21.01.2015 Views

'AfSTROOm IS ONEERLIJK TEGENOVER KINDEREN' - VO-raad

'AfSTROOm IS ONEERLIJK TEGENOVER KINDEREN' - VO-raad

'AfSTROOm IS ONEERLIJK TEGENOVER KINDEREN' - VO-raad

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

INTERVIEW<br />

Wiebe Wieling (Piter Jelles) initieerde nieuw plaatsingssysteem<br />

‘Afstroom is oneerlijk<br />

tegenover kinderen’<br />

8<br />

<strong>VO</strong>-magazine 7 / juni 2013


Sinds twee jaar is in Noord-Friesland het Cito-volgsysteem en niet de<br />

Cito-eindtoets leidend voor plaatsing in het voortgezet onderwijs. Wiebe<br />

Wieling van de Piter Jelles scholengroep uit Leeuwarden, Kollum, Dokkum<br />

en St. Annaparochie, legt uit hoe vo en po succesvol samen werken om tot<br />

passende plaatsing van iedere leerling te komen, met eliminatie van de<br />

‘shoppende’ ouder. ‘Zestig procent havo/vwo-advies was een<br />

ongeloofwaardige situatie.’<br />

Tekst: Hanneke van der Linden / Fotografie: Josje Deekens<br />

Wiebe Wieling is voorzitter van het eenhoofdig college<br />

van bestuur van Piter Jelles, een scholengroep met elf<br />

scholen in het voortgezet onderwijs in het noorden van<br />

Friesland, variërend van praktijkonderwijs en vmbo tot<br />

en met gymnasium. Daarnaast is hij voorzitter van<br />

Vereniging De Friesche Elf Steden. Hij is een begenadigd<br />

communicator en dat is niet in de laatste plaats doorslaggevend<br />

geweest voor het ontstaan van een bijzondere<br />

samenwerking tussen het Friese primaire en voortgezet<br />

onderwijs. Samen zijn zij gekomen tot een systeem van<br />

schooladviezen gebaseerd op het Cito-leerlingvolgsysteem<br />

in plaats van de Cito-eindtoets. Vanaf het<br />

volgende schooljaar werken alle Friese scholen voor<br />

primair en voortgezet onderwijs met deze Friese<br />

plaatsingswijzer.<br />

Wat was de reden om de Cito-eindtoets los te laten<br />

als bepalende factor voor de plaatsing van leerlingen<br />

in het vo<br />

“De Cito-eindtoets brengt bij lange na niet de potentie<br />

van een leerling in beeld. Het is een test die gericht is op<br />

een paar onderdelen, met name de cognitie. Bovendien is<br />

het te zot voor woorden dat slechts één moment opname<br />

bepalend is voor waar een leerling terecht komt, terwijl<br />

je met het leerlingvolgsysteem de gegevens van drie jaar<br />

basisonderwijs in handen hebt. Met het leerlingvolgsysteem<br />

zijn leerlingen intensief gevolgd en zijn al hun<br />

resultaten in kaart gebracht, daar baseren we ons op.”<br />

Maar er speelt meer: “Er is in het verleden veel te vaak<br />

op een te hoog schoolniveau geadviseerd, met als gevolg<br />

gedemotiveerde leerlingen en enorme afstroom. Natuurlijk<br />

willen we iedereen de beste kansen bieden, maar in<br />

het verleden leidde dat tot pseudo-kansen. Als je een leerling<br />

met mavopotentieel zegt dat die naar de havo kan,<br />

geef je de leerling geen eerlijke kans. Die leerling moet<br />

na een jaar of twee, drie, toch afstromen, terwijl met het<br />

huidige plaatsingsbeleid de afstroom minimaal is en er<br />

wel opstroom plaatsvindt. Kinderen beginnen nu op de<br />

goeie plek aan hun middelbare school en daar is zowel<br />

het onderwijs als het kind mee gediend.”<br />

Is het niet zo dat het voortgezet onderwijs gewoon<br />

heel graag slagende kinderen wil, vanwege de<br />

rendements eisen<br />

“Nee, het probleem was de afstroom. Die was enorm<br />

en dat vind ik niet eerlijk tegenover kinderen. Het is zo<br />

demotiverend voor ze. Soms was het zo erg dat kinderen<br />

van gymnasium afzakten tot vmbo-t.<br />

‘Alle schoolbesturen hadden last van<br />

rendementsproblemen door afstromende<br />

leerlingen’<br />

