Metin 1
Metin 1
Metin 1
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Kennismaken en begroeten (639A1)<br />
Ders1<br />
Kennismaken en begroeten (639A1)<br />
We besteden in deze eerste les (Ders 1) aandacht aan het onderwerp kennismaken.<br />
U luistert naar korte kennismakingsgesprekken, waarbij u leert<br />
iemand op verschillende manieren te groeten. Ook leert u om te vragen hoe<br />
het met iemand gaat en hoe u een dergelijke vraag kunt beantwoorden.<br />
Verder wordt er aandacht besteed aan enkele bijzonderheden van het Turks,<br />
namelijk de opbouw van woorden en de zogenaamde klinkerharmonie.<br />
<strong>Metin</strong> 1 – Tekst 1<br />
Nasılsınız<br />
Karin stapt ’s ochtends de deur uit en komt op de stoep haar buurvrouw Fatma<br />
tegen. Karin groet Fatma en ze vragen elkaar hoe het gaat. Karin zegt nog dat<br />
het weer vandaag mooi is, wat haar buurvrouw beaamt. Dan stapt Karin op de<br />
fiets en zegt gedag.<br />
Alıtırma 1 – Oefenopgave 1<br />
- Zet de cassetterecorder/cd-speler aan (teller op 0).<br />
- Luister aandachtig naar het gesprek tussen Karin en Fatma.<br />
- Herhaal dit tot u het juiste antwoord weet bij de volgende vraag.<br />
Soru – Vraag<br />
Fatma vraagt eerst aan Karin hoe het gaat. Wat antwoordt deze<br />
a. Haydi.<br />
b. yiyim.<br />
c. yi.<br />
Alıtırma 2 – Oefenopgave 2<br />
- Start de cassette/cd opnieuw.<br />
- Luister nog een keer naar het gesprek tussen Karin en Fatma.<br />
- Herhaal dit tot u antwoord kunt geven op de volgende vragen.<br />
- Zeg het antwoord met behulp van de pauzeknop enkele keren hardop na.<br />
Sorular – Vragen<br />
1. Hoe groet Karin haar buurvrouw bij hun ontmoeting<br />
2. Wat is de afscheidsgroet van Fatma<br />
Alıtırma 3 – Oefenopgave 3<br />
- Start de cassette/cd opnieuw.<br />
- Luister weer naar het gesprek, maar neem nu de volgende tekst erbij.<br />
- Vul de ontbrekende woorden in terwijl u luistert naar het gesprek. Maak<br />
daarbij gebruik van de pauzeknop.<br />
639A1.FM<br />
1.1
Kennismaken en begroeten (639A1)<br />
n 1<br />
Nasılsınız<br />
Karin: Günaydın.<br />
Fatma: Günaydın, nasılsınız<br />
Karin: .............., teekkürler. Siz nasılsınız<br />
Fatma: ...............<br />
Karin: Hava güzel bugün.<br />
Fatma: Evet, güzel.<br />
Karin: Haydi, allahaısmarladık.<br />
Fatma: Güle ..............!<br />
- Zoek nu de woorden die u niet kent op in de woordenlijst achter in het<br />
maanddeel.<br />
Alıtırma 4 – Oefenopgave 4<br />
U hoort de woorden met de ı-klank uit het voorgaande gesprek nog een keer<br />
(deze lijkt op de stomme e in het Nederlandse ”de”). Na ieder woord is een<br />
pauze ingelast, waarin u het woord kunt naspreken.<br />
- Zet de cassetterecorder/cd-speler aan (teller op 0).<br />
- Luister aandachtig naar de volgende woorden.<br />
- Spreek elk woord na in de pauze die erop volgt.<br />
- Herhaal dit tot u de woorden vlot kunt naspreken.<br />
n 2<br />
Günaydın.<br />
Nasılsınız<br />
Allahaısmarladık.<br />
Dil özellii – Idioom<br />
De beide buurvrouwen groeten elkaar op dezelfde manier, namelijk met<br />
günaydın (= goedemorgen). Bij het afscheid gebruiken ze echter allebei een<br />
andere groet. Karin zegt allahaısmarladık en Fatma zegt güle güle (let op de<br />
uitspraak van de e, deze is kort en scherp). Beide hebben dezelfde bedoeling,<br />
namelijk een groet tot afscheid. Het verschil is dat de eerste wordt gebruikt<br />
door degene die vertrekt, de tweede als reactie daarop door degene die achterblijft.<br />
