25.01.2015 Views

Gemeentelijk RUP Centrum Glabbeek lokaal bedrijventerrein ...

Gemeentelijk RUP Centrum Glabbeek lokaal bedrijventerrein ...

Gemeentelijk RUP Centrum Glabbeek lokaal bedrijventerrein ...

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Provincie<br />

Gemeente<br />

Vlaams-Brabant<br />

<strong>Glabbeek</strong><br />

Dossiernr: 09295/12<br />

maart 2012<br />

Ruimtelijk uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’<br />

definitieve vaststelling<br />

Libost-Groep nv. Ontwerp- en adviesbureau afdeling ruimtelijke planning<br />

Vestiging Hasselt Vestiging Vlaams Brabant<br />

Herckenrodesingel 101 3500 Hasselt Domeinstraat 11A 3010 Kessel-Lo<br />

tel: 011/26.08.70 fax: 011/26.08.80 tel: 016/89.34.40 - fax: 016/89.57.83<br />

email: infra@libost-groep.com email: vlaamsbrabant@libost-groep.com


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Revisie<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

Opmerking<br />

Concept toelichtingsnota<br />

Opmaak voor plenair overleg<br />

Indiening plenair overleg<br />

Voorlopige vaststelling door de gemeenteraad<br />

Definitieve vaststelling door de gemeenteraad<br />

naam paraf datum<br />

Opgemaakt: Ruimtelijke planner Peter van der Poort - Lut Gijsenbergs 01 03 2012<br />

Geverifieerd: projectleider Peter van der Poort<br />

01 03 2012<br />

Vrijgegeven: afdelingshoofd Peter Govaerts<br />

01 03 2012<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 2/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Inhoud<br />

TITEL I: TOELICHTINGSNOTA 8<br />

1 INLEIDING 8<br />

1.1 IN UITVOERING VAN HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK<br />

STRUCTUURPLAN GLABBEEK 8<br />

1.1.1 RICHTINGGEVENDE BEPALINGEN 8<br />

1.1.2 BINDENDE BEPALINGEN 11<br />

1.2 RUIMTELIJKE SITUERING 12<br />

2 BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND 13<br />

3 BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND 22<br />

4 RECENTE STUDIES EN ONTWIKKELINGEN IN DE<br />

OMGEVING 25<br />

4.1 ONTWIKKELINGSVISIE UITBREIDING BELGISCHE FRUITVEILING 25<br />

4.2 AANLEG AFVALWATERCOLLECTOR LANGS DE MEENSELBEEKVALLEI<br />

25<br />

4.3 AANVRAAG BIO- EN MESTVERWERKINGSINSTALLATIE 26<br />

4.4 RELEVANTE ELEMENTEN UIT HET PROVINCIAAL STRUCTUURPLAN 26<br />

4.4.1 KNELPUNTEN VAN DE LANDELIJKE KAMER OOST 27<br />

4.4.2 POTENTIES VAN DE LANDELIJKE KAMER OOST 28<br />

4.4.3 RUIMTELIJKE PRINCIPES 29<br />

5 KNELPUNTEN EN POTENTIES 31<br />

5.1 RUIMTELIJKE KNELPUNTEN – BEDREIGINGEN 31<br />

5.2 POTENTIES – KANSEN 31<br />

6 RUIMTELIJK ONDERZOEK 32<br />

6.1 ONDERZOEKSVRAGEN 32<br />

6.1.1 HOE KAN DE VERKEERSVEILIGHEID EN DE VERKEERSAFWIKKELING<br />

GEOPTIMALISEERD WORDEN 32<br />

6.1.2 WELKE TYPE VAN BEDRIJVEN IS WENSELIJK 32<br />

6.1.3 HOE MOET DE LANDSCHAPPELIJKE INPASSING OPGEVAT WORDEN 32<br />

6.2 ONTWERPEND ONDERZOEK 33<br />

6.2.1 WEGBREEDTE EN ONTSLUITING 33<br />

6.2.2 KORRELGROOTTE EN INRICHTING 34<br />

6.3 RICHTLIJNEN VOOR HET UITVOERINGSPLAN 39<br />

7 VISIE VOOR DE GEWENSTE ONTWIKKELING 43<br />

7.1 RUIMTELIJKE VISIE 43<br />

7.2 RUIMTELIJKE DOELSTELLINGEN 44<br />

7.2.1 RUIMTE VOOR LOKALE BEDRIJVEN CREËREN 44<br />

7.2.2 HOGE BEELDKWALITEIT VERZEKEREN 44<br />

7.2.3 VEILIGE VERKEERSAFWIKKELING GARANDEREN 44<br />

7.2.4 DUURZAAMHEID IMPLEMENTEREN 44<br />

7.3 CONCEPTEN VOOR EEN HOOGWAARDIGE OMGEVING 45<br />

7.3.1 CONCEPTEN ALS STAPSTEEN NAAR DE GEWENSTE RUIMTELIJKE<br />

ONTWIKKELING 45<br />

7.4 INRICHTINGSCHETS 48<br />

8 PLANOLOGISCHE AANDACHTSPUNTEN 50<br />

8.1 WATERTOETS 50<br />

8.2 RUIMTELIJKE VEILIGHEIDSRAPPORTAGE 53<br />

8.3 MER ONTHEFFING 53<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 3/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

8.4 COMPENSATIE HERBEVESTIGD AGRARISCH GEBIED 54<br />

8.4.1 BELEIDSKADER 54<br />

8.4.2 ONDERZOEK NAAR DE IMPACT OP DE RUIMTELIJK-FUNCTIONELE<br />

SAMENHANG VAN DE AGRARISCHE STRUCTUUR 56<br />

8.4.3 ONDERZOEK NAAR DE MOGELIJKE FLANKERENDE MAATREGELEN<br />

VOOR LANDBOUW 57<br />

8.4.4 ONDERZOEK NAAR MOGELIJKE ALTERNATIEVE LOCATIES 57<br />

8.5 VERANTWOORDING VOOR HET ONTEIGENINGSPLAN 58<br />

8.5.1 VERANTWOORDING VAN HET ALGEMEEN NUT 58<br />

8.5.2 VERANTWOORDING VAN DE HOOGDRINGENDHEID 58<br />

8.6 VOORSTEL VAN MOGELIJKE INRICHTING EN GRAFISCH PLAN 59<br />

8.7 RUIMTEBALANS 62<br />

8.8 REGISTER VAN PERCELEN WAAROP EEN BESTEMMINGSWIJZIGING<br />

GEBEURT DIE KAN AANLEIDING GEVEN TOT PLANSCHADE, PLANBATEN,<br />

KAPITAALSCHADE OF GEBRUIKERSCHADE 63<br />

8.9 OP TE HEFFEN STEDENBOUWKUNDIGE BEPALINGEN 65<br />

ARTIKEL 2. : LANDSCHAPSBUFFER 76<br />

ARTIKEL 3. : ZONE VOOR LOKALE WEG 77<br />

ARTIKEL 4. : LINIAIRE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN 78<br />

ARTIKEL 5. : ZONE NON-AEDIFICANDI 79<br />

TITEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 68<br />

1 ARTIKEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN 68<br />

1.1 BEGRENZING VAN HET PLANGEBIED 68<br />

1.2 WIJZE VAN METEN 68<br />

1.3 GEHANTEERDE BEGRIPPEN 68<br />

1.4 WATERBEHEER 70<br />

1.5 BEPALINGEN VOOR HET BEHOUD VAN WAARDEVOLLE BOMEN EN<br />

KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN 70<br />

1.6 BEPALINGEN VOOR HET ARCHEOLOGISCH ERFGOED 70<br />

2 ARTIKEL 2: SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR DE<br />

VERSCHILLENDE BESTEMMINGSZONES 71<br />

ARTIKEL 1. : LOKAAL BEDRIJVENTERREIN 72<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 4/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Lijst van figuren<br />

Figuur 1: Gewenste ruimtelijke structuur gemeente <strong>Glabbeek</strong>...................................... 8<br />

Figuur 2: Gewenste ruimtelijke structuur kern <strong>Glabbeek</strong>............................................... 9<br />

Figuur 3: Strategisch project <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroek ...................................... 10<br />

Figuur 4: Situering van het plangebied........................................................................ 12<br />

Figuur 5: Situering van het plangebied op de orthofoto............................................... 12<br />

Figuur 6: Openbare wegen in de omgeving van het plangebied ................................. 16<br />

Figuur 7: Orthofoto plangebied en omgeving .............................................................. 22<br />

Figuur 8: Bestaande ruimtelijke structuur plangebied en omgeving (meso) ................ 24<br />

Figuur 9: Bestaande ruimtelijk structuur plangebied (micro) ....................................... 24<br />

Figuur 10: Zone voor de inplanting van het mestverwerkingsinstallatie ...................... 26<br />

Figuur 11: Landschapsentiteiten in Vlaams-Brabant................................................... 27<br />

Figuur 12: Ontwikkelingsperspectief landelijke kamer oost ......................................... 28<br />

Figuur 13: Ontwikkelingsperspectief landelijke kamer oost (uittreksel) ....................... 30<br />

Figuur 14: Doorsnede van een uitgeruste weg met bedrijvigheid met minimale breedte<br />

............................................................................................................................. 33<br />

Figuur 15: Orthofoto <strong>lokaal</strong> bedrijf Denruyter .............................................................. 34<br />

Figuur 16: Orthofoto <strong>lokaal</strong> bedrijf Dorpsstraat............................................................ 35<br />

Figuur 17: Orhofoto <strong>lokaal</strong> bedrijf Lambrechts ............................................................ 35<br />

Figuur 18: Orthofoto <strong>lokaal</strong> bedrijf autoherstelplaats Pamelenstraat........................... 36<br />

Figuur 19: Orthofoto <strong>lokaal</strong> bedrijf schrijnwerkerij Butschovestraat............................. 36<br />

Figuur 20: Orthofoto <strong>lokaal</strong> bedrijf Vandepoel ............................................................. 37<br />

Figuur 21: Orthofoto <strong>lokaal</strong> bedrijf Ladang .................................................................. 37<br />

Figuur 22: Orthofoto <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Kolmen ................................................... 38<br />

Figuur 23: Een efficiënt grondverzet nastreven........................................................... 39<br />

Figuur 24: Creëren van een verkeerspoort.................................................................. 40<br />

Figuur 25: Mogelijke heraanleg van de Craenenbroekstraat (breedte 12m) ............... 41<br />

Figuur 26: Ruimtebehoefte van de veiling ................................................................... 42<br />

Figuur 27: Watertoetskaart.......................................................................................... 50<br />

Figuur 28: Beslissingsschema ruimtelijke veiligheidsrapportage................................. 54<br />

Figuur 29: Kaart met aanduiding van het HAG (gearceerde gebieden) ...................... 57<br />

Figuur 30: Voorstel van mogelijke inrichting................................................................ 59<br />

Figuur 31: Voorstel grafisch plan................................................................................. 60<br />

Figuur 32: Voorontwerp onteigeningsplan................................................................... 61<br />

Figuur 33: Kaart met aanduiding van percelen die mogelijk in aanmerking komen voor<br />

planbaten of planschade ...................................................................................... 64<br />

Lijst van kaarten<br />

Kaart 1: Bestaande juridische toestand: gewestplan ...................................................13<br />

Kaart 2: Bestaande juridische toestand: kadastrale percelen ......................................13<br />

Kaart 3: Bestaande juridische toestand: overige bepalingen .......................................13<br />

Kaart 4: Bestaande feitelijke toestand: topografische kaart .........................................22<br />

Kaart 5: Bestaande feitelijke toestand: orthofoto .........................................................22<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 5/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

<strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk uitvoeringsplan<br />

‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’<br />

Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 8 september 2011<br />

Secretaris, Burgemeester,<br />

Paul Cloots Jean Vanschoubroek<br />

Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van<br />

het publiek op het gemeentehuis van <strong>Glabbeek</strong> werd neergelegd van 13 oktober 2011 tot<br />

13 december 2011<br />

Secretaris, Burgemeester,<br />

Paul Cloots Jean Vanschoubroek<br />

Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van …………2012<br />

Secretaris, Burgemeester,<br />

Paul Cloots Jean Vanschoubroek<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 6/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 7/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

TITEL I: Toelichtingsnota<br />

Figuur 1: Gewenste ruimtelijke structuur gemeente <strong>Glabbeek</strong><br />

1 INLEIDING<br />

1.1 IN UITVOERING VAN HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK<br />

STRUCTUURPLAN GLABBEEK<br />

1.1.1 Richtinggevende bepalingen<br />

Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan 1 duidt aan dat er geen ruimte meer is voor de<br />

vestiging van lokale bedrijven. 2 Na ontwerpend ruimtelijk onderzoek van verschillende<br />

mogelijke locaties werd de locatie aan de Craenenbroekstraat aangeduid als de meest<br />

haalbare.<br />

“Bijkomende ruimte voor lokale bedrijvigheid wordt gezocht in aansluiting op het<br />

‘hoofddorp’. Deze ruimte moet … ruimte creëren voor de ontwikkeling van nieuwe<br />

lokale bedrijven … . Het is belangrijk dat de schaal van de te creëren bedrijfsruimte de<br />

schaal van de kern niet overschrijdt. Vanuit deze optiek wordt veeleer gekozen voor<br />

een scenario met twee kleinere bedrijvenzones op maat van de gemeente dan wel<br />

voor de ontwikkeling van één grote bedrijvenzone. ….. Voor de realisatie van de<br />

behoefte op korte termijn wordt de locatie geselecteerd in aansluiting op de bestaande<br />

ruimte voor bedrijvigheid in de Craenenbroekstraat …..de groeimogelijkheden worden<br />

beperkt door de landschappelijke begrenzing van de vallei van de Meenselbeek.<br />

1<br />

De gemeenteraad heeft in zitting van 13 juli 2006 het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan<br />

definitief vastgesteld. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan werd in vergadering van 7 september 2006 door<br />

de Bestendige Deputatie goedgekeurd.<br />

2 “De gemeente wenst een beperkt aanbodbeleid te voeren om de herlocalisatie van kleine startende bedrijven<br />

te kunnen opvangen en een beperkte groei van de lokale bedrijvigheid mogelijk te maken …. De gemeente<br />

wenst met dit aanbodbeleid in de toekomst te voorkomen dat kleine ambachtelijke bedrijven omwille van<br />

ruimtegebrek uit de kernen <strong>Glabbeek</strong> en Bunsbeek, waar verweving wordt nagestreefd, blijven wegtrekken en<br />

een ruimtelijk geïsoleerde en minder goed ontsloten bouwgrond opkopen om tot bedrijfslocatie uit te bouwen.<br />

De te creëren bijkomende ruimte voor bedrijvigheid is geraamd op basis van de concrete behoefte van<br />

bestaande bedrijven en anderzijds in functie van het voeren van een beperkt aanbodbeleid en het behoud van<br />

een lokale dynamiek. Te creëren bijkomende ruimte voor bedrijvigheid is vastgesteld op 2ha.” <strong>Gemeentelijk</strong><br />

ruimtelijk structuurplan <strong>Glabbeek</strong>, informatief deel, p. 55-56<br />

Bron: GRS <strong>Glabbeek</strong><br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 8/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Deze locatie wordt als eerste aan te snijden locatie vooropgesteld omwille van<br />

volgende motieven:<br />

- Het compacte karakter van de kern <strong>Glabbeek</strong> … zoveel mogelijk<br />

handhaven;<br />

- De locatie sluit aan op een bestaande bedrijvenzone;<br />

- De locatie is gelegen langs een uitgeruste weg, de investeringskost is<br />

kleiner en een realisatie op korte termijn is mogelijk.<br />

- Door het positioneren van bijkomende ruimte voor kleinschalige<br />

bedrijvigheid in de nabijheid van N29, kan N29 functioneren als gewenste<br />

hoofdontsluiting voor de bedrijvigheid in <strong>Glabbeek</strong>. …..” 3<br />

Figuur 2: Gewenste ruimtelijke structuur kern <strong>Glabbeek</strong><br />

Het richtinggevend deel duidt ook aan dat de ontwikkelingsmogelijkheden voor de<br />

Veiling gevrijwaard moeten worden. “De ontwikkelingsmogelijkheden van de veiling op<br />

de huidige locatie zijn nagenoeg onbestaande. De beschikbare ruimte is volledig benut<br />

en een verdere herstructurering op het huidige terrein is niet meer mogelijk. Omdat de<br />

veiling een belangrijk bedrijf is voor de gemeente <strong>Glabbeek</strong> en de ganse regio wenst<br />

de gemeente de ontwikkelingsmogelijkheden voor de veiling op langere termijn te<br />

vrijwaren. Om zoveel mogelijk overlast te vermijden wordt deze ontwikkeling bij<br />

voorkeur gekoppeld aan de bestaande veilingsite. Dit betekent dat dit aan de overzijde<br />

van de Craenenbroekstraat dient te gebeuren. Om de ontwikkeling van het <strong>lokaal</strong><br />

<strong>bedrijventerrein</strong> niet in gedrang te brengen worden deze ontwikkelingen in tweede<br />

bouworde voorzien. Hiermee wordt tevens voorkomen dat beschikbare ruimte langs<br />

een uitgeruste weg wordt verspild. Bij de ontwikkeling dient voldoende rekening<br />

gehouden te worden met het valleigebied van de Meenselbeek, de bebouwing in de<br />

onmiddellijke omgeving, het landbouwbedrijf en de integratie in het landschap. De<br />

nodige visuele buffers dienen hiervoor gerealiseerd te worden. Omdat de<br />

ontwikkelingsplannen van de veiling nog niet concreet zijn en omdat de veiling een<br />

boven<strong>lokaal</strong> bedrijf is zal de gemeente zelf geen initiatief nemen om een <strong>RUP</strong> op te<br />

maken. De gemeente wenst in haar GRS enkel een locatie aan te duiden waar deze<br />

uitbreidingen kunnen gerealiseerd worden. De concrete uitbreidingsbehoeften zullen<br />

via planologisch attest onderbouwd worden. 4<br />

Bron: GRS <strong>Glabbeek</strong><br />

3<br />

<strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>Glabbeek</strong>, richtinggevend deel, p. 87<br />

4<br />

<strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>Glabbeek</strong>, richtinggevend deel, p. 87-88<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 9/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Figuur 3: Strategisch project <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroek<br />

Bron: GRS <strong>Glabbeek</strong><br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 10/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

In de beschrijving van het strategisch project <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong><br />

