22.01.2015 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Daarom is hier het contrast wel scherp. Hier staat, rondom den <strong>Christus</strong>, Zijn kerk. Doch in twee<br />

deelen valt die kerk uiteen: een strijdende en een triumfeerende kerk. Ze zijn nu beide hier. De<br />

triumfeerende kerk is vertegenwoordigd in Elia en Mozes, en de strijdende kerk in Simon Petrus.<br />

De triumfeerende kerk trekt lijnen van eeuwigheid. De strijdende sanctioneert een plotseling<br />

opkomenden dwazen inval. De triumfeerende legt den Menschenzoon voor: het bestek van het<br />

vast gebouw van Gods recht i. De strijdende wil hutjes van grillig bedenksel improviseeren. De<br />

eene loopt de wegen langs van Gods eeuwige gedachten, de andere draagt een warbeeld aan van<br />

Petrus' arme doffe hersenen. Háást heeft de hemel; zie maar hoe hij geperst wordt, totdat alles<br />

volbracht zij j. Hij zendt zijn eigen grootste boden uit tot de plaats, waar Jezus toeft en bidt.<br />

Maar Petrus heeft den tijd nog wel. Alles wat in het wijde heelal geestelijk is, mobiliseert den<br />

<strong>Christus</strong>, maar Simon Petrus zegt: Rabbi, toef nog wat, en wees nog maar wat immobiel.<br />

Waarlijk, wie een zintuig heeft, om het klimaat van de geestelijke wereld aan te voelen, die zegt:<br />

hier is een critiek moment: hier is de crisis van tijd en eeuwigheid.<br />

Vraagt soms iemand, wat wij er aan hebben, dwaze bedenksels van Simon te overwegen, laat<br />

hem liever dan vragen, waarom de Heilige Geest in de Schrift ze voor ons opteekent. Dat is niet<br />

geweest, om interessante stof te leveren aan een amateur, die zielkundige studies maakt, "naar<br />

aanleiding van" het "geval" van Petrus, en een experiment van diens opwelling van dwaasheid,<br />

maar dat is geschied voor wie de dingen zien wil in het licht van <strong>Christus</strong> en van de Schriften.<br />

|21|<br />

Wij denken hier aan een schilderij van Rafaël in het Vaticaan te Rome k. Daar zien wij op het<br />

doek een fel contrast van licht en donker. Benéden is het donker, want daar is een maanzieke<br />

jongen, een wanhopige vader, en een schuwe samenscholing van machtelooze discipelen. Maar<br />

één wijst er naar boven toe, want daar is het licht. Op den berg, bóven aan, dáár staat de Meester,<br />

en Hij baadt in het licht.<br />

Zóó veredeelt nu Rafaël op zijn schilderij de lichte en de donkere partij. Het licht boven, het<br />

donker beneden.<br />

Maar de Heilige Geest heeft in het evangelisch verhaal het nog ànders gedaan. Op dien éénen<br />

bergtop zèlf is het zoowel licht als donker. Van de zijde van God en van den hemel en van den<br />

<strong>Christus</strong> is het àlles licht. Maar ook nu weer is van de zijde van Simon Petrus, en van de<br />

strijdende kerk, àlles donker. En dàt moeten wij leeren zien. Zóó eerst wordt <strong>Christus</strong> ons<br />

noodig. Dàn eerst, als wij weten, dat wij zelf optornen tegen ons eigen heil, en dat wij "de<br />

satans" zijn van nature, die ingaan tegen Gods gemaakt bestek, dan eerst zullen wij <strong>Christus</strong><br />

noodig hebben als een volkomen Heiland.<br />

Nog eenmaal herhalen wij het: de schoone Kerstnacht is ver overtroffen door den nacht der<br />

verheerlijking.<br />

Maar - hoe vaker wij dat zeggen, hoe dieper wij ons schamen.<br />

Want dit was immers hetgeen de nacht der verheerlijking boven den Kerstnacht voor heeft, dat<br />

<strong>Christus</strong> nu de menschheid bij zich heeft, Zijn kerk, Zijn bruid Doch ook die kerk ligt hier<br />

uiteen geslagen. Voorzoover zij reeds in den hemel is, smelt haar verlangen met dat van heel den<br />

hemel samen en toont zij den <strong>Christus</strong> "den uitgang, dien Hij volbrengen zal te Jeruzalem." Maar<br />

voorzoover zij nog op aarde is, weet zij het niet en verstaat zij het niet. Zij is gelijk Simon<br />

Petrus: midden in de geweldigheden geplaatst van Gods raad en welbehagen, doch zij droomt er<br />

niet van; en àls zij nog wat zegt, dan is het dwaasheid en zonde. Zóó ligt alles uiteen geslagen.<br />

Strijdende kerk en triumpheerende kerk, vlees en geest, menschelijke naïviteit en hemelsch<br />

systeem; opwelling van beneden en het Groote Plan van boven. |22|

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!