22.01.2015 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

eisch van het oogenblik, om slechts door lijden heen verheerlijkt te worden. Ja, wel diep bukt Hij<br />

het hoofd, en de ontvangst der openbaring, ook van de pijn in de openbaring, is volkomen. Want<br />

zonder opstand neemt Jezus aan, wat God Hem geeft, en berust Hij, voor zooverre God Hem iets<br />

onthoudt.<br />

En, - de pijn der onthouding is hier meer dan de vreugde om wat gegeven wordt. |81|<br />

Want Mozes is er wel, en Elia is er ook, maar waar is Jezus' God Mozes heeft eens op een<br />

hoogen berg met God gesproken als een vriend met zijn vriend g, lang gesproken, telkens weer<br />

gesproken. En Elia heeft wederom op een anderen hoogen berg eveneens met God gesproken,<br />

lang en telkens weer, toen de Heer, die eerst voorbij ging, daarna Zich openbaarde in het suizen<br />

van een zachte stilte h. Maar <strong>Christus</strong> mag heden met God zelf niet spreken. Wel komt er een<br />

stem, die over Hem spreekt tot derden, maar er is geen openbaring van God tot <strong>Christus</strong><br />

rechtstreeks; er is geen stem, die tot en met Jezus spreekt. Hij klom als zoekende ziel den hoogen<br />

berg op, om God te ontmoeten in gebeden, - en Hij deed dat, in het bewustzijn, méér te zijn dan<br />

Mozes en Elia en dan al de heiligen saam. Maar God, die zich aan Mozes gaf en zich aan Elia<br />

niet onthield, trekt Zich nu van zijn Zoon terug. Dus is er al een begin hier van dat groote gevoel<br />

van verlatenheid, dat straks zich uitschreien zal in dat bittere woord: Mijn God, Mijn God,<br />

waarom hebt Gij Mij verlaten i.<br />

Dàt mag aanvaarding heeten van de openbaring Gods in haar spreken, en ook in haar grimmigst<br />

zwijgen. Dàt is den eisch der wet aanvaarden, in het gezicht van den wetgever Mozes, en den<br />

wetshandhaver Elia. En vóórdat <strong>Christus</strong> den hoeksteen leggen zal van het gebouw des<br />

evangelies, verdraagt Hij, dat twee banierdragers van het huis der wet, Mozes en Elia, Hem den<br />

kánon van den bouw en den regel van den optrek van het evangelisch huis, in Gods naam komen<br />

leeren en bezweren van begin tot einde toe.<br />

Nu komen wij tot ons tweede punt. Er komt tot <strong>Christus</strong> een openbaring, die niet volkomen is.<br />

Maar Hij neemt ze ook zóó weer aan, gelijk het behoort, want Hij werkt ze verder uit, door met<br />

Zijn gansche ziel en geest zich te keeren van de openbaring Gods tot den God der openbaring.<br />

Tot <strong>Christus</strong> komt de openbaring, gelijk altijd, in nog niet volkomen vorm. Willen wij een<br />

vreemd woord gebruiken, dan zeggen wij: die openbaring is niet adaequaat, want de openbaring,<br />

die God |82| geeft, spreekt wel de waarheid, maar nooit de volle waarheid. Zij put de waarheid<br />

niet uit. Wat God zegt, is waar, maar nooit zegt Hij àlles. Dat kàn Hij niet, omdat het oneindige<br />

Gods door het eindige der menschen nooit geheel omvat kan worden. En dat wil Hij niet, omdat<br />

de openbaring een geschiedenis doorloopt tot het einde toe, en dus eerst voltooid zal zijn bij het<br />

einde der wereld.<br />

Dat de openbaring op dezen bergtop niet volkomen is, treft ons dadelijk.<br />

Het is waar, er is hier wel veel om in te roemen. De dragers van het licht, Elia en Mozes, zijn<br />

schitterende verschijningen, zóó van Gods troon gekomen, en hun majesteit is een blinkende<br />

uitzondering in den nacht van donkerheid en nevel. En dit alles is voor Jezus. Als wij uit<br />

menschelijk standpunt, van de aarde uit, deze uitbundige weelde zien, dan zeggen wij: Wat is dat<br />

alles groot! Anders echter wordt het, als wij die twee blinkende gestalten zien tegen den<br />

achtergrond van den hemel zelf, als wij ze zien in het licht van God. Immers dan zeggen wij:<br />

a. De dragers van de openbaring laten maar een klein weinig zien van de volle werkelijkheid, die<br />

zij bij God steeds "zien en hooren";<br />

b. De wijze van de openbaring laat maar een klein weinig merken van de volle kracht, waarmee<br />

zij steeds "gelaten" is.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!