Craenenbroekstraat’ wordt deze visie gedetailleerd : "Randvoorwaarden in functie van<br />

een kwalitatieve ontwikkeling<br />

- Verder zetten van de bebouwingsstrook: de ruimte voor lokale<br />

bedrijvigheid komt in het verlengde van de woonbebouwing, de diepte<br />

wordt beperkt om het <strong>lokaal</strong> karakter te bewaren en een uitbreiding van<br />

de veiling mogelijk te maken in tweede bouworde;<br />

- Vrijwaren van de ontwikkelingsmogelijkheden voor de veiling. Eventuele<br />

uitbreidingen voor de veiling kunnen plaatsvinden in tweede bouworde.<br />

Hiervoor dient een doorgang van minimaal 20 meter gevrijwaard te<br />

blijven aansluitend bij de bestaande woningen in de Craenenbroekstraat;<br />

- Aandacht voor de vallei van de Meenselbeek. Bij een eventuele<br />

uitbreiding van de veiling dient voldoende rekening gehouden te worden<br />

met de nabijheid van de Meenselbeek. De opmaak van een <strong>RUP</strong> voor de<br />

uitbreiding van de veiling dient gepaard te gaan met voldoende<br />

beschermde maatregelen voor het valleigebied.<br />

- Aandacht voor het omliggende landschap. De veiling is een vrij<br />

grootschalige structuur. Bij de inplanting dient voldoende rekening<br />

gehouden te worden met het omliggend landschap en dienen de nodige<br />

visuele buffers aangeplant te worden;<br />

- Definiëren van een ‘venster’ op de open ruimte: de ruimte voor<br />

bedrijvigheid mag niet worden doorgetrokken tot aan N29; het contact<br />

met het landschap, het zicht op de vallei en hoeve moet worden<br />

gevrijwaard, de activiteiten van het landbouwbedrijf mogen niet in het<br />

gedrang komen;<br />

- Flexibiliteit door modulair systeem: voor de perceelstructuur moet worden<br />

gezocht naar een flexibel systeem zodat naargelang de nodige<br />

oppervlakte van het bedrijf enkele modules kunnen worden<br />

samengenomen, zonder het lokale karakter van het <strong>bedrijventerrein</strong> te<br />

overschrijden;<br />

- Werken met kleine percelen om het lokale karakter van de<br />

bedrijvenzones te ondersteunen. Percelen van gemiddeld 1.000m² met<br />

een maximum van 2.500m². Het gemiddelde is gebaseerd op de omvang<br />

van de bestaande bedrijvigheid in de gemeente.” 5<br />

De Meenselbeekvallei is aangeduid als een belangrijke drager van de natuurlijke<br />

structuur. “Binnen de gemeente vormen de Velpevallei en de daarmee<br />

samenhangende valleien van de Meenselbeek, de Oudebeek en de Broekbeek, de<br />

ruggengraat van de natuurlijke structuur. Tegelijk vormen ze de drager van het<br />

boven<strong>lokaal</strong> en <strong>lokaal</strong> ecologisch netwerk. De valleigebieden moeten worden<br />

beschermd als ‘groene dragers’ van de open ruimte. Het is belangrijk dat er een<br />

ruimtelijke dialoog ontstaat tussen landbouw, natuur en landschap. De valleigebieden<br />

worden benoemd tot ‘groen natuurlandschap’. Dit veronderstelt het vrijwaren van<br />

verdere bebouwing, het ondersteunen van de verbindingsfunctie en extra aandacht<br />

voor natuurontwikkeling.” 6<br />

De Craenenbroekstraat is aangeduid als erfontsluitingsweg (lokale weg type 3). Ter<br />

hoogte van de kruising met de N29 is een verkeerspoort op de N29 ingetekend.<br />

1.1.2 Bindende bepalingen<br />

De bindende bepalingen duiden aan dat er een<br />

<strong>RUP</strong> voor het <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong><br />

Craenenbroek opgesteld moet worden. 7<br />

5<br />

<strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>Glabbeek</strong>, richtinggevend deel, p. 93<br />

6 <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>Glabbeek</strong>, richtinggevend deel, p. 66<br />

7<br />

<strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>Glabbeek</strong>, bindend deel, p. 120<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 11/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

1.2 RUIMTELIJKE SITUERING<br />

Het plangebied is gesitueerd in de onmiddellijke omgeving van het centrum van<br />

<strong>Glabbeek</strong>. Het gebied is gelegen langs de Craenenbroekstraat. Dit gebied is<br />

momenteel in gebruik als akker. Deze akkers worden in het zuiden begrensd door de<br />

Meenselbeekvallei. De bebouwing ten noorden van de Craenenbroekstraat wordt<br />

gekenmerkt door de aanwezigheid van verschillende kleine bedrijven, de vestiging<br />

van de Belgische Fruitveiling en een middelgroot bedrijf (Stas, fruitsorteermachines).<br />

Ten noorden van het plangebied start het woonlint van de Craenenbroekstraat. Dit<br />

mondt uit in de centrumbebouwing. Ten zuidoosten is een landbouwbedrijf gelegen.<br />

De N29 (secundair 1) bevindt zich in de onmiddellijke omgeving.<br />

Figuur 4: Situering van het plangebied<br />

Figuur 5: Situering van het plangebied op de orthofoto<br />

Bron: AGI Vlaanderen<br />

Bron: AGI Vlaanderen<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 12/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Plan<br />

Relevante beleidselementen<br />

2 BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND<br />

Onderstaande tabel reikt de elementen van de bestaande juridische toestand voor het<br />

plangebied en de omgeving aan. De rechtstoestand van de verschillende gebieden is<br />

bovendien aangeduid op de kaart:<br />

Kaart 1: Bestaande juridische toestand: gewestplan<br />

Kaart 2: Bestaande juridische toestand: kadastrale percelen<br />

Kaart 3: Bestaande juridische toestand: overige bepalingen<br />

Plan<br />

Relevante beleidselementen<br />

Beschermde monumenten,<br />

landschappen en dorpsgezichten<br />

In de onmiddellijke omgeving van het<br />

plangebied zijn geen beschermde<br />

monumenten, stads- of dorpsgezichten<br />

of beschermde landschappen<br />

gesitueerd. De Vallei van de Velpe<br />

tussen Dalemse molen en Kortenaken is<br />

aangeduid als ankerplaats. De<br />

dorpskern van Zuurbemde met<br />

kasteelpark is aangeduid als Beschermd<br />

Dorpsgezicht.<br />

Bron:AGIV<br />

Bron: gemeente <strong>Glabbeek</strong><br />

Gewestplan<br />

Gewestplan Tienen-Landen (nummer<br />

24):<br />

goedgekeurd K.B. 24-03-1978<br />

Het plangebied is gesitueerd in agrarisch<br />

gebied. De noordzijde van de<br />

Craenenbroekstraat is aangeduid als<br />

zone voor ambachtelijke bedrijven en<br />

K.M.O.’s.<br />

Ten noorden start het woonlint van de<br />

Craenenbroekstraat welk uitmondt in de<br />

dorpskern van <strong>Glabbeek</strong>. Delen van de<br />

Meenselbeek- en Velpevallei zijn<br />

aangeduid als natuur- of bosgebied.<br />

Plannen van Aanleg (BPA – <strong>RUP</strong>)<br />

In de onmiddellijke omgeving van het<br />

plangebied zijn geen Bijzondere Plannen<br />

van Aanleg gesitueerd.<br />

In de dorpskern van <strong>Glabbeek</strong> werd op<br />

31 07 2008 het <strong>RUP</strong> centrum en<br />

woonproject Melkroos goedgekeurd<br />

Habitat- en Vogelrichtlijngebieden<br />

Het Habitatrichtlijngebied ‘Bossen en<br />

kalkgraslanden van Haspengouw is<br />

gesitueerd ten oosten van het<br />

plangebied.<br />

Gebiedscode: BE 2200038<br />

Oppervlakte 2.604 ha<br />

De afstand tot dit gebied bedraagt ca.<br />

1.100 meter.<br />

Het Habitatrichtlijngebied herbergt<br />

volgende habitats:<br />

Gebieden waar zeldzame orchideeën<br />

groeien (Festuco-Brometalia);<br />

Voedselrijke ruigten;<br />

Laaggelegen, schraal hooiland<br />

(Alopecurus pratensis, Sanguisorba<br />

officinalis);<br />

Kalktufbronnen met tufsteenformatie<br />

(Cratoneurion);<br />

Beukenbossen van het type Asperulo-<br />

Fagetum;<br />

Eikenbossen van het type Stellario-<br />

Carpinetum;<br />

Overblijvende of relictbossen op alluviale<br />

grond (Alnion glutinoso-incanae);<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 13/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Plan<br />

Relevante beleidselementen<br />

Plan<br />

Relevante beleidselementen<br />

VEN gebieden<br />

Verkavelingvergunningen<br />

Ten oosten van het plangebied is de<br />

Grote Eenheid Natuur ‘De Zuurbemde’<br />

gesitueerd.<br />

In het plangebied werden geen<br />

stedenbouwkundige noch verkavelingsvergunningen<br />

verleend.<br />

Nummer van het VEN gebied: 536<br />

Datum invoege treding: 31 10 2003<br />

Bodemdecreet<br />

Bron:AGIV<br />

Inbreuken tegen de<br />

stedenbouwkundige regelgeving<br />

Er zijn geen verontreinigingen vastgesteld<br />

ter hoogte van het plangebied. In het<br />

plangebied en omgeving is er geen<br />

bodemonderzoek uitgevoerd.<br />

Milieuvergunningen<br />

In het plangebied zijn geen inbreuken<br />

tegen de stedenbouwkundige<br />

regelgeving ambtelijk vastgesteld<br />

Voorkooprecht<br />

In het plangebied geldt geen publiek<br />

voorkooprecht.<br />

Nabij het plangebied is recent een<br />

milieuvergunning klasse 1 verleend aan<br />

bvba Craenenbroekhof gelegen<br />

Craenenbroekstraat 53 voor het<br />

veranderen van een varkenshouderij met<br />

een vergistingsinstallatie, , bij besluit van<br />

de bestendige deputatie d.d. 28 oktober<br />

2010<br />

In het GEN gebied heeft de VLM<br />

voorkooprecht<br />

Begunstigde: VLM<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 14/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Plan<br />

Relevante beleidselementen<br />

Plan<br />

Relevante beleidselementen<br />

Openbare wegen<br />

Herbevestigde agrarische gebieden<br />

Craenenbroekstraat<br />

Voetweg 64, 70 en 71 (omgeving)<br />

Weg 36 is afgeschaft volgens de digitale<br />

atlas der buurtwegen<br />

BVR 12 december 2008<br />

Beleidsmatige herbevestiging van de<br />

bestaande gewestplannen voor agrarische<br />

gebieden.<br />

Het plangebied is opgenomen als<br />

herbevestigd agrarisch gebied.<br />

Watertoets<br />

Het plangebied is niet gelegen in<br />

effectief of mogelijk<br />

overstromingsgevoelige gebieden.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 15/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Figuur 6: Openbare wegen in de omgeving van het plangebied<br />

Bron: gemeente <strong>Glabbeek</strong><br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 16/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 17/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 18/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 19/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 20/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 21/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

3 BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND<br />

Kaart 4: Bestaande feitelijke toestand: topografische kaart<br />

Kaart 5: Bestaande feitelijke toestand: orthofoto<br />

Het plangebied is gelegen aan de zuidwestzijde van de Craenenbroekstraat, tussen de<br />

weg en de vallei van de Meenselbeek. De noordoostzijde van de Craenenbroekstraat<br />

wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van kleine en middelgrote bedrijven. Meer<br />

naar het noorden is een vestiging van de Belgische Fruitveiling gesitueerd. Het<br />

gespecialiseerde bedrijf Stas grenst aan de zuidzijde van de veiling. Nabij de<br />

Meenselbeek is een landbouwzetel geïsoleerd ingeplant. Ten noorden van deze zetel<br />

zijn bosrelicten en aangeplante bossen van het plangebied gesitueerd. Het woonlint<br />

van de Craenenbroekstraat start ter hoogte van de vestiging van de fruitveiling.<br />

Het plangebied wordt gebruikt als akker. De perceelsgrenzen van de akkers zijn dwars<br />

op de Craenenbroekstraat gesitueerd. De omgeving wordt bepaald door de nabijheid<br />

van de N29, de Meenselbeekvallei, de bestaande (lokale) bedrijven, de vestiging van<br />

de fruitveiling en het dorpscentrum.<br />

N29<br />

Waardevolle landschappen<br />

Figuur 7: Orthofoto plangebied en omgeving<br />

Woonlint<br />

Fruitveiling<br />

Bron: AGI Vlaanderen<br />

Craenenbroekstraat ter hoogte van bedrijf Stas<br />

Kleinschalige lokale bedrijven<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 22/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

De bestaande feitelijke toestand is deel van een herkenbare ruimtelijke structuur:<br />

Geomorfologische structuur<br />

De Meenselbeek is gesitueerd in een duidelijk dal dat de bebouwing van het centrum<br />

afbakent. Het reliëfverschil met de Craenenbroekstraat bedraagt meer dan 10 meter.<br />

Lijninfrastructuur<br />

De N29 is een secundaire weg type I. De weg verbindt de kleinstedelijke gebieden<br />

Tienen en Diest en de E40 met de E313 (verkeerswisselaar Bekkevoort)<br />

Natuurlijke structuur<br />

De Meenselbeek verbindt de beboste heuvelrug met de Velpevallei. In de vallei zijn<br />

een aantal bosrelicten en aangeplante bossen gesitueerd.<br />

Bebouwingstructuur<br />

De noordzijde van de Craenenbroekstraat wordt gekenmerkt door de aanwezigheid<br />

van kleine en middelgrote bedrijven. De vestiging van de Belgische Fruitveiling is<br />

dominant.<br />

Het bedrijf Stas is functioneel verbonden met de fruitveiling en is van omvang en<br />

werking een boven<strong>lokaal</strong> bedrijf. Het woonlint van de Craenenbroekstraat start ter<br />

hoogte van de vestiging van de fruitveiling en loopt uit in het centrum van <strong>Glabbeek</strong><br />

(Dries).<br />

In de vallei is een landbouwzetel gevestigd. Ter hoogte van het kruispunt met de N29<br />

zijn twee nieuwe handelszaken gesitueerd.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 23/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Figuur 8: Bestaande ruimtelijke structuur plangebied en omgeving (meso)<br />

Figuur 9: Bestaande ruimtelijk structuur plangebied (micro)<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 24/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

4 RECENTE STUDIES EN ONTWIKKELINGEN IN DE OMGEVING<br />

4.1 ONTWIKKELINGSVISIE UITBREIDING BELGISCHE FRUITVEILING<br />

Status<br />

Ontwerp planologisch attest: januari 2009<br />

Deze ontwikkelingsvisie is opgesteld in<br />

uitvoering van het planologisch attest. Er werd<br />

evenwel geen planologisch attest afgeleverd.<br />

Het plan pleit voor een vestiging tussen het<br />

<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> en de<br />

Meenselbeekvallei.<br />

De BFV wil de opslag- en<br />

verwerkingscapaciteit, de koelcellen,<br />

sorteerruimtes en laadkaaien uitbreiden aan de<br />

overkant van de Craenenbroekstraat. De uitbreiding van de veilinginfrastructuur in<br />

<strong>Glabbeek</strong> vereist de opmaak van een gewestelijk uitvoeringsplan.<br />

4.2 AANLEG AFVALWATERCOLLECTOR LANGS DE MEENSELBEEKVALLEI<br />

Status<br />

Ontwerpfase 1 van het plan ingediend op 1 december 2008<br />

Omwille van de noodzakelijke aanleg van de riolering en het verbinden van het<br />

dorpscentrum naar het geplande zuiveringstation aan de N29 wordt een collector<br />

gepland. Een eerste ontwerp is ingediend maar niet goed bevonden door het<br />

Agentschap voor Natuur en Bos. Het ontwerp zal na besprekingen en overleg<br />

aangepast worden. De precieze ligging van de collector en de ruimte welke deze zal<br />

innemen kan dus nog niet bepaald worden.<br />

Het Agentschap voor Natuur en Bos. pleit voor de aanleg langs de<br />

Craenenbroekstraat. In voorkomend geval kan de heraanleg van de weg, het<br />

aanleggen van een gescheiden systeem 8 en de aanleg van de nieuwe collector<br />

geïntegreerd worden.<br />

Belangrijke aandachtspunten in dit ontwerp zijn:<br />

<br />

<br />

<br />

De relatie tussen de twee vestigingen;<br />

De bereikbaarheid;<br />

De landschappelijke inpassing;<br />

Het schepencollege heeft in zitting van 13 januari 2009 een gunstig advies verleend<br />

nopens het G<strong>RUP</strong> op voorwaarde dat de ontwikkeling van het <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong><br />

niet in het gedrang komt en dat de uitbreiding wordt voorzien in tweede bouworde<br />

overeenkomstig de bepalingen vervat in het GRS.<br />

Vervolgens hebben enkele overlegvergaderingen plaats gehad met alle betrokken<br />

partijen, op initiatief van het Agentschap Lokaal Ondernemen, teneinde een aantal<br />

ontwikkelingsscenario’s te bespreken. Er werd echter geen consensus bereikt over de<br />

locatie voor uitbreiding van de BFV.<br />

8 Deze weken staan ingeschreven op de (half)lange termijnplanning van Riobra.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 25/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

4.3 AANVRAAG BIO- EN MESTVERWERKINGSINSTALLATIE<br />

Status<br />

Stedenbouwkundige aanvraag ingediend dd.22 04 2009<br />

De landbouwzetel (varkenshouderij in de Craenenbroekstraat 53) wil een bio- en<br />

mestverwerkingsinstallatie naast het bedrijf bouwen. De stedenbouwkundige<br />

vergunning werd verleend door het schepencollege op 19 januari 2010. De<br />

milieuvergunning klasse 1 werd verleend bij besluit van de bestendige deputatie van<br />

Vlaams-Brabant d.d. 28 oktober 2010.<br />

Omwille van de milieuwetgeving en de vereiste afstandsregels kan het samen<br />

voorkomen van een mestverwerkinginstallatie de bewaarloodsen van fruit mogelijk<br />

leiden tot conflicten.<br />

Figuur 10: Zone voor de inplanting van het mestverwerkingsinstallatie<br />

4.4 RELEVANTE ELEMENTEN UIT HET PROVINCIAAL STRUCTUURPLAN<br />

Status:<br />

Definitieve vaststelling door de provincieraad: 11 mei 2004<br />

Goedkeuring Vlaamse regering: 7 oktober 2004<br />

Publicatie besluit in het Belgisch staatsblad: 16 november 2004<br />

In werking sedert 1 december 2004<br />

Een beperkt aantal aspecten uit het provinciaal structuurplan zijn relevant voor het<br />

bepalen van de ontwikkelingperspectieven van het <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> en<br />

omgeving.<br />

Het plangebied is deel<br />

van de deelruimte<br />

‘landelijke kamer<br />

oost.” 9<br />

Bron: gemeente <strong>Glabbeek</strong><br />

9 Ruimtelijk Structuurplan Provincie Vlaams-Brabant, richtinggevend gedeelte, pag. 227<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 26/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

4.4.1 Knelpunten van de landelijke kamer oost<br />

Open ruimte<br />

De natuur- en landbouwfuncties worden bedreigd door verlinting en verrastering<br />

wat leidt tot een versnippering van de open ruimte;<br />

De open ruimte en de natuur is sterk versnipperd;<br />

De invloed van infrastructuren en bereikbaarheid op het nederzettingspatroon is<br />

duidelijk herkenbaar.<br />

De vallei van de Velpe kent een relatief hoge grondwaterkwetsbaarheid.<br />

Bebouwde ruimte<br />

Lijninfrastructuur<br />

<br />

<br />

<br />

De lage bevolkingsdichtheid verhindert de uitbouw van een efficiënt openbaar<br />

vervoer systeem;<br />

De regio kent geen belangrijke economische polen en is daarom sterk gericht op<br />

Leuven en Brussel;<br />

Door de gebrekkige openbaar vervoer ontsluiting is de woon-werk pendel in en<br />

vanuit de Landelijke Kamer Oost sterk autogericht.<br />

Toerisme en recreatie<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Tienen fungeert onvoldoende als centrale aantrekkingspool binnen de regio en<br />

kampt met een achtergesteld en verouderd industrieel imago;<br />

Verlinting treedt op;<br />

De gemeenten van de Landelijke Kamer Oost scoren slecht op het gebied van<br />

tewerkstellingsplaatsen. Hoge pendelcijfers leiden tot een evolutie naar<br />

‘slaapdorpen of - gemeenten’;<br />

De ontsluiting van de veilingen te Zoutleeuw en <strong>Glabbeek</strong> is niet optimaal.<br />

<br />

Het toeristisch–recreatief aanbod is in Landelijke Kamer Oost duidelijk zwakker<br />

dan het aanbod in Limburgs Haspengouw.<br />

Figuur 11: Landschapsentiteiten in Vlaams-Brabant<br />

Bron: Provinciaal Structuurplan Vlaams-Brabant<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 27/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

4.4.2 Potenties van de landelijke kamer oost<br />

Open ruimte<br />

Toerisme en recreatie<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Landbouw vormt samen met natuur de belangrijkste openruimte gebruikers;<br />

De natuurfunctie is in de Landelijke Kamer Oost sterk vertegenwoordigd door<br />

restanten van het eertijds uitgestrekte Hagelandse bosbestand, biologisch<br />

waardevolle, noordzuidgerichte rivier- en beekvalleien...<br />

De cultuurhistorische relicten en de nog sterk aanwezige natuurwaarden in het<br />

landschap verschaffen potenties naar het aantrekken van recreatie en toerisme;<br />

