29.01.2015 Views

TBS-behandeling geprofileerd; een gestructureerde ... - WODC

TBS-behandeling geprofileerd; een gestructureerde ... - WODC

TBS-behandeling geprofileerd; een gestructureerde ... - WODC

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DSM-classificatie<br />

Van de 180 patiënten is de meest recente DSM-classificatie gescoord. In Tabel<br />

3.12 staat <strong>een</strong> overzicht van DSM-classificaties waarbij wordt opgemerkt dat<br />

veelal meerdere classificaties per patiënt waren opgesteld. De aan middelen<br />

gebonden stoornis en de psychotische stoornis zijn de meest voorkomende<br />

classificaties op As-I. Iets meer dan 70% heeft <strong>een</strong> aan middelen gebonden<br />

stoornis waarvan 58.4% (N=73) niet in remissie. Van de patiënten lijdt<br />

39.3% aan schizofrenie of <strong>een</strong> andere psychotische stoornis. Stoornissen die<br />

minder vaak voorkomen zijn ontwikkelingsstoornissen (17.4%), seksuele<br />

en genderidentiteitsstoornissen (13.5%), stemmingsstoornissen (7.9%) en<br />

angststoornissen (7.9%). Een klein aantal patiënten heeft g<strong>een</strong> diagnose op<br />

As-I. Op As-II is bijna 40% van de patiënten geclassificeerd met <strong>een</strong> cluster<br />

B persoonlijkheidsstoornis. De classificatie persoonlijkheidsstoornis NAO<br />

komt even<strong>een</strong>s vaak voor (35.4%). De gemiddelde GAF score ligt op 44.9, wat<br />

aangeeft dat er sprake is van ernstige symptomen of ernstige beperkingen in<br />

het sociaal functioneren.<br />

Het gemiddeld aantal classificaties op As-I en As-II per patiënt is 3.5<br />

(sd=1.5, range 1-8). De meeste patiënten hebben twee classificaties (23.6%) of<br />

drie classificaties (28.1%). Negen patiënten hebben maar één DSM-classificatie<br />

en drie patiënten hebben acht classificaties. Voor alle stoornissen uit Tabel 3.12<br />

die 10% of vaker voorkomen bij de onderzoekspopulatie zijn de voorkomende<br />

combinaties bekeken (Bijlage 3C). De classificaties zwakbegaafdheid en<br />

zwakzinnigheid zijn niet meegenomen als dubbeldiagnoses, maar staan wel<br />

in de tabel vermeld. De meest voorkomende dubbeldiagnose is <strong>een</strong> Cluster<br />

B persoonlijkheidsstoornis met <strong>een</strong> aan middelen gebonden stoornis. Deze<br />

dubbeldiagnose komt bij 34 patiënten voor waarbij drie patiënten <strong>een</strong><br />

IQ hebben lager dan 85. Andere dubbeldiagnoses die vaker voorkomen,<br />

zijn <strong>een</strong> persoonlijkheidsstoornis NAO met <strong>een</strong> aan middelen gebonden<br />

stoornis en schizofrenie of <strong>een</strong> andere psychotische stoornis met <strong>een</strong> aan<br />

middelen gebonden stoornis. Deze dubbeldiagnoses komen respectievelijk<br />

bij 19 en 18 patiënten voor. Vijftien patiënten hebben <strong>een</strong> combinatie van <strong>een</strong><br />

aan middelen gebonden stoornis, schizofrenie of <strong>een</strong> andere psychotische<br />

stoornis en <strong>een</strong> Cluster B persoonlijkheidsstoornis.<br />

63

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!