Boomblad jaargang 10 - Bosgroepen.be

Boomblad jaargang 10 - Bosgroepen.be Boomblad jaargang 10 - Bosgroepen.be

brugseverenigingen.be
from brugseverenigingen.be More from this publisher
28.01.2015 Views

BOSINFO af in de schaduw. Een tip om de vogelkers met zijn eigen wapens te bestrijden, is hem afzagen op heuphoogte. Ook minder belastend voor de rug. De overgebleven stomp zal spoedig terug krachtig uitschieten met een toef takken, ook wel eens “pruik” genaamd. Die pruik neemt het licht weg van de eigen zaailingen. Als u de pruik nu jaarlijks of om de 2-3 jaar in volle zomer terug afzaagt of afkapt (in elk geval voor dat hij opnieuw zaad maakt) raakt de moederplant uitgeput en legt vroeg of laat het bijltje er bij neer. Na enkele jaren is de zaadvoorraad in de bodem uitgeput en bent u van de vogelkers verlost. Deze “pruikenmethode” werkt alleen goed in bossen met een dichte vogelkersbegroeiing die toch ca. een arm dik is. En u heeft er geen gif voor nodig. In bossen met veel schaduwsoorten vormt Amerikaanse vogelkers geen probleem. Beuk werkt op de meeste gronden. Andere soorten die het licht wegvangen van de Amerikaanse vogelkers zijn esdoorn, linde, Haagbeuk, hazelaar, Boskers, Inlandse eik, Tamme kastanje, … U plant best groepsgewijs en in een vrij dicht plantverband (ca 2 x 2 m of dichter) voor het beste effect. Schiet er hier en daar toch nog een vogelkers door, dan is dat ook geen drama. Als deze een rechte stam heeft dan geeft u hem als lichtboomsoort bij iedere dunning behoorlijk veel licht. De vogelkers ontwikkelt zich dan als een normale boom in plaats van een paraplu. Met een beetje zorg en geluk verkoopt u dan vroeg of laat waardevol kersenhout. Doe dit wel alleen in een gemengd bos met veel ondergroei van halfschaduwen schaduwsoorten. In dat geval zal de Amerikaanse vogelkers zich niet verjongen. Kijk ook eens of uw buurman geen waardevol heideterrein probeert te onderhouden. (Meer info ook op www.vogelkers.nl). Een vergelijkbaar geval als de Amerikaanse vogelkers is de Valse acacia (Robinia pseudoacacia). Een ware pestsoort met grote doornen voor open bossen en kapvlakten. Als pionier wordt hij echter snel in toom gehouden in evenwichtige gemengde bossen. Moeilijkere situaties doen zich voor in bossen waar ingevoerde schaduwsoorten aan het woekeren slaan. De Amerikaanse eik is zowat de taaiste klant vanuit dit opzicht en ook de Tamme kastanje is niet altijd Amerikaanse vogelkers als productie - boom blijkt ook bij ons mogelijk. Hou wel rekening met de randvoorwaarden in deze tekst om problemen met de buren te voorkomen. zo braaf als zijn naam doet vermoeden. Met extreme schaduwsoorten als Beuk en Douglas kan u deze wel onderdrukken, al is Douglas zelf een exoot die sterk kan uitzaaien. De meest evidente oplossing is om Tamme kastanje en Amerikaanse eik als hakhout te beheren. Elke 10 tot 20 jaar de zaag er in en waardevol brandhout oogsten vooraleer ze zaad beginnen dragen. 10 Boomblad JULI/AUGUSTUS/SEPTEMBER 2012

