22.01.2015 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Dit alles komt nu hier terug. Want Jezus spreekt achteraf hier uit, dat Hij bij voorbaat reeds<br />

gezien heeft, wat Satan, afgezien van Judas, doen wil met de andere discipelen. In Judas is hij<br />

reeds gevaren, dat is nu voorbij. Maar Jezus weet het, met onmiddellijke zekerheid, dat Satan<br />

nog niet stil zit. Evenals <strong>Christus</strong> al wat in Judas is geschied, aanstonds heeft herleid tot de<br />

diepten van verkiezing en verwerping achterwaarts, en het ook voorwaarts heeft uitgewerkt tot in<br />

het gezicht der hel, zoo is het nu ook hier. <strong>Christus</strong> neemt niet slechts Judas, maar al Zijn<br />

jongeren, Hij neemt ook u en mij, op in die gespannen aandacht, waarmee Hij alle tijdelijke<br />

dingen terugleidt tot de eeuwige, alle zienlijke tot de |251| onzienlijke, alles wat heden gebeurt<br />

tot wat gister wortel schoot, en morgen nieuwe vrucht zal dragen. En zoo heeft Hij, hoewel zeer<br />

ontzet over hetgeen in en aan Judas werd voltrokken, toch niet in die ontsteldheid van Zijn ziel<br />

de andere schapen vergeten. Ook toen één schaap verloren ging, bleef Zijn aandacht bij de<br />

andere elf. Hij heeft de dooden hun doode laten begraven b; maar Hij zal zich zelf weer tot de<br />

levenden wenden. Dus heeft Jezus niets verdrongen.<br />

Avondmaal heeft Hij gehouden met de zijnen, maar Hij heeft intusschen Satan gezien. Hij nam<br />

het brood, en zag den walm van Satan er overheen strijken. Hij tilde den beker op en proefde<br />

alsem van Satan in den wijn. Hij dringt met alle dingen tot de diepste diepten in, en zoekt in<br />

ieder oogenblik de groote verborgenheden.<br />

Zoo vindt - en wijst - hij drie van die verborgenheden.<br />

Daar is het Avondmaal: hier wordt de diepste "verborgenheid" van den mensch in actie van<br />

geloof gezet door <strong>Christus</strong> en den Geest.<br />

Hier is ook de Satan, en die begeert zeer te ziften: dat is de diepe "verborgenheid" van het<br />

satanisch wezen, dat niemand peilt, noch immer kan doorgronden.<br />

Hier is ook het hart van God: en dat is vooral de groote "Verborgenheid". Maar Jezus appelleert<br />

daarop, als Hij bij den Vader pleiten gaat, niet als degene, die geen hoop heeft, maar als de<br />

wélverzekerde, die weet wat in den Vader is. Zoo gaat Hij pleiten voor de zijnen.<br />

En alle drie deze verborgenheden zijn nu tegelijk in de diepte van Jezus' ziel, want: Ik heb voor<br />

U gebeden, bij God, tegen Satan, onder het Avondmaal.<br />

Is dat geen groote heiligheid Is dat geen licht van klaarheid Is dat geen brand van liefde Een<br />

<strong>Christus</strong>, die bij het Avondmaal de "smarten van Satan" kent, en die ook met Zijn gansche<br />

zielsbegeeren inworstelt tégen Satan Daar is Hij weer, de ééne niet-verdringer, zuiver in de<br />

harmonie van Zijn volmaakte ziel. Hij heeft voor allen in zijn hart een plaats, want Hij weet, dat<br />

zij allen (meervoud) door Satan opgevorderd zijn bij God. Maar Hij geeft |252| elk ook weer zijn<br />

eigen plaats. Vandaar, dat voor Simon nog in bijzonderen zin een gebed Hem leeft in de ziel: "ik<br />

heb voor u (enkelvoud) gebeden, Simon! En, niet alleen is het verleden en het heden in Zijn<br />

aandacht, maar ook de toekomst heeft Zijn hart. Want Simon krijgt straks een opdracht voor de<br />

toekomst, en in die opdracht aan den éénen Simon worden straks weer allen begrepen en<br />

beveiligd: "en gij, als gij eens bekeerd zult zijn, zoo versterk uwe broederen" c.<br />

Dit is de volmaakte afwezigheid van de zonde der "verdringing".<br />

Verleden, heden, toekomst; individu en gemeenschap; diepste diepte, en hoogste hoogte; God en<br />

Satan; Judas en Simon; pleitrede van beschuldiging en pleitrede van ontschuldiging, - het is alles<br />

tegelijk, en alles op zijn plaats, in de ééne groote ziel geweest van den mensch Jezus <strong>Christus</strong>.<br />

Waarlijk, zulk een Hoogepriester betaamde, paste ons d.<br />

Treden wij naderbij, voorzichtig en verlegen bij zooveel menschelijke majesteit, dan hooren wij<br />

Jezus zeggen: Simon, Simon! Als Jezus tweemaal iemands naam zegt, dan gebeurt er iets groots:<br />

Martha, Marthae; Saul, Saul f; Simon, Simon!

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!