Download de toetsgids - 10voordeleraar
Download de toetsgids - 10voordeleraar Download de toetsgids - 10voordeleraar
Toetsgids tweedegraads lerarenopleiding Nederlands Deze toetsgids is een handleiding bij de landelijke kennistoets Nederlands voor de tweedegraads lerarenopleiding. Hierin onder meer uitleg over: ●● toetsmatrijs ●● aantal toetsvragen ●● duur van de toets ●● toegestane hulpmiddelen ●● herkansing Studiejaar 2013-2014 Versie 01/14
- Page 2 and 3: Inleiding Deelname aan de landelijk
- Page 4 and 5: Thema 2: 27 vragen (25%) Vakdidacti
- Page 6 and 7: 1.3 - de taxonomie van Romiszowski
- Page 8 and 9: 2.2 - timer, duur van de toets en a
- Page 10 and 11: Begrippenlijst Nederlands
- Page 12 and 13: Domein 2 - NT2 - TVO - Dyslexie - R
- Page 14 and 15: schoolse taken schooltaal ontwikkel
- Page 16 and 17: descriptieve grammatica dialect dif
- Page 18 and 19: rangtelwoord, zie: ordinale referen
- Page 20 and 21: Domein 9 en 10 - Literaire/fictione
- Page 22: raamvertelling readymade realisme r
Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding<br />
Ne<strong>de</strong>rlands<br />
Deze <strong>toetsgids</strong> is een handleiding bij<br />
<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke kennistoets Ne<strong>de</strong>rlands voor<br />
<strong>de</strong> twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding.<br />
Hierin on<strong>de</strong>r meer uitleg over:<br />
●●<br />
toetsmatrijs<br />
●●<br />
aantal toetsvragen<br />
●●<br />
duur van <strong>de</strong> toets<br />
●●<br />
toegestane hulpmid<strong>de</strong>len<br />
●●<br />
herkansing<br />
Studiejaar<br />
2013-2014<br />
Versie 01/14
Inleiding<br />
Deelname aan <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke kennistoets Ne<strong>de</strong>rlands staat open voor stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong><br />
prope<strong>de</strong>utische fase hebben behaald. Bovendien moeten ze succesvol 70 procent van<br />
het vakinhou<strong>de</strong>lijke curriculum hebben doorlopen. De eigen opleiding bepaalt wanneer<br />
dat het geval is.<br />
Vanzelfsprekend geldt <strong>de</strong> actuele versie van <strong>de</strong> <strong>toetsgids</strong>. Deze staat vermeld op <strong>de</strong><br />
voorpagina en is te checken via <strong>de</strong> website www.10voor<strong>de</strong>leraar.nl/toetsen/oefenen-eninformatie<br />
Welke kennis en vaardighe<strong>de</strong>n vraagt <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke kennistoets Ne<strong>de</strong>rlands van<br />
twee<strong>de</strong>graads stu<strong>de</strong>nten Waar gaan <strong>de</strong> vragen over en hoe zien ze er uit Deze bun<strong>de</strong>l<br />
geeft daarop antwoord. In twee <strong>de</strong>len en op twee niveaus. Het eerste ge<strong>de</strong>elte - <strong>de</strong><br />
<strong>toetsgids</strong> - beschrijft <strong>de</strong> formele kant van <strong>de</strong> toets. Daarbij gaat het om zaken als:<br />
●●<br />
●●<br />
●●<br />
●●<br />
●●<br />
toetsmatrijs<br />
aantal toetsvragen<br />
duur van <strong>de</strong> toets<br />
toegestane hulpmid<strong>de</strong>len<br />
herkansing<br />
In het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el – Begrippenlijst – komt <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke kant aan bod.<br />
De inhoud van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke kennistoets ne<strong>de</strong>rlands is gebaseerd op <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong><br />
kennisbasis. Deze staat op www.10voor<strong>de</strong>leraar.nl/publicaties<br />
Het Lan<strong>de</strong>lijk Vakoverleg heeft zich over <strong>de</strong> toekomstige toetspraktijk gebogen.<br />
De vakcommissie heeft <strong>de</strong> toetsmatrijs, <strong>de</strong> blauwdruk voor ie<strong>de</strong>re toets, vastgesteld.<br />
Als handreiking voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten is tevens een begrippenlijst opgesteld.<br />
Samenstelling vakcommissie<br />
●●<br />
Bart van <strong>de</strong>r Leeuw,<br />
Lan<strong>de</strong>lijk Expertisecentrum Opleidingen Ne<strong>de</strong>rlands en Diversiteit<br />
●●<br />
Marianne Stienen, Hogeschool Arnhem en Nijmegen<br />
●●<br />
Berna<strong>de</strong>tte Laudy, NHL Hogeschool<br />
2<br />
Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
Toetsgids<br />
1 - De inhoud van <strong>de</strong> toets<br />
1.1 - <strong>de</strong> vragen<br />
De toets bevat 110 vragen. Ze gaan over <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> kennisbasis.<br />
De toets is opgesteld in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse taal.<br />
De toets bestaat uit meerkeuzevragen met 3 of 4 antwoordalternatieven.<br />
Een antwoord is ofwel goed, ofwel fout. Een goed antwoord levert 1 punt op. Een fout<br />
antwoord of geen antwoord 0 punten. In totaal zijn er 110 punten te behalen in <strong>de</strong>ze toets.<br />
1.2 - <strong>de</strong> toetsmatrijs<br />
De vakcommissie Ne<strong>de</strong>rlands heeft <strong>de</strong> toetsmatrijs vastgesteld. Hierin is aangegeven<br />
welke thema’s van <strong>de</strong> kennisbasis geschikt zijn voor lan<strong>de</strong>lijke digitale toetsing.<br />
Per thema staat vermeld hoeveel vragen ervan in <strong>de</strong> toets voorkomen. De nummering<br />
van <strong>de</strong> thema’s verwijst naar <strong>de</strong> kennisbasis. Van <strong>de</strong> thema’s die niet in <strong>de</strong> toetsmatrijs<br />
staan, vindt toetsing op instellingsniveau plaats.<br />
Thema 2:<br />
27 vragen (25%)<br />
Vakdidactiek: differentiatie naar<br />
Beschrijving<br />
doelgroepen<br />
2.1 Meertalige klassen Invloed van verschillen<strong>de</strong> culturen op een klassen- en schoolsituatie<br />
Communicatie<br />
Cultureel perspectief in teksten<br />
2.2 Nt2-didactiek Problemen van NT2-leerlingen<br />
Didactische mid<strong>de</strong>len en uitgangspunten NT2-metho<strong>de</strong><br />
Hoofdbena<strong>de</strong>ringen in het NT2-on<strong>de</strong>rwijs<br />
Aansluitproblematiek<br />
Meningsvorming over On<strong>de</strong>rwijs in allochtone leven<strong>de</strong> talen<br />
Didactiek van tekstbehan<strong>de</strong>ling<br />
2.3 Remedial teaching Leesproblemen<br />