Het Hagelandse landschap, gekenmerkt door parallelle beekvalleien en<br />

heuvelruggen, waarlangs straatdorpen zijn aaneengeregen, en bosvlekken …<br />

bepalen in sterke mate de identiteit van de streek. Deze wordt versterkt door<br />

talrijke historische nederzettingsvormen.<br />

<br />

De concentratie van toeristische, recreatieve en culturele elementen in het<br />

zuidoostelijk deel van de Landelijke Kamer Oost biedt potenties voor de uitbouw<br />

van een samenhangend en complementair toeristisch-recreatief aanbod: een<br />

netwerk.<br />

Figuur 12: Ontwikkelingsperspectief landelijke kamer oost<br />

Bebouwde ruimte<br />

Economische vestigingen en kleinhandel zijn sterk geconcentreerd binnen de<br />

regio op een aantal goed ontsloten punten;<br />

Oude nederzettingsvormen en historische stadslandschappen, zoals de<br />

historische kernen van Zoutleeuw, Tienen en Hoegaarden, verschaffen potenties<br />

naar het aantrekken van toerisme en recreatie.<br />

Mobiliteit<br />

<br />

<br />

Tienen als motor van economische ontwikkeling biedt kansen voor het creëren<br />

van bijkomende tewerkstelling en een bijkomend voorzieningenniveau;<br />

In kader van de basismobiliteit en de uitbouw van de sneldienst Diest-Tienen,<br />

worden alternatieven gecreëerd voor de sterke autogerichtheid het gebied.<br />

Bron: Provinciaal Structuurplan Vlaams-Brabant<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 28/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

4.4.3 Ruimtelijke principes<br />

Blijven nastreven van het landelijk karakter<br />

De ‘Landelijke Kamer Oost’ is een landelijke kamer. Dit wil zeggen dat de ruimte<br />

minder versnipperd is dan in andere delen van de provincie. Grote openruimte gehelen<br />

zijn er prominent aanwezig en het landschap wordt sterk bepaald door het fysisch<br />

systeem.<br />

De landbouw in een landelijke kamer is nadrukkelijk aanwezig. De voor de landbouw<br />

minder waardevolle gebieden worden stap voor stap ingepast in de natuurlijke<br />

structuur. Vooral de vochtige valleigebieden zijn ideale locaties voor een stil<br />

veranderingsproces naar biologisch waardevolle gebieden.<br />

De provincie wenst de natuurlijke structuur zoveel mogelijk te vrijwaren, in het<br />

bijzonder de valleien.<br />

De nederzettingen zijn nog als duidelijk aparte entiteiten in het zeer open landschap<br />

herkenbaar. Het betreft over het algemeen vrij compacte en kleine kernen en<br />

gehuchten met een nog duidelijk afleesbaar historisch patroon. De provincie wenst<br />

deze karakteristieken naar de toekomst toe te behouden, te versterken en waar nodig<br />

te verbeteren. Een specifiek probleem vormen de vele leegstaande militaire domeinen<br />

waarvoor de provincie het initiatief kan nemen om samen met de betrokken<br />

gemeenten en de militaire overheid de nabestemming te onderzoeken.<br />

De open ruimte in de landelijke kamer dient prioritair gereserveerd te worden voor<br />

landbouw, natuur en water. Deze openruimtefuncties dienen evenwichtig ten opzichte<br />

van elkaar en met respect voor de eigenheid van het gebied ontwikkeld te worden. De<br />

kwaliteit van de open ruimte is bovendien een belangrijke troef voor het ontplooien en<br />

promoten van een toeristisch-recreatief (mede)gebruik van de ruimte.<br />

Op basis van de bestaande ruimtelijke structuur kunnen 3 landschappelijke eenheden<br />

onderscheiden worden:<br />

<br />

<br />

<br />

Veelkleurig lappendeken, een versplinterd landschap tussen Leuven, de N2, de<br />

N223 en de N3;<br />

Glooiend sliertenlandschap, vanaf de N 223 tot aan de grens met Limburg;<br />

Haspengouws sproetenlandschap, ten zuiden van de N3 en aansluitend bij het<br />

open landbouwgebied in Waals-Brabant en Luik;<br />

Elk van deze landschappelijke eenheden heeft een eigen identiteit die in deze regio<br />

zeer sterk bepaald wordt door de openruimtefuncties.<br />

Het glooiend sliertenlandschap is een gebied dat essentieel voor de<br />

productielandbouw. Agrarische verbreding is aangewezen. Tuinbouw onder glas of<br />

plastiek kan niet op grote schaal uitgebouwd worden. Bestaande concentraties blijven<br />

behouden. Bij de ruimtelijke afweging is de landschappelijke toets doorslaggevend.<br />

Structurele verbreding ter ondersteuning van de toeristisch-recreatieve potenties is<br />

mogelijk.<br />

Algemeen is het aangewezen om de ruimtelijke ontwikkelingen in deze regio vooral te<br />

sturen op landschappelijke veranderingen naar een groen en aantrekkelijk landschap.<br />

De natuurlijke gehelen dienen versterkt en verder uitgebouwd te worden. Grote delen<br />

van de landschappelijke eenheid zijn opgenomen als natuurverbindingsgebieden.<br />

Zichtassen door de bebouwing naar het open landschap zijn essentieel.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 29/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Synthese van de relevante elementen uit het provinciaal plan<br />

<br />

De ontsluiting van de veilingen te Zoutleeuw en <strong>Glabbeek</strong> is niet optimaal;<br />

Figuur 13: Ontwikkelingsperspectief landelijke kamer oost (uittreksel)<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

De open ruimte in de landelijke kamer moet prioritair gereserveerd worden voor<br />

landbouw, natuur en water. Deze openruimtefuncties moeten evenwichtig ten<br />

opzichte van elkaar en met respect voor de eigenheid van het gebied ontwikkeld<br />

te worden.<br />

De natuurlijke structuur moet zoveel mogelijk gevrijwaard worden, in het bijzonder<br />

de valleien;<br />

De Meenselbeek is aangeduid als natte natuurverbinding (6c);<br />

De voor de landbouw minder waardevolle gebieden worden stap voor stap<br />

ingepast in de natuurlijke structuur. Vooral de vochtige valleigebieden zijn ideale<br />

locaties voor een stil veranderingsproces naar biologisch waardevolle gebieden;<br />

De kwaliteit van de open ruimte is een belangrijke troef voor het ontplooien en<br />

promoten van een toeristisch-recreatief (mede)gebruik van de ruimte;<br />

De karakteristieken van de nederzettingen moeten behouden, te versterkt en waar<br />

nodig verbeterd worden.;<br />

Mogelijkheden voor de nabestemming van de leegstaande militaire domeinen<br />

moet onderzicht worden;<br />

Het glooiend sliertenlandschap is een gebied dat essentieel voor de<br />

productielandbouw;<br />

Ruimtelijke ontwikkelingen en landschappelijke veranderingen moeten leiden tot<br />

een groen en aantrekkelijk landschap. De natuurlijke gehelen moeten versterkt en<br />

verder uitgebouwd worden;<br />

Grote delen van de landschappelijke eenheid zijn opgenomen als<br />

natuurverbindingsgebieden;<br />

Zichtassen door de bebouwing naar het open landschap zijn essentieel;<br />

Deze elementen zullen met bijzondere aandacht onderzocht worden bij de verdere<br />

gebiedgerichte benadering van de ontwikkeling van het <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong>.<br />

Bron: Provinciaal Structuurplan Vlaams-Brabant<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 30/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

5 KNELPUNTEN EN POTENTIES<br />

5.1 RUIMTELIJKE KNELPUNTEN – BEDREIGINGEN<br />

<br />

<br />

Het kruispunt Craenenbroekstraat - N29 is onvoldoende verkeersveilig;<br />

De verkeersafwikkeling in de Craenenbroekstraat is niet gescheiden, er zijn geen<br />

gescheiden fiets- en voetpaden en het bedrijfsverkeer en woonverkeer worden<br />

vermengd;<br />

De beeldkwaliteit van de nieuwe bedrijfsgebouwen kan het beeld van de<br />

omgevingskwaliteit negatief bepalen;<br />

Het toenemend verkeer kan de woonkwaliteit in het noordelijk deel van de<br />

Craenenbroekstraat beperken;<br />

<br />

<br />

<br />

Een geïntensifieerd gebruik van het openbaar domein van de Craenenbroekstraat<br />

voor bedrijfsactiviteiten (vooral door de veiling wanneer de voorziene uitbreiding<br />

gerealiseerd wordt);<br />

De visuele relatie tussen dorpsrand en Meenselbeekvallei kan verdwijnen;<br />

Wanneer de bedrijven ook kleinhandel drijven kan dit een negatieve ontwikkeling<br />

uitoefenen op de gewenste ontwikkeling van het (handels)centrum;<br />

5.2 POTENTIES – KANSEN<br />

De ontwikkeling biedt ruimte voor de vestiging van nieuwe lokale bedrijven;<br />

De Craenenbroekstraat kan heringericht worden met gescheiden<br />

verkeersafwikkeling in het zuidelijk deel;<br />

Een verkeerspoort kan beide functies van de Craenenbroekstraat duidelijk<br />

scheiden: woonstraat en omgeving met bedrijvigheid;<br />

De ontwikkeling van het <strong>bedrijventerrein</strong> kan aanleiding zijn om het kruispunt met<br />

de N29 te wijzigen;<br />

Door het gebruik maken van het reliëf kan de visuele impact van de nieuwe<br />

bedrijven beperkt worden;<br />

Door het koppelen van bebouwing kan een visuele relatie met de<br />

Meenselbeekvallei behouden worden;<br />

Door het gebruik maken van een zone langs de Meenselbeek als retentiebekken,<br />

kan de natuurverbindingsfunctie van de Meenselbeekvallei in overeenstemming<br />

met de provinciale aandachtspunten versterkt worden; 10<br />

Verdwijnen van de visuele relatie met de<br />

Meenselbeekvallei<br />

Geen gescheiden voet- en fietspaden in de<br />

Craenenbroekstraat<br />

Kruispunt met N29 aanpassen<br />

Een verkeerspoort creëren<br />

10<br />

Wanneer de buffer- en infiltratiebekkens langs de Meenselbeek gerealiseerd worden, wordt een<br />

bredere groene strook in de vallei gecreëerd. Deze strook heeft naast een landschappelijke en<br />

ecologische waarde dan ook een functionele betekenis voor het bergen van water. Dit<br />

waterbeheer versterkt de ecologische en landschappelijke waarde. De bufferbekkens worden<br />

immers in een strook langs de beek aangelegd. De beekvallei wordt daardoor breder. Daar de<br />

landbouwgronden nabij de beek minder waardevol zijn dat op de helling, wordt er tevens minder<br />

waardevolle landbouwgrond ingenomen.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 31/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

6 RUIMTELIJK ONDERZOEK<br />

6.1 ONDERZOEKSVRAGEN<br />

6.1.1 Hoe kan de verkeersveiligheid en de verkeersafwikkeling<br />

geoptimaliseerd worden<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Op welke wijze kan de Craenenbroekstraat heringericht worden<br />

Wat is de vereiste wegbreedte van de weg Het weggedeelte in het zuiden moet<br />

opgevat worden met gescheiden verkeersafwikkeling. Dit leidt tot een vereiste<br />

breedte van het openbaar domein van minimum 12 meter zonder parkeerstrook.<br />

Wat is de bestaande breedte van het openbaar domein Waar liggen de<br />

leidingen<br />

In het zuiden is nog ruimte voor het verbreden van het openbaar domein. In<br />

het woongedeelte kan het fietsverkeer op de weg gesitueerd worden.<br />

Kan er een duidelijk onderscheid en grens gesteld worden aan de twee delen van<br />

de Craenenbroekstraat Het noordelijk deel als woonstraat, het zuidelijk deel als<br />

‘bedrijvenstraat’<br />

Is er bijkomende ruimte vereist of wenselijk voor het ‘overnachten’ van<br />

vrachtwagens Zijn langsparkeerplaatsen wenselijk<br />

Hoe wordt de mogelijke relatie tussen de beide BFV campussen vorm gegeven<br />

Is het wenselijk dat beide toegangen tegenover elkaar geplaatst worden Wordt<br />

dit opgevat als een kruispunt Wat is de verkeersrelatie tussen beide campussen<br />

6.1.2 Welke type van bedrijven is wenselijk<br />

Welke activiteiten zijn wenselijk<br />

Wat is de omvang de bedrijven<br />

Is er vraag naar dergelijke <strong>bedrijventerrein</strong>en<br />

Kunnen bedrijfswoningen in de bedrijven geïntegreerd worden<br />

In welke mate kan kleinhandel deel zijn van de bedrijfsactiviteit<br />

Wie kan/zal het <strong>bedrijventerrein</strong> ontwikkelen<br />

6.1.3 Hoe moet de landschappelijke inpassing opgevat worden<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Wat is de omvang en hoogte van de bedrijfsgebouwen<br />

Op welke wijze kan het reliëf intelligent gebruikt worden<br />

Wat zijn de grenzen die gesteld worden aan publiciteit (met inbegrip van het zicht<br />

naar de N29)<br />

Is individuele of gekoppelde bebouwing wenselijk<br />

Is de aanleg van een gemeenschappelijk bufferbekken mogelijk<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 32/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

6.2 ONTWERPEND ONDERZOEK<br />

Figuur 14: Doorsnede van een uitgeruste weg met bedrijvigheid met minimale breedte<br />

Het ontwerpend onderzoek interpreteert de bestaande en gewenste ruimtelijke<br />

ontwikkelingen en dient een antwoord te bieden op de geformuleerde<br />

onderzoeksvragen.<br />

6.2.1 Wegbreedte en ontsluiting<br />

Een weg in een bedrijvenzone of een weg die bedrijven ontsluit heeft bij voorkeur een<br />

minimum breedte van 12 meter. Een groot deel van deze breedte wordt ingenomen<br />

door de beide wegvakken (vaak tweemaal 3 meter) met inbegrip van de kantstroken<br />

(boordsteen en goot telkens 0.5 meter). De rest is noodzakelijk voor de aanleg van<br />

gescheiden voet- en fietspaden en de aanleg van nutsleidingen (gas, water, telefoon,<br />

elektriciteit, glasvezelkabel,…<br />

Een enkel richtingsfietspad meet tenminste 1,75 meter, een dubbel richtingsfietspad<br />

2,50 meter. De breedte van en voetpad meet 1,5 meter. Er is geen vaste maat voor de<br />

aanleg van een gecombineerd fiets- voetpad. Er wordt gesteld dat de breedte<br />

tenminste even breed is als dat van een enkel richtingsfietspad.<br />

De breedte van de beplantingsstrook tussen rijweg en fietspad kan variëren. Wanneer<br />

hagen aangeplant worden is deze tenminste 0,50 meter breed, wanneer<br />

hoogstammige bomen aangeplant worden is er minimum een breedte van 1,75 meter<br />

vereist.<br />

De breedte van de onverharde berm varieert voor nutsleidingen van project tot project.<br />

Een minimumbreedte van 1 meter lijkt wenselijk. Een aanleg met nutsleidingen onder<br />

de fietspaden is ook steeds een optie.<br />

Gelet op de gewenste kwalitatieve inpassing zijn beplantingsstroken wenselijk. Het<br />

fietspad wordt dan visueel en fysiek gescheiden door een haag en laan. Op deze wijze<br />

wordt het het perspectief vanuit het kruispunt met de N29 versterkt. Bij de beplanting<br />

dient steeds rekening gehouden te worden met de maximale zichtbaarheid van fietsers<br />

zeker in geval van een fietspad in twee richtingen.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 33/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

6.2.2 Korrelgrootte en inrichting<br />

Het <strong>bedrijventerrein</strong> wordt gecreëerd voor de vestiging van nieuwe of het<br />

herlokaliseren van bestaande lokale bedrijven. De omvang van deze lokale bedrijven<br />

in <strong>Glabbeek</strong> is beperkt. Opvallend is dat de bedrijven steeds verbonden zijn met een<br />

bedrijfswoning. Op basis van de inventarisatie uit het gemeentelijk ruimtelijk<br />

structuurplan zijn een aantal bestaande lokale bedrijven geïnventariseerd. Onderzoek<br />

geeft een beeld van de aard en de omvang van de bedrijven, de omvang van het<br />

perceel, de bebouwing (morfologie en oppervlakte) en de verharding. Deze gegevens<br />

kunnen als referentie gehanteerd worden bij het bepalen van de gewenste vormgeving<br />

van het nieuw te ontwerpen lokale <strong>bedrijventerrein</strong>.<br />

6.2.2.1 Bedrijf Denruyter<br />

Figuur 15: Orthofoto <strong>lokaal</strong> bedrijf Denruyter<br />

Locatie: Tiensesteenweg in <strong>Glabbeek</strong><br />

Ruimtelijke kenmerken<br />

m² %<br />

Aard van de activiteit<br />

Produceren en plaatsen van ramen en deuren<br />

Oppervlakte perceel 2.200<br />

Oppervlakte bedrijfsgebouwen 756 34,4<br />

Oppervlakte bedrijfswoning 216 9,8<br />

De bedrijfswoning is gesitueerd in een vrijstaand gebouw voor de werkplaats.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 34/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

6.2.2.2 Autoherstelwerken Dorpsstraat<br />

Figuur 16: Orthofoto <strong>lokaal</strong> bedrijf Dorpsstraat<br />

6.2.2.3 Dakwerken Lambrechts<br />

Figuur 17: Orhofoto <strong>lokaal</strong> bedrijf Lambrechts<br />

Locatie: Dorpsstraat in Kapellen<br />

Ruimtelijke kenmerken<br />

m² %<br />

Aard van de activiteit<br />

Herstel koetswerk en verkoop van wagens<br />

Oppervlakte perceel 3.040<br />

Oppervlakte bedrijfsgebouwen 536 17,6<br />

Oppervlakte bedrijfswoning 216 9,8<br />

De bedrijfswoning is niet geïntegreerd in de bedrijfsruimte. De activiteit heeft een<br />

ruimtebehoefte aan opslag (auto’s) in open lucht.<br />

Locatie: Zuurbemde in Zuurbemde<br />

Ruimtelijke kenmerken<br />

m² %<br />

Aard van de activiteit<br />

Dakwerken en houthandel<br />

Oppervlakte perceel 2.223<br />

Oppervlakte bedrijfsgebouwen 985 44,3<br />

Oppervlakte bedrijfswoning 175 7,9<br />

De bedrijfswoning is gesitueerd in een vrijstaand gebouw voor de werkplaats. De<br />

activiteit heeft behoefte aan laad- los en circulatieruimten.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 35/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

6.2.2.4 Autoherstelplaats Pamelenstraat<br />

Figuur 18: Orthofoto <strong>lokaal</strong> bedrijf autoherstelplaats Pamelenstraat<br />

6.2.2.5 Schrijnwerkerij Butschovestraat<br />

Figuur 19: Orthofoto <strong>lokaal</strong> bedrijf schrijnwerkerij Butschovestraat<br />

Locatie: Pamelestraat in Bunsbeek<br />

Ruimtelijke kenmerken<br />

m² %<br />

Aard van de activiteit<br />

Herstellen van auto’s<br />

Oppervlakte perceel 1.918<br />

Oppervlakte bedrijfsgebouwen 352 18,4<br />

Oppervlakte bedrijfswoning 216 9,8<br />

De bedrijfswoning is gesitueerd in een vrijstaand gebouw voor de garage. De activiteit<br />

heeft een grote ruimtebehoefte aan opslag (auto’s) in open lucht.<br />

Locatie: Butschovestraat in Wever<br />

Ruimtelijke kenmerken<br />

m² %<br />

Aard van de activiteit<br />

Produceren en plaatsen van ramen en deuren<br />

Oppervlakte perceel 1.307<br />

Oppervlakte bedrijfsgebouwen 526 40,2<br />

Oppervlakte bedrijfswoning 216 9,8<br />

De bedrijfswoning is gesitueerd in een vrijstaand gebouw naast de werkplaats.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 36/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

