You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Want, wie Satan zegt, zegt ook: verdringing.<br />
Neen, wij spelen niet met woorden; natuurlijk niet. Er is geen sprake van, dat de duistere geest<br />
van Satan in dezelfde psychologische verwikkelingen zou zijn begrepen als de ziel van een<br />
gewoon menschenkind.<br />
In een menschenleven is er een tegenstelling tusschen onbewust en bewust leven. Er is een<br />
drempel, bóven welken zijn bewustzijn werkt, en ónder welken de duistere driften woelen van<br />
zijn niet eens hemzelf met name bekende leven.<br />
Maar bij den Satan is van dit alles geen sprake.<br />
In hem is óók àlles bewust.<br />
Hij zondigt met open oogen. Hij leeft niet naar de ordening van de menschelijke ziel, die<br />
veranderlijk is en wisselend, ieder |200| oogenblik, maar hij staat als geest in de eeuwigheid; en<br />
weet zich ieder oogenblik met scherp bewustzijn voor oogen te plaatsen, àl wat in hem zelf roert<br />
en leeft. In elk oogenblik van zijn duister bedrijf ziet hij onder het werk, dat hij doet, lévensgroot<br />
de beelden voor zich, de lichtbeelden van de aanvangen van zijn bestaan, toen hij nog leefde bij<br />
God, en als geschapen geest Hem prees.<br />
Met nadruk stellen wij dus voorop, dat hier van geen "verdringing" als van een zielkundig<br />
proces, in den boven aangeduiden zin, ook maar eenige sprake vallen kan.<br />
Wanneer wij niettemin Satan den grooten Verdringer noemen, dan bedoelen wij daarmee, dat<br />
Satan elk oogenblik God van zich afdringt; elk oogenblik het oordeel van zich weg dringt; elk<br />
oogenblik het recht van zich wegdringt. Die Satan kènt God beter dan eenig mensch. In<br />
ònder-bewuste diepten kan hij God niet verdringen, want zulke diepten zijn in hem niet. Maar hij<br />
dringt God met zijn wil uit zijn bestaan weg. Het zal hem eeuwig mislukken; maar in het klimaat<br />
der eeuwigheid geldt de begeerte als de rijpe daad: in magnis voluisse sat est.<br />
Zóó is Satan in zijn bestaansgrond de Verdringer. God wordt verdrongen. Hij weet, dat het niet<br />
kan, en toch onderneemt hij dat onmogelijke werk in elke seconde van zijn bestaan. Hij weet, dat<br />
het oordeel onontkomelijk is, en toch werkt hij zich onder het oordeel weg, elk moment van zijn<br />
woeden tegen den hemel. Het is een onmogelijk werk, hij weet het, en toch onderneemt hij het.<br />
Satan is de verdringer. De verdringer, die niet van zich afschuift, wat hij kwijt wil zijn om het te<br />
vergeten (zooals de mensch het dikwijls doet) maar de verdringer, die wat hij niet erkennen wil,<br />
van zich afwerpt, zonder het ooit te vergeten.<br />
En daarom zegt de Schrift van hem, dat hij siddert (Jacobus 2 : 19).<br />
In dat "sidderen" ligt uitgesproken de krampachtige hartstocht, de eeuwige onrust, het<br />
vermoeiend jagen van dit satanisch wezen.<br />
Laat ons nu op Jezus letten.<br />
Twee zijn er in de zaal, Judas en Satan. En deze twee zijn één. Judas verdringt en siddert, Satan<br />
verdringt en siddert.<br />
Maar de derde is er, die ook de eerste is. Zijn naam is Jezus |201| <strong>Christus</strong>. Hij verdringt niets,<br />
weet alles, kent alles, wil ook alles wat hij kent als werkelijkheid van God, en siddert. Maar Hij<br />
siddert alleen voor God. Judas siddert; want zijn eigen processen jagen hem op: hij zet zichzelf<br />
in koorts; de verdringende mensch is tegen zich zelf verdeeld; hoe zou hij kunnen bestaan gg<br />
Satan siddert ook; want God is tegen hem en hij is tegen God; deze twee zijn tegen elkander<br />
verdeeld; zij kunnen met elkander niet bestaan. Indien God maar verdeeld was tegen zichzelf<br />
(maar God is één, Jac. 2 : 19) dan zou Satan in der eeuwigheid niet meer sidderen. Hij siddert,<br />
omdat God niet zoo is, als hij wil. God jaagt hem de koorts in den geest. Ook mijn Heere Jezus<br />
<strong>Christus</strong> siddert. Is Hij tegen zichzelf verdeeld Neen - hij kan wel bestaan! Is hij tegen God<br />
verdeeld Neen - ook nu kan Hij nog bestaan. Maar God is tegen Hem verdeeld - Hij draagt den