Compensatiestrategieën<br />
Rol van leesmotivatie<br />
Schrijfproblemen<br />
Theorieën over <strong>de</strong>ficiëntie versus diversiteit<br />
Diagnostiek<br />
Remediëring op gestructureer<strong>de</strong> wijze<br />
Differentiatie<br />
Werkzaamhe<strong>de</strong>n van een remedial teacher<br />
2.4 Dyslexie Definitie en criteria van dyslexie<br />
Verklaringstheorieën voor dyslexie<br />
Signaleren en omgaan met dyslexie in <strong>de</strong> klas<br />
Dyslexiebeleid<br />
Hulpmid<strong>de</strong>len<br />
Dyslexiecoach<br />
2.5 Taalgericht vakon<strong>de</strong>rwijs Belang van TVO binnen taalbeleid<br />
didactische mid<strong>de</strong>len om alle vaklessen taalgericht te maken<br />
Adviezen voor docenten van zaakvaklessen<br />
De drie pijlers: taalsteun, context, en interactie<br />
Taalontwikkelend lesgeven<br />
3<br />
Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
Thema 2:<br />
27 vragen (25%)<br />
Vakdidactiek: differentiatie naar<br />
Beschrijving<br />
doelgroepen<br />
2.6 Taalbeleid Taalbeleidsplan<br />
Mid<strong>de</strong>len om invulling te geven aan taalbeleid in een school<br />
2.7 Woor<strong>de</strong>nschatdidactiek Didactische mo<strong>de</strong>llen om woor<strong>de</strong>n aan te bie<strong>de</strong>n<br />
Verschil tussen schooltaal- en vaktaalwoor<strong>de</strong>n<br />
Inci<strong>de</strong>nteel – intentioneel woor<strong>de</strong>nschaton<strong>de</strong>rwijs<br />
Strategieën voor het uitbrei<strong>de</strong>n van woor<strong>de</strong>nschat en idioomkennis<br />
Werkvormen<br />
Selectie en ontwikkeling van oefenmateriaal<br />
Thema 7: Taalbeschouwing: taalstructuren<br />
en welgevormdheid<br />
7.1 Fonetiek, fonologie, morfologie, semantiek,<br />
lexicologie<br />
28 vragen (25%)<br />
Beschrijving<br />
Basis van fonetiek en fonologie<br />
Kennis van en inzicht in <strong>de</strong> klankstructuur van het Ne<strong>de</strong>rlands<br />
Spraakklanken<br />
Morfologische structuren van het Ne<strong>de</strong>rlands<br />
Basis van semantiek<br />
7.2 Grammatica Analyse van enkelvoudige en samengestel<strong>de</strong> zinnen op alle niveaus<br />
Syntaxis<br />
7.3 Spelling Beginselen van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse spelling<br />
Nevenbeginselen<br />
Principes van <strong>de</strong> werkwoordspelling<br />
Woordbeeld en veran<strong>de</strong>rlijke gespel<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n<br />
Spellingstrategieën<br />
7.4 Spellingdidactiek Analyse en beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> spellingaanpak in een metho<strong>de</strong><br />
Spellingregels<br />
Spellingstrategieën<br />
Instructieprincipes<br />
Behan<strong>de</strong>ling werkwoordspelling<br />
On<strong>de</strong>rscheid tussen veran<strong>de</strong>rlijk gespel<strong>de</strong> en onveran<strong>de</strong>rlijk gespel<strong>de</strong><br />
woor<strong>de</strong>n<br />
Digitaal spellingmateriaal<br />
Interpunctie<br />
Diagnostiek bij spellingproblemen<br />
Belang van differentiatie<br />
Thema 8: Taalbeschouwing: taalverwerving,<br />
taalgebruik, en taalvariatie<br />
27 vragen (25%)<br />
Beschrijving<br />
8.1 Taalverwerving Theorieën over taalverwerving<br />
Functies van taal<br />
Psycholinguïstiek<br />
Metatalige begripsvorming<br />
8.2 Taalvariatie en taalveran<strong>de</strong>ring Verschillen en overeenkomsten tussen talen<br />
Sociolinguïstiek<br />
Taalveran<strong>de</strong>ring<br />
Taalgeschie<strong>de</strong>nis<br />
8.3 Pragmatiek Pragmatische theorieën<br />
8.4 Taalbeschouwingsdidactiek Aanpak van taalbeschouwing in een metho<strong>de</strong><br />
Zinsanalyse in dienst van taalbeheersing en taalverzorging<br />
Meerduidige invulling van <strong>de</strong> term taalbeschouwing<br />
Voor vo geschikte taalbeschouwingson<strong>de</strong>rwerpen<br />
Mid<strong>de</strong>len en materialen om lessen taalbeschouwelijker te maken<br />
4 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
Thema 9:<br />
Fictie: literaire / fictionele teksten<br />
9.1 Literaire genres, literaire/fictionele teksten en<br />
tekstkenmerken<br />
14 vragen (13%)<br />
Beschrijving<br />
Drie archetypen: lyriek, epiek en dramatiek<br />
On<strong>de</strong>rscheid fictie en non-fictie<br />
Fictie als een geor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vorm van artistieke communicatie<br />
Afbakening van literatuur ten opzichte van lectuur<br />
On<strong>de</strong>rscheid tussen jeugdliteratuur (12 tot 16 jaar),<br />
Adolescentenliteratuur (15 tot 20 jaar) en volwassenenliteratuur (vanaf<br />
circa 18 jaar)<br />
9.2 Literatuurgeschie<strong>de</strong>nis Diachronische beschrijving literatuur<br />
Thema 10:<br />
Fictie: lezen van literaire / fictionele teksten<br />
14 vragen (13%)<br />
Beschrijving<br />
10.1 Literaire analyse, interpretatie en kritiek Analyse<br />
Interpretatie<br />
Evaluatie<br />
Lyriek<br />
Epiek<br />
Dramatiek<br />
Recensies<br />
10.2 Stimuleren van leesontwikkeling Manieren om leesontwikkeling te stimuleren<br />
Didactische instrumenten om literaire ontwikkeling van leerlingen te<br />
stimuleren<br />
Ontwikkeling van literaire competentie van <strong>de</strong> lezer<br />
Doorlopen<strong>de</strong> leerlijnen literatuuron<strong>de</strong>rwijs en relatie met eindtermen<br />
Leeservaring in relatie tot ontwikkelingspsychologie<br />
10.3 Literatuurdidactiek Literatuurdidactiek<br />
Principes van het voorlezen<br />
Leesverwerking<br />
5<br />
Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
1.3 - <strong>de</strong> taxonomie van Romiszowski<br />
Leraren beheersen hun vak op verschillen<strong>de</strong> niveaus. Ze hebben niet alleen <strong>de</strong> vereiste<br />
feitenkennis, maar komen op basis daarvan ook tot doordachte oplossingen. Taxonomie,<br />
zo heet <strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling van kennis naar verschillen<strong>de</strong> niveaus.<br />
De redactie gebruikt <strong>de</strong> taxonomie van Romiszowski. De in<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong>ze Britse<br />
on<strong>de</strong>rwijskundige is:<br />
●●<br />
●●<br />
●●<br />
●●<br />
feitelijke kennis, zoals: herinneren of herkennen<br />