Let op: doet u het per ongeluk verkeerd, dan geeft dit meestal aanleiding tot<br />
enige hilariteit.<br />
1.2
Kennismaken en begroeten (639A1)<br />
Klinkerharmonie<br />
In het gesprek vraagt Fatma aan Karin hoe het met haar gaat. Karin antwoordt:<br />
”Goed.” Kijk nu eens aandachtig naar de klinkers in die zinnen:<br />
Nasılsınız - Hoe gaat het met u<br />
yiyim. - Goed.<br />
U ziet dat in beide woorden bijna alle klinkers steeds dezelfde zijn. Dit is geen<br />
toeval. In het Turks is er sprake van ”klinkerharmonie”, dat wil zeggen dat de<br />
klanken in één woord zich steeds aanpassen aan elkaar. Daarbij vallen de<br />
klinkers in twee groepen uiteen:<br />
Voor- en achterklinkers<br />
- voorklinkers; deze worden vóór in de mond uitgesproken. Het zijn de<br />
klinkers e, i, ö en ü<br />
- achterklinkers; deze worden achter in de mond uitgesproken. Het zijn de<br />
klinkers a, ı, o en u.<br />
Lees de twee voorbeeldzinnen hardop, dan kunt u het verschil tussen ”voor” en<br />
”achter” voelen.<br />
Dit betekent dat in één woord meestal alleen voorklinkers óf alleen achterklinkers<br />
voorkomen. Meestal, want dit geldt niet voor alle woorden, bijvoorbeeld<br />
niet voor woorden van Arabische oorsprong.<br />
Alıtırma 5 – Oefenopgave 5<br />
n 3 Nasıl-sınız - Hoe is het met u<br />
- Zet de cassetterecorder/cd-speler aan (teller op 0).<br />
- U luistert weer naar het gesprek tussen Fatma en Karin. Na de rol van<br />
Karin hoort u nu steeds een pauze.<br />
- Spreek in de pauzes steeds de rol van Karin hardop na.<br />
- Herhaal deze oefening enkele keren tot u de zinnen vlot kunt naspreken.<br />
- Schrijf twee woorden op waarin alleen achterklinkers voorkomen.<br />
Woordopbouw<br />
We geven u weer het voorbeeld van de ”hoe gaat het goed” -zinnen. Maar nu<br />
zijn er verbindingsstreepjes in de zinnen aangebracht:<br />
yi-yim. - Met mij is het goed.<br />
Stam en achtervoegsel<br />
Deze ”woorden”, zoals ze tot nu toe werden genoemd, bestaan uit twee delen,<br />
een stam respectievelijk nasıl en iyi, en daaraan gekoppeld een achtervoegsel,<br />
respectievelijk -sınız en -yim. De stam is altijd een woord zoals u dat in het<br />
woordenboek kunt vinden. Nasıl betekent ”hoe” en is dus een vraagwoord, iyi<br />
betekent ”goed”. Door aan deze woorden in dit geval een persoonsuitgang te<br />
koppelen, ontstaat een hele zin. Aan nasıl wordt een u-vorm gekoppeld; zo<br />
ontstaat de zin ”hoe is het met u”; aan iyi wordt een ik-vorm gekoppeld en zo<br />
ontstaat de zin ”met mij is het goed”. Typisch voor het Nederlands is de<br />
constructie ”met mij”. In het Turks zegt men in feite ”ik ben goed”, net als<br />
bijvoorbeeld in het Engels:<br />
”I am fine”.<br />
Zoals u geleidelijk aan zult ontdekken, bestaat een Turkse zin altijd uit een of<br />
meer stammen, met daaraan gekoppeld een of meer achtervoegsels of<br />
639A1.FM<br />
1.3
Kennismaken en begroeten (639A1)<br />
uitgangen. Daarom is ook de klinkerharmonie die hiervoor werd besproken zo<br />
belangrijk. De achtervoegsels nemen steeds een klankvorm aan die ”harmonieert”<br />
met de klinkers in de stam, dat wil zeggen: na een stam die bestaat uit<br />
voorklinkers volgt een achtervoegsel met voorklinkers, na een stam met achterklinkers<br />
volgt een achtervoegsel met achterklinkers.<br />
Alıtırma 6 – Oefenopgave 6<br />
Op straat ontmoet u uw vriendin Fatma. U raakt met haar in gesprek.<br />
- Zet de cassetterecorder/cd-speler aan (teller op 0).<br />
