TBS-behandeling geprofileerd; een gestructureerde ... - WODC
TBS-behandeling geprofileerd; een gestructureerde ... - WODC TBS-behandeling geprofileerd; een gestructureerde ... - WODC
kliniek één keer per jaar. Ongeoorloofde afwezigheid tijdens het laatste half jaar komt bij één patiënt voor en twee patiënten uit de onderzoekspopulatie zijn tijdens hun tbs-maatregel gerecidiveerd. Ongeveer 13% van de patiënten heeft tijdens het laatste half jaar drugs of alcohol gebruikt en 26% heeft individuele afspraken over behandeling geschonden. Het gebruik van dwang- en drangmiddelen komt voor zoals beschreven in de Beginselenwet, vooral in de vorm van afzondering, separatie of het intrekken van verloven en vrijheden. Dwangmedicatie en brief- of telefonische censuur komen weinig voor. Onderzoeksvraag 4: Wat is het formele kader waarmee de geselecteerde casus tijdens de tenuitvoerlegging te maken krijgt Het meest gevolgde formele kader is de Beginselenwet of een combinatie van de Beginselenwet en de BOPZ. Slechts eenmaal wordt de Beginselenwet in combinatie met de WGBO en eveneens eenmaal de Beginselenwet in combinatie met zowel de WGBO als de BOPZ opgegeven. Het formele kader is voor alle klinieken ook een richtlijn voor het aanbod van de drangen dwangmaatregelen en voor hun beleid ten aanzien van ongeoorloofde afwezigheid. Onderzoeksvraag 5: Tegen welke knelpunten lopen de bij de casus betrokkenen aan Welke gevolgen heeft dit voor de tenuitvoerlegging (behandeling, behandeltraject) Knelpunten zijn niet teruggevonden in de dossiers. Tijdens de interviews is specifiek gevraagd naar knelpunten tijdens de tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel. Knelpunten die het meeste genoemd zijn, zijn het langdurige traject voorafgaande aan het verlof door de gewijzigde externe procedures, de moeizame doorstroom naar vervolginstellingen en de negatieve beeldvorming van de terbeschikkingstelling. Andere knelpunten die meerdere keren genoemd zijn, zijn de leegloop, de grote nadruk op beveiliging in plaats van op behandeling en de verhoogde werkdruk. 148
Hoewel de geïnterviewden uit één kliniek juist hebben aangegeven dat de werkdruk afneemt. Deze knelpunten komen grotendeels overeen met die door Mevis en Raes (2009) eerder zijn genoemd (zie ook Nagtegaal e.a., 2011). Wat bij alle klinieken terugkomt, is de aangescherpte wetgeving ten gevolge van de politieke gevoeligheid, de maatschappelijke onrust en de mediagevoeligheid. Dit leidt volgens de geïnterviewden tot een verminderd maatwerk op het gebied van behandeling en vrijheden wat aanleiding geeft tot frustraties en ongemotiveerdheid bij patiënten wat een negatief effect heeft op de behandeling. Dit zou ook het behandeltraject vertragen en invloed hebben op de kwaliteit van de behandeling. Een laatste knelpunt heeft betrekking op het gevaar van behandelstagnatie als gevolg van de moeilijke uitstroom. Onderzoeksvraag 6: In hoeverre correspondeert de behandeling van tbs-gestelden met inzichten hierover in recente (wetenschappelijke) publicaties en zorgprogramma’s van het EFP Bij de beantwoording van deze vraag dient rekening gehouden te worden met het feit dat in de dossiers niet alle benodigde informatie ten aanzien van de behandelingen is teruggevonden. Met deze opmerking in het achterhoofd kan voorzichtig geconcludeerd worden dat het zorgprogramma voor patiënten met psychotische kwetsbaarheid het vaakst in de praktijk wordt gebruikt. Behandelingsvormen die in dit onderzoek gevonden zijn in de dossiers zijn: gedragstherapie, psycho-educatie, vaardigheidstrainingen met betrekking tot psycho-educatie, psychomotorische therapie en farmacotherapie. De aanbevolen interventies uit dit zorgprogramma komen goed overeen met de gevolgde behandelingen door de onderzoekspopulatie. Cognitieve gedragstherapie en farmacotherapie zijn de aanbevolen interventies voor patiënten met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Deze aanbevolen interventies kwamen iets minder vaak voor bij de onderzoekspopulatie. De best evidence interventiemethodes die het vaakst voorkwamen waren vaardigheidstrainingen gericht op sociale vaardigheden, seksueel en relationeel gedrag en farmacotherapie in de 149
- Page 97 and 98: Uit de interviews wordt duidelijk d
- Page 99 and 100: De maximale grootte van de leefgroe
- Page 101 and 102: komen niet voor (zie Tabel 1 in Bij
- Page 103 and 104: duidelijk was beschreven - onder ov
- Page 105 and 106: Uit de interviews wordt duidelijk d
- Page 107 and 108: Het bepalen van de duur en de inten
- Page 109 and 110: decompensatie krijgt toegediend (94
- Page 111 and 112: Tabel 5.7: Verlofstatus (N=179) N %
- Page 113 and 114: 5.1.7 Formele kader Het formele kad
- Page 115 and 116: 5.2.1 Seksueel grensoverschrijdend
- Page 117 and 118: 5.10 is te zien dat, met uitzonderi
- Page 119 and 120: Tabel 5.11: Behandeling van patiën
- Page 121 and 122: Uit de interviews blijkt dat betrok
- Page 123 and 124: 6 Klinische profielen op basis van
- Page 125 and 126: atio test geeft bovendien aan dat,
- Page 127 and 128: De vijf onderscheidbare klassen zij
- Page 129 and 130: 6.2.2 Aan middelen gebonden stoorni
- Page 131 and 132: 6.2.4 De vijf klassen in beschrijve
- Page 133 and 134: dat sommige meer dynamisch of juist
- Page 135 and 136: een opname en ambulante hulp gehad
- Page 137 and 138: Sociotherapeutisch milieu en arbeid
- Page 139 and 140: gerechtelijk verleden hebben, weini
- Page 141 and 142: gepleegd: (poging tot) moord/doodsl
- Page 143 and 144: 7 CONCLUSIE Dit onderzoek heeft pla
- Page 145 and 146: Inzake het indexdelict is (poging t
- Page 147: esocialisatie worden tijdens het ge
- Page 151 and 152: gepleegde delict is divers waardoor
- Page 153 and 154: (Klasse 2 en 5). Er zijn ook signif
- Page 155 and 156: 8 DISCUSSIE In de laatste twee dece
- Page 157 and 158: heeft ontvangen en wanneer deze is
- Page 159 and 160: waaronder het initiatief van de Ond
- Page 161 and 162: steekproef hebben we ook niet op de
- Page 163 and 164: REFERENTIELIJST Aegisdottir, S.M.J.