begripsmatige kennis betreft het inzicht, grensbepalingen<br />
reproductieve vaardighe<strong>de</strong>n, zoals eenvoudige activiteiten en<br />
standaardprocedures<br />
productieve vaardighe<strong>de</strong>n, het geleer<strong>de</strong> toepassen in nieuwe situaties<br />
De lan<strong>de</strong>lijke kennistoets test vooral <strong>de</strong> beheersing van feitelijke en begripsmatige kennis.<br />
6 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
2 - Het afnemen van <strong>de</strong> toets<br />
2.1 - toetsomgeving<br />
De afname van <strong>de</strong> toets gebeurt in een beveilig<strong>de</strong>, digitale omgeving. Stu<strong>de</strong>nten loggen<br />
in met een eigen wachtwoord. Zolang <strong>de</strong> toets loopt, is het niet mogelijk om internet<br />
of an<strong>de</strong>re computerprogramma’s te gebruiken. Bij een storing blijven <strong>de</strong> gegeven<br />
antwoor<strong>de</strong>n opgeslagen. Om daarna ver<strong>de</strong>r te gaan is opnieuw inloggen voldoen<strong>de</strong>.<br />
De toets is opgebouwd uit een aantal blokken. Stu<strong>de</strong>nten kunnen naar ie<strong>de</strong>re gewenste<br />
vraag binnen een blok navigeren. Daar zijn drie knoppen voor:<br />
●●<br />
vorige (vorige vraag)<br />
●●<br />
volgen<strong>de</strong> (volgen<strong>de</strong> vraag)<br />
●●<br />
examennavigator (direct een vraag kiezen)<br />
Wanneer stu<strong>de</strong>nten op <strong>de</strong> knop ‘naar het volgen<strong>de</strong> blok’ klikken, sluiten ze het blok<br />
af. Als niet alle vragen binnen het blok beantwoord zijn, wordt <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt hiervoor<br />
gewaarschuwd. Pas daarna verschijnt <strong>de</strong> eerste vraag van het volgen<strong>de</strong> blok in beeld.<br />
Terugkeren naar een eenmaal afgesloten blok is niet mogelijk.<br />
Met twee knoppen rechts bovenin het scherm kunnen stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> leesbaarheid<br />
verhogen:<br />
● ● om het lettertype te vergroten<br />
● ● om het contrast te verhogen<br />
7 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
2.2 – timer, duur van <strong>de</strong> toets en afsluiting<br />
●●<br />
●●<br />
●●<br />
●●<br />
timer op het beeldscherm<br />
balk die <strong>de</strong> voortgang in <strong>de</strong> toets toont<br />
duur van <strong>de</strong> toets: twee uur<br />
afsluiten met ‘toets beëindigen’<br />
Volgor<strong>de</strong> vragen<br />
●●<br />
Binnen een blok kunnen stu<strong>de</strong>nten<br />
zelf <strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> waarin ze vragen<br />
beantwoor<strong>de</strong>n kiezen.<br />
Op het beeldscherm is een timer afgebeeld met <strong>de</strong> tijd<br />
die nog rest tot afsluiting van <strong>de</strong> toets. Een balk toont <strong>de</strong><br />
voortgang: het aantal beantwoor<strong>de</strong> vragen ten opzichte<br />
van het totaal aantal vragen. Vragen die na twee uur niet<br />
zijn beantwoord, gel<strong>de</strong>n als fout. Na twee uur krijgen <strong>de</strong><br />
stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> surveillant <strong>de</strong> instructie om op <strong>de</strong> knop<br />
’toets beëindigen’ te drukken. Na afsluiting zijn <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n opgeslagen en niet meer te<br />
wijzigen. De surveillanten geven tweemaal informatie over <strong>de</strong> nog beschikbare toetstijd. De<br />
eerste keer een half uur voor, en <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> keer vijf minuten voor afsluiting van <strong>de</strong> toets.<br />
2.3 - hulpmid<strong>de</strong>len<br />
Het gebruik van kladpapier is toegestaan. De surveillant reikt dit uit en neemt het na<br />
afloop ook weer in.<br />
2.4 - voorzieningen voor stu<strong>de</strong>nten met een studiebeperking<br />
Alle stu<strong>de</strong>nten kunnen gebruik maken van <strong>de</strong> algemene schermaanpassingen: het<br />
vergroten van <strong>de</strong> letters en het veran<strong>de</strong>ren van het contrast. Daarnaast hebben sommige<br />
stu<strong>de</strong>nten recht op extra toetstijd. De examencommissie van hun opleiding beslist daarover.<br />
8 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
3 - De uitslag<br />
3.1 - voldoen<strong>de</strong> of onvoldoen<strong>de</strong><br />
Toets<strong>de</strong>skundigen en vakexperts bepalen <strong>de</strong> grens tussen zakken en slagen.<br />
Deze zogeheten cesuurstelling heeft een wetenschappelijk fundament.<br />
3.2 - uitslag<br />
Stu<strong>de</strong>nten krijgen <strong>de</strong> uitslag via hun opleiding. De uitslag wordt uitgedrukt in een cijfer<br />
van 1 t/m 10. Daarnaast ontvangen stu<strong>de</strong>nten hun individuele scores per domein.<br />
10voor<strong>de</strong>leraar stuurt uiterlijk 4 weken na het sluiten van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke toetsperio<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
uitslag aan <strong>de</strong> opleidingen. De opleidingen informeren daarna zo spoedig mogelijk <strong>de</strong><br />
stu<strong>de</strong>nten.<br />
3.3 - inzage<br />
Stu<strong>de</strong>nten kunnen <strong>de</strong> gemaakte toets nadat zij hun uitslag hebben ontvangen, inzien.<br />
Dat gebeurt on<strong>de</strong>r examencondities op een centrale locatie in Ne<strong>de</strong>rland. Stu<strong>de</strong>nten<br />
kunnen zich aanmel<strong>de</strong>n voor inzage op <strong>de</strong> website van 10voor<strong>de</strong>leraar vanaf 3<br />
werkdagen nadat <strong>de</strong> uitslag van <strong>de</strong> toets is verstrekt aan <strong>de</strong> opleidingen t/m 8 werkdagen<br />
nadat <strong>de</strong> uitslag is verstrekt aan <strong>de</strong> opleidingen. De inzage vindt plaats uiterlijk 3 weken<br />
nadat <strong>de</strong> uitslag is verstrekt aan <strong>de</strong> opleidingen.<br />
3.4 – bezwaar en beroep<br />
Stu<strong>de</strong>nten kunnen tegen <strong>de</strong> uitslag van <strong>de</strong> toets bezwaar en beroep aantekenen.<br />
Dat dienen ze binnen 6 weken te doen nadat <strong>de</strong> uitslag aan hen is verstrekt via <strong>de</strong><br />
