Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
gelaat, dat tot een glimlach zich zelf geplooid heeft, is te meer ons dierbaar, nu het zich met<br />
tranen heeft bedekt.<br />
De mensch Jezus, ach, wie zal daar nog meer van zeggen<br />
Hij is veel schooner dan de menschenkinderen. Hij is veel schooner dan de fijnste dichter, die<br />
den lauwerkrans van menschen draagt. Want Zijn ironie is anders, is hooger, dan die van den<br />
poëta laureatus, want zij is heilig. Daartoe is Hij zelf gansch zonder zonde.<br />
Ook is Hij zeer verschrikkelijk.<br />
Want Hij, wiens lippen spreken, fijner dan een dichtermond, en wiens geest rijker is dan de<br />
puurste dichterziel, heeft ons geleerd, dat met reine zielen en bekranste dichters de wereld niet<br />
verlost wordt: onze van God omkranste Dichter wordt de met doornen gekroonde Borg. Zijn<br />
geest blijkt fijner en humaner, dan die van den sterksten fijnproever: schooner en harmonischer<br />
dan |389| welke ziel ook onder menschenkinderen; maar zonder offer kan zij ons niet verlossen.<br />
Hij heeft hier al wat imponeeren kan. Het woord "innerlijke beschaving" is hier nog maar een<br />
belachelijk woord; men zou er niet mee kunnen aanduiden de volle harmonie van de zuiver<br />
gecomponeerde ziel van Jezus <strong>Christus</strong>. Bij deze ironie houdt immers de fijnste mensch den<br />
adem in<br />
Daarom, menschenkind, geen humaniteit, en geen beschaving, maar alleen het offer, dat verzoent<br />
en bekeert in geloof, alleen het offer brengt ons bij God.<br />
Wijl Jezus dat vooral geweten heeft, gaf Hij straks Zijn handen in de banden.<br />
De mond, die ironisch spreken kon, in diep sonoor geluid, zóó dat het hart er ons bij stil gaat<br />
staan, sluit zich straks.<br />
De hand, die slapers oprichten kon met zachtbeheerscht gebaar, zij gééft zich in de boeien.<br />
De ironicus, die zacht gelachen heeft, omdat Hij God weer zag, is nu in boeien.<br />
En zóó is Hij ons lief.<br />
Want als Hij zoo niet was geweest, dan waren wij in boeien; en om ons heen was niet de ironie<br />
van boven, maar het sarcasme van den duivel, die daar is van beneden.<br />
Ja, zóó is hij ons lief; ironisch, toch in banden.<br />
Deze ironie spreekt eerst zichzelve zalig: Zalig, zegt ze, is de Reine van hart, die schoon<br />
gelachen heeft, omdat Hij God gezien heeft g. Maar daarna spreekt ze ons óók zalig. Zij koopt<br />
den vrede ons. Dat is: zij bereidt ons, ja ook ons, die nu nog schreien, ze bereidt ons eenmaal tot<br />
en hoog. Zalig die nu weenen - want zij zullen vertroost worden<br />
den lach, zuiver en heilig, diep<br />
h. Slaapt maar voort. En rust.<br />
Nu kunt gij veilig slapen gaan,<br />
Nu al de heem'len open staan,<br />
Ziel, wier verlangen elken rand<br />
Aan ster na ster door-zichtig brandt . . . i<br />
1. P.G. Groenen, a.w. 198.<br />
2. Het citaat, en ook de treffende herinnering aan Matth. 8 : 22, is van Dr F.W. Grosheide,<br />
Komm. Matth. 324.<br />
a. Niet eerder gepubliceerd.<br />
b. Vgl. Psalm 23:4.<br />
c. Vgl. Hebreeën 1:3.<br />
d. Vgl. Psalm 130:1.