You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
e. Vgl. Psalm 86:11.<br />
f. Vgl. Jakobus 1:5.<br />
g. Vgl. Matteüs 5:8.<br />
h. Vgl. Matteüs 5:4.<br />
i. Vgl. Pieter Cornelis Boutens (1870-1943), het gedicht 'Sterrenhemel' in de bundel Vergeten<br />
liedjes.<br />
HOOFDSTUK XXIII.<br />
De schending van de harmonie: het ronde getal gebroken.<br />
En als Hij nog sprak, ziedaar eene schare; en één van de twaalven, die genaamd was Judas, ging<br />
hun voor, en kwam bij Jezus om Hem te kussen.<br />
En Jezus zeide tot hem: Judas, verraadt gij den Zoon des menschen met een kus<br />
LUKAS 22 : 47 en 48. a<br />
CHRISTUS is nu gereed, om de menschen te ontvangen. Hij heeft met God, Zijn God, den strijd<br />
volstreden; het offer is reeds geweest in de vierschaar Gods, toen niemand toegelaten werd. En<br />
nu op de tafel van de eerebiedingen aan God de ziel van <strong>Christus</strong> zich heeft geboden, nu is het<br />
offer geschikt in het openbaar te worden gebracht.<br />
De menschen mogen nu komen; ook in het openbaar zal <strong>Christus</strong> de overheden en machten,<br />
uitgetogen, ten toon stellen en over hen triumfeeren b. Hij heeft eerst in de verborgenheid hen<br />
overwonnen. Nu komt de groote Publicatie: God staat in de lucht; het onweer barst los. De<br />
menschen mogen komen.<br />
Nu, ze komen daar al aan.<br />
Ze komen met zwaarden en knuppels, en zullen den profeet van Nazareth nu eindelijk vangen<br />
gaan. Ze hebben er één, die hun den weg wijst. Het is Judas.<br />
En Judas is één van de twaalf.<br />
Dat laatste wisten wij al. |391|<br />
Maar toch, de evangelisten hebben het er nog eens duidelijk bij gezegd.<br />
Niet, dat hun lezers het ook nog niet wisten, want het had al met zooveel woorden gestaan in het<br />
evangelie. Maar de evangelisten zeggen het nog eens: Judas was één van de twaalf. Want juist dit<br />
ééne, dat Judas één van de twaalf was, is het in bizonderen zin geweest, waar het hier op<br />
aankomt. Het is niet een van de vreemden, of van de half-naastbestaanden, maar het is één van<br />
de twaalf, één uit den saamgelezen kring der aller-intiemsten, die Jezus heeft overgeleverd in de<br />
handen van zwaarddragers en knuppelzwaaiers.<br />
Het vervolg van de historie is welbekend. Zonder precies de volgorde van de gebeurtenissen te<br />
ontleden (volkomen zekerheid zal men toch wel niet krijgen) vergenoegen wij ons met de<br />
mededeeling, die uit de evangeliën volkomen duidelijk is: dat Judas onderweg een<br />
herkenningsteeken afgesproken heeft met de moordenaren, aan wie hij de plaats wijst, waar<br />
Jezus, naar gewoonte, verblijf hield. In dit nachtelijk duister was het voor deze deels vreemde<br />
soldaten, uiterst moeilijk Jezus te grijpen, indien Hij niet gegrepen zou willen zijn. Het gevaar<br />
bestond natuurlijk, dat in de algemeene verwarring de Nazarener toch nog aan hun handen<br />
ontglippen zou. Dat was al meer gebeurd. Dat Jezus "een ure" heeft, waarin Hij zich niet, en "een<br />
ure" heeft, waarin Hij zich wèl overgeeft,<br />
- dat hebben zij natuurlijk in de verste verte niet