- Voer het gesprek met Fatma door in de pauzes uw rol hardop uit te spreken.<br />
- Na de pauzes hoort u steeds hoe uw reactie had kunnen luiden.<br />
- Spreek deze reacties na in de pauze die er steeds op volgt.<br />
- Herhaal deze oefening enkele keren, tot u vlot kunt reageren.<br />
Deze oefening is dus als volgt opgebouwd:<br />
- woorden van Fatma<br />
- pauze (reageer)<br />
- reactie<br />
- pauze (herhaal reactie).<br />
n 4<br />
Turkije-Turks<br />
Fatma begint met u te groeten; groet terug. Daarna vraagt zij hoe het met u<br />
gaat; beantwoord deze vraag. Ten slotte neemt zij afscheid van u; reageer<br />
hierop.<br />
Het Turks<br />
Dat het Turks weinig gemeenschappelijk heeft met het Nederlands hebt u<br />
waarschijnlijk al gemerkt. De ontstaansgeschiedenis van het Turks staat dan<br />
ook helemaal los van die van het Nederlands en zelfs van die van alle andere<br />
talen die in Europa gesproken worden, zoals het Engels, het Spaans of het<br />
Pools.<br />
Het Turks zoals u dat in deze cursus zult leren, is het Turks dat in Turkije<br />
gesproken wordt. Het wordt daarom ook wel het Turkije-Turks genoemd. Er<br />
bestaan namelijk nog veel meer talen die tot de Turkse taalfamilie behoren.<br />
Het Turks stamt waarschijnlijk af van de taal van de Hunnen, een volk dat voor<br />
onze jaartelling grote delen van Azië en van Europa teisterde. De oudste<br />
opschriften in het Turks die overgeleverd zijn, stammen echter pas uit de 7de<br />
eeuw, en zijn gevonden in de buurt van Tasjkent in Oezbekistan. In die tijd<br />
werd waarschijnlijk in grote delen van het GOS, Mongolië en het noordelijk<br />
deel van China een Turkse taal gesproken.<br />
Vanaf de achtste eeuw vond er geleidelijk aan een volksverhuizing plaats van<br />
Turkssprekende nomadenstammen, onder andere vanuit het huidige<br />
Kazachstan. Dit waren de zogenaamde Oghoezen. Zij trokken naar Anatolië,<br />
tegenwoordig de naam voor het Aziatische deel van Turkije. Uit de taal van<br />
deze stam is uiteindelijk het huidige Turkije-Turks voortgekomen.<br />
Tegenwoordig wordt, behalve in Turkije, op veel plaatsen nog een Turkse taal<br />
gesproken, in een gebied dat zich uitstrekt van noordoost-Siberië tot het<br />
westen van Iran. Momenteel worden in het GOS onder andere nog de Turkse<br />
talen Yakoetisch, Oezbeeks, Kirgizisch, Turkmeens en Azerbeidjaans (Azeri)<br />
gesproken. Deze laatste twee talen vinden we ook nog in Iran. Hoewel een Turk<br />
uit Turkije en een Azeri uit Iran elkaar goed kunnen begrijpen, zal het voor die<br />
twee moeilijk zijn te communiceren in de eigen taal met iemand uit Yakoetsk.<br />
1.4
Kennismaken en begroeten (639A1)<br />
Agglutinerende taal<br />
Behalve dat de woorden in het Turks voor uw gevoel waarschijnlijk ”nergens<br />
op lijken”, zit ook de grammatica heel anders in elkaar. In het Nederlands<br />
kunnen verschillende woorden in een bepaalde volgorde geplaatst worden,<br />
sommige woorden moeten iets veranderd worden, en het resultaat is een zin.<br />
Werkwoorden bijvoorbeeld, worden bijna altijd veranderd (verbogen). De<br />
plaats in de zin bepaalt vaak wie wat doet: ”Annet slaat Henk” betekent iets heel<br />
anders dan ”Henk slaat Annet”.<br />
In het Turks is de volgorde in een zin, de zogenaamde woordvolgorde, veel<br />
minder belangrijk. Het Turks kent allerlei achtervoegsels die aan woorden<br />
worden vastgeplakt, zodat duidelijk is wat voor functie dat woord in de zin<br />
heeft. In het voorbeeld van Annet en Henk, krijgt ”Henk” bijvoorbeeld een<br />
