22.01.2015 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

En zijn dat geen contrasten, die ons wèrk kunnen geven<br />

Intusschen, het raadsel van dit woord moge dan den eenen keer dezen, den volgenden keer den<br />

anderen kant de denkers hebben uitgedreven, - wij gelooven onzen tekst pas recht te kunnen<br />

doen, wanneer wij niet gaan "beslissen", of nu in Jezus' ziel de troost en de<br />

gemeenschaps-ervaring het winnen van de vernedering, die Hij proeft als een groote bitterheid,<br />

dàn wel, of de vernedering bij Hem overheerscht boven het gevoel van vertroosting.<br />

Want wij kunnen hier niet een keus doen.<br />

Wij mogen ook geen keus doen.<br />

Zij zijn beide éven sterk: het scherpe besef van vernedering, en de zekerheid van de komende<br />

verhooging; zij zijn even groot: de verlating van den Zoon door een Vader, die slechts een<br />

knecht naar Hem zendt, als ook de aanneming van den Zoon, die, hoe zeer ook verlaten, toch nog<br />

een boodschap krijgt van 's Vaders huis.<br />

En omdat zij beide éven groot zijn en éven sterk, daarom is ook het wonderlijk, het paradoxaal 1)<br />

karakter, van heel <strong>Christus</strong>' lijden in dat korte bericht van den sterkenden engel geheel en<br />

onverzwakt aanwezig.<br />

Wij erkennen dus in de eerste plaats, dat er blijdschap is voor <strong>Christus</strong>. Hij is in Gethsemané<br />

uiteengeslagen door lijden en angst. En in Zijn grooten zielenood is Hij gevlucht tot God. Zie,<br />

Hij knielt neer, en bidt. Hij bidt herhaaldelijk, en spreekt dezelfde woorden. En onder die<br />

gebeden - tusschen het eerste en het tweede gebed - aanschouwt Hij een engel, die Hem kracht<br />

instort, een engel, die afkomt zonder veel gerucht, en die niet, zooals in den kerstnacht, een<br />

menigte des hemelschen heirlegers achter zich heeft, die dan ook den nacht van Gethsemané<br />

geen oogenblik tot dag kan maken, - maar die dan toch komt van boven! |351|<br />

Het was er maar één.<br />

Maar die ééne was toch iets groots voor <strong>Christus</strong>. Een lichtstreep door het donker heen valt<br />

immers dadelijk op Die ééne was een geschenk, een groet, een handreiking van huis. Het<br />

vaderhuis heeft hem nog niet vergeten. De Zoon is nog niet de paria, dien de hemel glorieus<br />

voorbij gaat; geen ellendeling, dien engelen laten liggen of aan een kruis verbloeden. De hemel<br />

bemoeit zich nog met Hem, en de ziel van Jezus merkt dit aanstonds op.<br />

En, zoodra zij het bemerkt, zoodra zij maar erkent, dat de hemel haar nog niet heeft vogelvrij<br />

verklaard, komt daar een opleving van het sterke vertrouwen.<br />

Kent gij het woord van Job, den geslagene, die eens geroepen heeft (16 : 18): "O aarde! bedek<br />

mijn bloed niet; en voor mijn geroep zij geen plaats" Ha, dat is de kreet van den mensch, die<br />

niet vergeten wil wezen in Gods wijd heelal. Zijn bloed moet treden voor Gods aangezicht, het<br />

moet in gedachtenis bij God blijven, het moet het groote vraagteeken worden, waaraan het<br />

gansche heelal zich te buiten gaat, om er in Gods naam een uitroepteeken van rust achter te<br />

kunnen zetten. Het bloed van Job, dat kostelijke bloed, mag niet vergeten worden. Het wil eerder<br />

het obstakel zijn voor de pacificatie van het heelal, dan dat het immer werd vergeten! O aarde,<br />

bedek, begraaf, ver-stop dat bloed van Job nu niet! En zijn geroep Zijn zielekreet Zijn<br />

levenswil Zijn rechtspersoonlijkheid Ook deze eischt erkenning! Jobs roep mag niet gesmoord<br />

worden binnen de vier enge wanden van zijn eigen kluis. De kreet van geest en ziel van Job moet<br />

in het gansche al geen plaats hebben. Dat wil zeggen: alle bergwanden moeten dien roep<br />

teruggeven. Het heelal moet geen raad weten met de smarten van Job. En God vooral moet<br />

hooren naar den roep van het bloed van Job, en naar de klacht van zijn vragenden geest.<br />

Hoor nu, Jezus <strong>Christus</strong>, en zie toe.<br />

Wat Job gevraagd heeft, wordt U nog gegeven. Uw bloed, waarom in 't bitterst uur gevráágd

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!