- Page 165 and 166: drug treatment in prison. In M. Ram
- Page 167 and 168: Hanson, R.K., & Morton-Bourgon, K.
- Page 169 and 170: Leeuw, F.L., Van der Knaap, L.M., &
- Page 171 and 172: Nieuwbeerta, P., & Blokland, A. (20
- Page 173 and 174: Van Binsbergen, M.H., Keune, L.H.,
- Page 175 and 176: BIJLAGEN 175
- Page 177 and 178: BIJLAGEN BIJ HOOFDSTUK 1 BIJLAGE 1A
- Page 179 and 180: BIJLAGE 1B: DEELNEMERS FOCUSGROEPEN
- Page 181 and 182: BIJLAGEN BIJ HOOFDSTUK 2 BIJLAGE 2A
- Page 183 and 184: BIJLAGE 2B: INDELING CATEGORIEËN I
- Page 185 and 186: − − − • Mbt arbeid, scholin
- Page 187 and 188: Tabel 2: Afdelingen deelnemers inte
- Page 189 and 190: BIJLAGEN BIJ HOOFDSTUK 3 BIJLAGE 3A
- Page 191 and 192: BIJLAGE 3B: INDEXDELICTEN Tabel 1:
- Page 193 and 194: N Waarvan IQ
- Page 195 and 196: BIJLAGE BIJ HOOFDSTUK 4 BIJLAGE 4:
- Page 197 and 198: BIJLAGEN BIJ HOOFDSTUK 5 BIJLAGE 5A
Hoewel de geïnterviewden uit één kliniek juist hebben aangegeven dat de<br />
werkdruk afneemt. Deze knelpunten komen grotendeels over<strong>een</strong> met die<br />
door Mevis en Raes (2009) eerder zijn genoemd (zie ook Nagtegaal e.a.,<br />
2011). Wat bij alle klinieken terugkomt, is de aangescherpte wetgeving ten<br />
gevolge van de politieke gevoeligheid, de maatschappelijke onrust en de<br />
mediagevoeligheid. Dit leidt volgens de geïnterviewden tot <strong>een</strong> verminderd<br />
maatwerk op het gebied van <strong>behandeling</strong> en vrijheden wat aanleiding geeft<br />
tot frustraties en ongemotiveerdheid bij patiënten wat <strong>een</strong> negatief effect<br />
heeft op de <strong>behandeling</strong>. Dit zou ook het behandeltraject vertragen en<br />
invloed hebben op de kwaliteit van de <strong>behandeling</strong>. Een laatste knelpunt<br />
heeft betrekking op het gevaar van behandelstagnatie als gevolg van de<br />
moeilijke uitstroom.<br />
Onderzoeksvraag 6:<br />
In hoeverre correspondeert de <strong>behandeling</strong> van tbs-gestelden met<br />
inzichten hierover in recente (wetenschappelijke) publicaties en<br />
zorgprogramma’s van het EFP<br />
Bij de beantwoording van deze vraag dient rekening gehouden te worden<br />
met het feit dat in de dossiers niet alle benodigde informatie ten aanzien<br />
van de <strong>behandeling</strong>en is teruggevonden. Met deze opmerking in het<br />
achterhoofd kan voorzichtig geconcludeerd worden dat het zorgprogramma<br />
voor patiënten met psychotische kwetsbaarheid het vaakst in de praktijk<br />
wordt gebruikt. Behandelingsvormen die in dit onderzoek gevonden zijn in<br />
de dossiers zijn: gedragstherapie, psycho-educatie, vaardigheidstrainingen<br />
met betrekking tot psycho-educatie, psychomotorische therapie en<br />
farmacotherapie. De aanbevolen interventies uit dit zorgprogramma komen<br />
goed over<strong>een</strong> met de gevolgde <strong>behandeling</strong>en door de onderzoekspopulatie.<br />
Cognitieve gedragstherapie en farmacotherapie zijn de aanbevolen<br />
interventies voor patiënten met seksueel grensoverschrijdend gedrag.<br />
Deze aanbevolen interventies kwamen iets minder vaak voor bij de<br />
onderzoekspopulatie. De best evidence interventiemethodes die het<br />
vaakst voorkwamen waren vaardigheidstrainingen gericht op sociale<br />
vaardigheden, seksueel en relationeel gedrag en farmacotherapie in de<br />
149