6.2.2.6 Bedrijf Vandepoel<br />

Figuur 20: Orthofoto <strong>lokaal</strong> bedrijf Vandepoel<br />

6.2.2.7 Bedrijf Ladang<br />

Figuur 21: Orthofoto <strong>lokaal</strong> bedrijf Ladang<br />

Locatie: Craenenbroekstraat in <strong>Glabbeek</strong><br />

Ruimtelijke kenmerken<br />

m² %<br />

Aard van de activiteit<br />

Reparatie en onderhoud landbouwvoertuigen<br />

Oppervlakte perceel 3.158<br />

Oppervlakte bedrijfsgebouwen 513 16,2<br />

Oppervlakte bedrijfswoning - -<br />

De bedrijfswoning is geïntegreerd in het bedrijfsgebouw.<br />

Locatie: Craenenbroekstraat in <strong>Glabbeek</strong><br />

Ruimtelijke kenmerken<br />

m² %<br />

Aard van de activiteit<br />

Plaatsen van binneninterieur<br />

Oppervlakte perceel 2.332<br />

Oppervlakte bedrijfsgebouwen 480 20,6<br />

Oppervlakte bedrijfswoning - -<br />

De bedrijfswoning is geïntegreerd in het bedrijfsgebouw.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 37/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

6.2.2.8 Bedrijfspercelen op een gepland <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong><br />

Figuur 22: Orthofoto <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Kolmen<br />

De percelen van lokale bedrijven hebben een beperkte omvang<br />

Oppervlakte perceel m² % bedrijfsgebouwen<br />

Denruyter Tiensesteenweg 2.200 34,4<br />

Autoherstel Dorpsstraat 3.040 17,6<br />

Dakwerken Lambrechts 2.223 44,3<br />

Autoherstel Pamelenstraat 1.918 18,4<br />

Schrijnwerkerij Butschovestraat 1.307 40,2<br />

Bedrijf Vandepoel 3.158 16,2<br />

Bedrijf Nico Ladang 2.332 20,6<br />

gemiddelde 2.311 27,39<br />

Het perceel voor spontaan gegroeide lokale bedrijven heeft een gemiddelde<br />

oppervlakte van 2.311m². Gemiddeld is slechts een vierde van het perceel bebouwd.<br />

Opvallend is dat verschillende bedrijfspercelen een rechthoekige vorm hebben.<br />

Deze spontane groei is vergeleken met een geplande groei van een <strong>bedrijventerrein</strong><br />

dat aangelegd is in de jaren 80 (<strong>bedrijventerrein</strong> Kolmen in Alken). Naast regionale<br />

bedrijven werd ruimte gecreëerd voor lokale bedrijven. De percelen hebben een<br />

omvang die duidelijk kleiner is dan diegene in <strong>Glabbeek</strong> onderzocht zijn. De<br />

bebouwingsgraad is vergelijkbaar. Reden hiervoor is dat ook in Kolmen<br />

bedrijfswoningen op het perceel gesitueerd zijn en dat er gekozen werd voor open<br />

bebouwing. De percelen zijn rechthoekig en hebben een gemiddelde breedte van. 20<br />

meter en een gemiddelde diepte van 50 meter.<br />

Oppervlakte perceel m² % bedrijfsgebouwen<br />

Perceel Kolmenstraat 1 1.054 38,1<br />

Perceel Kolmenstraat 2 932 36,1<br />

Perceel Kolmenstraat 3 900 18,9<br />

Perceel Kolmenstraat 4 722 43,1<br />

Perceel Kolmenstraat 5 1.408 21,9<br />

gemiddelde 1.003,2 27,6<br />

6.2.2.9 Conclusie<br />

Een perceelsgrootte van 1.000m²-2.000m² volstaat voor de vestiging en werking van<br />

lokale bedrijven. Om een zuinig ruimtegebruik aan te moedigen kan er geopteerd<br />

worden voor halfopen bebouwing. Conform de hogere regelgeving mag de<br />

perceelsoppervlakte nooit meer bedragen dan 5.000m².<br />

De percelen hebben bij voorkeur een rechthoekige vorm waarbij de diepte ongeveer<br />

tweemaal groter is dan de breedte.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 38/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

6.3 RICHTLIJNEN VOOR HET UITVOERINGSPLAN<br />

Kleinschaligheid respecteren<br />

De omvang van de percelen<br />

en de bedrijfsgebouwen<br />

worden beperkt. De percelen<br />

hebben een diepte van ca. 40<br />

tot 50 meter een breedte van<br />

ca. 20 tot 25 meter.<br />

De voorgevels van de lokale<br />

bedrijven worden gericht naar<br />

de Craenenbroekstraat<br />

waardoor laad- en loskade<br />

aan de zijde of achtergevel<br />

geplaatst worden.<br />

Grondverzet beperken<br />

Om het grondverzet te beperken en een vlotte toegankelijkheid van de bedrijfshal te<br />

realiseren wordt er voor geopteerd om het vloerniveau van het bedrijf niet te richten op<br />

het niveau van de Craenenbroekstraat. Gelet op het reliëfverschil zou dit immers<br />

leiden tot een sterk ophogen van het perceel aan de zijde van de Meenselbeek. Dit is<br />

landschappelijk niet wenselijk en beperkt ook de toegankelijkheid van de niet<br />

bebouwde ruimte achter de bedrijfshal.<br />

Figuur 23: Een efficiënt grondverzet nastreven<br />

De bedrijven worden in<br />

halfopen bebouwing opgericht<br />

waardoor het ruimteverlies<br />

beperkt wordt.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 39/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Veilige ontsluiting garanderen<br />

Figuur 24: Creëren van een verkeerspoort<br />

Het <strong>bedrijventerrein</strong> wordt ontsloten<br />

langs de N29. Het kruispunt van de<br />

N29-Craenenbroekstraat wordt daartoe<br />

heraangelegd. De haakse aantakking<br />

beperkt de verkeersveiligheid. Het<br />

nieuwe kruispunt kan tevens opgevat<br />

worden als een poort op de N29 die de<br />

doortocht van de N29 door het centrum<br />

van <strong>Glabbeek</strong> afbakent.<br />

De toegang tot de bestaande BFV<br />

vestiging wordt bij voorkeur naar het<br />

zuiden verplaatst. Net ten noorden van<br />

de nieuwe toegang scheidt een<br />

verkeerspoort de functie van<br />

woonstraat en bedrijvenweg. Het<br />

bestaande woonlint wordt daardoor<br />

beschermd. Verkeer in de richting van<br />

het noorden moet voorrang verlenen<br />

en remt daardoor af.<br />

Bedrijfsverkeer wordt geweerd in het<br />

noordelijk deel van de<br />

Craenenbroekstraat<br />

Wanneer de breedte van het openbaar<br />

domein in de Craenenbroekstraat<br />

beperkt wordt, is er geen ruimte voor<br />

langsparkeerstroken. Dit houdt in dat<br />

alle bedrijven de parkeerbehoefte<br />

moeten voorzien op eigen terrein<br />

(laden en lossen, personeel en<br />

bezoekers,…).<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 40/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Figuur 25: Mogelijke heraanleg van de Craenenbroekstraat (breedte 12m)<br />

Deze schetsen zijn louter suggestief<br />

Inrichtingsprincipes:<br />

Inrichtingsprincipes:<br />

Wegbreedte (6 meter);<br />

Fysiek gescheiden fietspaden aan weerzijden van de weg (1,75 m);<br />

Strook voor haag (0,4 m);<br />

Nutsleidingen (0,70 m)<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Wegbreedte (6 meter);<br />

Fysiek gescheiden fietspad aan één zijde van de weg (2,5 m);<br />

Berm voor hoogstammige bomen (2 meter);<br />

Strook voor nutsleidingen (0,5m).<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 41/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Landschappelijke inkleding verzekeren<br />

Omwille van de belangrijke natuurlijke en landschappelijke functie van de<br />

Meenselbeekvallei, wordt er een ruime strook langs de beek gevrijwaard van<br />

bebouwing en verharding.<br />

Het lokale <strong>bedrijventerrein</strong> wordt<br />

gericht naar de Craenenbroekstraat.<br />

De openbare weg wordt ingericht op<br />

bedrijfsverkeer. Een laanbeplanting<br />

versterkt het perspectief naar de<br />

bestaande vestiging van de veiling<br />

en duidt het einde van de<br />

bedrijvenstrip aan.<br />

Ruimte voor de veiling vrijwaren<br />

Wanneer de diepte van het lokale <strong>bedrijventerrein</strong> beperkt wordt tot ca. 50 meter, blijft<br />

er tussen de vallei van de Meenselbeek en de achterzijde van het lokale<br />

<strong>bedrijventerrein</strong> in principe ruimte over voor een eventuele uitbreiding van de veiling.<br />

De ruimtebehoefte van de BFV moet evenwel ook afgestemd worden op de nog<br />

beschikbare ruimte na de voorziene uitbreiding van bvba Craenenbroekhof (mest-en<br />

bioinstallatie).<br />

Figuur 26: Ruimtebehoefte van de veiling<br />

De voortuinen kunnen geïntegreerd<br />

worden in het beeld van de<br />

openbare weg. Hierdoor wordt een<br />

kwalitatief beeld gecreëerd en<br />

worden onteigeningen beperkt. De<br />

zuidelijke bufferstrook kan opgevat<br />

worden als een laanbeplanting naar<br />

de boerderij.<br />

Het perspectief op de<br />

Meenselbeekvallei<br />

wordt<br />

gevrijwaard ten zuiden en ten<br />

noorden van de strook voor lokale<br />

bedrijven.<br />

Bron: ASVV, CROW<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 42/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

7 VISIE VOOR DE GEWENSTE ONTWIKKELING<br />

7.1 RUIMTELIJKE VISIE<br />

Het <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> wordt ontwikkeld met respect voor landschap en omgeving<br />

en creëert een hefboom voor de gewenste aanpassingen aan de Craenenbroekstraat.<br />

De ontwikkeling wordt opgevat op een wijze dat de woonkwaliteit niet aangetast wordt.<br />

Dit houdt in dat er voldoende buffers gecreëerd worden en dat de verkeersdruk in het<br />

noordelijk deel van de Craenenbroekstraat beperkt en afgebouwd wordt. In het<br />

zuidelijk deel van de Craenenbroekstraat wordt de verschillende modi gescheiden en<br />

wordt het kruispunt met de N29 nieuw vorm gegeven. Dit kruispunt kan tevens als<br />

‘poort’ functioneren voor het centrum van <strong>Glabbeek</strong> dat langs de N29 gesitueerd is.<br />

Door het beperken van omvang en aard van de bedrijven en de focus op halfopen<br />

bebouwing wordt de zichtrelatie met de Meenselbeekvallei ook tussen de gebouwen<br />

gevrijwaard.<br />

Het overtollige regenwater kan afgeleid worden naar een buffer- en infiltratiebekken<br />

langs de Meenselbeek (mits toestemming van de waterbeheerder) waardoor daar<br />

ruimte gecreëerd wordt voor landschaps- en natuurontwikkeling.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 43/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

7.2 RUIMTELIJKE DOELSTELLINGEN<br />

7.2.1 Ruimte voor lokale bedrijven creëren<br />

De omgeving biedt ruimte voor in omvang beperkte lokale bedrijven. Door het<br />

beperken van de aard van de activiteiten wordt de hinder op de (woon)omgeving<br />

beperkt. Woningen kunnen in de gebouwen geïntegreerd worden. Enkel nietmilieubelastende<br />

activiteiten zijn toegestaan. Het beeld van <strong>Glabbeek</strong> als<br />

plattelandsgemeente waar het goed om wonen is kan zo behouden worden.<br />

Een beperkte kleinhandelsactiviteit kan met de hoofdactiviteit verweven worden. De<br />

ontwikkeling mag echter niet leiden tot het verschuiven het commercieel centrum.<br />

7.2.3 Veilige verkeersafwikkeling garanderen<br />

De ontwikkeling vormt de hefboom tot het aanpassen van de Craenenbroekstraat<br />

waardoor de verkeerssituatie geoptimaliseerd wordt. Het woongedeelte van de straat<br />

wordt duidelijk gescheiden van de bedrijfsomgeving door het aanleggen van een<br />

verkeerspoort. Bedrijfsverkeer wordt geweerd in de woonstraat. In het zuidelijk deel<br />

worden de verschillende verkeersfuncties fysiek gescheiden. Het kruispunt met de N29<br />

wordt aangepast.<br />

7.2.2 hoge beeldkwaliteit verzekeren<br />

Het <strong>bedrijventerrein</strong> wordt gerealiseerd met oog op het garanderen van een hoge<br />

beeldkwaliteit. Zowel voor de gebouwen als de omgevingsaanleg worden<br />

inrichtingseisen opgesteld die nageleefd moeten worden. Belangrijke aandachtspunten<br />

om deze doelstelling te realiseren zijn:<br />

1. het gebruik van kwalitatieve bouwmaterialen;<br />

2. het integreren en verbinden van groenvoorzieningen;<br />

3. het aanleggen van parkeerterreinen;<br />

4. het ordenen van opslag in open lucht;<br />

5. het handhaven van een bouwlijn;<br />

6. het beperken van publiciteit.<br />

7.2.4 Duurzaamheid implementeren<br />

De nieuwe ontwikkeling streeft een hoog ambitieniveau na inzake duurzaamheid. De<br />

duurzaamheid van het <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> wordt gerealiseerd door:<br />

1. de aard en het gebruik van materialen (duurzaam bouwen);<br />

2. het aanbieden van een voldoende flexibiliteit voor nieuwe ontwikkelingen;<br />

3. het beklemtonen van relatie met de Meenselbeekvallei;<br />

4. het aanreiken van kansen tot sociale controle door het integreren van<br />

bedrijfswoningen;<br />

5. het nastreven van een zuinig ruimtegebruik;<br />

6. het gemeenschappelijk bufferen van hemelwater;<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 44/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

7.3 CONCEPTEN VOOR EEN HOOGWAARDIGE OMGEVING<br />

Het opgestelde concept uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt behouden<br />

als leidraad bij het uitwerken van het <strong>RUP</strong>. De aangereikte inrichtingschets is<br />

stapsgewijs gedetailleerd waardoor de gewenste ruimtelijke invulling nauwkeurig werd<br />

voorgesteld. Dit ruimtelijk streefbeeld vormt de basis voor het opbouwen en<br />

verantwoorden van de stedenbouwkundige voorschriften en het afwegingskader voor<br />

het op te stellen beheersplan.<br />

7.3.1 Concepten als stapsteen naar de gewenste ruimtelijke<br />

ontwikkeling<br />

Ontsluiten en afwikkelen<br />

Het <strong>bedrijventerrein</strong> wordt ontsloten langs de N29. De bereikbaarheid vanuit het<br />

noorden wordt beperkt. Het noordelijk deel van de Craenenbroekstraat wordt ingericht<br />

als woonstraat. Beide delen van de straat worden gescheiden door een sterk<br />

herkenbare verkeerspoort. In het zuiden wordt ruimte behouden voor het aanpassen<br />

van het kruispunt met de N29<br />

De toegangen tot de beide campussen van de BFV (in geval van de geplande<br />

uitbreiding ten zuiden van de Craenenbroekstraat) worden tegenover elkaar<br />

gesitueerd waardoor het bedrijfsverkeer van de BFV op het openbaar domein tot een<br />

minimum beperkt wordt.<br />

Parkeervoorzieningen worden zoveel geïntegreerd op de bedrijfskavels waardoor de<br />

parkeerdruk op het openbaar domein beperkt wordt.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 45/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Identiteit en woonkwaliteit vrijwaren<br />

De nieuwe bedrijven passen zich in het landelijke weefsel van <strong>Glabbeek</strong> in. Door het<br />

beperken van omvang en aard van de activiteiten en het voorzien van een brede<br />

bufferstrook tussen het <strong>bedrijventerrein</strong> en de aanpalende woningen wordt de impact<br />

van de nieuwe bedrijvigheid beperkt.<br />

Door het aanpassen van de weginrichting en het beperken van het bedrijfsverkeer in<br />

het woongedeelte van de straat worden zowel de woonkwaliteit als de<br />

verkeersleefbaarheid verbeterd. Het integreren van een bedrijfswoning accentueert<br />

de kleinschaligheid van de ontwikkeling.<br />

Oog voor relaties en oriëntaties<br />

De omgeving wordt bepaald door de relatie met de Meenselbeekvallei, de<br />

heraangelegde Craenenbroekstraat. Zichtlijnen en perspectieven accentueren de<br />

relaties en versterken de oriëntatie.<br />

Vanuit het nieuwe kruispunt met de N29 wordt het perspectief gericht op het eindpunt<br />

van het bedrijfsgedeelte van de Craenenbroekstraat. Dit wordt vorm gegeven als<br />

verkeerspoort. Na deze poort start de woonstraat. Zichtlijnen lopen ook tussen<br />

bedrijfsgebouwen door waardoor ook tussen de bedrijven een relatie met het<br />

achterliggende valleigebied behouden wordt.<br />

De ontwikkeling onderscheidt zich daarmee van stedelijke ontwikkelingen en<br />

beklemtoont het landelijke karakter.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 46/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Geslaagde integratie in het landschap realiseren<br />

Het nieuwe <strong>bedrijventerrein</strong> integreert zich in het natuurlijke en ‘versteende’ landschap.<br />

Aan de beide zijden van het <strong>bedrijventerrein</strong> worden brede groenstroken ingeplant<br />

waardoor de zichtbaarheid van de zijgevels beperkt wordt. Deze groene stroken<br />

functioneren tevens als visuele geleider naar de Meenselbeekvallei.<br />

De zuidelijke strook kan mogelijk geïntegreerd worden in een laanbeplanting die de<br />

toegang tot de landbouwzetel accentueert.<br />

Aan de Meenselbeek kan ruimte voorzien worden voor de integratie van hemelwater<br />

mits toestemming van de waterbeheerder. Hierdoor wordt de de aanleg van<br />

ruimtebehoevende individuele bekkens op de verschillende percelen van het<br />

<strong>bedrijventerrein</strong> vermeden. Hoe dan ook moet steeds voldaan worden aan de<br />

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.<br />

De relatie met de Craenenbroekstraat wordt bepaald door omvang, hoogte en<br />

plaatsing van de gebouwen. Er wordt geopteerd voor het aanhouden van een bouwlijn.<br />

Vóór deze bouwlijn kunnen parkeervoorzieningen aangelegd worden. Omvang en<br />

hoogte van de gebouwen worden gericht op de bestaande lokale bedrijven aan de<br />

overzijde van de weg. Mogelijk kan het bouwpeil van het vloerniveau gesitueerd<br />

worden onder het peil van de boordsteen van de Craenenbroekstraat. 11<br />

Bedrijven worden in halfopen bebouwing opgetrokken. Bedrijven met een grotere<br />

ruimtebehoefte kunnen echter in open bebouwing gerealiseerd worden.<br />

11<br />

Het peil van de riolering is hierin een belangrijk aandachtspunt<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 47/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

7.4 INRICHTINGSCHETS<br />

De inrichtingschets reikt een indicatief eindbeeld aan van een mogelijke ontwikkeling.<br />

De schets biedt een beeld van mogelijke aanleg en inrichting van het <strong>lokaal</strong><br />

<strong>bedrijventerrein</strong> en omgeving en wordt de drager van de gewenste ruimtelijke<br />

herontwikkeling van het projectgebied. De opbouw van percelen, gebouwen,<br />

gemeenschappelijke ruimten en groenvoorzieningen bieden een nieuw beeld aan de<br />

zuidelijk rand van het centrum van <strong>Glabbeek</strong>.<br />

De gebouwen zijn weinig opzichtig en sterk geïntegreerd in het landschap. De lineaire<br />

toegangsweg tot het <strong>bedrijventerrein</strong> is duidelijk herkenbaar. De groenvoorzieningen<br />

worden zoveel mogelijk gebundeld en gemeenschappelijk beheerd.<br />

De inrichtingschets concept bundelt de uitgangspunten en doelstellingen.<br />

1. De ontwikkeling biedt ruimte voor kleine lokale bedrijven;<br />

2. De verkeersafwikkeling en de verkeersleefbaarheid in de<br />

Craenenbroekstraat wordt sterk verbeterd;<br />

3. De nieuwe lineaire as accentueert het ‘bedrijfsgedeelte’ van de<br />

Craenenbroekstraat;;<br />

4. De parkeervoorzieningen worden op de bedrijfspercelen geïntegreerd;<br />

5. Langs de Meenselbeek wordt ruimte gecreëerd voor buffer- en<br />

infiltratiegebieden;<br />

6. De buffers en groenaanplantingen garanderen een geslaagde<br />

landschappelijke inpassing;<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 48/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Inrichtingsschets<br />

