22.01.2015 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

voor de schapen. Maar dan is ook nooit de teederheid van Johannes 10, dat hooglied van den<br />

Goeden Herder, zoo verschrikkelijk geworden, als in dit verbijsterende oogenblik. Hier is<br />

geboren het woord, dat later Paulus zwak zijn Meester naprevelt: zij hebben mij allen verlaten,<br />

het worde hun niet toegerekend n.<br />

Nu, - om dat laatste mogelijk te maken, om het isolement te verzoenen dus, aanvaardt de herder<br />

Zijn eigen isolement als straf voor hun isoleeringsdaad, om zoo de schapen onder het oordeel<br />

weg te trekken tot de weide der gemeenschap. Hij klemt Zijn tanden op elkaar; Hij verdraagt het,<br />

dat ze den rook van de offerande Zijner uit-eindelijke paasch-gebeden met hun plomp gedwarrel<br />

en zenuwachtig gedribbel uiteenjagen, zoodat de offeranden van Zijn gebeden bedenkelijk veel<br />

gaan lijken op een Kaïns-offer. Hij verdraagt alles, alles - amen, meer dan Abel is hier. Want hij<br />

heeft om de resten van hun ouden Kaïns-mensch den nieuwen mensch in zijn discipelen niet<br />

vergeten, noch verworpen, Hij zal toch voor hen sterven, zijn bloed schreit beter dan Abel.<br />

Maar vraag nu nooit meer, of het Hem soms pijn gedaan heeft. Isolement doet zeer, want de<br />

mensch is van huis uit op de gemeenschap aangelegd. Er zijn eenzame zielen, die, van menschen<br />

verlaten, zich soms nog hechten aan een dier, omdat zij niet kunnen buiten de aanspraak, buiten<br />

gezel-schap. Hier is een kinderloos echtpaar, dat een hond heeft; daar een eenzame soldaat, die<br />

op zijn sterfbed vergeefs om moeder roept, en nu de hand van de verpleegster in zijn doodsnood<br />

zoekt, ginds een petroleumvrouwtje met een kanarievogel in een kooitje, driehoog in een steegje;<br />

en tusschen al die menschen hangt een verborgen tragedie, want daar wordt geschreid om<br />

gezel-schap: een verbeten traan, een droge snik. - |456|<br />

En dacht gij, dat <strong>Christus</strong> anders geweest was Ach, juist Zijn fijngevoelig hart heeft behoefte<br />

aan menschen, aan een begrijpend hart, aan een meelevende, d.w.z. een zich in Hem inlevende<br />

ziel. Maar Jezus ziet ze heengaan, één voor één. Zie, daar gaat Petrus. En nu vlucht Johannes.<br />

Ook Jacobus maakt zich uit de voeten. En elk van die vluchters scheurt zich af van Jezus' ziel,<br />

die weeke ziel, die, fijner dan de ziel van den gevoeligsten telepaath, reageert op alle<br />

áánwezigheid en alle áfwezigheid van liefde-gedachten en van zieletochten, welke voor Hem<br />

zijn, om Hem te streelen met hun vriendschap en geloof.<br />

Dit is het eerste bedrijf van het tragisch conflict van den vereenzaamden <strong>Christus</strong>, die door Zijn<br />

elf getrouwen, gelijk ook door al de zwijgende hemelen, gebracht wordt in het isolement.<br />

Toch schijnt er nog nieuw licht te dagen, één enkel oogenblik. De elf van ouds getrouwen<br />

verlaten wel den Meester, - maar zie, daar komt, schuchter en verlegen, een ander aan, om met<br />

zijn tegenwoordigheid (dat groote, dure, menschelijke goed) de menschelijke ziel van den Man<br />

van Smarten te troosten en te sterken.<br />

Die andere is: de onbekende jongeling in den hof van Gethsemané.<br />

Hij schijnt wel een belofte! Wanneer er twaalf reuzen vallen, is dan een nieuwe dwerg, die<br />

opstaat, soms geen groote vertroosting En wanneer daar twaalf eikeboomen geveld worden, is<br />

dan een schuchter bloempje, dat zijn kopje opbeurt, soms geen lieflijke ontdekking Zóó is de<br />

jongeling, die anonymus, uit Gethsemané een teeder bloempje aan den kant van den weg, waarop<br />

de twaalf apostelen den Heiland één voor één verlaten hebben. Zou die onbekende jongeling, die<br />

Jezus met liefde, en niet zonder moed, nu volgen gaat, zou die den ban van het isolement<br />

misschien gaan breken Vader in den hemel, brengt Gij een kleine aan Zult Gij Jezus' hand<br />

"Zich tot de kleinen laten wenden" o Van degenen, die Gij Hem gegeven hebt, heeft Hij allen<br />

verloren. Maar gaat Gij een nieuweling Hem geven, en mag Hij dien behouden Gunt Gij den<br />

Zoon de leerlingen niet, geeft Gij Hem dan den verlegen adept De "leerlingen van den eersten<br />

graad" zijn achteruitgeslagen; maar |457| mag de Zoon, die eenzame ziel, zich nog

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!