TBS-behandeling geprofileerd; een gestructureerde ... - WODC
TBS-behandeling geprofileerd; een gestructureerde ... - WODC TBS-behandeling geprofileerd; een gestructureerde ... - WODC
Voor het scoren van de checklist is gebruik gemaakt van papieren en digitale dossiers, pro-justitia rapportages, behandelplannen en -evaluaties, verlofaanvragen, verlengingsadviezen en risicotaxaties. De voorgeschiedenis en persoonsgegevens, strafrechtelijk verloop/delictgeschiedenis en de behandelhistorie zijn gebaseerd op gegevens uit onder andere de projustitia rapportage en uit het medisch dossier. Diagnostische gegevens zijn verzameld op basis van de pro-justitia rapportage ten tijde van de veroordeling en uit het huidige papieren of digitale dossier. In de checklist zijn alleen de IQ-gegevens geregistreerd welke zijn vastgesteld met een intelligentietest. 8 De meeste gegevens met betrekking tot het verloop van de behandeling van de tbs-gestelden zijn gescoord op basis van de gehele verblijfsperiode in de huidige kliniek. De huidig voorgeschreven farmacotherapie is gescoord op basis van het actuele dossier. Incidenten die hebben plaatsgevonden in het laatste half jaar zijn gescoord en voor de risicoanalyse is gebruik gemaakt van de meest recente gegevens uit onder andere verlengingsadviezen of verlofaanvragen. Voor het analyseren van de gegevens zijn verschillende variabelen in de checklist samengevoegd en gecategoriseerd. Hierna worden de belangrijkste variabelen, te weten DSM-classificaties, indexdelict en behandelingen, kort toegelicht. DSM-classificaties Er is gebruik gemaakt van de DSM-classificaties zoals deze op het moment van onderzoek in de kliniek gehanteerd werden (APA, 2000). De DSMclassificaties zijn onderverdeeld in verschillende categorieën op As-I en As-II. 9 In de beschrijving van de onderzoekspopulatie zijn alle genoemde 8 In de dossiers stonden niet altijd IQ-gegevens van intelligentietesten gerapporteerd maar werd soms ook een inschatting van het IQ door behandelaren gerapporteerd of een range beschreven van IQ-scores. Alleen IQ-gegevens met betrekking tot het totale IQ, verbale IQ en performale IQ die vastgesteld waren met een intelligentietest zijn gescoord. 9 As-I bestaat uit de primaire symptomatologie en omvat de categorieën: ontwikkelingsstoornissen (aandachtstekort- en gedragsstoornis en pervasieve ontwikkelingsstoornissen), aan middelen gebonden stoornissen, schizofrenie en andere 40
classificaties in de dossiers gebruikt, dus zowel de hoofddiagnose als de nevendiagnosen. Voor de analyses is gebruik gemaakt van de hoofddiagnose op As-I en As-II. Bij 87% (N=157) van de casussen is de hoofddiagnose, zoals deze uit de dossiers naar voren kwam, aangehouden. Bij 23 casussen is een nevendiagnose als hoofddiagnose gescoord. Regels die hierbij gevolgd zijn, waren onder andere: afhankelijkheid gaat voor misbruik, seksuele stoornissen worden als hoofddiagnose beschouwd en ontwikkelingsstoornissen en stoornissen NAO worden als nevendiagnose gezien. Zo is bijvoorbeeld schizofrenie als hoofddiagnose gescoord en de cognitieve stoornis NAO als nevendiagnose. De classificatie van alle 180 casussen is onafhankelijk gecheckt door een psychiater die op geen enkele wijze was betrokken bij het onderzoek. Indexdelict Op basis van het dossieronderzoek zijn het indexdelict en eerdere delicten van de patiënten geïnventariseerd. Uit de dossiers bleek dat de uitgangszaak van de tbs-oplegging vaak bestond uit meerdere strafbare feiten. Bij de verwerking van de gegevens is uitgegaan van het indexdelict. Om het indexdelict vast te stellen, zijn per casus alle strafbare feiten in de uitgangszaken beoordeeld op het gebruikte geweld, het aantal slachtoffers, de leeftijd van het slachtoffer, de relatie van de dader met slachtoffer en de chronologische volgorde van de strafbare feiten. Het indexdelict is onderverdeeld in zeven categorieën, te weten: (a) (Poging tot) moord/ doodslag; Zedendelict, onderverdeeld in (b) seksueel grensoverschrijdend gedrag bij minderjarigen, en (c) seksueel grensoverschrijdend gedrag bij volwassenen; (d) Brandstichting, zowel met als zonder gevaar voor personen; (e) Ernstig geweld (inclusief zware mishandeling); (f) Bedreiging psychotische stoornissen, stemmingsstoornissen, angststoornissen, seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen, aanpassingsstoornissen, overige stoornissen en geen diagnose op As-I. As-II dient voor het vastleggen van achterliggende persoonlijkheidsstoornissen en zwakbegaafdheid en omvat de categorieën: cluster A-, cluster B- en cluster C-persoonlijkheidsstoornissen, persoonlijkheidsstoornis NAO, zwakbegaafdheid en zwakzinnigheid en geen diagnose op As-II. 41
- Page 1 and 2: TBS-behandeling geprofileerd een ge