Deze inrichtingsschets is louter suggestief<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 49/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

8 PLANOLOGISCHE AANDACHTSPUNTEN<br />

8.1 WATERTOETS<br />

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid legt in hoofdstuk III,<br />

afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Hierin<br />

wordt gesteld dat er geen schadelijk effect mag ontstaan of zoveel mogelijk wordt<br />

beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de<br />

gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van<br />

ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd.<br />

Figuur 27: Watertoetskaart<br />

Een schadelijk effect wordt gedefinieerd als: "ieder betekenisvol nadelig effect op het<br />

milieu dat voortvloeit uit een verandering van de toestand van watersystemen of<br />

bestanddelen ervan die wordt teweeggebracht door een menselijke activiteit; die<br />

effecten omvatten mede effecten op de gezondheid van de mens en de veiligheid van<br />

de vergunde of vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen, gelegen buiten<br />

overstromingsgebieden, op het duurzaam gebruik van water door de mens, op de<br />

fauna, de flora, de bodem, de lucht, het water, het klimaat, het landschap en het<br />

onroerend erfgoed, alsmede de samenhang tussen een of meer van deze<br />

elementen". 12<br />

De watertoets geeft uitvoering aan het principe van de integratie van integraal<br />

waterbeleid bij de vergunningverlening. Overeenkomstig het Decreet Integraal<br />

Waterbeleid dienen overheden bij het verlenen van een vergunning telkens te<br />

onderzoeken of de betrokken activiteit een schadelijk effect op het watersysteem kan<br />

doen ontstaan dat vermijdbaar is. Gedetailleerde regels aan de hand waarvan wordt<br />

vastgesteld of handelingen of activiteiten een schadelijk effect veroorzaken, zijn nog<br />

niet voorhanden. De uitvoering van deze watertoets gebeurde dan ook op basis van de<br />

bestaande voorschriften en codes van goede praktijk.<br />

Bron: www.agiv.be<br />

De uitvoering van de watertoets gebeurt op basis van de projectgegevens zoals deze<br />

tot op heden beschikbaar zijn. De beoordeling gebeurt op basis van ingreepgroepen<br />

(en ermee samenhangende effectgroepen) die in functie van de aard van de<br />

projectingreep als een mogelijk knelpunt worden beschouwd. De kaart duidt aan dat<br />

het plangebied niet gelegen is in overstromingsgevoelig gebied.<br />

12<br />

Decreet van 18 juli 2003<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 50/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Erosiegevoelige<br />

gebieden<br />

Infiltratiegevoelige<br />

bodems<br />

Het plangebied is erosiegevoelig<br />

Het terrein is deels gesitueerd in infiltratiegevoelige<br />

bodems<br />

Grondwaterstromingsgevoelige<br />

gebieden<br />

Het plangebied is deels gelegen in grondwaterstromingsgevoelige gebieden<br />

Hellingenkaart<br />

Aan de randen zijn bermen gesitueerd (Craenenbroekstraat en Meenselbeekvallei)<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 51/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

In het terrein bevinden zich geen winterbeddingen van waterlopen<br />

Winterbedding van<br />

waterlopen<br />

Het terrein is niet gelegen in risicozones voor<br />

overstromingen<br />

Bron:www.agiv.be<br />

Risicozones voor<br />

overstroming (versie<br />

2006)<br />

Gelet op de ligging nabij de Velpe en de Meenselbeek is het aangewezen om de<br />

aanbevelingen van de provinciale dienst Waterlopen zoveel mogelijk te<br />

implementeren. Het betreft:<br />

• Maximale opvangen van regenwater van de nieuwe gebouwen;<br />

• Na de opvang maximale infiltratie in de bodem, geen lozing van<br />

regenwater in de riolering;<br />

• Berekening van de dimensionering van de infiltratiebekkens;<br />

Van nature<br />

overstroombare<br />

gebieden<br />

Het terrein is niet gelegen in van nature overstroombare gebieden<br />

De stedenbouwkundige voorschriften nemen deze aanbevelingen op:<br />

1 verhardingen worden zoveel mogelijk voorzien in waterdoorlatende materialen;<br />

2 een gescheiden rioleringsstelsel wordt aangelegd met de vernieuwing van de<br />

straten;<br />

3 er worden voldoende waterbuffer- en infiltratiebekkens in het plangebied<br />

voorzien;<br />

4 het hergebruik van regenwater wordt opgelegd;<br />

Door de opname van deze aandachtspunten in de voorschriften veroorzaken de<br />

beoogde projectdoelstellingen geen schadelijke effecten op de waterhuishouding.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 52/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

8.2 RUIMTELIJKE VEILIGHEIDSRAPPORTAGE<br />

Op 29 juni werd het besluit houdende nadere regels inzake de ruimtelijke<br />

veiligheidsrapportage van kracht (BS 19/06/2007). Dit besluit legt in de vorm van een<br />

schema de criteria vast die de dienst Veiligheidsrapportering hanteert om te beslissen<br />

of bij een gemeentelijk, een provinciaal of een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan<br />

(<strong>RUP</strong>) al dan niet een ruimtelijk veiligheidsrapport moet worden opgemaakt.<br />

Tegelijkertijd traden ook de bepalingen in het decreet Ruimtelijke Ordening met<br />

betrekking tot de procedure voor adviesvraag voor het opstellen van een ruimtelijk<br />

veiligheidsrapport bij een ruimtelijk uitvoeringsplan, in werking. Concreet betekent dit<br />

dat alle voorontwerpen van ruimtelijke plannen sindsdien ter advies aan de dienst<br />

Veiligheidsrapportering dienen voorgelegd te worden, en dit ten laatste 21 dagen voor<br />

de plenaire vergadering.<br />

Wanneer een ruimtelijk uitvoeringsplan een bestemmingswijziging beoogt, ziet de<br />

ruimtelijke veiligheidsrapportage erop toe dat door de nieuwe bestemming de<br />

preventie of de beperking van de gevolgen van zware ongevallen niet in het gedrang<br />

komt. Het ruimtelijk veiligheidsrapport (RVR) onderzoekt, wanneer nodig de risico’s.<br />

In het decreet Ruimtelijke Ordening werden bepalingen ingevoegd die de ruimtelijke<br />

planner verplicht om rekening te houden met de aspecten van risico’s van zware<br />

ongevallen van Seveso inrichtingen. Het Besluit RVR-criteria bevat de criteria om te<br />

beslissen of bij een ruimtelijk uitvoeringsplan effectief een ruimtelijk veiligheidsrapport<br />

vereist is. Om erop toe te zien dat bij ruimtelijke ontwikkelingen het risico van zware<br />

ongevallen niet vergroot of de gevolgen van zware ongevallen niet ernstiger kunnen<br />

worden, definieerde de Vlaamse overheid zogenaamde aandachtsgebieden. Dit zijn<br />

gebieden die bij het opmaken van ruimtelijke uitvoeringsplannen bijzondere aandacht<br />

vragen:<br />

ofwel vanwege de aanwezigheid van grote groepen van personen: woongebieden,<br />

druk bezochte gebouwen, belangrijke transportassen,…. Dit zijn<br />

aandachtsgebieden omdat ze de gevolgen van een zwaar ongeval ernstiger<br />

<br />

kunnen maken door een hoger aantal menselijke slachtoffers;<br />

ofwel vanwege hun milieu- en/of natuurwaarde: waardevolle of bijzonder<br />

kwetsbare natuurgebieden,…. Dit zijn aandachtsgebieden omdat ze de<br />

milieuschade mogelijk verhogen;<br />

ofwel vanwege de intrinsieke mogelijkheid om zware ongevallen te veroorzaken:<br />

externe gevarenbronnen. Dit zijn aandachtsgebieden omdat ze de kans op een<br />

zwaar ongeval, en aldus ook het risico van een zwaar ongeval, vergroten.<br />

De Vlaamse overheid ontwikkelde een procedure die de wisselwerking tussen<br />

bestaande en/of geplande Seveso-inrichtingen enerzijds en bestaande en/of geplande<br />

aandachtsgebieden anderzijds moet bestuderen teneinde mogelijke<br />

onverenigbaarheden reeds tijdens de planningsfase op te sporen en er op gepaste<br />

wijze op te reageren. Het moet voorkomen dat in de toekomst aandachtsgebieden te<br />

dicht bij Seveso-inrichtingen ingeplant worden (maar ook omgekeerd) waardoor mens<br />

of milieu aan te hoge risico's van zware ongevallen zouden blootgesteld worden. De<br />

ruimtelijke veiligheidsrapportage verbindt aldus het beleid ruimtelijke ordening met het<br />

industriële veiligheidsbeleid inzake risico's van zware ongevallen waarbij gevaarlijke<br />

stoffen betrokken zijn. In het ruimtelijke planningsproces moet rekening gehouden<br />

worden met de resultaten van het ruimtelijk veiligheidsrapport. Hierbij is het mogelijk<br />

dat (ontwerpen van) ruimtelijke uitvoeringsplannen moeten bijgestuurd of aangepast<br />

worden.<br />

Het <strong>RUP</strong> voorziet niet dat Seveso inrichtingen zich in het plangebied kunnen vestigen.<br />

Er zijn geen Seveso-inrichtingen en op minder dan 2 kilometer van het<br />

aandachtsgebied gepland. De opmaak van een RVR is bijgevolg niet noodzakelijk.<br />

De dienst RVR heeft met schrijven van 07 maart 2011 bevestigd dat er geen RVR<br />

opgesteld moet worden.<br />

8.3 MER ONTHEFFING<br />

In het kader van het onderzoek tot de milieueffectrapportage werd een screeningsnota<br />

opgesteld met doel te onderzoeken of een ontheffing tot de opmaak van een planMER<br />

verleend kan worden.<br />

De dienst m.e.r. heeft met schrijven van 24 maart 2010 bevestigd dat er geen plan<br />

m.e.r. opgesteld moet worden.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 53/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Figuur 28: Beslissingsschema ruimtelijke veiligheidsrapportage<br />

8.4 COMPENSATIE HERBEVESTIGD AGRARISCH GEBIED<br />

8.4.1 Beleidskader<br />

Stap 2:<br />

Aandachtsgebied in<br />

<strong>RUP</strong><br />

Stap 4: Seveso-inrichting<br />

op minder dan 2 km van<br />

het aandachtsgebied<br />

nee<br />

nee<br />

Geen RVR nodig<br />

nee<br />

Stap 2<br />

Stap 4<br />

ja<br />

nee<br />

RVR nodig<br />

ja<br />

ja<br />

Stap 1<br />

Stap 3<br />

Stap 5<br />

ja<br />

Geen RVR<br />

of RVR<br />

of voorschriften<br />

Stap 1: Seveso-inrichting<br />

aanwezig of mogelijk in<br />

<strong>RUP</strong><br />

nee<br />

Geen RVR nodig<br />

Stap 3: aandachtsgebied<br />

op minder dan 2 km van<br />

de Seveso-inrichting<br />

Stap 5: Risico’s gekend bij<br />

de dienst RVR<br />

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) stelt dat het Vlaams Gewest de<br />

gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur afbakent in gewestplannen of<br />

gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het decreet betreffende het natuurbehoud<br />

en het natuurlijk milieu van 21 oktober 1997 stelt dat de Vlaamse Regering 5 jaar na<br />

inwerkingtreding van het decreet 125.000 ha als Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN)<br />

afbakent, bestaande uit grote eenheden natuur en grote eenheden natuur in<br />

ontwikkeling.<br />

De Vlaamse Regering besliste op 7 december 2001 de afbakening van de gebieden<br />

van de natuurlijke en agrarische structuur uit te voeren in twee fasen. In een eerste<br />

fase werd gewerkt op twee sporen:<br />

• Binnen het eerste spoor werd een afbakening van grote eenheden natuur en<br />

grote eenheden natuur in ontwikkeling gemaakt volgens de procedure<br />

voorzien in het decreet natuurbehoud. Het gaat om gebieden binnen de<br />

gewenste natuur- en bosstructuur, die niet gevraagd worden in de gewenste<br />

agrarische structuur (zgn. ‘consensusgebieden’ op basis van ambtelijke<br />

werkkaarten). Deze zijn gelegen binnen een ‘groene’ of een daarmee<br />

vergelijkbare bestemming op de gewestplannen. Op 18 juli 2003 werd binnen<br />

dit spoor een afbakening van ca. 85.000 ha Vlaams Ecologisch Netwerk<br />

(VEN) goedgekeurd.<br />

• Het tweede spoor volgde de procedure van het decreet ruimtelijke ordening.<br />

Binnen dit tweede spoor werden een beperkt aantal gewestelijke ruimtelijke<br />

uitvoeringsplannen opgemaakt voor bestemmingswijzigingen van agrarisch<br />

gebied naar natuurgebied of omgekeerd, binnen de consensusgebieden.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 54/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Op 17 oktober 2003 besliste de Vlaamse Regering geen nieuwe procedures voor<br />

ruimtelijke uitvoeringsplannen meer op te starten volgens de werkwijze van de eerste<br />

fase, maar te starten met de tweede fase van het planningsproces, waarbij er een<br />

gebiedsgerichte en geïntegreerde ruimtelijke visie op de natuurlijke én agrarische<br />

structuur wordt uitgewerkt in overleg met gemeenten en provincies. De inhoudelijke<br />

elementen voor de tweede fase van het afbakeningsproces voor de gebieden van de<br />

natuurlijke en agrarische structuur zijn:<br />

• Vormen van een ruimtelijke visie op de structuurbepalende elementen van<br />

het buitengebied van Vlaams niveau voor een ruimtelijk begrensd deelgebied.<br />

Voor ieder deelgebied wordt een administratieoverschrijdend projectteam<br />

samengesteld dat verantwoordelijk is voor de opmaak van de ruimtelijke visie;<br />

• Overleggen met gemeenten, provincies en belangenorganisaties om een<br />

maatschappelijk draagvlak te creëren voor de ruimtelijke visie. De lokale<br />

besturen en belangenorganisaties kunnen vanuit de eigen terreinkennis,<br />

ruimtelijke inzichten en beleidsdocumenten voorstellen formuleren tot<br />

bijsturing of verfijning van de ruimtelijke visie;<br />

• Selecteren van actiegebieden waar via gewestelijke ruimtelijke<br />

uitvoeringsplannen uitvoering gegeven wordt aan deze ruimtelijke visie door<br />

het afbakenen van de grote eenheden natuur, de grote eenheden natuur in<br />

ontwikkeling, de natuurverwevingsgebieden, de bosuitbreidingsgebieden en<br />

de gebieden van de agrarische structuur.<br />

Het planningsproces in de regio Hageland startte in begin 2005. Een<br />

verkenningsronde leverde een verkenningsnota op waarin een eerste aanzet tot<br />

beleidsdoelstellingen en ruimtelijke concepten voor de open ruimte in het Hageland<br />

werden geformuleerd aan de hand van een bundeling, confrontatie en eerste afweging<br />

van standpunten en visie-elementen vanuit de betrokken gemeenten, provincies,<br />

Vlaamse administraties (bevoegdheden landbouw, natuur, bos, water, erfgoed en<br />

ruimtelijke ordening) en een aantal sleutelfiguren van rechtstreeks betrokken<br />

belangengroepen (landbouw, natuur en bos, water) en actoren (regiowerkingen). Deze<br />

verkenningsnota werd in december 2005 in bespreking gebracht met alle actoren.<br />

Op basis van de reacties van gemeenten, provincies, belangengroepen en andere<br />

Vlaamse administraties (natuurlijke rijkdommen, toerisme, openbare werken…) op de<br />

verkenningsnota en gesprekken in de inter-kabinetten werkgroep werd een<br />

eindvoorstel van de gewenste ruimtelijke structuur voor landbouw, natuur en bos in<br />

juni 2006 en een uitvoeringsprogramma opgesteld.<br />

De omzendbrief RO/2005/01 betreffende de beleidsmatige herbevestiging van de<br />

gewestplannen in het kader van de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en<br />

agrarische structuur in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen<br />

verduidelijkt de beleidsdoelstellingen van het planinitiatief. Deze omzendbrief is<br />

vervangen door de omzendbrief RO/2010/01 van 7 mei 2010.<br />

In omzendbrief RO/2010/01 geeft de Vlaamse Regering haar beleidsvisie weer over de<br />

gemeentelijke, provinciale en gewestelijke planningsinitiatieven die in de<br />

herbevestigde agrarische gebieden mogelijk zijn. De Vlaamse Regering stelt dat<br />

binnen deze gebieden gemeentelijke en provinciale planningsinitiatieven geen<br />

betekenisvolle afbreuk mogen doen aan de ruimtelijk-functionele samenhang van de<br />

agrarische macrostructuur.<br />

Bij de beoordeling van de aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen voor nietagrarische<br />

functies in deze gebieden moet bij de advisering en besluitvorming echter<br />

wél voldoende terughoudend opgetreden worden, teneinde een aantasting van de<br />

ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur te vermijden. De<br />

Vlaamse overheid zal gemeentelijke en provinciale initiatieven die een planologische<br />

aanpassing van de beleidsmatig herbevestigde agrarische gebieden inhouden<br />

voldoende terughoudend beoordelen. Gelet op de stand van zaken van de uitvoering<br />

van het RSV zal bij een planologische aanpassing van het herbevestigd agrarisch<br />

gebied waar mogelijk het planologisch evenwicht hersteld worden en een degelijk<br />

onderbouwde motivering en verantwoording gehanteerd worden.<br />

“Als algemeen uitgangspunt geldt dat de overheid die een planningsinitiatief neemt om<br />

de bestemming van een herbevestigd agrarisch gebied te wijzigen in de mate van het<br />

mogelijke en bij voorkeur binnen hetzelfde planningsinitiatief, de nodige acties<br />

opneemt om het planologisch evenwicht te herstellen. Prioriteit gaat daarbij naar acties<br />

om zonevreemde landbouw zone-eigen te maken (waarbij niet-agrarische<br />

bestemmingen in landbouwgebruik herbestemd worden naar agrarisch gebied), verder<br />

‘planologische ruil’ genoemd. Afwijken van dat algemeen uitgangspunt kan enkel mits<br />

uitdrukkelijke en grondige motivatie door de initiatiefnemer (bv. omdat het praktisch<br />

onmogelijk is een geschikt ruilgebied voor te stellen, omdat mogelijke ruilgronden<br />

reeds belast zijn met uitbatingsbeperkingen tengevolge maatregelen inzake<br />

natuurbeheer of omdat het om een plan gaat dat enkel gericht is op het zone-eigen<br />

maken van een bestaande vergunde zonevreemde toestand...).”<br />

Op basis van de gewenste ruimtelijke structuur is een beleidskaart en een operationeel<br />

uitvoeringsprogramma opgesteld. De beleidskaart duidt onder meer aan welke<br />

agrarische gebieden herbevestigd worden. De ruimte ten zuiden van de<br />

Craenenbroekstraat is aangeduid als herbevestigd agrarisch gebied.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 55/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

