24.01.2015 Views

Orthopedagogie - Het Hogeronderwijsregister

Orthopedagogie - Het Hogeronderwijsregister

Orthopedagogie - Het Hogeronderwijsregister

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

duidelijk theoretisch kader. Tijdens de visitatiegesprekken verzekeren de lectoren aan de commissie dat zij het<br />

„meeliften‟ door studenten bewaken. De opleiding controleert op plagiaat. De handleiding geeft ook een tijdslijn<br />

voor de uitwerking van het werkveldproject met een verplicht gemeenschappelijk opstartmoment en de timing<br />

voor de procesfases: verkenningsfase (projectplan), onderzoeksfase (projectdraaiboek), procesevaluatie,<br />

uitvoeringsfase en eindfase (eindrapport). <strong>Het</strong> vademecum licht elke fase in detail toe. De commissieleden<br />

hebben kunnen vaststellen dat de aanvragers van een werkveldproject gespreid zijn over het werkveld en<br />

nieuwere begeleidingsvormen. Zij missen in de nieuwe aanpak een systematische toetsing van het concept zowel<br />

bij het werkveld als bij de afgestudeerden.<br />

Binnen het opleidingsonderdeel beroepsspecifieke ervaringen (vijf studiepunten) maken studenten uit het eerste<br />

jaar kennis met het orthopedagogische werkveld en zijn bewoners en/of cliënten. <strong>Het</strong> onderdeel omvat een<br />

kijkstage, (een animatiestage en een verdieping. De verdieping helpt de student om tot een stagekeuze te komen<br />

voor het tweede jaar. De student zoekt zelf zijn stageplaats, en wordt hierbij begeleid door de verantwoordelijke<br />

van de kijk- en animatiestage. Er is geen individuele stagebegeleiding voorzien.<br />

In het tweede jaar loopt elke student zeven weken stage (tien studiepunten). Via deze stage leert de student een<br />

bepaalde hulpverleningsvorm kennen en worden de sterke en aandachtspunten van de student als opvoederbegeleider<br />

beoordeeld. De student zoekt zelf zijn stageplaats, en wordt hierbij begeleid door een<br />

stagecoördinator/-begeleider van de opleiding. De begeleiding van de stage gebeurt door een stagementor<br />

(stageplaats) en een stagecoördinator/-begeleider (opleiding).<br />

In het derde jaar loopt elke student veertien weken stage (24 studiepunten). Deze stage focust op het zelfstandig<br />

functioneren, het opnemen van eigen verantwoordelijkheid en het reflecteren op het eigen handelen. De student<br />

zoekt zelf zijn stageplaats en wordt hierbij begeleid door een stagecoördinator van de opleiding. De begeleiding<br />

van de stage gebeurt door een stagementor (stageplaats) en een stagecoördinator/-begeleider (opleiding).<br />

Voor de organisatie, begeleiding en evaluatie van de stages is per opleidingsjaar een procedure uitgeschreven in<br />

het „Stagevademecum‟ dat ook bijkomende informatie bevat. <strong>Het</strong> „Stagevademecum derde jaar‟ dat tijdens de<br />

visitatie voor de commissieleden ter beschikking was, informeert de student over onder meer het stageverloop, de<br />

stageopdrachten en het stageportfolio, over de evaluatieplanning, het evaluatieproces, het evaluatieformulier, de<br />

geselecteerde competenties en over de taakomschrijving van de stagementor en de stagebegeleider of stagecoördinator.<br />

De commissie waardeert dat de vademecums een overzichtslijst geven van de competenties en<br />

bijhorende gedragsindicatoren die expliciet beoordeeld worden binnen de stages. De commissie meent te mogen<br />

stellen dat de opleiding sterk praktijkgerichtheid is. In de drie modeltrajecten gaat heel wat aandacht naar stages.<br />

Deze stages bieden een ruime kennismaking met het werkveld en leerkansen op de werkvloer. De opleiding stelt<br />

tijdens de gesprekken dat zij werkt aan een strategie om, naast de traditionele stageplaatsen, tevens<br />

stagecontexten in reguliere arbeidsmarkten en onderwijs te bereiken.<br />

De opleiding stelt dat zij tracht de aantrekkingskracht van werken in Brussel te vergroten. De commissie stelt vast<br />

dat, hoewel de stad Brussel dichtbij is, de opleiding weinig gebruikmaakt van deze nabijheid. De commissie<br />

meent dat de opleiding gericht blijft op de eigen omgeving.<br />

In het opleidingsonderdeel grondhouding van het derde jaar organiseert elke student een eigen buitenlandse reis<br />

als internationaal project. De studenten hebben in het derde jaar de mogelijkheid om veertien weken stage te<br />

lopen in het buitenland. Ook in het opleidingsonderdeel beroepspraktijk en supervisie III zijn er twee opties voor<br />

een buitenlandse ervaring: -Studiemobiliteit in Europa waarbij de student kan kiezen uit Erasmus Study en<br />

Erasmus Placement, en Studiemobiliteit in en buiten Europa waarbij de student stage loopt in het Zuiden,<br />

hoofdzakelijk in ontwikkelingslanden. De student zoekt zelf zijn stageplaats en wordt hierbij begeleid door de<br />

stagecoördinator, de ankerpersoon Internationalisering <strong>Orthopedagogie</strong> en het Centrum Internationalisering en<br />

Projecten. De opleiding geeft aan dat er jaarlijks een internatonale beurs is voor studenten van het eerste en<br />

tweede jaar, en stelt dat zij werkt aan een internationale week, die zal plaatsvinden in 2010.<br />

Tijdens de gesprekken stelt de opleiding dat het gebruik van anderstalige literatuur een drempel vormt voor<br />

studenten die instromen uit het TSO en BSO. In een enkel opleidingsonderdeel worden vertaalde teksten gebruikt<br />

en soms eens een Engels tekst. De commissie heeft vastgesteld dat studenten amper of geen Frans- en<br />

opleidingsrapport Hogeschool- U n i v e r s i t e i t B r u s s e l | 83

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!