29.07.2012 Views

Nitro Pro 7 Gebruikershandleiding

Nitro Pro 7 Gebruikershandleiding

Nitro Pro 7 Gebruikershandleiding

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Inhoudsopgave<br />

Inhoudsopgave i<br />

Welkom bij 1<br />

Hartelijk dank voor het installeren van 1<br />

Waarom ? 1<br />

Aan de slag met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 2<br />

De gebruikersinterface van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 verkennen 3<br />

De gebruikersinterface van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 3<br />

1 Menu Bestand 3<br />

2 Werkbalk Snelle toegang 3<br />

3 Linttabbladen 4<br />

4 Balk Zoeken 4<br />

5 Informatiebalk 4<br />

6 Documentvenster 4<br />

7 Functies voor in- en uitzoomen en paginaweergave 4<br />

8 Paginabesturingselementen 4<br />

9 Onderste navigatievensters 4<br />

10 Zijbalkvensters voor navigatie 5<br />

Sneltoetsen van het lint 6<br />

Sneltoetsen weergeven en gebruiken 6<br />

Compatibiliteit met andere applicaties 7<br />

Hulp opvragen 8<br />

Tabbladgroepen in Help 8<br />

Help 8<br />

Online support 8<br />

<strong>Pro</strong>duct 8<br />

Learning Center 9<br />

Het dialoogvenster Learning Center openen 9<br />

Het venster Learning Center niet weergeven wanneer <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> wordt geopend 9<br />

Online-Help 10<br />

Controleren op software-updates 11<br />

Handmatig op updates controleren 11<br />

De frequentie van updatecontrole wijzigen 11<br />

Support-functies 12<br />

Technische gegevens verzamelen 12<br />

De printer <strong>Nitro</strong> PDF Creator opnieuw installeren 12<br />

Microsoft Office-invoegtoepassingen bijwerken 12<br />

Taken en gereedschappen 13<br />

PDF-bestand bekijken en navigeren 14<br />

PDF-bestand openen 15<br />

Een PDF-bestand openen 15<br />

Het menu Bestand 15<br />

Slepen en neerzetten 15<br />

Dubbelklikken of rechtsklikken 15<br />

Paginaweergave wijzigen 16<br />

Weergaveopties van het documentvenster wijzigen: 16<br />

i ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Paginaweergave vergroten/verkleinen: 16<br />

De paginaweergave draaien: 17<br />

Zoomniveau instellen 18<br />

Het zoomgereedschap gebruiken: 18<br />

Het zoomniveau instellen met de paginabesturingselementen: 18<br />

Bladeren door uw document 19<br />

Bladeren door de pagina's 19<br />

Pagina's door- of terugschuiven: 19<br />

Deelvensters voor navigatie 20<br />

Het deelvenster Pagina's 20<br />

Het deelvenster Bladwijzers 21<br />

Het deelvenster Handtekeningen 21<br />

Het deelvenster Lagen 22<br />

Het deelvenster Lagen 23<br />

Het deelvenster Lagen weergeven: 23<br />

Een OCG-laag weergeven of verbergen: 23<br />

De standaardstatus van een laag herstellen: 23<br />

Structuur van lagen uitvouwen of samenvouwen: 23<br />

Het deelvenster Commentaar 24<br />

Het deelvenster Commentaar tonen of verbergen: 24<br />

Het deelvenster Bijlagen 25<br />

Het deelvenster Bijlagen tonen of verbergen: 25<br />

Werken met bijlagen in het deelvenster Bijlagen: 25<br />

Het deelvenster Uitvoer 26<br />

Het deelvenster Uitvoer bekijken: 26<br />

De berichten in het deelvenster Uitvoer wissen: 26<br />

Tekst zoeken 27<br />

Tekst in een document zoeken 27<br />

Meerdere documenten parallel weergeven 28<br />

Het scherm in twee of meer delen splitsen: 28<br />

Een PDF-document tussen tabgroepen verplaatsen 28<br />

Een PDF-document met rechtsklikken naar een andere tabgroep verplaatsen: 28<br />