<strong>Gemeentelijk</strong>e of provinciale opties zullen steeds getoetst worden aan de ruimtelijke<br />

doelstellingen voor de op Vlaams niveau herbevestigde agrarische gebieden. Een<br />

degelijk onderbouwde verantwoording of motivering in die zin zal bijgevolg steeds een<br />

wezenlijk deel uit moeten maken van de (toelichting bij) deze gemeentelijke en<br />

provinciale plannen. In haar advisering zullen de betrokken Vlaamse administraties<br />

beoordelen in hoeverre de verantwoording die betrokken gemeente of provincie geeft<br />

afdoende is. Elementen die in deze verantwoording minstens aan bod moeten komen<br />

zijn:<br />

• Onderzoek naar de alternatieve locaties, buiten herbevestigd agrarisch<br />

gebied en een verantwoording waarom de alternatieven buiten herbevestigd<br />

agrarisch gebied niet weerhouden worden. Het is aan te bevelen om een<br />

dergelijk alternatievenonderzoek, in voorkomend geval, op te nemen in de<br />

planmilieueffectenrapportage.<br />

• Onderzoek naar de impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de<br />

agrarische structuur. De ruimtelijke kenmerken (ligging en configuratie van<br />

percelen en bedrijfszetels, fysische kenmerken van de bodem,<br />

landschappelijke waarde van een gebied...), het huidige effectieve<br />

landgebruik en de impact op individuele landbouwbedrijven etc. zijn<br />

elementen die in een dergelijke beoordeling aan bod moeten komen. Het<br />

gegeven of de intentie van een plan het zone-eigen maken is van een<br />

bestaande vergunde zonevreemde toestand dan wel het aansnijden van een<br />

agrarisch gebied in landbouwgebruik voor andere ontwikkelingen kan een<br />

element in deze beoordeling zijn.<br />

• Onderzoek naar de mogelijke flankerende maatregelen voor landbouw.<br />

Voorstellen voor planologische ruil of het ter beschikking stellen van bruikbare<br />

ruilgrond voor de getroffen landbouwers kunnen deel uitmaken van dergelijke<br />

flankerende maatregelen.<br />

8.4.2 Onderzoek naar de impact op de ruimtelijk-functionele<br />

samenhang van de agrarische structuur<br />

De herbestemming van de terreinen langs de Craenenbroekstraat heeft vooral een<br />

kwantitatieve impact. De terreininname leidt tot een areaalverlies van 2 ha. Het betreft<br />

matig droge zandleembodems met textuur B horizont. Deze zijn zeer geschikt voor<br />

akkerbouw.<br />

De zone tussen de Meenselbeek en de Craenenbroekstraat heeft, op schaal van de<br />

agrarische structuur van de gemeente <strong>Glabbeek</strong>, een ruime oppervlakte. De<br />

versnippering is relatief beperkt. Een groot deel van de gronden is eigendom van of<br />

wordt bewerkt door de aanpalende landbouwzetel.<br />

Het landbouwbedrijf heeft recent een aanvraag ingediend voor het bouwen van een<br />

mestverwerkingsinstallatie. Deze wordt ingeplant tussen het projectgebied, de<br />

landbouwzetel en de Meenselbeek. Door deze initiatieven raakt het open<br />

akkerlandschap versnipperd. De resterende akkergebieden blijven echter in gebruik<br />

door de landbouwzetel.<br />

Door het behoud van de ruimte langs de beek wordt de samenhang binnen de<br />

agrarische structuur behouden. Ook de toegang naar en de ruimte rond de<br />

landbouwzetel blijven behouden.<br />

De impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur is<br />

daardoor beperkt.<br />

De impact van de ontwikkeling van het lokale <strong>bedrijventerrein</strong> op landbouw en de<br />

impact op het landbouwbedrijf is beperkt: Het landbouwbedrijf is een erg groot bedrijf<br />

akker en varkensbedrijf waarvan slechts 2 ha. akker van bestemming wijzigt. Een deel<br />

van de bewerkte akker is eigendom, een ander deel is eigendom van derden.<br />

Het achterliggend gebied blijft door het aanduiden van de zone non-aedificandi steeds<br />

bereikbaar.<br />

De aanleg van het <strong>bedrijventerrein</strong> remt de ontwikkeling van de<br />

mestverwerkingsinstallatie of een uitbreiding van de veiling niet af. Beide initiatieven<br />

kunnen uitgevoerd worden.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 56/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

8.4.3 Onderzoek naar de mogelijke flankerende maatregelen voor<br />

landbouw<br />

Een deel van de activiteiten binnen het <strong>bedrijventerrein</strong> zullen gericht zijn op<br />

landbouw. Het betreft onder meer toeleveringsbedrijven en bedrijven gespecialiseerd<br />

in herstel en onderhoud. Hier zal ook de landbouwsector baat bij hebben.<br />

De aanleg van het <strong>bedrijventerrein</strong> kan landschappelijk gecombineerd worden met de<br />

landschappelijke inpassing van de geplande mestverwerkingsinstallatie en de<br />

mogelijke aanleg van gemeenschappelijke buffer- en retentiebekkens.<br />

Figuur 29: Kaart met aanduiding van het HAG (gearceerde gebieden)<br />

8.4.4 Onderzoek naar mogelijke alternatieve locaties<br />

Het te ontwikkelen lokale <strong>bedrijventerrein</strong> is gelegen in een herbevestigd agrarisch<br />

gebied. De omzendbrief RO/2010/01 bepaalt het ruimtelijk beleid binnen deze<br />

agrarische gebieden. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan werd goedgekeurd door<br />

de bestendige deputatie in zitting van 13 juli 2006. In het GRS werd de inplanting van<br />

‘het <strong>lokaal</strong> bedrijven terrein Craenenbroekstraat’ als bindende bepaling opgenomen.<br />

Bij het onderzoek naar een geschikt terrein voor de uitbreiding van de ambachtelijke<br />

zone dat in het kader van het ruimtelijk structuurplan uitgevoerd werd, is geopteerd om<br />

het <strong>bedrijventerrein</strong> maximaal te laten aansluiten bij de bestaande ambachtelijke zones<br />

in de gemeente. De keuze is hier zeer beperkt:<br />

• Uitbreiding van de KMO zone in Zuurbemde: deze zone is gelegen in een<br />

dorpskern, in buitengebied en is bovendien beschermd dorpsgezicht. Er is<br />

slechts één bedrijf gelocaliseerd en dit op een oppervlakte van 33,56 are. Een<br />

uitbreiding van de KMO zone in Zuurbemde is onmogelijk;<br />

• Uitbreiding van de KMO zone in Kapellen: deze zone is gelokaliseerd in een<br />

dorpskern in het buitengebied. Er zijn drie bedrijfszetels gevestigd. De totale<br />

oppervlakte bedraagt ongeveer 1 ha 25 are. Een uitbreiding van de zone is<br />

omwille van de ruimtelijke draagkracht en de ligging in het centrum van de<br />

woonkern niet gewenst.<br />

• De KMO zone in <strong>Glabbeek</strong> is gelegen aan de rand van de kern van<br />

<strong>Glabbeek</strong>, sluit aan bij bestaande activiteiten en biedt een optimale ontsluiting<br />

via de N29 naar de E40 en de E314<br />

Tevens is er een bijkomend alternatieven onderzoek gevoerd door Arcadis in opdracht<br />

van het Agentschap Ondernemen. Ook in dit onderzoek is de voorgestelde locatie<br />

aangeduid als de meest wenselijke voor het vestigen van lokale bedrijven.<br />

Een planologische ruil kan niet gerealiseerd worden omdat er in de omgeving of in de<br />

gemeente nauwelijks zonevreemde landbouw is die zone-eigen gemaakt kan worden<br />

(niet-agrarische bestemmingen in landbouwgebruik herbestemmen naar agrarisch<br />

gebied). Het is daardoor praktisch onmogelijk om een geschikt ruilgebied voor te<br />

stellen.<br />

Bron: agiv.be<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 57/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

8.5 VERANTWOORDING VOOR HET ONTEIGENINGSPLAN<br />

Voor de realisatie van de bestemmingen vastgelegd in ruimtelijke uitvoeringsplannen<br />

wordt de wettelijke basis voor onteigeningen aangereikt door het artikel 2.4.3 van de<br />

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Dergelijke onteigeningen worden gewoonlijk en<br />

bij voorkeur van bij de start van de procedure gekoppeld aan het bestemmingsplan. Zo<br />

wordt er over beide aspecten slechts één openbaar onderzoek gehouden en wordt<br />

veelal tegelijk in één besluit de goedkeuring gegeven van het bestemmingsplan en de<br />

machtiging tot onteigening om het plan te realiseren.<br />

De onteigening van dit plan is vereist voor de realisatie van de bestemming. Daar het<br />

plangebied particulier eigendom is en samengesteld is uit verschillende percelen is het<br />

niet zeker dat er overeenstemming bereikt kan worden tot aankoop en verkoop. Gelet<br />

op de vereiste investeringen en de know-how is het erg onzeker of de bestaande<br />

eigenaars bereid zijn en in staat zijn om de gewenste bestemming te realiseren.<br />

Vooraleer er vergunningen verleend kunnen worden, moeten er geïnvesteerd worden<br />

in de aanleg van infrastructuur. De onteigening is gericht om deze aanleg te<br />

verzekeren. De onteigening is noodzakelijk ten behoeve van het algemeen nut want<br />

noodzakelijk voor het realiseren van de gewenste ontwikkeling.<br />

Het onteigeningsplan wordt beperkt tot de delen van de percelen die opgenomen zijn<br />

in het bestemmingsplan.<br />

8.5.1 Verantwoording van het algemeen nut<br />

Het onteigeningsplan wordt opgemaakt ter realisatie van het <strong>RUP</strong> zoals vermeld in de<br />

bindende bepalingen van het goedgekeurde gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.<br />

Het <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> moet op korte termijn ontwikkeld worden ter uitvoering van<br />

dit plan. De ontwikkeling als <strong>bedrijventerrein</strong> is in het algemeen belang van alle<br />

inwoners van de gemeente. De ontwikkeling zal de economische ontwikkeling in de<br />

gemeente <strong>Glabbeek</strong> versterken. De onteigening garandeert de realiseerbaarheid van<br />

de ontwikkeling.<br />

De aanleg van de infrastructuur wordt bovendien gekaderd in een bredere<br />

omgevingsaanleg waarbij het integraal waterbeheer, de aanleg van trage wegen en<br />

het behoud van kleine landschapselementen centraal staan. De uitvoering van deze<br />

werken kan niet verzekerd worden omdat de huidige percelen verdeeld zijn over<br />

verschillende eigenaars. De mogelijke weigering van één van de eigenaars mag de<br />

noodzakelijke ontwikkeling niet hypothekeren. De opmaak van een onteigeningsplan is<br />

noodzakelijk gezien de infrastructuurwerken gerealiseerd moeten worden op particulier<br />

terrein. Bovendien is de aanleg, de inrichting en het beheer van publieke wegen een<br />

opdracht van het gemeentebestuur.<br />

8.5.2 Verantwoording van de hoogdringendheid<br />

Na de goedkeuring van het <strong>RUP</strong> en het onteigeningsplan wenst de gemeente de<br />

bestemming van het <strong>RUP</strong> zo snel mogelijk te realiseren. Wanneer de eigenaars niet<br />

tot overeenstemming komen moeten de in het onteigeningsplan opgenomen percelen<br />

zo snel mogelijk door de gemeente verworven worden. Het gebied kan immers niet op<br />

een andere wijze ontwikkeld worden.<br />

De aanleg van de infrastructuur is cruciaal om de ontwikkeling en een kwalitatieve<br />

inrichting te kunnen realiseren. Indien deze aanleg niet op korte termijn verzekerd kan<br />

worden, moet de realisatie uitgesteld worden tot de gewone onteigeningsprocedure<br />

volledig is afgerond. Hierdoor kan de noodzakelijke ontwikkeling niet op korte termijn<br />

worden gerealiseerd. De economische ontwikkeling en het aanbod aan<br />

bedrijfspercelen lopen dan ernstige achterstand op. Dit moet vermeden worden.<br />

Wanneer bovendien één van de particuliere eigenaars van de betrokken percelen<br />

beslist om geen toestemming meer te verlenen voor het gebruik van zijn perceel is de<br />

ontwikkeling voor lange tijd utgesteld.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 58/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

8.6 VOORSTEL VAN MOGELIJKE INRICHTING EN GRAFISCH PLAN<br />

Figuur 30: Voorstel van mogelijke inrichting<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 59/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Figuur 31: Voorstel grafisch plan<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 60/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Figuur 32: Voorontwerp onteigeningsplan<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 61/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

8.7 RUIMTEBALANS<br />

Deze bestemmingswijzigingen leiden tot volgende ruimtebalans:<br />

Juridisch plan Bestaande bestemming Oppervlakte m² Nieuwe bestemming Oppervlakte m²<br />

Gewestplan Woongebied 578<br />

Agrarisch gebied 20 123<br />

Lokaal <strong>bedrijventerrein</strong> 17 508<br />

Lokale weg 3193<br />

Landschapsbuffer (overdruk) 5577<br />

Zone non aedificandi (overdruk) 1000<br />

totaal 20 701m² 20 701m²<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 62/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

8.8 REGISTER VAN PERCELEN WAAROP EEN BESTEMMINGSWIJZIGING<br />

GEBEURT DIE KAN AANLEIDING GEVEN TOT PLANSCHADE,<br />

PLANBATEN, KAPITAALSCHADE OF GEBRUIKERSCHADE<br />

Met het planningbeleid zijn een aantal vergoedingsregelingen verbonden. Een<br />

regeling met betrekking tot planschade werd reeds in de stedenbouwwet van 1962<br />

ingeschreven. In 1999 voerde de decreetgever een planbatenregeling. Op grond van<br />

de decretale wijzigingen wordt de planbatenregeling vanaf 1 september 2009<br />

geïmplementeerd. Met het decreet grond- en pandenbeleid wordt ook nog de regeling<br />

van de kapitaalschade ingevoerd, en met het decreet van 27 maart 2009 houdende<br />

vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen,<br />

overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut wordt de gebruikerschade<br />

ingevoerd. De twee laatste vergoedingsregelingen hebben betrekking op<br />

bestemmingswijzigingen waarbij gronden, bestemd voor agrarisch gebruik, een groene<br />

bestemming (bijv. bos, natuur) krijgen of een overdruk die bepaalde beperkingen<br />

oplegt aan het agrarisch gebruik.<br />

De decreetgever heeft geoordeeld dat de (potentiële) toepassing van de<br />

vergoedingsregelingen voldoende kenbaar moet zijn, zowel tijdens de planvorming als<br />

na definitieve vaststelling. Daarom is in artikel 2.2.2, §1, eerste lid, 7° van de Vlaamse<br />

Codex Ruimtelijke Ordening de verplichting opgenomen om in ruimtelijke<br />

uitvoeringsplannen een register op te nemen van percelen waarop een<br />

bestemmingswijziging gebeurt die kan aanleiding geven tot planschade, planbaten,<br />

kapitaalschade of gebruikersschade.<br />

Het grafisch register vergelijkt de bestemmingen vóór inwerkingtreding van het <strong>RUP</strong><br />

met de bestemmingen die worden gegeven in het <strong>RUP</strong>. De kaart visualiseert de<br />

bestemmingswijzigingen die aanleiding kunnen geven tot toepassing van de<br />

vergoedingsregelingen. De soorten bestemmingswijzigingen die potentieel aanleiding<br />

geven tot vergoeding, zoals bijvoorbeeld de wijziging van woongebied naar agrarisch<br />

gebied (planschade), wijziging van <strong>bedrijventerrein</strong> naar woongebied (planbaten),<br />

wijziging van agrarisch gebied naar bosgebied (kapitaalschade en gebruikerschade),<br />

… worden geselecteerd.<br />

voor planschade moeten alle bestemmingswijzigingen opgenomen worden waarbij<br />

bebouwbare gronden omgezet worden in onbebouwbare 13 ;<br />

<br />

voor planbaten is de lijst bestemmingswijzigingen decretaal vastgelegd 14;<br />

13<br />

Art. 2.6.1, §2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening<br />

14<br />

Art. 2.6.4 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening<br />

kapitaalschade en gebruikerschade handelt om de bestemmingswijzigingen<br />

waarbij agrarisch gebied omgezet wordt in natuur-, bos- of groengebied of waarbij<br />

een overdruk op agrarisch gebied wordt gelegd waarvan de Vlaamse Regering<br />

oordeelt dat ze tot vergoeding aanleiding geeft (art. 6.2.1 en 6.3.1 van het decreet<br />

grond- en pandenbeleid en art. 4 en 5 van het decreet van 27 maart 2009<br />

houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij<br />

bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut).<br />

Alle genoemde vergoedingsregelingen hebben specifieke toepassingsvoorwaarden en<br />

uitzonderingsgronden. Zo is er bijvoorbeeld. slechts een planschadevergoeding<br />

verschuldigd voor gronden binnen de eerste 50 meter vanuit een voldoende uitgeruste<br />

weg. Het is bovendien de rechtbank van eerste aanleg, en niet het bestuur, die<br />

oordeelt of er wel degelijk planschade verschuldigd is of niet. Voor planbaten gelden<br />

dan weer uitzonderingen voor bijvoorbeeld percelen waarop zich zonevreemde<br />

woningen bevinden.<br />

Het register geeft daarom enkel een beeld van de percelen waarop een<br />

bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een<br />

planbatenheffing, een planschadevergoeding, een bestemmingswijzigingscompensatie<br />

of een compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften. Deze regeling is puur<br />

planologisch van aard : zij betreft enkel de aanwijzing van percelen waarop een<br />

bestemmingswijziging of een overdruk wordt aangebracht die in beginsel kan leiden tot<br />

een planbatenheffing of één van de genoemde vergoedingen.<br />

Kortom, het register bevat de percelen waarop een bestemmingswijziging gebeurt die<br />

kan aanleiding geven tot toepassing van de vergoedingsregelingen; een filtering op<br />

grond van uitzonderingen en vrijstellingen is bij de opmaak van het register niet<br />

uitgevoerd. Het register duidt percelen aan waarop mogelijks een vergoedingsregeling<br />

van toepassing is.<br />

• Bij planschade moet de eigenaar die meent er aanspraak op te maken, een<br />

vordering indienen bij de rechtbank van eerste aanleg;<br />

• De Vlaamse Belastingsdienst is verantwoordelijk voor de inning van de<br />

planbaten;<br />

• De Vlaamse Landmaatschappij voor het behandelen van aanvragen voor<br />

kapitaalschade en gebruikerschade.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 63/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Figuur 33: Kaart met aanduiding van percelen die mogelijk in aanmerking komen voor planbaten of planschade<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 64/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Tabel 1: Tabel met aanduiding van percelen die mogelijk in aanmerking komen voor planbaten of planschade<br />

PLANBATEN<br />

perceelsnummer oppervlakte bestaande bestemming nieuwe bestemming<br />

252g3 20a 73ca agrarisch gebied <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong><br />

252e3 26a 28ca agrarisch gebied <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong><br />

252h3 16a 98ca agrarisch gebied <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong><br />

252k3 16a 87ca agrarisch gebied <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong><br />

252f3 27a 58ca agrarisch gebied <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong><br />

252l 27a 73ca agrarisch gebied <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong><br />

113t 33a 78ca agrarisch gebied <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong><br />

totaal<br />

1ha 69a 95ca<br />

PLANSCHADE<br />

perceelsnummer oppervlakte bestaande bestemming nieuwe bestemming<br />

252g3 4a 44ca woongebied <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong><br />

totaal<br />

4a 44ca<br />

8.9 OP TE HEFFEN STEDENBOUWKUNDIGE BEPALINGEN<br />

De voorschriften opgenomen in het Koninklijk Besluit van 28.12.1972 betreffende de inrichting van de ontwerp gewestplannen en gewestplannen voor het gewestplan Tienen-Landen,<br />

K.B. 24-03-1978, worden volledig opgeheven (agrarisch gebied en woongebied) en integraal vervangen door het van kracht geworden <strong>RUP</strong> “<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong><br />

Craenenbroekstraat”.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 65/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 66/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

<strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk uitvoeringsplan<br />

‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’<br />

Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 8 september 2011<br />

Secretaris, Burgemeester,<br />

Paul Cloots Jean Vanschoubroek<br />

Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van<br />

het publiek op het gemeentehuis van <strong>Glabbeek</strong> werd neergelegd van 13 oktober 2011 tot<br />

