22.01.2015 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

geschroeid wordt, zoo sterk als de bliksem; want de majesteit des Almachtigen brandt er in. O<br />

pijnlijk wonder: de touwen, die daar ergens in Jeruzalem in een achter-straatje gedraaid zijn, en<br />

nu aan Jezus' handen liggen, ze kunnen door alle hemelkrachten bij elkaar niet verbroken<br />

worden; want de zuigkracht van Gods gansche wezen trekt ze om Jezus' polsen, en de wil van<br />

den Almachtige heeft zelf den knoop gelegd, en de kracht die van bóven is, heeft mèt de kracht,<br />

die van beneden is, de vezelen saam gesnoerd, en dit ééne touw geweven. Die banden kúnnen<br />

niet weg. Zeg nu ja tot die banden, Nazarener! Uw ja zij ja, Uw neen neen, en wat bóven dat ja<br />

en neen is, dat is uit den booze l; want dat zou den weversstoel in het Jeruzalemsche<br />

touwmagazijn plaatsen buiten de sfeer van Uw uit God gegrepen bergrede. Een simpel touw is<br />

nu genoeg, o Redenaar op bergen . . . . wat boven zoo'n touw zou liggen, dat ware uit den booze!<br />

|444|<br />

Ja, wat den mensch Jezus betreft, óók Hij kàn die boeien niet breken. Het zou een dwaasheid<br />

zijn, te zeggen, dat Jezus alles kan wat Hij wil, indien daarop niet vólgde, dat Hij slechts datgene<br />

wil, wat met Zijn Vader, en met het recht van de uren van Zijn Vader, strookt. De mensch Jezus<br />

heeft al Zijn wonderen gedaan door het geloof, door Zijn "sterk zien" op God, en door Zijn<br />

annexatie, in hooge zelfverzekering, van de krachten Gods voor Zijn eigen menschelijk<br />

vermogen. Neem dus het geloof van Jezus weg, en Zijn wonderlijk vermogen valt eveneens weg.<br />

Als Jezus ergens geen "geloof" voor heeft, dan valt de vraag van kunnen of niet-kunnen dadelijk<br />

buiten Zijn gezichtskring.<br />

En nu keeren wij terug naar Zijn eigen woord<br />

van daareven: dit is uwe ure en de macht der<br />

duisternis. Jezus weet dat; Hij is er ten volle van verzekerd; d.w.z. Hij zou nooit kunnen<br />

gelooven, dat God Hem sterken kon, om deze banden te breken. Daarom kán Hij het ook niet.<br />

Heel Zijn menschelijk vermogen schrompelt in, tenminste ten aanzien van deze boeien, door het<br />

onmiddellijk weten: Mijn Vader legt ze aan.<br />

En zóó gaat mijn Jezus in boeien. God heeft den grooten Simson geboeid, al heeft Hij Hem al de<br />

haarlokken gelaten, en al zal Hij Hem de oogen niet uitsteken in der eeuwigheid. En nu moet<br />

Jezus alle Filistijnen, die Hem gegeven zijn, verlossen, en daarom moeten zij eerst over Hem<br />

komen, hier in den Dagontempel, die ook de mallemolen is der zonde en het huis van Zijn<br />

gevangenschap. Dit - is - uwe - ure.<br />

Jezus is geboeid. En deze drie leggen nu de knoopen vast: de duivel, de mensch, God. Dat is te<br />

zeggen, in persoonlijke taal: drie knoopen Jezus' banden toe: ik, de duivel, God. Maar ik zal die<br />

persoonlijke spreekwijze eerst waarachtig tot de mijne hebben gemaakt, als ik mijn vleesch, dat<br />

Hem bond, zelf in boeien gaf. <strong>Alleen</strong> voor den geestelijken mensch is Jezus, geboeid, de schoone<br />

Koning. Jezus' banden zijn voor het vleesch even "aanstootelijk" en even "dwaas," m als het<br />

kruis en de groote verlating. Maar hun, die uit den Geest leerden zien en "onderscheiden," n is de<br />

|445| geboeide Jezus, die het uur van Zijn Vader, en daarom van den beul van Vader, Satan, wist<br />

en onderscheidde, slechts in de boeien lief. In Hem aanschouwen zij hun God. Want, door niet<br />

met hemelvuur te spelen, en niet den spot te drijven met rechten zelfs van duivelen, heeft de God<br />

der Schriften zich getoond als een ander dan de God der wereld. Alle goden, van Griekenland en<br />

daar buiten, mogen zich tooien in den mantel van willekeur, maar de God en Vader van onzen<br />

grooten Herder der schapen o, verschijnt met Zijn Zoon in dezelfde binding van recht en<br />

waarheid, zelfs tegenover de heden ontbonden duivelen.<br />

Zóó worden Jezus' banden voor wie gelooven, de kracht Gods en de wijsheid Gods p. De<br />

touwen, die om Jezus' polsen knellen, zijn de zichtbaar-wording van die banden, waarin Gods<br />

wezen gebonden is door zichzelf; dat diepe wezen Gods, waarin al Zijn deugden één zijn, ook<br />

de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!