Bekijk een hoofdstuk
Bekijk een hoofdstuk
Bekijk een hoofdstuk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Introductions<br />
Bij de regelmatige werkwoorden in de simple present krijgen alle personen<br />
all<strong>een</strong> de stam, behalve de derde persoon enkelvoud (he, she, it); die krijgt er<br />
<strong>een</strong> -s achter.<br />
I book<br />
He/she/it books<br />
We/they book<br />
I stay<br />
he/she/it stays<br />
we/they stay<br />
Een uitzondering op het vorenstaande is het zeer onregelmatige werkwoord to<br />
be, één van de meest gebruikte werkwoorden in de Engelse taal:<br />
to be<br />
I am<br />
he/she/it is<br />
we/they are<br />
Schrijfwijzen<br />
De derde persoon enkelvoud krijgt altijd <strong>een</strong> -s achter de stam behalve in de<br />
volgende gevallen:<br />
Als de stam op <strong>een</strong> sisklank eindigt, dan wordt er -es aan toegevoegd:<br />
to wish<br />
he wishes<br />
to fetch<br />
she fetches<br />
to miss<br />
he misses<br />
Een -y verandert in -ie als er <strong>een</strong> medeklinker aan voorafgaat:<br />
to marry<br />
he marries<br />
to fly<br />
it flies<br />
Maar let op de volgende uitzondering:<br />
to stay she stays (y is hier klinker en dus + s)<br />
Een -o verandert in oe als er <strong>een</strong> medeklinker aan voorafgaat:<br />
to go<br />
he goes<br />
to do<br />
she does<br />
Key exercise 9<br />
Schrijf de simple present op in de 3de persoon enkelvoud van het werkwoord<br />
dat tussen haakjes staat, en vooral, schrijf op waarom <strong>een</strong> bepaald werkwoord<br />
<strong>een</strong> bepaalde uitgang krijgt. Let op de uitspraak!<br />
1. Patrick ………(to stay) at the same hotel.<br />
2. Father……….(to listen) to the radio.<br />
3. My daughter………(to hurry) upstairs.<br />
4. She………….(to be) at home.<br />
5. The film star……….(to undergo) an operation every year.<br />
6. He………….(to plan) to stay until Friday.<br />
7. John………(to watch) television.<br />
8. She……..(lives) in London.<br />
9. The child………(to wash) his hands.<br />
10.The receptionist…….(to try) to find a solution.<br />
Interrogative – vragende vorm<br />
Als u in het Nederlands <strong>een</strong> vraagzin maakt, zet u de juiste vorm van het<br />
werkwoord voor het onderwerp:<br />
Hij vraagt<br />
Vraagt hij<br />
676B1.FM<br />
1.15