22.01.2015 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

duisteren aanblik van Davids afgehouwen tronk; de groote Zoon van David - hoort toe, Hij<br />

vraagt een appartement in Davids stad, waar Hij zou kunnen eten naar den geest. En zoo gaat<br />

Jezus de wereld uit, gelijk Hij daarin gekomen is. Het was lang geleden dat twee eenzamen,<br />

Maria en Jozef, naar een plekje zochten, waar het Kind aan David kon geboren worden. Dat was<br />

toen een klaar gezicht op de breuk van het huis van David, dat zijn laatste kinderen, naakt en<br />

bloot, over de wereld heen laat dwalen. En, zooals toen het huis van David in de wereld kwam,<br />

vrágende om een gunst, zoo moet nu óók Hij, |147| die de groote Zoon van David is, hoewel Hij<br />

zijn rijksrecht heeft bezworen, en hoewel Hij in den rijksdienst ten uiterste werkzaam is, en<br />

hoewel Hij op dit uur het ware wezen zal ontdekken van het Koningschap van David, zoeken 3)<br />

naar iemand, die een gunst Hem wil bewijzen, opdat Hij het Pascha ete, en het Avondmaal<br />

schenke aan Zijn kerk.<br />

"Hoewel", - schreven we. Of moet er staan: omdat<br />

Zwijg stil, mijn hart, en luister toe: de Koning heeft een vordering, waar Hij ook komt.<br />

Vorderingen brengt Hij mee, en scheldt ze allen door zichzelven kwijt.<br />

Tusschen deze dubbele requisitie, intusschen, de één vol van heerlijkheid, de andere in alles een<br />

naakte openbaring van de armoedigste werkelijkheid, beweegt zich nu de Man van smarten.<br />

Tusschen deze beide polen is gevat het verhaal van Zijn lijdensgang, dien Hij voleindde in<br />

Jeruzalem; en slechts in de eenheid van die beide ligt de waarheid omtrent Jezus <strong>Christus</strong>.<br />

Tot nu toe was ons alles, hoewel wonderlijk, niettemin duidelijk.<br />

Iets anders echter wordt het, als wij nog verder op de bizonderheden indringen willen. Want wij<br />

kunnen niet met zekerheid zeggen, hoe zich verder alles hier voltrokken heeft.<br />

Voornamelijk de plaats, waar Jezus het Pascha heeft gevierd, is nog steeds niet duidelijk. Wel is<br />

er een plekje, dat van overlang in Jeruzalem wordt aangewezen als de plaats, waar men het<br />

Avondmaal gevierd heeft, n.l. het z.g. coenaculum, een plek, waar thans het z.g. "en Nebi Daûd"<br />

gelegen is. Dit gewijde stukje grond wordt dan gewezen op het zuidelijk deel van den heuvel, die<br />

westelijk van de stad ligt, en in de overlevering den naam van "Sion" draagt. 4) |148|<br />

Nu spreekt het reeds van zelf, dat wij met zekeren argwaan die plek ons hooren aanwijzen . . .<br />

Maar, dat is voor ons geen verlies. Het is veel pijnlijker, dat wij de sobere gegevens van het<br />

bijbelverhaal ook niet geheel kunnen reconstrueeren. Met zekerheid kan nooit gesproken<br />

worden, hoeveel gissingen ook gewaagd zijn, om het huis te bepalen van het laatste Paaschfeest.<br />

Er is echter één opvatting, die een mogelijkheid aanwijst, welke zeer veel kans heeft van<br />

waarschijnlijkheid. Een heel oude overlevering reeds, die echter in deze laatste dagen door<br />

verscheidene geleerden van naam, op zeer sterk sprekende gronden, als juist erkend wordt, wijst<br />

als het huis, waar de Heiland paaschfeest vierde, de woning aan van Maria, de moeder van<br />

Johannes Marcus. Deze laatste zou dan, indien de vader dood was, als huisheer gelden.<br />

Het zou ons te ver voeren, al de gronden aan te voeren, die voor deze opiniën bij te brengen zijn.<br />

Genoeg zij het volgende.<br />

Dat er iets voor pleit om bepaald dit huis met den vinger aan te wijzen, erkent men dadelijk<br />

reeds, als men er op let, dat de persoon, die gevraagd werd een kamer af te staan, moet behoord<br />

hebben tot den kring der vertrouwden. Dit was inderdaad het geval met Marcus. Wij zien hem<br />

straks optreden in den kring van de eerste Christengemeente, en hoe langer hoe meer naar voren<br />

treden. Zijn moeder, aan wie het huis toebehoort, heeft niet alleen nu (naar waarschijnlijkheid)<br />

maar ook later (en dàn spreken wij met zékerheid) haar huis afgestaan aan de discipelen van<br />

Jezus. Uit Handelingen 12 weten wij, dat Maria, de moeder van Johannes Markus, over een<br />

heeren-huis beschikte, dat een groote ontvangzaal had, en dat zij die zaal ten allen tijde heeft

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!