Een PDF-document naar een andere tabgroep slepen: 28<br />

Normale weergave herstellen: 28<br />

Voorbeeldweergave van uw PDF-bestanden 30<br />

PDF-bijlage in Microsoft Outlook bekijken 30<br />

PDF-bijlage in Outlook bekijken: 31<br />

PDF-bestanden in Windows Verkenner bekijken 31<br />

PDF-bestanden in Windows Verkenner bekijken: 32<br />

<strong>Nitro</strong> PDF webbrowser-invoegtoepassing 33<br />

De <strong>Nitro</strong> PDF webbrowser-invoegtoepassing gebruiken 33<br />

<strong>Nitro</strong> PDF browser-invoegtoepassing configureren 33<br />

Google Chrome configureren 33<br />

Microsoft Internet Explorer configureren 33<br />

Mozilla Firefox configureren 34<br />

Bestanden openen en opslaan in een WebDAV-locatie 35<br />

Een WebDAV-verbinding maken in Windows 7 of Vista 35<br />

Een WebDAV-verbinding maken in Windows XP 35<br />

ii ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Een PDF-bestand maken 36<br />

Afdrukken naar <strong>Nitro</strong> Creator 2 37<br />

Een document afdrukken naar <strong>Nitro</strong> Creator 2 37<br />

Documenteigenschappen instellen 37<br />

PDF-document maken van een willekeurig bestand 38<br />

Een PDF-document maken: 38<br />

Aangepaste instellingen voor PDF 38<br />

PDF/A-bestanden maken 40<br />

Over PDF/A 40<br />

PDF/A-1a en PDF/A-1b 40<br />

PDF/A-bestanden maken met de printer <strong>Nitro</strong> PDF Creator 40<br />

PDF/A-bestanden maken met de functie PDF - Van bestand 40<br />

PDF/A-bestanden maken met Microsoft Office 2007/2010-programma's 41<br />

PDF/A-bestanden maken met Microsoft Office 2003-programma's 41<br />

PDF/A-bestanden maken via een scanner 41<br />

Een PDF maken van het klembord of van schermopnamen 42<br />

Een PDF maken van een afbeelding op het klembord 42<br />

Geïntegreerde functie voor het maken van PDF's 43<br />

PDF maken met slepen en neerzetten 43<br />

Het bestand naar de snelkoppeling op het bureaublad slepen: 43<br />

Het bestand naar <strong>Nitro</strong> Reader slepen: 43<br />

PDF-document opslaan 44<br />

PDF-document opslaan 44<br />

Nieuwe versie van uw PDF-document maken met Opslaan als 44<br />

Wijzigingen afvlakken en opslaan als een PDF-bestand 45<br />

Voorkeuren voor <strong>Nitro</strong> Creator 2 46<br />

De voorkeuren voor <strong>Nitro</strong> Creator 2openen: 46<br />

Het<strong>Nitro</strong> Creator 2 dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken 46<br />

<strong>Nitro</strong> Creator 2 46<br />

Pagina's 47<br />

PDF-eigenschappen 47<br />

PDF-beveiliging 48<br />

Microsoft Office-bestanden vanuit Microsoft Office-applicaties naar PDF converteren 49<br />

Instellingen van Microsoft Office-invoegtoepassingen 50<br />

De instellingen van Office-invoegtoepassingen wijzigen 50<br />

Microsoft Office 2007/2010: 50<br />

Microsoft Office 2003: 50<br />

Overzicht van instellingen voor Microsoft Office-invoegtoepassingen 50<br />

Microsoft Word-bestanden naar PDF converteren 52<br />

Microsoft Word 2007/2010 52<br />

Een PDF maken 52<br />

Een beveiligde PDF maken 52<br />

Een PDF/A-1b compatibele PDF maken 52<br />

De instellingen voor PDF-conversie wijzigen 52<br />

Microsoft Word 2003 52<br />

Microsoft Excel-bestanden naar PDF converteren 53<br />

Microsoft Excel 2007/2010 53<br />

Een PDF maken 53<br />

iii ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Een beveiligde PDF maken 53<br />

