22.01.2015 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wij zien, ten eerste, Jezus <strong>Christus</strong> in Zijn volle ambtsbediening.<br />

En wij zien, ten tweede, boven Hem weer uit: God, die Zijn werk voltooit en de historie<br />

consummeert naar haar einde toe.<br />

In de eerste plaats, zoo zeiden we, zien wij <strong>Christus</strong> hier in Zijn drievoudig ambt. En in elk van<br />

die drie deelen zien wij Hem receptief èn productief, d.w.z. eerst ontvangende, daarna gevende.<br />

Eerst |31| ontvangende van God, die Hem zendt, en daarna ook gevende aan de menschen, tot<br />

wie God Hem zendt.<br />

Om te beginnen is <strong>Christus</strong> hier als Profeet.<br />

En als Profeet is Hij eerst receptief. Hij neemt in Zich op het licht van Zijn God; met Zijn<br />

gansche menschelijke ziel absorbeert hij de heldere stralen van de openbaring. Als Profeet drinkt<br />

Hij uit de bron der Schriften, zet Hij Zijn mond aan de klare fontein van de waarheid Gods, en<br />

zuigt Hij zich als het ware zóó vast aan de plaats, waar Gods waarheid haar bron ontspringen<br />

laat, dat Hij centraal de waarheid ontvangt en gansch in- en uitwendig haar ziet, ondergaat en<br />

beleeft. Zóó komt het, dat <strong>Christus</strong> ook nu in het huis van Simon den melaatsche dóór en dóór uit<br />

de Schrift leeft. Een lied van Jesaja galmt geheel in Zijn ziel, en geen enkel accoord, geen enkele<br />

toon van dit lied, gaat in de door God gebouwde gehoorzaam van Jezus' zuivere ziel verloren. -<br />

Wij noemden daar een lied van Jesaja. Want hij is immers de dichter van dat overbekende<br />

hoofdstuk, van den "Knecht des Heeren" Dàt hoofdstuk spreekt over <strong>Christus</strong>' lijden, maar ook<br />

over Zijn verheerlijking. Het toont Hem niet alleen, beladen met de smarten van alle menschen,<br />

maar ook als triumfator, die "zaad zal zien," wien geschenken worden toegebracht, voor wien<br />

alle schatten zijn in hemel en op aarde. En deze dubbele lijn op in Jesaja 53 op één punt samen<br />

als de profeet zegt: Men heeft Zijn graf bij de goddeloozen gesteld (of aangewezen), maar - Hij<br />

is bij den rijke in Zijn dood geweest d. De profeet voelde het reeds, dat <strong>Christus</strong>, de Knecht des<br />

Heeren, van de menschen zal verwezen worden naar de plaats der schande "buiten de poort," en<br />

dat de overheid, mèt het vulgus, de plaats van den Man van smarten, de grafplaats aanwijzen zal,<br />

uitzoeken zal, bij de goddeloozen, bij het geboefte van de straat. Maar anderzijds weet hij óók,<br />

dat de vinger Gods, en de wil der Engelen, en de hand der gerechtigheid, het graf van den Knecht<br />

des Heeren wijzen zal bij de rijken. Er zal weelde zijn, overdaad, hulde in het uur van Zijn<br />

begrafenis, vanwege de gerechtigheid Zijner ziel, ook in Zijnen dood. |32|<br />

Nu eeren wij den Profeet onzer belijdenis, die zóó zuiver bij de Schriften leeft, en wiens<br />

Messiasbewustzijn zóó waarachtig zich elk oogenblik aan de Schrift conformeert, dat Hij<br />

onmiddellijk kostbaren nardus, en een dure flesch, en een offer, dat misschien het spaargeld<br />

gekost heeft van enkele jaren 2) betrekt op Zijn begrafenis. Jezus weet het: zijn graf en de<br />

rijkdom behooren bij elkaar. Hij ziet zich al "bij den rijke in zijn dood." Hij heeft tot twee maal<br />

toe, gelijk wij zagen, zoowel in Caesarea Filippi, als ook op den berg der verheerlijking, de lijn<br />

der vernedering onverbiddelijk door getrokken, zelfs tegen satanische oppositie in, en zoo het<br />

woord van Jesaja beleefd, dat men Zijn graf moest wijzen bij de goddeloozen. Maar op dit<br />

oogenblik zien wij <strong>Christus</strong> óó gansch verzekerd hiervan, dat Hij een graf zal hebben bij den<br />

rijkdom. Is dàt geen leven uit de Schrift<br />

Of, nog iets anders. Wanneer de profeet Zacharia zijn profetische taak volbracht heeft, dan<br />

vraagt hij: Geef mij mijn loon e. Dan beeldt hij daarin af, hoe God zelf, als de Opperste Herder<br />

van Zijn volk, het loon vraagt, dat de dankbare ziel óver heeft voor de teere zorgen van den<br />

goeden Herder, die in den profeet Zacharia, straks in àl de profeten, bovenal in den hoogsten<br />

Profeet, <strong>Christus</strong> zelf, als de Goede Herder komt tot het ware Israël. Dan teekent Zacharia God,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!