beschrijven de ‘state of art’ op het<br />

gebied van diagnostiek, risicotaxatie, <strong>behandeling</strong> en resocialisatie. In de<br />

volgende paragrafen wordt de inhoud van drie van de vier zorgprogramma’s<br />

samengevat, namelijk die van ‘Seksueel grensoverschrijdend gedrag’,<br />

‘Psychotisch kwetsbaar en delictgevaarlijk’ en ‘Persoonlijkheidsstoornissen’<br />

(EFP, 2008a; EFP, 2008b; EFP, 2008c). Het vierde zorgprogramma ‘Langdurige<br />

forensisch psychiatrische zorg’ wordt buiten beschouwing gelaten,<br />

aangezien de longstay-status <strong>een</strong> exclusiecriterium was in dit onderzoek.<br />

4.4.1 Landelijk zorgprogramma Seksueel grensoverschrijdend gedrag<br />

De doelgroep van dit zorgprogramma zijn patiënten met seksueel<br />

grensoverschrijdend gedrag, waarbij het seksuele recidiverisico voornamelijk<br />

bepaald wordt door psychoseksuele problematiek en niet door bijvoorbeeld<br />

antisociale factoren.<br />

Diagnostiek<br />

Patiënten die seksueel grensoverschrijdend gedrag laten zien vormen <strong>een</strong><br />

uitzonderlijke groep, omdat diagnostiek en interventies niet zozeer gericht<br />

zijn op <strong>een</strong> bepaalde problematiek maar op bepaald delictgedrag. Daarnaast<br />

zijn deze patiënten minder open over hun eigen delictgedrag, zijn ze sneller<br />

geneigd om sociaal wenselijke antwoorden te geven en erkennen ze vaak de<br />

problemen waarvoor ze behandeld worden niet. Er is op dit moment nog<br />

88

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!