- Page 3 and 4: VOORWOORD Dit rapport is tot stand
- Page 5 and 6: 3.2.2 Persoonlijke voorgeschiedenis
- Page 7: Referentielijst 163 Bijlagen 175 Bi
- Page 10 and 11: om zicht te krijgen in verschillend
- Page 12 and 13: Onderzoeksvraag 2: In welke fase va
- Page 14 and 15: en systeemgerichte, non-verbale en
- Page 16 and 17: agressiehanteringstraining, stressi
- Page 18 and 19: meerdere delicten uit één categor
- Page 20 and 21: dossiers. Er worden wel aantekening
- Page 22 and 23: psychiatrische centra in gezamenlij
- Page 24 and 25: 1.1.1 Aanleiding voor het onderzoek
- Page 26 and 27: Veelal wordt bij de ontwikkeling va
- Page 28 and 29: zich verhoudt ten opzichte van wat
- Page 30 and 31: 1.2.4 Verantwoording van de onderzo
- Page 32 and 33: Tabel 1.1 Overzicht van welke onder
- Page 35 and 36: 2 METHODE In deze studie zijn vier
- Page 37 and 38: Tabel 2.1: Aantal geselecteerde cas
- Page 39: Tabel 2.2: Kenmerken gestructureerd
- Page 43 and 44: te laten scoren. Elk dossier is na
- Page 45 and 46: x2-toetsen. Het eerste deel van het
- Page 47 and 48: 3 Kenmerken onderzoekspopulatie In
- Page 49 and 50: casussen met een (poging tot) moord
- Page 51 and 52: Het percentage allochtonen in de on
- Page 53 and 54: Tabel 3.4: Opleidingsniveau en dagb
- Page 55 and 56: zoals ‘Delinquentie van de ouders
- Page 57 and 58: 3.2.3 Hulpverlenings- en justitiël
- Page 59 and 60: Tabel 3.9: Gegevens eerdere veroord
- Page 61 and 62: aan een zedendelict, waarvan 54% (N
- Page 63 and 64: DSM-classificatie Van de 180 patië
- Page 65: 3.3 Samenvattende paragraaf In dit
- Page 68 and 69: 4.1 Sociotherapie en therapeutische
- Page 70 and 71: ondermeer sociaal psychiatrisch per
- Page 72 and 73: Tabel 4.1: De rol en de kernverantw
- Page 74 and 75: ondom de patiënt staat in dienst v
- Page 76 and 77: compulsieve persoonlijkheidsstoorni
- Page 78 and 79: ij de gerecidiveerde patiënt, maar
- Page 80 and 81: Beek, 1999). In tegenstelling tot L
- Page 82 and 83: 4.3.3 Behandeling van persoonlijkhe
- Page 84 and 85: met de groep niet-verstandelijk bep
- Page 86 and 87: psychiatrische stoornis(sen) en sta
- Page 88 and 89: afhankelijkheid van middelen in sta
classificaties in de dossiers gebruikt, dus zowel de hoofddiagnose<br />
als de nevendiagnosen. Voor de analyses is gebruik gemaakt van de<br />
hoofddiagnose op As-I en As-II. Bij 87% (N=157) van de casussen is de<br />
hoofddiagnose, zoals deze uit de dossiers naar voren kwam, aangehouden.<br />
Bij 23 casussen is <strong>een</strong> nevendiagnose als hoofddiagnose gescoord. Regels<br />
die hierbij gevolgd zijn, waren onder andere: afhankelijkheid gaat voor<br />
misbruik, seksuele stoornissen worden als hoofddiagnose beschouwd en<br />
ontwikkelingsstoornissen en stoornissen NAO worden als nevendiagnose<br />
gezien. Zo is bijvoorbeeld schizofrenie als hoofddiagnose gescoord en de<br />
cognitieve stoornis NAO als nevendiagnose. De classificatie van alle 180<br />
casussen is onafhankelijk gecheckt door <strong>een</strong> psychiater die op g<strong>een</strong> enkele<br />
wijze was betrokken bij het onderzoek.<br />
Indexdelict<br />
Op basis van het dossieronderzoek zijn het indexdelict en eerdere<br />
delicten van de patiënten geïnventariseerd. Uit de dossiers bleek dat de<br />
uitgangszaak van de tbs-oplegging vaak bestond uit meerdere strafbare<br />
feiten. Bij de verwerking van de gegevens is uitgegaan van het indexdelict.<br />
Om het indexdelict vast te stellen, zijn per casus alle strafbare feiten in de<br />
uitgangszaken beoordeeld op het gebruikte geweld, het aantal slachtoffers,<br />
de leeftijd van het slachtoffer, de relatie van de dader met slachtoffer en<br />
de chronologische volgorde van de strafbare feiten. Het indexdelict is<br />
onderverdeeld in zeven categorieën, te weten: (a) (Poging tot) moord/<br />
doodslag; Zedendelict, onderverdeeld in (b) seksueel grensoverschrijdend<br />
gedrag bij minderjarigen, en (c) seksueel grensoverschrijdend gedrag<br />
bij volwassenen; (d) Brandstichting, zowel met als zonder gevaar voor<br />
personen; (e) Ernstig geweld (inclusief zware mishandeling); (f) Bedreiging<br />
psychotische stoornissen, stemmingsstoornissen, angststoornissen, seksuele stoornissen<br />
en genderidentiteitsstoornissen, aanpassingsstoornissen, overige stoornissen en g<strong>een</strong><br />
diagnose op As-I.<br />
As-II dient voor het vastleggen van achterliggende persoonlijkheidsstoornissen<br />
en zwakbegaafdheid en omvat de categorieën: cluster A-, cluster B- en cluster<br />
C-persoonlijkheidsstoornissen, persoonlijkheidsstoornis NAO, zwakbegaafdheid en<br />
zwakzinnigheid en g<strong>een</strong> diagnose op As-II.<br />
41