Maar goed, ik zal niet verhullen dat het rendement en de<br />

getallen ook niet op orde zijn als de leerlingendoor stroom<br />

op een school niet op orde is. Alle schoolbesturen<br />

hadden last van rendementsproblemen als gevolg van<br />

afstromende leerlingen. Piter Jelles was niet de enige<br />

onderwijsorganisatie die door de verkeerde adviezen<br />

kwaliteits- en rendementsproblemen opliep. Omdat alle<br />

Friese scholen een succesvolle schoolloopbaan voor een<br />

leerling willen, zijn we overtuigd geraakt van de noodzaak<br />

iets te veranderen in de plaatsingsprocedure. De<br />

bereidheid om het samen aan te pakken, is groot.”<br />

Waaróm hebben de Friese basisscholen zo lang<br />

te hoog geadviseerd<br />

“Het clichébeeld dat Friesland niet ambitieus zou zijn,<br />

gaat niet op. Er is druk van ouders die willen dat hun<br />

kind hogerop gaat, zoals de getallen bewijzen. Voor het<br />

systeem in werking trad, hadden we hier in de stad<br />

Leeuwarden 60 procent leerlingen met havo/vwo-advies.<br />

Dat is onverantwoord hoog. Dit jaar is het percentage<br />

aanmeldingen havo/vwo 47, dat is normaler. Havo en<br />

vmbo-t zijn gegroeid ten koste van havo/vwo en dat<br />

moest ook, want havo/vwo was veel té groot. De grootste<br />

opstroom vindt plaats tussen vmbo-t en havo, terwijl het<br />

probleem zich momenteel op het vwo bevindt, waar nog<br />

te veel havisten in de klassen 4, 5 en 6 zitten.<br />

Ik begrijp het wel, hoor. Als vader wilde ik ook liever dat<br />

mijn zoon met mavoadvies naar de havo ging. Met heel<br />

<strong>VO</strong>-magazine 7 / juni 2013<br />

9


INTERVIEW<br />

veel kunst en vliegwerk heeft hij het toevallig gehaald,<br />

maar achteraf vind ik eigenlijk dat we het niet hadden<br />

moeten doen. Blijkbaar ben ik er zelf ook schuldig aan.<br />

Overigens ben ik ervan overtuigd dat het niet alleen een<br />

probleem van ambitieuze Friezen is, het is een landelijk<br />

probleem. Er wordt steeds meer van buiten Friesland<br />

naar ons systeem gekeken, en we krijgen veel aanvragen<br />

voor informatie van scholen uit het hele land.”<br />

Veroorzaakt de nieuwe manier van plaatsen geen<br />

leerlingenstroom naar andere scholen voor voortgezet<br />

onderwijs in de regio<br />

“Nee, met de Friese plaatsingswijzer voorkomen we dat<br />

juist. We hebben een werkgroep opgericht met scholen<br />

uit de regio, zoals CSG Comenius, het Nordwin College,<br />

het Gomarus College en het christelijk gymnasium<br />

Beyers Naudé. We zijn de dialoog aangegaan omdat<br />

iedereen precies dezelfde problematiek kent als wij. In<br />

Leeuwarden bijvoorbeeld zijn CSG Comenius en Piter<br />

Jelles samen opgetrokken en hebben we elkaar volledig<br />

vastgehouden in deze kwestie. Juist om ‘shoppende’<br />

ouders te vermijden. Want als een leerling bij ons niet<br />

de gewenste plaatsing kreeg, ging men gewoon naar een<br />

andere school in de regio. Nu kan dat niet meer.”<br />

‘Laat alle bestuurders met grote ego’s<br />

die opzijschuiven en meer gaan<br />

samenwerken’<br />

Hoe werkt het nieuwe systeem<br />

“In het schooljaar 2010-2011 heeft Piter Jelles voor het<br />

eerst intern en samen met alle basisscholen die aan ons<br />

leveren, een plaatsingssysteem ontwikkeld dat gebaseerd<br />

is op het leerlingvolgsysteem van groep zes, zeven en<br />

acht. Naast het leerlingvolgsysteem is het advies van de<br />

basisschool leidend, maar er zitten wel randvoorwaarden<br />

aan. Een plaatsing moet voldoen aan criteria die we<br />

samen hebben opgesteld en dat is een combinatie van de<br />

uitkomsten van het leerlingvolgsysteem met getalsmatige<br />

grenzen. Op die manier komen we tot vier profielen<br />

