22.01.2015 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

dat het tot de wereld doorbreekt alleen uit kracht van Hem.<br />

Het "jubeljaar" nu is het jaar van de slaven. Het opent, eerst (voorzoover Israëls schaduwendienst<br />

betreft) in letterlijken, en daarna (onder het Nieuwe Testament) ook in figuurlijken zin, de<br />

vrijheid voor de gebondenen; het geeft losmaking aan allen, die in nood en dood en duisternis<br />

gevangen zaten. Want op het heilig erf van het land van den Messias, behoort de zon der vrijheid<br />

voor állen te dagen. Slavernij is met den vrede-stand van het messiaansche rijk in wezen<br />

onvereenigbaar; dàt rijk is in wezen het domein der Opperste Vrijheid.<br />

Aan deze, door heel het Oude Testament heen loopende, profetie omtrent den <strong>Christus</strong> denken<br />

wij terug, in dit hoofdstuk, als wij <strong>Christus</strong>' handen bezig zien om voorzichtig het oor te genezen<br />

van - een priesterslaaf.<br />

Want de teedere, subtiele voorzichtigheid, waarmede <strong>Christus</strong> |411| onder het schelden en tieren<br />

van de joodsche politiemacht, en onder de koude vijandelijkheden van het romeinsche gezag,<br />

toch nog aan een slaaf Gods vólle recht bedient, is een gehoorzamen, in vreeze en beven, aan de<br />

wet van het jubeljaar, de wet van het recht der slaven. Waarlijk, niet alleen door het offer te<br />

volbrengen aan het kruis, maar óók door Zijn handen te leggen aan het oor van een priester-slaaf<br />

onder Israël, heeft <strong>Christus</strong> de schaduwen vervuld, de schaduwen, die in het Oude Verbond Zijn<br />

beeltenis afteekenden onder het volk der verwachting.<br />

Het verloop van de historie is ons wel bekend. In het holst van den nacht is een uit Joden en<br />

Romeinen samengestelde bende naar den Nazareenschen rabbi uitgegaan om Hem gevangen te<br />

nemen, terwijl Hij in Gethsemané vertoefde. Zij heeft op verzet gerekend, maar de rekensom<br />

kwam niet uit; want <strong>Christus</strong>, die tot den vredestand met God zich òpgeworsteld heeft, is nu sterk<br />

genoeg om zich vrijwillig te geven in den dood. Daarom treedt Hij zelf ongeroepen uit het<br />

donker, en vraagt: Wien zoekt gij En de stille majesteit van deze ongebroken figuur, die daar<br />

staat in het rosse schijnsel van fakkels en toortsen, is zóó verbijsterend, dat de woestelingen van<br />

de joodsche politiemacht, en ook de verzekerde romeinsche soldaten, achterover ter aarde vallen,<br />

van schrik overweldigd b.<br />

Hier reeds komt de majesteit van <strong>Christus</strong> aan den dag. Hij verbergt Zich niet, want Hij kent<br />

schuldbewustzijn noch vrees. Hij handhaaft Zich, enkel reeds door Zijn verschijning als<br />

menschenzoon, wiens verschrikking valt op al zijn tegenstanders. Zoo vertoont Gethsemané,<br />

reeds in het uur van <strong>Christus</strong>' binding, een schaduwbeeld van het andere uur, dat eenmaal slaan<br />

zal op den jongsten dag, wanneer voor Hem, die dan als Koning verschijnt, al wat een mond had<br />

om tegen te spreken, onmiddellijk verstommen zal.<br />

Intusschen, dit is het niet, wat onze aandacht vraagt.<br />

Wij willen spreken over hetgeen <strong>Christus</strong> aan dien priesterslaaf gedaan heeft. |412|<br />

Wij lezen, dat bij de troep, die uitgezonden was, om den Nazarener gevangen te nemen, ook een<br />

man was, die een persoonlijk lijfeigene, een slaaf, van den hoogepriester was, van Kajàfas dus.<br />

Deze man had dus geen gemakkelijk leven. Slavernij valt nooit mee; en vooral niet in die dagen,<br />

dagen van decadentie immers. Eigenlijk is het leven van deze slaaf - Malchus heet de man - in<br />

hooge mate tragisch. Dagelijks toch moet hij heen en weer dribbelen in de schaduw van den<br />

laatsten hoogepriester, aan wien het Oude Verbond nog een zetel om te zitten heeft toegewezen.<br />

Deze hoogepriester nu móet ambtshalve - want zoo is de wil Gods over hem - óók over zijn<br />

slaven het licht laten vallen van Israëls evangelisch bestaan. Immers, dàt is priester-werk: die<br />

goddelijke, christologische genade, die een jubeljaar heeft uitgedacht, laten roemen tegen het<br />

oordeel c, dat den vloek der wererld en der zonde ook tastbaar maakt in het verschijnsel van de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!