BOSINFO Het grondvlak als maatstaf voor de lichtregeling Het grondvlak van een bomenbestand is een belangrijke maat in de bosbouw. Het is de som van alle stamdoorsnedes op 1,5 meter hoogte (borsthoogte). Grondvlak wordt uitgedrukt in m²/ha. Het is de beste maat om de bomendichtheid van een bestand te beschrijven, beter dan het stamtal of het volume hout per hectare. U kan het grondvlak berekenen door een proefvlak met bomen op te meten of via de zogenaamde Bitterlich-methode. We komen hier in de volgende editie van het Boomblad op terug. Ervaren bosbeheerders weten wanneer een bos moet gedund worden en hoe sterk dit moet gedund worden aan de hand van het grondvlak. Vb. Grove den wordt gedund vanaf een grondvlak van 25-26m²/ha, na een gewone dunning blijft een grondvlak van 21-22m² over. Interessanter wordt het wanneer een verjongingskap moet gebeuren. Vanaf een grondvlak van 16 tot 18m²/ha komt er namelijk zo veel licht op de bodem dat massaal zaailingen kunnen opschieten. Wie veel lichtboomsoorten wil gaat voor een lager grondvlak of zelfs een kaalkap. Wie alleen schaduwsoorten wil verjongen, houdt het grondvlak hoog genoeg. En wat als we niets doen Op termijn lijdt niets doen in een volwassen bos er toe dat de groei van een bos gecompenseerd wordt door de aanmaak van dood hout. De jaarlijkse aanwas bij de sterkere bomen gaat verloren bij de zwakkere bomen die afsterven uit lichtgebrek. Als bosbeheerder oogst u dus elk jaar dode bomen van slechte kwaliteit. U bent eigenlijk een teler van dood hout. Dit klinkt misschien erger dan het is maar hoe dan ook zitten vele Vlaamse boseigenaars (de meeste) in deze situatie. De kern van het probleem voor de bosbeheerder zit hier niet in het afsterven van zwakke bomen maar in het feit dat ook de sterke bomen traag zullen groeien en door de zware onderlinge concurrentiedruk gevoeliger worden aan windval en ziektes. Bovendien bestaat de kans dat de meest waardevolle bomen (goede stamkwaliteit, Bij nulbeheer ontstaat een situatie waarbij er evenveel dood hout als levend hout geproduceerd wordt. Dit is ideaal in reservaten maar minder gewenst in bossen met een productie - functie. interessante soort,…) afsterven ten koste van minder gewenste exemplaren. Zeker bij lichtboomsoorten kan het voorkomen dat het volledige bestand ziek wordt of tegen de vlakte gaat bij een storm. Dit is allemaal natuurlijk slechts een probleem wanneer u er van uitgaat dat uw bos hout moet produceren. Geen enkele boom vraagt om gekapt te worden en sommige eigenaars laten graag de natuur zijn gang gaan. In dit geval kunnen onder een dicht bos alleen nog schaduwsoorten zich verjongen. Uiteindelijk lijkt het dan logisch dat onze sterkste schaduwsoort, de Beuk, alles zal gaan domineren. Toch zijn er ook een aantal factoren die dit tegenwerken. Eerst en vooral zijn er stormen, ziektes en bosbranden waardoor grote gaten kunnen ontstaan waarin eerst weer de snellere lichtboomsoorten (pioniersoorten) zullen opkomen. Denk maar aan berken en wilgen. Ook zijn er uitheemse soorten die de concurrentie met de Beuk zeker aandurven (vb. Amerikaanse eik, Douglasspar). Op echt droge en natte gronden heeft Beuk het moeilijk. En wie weet zorgen grote groepen reeën en herten er wel voor dat er plaatsen zijn waar er amper nog bomen kunnen opschieten. Boomblad JUlI/augustus/september 2012 11