waarin leerlingen worden onderverdeeld. Met profiel<br />

één, het profiel met opstroompotentie, komt een kind<br />

automatisch op de plek waar hij of zij thuishoort en met<br />

het basisprofiel, nummer twee, is dat ook zo. Dan volgen<br />

er twee bespreekprofielen. Een leerling valt bijvoorbeeld<br />

in een bespreekprofiel als hij of zij op getalsmatige<br />

gronden niet naar de havo kan, maar de basisschool daar<br />

een dusdanige verklaring voor heeft dat het wel mogelijk<br />

lijkt. Het vierde en laatste profiel noemen we het disharmonische<br />

profiel. Dan zijn er duidelijk aanwijsbare<br />

redenen waarom een leerling anders geplaatst moet<br />

worden dan het leerlingvolgsysteem laat zien. Dat zijn<br />

kinderen met relevante diagnoses zoals dyslexie of<br />

ADHD. Deze vier profielen zijn vastgelegd met de<br />

grenzen en criteria die daarbij horen.”<br />

En wie hakt dan de knoop door<br />

“We hebben een plaatsingscommissie die alle aanvragen<br />

volgens dit systeem beoordeelt. In de plaatsingscommissie<br />

zitten vijf mensen, onder wie onze zorgcoördinator,<br />

een orthopedagoog en twee vakmensen uit<br />

het primair onderwijs. Zij hebben vanuit hun kennis en<br />

ervaring goed zicht op wat realistische adviezen zijn en<br />

wat niet.<br />

‘Ouders kunnen naar iedere school hier<br />

in de regio gaan. Maar het advies blijft’<br />

Met aanvullende gegevens van het basis onder wijs, de<br />

uitkomsten van de drempel- en Cito-eindtoets, nemen<br />

zij een bindend besluit dat automatisch ook door de<br />

andere Friese scholen wordt overgenomen. Dus als<br />

ouders met hun kind naar de havo willen terwijl de<br />

plaatsingscommissie zegt dat het op de mavo thuis hoort,<br />

dan kunnen ze naar iedere school hier in de regio gaan.<br />

Maar het mavoadvies blijft.”<br />

Werkt het Wordt het aantal verkeerde adviezen<br />

hiermee teruggedrongen<br />

“In het eerste jaar was er een directeur van een van de<br />

overkoepelende basisschoolorganisaties die zeer scherp<br />

was op de adviezen. Hij verbaasde zichzelf over de vele<br />

niet-passende adviezen en schrok ervan: er waren maar<br />

liefst honderd adviezen die hoger waren dan ze op basis<br />

van de plaatsingswijzer eigenlijk hadden moeten zijn.<br />

Daarna is het primair onderwijs zich veel bewuster<br />

geworden van het feit dat er veel te hoog verwezen werd.<br />

In de drie jaar dat we met het nieuwe plaatsingssysteem<br />

bezig zijn, is het effect goed zichtbaar. Van de ongeveer<br />

achthonderd aanmeldingen die we jaarlijks krijgen,<br />

heeft het merendeel profiel één of twee. Daar hebben we<br />

verder geen omkijken naar, dat is slechts een kwestie van<br />

even controleren. Bij de bespreek- en disharmonische<br />

profielen is er overleg tussen de plaatsingscommissie<br />

en de aanleverende basisschool. Van de achthonderd<br />

aanmeldingen zijn er nu nog maar ongeveer vijftig die<br />

in profiel drie of vier vallen.”<br />

Maar wat als de ouders of de school het echt niet eens<br />

zijn met een advies van de plaatsingscommissie<br />

“Dan is er de mogelijkheid een beroepsprocedure aan te<br />

vragen. In het begin van het plaatsingssysteem zagen<br />

we tien tot vijftien gevallen waarin ouders van die<br />

10 <strong>VO</strong>-magazine 7 / juni 2013


‘De afstroom is geminimaliseerd,<br />

terwijl er wel opstroom plaatsvindt’<br />

Elk jaar zijn er in de procedure details aangepast zodat<br />

het nog beter werkt. De afgelopen jaren is het overleg<br />

tussen de basisscholen en het voortgezet onderwijs<br />

daardoor geoptimaliseerd. Zowel de protestantschristelijke<br />

als de openbare- en rooms-katholieke koepels<br />

