28.01.2015 Views

ds. Philippus Jacobus Resler - Hervormde Gemeente

ds. Philippus Jacobus Resler - Hervormde Gemeente

ds. Philippus Jacobus Resler - Hervormde Gemeente

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>ds</strong>. <strong>Philippus</strong> <strong>Jacobus</strong> <strong>Resler</strong> (1794 - 1802)<br />

(door J.P. van der Spek)<br />

Zijn levensloop<br />

<strong>Philippus</strong> <strong>Jacobus</strong> <strong>Resler</strong> (of Retzelaar) werd<br />

geboren in Huizen op 7 november 1765. Hij<br />

overleed te Maassluis op 25 december 1827. Zijn<br />

grootvader, Petrus <strong>Resler</strong>, was predikant te<br />

Noorden van 1695 tot zijn overlijden in 1731.<br />

Zijn vader, Johannes <strong>Resler</strong>, was predikant te<br />

Ravenswaaij van 1734 tot 1741 en te Huizen van<br />

1741 tot zijn overlijden op 6 juni 1773.<br />

<strong>Philippus</strong> <strong>Jacobus</strong> studeerde in Utrecht in de<br />

godgeleerdheid en werd predikant in de<br />

Vuursche in 1786, te Kralingen 20 juli 1788, te<br />

Oud-Beijerland 5 juli 1794 (in januari 1792 had<br />

hij voor een beroep hierheen bedankt), te<br />

Maassluis 17 oktober 1802. De “onuitgesproken”<br />

afschei<strong>ds</strong>rede te Oud-Beijerland over 2 Cor. 2 :<br />

14 - 16 is uitgegeven. Hij kon op 12 oktober 1802 deze rede niet uitspreken door het<br />

onverwachte overlijden van zijn vrouw Hendrika Maria van Gasten, met wie hij op 3 april<br />

1786 gehuwd was. Ds. Johannes la Verge uit Heinenoord trad die dag voor hem op, de<br />

gemeente bij dit sterfgeval bepalend en een afschei<strong>ds</strong>brief van Ds. <strong>Resler</strong> voorlezend. Te<br />

Maassluis hertrouwde hij in 1805 met Wilhelmina Jacoba Rijnders. 1 Hij overleed op eerste<br />

Kerstdag 25 december 1827 na een langdurige ziekte. 2<br />

Predikant in Oud-Beijerland<br />

Op 7 april 1794 nam <strong>ds</strong>. <strong>Resler</strong> het beroep naar Oud-Beijerland aan. Op 6 juni 1794 hield hij<br />

een intrede-preek over 1 Cor. 10 : 33b, na bevestigd te zijn door <strong>ds</strong>. l`Allemand.<br />

Tot <strong>ds</strong>. <strong>Resler</strong>´s tijd toe was de kerkenraad gewend om zondags na de morgendienst “op de<br />

klagt te zitten” ten einde aan de armen christelijke handreiking te doen. Maar niet alleen de<br />

armen kwamen, maar ook velen met verzoeken, klachten of brieven. Men kwam tijd tekort<br />

om dit alles af te handelen, daarom stelde <strong>ds</strong>. <strong>Resler</strong> voor om voortaan dinsdagsmiddags “op<br />

de klagt” te zitten. 3<br />

In het tweede jaar van zijn verblijf kwam de kerkenraad in moeilijkheden met “Het Comité<br />

ter voorlichting en bestiering der Remotiën en Regeeringsaanstellingen in de steden en ten<br />

plattelande van Holland”. Men ontving op 18 december 1795, het eerste jaar van de<br />

Bataafse Republiek, een brief waarin gelast werd om Oorbert Holleman, Leendert Eeland en<br />

Joseph Zeevaerder van de lijst, van te kiezen ambtsdragers, af te voeren.<br />

De beschuldiging tegen deze personen werd door de kerkenraad niet onderschreven, maar


toch werden ze van de lijst afgevoerd. Oorbert Holleman en Leendert Eeland trokken zich,<br />

om de rust en vrede te bewaren, terug van de lijst, Joseph Zeevaerder achtte “zijn eer en<br />

goede naam te zeer te zijn geschonden om dit ongemerkt te passeren”. Acht maanden<br />

duurde dit conflict, totdat het bericht kwam dat “ingevolge decreet van de Narionale<br />

Vergadering de kerk afgescheiden is van den Staat” en de verkiezing van kerkenraa<strong>ds</strong>leden<br />

overgelaten werd ter verantwoording van de kerkenraad.<br />

Op 8 augustus 1798 werd een buitengewone kerkenraa<strong>ds</strong>vergadering gehouden om de brief<br />

te behandelen die men ontvangen had van de “Commissie der Classis van Zuid-Holland ter<br />

behartiging van de belangen van de <strong>Hervormde</strong> Kerk”. Deze hield in dat in ieder gemeente<br />

een commissie opgericht diende te worden, die als taak onderzoek te doen naar de rechten<br />

op kerken, pastorieën etc. te zorgen voor “den openbaren go<strong>ds</strong>dienst”, de<br />

predikantstraktementen en hulp te bieden aan noodlijdende gemeenten. Op zondagmiddag<br />

19 augustus 1798 werden door de “manslidmaten” de leden van deze commissie gekozen.<br />

Op verzoek van deze commissie werden zondag 28 oktober 1798 de manslidmaten van<br />

twintig jaar en ouder opgeroepen om een drietal “Opperkerkmeesteren” te kiezen. Op 2<br />

oktober 1798 kwam bericht van de Municipaliteit dat het betoog van de commissie “in allen<br />

deelen voldoende geoordeeld” was. 4<br />

1 Molhuysen, P.C. en Blok, P.J. Nieuw Nederlan<strong>ds</strong>ch Biografisch Woordenboek (NNWB) deel 10, p. 803, 804<br />

2 Valk, M.M.A van der. Kerkelijk Oud-Beijerland. Oud-Beijerland 1907, p. 34<br />

3 ib. p. 35<br />

4 ib. p. 38

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!