13 december 2011<br />

Secretaris, Burgemeester,<br />

Paul Cloots Jean Vanschoubroek<br />

Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van …………2012<br />

Secretaris, Burgemeester,<br />

Paul Cloots Jean Vanschoubroek<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 67/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

TITEL II: Stedenbouwkundige voorschriften<br />

1 ARTIKEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN<br />

1.1 BEGRENZING VAN HET PLANGEBIED<br />

1.3 GEHANTEERDE BEGRIPPEN<br />

De begrenzing van de verschillende deelgebieden is aangeduid op de grafische<br />

plannen.<br />

1.2 WIJZE VAN METEN<br />

Bouwhoogte:<br />

Bouwvlak:<br />

Bruto vloeroppervlakte (BVO):<br />

Maaiveld:<br />

Vloeroppervlakte:<br />

De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf<br />

het peil grondpeil, het bestaande maaiveld of de<br />

stoep tot aan de bovenkant van de geveldakrand<br />

(deksteen, kroonlijst of dergelijke).<br />

Een op plan aangeduid vlak waarin gebouwen<br />

opgetrokken kunnen worden.<br />

Het oppervlak gemeten op vloerniveau langs de<br />

buitenomtrek van de opgaande<br />

scheidingswanden, die de desbetreffende ruimte<br />

of groep van ruimtes omhullen. Een<br />

meetresultaat BVO levert een groter oppervlak<br />

op dan een meetresultaat GBO<br />

(gebruiksoppervlakte) van dezelfde ruimte<br />

Het gemiddelde peil van de stoep, het voetpad of<br />

het bestaande grondpeil gelegen aan de<br />

voorzijde van het perceel.<br />

De vloeroppervlakte is de som van al de<br />

bouwlagen – gemeten tussen de binnenzijde van<br />

de gevels- boven het maaiveld, terrassen niet<br />

inbegrepen.<br />

Appartement:<br />

Bedrijfswoning:<br />

Bedrijven:<br />

Bouwlaag:<br />

Bouwlijn:<br />

Flat:<br />

Een woning in een complex van gelijke woningen<br />

opgedeeld in bouwlagen, waarbij alle vertrekken<br />

op één verdieping liggen.<br />

Een woning in een gebouw slechts bedoeld voor<br />

(het huishouden van) een persoon wiens<br />

huisvesting daar gelet op de bestemming of het<br />

toegelaten gebruik van het gebouw of terrein,<br />

noodzakelijk is;<br />

Materiële uiting zijn van een economische<br />

activiteit. Een bedrijf is het gebouw of de<br />

‘inrichting’ waarin een bepaalde economische<br />

activiteit wordt uitgeoefend. De bedrijven zijn<br />

gevestigd in een specifieke inrichtingen en<br />

kunnen gerangschikt worden in verschillende<br />

categorieën: regionale bedrijven zijn bedrijven die<br />

omwille van de schaal en het werkingsgebied het<br />

lokale niveau overstijgen; Lokale bedrijven<br />

hebben een verzorgend karakter ten aanzien van<br />

de omgeving en sluiten qua schaal aan bij de<br />

omgeving.<br />

Een bouwlaag is het gedeelte van een bouwwerk<br />

tussen twee vloeren in, met uitzondering van het<br />

souterrain en de zolder. Bij het bouwen is de<br />

bouwlaag de verdieping waarmee een bouwwerk<br />

wordt verhoogd.<br />

Lijn waarop een gevel van een gebouw opgericht<br />

moet worden.<br />

zie appartement.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 68/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Gemeenschapsvoorzieningen:<br />

Hoofdgebouw:<br />

Kleinhandel:<br />

Leefruimte:<br />

Plan:<br />

Publiciteit:<br />

Rooilijn:<br />

Dit zijn dienstverleningen met een openbaar<br />

karakter: het betreft onder meer alle vormen van<br />

onderwijs (van kleuter, lager tot hoger, van dag<br />

tot avondonderwijs, …), cultuur en erediensten<br />

(museum, cultureel centrum, tentoonstellings- en<br />

congresruimten, bibliotheek, ...),<br />

overheidsdiensten (politie, administratie, opslag,<br />

bescherming, ...), verzorging (poliklinieken,<br />

materniteiten, ziekenhuizen en bijbehorende<br />

diensten, bejaardentehuizen, bungalows voor<br />

bejaarden, …), voorzieningen (recreatieve- en<br />

sportinfrastructuur, nutsvoorzieningen, ...).<br />

Het hoofdgebouw is het gebouw dat zowel<br />

morfologisch, naar ligging en gebruik als het<br />

belangrijkste gebouw kan worden aangeduid.<br />

Veelal is dit het gebouw met het hoogste volume,<br />

dat de hoofdbestemming herbergt en zich aan de<br />

bouwlijn bevindt.<br />

Kleinhandel is een economische functie die<br />

verwijst naar kleinhandelsbedrijvigheid of<br />

kleinhandelsactiviteiten.<br />

Kleinhandelsbedrijvigheid wordt beschouwd als<br />

‘het wederverkopen van goederen aan<br />

verbruikers en kleine gebruikers, zonder dat deze<br />

goederen behandelingen te doen ondergaan dan<br />

die dewelke in de handel gebruikelijk zijn’.<br />

Kleinhandelsvestigingen hebben minimaal een<br />

bebouwde grondoppervlakte van 600m² en een<br />

netto verkoopsoppervlakte van minimaal 400m².<br />

Dit zijn delen van de woning die bedoeld zijn om<br />

in te leven. Ruimten zoals bergruimten,<br />

slaapkamers en sanitaire ruimten zijn geen<br />

leefruimten.<br />

Het grafisch plan van het plangebied.<br />

Publiciteit heeft betrekking op het kenbaar maken<br />

van het verhandelen van merkproducten.<br />

Lijn die de grens vormt tussen de openbare weg<br />

en de aanpalende eigendommen hetzij<br />

overeenkomstig de actuele bezitstoestand, hetzij<br />

overeenkomstig hetgeen door de administratieve<br />

overheid is aangeduid als te realiseren in de<br />

toekomst.<br />

Uithangborden:<br />

Uithangborden maken melding van een activiteit<br />

of inrichting.<br />

Verantwoord groenbeheer: Het beheer van groenelementen van diverse<br />

aard op een dusdanige wijze dat deze elementen<br />

een maximale bijdrage kunnen leveren aan de<br />

ecologische waarde van het gebied waarin zij<br />

zich bevinden.<br />

Verbouwingen: Wanneer een bestaande constructie wordt<br />

aangepast, uitgebreid of gewijzigd (met<br />

uitzondering van onderhoudswerken) met het<br />

doel een aangepast, beter of ander functioneel<br />

gebruik of zicht te realiseren, valt dit onder de<br />

Verharding:<br />

term verbouwingen.<br />

Behandelingen waarbij de bodem aangepast<br />

wordt aan een niet natuurlijk gebruik (weg, pad,<br />

terras, parking) en de waterdoorlaatbaarheid<br />

beperken en dit karakter garanderen onder alle<br />

omstandigheden. Veelvuldig gebruikte<br />

verhardingen zijn betonklinkers, kasseien, beton,<br />

steenslag, asfalt en dolomiet.<br />

Wadi: Systeem van open grachten waarnaar<br />

hemelwater geleid wordt en daar langzaam in de<br />

bodem kan infiltreren. Wadi is een letterwoord<br />

dat staat voor: waterafvoer door infiltratie.<br />

Waterdoorlatende verharding: alle soorten verhardingsmaterialen die door een<br />

bepaalde porositeit van het materiaal een<br />

waterdoorlatend vermogen hebben.<br />

Woningen:<br />

Woonlaag:<br />

Zone:<br />

Woon- of verblijfplaatsen van een of meerdere<br />

personen. Conciërgewoningen zijn woningen die<br />

verbonden zijn aan een functie of activiteit en die<br />

bewoond worden door een beheerder of<br />

bewaker.<br />

Een woonlaag wordt in dit document begrepen<br />

als woonruimten welke niet tussen vloeren<br />

gelegen zijn. Het betreft woonruimten onder het<br />

dak of in het dakvolume geïntegreerd zijn.<br />

Een op plan aangegeven vlak met éénzelfde<br />

bestemming.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 69/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

1.4 WATERBEHEER<br />

Stedenbouwkundige vergunningen kunnen enkel verleend worden wanneer uit de<br />

vergunningsaanvraag onvoorwaardelijk blijkt dat er geen negatieve impact bestaat<br />

voor het waterbeheer. Dit houdt in dat regenwaterafvoer zoveel mogelijk beperkt wordt<br />

door opvang en hergebruik en dat er voldoende mogelijkheden aangewend zijn om het<br />

water in de grond te laten filtreren vooraleer het naar de openbare watering af te<br />

leiden. Dit kan gescheiden door de aanleg van een poel, een retentiebekken of wadi’s.<br />

De ruimte die voor water gecreëerd wordt onder de vorm van open<br />

waterbergingszones moet binnen elk van de voorgestelde zoneringen in dit <strong>RUP</strong> waar<br />

verharding wordt aangelegd ingepast worden. Van deze verplichting kan ontheffing<br />

verkregen worden wanneer de beheerder van de waterloop instemt met het aanleggen<br />

van een buffer en retentiebekken langs de waterloop. Bij het uitvoeren van infiltratie of<br />

buffermaatregelen moet voor nieuwe structuren steeds gekozen worden voor open<br />

waterstructuren zoals wadi’s of grachten.<br />

Er moeten infiltratieproeven uitgevoerd worden op de locaties waar men regenwater<br />

wenst op te vangen, om de infiltratiecapaciteit van de bodem en afgeleid daarvan de<br />

dimensionering van het infiltratiebekken(s) te kunnen bepalen. Hierbij moet uitgegaan<br />

worden van een terugkeerperiode van de overloop van minimaal 10 jaar.<br />

In het kader van het integraal waterlopenbeheer worden onbevaarbare waterlopen<br />

open en bereikbaar gehouden. De bestaande wetgeving omtrent waterlopen moet<br />

steeds in acht genomen worden.<br />

1.5 BEPALINGEN VOOR HET BEHOUD VAN WAARDEVOLLE BOMEN EN<br />

KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN<br />

Bomen en kleine landschapselementen (hagen, houtkanten, houtwallen,…) die<br />

beeldbepalend of structuurondersteunend zijn voor de omgeving, genieten een<br />

bescherming als waardevolle boom of landschapselement.<br />

Vergunningsplichtige handelingen (omgevingswerken, graafwerken) in de omgeving<br />

van deze bomen mogen het verder leven van deze bomen niet bedreigen of de<br />

aanwezige beeldkwaliteit aantasten.<br />

Wanneer beeldbepalende of structuurondersteunende bomen en kleine<br />

landschapselementen in het kader van vergunde werken verwijderd worden, moeten<br />

deze in het volgende plantseizoen op een gelijkwaardige wijze gecompenseerd<br />

worden.<br />

1.6 BEPALINGEN VOOR HET ARCHEOLOGISCH ERFGOED<br />

Voorafgaand aan een aanvraag tot het bekomen van een bouwvergunning moet een<br />

archeologische prospectie met ingreep in de bodem uitgevoerd worden. Dit onderzoek<br />

moet uitgevoerd worden door een erkend archeoloog in overleg met de<br />

intergemeentelijke Archeologische Dienst Portiva en/of de cel archeologie van het<br />

Agentschap Ruimte en Erfgoed. Op basis van dit onderzoek kan bepaald worden of<br />

een archeologische opgraving noodzakelijk is.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 70/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

2 ARTIKEL 2: SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR DE VERSCHILLENDE BESTEMMINGSZONES<br />

Dit deel beschrijft de stedenbouwkundige voorschriften voor de verschillende bestemmingszones van het plangebied. Elk bestemming heeft een herkenbare bladschikking, ingedeeld<br />

in drie kolommen. Kolom één bevat een inhoudelijke toelichting, in kolom twee worden de essentiële aspecten aangeduid. Beide kolommen bieden informatie en toelichting. De<br />

derde kolom bevat de juridische verordende bepalingen, deze teksten zijn afgedrukt tegen een grijze achtergrond.<br />

voor de realisatie<br />

Informatieve bepalingen<br />

Toelichting bij de gewenste ordening<br />

Essentiële aspecten<br />

Verordenende bepalingen<br />

Stedenbouwkundige voorschriften<br />

Kolom 3:<br />

Juridisch bindende<br />

voorschriften<br />

Kolom 2:<br />

Randvoorwaarden<br />

voor de realisatie<br />

Kolom 1:<br />

Toelichting en<br />

verantwoording<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 71/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Richtinggevende bepalingen<br />

Verordenende bepalingen<br />

Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften<br />

§ 2.1.1 Algemene bepalingen<br />

Dit gebied is aangeduid voor de vestiging en werking van lokale<br />

bedrijven. De bedrijvigheid kan slaan op productie, verwerking, … met<br />

een relatief hoog aandeel aan tewerkstelling. Activiteiten met een lage<br />

tewerkstellingsgraad zoals vervoersbedrijven, opslag,<br />

voorraadbeheer,… zijn niet wenselijk. Ook activiteiten met welke een<br />

milieuhinder veroorzaken of leiden tot een daling van de woonkwaliteit<br />

zijn niet wenselijk. Het betreft onder meer het produceren, opslaan of<br />

verwerken van geurende stoffen, luidruchtige bedrijfsprocessen,<br />

nachtelijke activiteiten,…<br />

Grondverwerkingsbedrijven en andere grootschalige en<br />

milieubelastende bedrijven worden, gelet op het <strong>lokaal</strong> en kleinschalig<br />

karakter van het <strong>bedrijventerrein</strong> niet toegelaten.<br />

Bedrijvigheid gericht op landbouw in de brede zin zoals onder meer<br />

toeleveringsbedrijven en bedrijven gespecialiseerd in herstel en<br />

onderhoud van landbouwwerktuigen zijn uitdrukkelijk toegelaten.<br />

De aanleg van het <strong>bedrijventerrein</strong> kan landschappelijk gecombineerd<br />

worden met de landschappelijke inpassing van de geplande<br />

mestverwerkingsinstallatie en de mogelijke aanleg van<br />

gemeenschappelijke buffer- en retentiebekkens.<br />

Om de kleinschaligheid te beklemtonen, de complementariteit met de<br />

woonomgeving te accentueren en het lokale karakter te verzekeren is<br />

het wenselijk dat de bedrijfsgebouwen een woning herbergen. Deze<br />

kan enkel gelet op de bepalingen van de omzendbrief 08 07 1997 door<br />

de bedrijfsleider, een kaderlid of een conciërge betrokken worden. Het<br />

realiseren van een zelfstandig appartement of flat is niet toegestaan.<br />

De vestiging van in omvang beperkte private commerciële (met een<br />

handelsfunctie) en dienstverlenende bedrijven (zoals bijvoorbeeld een<br />

bank of een verzekeringskantoor) is niet wenselijk. Dit zou immers<br />

leiden tot een concurrentie met de geplande ontwikkelingen in het<br />

centrum van <strong>Glabbeek</strong>.<br />

- kleinschalige<br />

productieverwerkende<br />

bedrijven<br />

en<br />

- beperkingen voor de<br />

bedrijven<br />

- bedrijfswoning<br />

- complementaire<br />

activiteiten beperkt<br />

toestaan<br />

Artikel 1.<br />

1.1 Bestemming<br />

: Lokaal <strong>bedrijventerrein</strong><br />

Dit gebied is bestemd voor de ontwikkeling van een <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong>.<br />

Enkel kleinschalige productie- en verwerkende bedrijven zijn toegestaan.<br />

Bedrijvigheid gericht op landbouw in de brede zin zijn uitdrukkelijk toegelaten<br />

Volgende bedrijven en activiteiten zijn niet toegelaten:<br />

• Bedrijven die omwille van de schaal niet geïntegreerd kunnen worden in de<br />

het <strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong>;<br />

• Bedrijven die door bodem- of luchtvervuiling, geluids-, geur- of trillingen hinder<br />

veroorzaken voor de omgeving;<br />

• Industriële productie en verwerking van goederen;<br />

• Bedrijvigheid met betrekking tot de bewerking en verwerking van grondstoffen;<br />

• Bedrijvigheid met betrekking tot op- en overslag en fysieke distributie;<br />

• Industriële productie en verwerking van goederen;<br />

• Afvalverwerking en recyclage;<br />

• Grondverwerkingsbedrijven;<br />

• Dienstverlenende en commerciële bedrijven;<br />

Milieubelastende activiteiten die niet door maatregelen binnen het perceel<br />

gebufferd kunnen worden, zijn niet toegelaten.<br />

Per bedrijf kan één bedrijfswoning gerealiseerd worden. Deze woning kan enkel<br />

vergund worden wanneer er een duidelijk ruimtelijk verband is tussen het<br />

verzekeren van de goede werking, het onderhouden en het bewaken van het<br />

bedrijf en de bedrijfswoning. Huisvesting kan enkel toegestaan worden voor de<br />

eigenaar of de uitbater, bewakingspersoneel of een lid van het kaderpersoneel.<br />

Het realiseren van een zelfstandig appartement of flat is niet toegestaan.”<br />

Complementaire activiteiten (kantoren, toonzaal, kleinhandel,…) kunnen enkel<br />

toegelaten worden wanneer deze functioneel deel zijn van hoofdactiviteit<br />

(kleinschalige productie- en verwerkende bedrijvigheid.<br />

Dit gebied wordt gecategoriseerd onder de gebiedsaanduiding ‘bedrijvigheid’.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 72/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Richtinggevende bepalingen<br />

Verordenende bepalingen<br />

Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften<br />

§ 2.1.2. Inrichting en bebouwing<br />

Vergunningen kunnen enkel verleend worden wanneer de<br />

Craenenbroekstraat verbreed en heringericht is. De gebouwen moeten<br />

ingeplant worden op een bouwlijn en worden ingericht als halfopen<br />

bebouwing. In functie van een zuinig ruimtegebruik moet de bebouwing<br />

van de eerste bouwfase tenminste 50% van het bouwvlak beslaan.<br />

Omwille van de lokale gebondenheid en de sociale veiligheid kan een<br />

woning in het gebouw geïntegreerd worden. Deze woning moet<br />

gerealiseerd worden op de eerste verdieping. De toegang wordt<br />

geïntegreerd in de voorgevel (gelijkvloers). De woning moet ook<br />

afzonderlijk van de bedrijfsruimten toegankelijk zijn.<br />

Er kan een beperkte oppervlakte aan toonzaalruimte toegestaan<br />

worden zodat bijvoorbeeld een lokale schrijnwerker een kleine ruimte<br />

ter beschikking heeft om zijn werk te laten zien aan zijn klanten. Deze<br />

ruimten mogen echter geen afbreuk doen aan de bestemming en<br />

worden daarom beperkt. De ruimte voor toonzalen, kleinhandel en<br />

kantoren mogen samen met de woning nooit meer dan 30% van de<br />

bruto-vloeroppervlakte beslaan.<br />

Omwille van het reliëfverschil van de berm tussen de openbare weg en<br />

het bouwvlak, de landschappelijke inpassing en het beperken van het<br />

grondverzet moet het vloerpeil van de gebouwen minimum 1 meter<br />

onder het peil van de straat geplaatst worden.<br />

Afsluitingen voor de bouwlijn, andere dan natuurlijke hagen, zijn niet<br />

toegelaten. Gelet op het beperkte gebruik van reclame en<br />

uithangborden van de bestaande bedrijven, wordt dit ook beperkt voor<br />

het nieuwe <strong>bedrijventerrein</strong>. De voortuinzone kan steeds aangewend<br />

worden voor het aanleggen van een ondergrondse collector voor de<br />

openbare riolering.<br />

De stroken tussen de gebouwen worden bij voorkeur aangelegd en<br />

ingericht op en wijze dat het zicht naar het achterliggend landschap<br />

bewaard blijft.<br />

- Inrichtingseisen<br />

- Eisen aan de<br />

bedrijfswoning<br />

- Eisen aan de<br />

voortuinen<br />

- Beperkingen aan de<br />

afsluitingen<br />

- Beperkingen aan de<br />

publiciteit<br />

1.2 Inrichting en bebouwing<br />

Stedenbouwkundige vergunningen kunnen enkel verleend worden wanneer:<br />

• De Craenenbroekstraat verbreed en heringericht is;<br />

• de bedrijfspercelen niet groter zijn dan 2.000m²;. Percelen samenvoegen met<br />

doel percelen te creëren van meer dan 2.000m² is niet toegestaan;<br />

• het bedrijfsgebouw ingeplant wordt op de bouwlijn - 8 meter van de rooilijn;<br />