opleidingen en ver<strong>de</strong>r conform <strong>de</strong> procedures en reglementen van <strong>de</strong> eigen opleiding.<br />
3.5 – herkansing<br />
Bij een onvoldoen<strong>de</strong> (lager dan een 6) als resultaat van <strong>de</strong> toets heeft <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt<br />
per studiejaar recht op 1 herkansing. Indien <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt in een studiejaar <strong>de</strong> laatste<br />
toetsgelegenheid in een studiejaar als eerste kans benut, kan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt dit recht niet<br />
verzilveren.<br />
Voorbeeldvragen<br />
Via <strong>de</strong> website www.10voor<strong>de</strong>leraar.nl zijn voorbeel<strong>de</strong>n van toetsvragen beschikbaar.<br />
Ook bestaat <strong>de</strong> mogelijkheid daarmee te oefenen.<br />
9 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
Begrippenlijst<br />
Ne<strong>de</strong>rlands
Inleiding<br />
Kennis én vaardighe<strong>de</strong>n spelen bij elk schoolvak een belangrijke rol. In <strong>de</strong> kennisbasis en<br />
bij <strong>de</strong>ze toetsdoelen gaat het om <strong>de</strong> kennis die een docent moet hebben om in <strong>de</strong> volle<br />
omvang van zijn vak les te kunnen geven.<br />
De toetsdoelen bie<strong>de</strong>n aan oplei<strong>de</strong>rs en stu<strong>de</strong>nten een houvast voor <strong>de</strong> selectie van<br />
leerstof en <strong>de</strong> voorbereiding op <strong>de</strong> kennistoets. De kennistoets bevat vragen gebaseerd<br />
op kennis van, en inzicht in, <strong>de</strong> doelen uit <strong>de</strong> lijst.<br />
De toetsdoelen vloeien voort uit <strong>de</strong> in 2009 vastgestel<strong>de</strong> kennisbasis. Eventuele<br />
aanpassing vindt tegelijk met <strong>de</strong> herziening van <strong>de</strong> kennisbasis plaats.<br />
Voor <strong>de</strong> opleidingen blijft er ruimte om in het on<strong>de</strong>rwijs verdieping en verbreding aan te<br />
brengen en dit ook op instellingsniveau te toetsen.<br />
11 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
Domein 2 - NT2 - TVO - Dyslexie - RT<br />
a<br />
aandacht voor groepsprocessen<br />
aansluiten bij voorkennis<br />
ABCD-mo<strong>de</strong>l<br />
aca<strong>de</strong>mische taalvaardigheid<br />
achtergrondfactoren<br />
achterstand (omgevingsfactor)<br />
activeren<strong>de</strong> didactiek<br />
alfabetisch schriftsysteem<br />
alledaagse taal<br />
analfabeet (functioneel)<br />
articulatie<br />
attitu<strong>de</strong><br />
attitu<strong>de</strong> (socioaffectieve factoren)<br />
auditieve discriminatie<br />
automatisering<br />
automatisering (lezen)<br />
b<br />
begrijpelijk/verzorgd taalgebruik<br />
begrijpelijkheid (spreken)<br />
begrijpen (spreken)<br />
beoor<strong>de</strong>laarseffecten<br />
beoor<strong>de</strong>ling taalgerichtheid<br />
betekenisaspecten<br />
betekenison<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ling<br />
betekenisvolle interactie<br />
betrouwbaarheid (toetsen)<br />
bottom-upverwerking<br />
bruikbaarheid (toetsinstrumenten)<br />
c<br />
CEFR - Common European Framework of<br />
Reference for Languages, zie: ERK<br />
cesuur (toetsen)<br />
cloze-oefening<br />
cognitieve complexiteit<br />
cognitieve factoren<br />
cognitieve mo<strong>de</strong>llen (schrijfproces)<br />
cognitieve strategieën<br />
communicatieve bena<strong>de</strong>ring<br />
communicatieve functies<br />
compensatiestrategie<br />
competentiegericht on<strong>de</strong>rwijs<br />
consoli<strong>de</strong>ren (intentioneel leren)<br />
content-based approach / inhoudgerichte<br />
bena<strong>de</strong>ring<br />
context aanbrengen<br />
context oproepen<br />
context van het vak<br />
contextrijk<br />
contextuele inbedding<br />
contextuele steun<br />
controleren (intentioneel leren)<br />
coöperatief leren / samenwerkend leren<br />
creatieveconstructiehypothese<br />
c-toets / cloze-toets<br />
D<br />
<strong>de</strong>co<strong>de</strong>ren<br />
<strong>de</strong>nken stimuleren<br />
diagnostische toets<br />
dialoog<br />
didactische bena<strong>de</strong>ringen<br />
didactische mo<strong>de</strong>llen<br />
didactische principes<br />
differentiatie<br />
directe feedback (schrijven)<br />
directe instructie<br />
doeltaal<br />
dyslexie, <strong>de</strong>finitie<br />
e<br />
eerste taal<br />
eisen aan taalgebruik<br />
ellips<br />
ERK - Europees referentieka<strong>de</strong>r, zie ook: CEFR<br />
ervaringsleren<br />
expliciet verbeteren<br />
expliciete instructie<br />
extensief lezen<br />
extensief luisteren<br />
f<br />
feedback<br />
feedback (schrijven)<br />
feedback (toetsen)<br />
feedback op taalgebruik<br />
fluency, zie: vloeiendheid<br />
foneem<br />
foneemherkenning<br />
fonetisch spellen<br />
foreigner talk / FT<br />
formatieve toetsen<br />
formele stijl<br />
fossilisatie<br />
foutenanalyse<br />
functioneel analfabeet<br />
functioneel luisteren<br />
g<br />
geïntegreer<strong>de</strong> trajecten<br />
geletterdheid, functionele<br />
gesloten vragen<br />
gestuurd leren<br />
globaal lezen / skimmen<br />
globaal luisteren<br />
grafeem-foneemkoppeling<br />
grammatica-vertaalbena<strong>de</strong>ring<br />
12 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
h<br />
halfopen vragen<br />
halo-effect<br />
han<strong>de</strong>lingsplan<br />
hardop<strong>de</strong>nkprotocol<br />
hulpmid<strong>de</strong>len dyslexie<br />
i<br />
idioom<br />
impliciet verbeteren<br />
inci<strong>de</strong>nteel leren<br />
indirecte feedback (schrijven)<br />
individuele aanspreekbaarheid<br />
informatiedichtheid<br />
informele stijl<br />
inhoudgericht / content based<br />
inhoudsvaliditeit (toetsen)<br />
intelligentie<br />
intensief lezen<br />
intensief luisteren<br />
intentioneel leren<br />
interactie<br />
interactie over <strong>de</strong> stof<br />
interesse<br />
interferentie<br />
interferentiehypothese<br />
intonatie<br />
item (toetsen)<br />
itembank (toetsen)<br />
k<br />
kernbegrippen<br />
klank<br />
klankdiscriminatie<br />
klassikaal bespreken<br />
klemtoon<br />
krachtige leeromgeving<br />
l<br />
langetermijngeheugen (schrijfproces)<br />
leeftijd<br />
