22.01.2015 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

vooral - de opname was anders. Er was nog geen zonde en geen vloek, geen lijden en geen dood.<br />

Wat zullen wij trouwens zeggen van de ziel van <strong>Christus</strong>, die nimmer iets verdrong, God noch<br />

duivel Wij allen verdringen zoo veel en kunnen dus over Hem niet oordeelen. Hier moet men òf<br />

gelooven, òf zwijgen.<br />

c. De weg, dien de dood in het leven van <strong>Christus</strong> neemt, en de doodsbedreiging dus ook, is heel<br />

anders bij Hém, dan bij de andere menschen. De anderen, die sterven moeten en dat dan dapper<br />

dragen - maar zonder geloof - werken zich over den dood met hun gedachten heen (het<br />

"verdringen" van zoo even komt ook hier weer te pas). Maar <strong>Christus</strong> mág zich niet over den<br />

dood heen werken. Hij moet, integendeel, den dood onder de oogen zien en tot op zijn zekere<br />

hoogte de verwikkelingen zóó beheerschen, en zóó uitlokken, dat Hij zelf, wanneer het uur<br />

ervoor gekomen is, zich, om zoo te zeggen, naar den dood toe werkt en in den dood inwerkt;<br />

zoodra maar de doods-noodzaak gebleken is de weg van God voor Hem te zijn.<br />

d. Hier raken wij weer een andere onderscheiding. Andere menschen, die sterven moeten, zijn<br />

zóó lang bezig met zich zelf, dat òf de doodsgedachte bij hen het wint van de hoop op een ander<br />

leven, òf de hoop op een leven na den dood het wint van de verschrikking van den dood. Zij<br />

spelen het leven uit tegen den dood, en dan lachen zij; òf ze klagen, dat het lot, of God, den dood<br />

uitspeelt tegen hun leven, en dan weer galmen de luchten van hun gerucht. <strong>Christus</strong> evenwel mag<br />

nooit den dood uitspelen tegen het leven. Hij moet zich niet met een tour de force heen wringen,<br />

en heen springen, over de rivier van den dood. Wil Hij |299| een manmoedig lofgedicht in hart en<br />

hoofd zich reciteeren, een lofgedicht, op de breede Elyseesche velden van een leven na den dood,<br />

het zij zoo; maar Hij mag den moter der hoop, die in Hem is, nooit zóó hard aanslaan, dat zijn<br />

geraas de zuchten, het gekerm van Zijn ziel gaat overstemmen. Want Hem is eene wet gesteld:<br />

Hij kan het leven slechts verwerven, als Hij het geheel en al verliest, en prijsgeeft, en dit verlies<br />

met volle bewustheid ondergaat. Het leven, dat komt, mag voor ánderen een quietief zijn (een<br />

rustgrond) tegen den presenten dood, maar omdat <strong>Christus</strong> borg is voor de zijnen, is het komende<br />

leven enkel maar een motief te meer tot den dood, en dus in geenen deele eenig quietief, zoolang<br />

de dood Hem zelf besluipt.<br />

e. Daarmee hangt samen nog weer een ander verschil. De andere helden-van-den-dood, die wij<br />

daar straks bedoelden, zij overwinnen den dood van het lichaam, mèt hun ziel, of, nog beter, met<br />

hun geest. Het lichaam sterft, maar hun geest sterft niet, zooals het lichaam sterft. Die geest toont<br />

juist, zich te versterken tegen den dood van het verstervend lichaam. Die geest "smaakt" niet den<br />

dood. M.a.w. die geest overwint, wat hij niet zelf gesmaakt heeft. Wanneer men de "terreinen"<br />

van lichaam, ziel en geest nu eens zou willen aanduiden als terrein A, terrein B en terrein C 1)<br />

dan staat het er zóó voor, dat ze den dood slechts te ondergaan hebben in terrein A (het lichaam);<br />

dat reeds naar terrein B (de ziel) niet meer dan de walm van de gevechtslinie van terrein A<br />

overslaat, en dat op terrein C (den geest) hun eigen geest de kanonnen van stevige argumenten<br />

plaatste, om den vijand van terrein A tot zwijgen te brengen, althans om hem te verhinderen,<br />

terrein C te overmeesteren. Het terrein, waarop zij helden blijken (terrein C, het strijdperk van<br />

den geest) is in wezen iets anders dan dat andere terrein (A), waarop de vijand slag levert. De<br />

geest triumfeert niet voor zichzelf over den dood, die immers den geest niet raken kan, maar hij<br />

troost zich over de pijn van zijn vleesch en ziel. Hij |300| troost zich op terrein C over een vijand,<br />

die op terrein A den bodem openscheurt, terwijl terrein B alleen maar de schokken trillend<br />

opvangt. Eigenlijk overwint men hier den dood niet en is er alleen een soort overwinning van de<br />

persoonlijkheid op zichzelf: die ontdekt heeft dat zij niet behoeft te sterven. Daar is niet<br />

gestreden ten bloede toe in den geest. Het was geen strijd van man tegen man.<br />

Alle troostredenen buiten <strong>Christus</strong>, komen eigenlijk hierop neer: non omnis moriar: "niet heel en

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!