24.01.2015 Views

Orthopedagogie - Het Hogeronderwijsregister

Orthopedagogie - Het Hogeronderwijsregister

Orthopedagogie - Het Hogeronderwijsregister

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:<br />

Tijdens de visitatiegesprekken beklemtoont de opleiding dat kennis en inzichten worden geïntegreerd in het<br />

handelen. Theoretische basiskennis staat in functie van het competentieprofiel; basisvaardigheden worden in het<br />

eerste deeltraject in kaart gebracht en vervolgens getraind. Doorheen het tweede en derde deeltraject worden die<br />

vaardigheden verfijnd en toegepast op specifieke thema‟s uit het werkveld. <strong>Het</strong> zelfevaluatierapport geeft<br />

voorbeelden van de koppeling van theorie en praktijk, en de omzetting ervan in vaardigheden.<br />

Studenten doen in de eerste periode van het eerste deeltraject werkveldervaring op in het opleidingsonderdeel<br />

„beroepsidentiteit‟. Vanuit verschillende contacten (interview, bezoeken aan voorzieningen, ontmoetingsdag…)<br />

verwerven studenten inzicht in het beroepsprofiel. Tijdens de visitatiegesprekken verneemt de commissie dat de<br />

opleiding de inleefstage in het eerste jaar heeft geschrapt. Voor de beide afstudeerrichtingen motiveert de<br />

opleiding deze beslissing vanuit organisatorische beperkingen, zoals het behoorlijk grote aantal studenten,<br />

waardoor meer lectoren moeten worden ingezet en er meer stageplaatsen beschikbaar moeten zijn in het<br />

werkveld.<br />

De commissie pleit ervoor om in het eerste jaar de confrontatie met de praktijk via inleefstages op te nemen. Zij<br />

merkt op dat zij gelooft in een alternatief voor werkveldervaring in het eerste jaar met een beperkt aantal<br />

competenties. De commissie vermoedt dat de toegankelijkheid in het werkveld ten aanzien van<br />

eerstejaarsstudenten groter zal zijn als zij een concrete opdracht te verrichten hebben, bijvoorbeeld een concrete<br />

activiteit met enkele cliënten. De commissie stelt dat het de moeite loont om de invalshoek „cliënten‟ hierbij te<br />

betrekken. Cliënten kunnen studenten veel leren over hun manier van handelen en zijn om van daaruit tips te<br />

geven. De commissie meent dat er steeds meer (opgeleide) ervaringsdeskundigen bereid zijn om hun ervaringen<br />

te delen.<br />

Tijdens het visitatiegesprek bevestigen administratieve medewerkers dat de verhoging van de werkdruk beperkt<br />

is bij het invoeren van een inleefstage. Lectoren bevestigen dat de werkdruk rond stages in het eerste jaar<br />

beperkt zou kunnen worden als meer verantwoordelijkheid bij de studenten gelegd wordt en als de eisen voor het<br />

verwerven van competenties worden beperkt.<br />

In het tweede en derde deeltraject maken studenten kennis met de actuele beroepspraktijk via stages.<br />

Verschillende opleidingsonderdelen leggen de verbinding met de beroepspraktijk via opdrachten. Door<br />

samenwerking met het werkveld komen studenten in sommige opleidingsonderdelen direct in contact met de<br />

beroepspraktijk, bijvoorbeeld via „bijzondere projecten en thema‟s‟ (derde deeltraject).<br />

<strong>Het</strong> integratief project (zeven studiepunten) in het derde deeltraject van de beide afstudeerrichtingen loopt van de<br />

start van het academiejaar tot midden januari en gaat de stage vooraf. <strong>Het</strong> project omvat een syntheseproef<br />

waarin de student moet aantonen dat hij een specifieke vraag van een voorziening kan analyseren, theoretisch<br />

kan kaderen en er op een doordachte en onderbouwde wijze een antwoord kan op bieden. <strong>Het</strong> ontwikkelde<br />

product moet bruikbaar zijn voor de voorziening. Studenten werken in teams van vier tot vijf deelnemers. <strong>Het</strong><br />

volledige project omvat een product, een paper en een presentatie. De commissie waardeert de opzet maar<br />

adviseert om voor de start van het integratief project de studenten een grondige theoretische basis in verband<br />

met het te bestuderen project mee te geven. <strong>Het</strong> zou ook interessant zijn dat de studenten hun integratief project<br />

ook voorstellen aan medestudenten en toekomstige studenten. Studenten worden tijdens het projectproces<br />

gecoacht door een projectbegeleider (opleiding) en opgevolgd door een projectmentor (voorziening).<br />

De commissie had inzage in het document „<strong>Het</strong> integratief project‟ met toelichting bij de basisprincipes, de<br />

doelstellingen, het concept, het verloop, de rollen van begeleiders, de evaluatie en de werkbelasting. Een bijlage<br />

hierbij attendeert studenten op de „regeling auteursrechten‟ en het aanbrengen van bronverwijzingen. In het<br />

opleidingsonderdeel wetenschappelijk schrijven in het tweede deeltraject worden studenten gericht voorbereid op<br />

de realisatie van hun integratief project. Commissieleden bevestigen dat de thema‟s van de door hen gelezen<br />

eindwerken maatschappelijke relevantie hebben.<br />

In het tweede deeltraject lopen studenten een stage van acht weken (veertien studiepunten). Om stage 2 te<br />

mogen opnemen in zijn studieprogramma moet de student voor veertig studiepunten credits behaald hebben in<br />

het eerste jaar, waarbij zeker observatie en schrijven, communicatie en groepsdynamica, en beroepspraktijk en<br />

opleidingsrapport Karel de Grote- H o g e s c h o o l | 119

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!