leerstijl<br />
leerstijlen<br />
leerstrategieën<br />
leesdoelen<br />
leesstrategie<br />
leesvragen<br />
lemma<br />
leren als interactief proces<br />
leren door praten<br />
lesdoelen<br />
lesmateriaal ontwikkelen<br />
lexicale kennis<br />
lexicale regels<br />
m<br />
meertaligheid<br />
mentale lexicon<br />
metho<strong>de</strong>afhankelijke toets<br />
metho<strong>de</strong>onafhankelijke toets<br />
mo<strong>de</strong>ling<br />
moe<strong>de</strong>rtaalsprekers<br />
morfeem<br />
motivatie<br />
n<br />
native speakers<br />
netwerk van begrippen<br />
nonsenswoor<strong>de</strong>n / pseudowoor<strong>de</strong>n<br />
normverschuiving (toetsen)<br />
o<br />
observerend leren (schrijven)<br />
on<strong>de</strong>rwijsleergesprek<br />
ontwikkelingsfouten<br />
ontwikkelingsvolgor<strong>de</strong><br />
open vragen<br />
oplossingen voor schrijfproblemen<br />
oriënterend lezen<br />
overgeneralisatie<br />
overheidsbeleid<br />
p<br />
planning (schrijven)<br />
planning (spreken)<br />
portfolio<br />
positieve feedback<br />
positieve we<strong>de</strong>rzijdse afhankelijkheid<br />
presentaties<br />
productieve woordkennis (woor<strong>de</strong>nschat)<br />
automatiseren<br />
pygmalioneffect<br />
r<br />
receptieve woordkennis (woor<strong>de</strong>nschat)<br />
automatiseren<br />
reikwijdte taalgericht vakon<strong>de</strong>rwijs<br />
revisie (schrijven)<br />
rijk taalaanbod<br />
rol van <strong>de</strong> schoolleiding<br />
rol van <strong>de</strong> taalcoördinator<br />
routines (spreken)<br />
routines (woor<strong>de</strong>nschat)<br />
s<br />
samenwerkend leren<br />
samenwerkend leren / coöperatief leren<br />
samenwerking tussen vakken<br />
scaffolding<br />
13 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
schoolse taken<br />
schooltaal ontwikkelen<br />
schooltaal ontwikkelen in alle vakken<br />
schooltaal verwerven<br />
schooltaalwoord<br />
schrijfka<strong>de</strong>r<br />
schrijfrichting<br />
schrijfstrategieën<br />
schrijftaal<br />
schrijftaken<br />
semantiseren (intentioneel leren)<br />
skimmen / globaal lezen<br />
sociaal-constructivisme<br />
sociale vaardighe<strong>de</strong>n<br />
soorten lesdoelen<br />
spellingstrategieën<br />
spiegelen<br />
spreekangst<br />
spreektempo<br />
spreekvaardigheid<br />
stijl<br />
stu<strong>de</strong>rend lezen<br />
succes T2-taalverwerving<br />
summatieve toetsen<br />
t<br />
T2-verwerving<br />
taakgericht taalon<strong>de</strong>rwijs<br />
taalaanbod<br />
taalbeleid<br />
taalcoach<br />
taalcontact<br />
taaldidactiek<br />
taalgebruik<br />
taalgebruik uitlokken<br />
taalgericht toetsen/beoor<strong>de</strong>len<br />
taalgericht vakon<strong>de</strong>rwijs<br />
taalgerichte didactiek<br />
taalhan<strong>de</strong>ling<br />
taalleerproces<br />
taalportfolio<br />
taalproductie<br />
taalproductie uitlokken<br />
taalvaardighe<strong>de</strong>n (lezen, luisteren, schrijven,<br />
spreken)<br />
taalvaardigheid<br />
tekstconventies<br />
tekstdoelen (schrijven)<br />
tekstkenmerken (schrijven)<br />
tekstopbouw (schrijven)<br />
tekstsamenhang (schrijven)<br />
tekstschema<br />
teksttypen (schrijven)<br />
thuistaal<br />
toetsbeleid<br />
toetsplan<br />
top-downverwerking<br />
transfer<br />
twee<strong>de</strong> taal<br />
twee<strong>de</strong>taalleren / T2-leren<br />
twee<strong>de</strong>taalverwerving<br />
u<br />
uitspraak<br />
v<br />
vakkennis<br />
vaktaal<br />
vaktaalbetekenis van alledaagse begrippen<br />
vaktaalontwikkeling<br />
vaktaalwoord<br />
validiteit (toetsen)<br />
variatie binnen een klas<br />
verankeren / inbed<strong>de</strong>n<br />
verban<strong>de</strong>n<br />
verbindingswoord<br />
verbindingswoor<strong>de</strong>n (schrijven)<br />
verloop T2-taalverwerving<br />
verschillen in leerstijlen<br />
verschillen in referentieka<strong>de</strong>r<br />
verschillen in voorkennis<br />
verschillen tussen vakken<br />
verstaan<br />
verstaanbaarheid<br />
verstavaardigheid<br />
verwijswoord<br />
verwoor<strong>de</strong>n van een strategie<br />
visuele discriminatie<br />
visuele woordherkenning<br />
vloeiendheid (lezen)<br />
vloeiendheid (spreken)<br />
voortgangstoets<br />
vreem<strong>de</strong>taalverwerving<br />
VUT-mo<strong>de</strong>l<br />
w<br />
woor<strong>de</strong>nschat<br />
woordherkenning<br />
woordleerstrategieën<br />
woordleervaardighe<strong>de</strong>n<br />
woordraadstrategieën<br />
woordselectie<br />
z<br />
zelfbeoor<strong>de</strong>ling<br />
zelfstandig leren<br />
zelfstandigheid<br />
14 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
Domein 7 en 8 - Taalstructuren en welgevormdheid;<br />
Taalverwerving, taalgebruik en taalvariatie<br />
a<br />
aangeboren taalvermogen<br />
aannames van relevantie, kwaliteit en kwantiteit<br />
aantonen<strong>de</strong> wijs, zie: indicatief<br />
aanvoegen<strong>de</strong> wijs, zie: conjunctief<br />
aanwijzend voornaamwoord<br />
accent (als type taalvariëteit)<br />
achterzetsel, zie: voorzetsel<br />
actief-passiefon<strong>de</strong>rscheid<br />
actieve vorm, zie: bedrijven<strong>de</strong> vorm<br />
actieve zin, zie: bedrijven<strong>de</strong> zin<br />
activatiespreiding<br />
activeren van kennis<br />
AdjC, adjectivische constituent<br />
adjectief, zie: bijvoeglijk naamwoord<br />
AdvC, adverbiale constituent<br />
adverbiale bepaling<br />
adverbium, zie: bijwoord<br />
afasie<br />
affix<br />
agens<br />
alfabetisch schrift<br />
allofoon<br />
allomorf<br />
ambiguïteit<br />
anafora<br />
anaforische referentie<br />
antece<strong>de</strong>nt<br />
assimilatie van klanken<br />
automatische spraakherkenning<br />
b<br />
balansschikking<br />
bedrijven<strong>de</strong> vorm, zie: actieve vorm<br />
bedrijven<strong>de</strong> zin<br />
beginsel/principe van <strong>de</strong> afleiding/etymologie<br />
beginsel/principe van <strong>de</strong> afleiding/etymologie<br />
beginsel/principe van <strong>de</strong> gelijkvormigheid/<br />
analogie/morfologie<br />
beginsel/principe van <strong>de</strong> standaarduitspraak<br />
beknopte bijzin<br />
belanghebbend voorwerp, zie: indirect object<br />
bepaald lidwoord<br />
bepaald telwoord<br />