achtervoegsel (een naamval), waaruit blijkt dat hij degene is die geslagen wordt.<br />
Logischerwijs is het dan minder belangrijk waar dat woord precies staat in de<br />
zin. Het Turks kent ook allerlei achtervoegsels achter het werkwoord waarvoor<br />
in het Nederlands bijvoorbeeld afzonderlijke woorden worden gebruikt. De<br />
betekenis van Nederlandse hulpwerkwoorden als ”zullen”, ”kunnen” en<br />
”laten” bijvoorbeeld, wordt in het Turks door zo’n achtervoegsel uitgedrukt.<br />
Een taal die volgens dit principe werkt, wordt wel een ”agglutinerende taal”<br />
genoemd. Het Hongaars en het Fins bijvoorbeeld zijn ook agglutinerende<br />
talen.<br />
639A1.FM<br />
1.5
Kennismaken en begroeten (639A1)<br />
<strong>Metin</strong> 2 – Tekst 2<br />
Yabancıyım<br />
Sevgi en Erik lopen over straat. Daar komen ze meneer Veli, een collega van<br />
Sevgi, tegen. Ze groeten elkaar en vragen hoe het gaat. Meneer Veli vermoedt<br />
dat Erik een buitenlander is. Erik bevestigt dit en noemt zijn naam. Meneer Veli<br />
verstaat het niet goed, zodat Erik het nog eens moet herhalen.<br />
Alıtırma 7 – Oefenopgave 7<br />
- Zet de cassetterecorder/cd-speler aan (teller op 0).<br />
- Luister aandachtig naar het gesprek tussen Sevgi, Erik en meneer Veli.<br />
- Herhaal dit tot u antwoord kunt geven op de volgende vraag.<br />
Soru<br />
Uit welk land komt Erik<br />
Alıtırma 8 – Oefenopgave 8<br />
- Start de cassette/cd opnieuw.<br />
- Luister nog een keer naar het gesprek.<br />
- Herhaal dit tot u antwoord kunt geven op de volgende vraag.<br />
- Zeg het antwoord enkele keren hardop na met behulp van de pauzeknop.<br />
Soru – Vraag<br />
Wat zegt meneer Veli wanneer hij Eriks naam niet heeft verstaan<br />
Alıtırma 9 – Oefenopgave 9<br />
- Start de cassette/cd opnieuw.<br />
- Luister nog een keer naar het gesprek tussen Sevgi, Erik en meneer Veli.<br />
- Herhaal dit tot u het juiste antwoord weet bij de volgende vraag.<br />
Soru – Vraag<br />
Hoe begroeten Sevgi en meneer Veli elkaar<br />
a. yi günler, nasılsınız.<br />
b. Günaydın.<br />
c. yi günler.<br />
Alıtırma 10 – Oefenopgave 10<br />
- Zet de cassetterecorder/cd-speler aan (teller op 0).<br />
- U luistert weer naar hetzelfde gesprek. Na de rol van Erik hoort u nu steeds<br />
een pauze.<br />
- Spreek in de pauzes steeds de rol van Erik hardop na.<br />
- Herhaal deze oefening enkele keren tot u de zinnen vlot kunt naspreken.<br />
n 5 6<br />
Sevgi:<br />
Veli:<br />
Sevgi:<br />
Veli:<br />
Erik:<br />
Veli:<br />
Yabancıyım<br />
yi günler Veli bey.<br />
yi günler, nasılsınız<br />
Teekkür ederim. Siz nasılsınız<br />
yiyim, teekkürler. Siz yabancısınız galiba.<br />
Evet, Hollandalıyım. Ben Erik.<br />
Efendim<br />
1.6
Kennismaken en begroeten (639A1)<br />
Erik:<br />
Veli:<br />
Erik.<br />
Erik, memnun oldum.<br />
- Zoek nu de woorden die u niet kent op in de woordenlijst achter in het<br />
maanddeel.<br />
Dil özellii – Idioom<br />
Zoals u in de twee gesprekken hebt kunnen zien, vraagt men in het Turks na<br />
een groet ook altijd naar iemands welzijn, door middel van nasılsınız (= hoe<br />
gaat het met u). Het is niet noodzakelijk deze vraag te beantwoorden. Sevgi<br />
bijvoorbeeld bedankt voor de vraag en vraagt vervolgens op haar beurt hoe het<br />
met meneer Veli gaat. Deze wedervraag kan echter niet achterwege worden<br />
gelaten. Dat zou een ietwat onbeleefde indruk maken.<br />
Alıtırma 11 – Oefenopgave 11<br />
- Zet de cassetterecorder/cd-speler aan (teller op 0).<br />
