22.01.2015 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

koningshuis had gesold met slavenbanden, en gespeeld met slavenlevens. Maar toen<br />

Nebukadnezer dreigde, toen had de koning Zedekia, ten einde raad, besloten, het jubeljaar weer<br />

in te stellen, en er was een edict uitgevaardigd, "met heel het volk, dat zich in Jeruzalem bevond,<br />

om hun vrijlating aan te kondigen, zoodat elk zijn slaaf of slavin, een Hebreeër of eene<br />

Hebreeuwsche, vrij zou laten gaan, dat geen mensch zich van een Judeeër, zijn broeder, zou doen<br />

dienstbaar zijn" 2) (Jeremia 34 : 8-9).<br />

Toen dus het gevaar dreigde had men de slaven vrij gelaten. Want de conscientie sprak. Men<br />

wist blijkbaar wel, dat dit slavenrecht door Gods eigen wet gehandhaafd werd. Maar nauwelijks<br />

was het gevaar geweken, en waren de chaldeeuwsche troepen van de stad terug geroepen, of met<br />

permissie van den laatsten koning uit Davids huis, was de vrijlatings-eed, aan de slaven gegeven,<br />

geschonden. De slaven waren weer in boeien geslagen.<br />

Is dit nu een kleinigheid<br />

Brengen wij misschien dingen bij elkaar, die niets met elkaar te maken hebben<br />

Dwaas, wie het gelooft.<br />

Integendeel, de profeet Jeremia zegt zelf in vers 17, dat deze daad van trouweloosheid jegens de<br />

slaven, de priester-slaven ook, van het corrupte Jeruzalem, in de dagen vlak vóór de<br />

ballingschap, de groote reden is, waarom de Heere Zijn volk, en ook Davids koningshuis, en ook<br />

de priesters, overgeeft ter beroering aan alle koninkrijken der aarde. Over slavenlijven is David<br />

gestruikeld, |428| niet over de krijgswagens van de wereldmachten der babylonisch-kaïnietische<br />

"grootmachten".<br />

Het was ook voorwaar geen wonder.<br />

Want God had juist het jaar van de slavenvrijlating in de wet vastgelegd, omdat daarin het<br />

messiaansche licht tot Israël kwam, en Zijn volk als een volk van in beginsel vrijen uitgeroepen<br />

werd. Toen Davids koningshuis aan de slaven onthield het licht van de vrijheid, die eenmaal in<br />

<strong>Christus</strong> volkomen dagen zou, had het zich met Saul gelijk gemaakt, de theocratie geschonden,<br />

de vrijheid van Gods erfgenamen beknot, vele van Gods "kleinen" geërgerd, en had geen recht<br />

dus meer op een plaats onder de zon.<br />

Thans zijn daar, eeuwen later, in Gethsemané wederom drie aanwezig: een priesterslaaf, een<br />

romeinsche (kaïnietische!) bende, en de ongekroonde koning uit het huis van David, Jezus<br />

<strong>Christus</strong>.<br />

De Romein heerscht nóg over Kajàfas en over het huis van David. Dat is nog altijd hetzelfde<br />

oordeel, dat eens Jeremia dreigde in hoofdstuk 34. Met den zweep der Romeinen slaat God zelf<br />

nog altijd de trouwelooze slavendrijvers, die de vrijlating der slaven hebben verhinderd; de<br />

zweep van Rome is het verlengstuk van de zweep van Babel, dien Jeremia zag neerkomen op<br />

den rug van Jeruzalems grooten, ook van Kajàfas' slavendrijvende voorgangers. Dat is de eene<br />

kant van het treurspel. En de andere kant is deze, dat er niemand is die het ziet. Kajàfas let er niet<br />

op en Malchus evenmin. Zij kussen de zweep van Rome, om maar van Jezus af te komen. En -<br />

homo homini lupus: de priester zelf drijft zijn slaven. Wat kan de zonde ook anders doen<br />

Doch nu staat daar tusschen de slavendrijvers van Rome, die aan Babel verwant zijn, en die zelf<br />

een Nieuw-Babel stichtting in de stad van het Beest, de slavendrijvers, die in den Bijbel welhaast<br />

gezien worden als het beeld van den Anti-Christ, den grooten Kaïn, aan den éénen kant, - en<br />

Kajàfas met zijn slaaf, die samen weer Rome's slaven zijn, aan den anderen kan, nu staat daar,<br />

zeg ik, tusschen die beide in: <strong>Christus</strong> Jezus. Hij buigt zich als de ware Davidide over een<br />

priesterslaaf. Hij verhindert Zijn discipelen, slavenrechten te krenken. Deze Koning verbiedt Zijn<br />

knechten, |429| ook maar een slaaf van Abraham te krenken door willekeur; en Hij bedient aan<br />

hem, positief, het recht van Abraham, zelfs in het uur, waarin Rome en het ontrouwe Israël

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!