• het bedrijfsgebouw opgevat wordt als één bouwvolume;<br />

• de bedrijfsgebouwen opgetrokken worden in halfopen bebouwing;<br />

• de totale bouwhoogte beperkt is tot maximum 8 meter;<br />

• de bebouwing bij de eerste vergunningsaanvraag tenminste 50% van het<br />

bouwvlak van het bedrijfsperceel beslaat;<br />

• de bedrijfsruimten minimum 70% van de gerealiseerde bvo beslaan;<br />

• met de eerste vergunningsaanvraag een bedrijfswoning gerealiseerd wordt;<br />

• het peil van het gelijkvloers van het bedrijfsgebouw minimum 1 meter lager<br />

gesitueerd is dan het peil van de openbare weg;<br />

• de niet-bebouwde en niet-verharde ruimte tussen bouwlijn- en rooilijn<br />

aangelegd wordt als representatieve voortuin.<br />

Bepalingen in verband met de bedrijfswoning:<br />

• de bedrijfswoning kan enkel op de eerste verdieping gerealiseerd worden;<br />

• de oppervlakte van de bedrijfswoning bedraagt minimum 75m²;<br />

• de voordeur van de woning is gelegen op het maaiveld aan de zijde van de<br />

Craenenbroekstraat;<br />

• de woning heeft een dakterras van minimum 25m²;<br />

Bepalingen met betrekking tot de zone voor representatieve voortuinen:<br />

• maximum 40% van de voortuin mag verhard worden;<br />

• in deze zone kan een openbare afvalwatercollector aangelegd worden;<br />

Bepalingen met betrekking tot afsluitingen<br />

• afsluitingen mogen nooit voor de bouwlijn geplaatste worden;<br />

• afsluitingen bestaan uit hagen, draad- of hekwerk met max. hoogte van 2m.;<br />

Bepalingen met betrekking tot publiciteit<br />

• reclame en uithangborden mogen niet voor de bouwlijn aangebracht worden;<br />

• reclameopschriften en uithangborden mogen enkel op de voorgevel<br />

aangebracht worden;<br />

• de oppervlakte van reclameopschriften is beperkt tot max. 1m², de<br />

oppervlakte van uithangborden tot max. 2m².<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 73/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Richtinggevende bepalingen<br />

Verordenende bepalingen<br />

Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften<br />

§ 2.1.4 Bepalingen met betrekking tot de ruimtelijke kwaliteit<br />

De voorgevels moeten opgevat worden als kwalitatieve gevels welke<br />

een relatie aangaan met de bestaande bedrijven en woningen in de<br />

omgeving. De toegang tot woning en de bezoekerstoegang tot het<br />

bedrijf worden daarom in de voorgevel gecreëerd. Ramen bieden een<br />

beeld op de activiteit (werkhal), toonzaal, of administratieve ruimten,….<br />

De voorgevels worden opgevat als representatieve gevels met ramen<br />

en deuren. Functionele toegangen tot de bedrijfshallen (poorten) zijn<br />

niet wenselijk langs de voorgevels. De voortuinen (in het bijzonder de<br />

lineaire beplanting moet aansluiten bij deze van het openbaar domein).<br />

De voortuinstrook moet voor tenminste 60% aangelegd worden als een<br />

onverharde tuin, eventuele parkeerstroken worden aangelegd in<br />

waterdoorlaatbare verharding.<br />

- Eisen aan de gevels<br />

- Afwegen van de<br />

kwaliteit<br />

1.3 Bepalingen met betrekking tot de ruimtelijke kwaliteit<br />

Bepalingen met betrekking tot de gevels:<br />

De gevel van de bedrijven die gericht is naar de Craenenbroekstraat:<br />

• moet voorzien zijn van een toegang voor bezoekers;<br />

• moet voorzien zijn van een toegang tot de bedrijfswoning;<br />

• moet voor tenminste 1/5 van de totale oppervlakte bestaan uit raam- en of<br />

deuropeningen;<br />

• moet tenminste bestaan uit twee verschillende bouwmaterialen waardoor de<br />

functie-indeling beklemtoond wordt (bedrijf, toonzaal, kantoor, woning,…);<br />

• mag niet opgetrokken worden uit industriële bouwmaterialen<br />

(sandwichpanelen, prefab panelen,…);<br />

• de functionele toegang (poort, schuifwand,… ) tot de bedrijfshal mag niet<br />

voorzien worden aan de voorgevel;<br />

Elke nieuwbouw of verbouwing moet op een contextuele wijze gerealiseerd<br />

worden. Dit houdt in dat de kroonlijsthoogte, de gevelopbouw (hoogte,<br />

materiaalgebruik en geleding), de dakvorm en -helling (hoogte, dakvensters, hoek,<br />

materialen), de uitsprongen en het materiaalgebruik op een doordachte,<br />

samenhangende en kwaliteitsvolle wijze opgebouwd moeten worden. Dit<br />

contextuele inpassen duidt niet op het kopiëren van een bestaande typologie.<br />

Het onderzoek van de geslaagdheid van de contextuele inpassing wordt onder<br />

meer gebaseerd op:<br />

• de stedenbouwkundige inpassing van het voorgestelde project,<br />

• de ruimtelijke draagkracht,<br />

• de relatie tussen de oude en de nieuwe architectuur en het bestaande<br />

weefsel (kopiërend of vernieuwend, losstaand of anticiperend.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 74/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

§ 11.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer<br />

Opslag in open lucht is niet wenselijk. Dit moet op een voldoende en<br />

kwaliteitsvolle wijze afgeschermd worden zodat de opslag niet<br />

zichtbaar is van op de openbare weg.<br />

Elk bedrijf moet voorzien in voldoende buffercapaciteit voor het<br />

hemelwater. Het waterbeheer wordt opgevat volgens het principe van<br />

eerst maximaal opslaan en herbruiken vervolgens infiltreren en<br />

tenslotte bufferen. De infiltratie van de buffercapaciteit kan zowel<br />

individueel als gebundeld opgevat worden. Dit kan gepland worden in<br />

het plangebied of langs de Meenselbeek. Wanneer dit langs de<br />

Meenselbeek uitgevoerd wordt kunnen principes van<br />

landschapsinrichting, waterbeheer en zuinig ruimtegebruik<br />

gecombineerd worden. Hiervoor is echter een machtiging van de<br />

beheerder van de waterloop vereist. Zonder die machtiging moet de<br />

buffer- en infiltratiecapaciteit binnen elk van de voorgestelde<br />

zoneringen in dit <strong>RUP</strong> waar verharding wordt aangelegd, ingepast<br />

worden.<br />

Parkeerterreinen voor bezoekers worden aangelegd in de zone tussen<br />

bouwlijn en rooilijn. Deze terreinen worden op een gelijkaardige wijze<br />

aangelegd en op een wijze dat een gecombineerd gebruik mogelijk is.<br />

- Opslag beperken<br />

- Buffercapaciteit<br />

garanderen<br />

1.4 Bepalingen met betrekking tot het beheer<br />

Opslag in open lucht mag nooit:<br />

- zichtbaar zijn van op de openbare weg;<br />

- hoger gestapeld worden dan 6 meter;<br />

Bepalingen met betrekking het waterbeheer:<br />

- vergunningen kunnen enkel verleend worden wanneer elk bedrijf aantoont dat<br />

het over een voldoende buffer en opslagcapaciteit voor het hemelwater<br />

beschikt;<br />

- het waterbeheer wordt toegepast volgens het principe van eerst maximaal<br />

opslaan om te herbruiken (regenwaterreservoir), vervolgens infiltreren en<br />

tenslotte bufferen;<br />

- de buffer- en infiltratiecapaciteit kan ook gemeenschappelijk toegepast<br />

worden;<br />

- de buffer- en infiltratiecapaciteit kan zowel binnen als buiten het plangebied<br />

opgevat worden;<br />

- de eerste vergunningsaanvraag moet aanduiden op welke wijze het<br />

waterbeheer opgevat en gegarandeerd wordt.<br />

Bepalingen met betrekking tot de aanleg van parkeerterreinen:<br />

- Parkeerterreinen voor bezoekers worden aangelegd in de zone tussen<br />

bouwlijn en rooilijn;<br />

- Deze terreinen worden op een gelijkaardige wijze aangelegd waardoor een<br />

eenvormig ruimtelijk beeld gerealiseerd wordt;<br />

- Deze terreinen worden aangelegd op een wijze dat een gecombineerd gebruik<br />

mogelijk is.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 75/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Richtinggevende bepalingen<br />

Verordenende bepalingen<br />

Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften<br />

Artikel 2.<br />

: Landschapsbuffer<br />

§ 11.1 Algemene bepalingen<br />

De landschapsbuffer moet de landschappelijke impact van het <strong>lokaal</strong><br />

<strong>bedrijventerrein</strong> op de omgeving beperken.<br />

§ 11.2 Bepalingen met betrekking tot de inrichting<br />

Het aanleggen de landschapsbuffer is verplicht. De wijze waarop dit<br />

gerealiseerd kan worden kan door de ontwerper bepaald worden.<br />

Mogelijk kan de aanleg van een houtwal gecombineerd worden met de<br />

aanleg van een rij hoogstammige fruitbomen (okkernoot,…) die de<br />

toegang naar de boerderij accenturen. Belangrijke voorwaarden<br />

waaraan buffer moet voldoen zijn:<br />

▪ het <strong>bedrijventerrein</strong> moet visueel voldoende afgeschermd worden;<br />

▪ de buffer moet bestaan uit gebiedseigen beplanting;<br />

▪ de buffer moet beeldbepalend zijn;<br />

De buffer wordt aangelegd en beheerd op basis van een<br />

landschapsinrichtingsplan dat het verhogen van de landschapswaarden<br />

beoogd. Alle werken, handelingen, functiewijzigingen, inrichtingen en<br />

voorzieningen die nodig of nuttig zijn voor het in stand houden, het<br />

beschermen het herstellen en het ontwikkelen van de<br />

landschapswaarden moet mogelijk zijn. Werken en handelingen in<br />

functie van het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke<br />

overstromingsgebieden zijn mogelijk. Wanneer de aanpalende zone in<br />

een ander later op te stellen <strong>RUP</strong>, eveneens aangeduid wordt als<br />

<strong>bedrijventerrein</strong>, kan deze zone door dit nieuwe <strong>RUP</strong> opgeheven<br />

worden.<br />

§ 11.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer<br />

Om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen is het wenselijk dat het<br />

beheer van de landschapsbuffer afgestemd wordt op dat aanpalende<br />

natuur- of bosgebieden.<br />

- Aanleg van<br />

landschapsbuffer<br />

- Geen bebouwing of<br />

verharding toelaten<br />

- Enkel activiteiten<br />

voor de inrichting en<br />

het beheer toelaten<br />

- Beheer op elkaar<br />

afstemmen<br />

2.1 Bestemming<br />

Dit gebied is bestemd voor de aanleg en het beheer van een landschapsbuffer.<br />

Deze landschapsbuffer wordt opgeheven wanneer er aanpalend een<br />

<strong>bedrijventerrein</strong> ontwikkeld wordt.<br />

2.2 Inrichting<br />

Volgende werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen –<br />

waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist is – zijn vergunbaar:<br />

1. werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die<br />

nodig of nuttig zijn voor het creëren of beschermen van landschapswaarden;<br />

2. werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die<br />

nodig of nuttig zijn voor natuurontwikkeling en landschapszorg;<br />

3. werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die<br />

nodig zijn voor het beheersen van periodieke overstromingen of het<br />

voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden<br />

voor zover deze worden uitgevoerd volgens de technieken van<br />

natuurtechnische milieubouw en passen binnen een integraal waterbeheer;.<br />

De genoemde werken, handelingen, voorzieningen en inrichtingen en wijzigingen<br />

zijn slechts toegelaten voor zover de uitvoering ervan geen betekenisvolle<br />

aantasting kan veroorzaken van de landschappelijke kenmerken van het gebied.<br />

De landschapsbuffer moet aangelegd worden met streekeigen heesters en<br />

hoogstammige bomen. Er mogen geen afsluitingen of hekwerk geplaatst worden<br />

tussen het agrarisch gebied en de landschapsbuffer.<br />

2.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer<br />

Het beheer moet uitgevoerd worden in overeenstemming met de principes van een<br />

verantwoord groenbeheer.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 76/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Richtinggevende bepalingen<br />

Verordenende bepalingen<br />

Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften<br />

§ 11.1 Algemene bepalingen<br />

- Lokale weg<br />

Artikel 3.<br />

3.1 Bestemming<br />

: Zone voor lokale weg<br />

Deze zone is bestemd voor de aanleg, het beheer en de exploitatie van een lokale<br />

weg.<br />

Dit gebied wordt gecategoriseerd onder de gebiedsaanduiding ‘lijninfrastructuur’.<br />

§ 11.2 Bepalingen met betrekking tot de inrichting<br />

Bij de aanleg van nieuwe wegen wordt de afwatering van de verharde<br />

oppervlakten van het openbaar domein bij voorkeur geleid worden naar<br />

open grachten die in de niet-verharde berm langs de wegen aangelegd<br />

worden.<br />

De beplanting versterkt het perspectief vanuit de N29 en beklemtoont<br />

de ruimtelijke afbakening van het centrum van <strong>Glabbeek</strong>.<br />

- Inrichting volgens de<br />

wegencategorisering<br />

als lokale weg<br />

- Beplanting in zachte<br />

berm<br />

3.2 Inrichting en bebouwing<br />

De functie en het gebruik van de weg moet herkenbaar zijn in de aanleg en de<br />

inrichting van de weg.<br />

Alle handelingen, werken en constructies voor de aanleg en het functioneren van<br />

deze weg zijn toegelaten. Naast de weginfrastructuur betreft het onder meer<br />

nutsvoorzieningen en maatregelen met betrekking tot de ruimtelijke inpassing van<br />

de bedrijvenzone toegelaten.<br />

Tenminste aan één zijde van de rijweg wordt een beplanting als geleiding van de<br />

rijweg voorzien. Deze beplanting kan bestaan uit hoogstammige bomen of hagen<br />

met streek eigen soorten. De beplanting moet oordeelkundig gebeuren zodat er<br />

een maximale zichtbaarheid en veiligheid voor de zwakke weggebruiker ontstaat.<br />

§ 11.2 Bepalingen met betrekking tot het beheer<br />

Het beheer wordt uitgevoerd door de gemeente op basis van verkeersen<br />

ruimtelijke doelstellingen.<br />

3.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer<br />

De inrichting en het beheer van de bermen van de openbare wegen zijn gericht op<br />

het creëren van een kwaliteitsvol en eenvormig beeld en een veilige<br />

verkeersafwikkeling.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 77/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Artikel 4.<br />

: Liniaire kleine landschapselementen<br />

§ 11.1 Algemene bepalingen<br />

Het is wenselijk dat op en langs het openbaar domein en aan de<br />

zuidwestelijke zijde van het plangebied een lineaire beplanting<br />

aangelegd wordt welke het <strong>bedrijventerrein</strong> op een natuurlijke en<br />

gebiedseigen wijze integreert in het landschap.<br />

- Realisatie van een<br />

lineair landschapselement<br />

4.1 Bestemming<br />

De grafische aanduiding duidt indicatief aan waar lineaire kleine<br />

landschapselementen aangelegd en beheerd moeten worden.<br />

§ 11.2 Bepalingen met betrekking tot de inrichting<br />

Het aanleggen van een lineair landschapselement is verplicht.<br />

Belangrijke voorwaarden waaraan de lineaire landschapselementen<br />

moeten voldoen zijn:<br />

▪<br />

▪<br />

zij bestaan uit gebiedseigen beplanting;<br />

zij zijn beeldbepalend;<br />

Het plantvak (plantspiegel) waarbinnen de lineaire kleine<br />

landschapselementen ontwikkeld worden, dient van die aard te zijn<br />

dat een duurzame levensgroei van desbetreffende beplanting<br />

gegarandeerd wordt.<br />

- Aanleg verplicht<br />

- Beschermende<br />

maatregelen<br />

4.2 Inrichting en bebouwing<br />

De grafische aanduiding is indicatief duidt aan dat in de directe omgeving (6<br />

meter) een lineair landschapselement aangelegd en beheerd moet worden.<br />

Vergunningsplichtige handelingen (omgevingswerken, graafwerken) in de<br />

omgeving van deze lineaire kleine landschapselementen mogen het verder leven<br />

van desbetreffend landschappelijke lineair element niet bedreigen of de<br />

aanwezige beeldkwaliteit aantasten. Alle nodige voorzorgsmaatregelen zijn<br />

verplicht en kunnen omstandig omschreven worden in de stedenbouwkundige<br />

vergunning.<br />

§ 11.2 Bepalingen met betrekking tot het beheer<br />

Het beheer moet uitgevoerd worden in overeenstemming met het<br />

beheer van de houtwallen zoals beschreven in de het vademecum<br />

duurzaam en ecologisch landschapsbeheer.<br />

▪ bij eventuele beschadiging van de landschapelementen moet de<br />

wonde glad gesneden en ingestreken worden met<br />

beschermende en ontsmettende middelen;<br />

▪ binnen de horizontale kruinprojectie mogen geen ophogingen of<br />

afgravingen gebeuren;<br />

▪ ondoordachte snoeiingen mogen niet uitgevoerd worden.<br />

- Verantwoord beheer<br />

en heraanplant<br />

wanneer vereist<br />

4.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer<br />

Het beheer moet uitgevoerd worden volgens de principes van een verantwoord<br />

groenbeheer. Afgestorven bomen moeten uiterlijk in het volgende plantseizoen<br />

vervangen worden.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 78/79


Gemeente <strong>Glabbeek</strong>: Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘<strong>lokaal</strong> <strong>bedrijventerrein</strong> Craenenbroekstraat’ definitieve vaststelling<br />

Artikel 5.<br />

: Zone non-aedificandi<br />

§ 11.1 Algemene bepalingen<br />

De bouwvrije strook kan aangewend worden voor de ontsluiting van<br />

het achtergelegen gebied.<br />

- Bouwvrije zone<br />

5.1 Bestemming<br />

De grafische aanduiding duidt een zone aan die niet voor bebouwing in<br />

aanmerking komt.<br />

§ 11.2 Bepalingen met betrekking tot de inrichting<br />

Verharding kan beperkt toegestaan worden op voorwaarde dat deze<br />

ingreep gepaard gaar met initiatieven die leiden tot het behouden<br />

van de woonkwaliteit van de aanpalende woning.<br />

- Verharding beperkt<br />

toegestaan<br />

4.2 Inrichting en bebouwing<br />

Maximum 50% van deze zone kan verhard worden.<br />

Vergunningsplichtige handelingen moeten opgevat worden op een wijze dat<br />

activiteiten voldoende gebufferd worden ten aanzien van de aanpalende<br />

woonomgeving.<br />

§ 11.2 Bepalingen met betrekking tot het beheer<br />

Het beheer moet uitgevoerd worden in overeenstemming met het<br />

beheer van zoals beschreven in de het vademecum duurzaam en<br />

ecologisch landschapsbeheer.<br />

- Verantwoord beheer<br />

en heraanplant<br />

wanneer vereist<br />

4.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer<br />

Het beheer moet uitgevoerd worden volgens de principes van een verantwoord<br />

groenbeheer. Afgestorven bomen en struiken moeten uiterlijk in het volgende<br />

plantseizoen vervangen worden.<br />

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau<br />

NOT01E-09295 maart 2012 pag. 79/79

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!