in het primair onderwijs hebben behoefte aan duidelijkheid.<br />

Dat is de reden waarom het plaatsings systeem, na<br />

het eerste jaar alleen in Leeuwarden, inmiddels bij alle<br />

Noord-Friese basis scholen is ingevoerd. Iedereen, zowel<br />

leerling als school, is erbij gebaat dat kinderen op de<br />

juiste plek aan hun middelbareschoolloopbaan<br />

beginnen.”<br />

mogelijk heid gebruik hebben gemaakt. Toen ging het<br />

nog om een verschil van mening tussen de aanleverende<br />

school en de plaatsingscommissie, nu zien we een<br />

verschil van mening tussen ouders en het plaatsingsadvies<br />

van de basisschool. Zo goed zijn het primair en<br />

het voortgezet onderwijs hier in de regio inmiddels op<br />

elkaar ingespeeld. Omdat we heel precies met elkaar de<br />

grenzen hebben vastgesteld van waar een kind<br />

thuishoort, is het hele verwijzingstraject veel<br />

gemakkelijker geworden en is het aantal beroepszaken<br />

afgenomen.”<br />

Heeft het primair onderwijs zich nooit bedreigd<br />

gevoeld in zijn autonomie als toeleverancier<br />

“De scholen in het basisonderwijs zijn heel positief,<br />

want we hebben het samen gedaan. Ja, het eerste jaar dat<br />

we dit deden, ontstond er bij hen soms gedoe. Dat wij<br />

gingen bepalen waar de leerling terecht kwam, in plaats<br />

van dat zij dat automatisch deden, gaf natuurlijk eerst<br />

wrijving. Maar we hebben samen doorgezet en elk jaar<br />

in het najaar met elkaar rond de tafel gezeten om het<br />

systeem te verbeteren, we hebben werkconferenties<br />

georganiseerd en samen naar de profielen en getallen<br />

gekeken. Alles in overleg met elkaar en dat heeft een<br />

steeds hechtere samenwerking tussen vo en po gebracht.<br />

Het po blijft ook een actieve deelnemer in het plaatsingssysteem.<br />

Behalve dat er standaard twee mensen uit het<br />

basisonderwijs in de plaatsingscommissie zitten, heeft<br />

het basisonderwijs elke keer meegedaan aan evaluaties<br />

van het systeem.<br />

Hoe hebt u het voor elkaar gekregen dat het hele<br />

primair en voortgezet onderwijs in de regio zich aan<br />

de afspraken houdt<br />

“Met veel respect voor elkaar. Open met elkaar communi<br />

ceren en veel praten. Niet op basis van verkeerde<br />

gronden, maar met eerlijke motieven. Oprecht zijn.<br />

We hebben het primair onderwijs hier heel intensief bij<br />

betrokken omdat we een echte samen werking willen.<br />

En wat onze concullega’s in de regio betreft: je moet<br />

elkaar gewoon wat gunnen en elkaar niet bedonderen.<br />

Het interesseert mij niet zo veel of ik die laatste vijftig<br />

leerlingen nou wel of niet heb, want we hebben uit eindelijk<br />

allemaal belang bij een intensieve samenwerking.<br />

Dat levert ons allemaal voordeel op. Die zogenaamde<br />

concurrentie in het onderwijs is flauwekul wat mij<br />

betreft. Want waar hebben we het nou over Over<br />

onderwijs! Dat is een maatschappelijke voorziening.<br />

Dus laat alle bestuurders met grote ego’s die opzijschuiven<br />

en meer gaan samenwerken. Niet ten koste<br />

van alles, maar waar je er voordeel aan hebt om samen<br />

te werken, moet je het gewoon doen. Of ik als voorzitter<br />

van Vereniging De Friesche Elf Steden misschien<br />

makke lijker deuren open Nee. Misschien is het niet<br />

helemaal uitgesloten, maar dat is niet het enige. Dat<br />

geloof ik niet. Ik ben gewoon naar mensen toegegaan<br />

en heb gevraagd of we het samen kunnen gaan doen.<br />

Dat heeft gewerkt.”<br />

Wat heeft het nieuwe systeem op uw eigen school<br />

opgeleverd<br />

“Er is meer teamoverleg op de basisscholen tussen de<br />

leerkrachten van klas 6, 7 en 8. Ouders en kinderen<br />