bepaling van <strong>de</strong> han<strong>de</strong>len<strong>de</strong> persoon, zie:<br />
passieve door-bepaling<br />
bepaling van gesteldheid<br />
beperken<strong>de</strong> bijvoeglijke bijzin<br />
betekenis<br />
betrekkelijk voornaamwoord met impliciet<br />
antece<strong>de</strong>nt /<br />
betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten<br />
antece<strong>de</strong>nt<br />
betrekkelijk voornaamwoord, zie: relatief<br />
pronomen<br />
betrekkelijke bijzin<br />
betrekkelijke bijzin met ingesloten antece<strong>de</strong>nt<br />
beurtwisseling<br />
bevelen<strong>de</strong> zin<br />
bezittelijk voornaamwoord<br />
bijstelling<br />
bijvoeglijk naamwoord, zie: adjectief<br />
bijvoeglijke bepaling<br />
bijvoeglijke bijzin<br />
bijwoord<br />
bijwoor<strong>de</strong>lijk gebruik<br />
bijwoor<strong>de</strong>lijke bepaling<br />
bijwoor<strong>de</strong>lijke bepaling van graad<br />
bijwoor<strong>de</strong>lijke bepaling van mid<strong>de</strong>l<br />
bijwoor<strong>de</strong>lijke bepaling van modaliteit<br />
bijwoor<strong>de</strong>lijke bepaling van oorzaak<br />
bijwoor<strong>de</strong>lijke bepaling van plaats<br />
bijwoor<strong>de</strong>lijke bepaling van re<strong>de</strong>n<br />
bijwoor<strong>de</strong>lijke bepaling van tijd<br />
bijwoor<strong>de</strong>lijke bijzin<br />
bijzin, zie: ingebed<strong>de</strong> zin<br />
bottom-up verwerking van taal<br />
brabbelen en eerstetaalverwerving<br />
c<br />
clitisch woord / clitische woordvorm, zie:<br />
enclitische woordvorm<br />
coarticulatie<br />
co<strong>de</strong>wisseling<br />
cognitief systeem<br />
coherentie<br />
cohesie<br />
cohortmo<strong>de</strong>l in woordherkenning<br />
communicatieve competence<br />
competence<br />
congrueren<br />
connotatie<br />
consonant, zie: me<strong>de</strong>klinker<br />
constituent<br />
contact met <strong>de</strong> doeltaal<br />
contexteffecten in woordherkenning<br />
continuïteit van spraakgeluid<br />
conversationele implicatuur<br />
coöperatieprincipe<br />
creativiteit in natuurlijke taal<br />
creooltaal<br />
d<br />
<strong>de</strong>ixis<br />
<strong>de</strong>notatie<br />
<strong>de</strong>r<strong>de</strong> persoon<br />
15 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
<strong>de</strong>scriptieve grammatica<br />
dialect<br />
differentiatiefase bij taalverwerving<br />
diglossie<br />
directe re<strong>de</strong><br />
discourse, zie ook: tekst<br />
distinctief kenmerk<br />
distinctiviteit van klanken<br />
doeltaal<br />
dubbele articulatie<br />
e<br />
eenzins<strong>de</strong>elproef<br />
eerste persoon<br />
eerstetaalverwerving<br />
eigennaam<br />
ellips, elliptische zin<br />
enclitische woordvorm / enclitisch woord<br />
enkelvoud<br />
enkelvoudige zin<br />
etnische variëteit, zie: etnolect<br />
etymologie<br />
f<br />
flexie<br />
foneem<br />
fonetiek<br />
fonetisch plan voor articulatie<br />
fonetische transcriptie<br />
fonologie<br />
fonologische co<strong>de</strong>ring<br />
fonologische variatie<br />
formele stijl<br />
formele taalvormen<br />
fossilisatie<br />
fricatief, zie: wrijfklank<br />
functie van constituenten<br />
functiewoord<br />
g<br />
gebarentaal<br />
gebie<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wijs, zie: imperatief<br />
gebie<strong>de</strong>n<strong>de</strong> zin<br />
geleed vs. ongeleed woord inhoudswoord vs.<br />
functiewoord<br />
geleed woord<br />
geschreven bronnen<br />
geslaagdheidsvoorwaar<strong>de</strong>n<br />
geslaagdheidsvoorwaar<strong>de</strong>n<br />
gesloten woordklasse<br />
gespreksafsluiting<br />
gespreksopening<br />
gesproken taal vs. gebarentaal<br />
getal<br />
gezeg<strong>de</strong><br />
gezeg<strong>de</strong>zin<br />
grafeem-foneemconversie<br />
grammatica<br />
grammaticaal woord<br />
h<br />
herhalend on<strong>de</strong>rwerp<br />
homoniem, homonymie<br />
hoofd (van constituent)<br />
hoofdtelwoord<br />
hoofdwerkwoord<br />
hoofdzin<br />
hulpwerkwoord<br />
hulpwerkwoord van <strong>de</strong> lij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>/passieve vorm<br />
hulpwerkwoord van <strong>de</strong> voltooi<strong>de</strong> tijd<br />
hulpwerkwoord van modaliteit<br />
hulpwerkwoord van tijd<br />
hypercorrectie<br />
hyponymie<br />
i<br />
idioom<br />
illocutie, communicatieve bedoeling van uiting<br />
imperatief<br />
indirecte re<strong>de</strong><br />
indirecte taalhan<strong>de</strong>ling<br />
infinitief<br />
infix<br />
informele stijl<br />
informele taalvormen<br />
ingebed<strong>de</strong> zin, zie: bijzin<br />
inhoudswoord<br />
interactie<br />
interactie en taalverwerving<br />
interferentie bij taalcontact<br />
interjectie, zie: tussenwerpsel<br />
intransitief, zie: onovergankelijk<br />
intransitiviteit, zie: onovergankelijkheid<br />
inversie<br />
isoglosse<br />
j<br />
ja-nee vraag<br />
jambe<br />
k<br />
kennis van <strong>de</strong> wereld<br />
klanksysteem<br />
klankwet<br />
klemtoon, zie (woord)accent<br />
klinker<br />
koppelwerkwoord<br />
kritische perio<strong>de</strong> en taalverwerving<br />
kwaliteit, aanname van<br />
kwantiteit, aanname van<br />
l<br />
labiaal, labiale klank<br />
leenwoord<br />
16 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
lemma<br />
lettergreep<br />
lexicaal woord<br />
lexicale homonymie<br />
lexicale variatie<br />
lexicografie<br />
lexicon<br />
lidwoord<br />
lidwoord van bepaaldheid, zie: bepaald lidwoord<br />
lij<strong>de</strong>nd voorwerp, zie: direct object<br />
lij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vorm, zie: passieve vorm<br />
lij<strong>de</strong>ndvoorwerpszin<br />
lingua franca<br />
linguïstische competence<br />
linguïstische context en taalvariatie<br />
linguïstische variabele<br />
links-rechtsprincipe<br />
liquida<br />
locutie, vorm van taaluiting<br />
loos on<strong>de</strong>rwerp<br />
m<br />
mate van contact met doeltaal<br />
me<strong>de</strong><strong>de</strong>len<strong>de</strong> zin<br />
me<strong>de</strong>klinker / consonant<br />
meervoud<br />
meewerkend voorwerp<br />
meewerkendvoorwerpszin<br />
mentale lexicon<br />
metafoor<br />
min<strong>de</strong>rheidstaal<br />
minimaal paar<br />
modaal hulpwerkwoord<br />