- Luister goed naar de volgende woorden met een v (deze v klinkt ongeveer<br />
als de Nederlandse w).<br />
- Spreek elk woord na in de pauze die erop volgt.<br />
- Herhaal dit tot u de woorden vlot kunt uitspreken.<br />
hava<br />
evet<br />
Veli<br />
Klanken<br />
n 7 Nasılsınız - Hoe is het met u<br />
In het eerste gesprek vraagt men naar Karins welzijn, in het tweede gesprek<br />
naar Eriks nationaliteit. Bekijk de antwoorden op deze vragen goed:<br />
yiyim. - Met mij is het goed.<br />
Yabancısınız galiba. - U bent buitenlander blijkbaar.<br />
Hollandalıyım. - Ik ben Nederlander.<br />
Hoofdletter voor<br />
klankvarianten<br />
In deze voorbeelden ziet u hoe de klinkerharmonie werkt. De beide cursief<br />
gedrukte vormen zijn twee klankvarianten van dezelfde ik-vorm, namelijk -yim<br />
met een voorklinker en -yım met een achterklinker. Wanneer u dus een zin wilt<br />
maken in de ik-vorm kijkt u eerst naar de stam. Aan een stam met voorklinkers<br />
koppelt u -yim en aan een stam met achterklinkers -yım. Ook -sınız, een<br />
uitgang die bestaat uit achterklinkers, heeft een tegenhanger met voorklinkers<br />
namelijk -siniz.<br />
Wanneer een achtervoegsel of uitgang meer klankvarianten heeft, gebruikt<br />
men bij het verwijzen ernaar hoofdletters. Zo is het achtervoegsel voor ”ik”<br />
-(y)Im en voor ”u” -sInIz. Dit betekent dus dat de I verandert afhankelijk van<br />
de klinkers in de stam waaraan het vastgeplakt wordt.<br />
639A1.FM<br />
1.7
Kennismaken en begroeten (639A1)<br />
Alıtırma 12 – Oefenopgave 12<br />
Wat zegt u in de volgende situaties<br />
1. Iemand vraagt aan u of u buitenlander bent. U antwoordt dat u (inderdaad)<br />
buitenlander bent.<br />
2. U hebt net aan iemand gevraagd hoe het gaat. Deze vraag werd beantwoord<br />
met ”goed”, maar er was erg veel lawaai dus u verstond het misschien niet<br />
goed. U herhaalt daarom het antwoord in de vorm ”het gaat goed met u”.<br />
3. Iemand vraagt aan u waar u vandaan komt. U antwoordt dat u Belg<br />
(= Belçikalı) bent.<br />
De oude Galatabrug over de Gouden Hoorn in Istanbul.<br />
1.8
Kennismaken en begroeten (639A1)<br />
<strong>Metin</strong> 3 – Tekst 3<br />
Güzelsiniz<br />
Kemal laat Marlies de stad zien. Ze lopen een theetuin binnen en komen daar<br />
een vriend van Kemal tegen. Ze groeten elkaar en Kemal vraagt of zijn vriend<br />
tijd heeft om even een kopje thee te drinken. Zijn vriend vindt dat een goed<br />
idee. Hij laat Marlies voorgaan en vraagt hoe ze heet. Ook vraagt hij hoe ze de<br />
stad vindt.<br />
Hierop antwoordt Marlies dat zij de stad heel mooi vindt. Hij maakt een grapje<br />
door te zeggen háár ook mooi te vinden.<br />
Alıtırma 13 – Oefenopgave 13<br />
- Zet de cassetterecorder/cd-speler aan (teller op 0).<br />
- Luister aandachtig naar het gesprek tussen Kemal, Marlies en de vriend.<br />
- Herhaal dit tot u het juiste antwoord weet bij de volgende vraag.<br />
Soru – Vraag<br />
Hoe heet de vriend van Kemal<br />
a. Merhaba.<br />
b. <strong>Metin</strong>.<br />
c. Mesut.<br />
Alıtırma 14 – Oefenopgave 14<br />
- Start de cassette/cd opnieuw.<br />
- Luister nog een keer naar het gesprek.<br />
- Herhaal dit enkele keren tot u antwoord kunt geven op de volgende vraag.<br />
Soru – Vraag<br />
In welke stad bevindt het drietal zich<br />
Alıtırma 15 – Oefenopgave 15<br />
- Start de cassette/cd opnieuw.<br />
- Luister weer naar het gesprek, maar neem nu de volgende tekst erbij.<br />
- Herhaal dit tot u het antwoord weet op de volgende vraag.<br />
