Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ten eerste, vonden wij, dat <strong>Christus</strong>, als Hij in de Paaschzaal zit, niets verdrongen heeft.<br />
Integendeel, alles wat Hem daar in die Paaschzaal ontmoette, zoowel in de zienlijke, als in de<br />
onzienlijke wereld, was voor Zijn aandacht. Alles hield Hij in gedachtenis; aan alles gaf Hij de<br />
volle maat, en de volle aandacht, en het volle recht.<br />
In de tweede plaats hebben wij vervolgens ook gezien, dat <strong>Christus</strong> in die Paaschzaal optreedt in<br />
Zijn ambt. Dat Hij het ambt in gedachtenis houdt, en dat ambtsbesef niet slechts levendig<br />
bewaart in Zijn eigen menschelijke ziel, maar het ook óverplant in de ziel van Zijn apostelen.<br />
Deze twee werkelijkheden vloeien nu tot ééne samen.<br />
De twee lijnen worden nu aan elkaar verbonden.<br />
En deze verbintenis geschiedt bij de instelling van het Heilig Avondmaal. Want als <strong>Christus</strong> de<br />
sterke Held is, en de zuivere |230| Profeet-Koning-Priester, die niets "verdringt", maar die aan<br />
alles die plaats geeft, waarop het in Zijn aandacht recht heeft, dan mag Hij ook daarna opstaan,<br />
den beker in de eene hand nemen, het brood in de andere, en zeggen: Deze teekenen neem Ik<br />
voor Mij aan, om ze aan Mijn persoon te verbinden, eet en drinkt, en doet dat tot Mijn<br />
gedachtenis. Want door Zichzelven een gedachtenis te scheppen, zegt <strong>Christus</strong> tot Zijn volk:<br />
Vergeet Mij niet, verdringt Mij niet uit uwe aandacht, laat Mijn werk en Mijn persoon voor uwe<br />
aandacht blijven, groot en machtig; verdringt Mij niet, totdat Ik wederkom. Doet dat, tot dat Ik<br />
kom.<br />
Hierin dus heeft <strong>Christus</strong> het loon gevraagd voor Zijn lijden als Messias, die Zelf niets<br />
verdringen mocht om Zijns levens wil.<br />
En bovendien: door de instelling van het Avondmaal treedt Hij op in Zijn ambt. Want niet als<br />
mensch onder menschen vraagt Hij, dat men Hem een gedachtenis-zuil oprichte, zooals er vele in<br />
de wereld zijn. Neen, Hij komt op, als Ambtsdrager. Wanneer Hij vraagt, dat Hij gedachtenis<br />
moge hebben, ook na Zijn dood, in de wereld, dan is Hij niet zooals de grooten van de wereld,<br />
die wanneer hun ambt in den dood hun afgenomen is, nog het laatste restje van hun povere<br />
menschelijkheid in de herinnering bewaren willen door gedachtenis-monumenten voor zich te<br />
vragen. Neen, Hij wil Zijn ambt in de wereld blijven bedienen, want de gedachtenis aan Zijn<br />
dood is tegelijk de gemeenschap aan Zijn middelaarsbestaan. De gedachtenis, die Hij zoekt<br />
zichzelf te scheppen, is niet een herinnering aan den persoon, wiens ambt eindigt, waar de<br />
herinnering een aanvang neemt, maar het is een gemeenschap aan Zijn persoon, bediening van<br />
Zijn ambt. In de gedachten der zijnen blijft Hij de levende, houdt Hij Zijn ambt in stand, en blijft<br />
hij Middelaar, die door geloof gemeenschap onderhoudt.<br />
Zoo mochten wij straks zeggen, dat bij de instelling van het Heilig Avondmaal twee lijnen<br />
samenkomen: ten eerste, de lijn van <strong>Christus</strong>, die nimmer iets "verdrong" in heel de wereld niet, -<br />
en daarom recht heeft op gedachtenis in die wereld; en ten tweede, de andere lijn van ambtelijk<br />
leven en dienst. |231|<br />
De instelling van het Heilig Avondmaal, op dit oogenblik, en in deze zaal, plaatst zoo den<br />
<strong>Christus</strong> in een viervoudige verhouding. Ten eerste, tegenover God; ten tweede, tegenover<br />
Zichzelf; ten derde, tegenover de wereld; ten vierde, tegenover de kerk.<br />
In de eerste plaats, zoo zeiden wij, treedt <strong>Christus</strong> bij de instelling van het Heilig Avondmaal<br />
tegenover God in die bepaalde verhouding, die op dit uur Hem voegt.<br />
Want <strong>Christus</strong> belijdt hier, dat Hij aan God volmaakt verbonden is. "Ik en de Vader zijn één." b<br />
"Wie Mij "gedacht" heeft, die heeft den Vader "gedacht", Filippus!" c<br />
Wat is in het Oude Testament de groote wil van God geweest Hoe wordt in de boeken van<br />
Mozes reeds, in de heirvaart van het<br />
volk van Israël, als openbaringsvolk, door de wereld, de