You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
emint volkomen: God. Indien dan Gods klok haar uren alleen kan slaan, wanneer deze ure voor<br />
de macht der duisternis geslagen is ii, dan drijft Jezus den slinger van de klok der tijden met<br />
eigen hand. Dan windt Hij het werelduurwerk op, dan haalt Hij Satan voor den dag, en zegt,<br />
zonder iets, dat Hij weten moet, uit zijn bewustzijn te verdringen, tot dien duivel: het is uw ure,<br />
en de macht der duisternis; wat gij doet, doe het haastiglijk.<br />
Indien <strong>Christus</strong> Satan naar zich toe gehaald had zonder God tegelijkertijd naar zich toe te halen<br />
met volmaakte begeerte, dan was Hij de bedrijver geweest van een vermetel hoogmoedsspel.<br />
Dan ware hij verstooten van Gods aangezicht, als een die speelt met demonen op den vulkaan<br />
van den toorn Gods. Dan waren wij met Hem vergaan.<br />
En omgekeerd, indien <strong>Christus</strong> alleen maar God begeerd had, en de dwaze uitvinding had<br />
begeerd van een God an sich, en indien Hij, deze valsche profetie van God an sich tot waarheid<br />
verheffende, Satan niet naar zich toegehaald had, nu het de ure daarvoor wàs, dán zou Zijn ziel<br />
niet zuiver hebben geantwoord op de bedeeling van de tijden Gods; de tijden en gelegenheden,<br />
welke Gods raad te voren had besloten. Dan was het uurwerk van <strong>Christus</strong>' menschelijke<br />
consciëntie niet geregeld geweest naar de zon van den raad van God. Dan zou de luchtdruk in<br />
Zijn zielehuis een andere zijn geweest dan de luchtdruk buiten Hem, in den hemel van Gods<br />
raad, en in de sfeer van Gods wet en evangelie-wil.<br />
Maar nu <strong>Christus</strong> God en Satan tegelijkertijd naar Zich toe begeert, Gód met volkmaakte liefde,<br />
Sátan met volmaakten afkeer, |204| maar beiden met volkomen bewustzijn, nú verschijnt de<br />
Heiland, die bidden kan wat in Gethsemané gebeden werd, die in den tijd doorleed de<br />
eeuwigheid, die, als Hij ook maar een vierkanten decimeter gronds heeft om er op te staan, alle<br />
machten die in de wereld zijn, hemelsche en satanische, tegelijk onder den horizont ziet staan, en<br />
het gansche Al opbeurt in Zijn sterke armen, in gehoorzaamheid en deugd, als Middelaar van<br />
recht en verlossing.<br />
Nu zien wij Jezus staan.<br />
Discipelen verdringen den ouden mensch door den nieuwen, en den nieuwen door de nawerking<br />
van den ouden. Zij kunnen niet verlossen, noch ons, noch zichzelve.<br />
Judas verdringt in eigen ziel de betere mogelijkheden van de algemeene genade, waarin ook de<br />
mensch Jezus een rol speelt, door de diepere hartstochten van ongeloof en trots. Hij kan en wil<br />
niet verlossen, noch immermeer verlost worden.<br />
Satan verdringt met zijn ganschen wil, al wat zijn kennis weet, en maakt zich op, om de<br />
verlossing tegen te staan en te verhinderen. En hij verdringt de waarheid van de volstrekte<br />
onmogelijkheid van de overwinning van slangenzaad op vrouwenzaad, om toch dat zaad der<br />
vrouw te verderven.<br />
Maar <strong>Christus</strong> Jezus heeft niets en niemand verdrongen. Hij heeft alles op zijn plaats gezet, en op<br />
zijn plaats gelaten. Hij heeft niets "an sich" gezien. Want alles staat in één groot, levend verband,<br />
<strong>Christus</strong> en Antichrist, hemel en hel, God en Satan, Judas en - durf ik het zeggen - en ik; indien<br />
ik slechts geloof. Zoo heeft de Heiland zich van oogenblik tot oogenblik geconformeerd aan<br />
God, die ook Zich zelf volkomen kent (want de Geest doorzoekt alle dingen jj); aan God, die ook<br />
de wereld kent, met al wat in haar is, (want de Geest heet ook: de zeven oogen Gods, die de<br />
gansche wereld doorloopen kk). En nu God en <strong>Christus</strong> één zijn, in het niet-vergeten, in het<br />
niet-verdringen, nu is <strong>Christus</strong> de Zaligmaker en de Middelaar Gods en der menschheid.<br />
En onze arme ziel, ze moge dan soms nog de belofte "verdringen" uit de onrustige gedachten, zij<br />
zal tóch opstaan en zeggen: God |205| heb ik lief, want Hij hoort mijn stem ll, Hij zal mij niet<br />
vergeten, niet . . . . verdringen in der eeuwigheid.<br />
<strong>Christus</strong> - in den krater en vóór de paradijspoort . . . . ; dit geeft rust. Want dit is: hetgeen bij