Donckument 17-5 WEB.pdf - Varendonck College

Toetsen volgens het RTTI - systeem
Toetsen spelen in ons onderwijs een belangrijke rol. Een toets
is een moment waarop de leerling kan laten zien of de stof
verwerkt is en of hij of zij de gewenste vaardigheden bezit.
Het resultaat kan ook helpen bij het bepalen van het niveau.
Daarom is het van belang dat het niet alleen goed zit met het
cijfer maar dat het ook duidelijk is wat er wordt getoetst.
Met een 9 kun je er vanuit gaan dat je alle aspecten van de
getoetste stof goed beheerst. Met een 3 is het meestal ook
wel duidelijk. Leerlingen halen echter meestal cijfers die tussen
die 3 en 9 liggen. En is het dan duidelijk waar iemand wel
of niet goed in is Wordt er ‘stampwerk’ gevraagd of is het
allemaal inzicht Of is het een combinatie en hoe wordt op de
onderdelen gescoord
RTTI - een hulpmiddel
Een hulpmiddel om inzicht te krijgen in de samenstelling van
een toets is het RTTI-systeem. Een korte uitleg - de toetsvragen
worden ingedeeld volgens vier niveaus, te weten:
• Reproductie (R): vragen die kunnen worden opgelost door
middel van herkenning - het
‘stampwerk’.
• Toepassing 1 (T1): vragen die gericht zijn op het toepassen
van de leerstof in reeds geleerde
situaties.
• Toepassing 2 (T2): vragen die gericht zijn op het toepassen
van de leerstof in nieuwe situaties.
• Inzicht (I): vragen die gericht zijn op het samenvoegen van
verschillende vaardigheden (eigen
inzicht ontwikkelen).
Door de score per niveau te bekijken worden de sterke en
zwakke punten van de leerling zichtbaar gemaakt. De verhouding
van de verschillende niveaus is afhankelijk van het leerjaar.
In het eerste leerjaar zal het aantal R/T1 - vragen relatief het
grootst zijn. Bij het beheersen van een vak of een onderwerp
zal eerst de basis moeten worden aangeleerd. In de volgende
leerjaren vindt er een verschuiving plaats in de percentages
R/T1 en T2/I - vragen. Zo wordt een doorgaande leerlijn gemaakt,
waardoor leerlingen geleidelijk naar het eindexamen
Herinrichting van de snoezelruimte
toewerken, waarbij het aandeel T2/I - vragen groot is.
Als een toets met RTTI wordt gemaakt, kunnen de resultaten
per leerling per niveau worden bekeken. Het geeft de leerling
én vakdocent directe feedback op de prestaties van de leerling.
Dit kan dan helpen bij het werken met nieuwe stof. De
resultaten per niveau kunnen helpen in een verantwoord determinatieproces,
zeker als de resultaten van meerdere vakken
naast elkaar worden gezet.
Invoering op het Varendonck-College
Vorig schooljaar hebben alle docenten tijdens de algemene
studiemiddagen een voorlichting RTTI gekregen. Een groep
docenten uit Asten heeft als eerste in de tweede helft van dat
schooljaar een uitgebreide cursus gevolgd (www.docentplus.
nl). Dit jaar zijn zij begonnen om de vakgroepen op verschillende
momenten te begeleiden met de opzet en analyse van
toetsen volgens RTTI. De invoering zal in stappen worden gedaan.
Als er uiteindelijk per jaar 3 toetsen volgens RTTI worden
gemaakt, geeft dat voldoende informatie voor leerling,
vakdocent, mentor en ouder wat betreft sterke/zwakke punten
en de ontwikkeling van de leerling. De resultaten zullen
ook een rol gaan spelen in de leerlingbespreking.
Begin dit schooljaar is vanuit Someren een groep docenten begonnen
met de uitgebreide cursus. Nadat zij de cursus hebben
afgerond, wordt onder hun leiding in Someren gestart met de
invoering van RTTI op het VMBO. Wees dus niet verbaasd als
uw kind over R- T1-T2 of I vragen begint.
In periode 4 zijn de leerlingen van vh1a en vh1b voor het vak
O&O (Onderzoeken & Ontwerpen) bezig geweest voor ORO: Het
Rijtven in Deurne. Ze kregen de opdracht om een snoezelruimte
opnieuw in te richten voor bewoners met een (zeer) ernstig
verstandelijke beperking. Op het terrein van Het Rijtven zijn
verschillende snoezelruimtes maar de gebruikte technieken
zijn verouderd. Er wordt één gebouw afgebroken en dit wordt
op een andere locatie op Het Rijtven opnieuw gebouwd. Hier
wordt ook een nieuwe snoezelruimte gemaakt. Deze hebben
de leerlingen moeten ontwerpen. Om te weten hoe een
snoezelruimte eruit ziet, zijn de leerlingen op excursie geweest.
Daarna begonnen de leerlingen aan een vooronderzoek,
zo bekeken ze verschillende bestaande snoezelruimtes. Tot
slot hebben de leerlingen een maquette gemaakt van een
snoezelruimte met een nieuw interactief onderdeel dat reageert
op bewegingen, geluid of aanrakingen van de bewoners.
Het was zo’n succes dat deze opdracht op de ORO website
terecht kwam:
Leerlingen Varendonck College
ontwerpen snoezelruimte
12-04-2013. Leerlingen van de eerste klas van het Varendonck
College in Asten hebben in de afgelopen twee maanden in
projectvorm gewerkt aan het ontwerp van een snoezelruimte
voor het Masterplan van Het
Rijtven. Wilbert de Groot,
teammanager ORO, toonde
zich tijdens de presentatie van
de Technasiumklassen bijzonder
enthousiast. “Dit mes snijdt aan
veel meer dan twee kanten.”
De leerlingen deden in groepjes
hun project in het kader van het
vak Onderzoeken en Ontwerpen.
Eerst werd onderzoek gedaan
naar de behoeften van mensen
met een zeer ernstige verstandelijke
beperking. Bij Het Rijtven kregen
de leerlingen een rondleiding
en informatie van Wilbert. Met
hun groep maakten ze vervolgens
een maquette, een collage en een
driedimensionale presentatie. Een
aantal resultaten staat momenteel
uitgestald in de Biekorf. Hoe
nu verder Als het aan Wilbert
de Groot ligt wordt de samenwerking
met het onderwijs voortgezet. “We hebben al goede
contacten met Avans Hogeschool”, zegt hij. “Het zou wel erg
leuk zijn als zij iets in de verdere ontwikkeling en de uitvoering
van de nieuwe snoezelruimte zouden kunnen betekenen.”
6
jaargang 17 | nummer 5 | mei 2013