BOSINFO<br />

af in de schaduw. Een tip om de vogelkers<br />

met zijn eigen wapens te <strong>be</strong>strijden, is hem<br />

afzagen op heuphoogte. Ook minder <strong>be</strong>lastend<br />

voor de rug. De overgebleven stomp<br />

zal spoedig terug krachtig uitschieten met<br />

een toef takken, ook wel eens “pruik” genaamd.<br />

Die pruik neemt het licht weg van<br />

de eigen zaailingen. Als u de pruik nu jaarlijks<br />

of om de 2-3 jaar in volle zomer terug<br />

afzaagt of afkapt (in elk geval voor dat hij<br />

opnieuw zaad maakt) raakt de moederplant<br />

uitgeput en legt vroeg of laat het bijltje er<br />

bij neer. Na enkele jaren is de zaadvoorraad<br />

in de bodem uitgeput en <strong>be</strong>nt u van de<br />

vogelkers verlost. Deze “pruikenmethode”<br />

werkt alleen goed in bossen met een dichte<br />

vogelkers<strong>be</strong>groeiing die toch ca. een arm<br />

dik is. En u heeft er geen gif voor nodig.<br />

In bossen met veel schaduwsoorten vormt<br />

Amerikaanse vogelkers geen probleem.<br />

Beuk werkt op de meeste gronden. Andere<br />

soorten die het licht wegvangen van de<br />

Amerikaanse vogelkers zijn esdoorn, linde,<br />

Haag<strong>be</strong>uk, hazelaar, Boskers, Inlandse eik,<br />

Tamme kastanje, … U plant <strong>be</strong>st groepsgewijs<br />

en in een vrij dicht plantverband (ca<br />

2 x 2 m of dichter) voor het <strong>be</strong>ste effect.<br />

Schiet er hier en daar toch nog een vogelkers<br />

door, dan is dat ook geen drama. Als<br />

deze een rechte stam heeft dan geeft u hem<br />

als lichtboomsoort bij iedere dunning <strong>be</strong>hoorlijk<br />

veel licht. De vogelkers ontwikkelt<br />

zich dan als een normale boom in plaats van<br />

een paraplu. Met een <strong>be</strong>etje zorg en geluk<br />

verkoopt u dan vroeg of laat waardevol kersenhout.<br />

Doe dit wel alleen in een gemengd<br />

bos met veel ondergroei van halfschaduwen<br />

schaduwsoorten. In dat geval zal de<br />

Amerikaanse vogelkers zich niet verjongen.<br />

Kijk ook eens of uw buurman geen waardevol<br />

heideterrein pro<strong>be</strong>ert te onderhouden.<br />

(Meer info ook op www.vogelkers.nl).<br />

Een vergelijkbaar geval als de Amerikaanse<br />

vogelkers is de Valse acacia (Robinia pseudoacacia).<br />

Een ware pestsoort met grote<br />

doornen voor open bossen en kapvlakten.<br />

Als pionier wordt hij echter snel in toom gehouden<br />

in evenwichtige gemengde bossen.<br />

Moeilijkere situaties doen zich voor in bossen<br />

waar ingevoerde schaduwsoorten aan<br />

het woekeren slaan. De Amerikaanse eik<br />

is zowat de taaiste klant vanuit dit opzicht<br />

en ook de Tamme kastanje is niet altijd<br />

Amerikaanse vogelkers als productie -<br />

boom blijkt ook bij ons mogelijk. Hou<br />

wel rekening met de randvoorwaarden<br />

in deze tekst om problemen met<br />

de buren te voorkomen.<br />

zo braaf als zijn naam doet vermoeden.<br />

Met extreme schaduwsoorten als Beuk en<br />

Douglas kan u deze wel onderdrukken, al is<br />

Douglas zelf een exoot die sterk kan uitzaaien.<br />

De meest evidente oplossing is om<br />

Tamme kastanje en Amerikaanse eik als hakhout<br />

te <strong>be</strong>heren. Elke <strong>10</strong> tot 20 jaar de zaag<br />

er in en waardevol brandhout oogsten vooraleer<br />

ze zaad <strong>be</strong>ginnen dragen.<br />

<strong>10</strong><br />

<strong>Boomblad</strong> JULI/AUGUSTUS/SEPTEMBER 2012

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!