Soru – Vraag<br />
Hoe vraagt Mesut hoe Marlies heet<br />
n 8<br />
Mesut:<br />
Kemal:<br />
Mesut:<br />
Marlies:<br />
Kemal:<br />
Mesut:<br />
Kemal:<br />
Mesut:<br />
Marlies:<br />
Mesut:<br />
Marlies:<br />
Mesut:<br />
Güzelsiniz<br />
Merhaba Kemal.<br />
Merhaba Mesut!<br />
Merhaba.<br />
Merhaba.<br />
Mesut, vaktin var mı<br />
Var, biraz.<br />
Haydi, bir çay içelim.<br />
Olur. Buyurun ... Ben Mesut, siz<br />
Ben Marlies.<br />
stanbul nasıl<br />
Çok güzel.<br />
Siz de çok güzelsiniz!<br />
639A1.FM<br />
1.9
Kennismaken en begroeten (639A1)<br />
- Zoek nu de woorden die u niet kent op in de woordenlijst achter in het<br />
maanddeel.<br />
Alıtırma 16 – Oefenopgave 16<br />
- Zet de cassetterecorder/cd-speler aan (teller op 0).<br />
- Luister goed naar de volgende woorden met een u (uitgesproken als oe in<br />
”boek”).<br />
- Spreek elk woord na in de pauze die erop volgt.<br />
Mesut<br />
olur<br />
buyurun<br />
stanbul<br />
memnun oldum.<br />
yi günler<br />
Dil özellii – Idioom<br />
In het voorgaande gesprek begroeten de vrienden elkaar met merhaba<br />
(= hallo). Net als het Nederlandse ”hallo” is dit een vrij informele groet.<br />
yi günler (= goedendag) is wat formeler en kan altijd en tegenover iedereen<br />
gebruikt worden. Een voorbeeld hiervan vindt u in het gesprek tussen Sevgi en<br />
meneer Veli. yi günler kan ook bij wijze van afscheid worden gebruikt.<br />
n 9 Het persoonlijk voornaamwoord ben<br />
Ben Mesut. - Ik ben Mesut.<br />
Alıtırma 17 – Oefenopgave 17<br />
- Neem het gesprek tussen Mesut, Kemal en Marlies nog een keer voor u.<br />
- Beantwoord daarna de volgende vragen.<br />
Sorular – Vragen<br />
- Hoe zegt Marlies dat ze Istanbul mooi vindt<br />
- Hoe zegt Mesut tegen Marlies dat hij haar ook mooi vindt<br />
- Hoe zegt Kemals vriend dat hij Mesut is<br />
In het laatste gesprek zegt Mesut op een bepaald moment ”ik ben Mesut”. Dat<br />
doet hij op de volgende manier:<br />
Voorstellen → ben<br />
Wanneer iemand zich voorstelt, gebruikt hij of zij dus niet de ik-vorm -(y)im,<br />
maar het persoonlijk voornaamwoord ben (= ik).<br />
Alıtırma 18 – Oefenopgave 18<br />
Wat zegt u in de volgende situaties<br />
1. U gaat naar uw werk en komt een goede vriend van u tegen. U groet hem.<br />
2. U loopt ’s ochtends een bakkerij binnen om brood te halen. U groet.<br />
3. De buren hebben thee bij u gedronken. Bij het weggaan gebruiken ze een<br />
afscheidsgroet. U groet terug.<br />
1.10
Kennismaken en begroeten (639A1)<br />
Alıtırma 19 – Oefenopgave 19<br />
Wat zegt u in de volgende situatie<br />
1. U bent in een winkel en rekent af bij de kassa. De kassajuffrouw noemt het<br />
bedrag, maar u verstaat het niet.<br />
a. Wat zegt u, zodat ze het nog eens herhaalt<br />
b. Wat zegt u als u bij het weggaan iemand voor laat gaan<br />
<strong>Metin</strong> 4 – Tekst 4<br />
Bitkinim<br />
Paul komt thuis en ziet zijn Turkse buurman (komu) in de tuin aan het werk.<br />
Hij groet hem en vraagt hoe het gaat. De buurman vraagt hoe het met Paul en<br />
zijn vrouw gaat. Paul zegt dat hij wel erg moe is, maar dat het goed met hem<br />
gaat. Zijn vrouw Karin is echter een beetje ziek. De buurman wenst haar beterschap<br />
toe.<br />
Alıtırma 20 – Oefenopgave 20<br />
- Zet de cassetterecorder/cd-speler aan (teller op 0).<br />
- Luister aandachtig naar het gesprek tussen Paul en zijn buurman.<br />
- Herhaal dit tot u het juiste antwoord weet bij de volgende vraag.<br />
Soru – Vraag<br />