modificeer<strong>de</strong>r<br />
moe<strong>de</strong>rtaal<br />
morfeem<br />
morfofonologie<br />
morfologie<br />
n<br />
naamval<br />
naamwoord<br />
naamwoor<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>el<br />
naamwoor<strong>de</strong>lijk gezeg<strong>de</strong><br />
nasaal<br />
NC / nominale constituent<br />
nevenschikkend voegwoord<br />
nevenschikking<br />
nomen, zie: naamwoord<br />
nominalisatie<br />
non-verbale communicatie<br />
noodzakelijk we<strong>de</strong>rkerend werkwoord<br />
o<br />
o.t.t., onvoltooid tegenwoordige tijd<br />
o.v.t., onvoltooid verle<strong>de</strong>n tijd<br />
object<br />
onbepaald lidwoord<br />
onbepaald telwoord<br />
onbepaald voornaamwoord<br />
onbepaal<strong>de</strong> wijs, zie: infinitief<br />
on<strong>de</strong>rschikkend voegwoord<br />
on<strong>de</strong>rschikking<br />
on<strong>de</strong>rwerp<br />
on<strong>de</strong>rwerpszin<br />
ongeleed woord<br />
ongrammaticaal<br />
onomatopee<br />
onovergankelijk<br />
onovergankelijk/intransitief predicaat<br />
ontlening<br />
ontwikkelingsfouten<br />
onvolledige zin, zie: elliptische zin<br />
onvoltooid tegenwoordige tijd, zie: o.t.t.<br />
onvoltooid verle<strong>de</strong>n tijd, zie: o.v.t.<br />
oorzakelijk voorwerp<br />
opeenvolgend paar in gesprekken<br />
open woordklasse<br />
overeenkomsten tussen talen<br />
overextensie in taalverwerving<br />
overgankelijk zie: transitief<br />
overgankelijk/transitief predicaat<br />
overgeneralisatie in taalverwerving<br />
overtreffen<strong>de</strong> trap zie: superlatief<br />
p<br />
paradigma<br />
parafrase<br />
passieve door-bepaling / bepaling van <strong>de</strong><br />
han<strong>de</strong>len<strong>de</strong> persoon<br />
passieve vorm<br />
passieve zin<br />
pedagogische grammatica<br />
performance<br />
performatief werkwoord<br />
persoon<br />
persoonlijk voornaamwoord<br />
persoonsvorm<br />
pidgin<br />
plaats van articulatie<br />
polysemie<br />
positieve transfer<br />
pragmatiek<br />
pragmatische gepastheid van taaluiting<br />
pragmatische taalveran<strong>de</strong>ring<br />
pragmatische variatie<br />
predicaat<br />
prefix<br />
prepositie, zie: voorzetsel<br />
prescriptieve grammatica<br />
priming<br />
primingeffect in woordherkenning<br />
17 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
rangtelwoord, zie: ordinale<br />
referent<br />
regionaal dialect<br />
register<br />
relevantie, aanname van<br />
s<br />
samengestel<strong>de</strong> zin<br />
samenstelling<br />
samentrekking<br />
Sapir-Whorfhypothese<br />
scheidbaar samengesteld werkwoord<br />
scheidbaar werkwoord<br />
schoolgrammatica<br />
schrift<br />
sekse en taalvariatie<br />
semantiek<br />
semantisch kenmerk<br />
sociolect<br />
sociolinguïstiek<br />
spraak- en taalontwikkelingsstoornis<br />
stam<br />
stemhebben<strong>de</strong> klank<br />
stemloze klank<br />
stijl<br />
stijlverschillen<br />
subject, zie: on<strong>de</strong>rwerp<br />
suffix, zie: achtervoegsel<br />
superlatief, zie: overtreffen<strong>de</strong> trap<br />
syllabe<br />
synchrone beschrijving<br />
synoniem<br />
synoniem, synonymie<br />
syntactische homonymie<br />
syntaxis, syntactisch<br />
t<br />
taalaanbod<br />
taaldood / do<strong>de</strong> taal<br />
taalfamilie<br />
taalhan<strong>de</strong>ling<br />
taalomgeving<br />
taalontwikkelingsstoornis<br />
taalpolitiek<br />
taalvariant<br />
taalvariatie<br />
taalvariëteit op diverse linguïstische niveaus<br />
taalveran<strong>de</strong>ring op diverse linguïstische niveaus<br />
taalverlies<br />
tantebetjestijl<br />
tegenwoordig <strong>de</strong>elwoord<br />
tekst, zie: discourse<br />
telbaar substantief<br />
telwoord<br />
topic<br />
traditionele grammatica<br />
transfer bij twee<strong>de</strong>taalverwerving<br />
transitief, zie: overgankelijk<br />
transitiviteit, zie: overgankelijkheid<br />
trappen van vergelijking<br />
tussentaal<br />
tussenwerpsel, zie: interjectie<br />
twee<strong>de</strong> persoon<br />
twee<strong>de</strong>taalverwerving<br />
tweetalig on<strong>de</strong>rwijs<br />
tweetaligheid<br />
u<br />
uitdrukking<br />
universalia<br />
v<br />
v.t.t., voltooid tegenwoordige tijd, zie: perfectum<br />
v.v.t., voltooid verle<strong>de</strong>n tijd, zie:<br />
plusquamperfectum<br />
vast voorzetsel<br />
VC Verbale Constituent<br />
veran<strong>de</strong>ring van boven<br />
veran<strong>de</strong>ring van on<strong>de</strong>ren<br />
verbindingswoord<br />
verbum<br />
vergroten<strong>de</strong> trap<br />
verle<strong>de</strong>ntijdsvorm<br />
vervoegen<br />
vocaal, zie: klinker<br />
voegwoord<br />
voltooid <strong>de</strong>elwoord<br />
voltooid tegenwoordige tijd, v.t.t.<br />
voltooid verle<strong>de</strong>n tijd, v.v.t.<br />
voltooiingsfase bij taalverwerving<br />
voorlopig lij<strong>de</strong>nd voorwerp<br />
voorlopig on<strong>de</strong>rwerp<br />
voorlopig voorzetselvoorwerp<br />
voornaamwoord, zie pronomen<br />
voornaamwoor<strong>de</strong>lijk bijwoord<br />
voortalige perio<strong>de</strong><br />
voorzetsel<br />
voorzetselgroep<br />
voorzetselvoorwerp<br />
voorzetselvoorwerpszin<br />
vraagwoord<br />
vraagzin<br />
vragend voornaamwoord<br />
vragend voornaamwoor<strong>de</strong>lijk bijwoord<br />
vragen<strong>de</strong> zin<br />
vreem<strong>de</strong>taalverwerving<br />
vroegtalige perio<strong>de</strong><br />
w<br />
we<strong>de</strong>rkerend voornaamwoord<br />
we<strong>de</strong>rkerend werkwoord<br />
we<strong>de</strong>rkerig voornaamwoord<br />
werkwoord, zie verbum<br />
18 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
werkwoor<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>el<br />
werkwoor<strong>de</strong>lijk gezeg<strong>de</strong><br />
werkwoor<strong>de</strong>lijke uitdrukking<br />
woord<br />
woordbetekenis<br />
woordgroep<br />
woordherkenning<br />
woordklasse<br />
woordsoort<br />
woordvolgor<strong>de</strong><br />
z<br />
zelfstandig naamwoord<br />
zelfstandig werkwoord<br />
zins<strong>de</strong>el<br />
zinsontleding<br />
19 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
Domein 9 en 10 - Literaire/fictionele teksten;<br />
Lezen van literaire/fictionele teksten<br />