oriënteren zich in groep 7 al op vervolgonderwijs en<br />

ouders weten vaak in groep 7 al waar hun kind thuishoort.<br />

In groep 8 wordt dat nog eens bevestigd.<br />

<strong>VO</strong>-magazine 7 / juni 2013<br />

11


INTERVIEW<br />

CV Wiebe Wieling<br />

Geboren<br />

15 december1955<br />

Opleidingen<br />

1979 – 1984 Sociale geografie en economie aan de Rijksuniversiteit<br />

Groningen.<br />

1974 – 1977 PA, de Rijkspedagogische Academie te Leeuwarden.<br />

1968 – 1974 Atheneum B, Rijksscholengemeenschap Leeuwarden.<br />

Werkervaring o.a.<br />

2009 – heden Voorzitter college van bestuur openbare scholengemeenschap<br />

Piter Jelles in Fryslân; 4000 leerlingen, 600 medewerkers.<br />

2008 – 2009 Consultant. Uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek<br />

naar een nieuw internationaal kenniscentrum in Friesland.<br />

2004 – 2008 Lid college van bestuur Hanzehogeschool Groningen.<br />

Lid landelijk Platform ICT en Organisatie van de HBO-Raad.<br />

2002 – 2004 Voorzitter college van bestuur Van Hall Instituut en<br />

Hogeschool Larenstein.<br />

1997 – 2002 Lid college van bestuur Van Hall Instituut.<br />

1993 – 1997 Directeur opleiding Diergezondheidszorg. Start in 1996.<br />

Directeur opleidingen Landbouw in Groningen en<br />

Leeuwarden.<br />

1993 – 1995 Directeur opleiding Levensmiddelentechnologie.<br />

1991 – 1995 Directeur opleiding Agrologistiek.<br />

1986 – 1996 Adjunct-directeur locatie Leeuwarden van Agrarische<br />

Hogeschool Friesland.<br />

1984 – 1986 Docent economie aan de Rijks Hogere Burgerschool voor<br />

Levensmiddelentechnologie te Bolsward, voorzitter MR.<br />

Nevenactiviteiten<br />

2006 – heden Voorzitter Vereniging De Friesche Elf Steden.<br />

2006 – heden Voorzitter Raad van Commissarissen Rabobank<br />

Burgum-de Lauwers (gefuseerd 1-3-2008).<br />

Wiebe Wieling is getrouwd en heeft twee volwassen kinderen van<br />

20 en 22 jaar<br />

Vervolgens komen de leerlingen op de juiste vervolgopleiding.<br />

Het aantal disharmonische profielen neemt<br />

elk jaar af en de afstroom is geminimaliseerd, terwijl<br />

er wel opstroom plaatsvindt.<br />

Opstromen kan op twee momenten in het jaar en daar<br />

wordt relatief meer gebruik van gemaakt dan vroeger.<br />

De adviezen kloppen en passen bij de organisatie en<br />

gebouwen die we hebben. Zo is onze mavo zowat<br />

geëxplodeerd. Waar we vroeger zestig aanmeldingen<br />

hadden, waren het er vorig jaar honderdzeventig. Een<br />

veel stabielere situatie wat ons betreft. Ook de havo is<br />

gegroeid en nu is het moment daar om met het vwo aan<br />

de slag te gaan, want daar zitten nog heel veel havisten<br />

tussen. Daardoor is zowel het slagingspercentage als het<br />

rendement van de bovenbouw niet voldoende.<br />

De inspectie begrijpt dat en geeft ons de tijd daaruit te<br />

groeien. Omdat het onderop weer een normale situatie<br />

is geworden, gaat dat lukken.”<br />

Heeft Cito gereageerd op het plaatsingssysteem<br />

“Er is regelmatig overleg met het Cito, want Cito<br />

levert tenslotte ook het leerlingvolgsysteem aan de basisscholen.<br />

Ze denken mee en hebben belangstelling voor<br />

hoe het hier werkt met de plaatsingswijzer. Het systeem<br />

dat we nu hebben, is heel natuurlijk. Leerlingen worden<br />

op basis van drie jaar basisschool geadviseerd en dat is<br />

veel coherenter en gemakkelijker gebleken dan op basis<br />

van één momentopname. Adviezen passen steeds meer<br />

bij de plaatsing nu het Cito-leerlingvolgsysteem<br />

bepalend is geworden en niet de eindtoets.”<br />

12 <strong>VO</strong>-magazine 7 / juni 2013

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!