Hoe bedankt de buurman Paul voor zijn begroeting<br />
a. Teekkür ederim.<br />
b. Teekkür.<br />
c. Teekkürler.<br />
Alıtırma 21 – Oefenopgave 21<br />
- Start de cassette/cd opnieuw.<br />
- Luister nog een keer naar het gesprek tussen Paul en zijn buurman.<br />
- Herhaal dit tot u antwoord kunt geven op de volgende vraag.<br />
- Zeg het antwoord enkele keren hardop na met behulp van de pauzeknop.<br />
Soru – Vraag<br />
Hoe wenst de buurman Karin beterschap<br />
Alıtırma 22 – Oefenopgave 22<br />
- Start de cassette/cd opnieuw.<br />
- Luister weer naar het gesprek, maar neem nu de volgende tekst erbij.<br />
- Vul de ontbrekende woorden in terwijl u luistert naar het gesprek. Maak<br />
daarbij gebruik van de pauzeknop.<br />
n 10<br />
Bitkinim<br />
Paul: Kolay gelsin.<br />
Komu: Teekkür.<br />
Paul: ..............<br />
Komu: yiyim. Siz nasılsınız<br />
Paul: Bitkinim ama ondan baka ...............<br />
639A1.FM<br />
1.11
Kennismaken en begroeten (639A1)<br />
Komu: Karin hanım ..............<br />
Paul: Karin biraz hasta.<br />
Komu: Geçmi olsun.<br />
Paul: ..............<br />
- Zoek nu de woorden die u niet kent op in de woordenlijst achter in het<br />
maanddeel.<br />
Dil özellii – Idioom<br />
Paul begroet de buurman met kolay gelsin. Hiermee geeft Paul (letterlijk) te<br />
kennen dat hij wenst dat het werk de buurman licht moge vallen. Deze groet<br />
kan dus alleen gebruikt worden wanneer iemand aan het werk is. Degene die<br />
aan het werk is, beantwoordt deze groet door te bedanken.<br />
Hanım/Bey<br />
In het laatste gesprek hoort u dat de buurman vraagt naar Karin hanım<br />
(= mevrouw Karin). In het tweede gesprek werd meneer Veli aangesproken<br />
met Veli bey. In het Turks spreekt men elkaar altijd aan met de voornaam. In<br />
informele situaties is alleen de naam voldoende zoals in het derde gesprek het<br />
geval was bij Mesut en Kemal. Is de situatie formeler, dan volgt op de voornaam<br />
het woord voor ”mevrouw” hanım of ”meneer” bey.<br />
Alıtırma 23 – Oefenopgave 23<br />
Wat zegt u in de volgende situaties<br />
1. U komt op straat de eigenaresse van uw hotel, mevrouw Ayla Türken,<br />
tegen. U groet haar heel beleefd en vraagt hoe het met haar gaat.<br />
2. Uw collega en haar Turkse echtgenoot zijn voor het eerst bij u op bezoek.<br />
Wat zegt u, wanneer u Hakan, de echtgenoot, een stoel aanbiedt<br />
Alıtırma 24 – Oefenopgave 24<br />
U hoort nu op de cassette/cd een gesprekje tussen de buurman en Karin. Na de<br />
rol van Karin is steeds een pauze ingelast, waarin u haar woorden kunt<br />
naspreken.<br />
n 11<br />
- Zet de cassetterecorder/cd-speler aan (teller op 0).<br />
- Luister naar het gesprek tussen de buurman en Karin.<br />
- Spreek in de pauzes steeds de rol van Karin na.<br />
- Herhaal deze oefening enkele keren totdat u de zinnen vlot kunt<br />
naspreken.<br />
1.12
Kennismaken en begroeten (639A1)<br />
Tussenklanken<br />
In het gesprek met de buurman zegt Paul dat hij doodmoe is, maar dat het goed<br />
met hem gaat. Bekijk deze zinnen nog eens goed:<br />
Bitkinim. - Ik ben doodop.<br />
yiyim. - Met mij is het goed.<br />
y voor uitspraak<br />
Het eerste voorbeeld laat zien dat de y niet altijd gebruikt wordt, namelijk niet<br />
wanneer het woord waar het achter komt op een medeklinker eindigt. Het<br />
wordt dus alleen gebruikt na een woord dat eindigt op een klinker zoals in het<br />
geval van iyi. De y heeft als doel de uitspraak te vergemakkelijken.<br />