A<br />
ab ovo vertellen<br />
acconsonantie /me<strong>de</strong>klinkerrijm<br />
acrostichon<br />
adolescentenliteratuur<br />
adolescentenroman /cross-overroman<br />
allegorie<br />
alliteratie / stafrijm<br />
alweten<strong>de</strong> verteller<br />
ambiguïteit<br />
anafoor<br />
anapest<br />
anticlimax<br />
antimetrie<br />
antithese<br />
assonantie / klinkerrijm<br />
asyn<strong>de</strong>tische vergelijking / asyn<strong>de</strong>ton<br />
auctoriale verteller<br />
auctoriale vertelsituatie<br />
autobiografisch verhaal<br />
avant-gar<strong>de</strong><br />
b<br />
balla<strong>de</strong><br />
beeldspraak<br />
belevend ik<br />
beweging van Vijftig, zie: Vijftigers<br />
bijfiguur<br />
bildungsroman<br />
binnenrijm<br />
c<br />
chiasme / kruisstelling<br />
chronologie<br />
chute / volta<br />
cliché<br />
cliffhanger<br />
climax<br />
close reading<br />
Cobragroep<br />
column<br />
compositie van <strong>de</strong> roman<br />
couplet<br />
creatieve functie<br />
cultuurhistorisch motief<br />
d<br />
dactylus<br />
dada, dadaïsme<br />
<strong>de</strong>tectiveverhaal<br />
dialoog<br />
dierenverhaal<br />
directe innerlijke monoloog<br />
directe re<strong>de</strong><br />
distichon<br />
dominee-dichter<br />
dramatiek<br />
dubbelrijm<br />
E<br />
eindrijm<br />
elisie<br />
ellips<br />
emancipatie van <strong>de</strong> vrouw<br />
enjambement<br />
enumeratio, enumeratie, zie: opsomming<br />
epiek<br />
erfelijkheid en milieu<br />
essay<br />
esthetische functie<br />
eufemisme<br />
existentialisme<br />
experimentele poëzie<br />
experimentelen<br />
expressionisme<br />
f<br />
fabel, zie: dierenverhaal<br />
fabel, zie: story<br />
feiten en fictie<br />
fictie / non-fictie<br />
fictie en werkelijkheid<br />
figuren<br />
figuurlijk<br />
film en literatuur<br />
fin <strong>de</strong> siècle<br />
flashback<br />
flat character / type<br />
Futurisme<br />
g<br />
gebeurtenis<br />
gedicht<br />
gekruist rijm<br />
genre<br />
gepaard rijm<br />
glij<strong>de</strong>nd rijm<br />
gou<strong>de</strong>n eeuw<br />
grondmotief<br />
h<br />
halfrijm<br />
held<br />
historische roman<br />
hoofdmotief<br />
hoofdpersoon<br />
20 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
humor<br />
humor en <strong>de</strong> romantiek<br />
hyperbool<br />
i<br />
ik-roman<br />
ik-verhalen<br />
ik-verteller<br />
ik-vertelsituatie<br />
impressionisme<br />
impressionistische stijl<br />
in medias res / mediis in rebus<br />
indirecte re<strong>de</strong><br />
Indisch-Ne<strong>de</strong>rlandse letterkun<strong>de</strong> / koloniale<br />
letterkun<strong>de</strong><br />
innerlijke monoloog<br />
interbellum<br />
intertekstualiteit<br />
inversie<br />
ironie<br />
Italiaans sonnet<br />
j<br />
jambe<br />
jeugdliteraire prijzen<br />
jeugdliteratuur<br />
jongensboek<br />
k<br />
kettingrijm<br />
kindbeeld<br />
klassieker<br />
klinkerrijm / assonantie<br />
koloniale letterkun<strong>de</strong> / Indisch-Ne<strong>de</strong>rlandse<br />
letterkun<strong>de</strong><br />
kruisstelling / chiasme<br />
kwatrijn<br />
l<br />
leidmotief<br />
letterlijk<br />
limerick<br />
literaire canon<br />
literaire competentie<br />
literaire kritiek<br />
literaire stromingen en richtingen<br />
literaire stromingen vanaf 1880<br />
literaire tijdschriften<br />
literair-historisch motief<br />
literatuur/lectuur<br />
literatuuropvattingen<br />
literatuurwetenschap<br />
litotes<br />
lyriek<br />
lyrisch ik<br />
m<br />
mannelijk rijm / staand rijm<br />
massacultuur<br />
me<strong>de</strong>klinkerrijm / stafrijm<br />
meervoudig personaal vertellen / perspectief<br />
meisjesboek<br />
metafoor in engere zin<br />
metafoor, metafora, metaforisch<br />
metoniem, metonymia, metonymie,<br />
metonymisch<br />
metrum<br />
mid<strong>de</strong>nrijm<br />
mo<strong>de</strong>rnisme<br />
monologue intérieure<br />
motief<br />
multiculturele literatuur<br />
n<br />
naturalisme<br />
naturalisme en sensitivisme<br />
naturalisme en realisme<br />
naturalistisch proza<br />
naturalistische roman<br />
neologisme / nieuwvorming<br />
nieuwe zakelijkheid<br />
novelle<br />
o<br />
octaaf<br />
ollebolleke<br />
omarmend rijm<br />
onbetrouwbaar perspectief<br />
onbetrouwbare verteller<br />
ontspannen<strong>de</strong> functie<br />
opsomming<br />
overlooprijm<br />
oxymoron<br />
p<br />
paradox<br />
parallellie<br />
pars pro toto<br />
personage<br />
personale vertelsituatie<br />
personale vertelwijze<br />
personificatie<br />
perspectief<br />
pleonasme<br />
plot / sujet<br />
poëtica<br />
poëticaal<br />
poëzie<br />
point of view<br />
postmo<strong>de</strong>rnisme<br />
postmo<strong>de</strong>rnistisch proza<br />
probleemboek<br />
proza<br />
21 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14
raamvertelling<br />
readyma<strong>de</strong><br />
realisme<br />
refrein<br />
repetitio<br />
retorica, retorisch<br />
rijk rijm, rime riche<br />
rijm<br />
rijmschema<br />
rijmsoorten<br />
ritme<br />
roman<br />
romantiek<br />
ron<strong>de</strong>el<br />
round character<br />
ruimte<br />
s<br />
scan<strong>de</strong>ren<br />
sextet<br />
sonnet<br />
spanning<br />
sprookje<br />
staand rijm / mannelijk rijm<br />
stafrijm / alliteratie<br />
story, zie: fabel<br />
stijlfiguren<br />
stream of consciousness<br />
strofe<br />
strofische vormen<br />
sujet / plot<br />
symbool<br />
synesthesie<br />
v<br />
vergelijking<br />
vergelijking met als<br />
vergelijking met een verbindingswoord<br />
verhaal<br />
verhaallijn<br />
verhaalmotief<br />
vers<br />
versregel<br />
versvoet<br />
vertel<strong>de</strong> tijd<br />
vertelinstantie<br />
vertellend ik<br />
verteller<br />
vertelperspectief<br />
vertelstandpunt<br />
verteltijd<br />
volrijm<br />
volta / chute<br />
voorrijm<br />
vooruitwijzing<br />
vrouwelijk rijm / slepend rijm<br />
w<br />
wending<br />
t<br />
tautologie<br />
tegenstelling<br />
terzet, terzine<br />
thema<br />
tijdsverloop<br />
tijdversnelling<br />
tijdvertraging<br />
totum pro parte<br />
trochee<br />
u<br />
un<strong>de</strong>rstatement<br />
22 Toetsgids twee<strong>de</strong>graads lerarenopleiding Ne<strong>de</strong>rlands - Versie 01/14