22.01.2015 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Johannes en het huis van den man beneden, Heere mijn God, het is hier o zoo donker. Woont<br />

God niet in donkerheid Ja, Salomo wist het: God woont in donkerheid q, en hij is een God, die<br />

nimmer niet-verkiezen kan. Ja, God van Abraham, ja, God, die Ismaël verwerpt en Izak verkiest,<br />

ja, Gij, die Ezau benoemt en Jakob vóór de geboorte, ja, ik ga al op zij. Neen, ik heb Judas enkel<br />

maar in de ziel geboord, ik heb hem aangeboord, Heere mijn God, maar ik heb U niet<br />

weersproken. Ach ja, ik weet het wel, ik kan aan Judas niets doen, het is mijn lot, mensch te zijn,<br />

want alzoo is geweest |191| het welbehagen voor U, ook dat was welbehagen, mijn<br />

mensch-wezen. Neen, ik zal niet het Woord weerspreken, dat gij vóór de geboorte hebt<br />

gesproken over Ezau en Jakob, over Simon en Judas en over mij, mijn God. Vader, wat zijt Gij<br />

schoon. Zongen daar de engelen niet Ja, de lofzang ligt al klaar, het boek van de paaschhymne<br />

ligt al open, zoo dadeiljk, mijn God, dan gaan we ritueel zingen, maar met het hart, wij gaan den<br />

lofzang zingen o God, hoewel Gij verkiest, wij gaan zingen, want Gij zijt dit heerlijke God, die<br />

nooit anders dan de Verkiezende zijt. Ik heb U gezien, het is goed, Heere, het is genoeg. Neem<br />

mijn ziel niet weg met de goddeloozen r. Het boek ligt open en ik zal zeggen, dat die messen 3)<br />

weg moeten. Ik zal het waarlijk zeggen. Het is genoeg, mijn God. Verkiezing geeft net genoeg.<br />

Verkiezing is zoo doodeenvoudig: ze is nooddruft; ze geeft genoeg.<br />

Ik weet maar één ding, Heere mijn God: Gij vermoogt alleen. Ik ben mensch: de mensch kan<br />

geen muren breken, die Uw Raad gesteld heeft. Eens heb ik geen krachten kunnen doen vanwege<br />

hun ongeloof s. Ik kon toen niet, Heere God, het was toen en toen, daar en daar. Ik was zóó moe.<br />

Ik kan weer niet. Daar zit ongeloof hier in de kamer, Heere, het walmt tegen het offerlam aan.<br />

Het doet heel zeer. Zou ik hier rusten in Uw verkiezing en verwerping Moet die walm niet weg<br />

Heere, wat die man doet, laat dat haastig gebeuren. Doch Gij zijt heilig, wonende onder de<br />

lofzangen Israëls t. De lofzang ligt klaar, Heere, de messen moeten weg.<br />

Judas, Judas, wat gij doet, gij doet het immers toch Judas, wat gij doet, Judas, want Ik doe het<br />

niet, God ook niet, - wat gij doet, doe het haastelijk.<br />

Heere, dit woord geeft lucht.<br />

Lucht.<br />

Er is verkiezing, want God is.<br />

Maar er is verantwoordelijkheid.<br />

Er moet naar God gezocht worden. God is en geeft loon terug, geeft loon af, geeft Zichzelf af,<br />

aan wie Hem zoeken u. |192|<br />

Zoeken.<br />

Er is verantwoordelijkheid, Heere mijn God.<br />

Dies zal ik mij opmaken, en het werk gaan doen. Alle werk. Weg met die méssen. Ik zal Judas<br />

aanspreken. Heere, behoud Simon, Satan zift hem als de tarwe v. Ja, ik hèb het al gezègd tegen<br />

Judas, en hij moest het doen, hij moest het doen, met haast. Ik heb den Satan niet weggedrongen,<br />

Heere. De oogen waken, Vader, de lendenen zijn omgord, de lampen branden w, ik ga op Satan<br />

af, de waaklamp in de hand. Ik zie hem daar, ik voel hem. Maar ik moet hem aan, zegt Gij, ik<br />

moet op hem af. - Ik doe het nu al, Heere mijn God. Gij heb mij wel heel erg gebonden, want Gij<br />

bindt alle menschen zoo heel vast. Wat zou een mensch kunnen doen, om ijs te smelten, dat om<br />

zielen van Judas en anderen zit. Heere, mijn liefde en ijver brandt! Vlammen des Heeren,<br />

vlammen des Heeren! x Vele wateren zouden ze niet kunnen blusschen. Maar vele wateren<br />

kunnen door deze vlammen niet opgelekt, weggedampt worden. Judas is Judas gebleven, het<br />

water is niet verteerd. Ik kon Judas niet verwarmen. Ik ben mensch, Vader, mensch. Het is groote<br />

gebondenheid, mensch te wezen, en in te gaan tot den nood van Simon, en Johannes, en al die<br />

anderen, och, Gij weet hun namen wel. Ja, ik ben met hen gebonden. Zoete banden, die mij

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!