Alıtırma 25 – Oefenopgave 25<br />
Wat zegt u in de volgende situaties<br />
1. Uw buurman stapt uit de auto en ziet er heel vermoeid uit.<br />
U zegt tegen hem dat hij blijkbaar erg moe is.<br />
2. Uw Turkse vriendin belt u op en vraagt wat er aan de hand is, omdat uw<br />
stem zo raar klinkt. U zegt dat u ziek bent.<br />
3. Uw buurman heeft aangeboden te helpen bij het schilderen van uw huis. U<br />
bedankt hem en zegt dat hij erg goed is.<br />
Özet – Samenvatting<br />
Idioom<br />
U weet nu hoe u kunt vragen hoe het met iemand gaat en hoe u dit beantwoordt:<br />
Nasılsınız<br />
yiyim.<br />
Ook hebt u verschillende groeten geleerd:<br />
günaydın, iyi günler, kolay gelsin en merhaba,<br />
en een aantal manieren om te bedanken:<br />
teekkür, teekkürler en teekkür ederim.<br />
U hebt ook kunnen zien dat u buyurun zegt wanneer u iemand voor laat gaan,<br />
en efendim wanneer u iets niet hebt verstaan.<br />
Grammatica<br />
U hebt gezien dat in het Turks woorden bestaan uit stammen en achtervoegsels<br />
of uitgangen, en u hebt twee persoonsuitgangen geleerd, -(y)Im voor ”ik” en<br />
-sInIz voor ”u”. Daarbij passen de klanken in de uitgang zich aan de klanken in<br />
de stam aan.<br />
Uitspraak<br />
Er is in deze les aandacht besteed aan de klinkers ı en u en de medeklinker v.<br />
639A1.FM<br />
1.13
Kennismaken en begroeten (639A1)<br />
Anahtar – Sleutel<br />
Alıtırma 1<br />
b. yiyim.<br />
Alıtırma 2<br />
1. Günaydın.<br />
2. Güle güle.<br />
Alıtırma 3<br />
Karin:<br />
Fatma:<br />
Karin:<br />
Fatma:<br />
Karin:<br />
Fatma:<br />
Karin:<br />
Fatma:<br />
Nasılsınız<br />
Günaydın.<br />
Günaydın, nasılsınız<br />
yiyim, teekkürler. Siz nasılsınız<br />
yiyim, iyiyim.<br />
Hava güzel bugün.<br />
Evet, güzel.<br />
Haydi, allahaısmarladık.<br />
Güle güle!<br />
Alıtırma 5<br />
Er staan drie woorden met alleen achterklinkers in het gesprek:<br />
nasılsınız, hava, allahaısmarladık.<br />
Alıtırma 6<br />
Fatma: Günaydın.<br />
U: Günaydın.<br />
Fatma: Nasılsınız<br />
U: yiyim.<br />
Fatma: Haydi, allahaısmarladık!<br />
U: Güle güle.<br />
Alıtırma 7<br />
Erik komt uit Nederland.<br />
Alıtırma 8<br />
Efendim<br />
Alıtırma 9<br />
c. yi günler.<br />
Alıtırma 12<br />
1. Evet, yabancıyım.<br />
2. yisiniz.<br />
3. Belçikalıyım.<br />
Alıtırma 13<br />
c. Mesut.<br />
Alıtırma 14<br />
Het drietal bevindt zich in Istanbul.<br />
1.14
Kennismaken en begroeten (639A1)<br />
Alıtırma 15<br />
Ben Mesut, siz<br />
Alıtırma 17<br />
1. Çok güzel.<br />
2. (Siz de çok) güzelsiniz.<br />
3. Ben Mesut.<br />
Alıtırma 18<br />
1. Merhaba.<br />
2. Günaydın.<br />
3. Güle güle.<br />
Alıtırma 19<br />
1. a. Efendim<br />
b. Buyurun.<br />
Alıtırma 20<br />
b. Teekkür.<br />
Alıtırma 21<br />
Geçmi olsun.<br />
Alıtırma 22<br />
Paul:<br />
Komu:<br />
Paul:<br />
Komu:<br />
Paul:<br />
Komu:<br />
Paul:<br />
Komu:<br />
Paul:<br />
Bitkinim<br />
Kolay gelsin.<br />
Teekkür.<br />
Nasılsınız<br />
yiyim. Siz nasılsınız<br />
Bitkinim ama ondan baka iyiyim.<br />
Karin hanım nasıl<br />
Karin biraz hasta.<br />
Geçmi olsun.<br />
Teekkürler.<br />
Alıtırma 23<br />
1. yi günler Ayla hanım, nasılsınız<br />
2. Buyurun, Hakan bey.<br />
Komu:<br />
Karin:<br />
Komu:<br />
Karin:<br />
Komu:<br />
Alıtırma 24<br />
Kolay gelsin, Karin hanım.<br />
Teekkürler.<br />
Nasılsınız<br />
yiyim, ama Paul biraz hasta.<br />
Geçmi olsun.<br />
Alıtırma 25<br />
1. Bitkinsiniz galiba.<br />
2. Hastayım.<br />
3. Teekkürler, çok iyisiniz.<br />
639A1.FM<br />
1.15