Een PDF/A-1b compatibele PDF maken 53<br />

De instellingen voor PDF-conversie wijzigen 53<br />

Microsoft Excel 2003 53<br />

Microsoft PowerPoint-bestanden naar PDF converteren 54<br />

Microsoft PowerPoint 2007/2010 54<br />

Een PDF maken 54<br />

Een beveiligde PDF maken 54<br />

Een PDF/A-1b compatibele PDF maken 54<br />

De instellingen voor PDF-conversie wijzigen 54<br />

Microsoft PowerPoint 2003 54<br />

Scannen en OCR 55<br />

PDF maken van scan 56<br />

Van papier naar PDF scannen 56<br />

Instellingen voor beeldcompressie 57<br />

Opties voor beeldcompressie 57<br />

Kleur/grijswaarde 57<br />

Zwart/wit 57<br />

Kwaliteit 57<br />

OCR 58<br />

OCR-voorkeuren 59<br />

OCR-voorkeuren configureren 59<br />

Algemene OCR-voorkeuren 59<br />

OCR op een afgedrukt document toepassen met 'PDF maken van scan' 61<br />

OCR op een papieren document toepassen tijdens scannen 61<br />

OCR toepassen op bestaande PDF's 62<br />

OCR op een document toepassen 62<br />

OCR toepassen op geselecteerde pagina's in een document 62<br />

OCR-problemen oplossen 63<br />

Controleren en commentaar invoeren 64<br />

Notities toevoegenof bewerken 65<br />

Notitie toevoegen: 65<br />

Eigenschappen van notities wijzigen: 65<br />

Standaardeigenschappen van notities 65<br />

Notitie beantwoorden: 65<br />

Notitie verwijderen: 66<br />

Aantekeningen maken met de tekstmarkeringsfuncties 67<br />

Tekst markeren: 67<br />

Markering verwijderen: 67<br />

Markeringseigenschappen wijzigen: 67<br />

Een aantekening beantwoorden: 68<br />

Markering verwijderen: 68<br />

Commentaar beheren en bekijken 69<br />

Het deelvenster Commentaar tonen of verbergen: 69<br />

Commentaar uitvouwen of samenvouwen: 69<br />

Commentaar verwijderen: 69<br />

Commentaar beantwoorden 70<br />

Commentaar beantwoorden: 70<br />

iv ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Commentaar sorteren 71<br />

Commentaar sorteren: 71<br />

Alle commentaar tonen of verbergen 72<br />

Commentaar uit meerdere bestanden samenvoegen 73<br />

Commentaar exporteren uit een feedbackbestand 73<br />

Commentaar van meerdere personen in één PDF importeren 73<br />

Commentaar samenvatten 74<br />

Commentaar samenvatten in PDF 74<br />

Commentaar samenvatten om af te drukken 74<br />

Voorkeuren voor afdrukken en samenvatten wijzigen 74<br />

PDF's opmaken met tekengereedschappen 76<br />

Een lijn, pijl, rechthoek of ovaal toevoegen 76<br />

Een vrije-vormtekening toevoegen 76<br />

Feedback aan een tekening toevoegen 76<br />

De vormgeving of eigenschappen van een tekening wijzigen 76<br />

De standaardvormgeving van tekeningen instellen 77<br />

Een rechte lijn omzetten in een pijl 77<br />

Een tekening verwijderen 77<br />

Tekstvakken en toelichtingen 78<br />

Een tekstvak met commentaar toevoegen 78<br />

Tekst in een bestaand tekstvak bewerken 78<br />

De vormgeving van een tekstvak met commentaar wijzigen 78<br />

De plaats of het formaat van een tekstvak wijzigen 78<br />

De standaardvormgeving van tekstvakken instellen 79<br />

Een tekstvak verwijderen 79<br />

Bestanden als aantekeningen bijvoegen 80<br />

Een bestand als aantekening bijvoegen 80<br />

De weergave of eigenschappen van een bestandsbijlage wijzigen 80<br />

Een bestandsbijlage openen 80<br />

Een bestandsbijlage opslaan 80<br />

PDF exporteren 81<br />

PDF naar Microsoft Word converteren 82<br />

PDF naar Microsoft Word converteren 82<br />

PDF naar Microsoft Excel converteren 83<br />

PDF naar Microsoft Excel converteren 83<br />

PDF-bestanden naar afbeeldingen converteren 84<br />

PDF naar afbeelding converteren 84<br />

PDF naar Rich Text converteren 85<br />

PDF naar Rich Text converteren 85<br />

PDF naar onbewerkte tekst converteren 86<br />

PDF-bestand naar onbewerkte tekst converteren: 86<br />

Instellingen voor het exporteren van PDF naar Word en RTF 87<br />

Pagina-indeling 87<br />

Afbeeldingen 87<br />

Tabellen 88<br />

Kop- en voettekst 88<br />

Geavanceerd tekstherstel 88<br />

Tekst en afbeeldingen selecteren en kopiëren 89<br />

v ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Een hele pagina tekst in een PDF-document kopiëren 89<br />

Tekst in een PDF-document selecteren 89<br />

Afbeeldingen in een document selecteren en kopiëren 89<br />

Een snapshot maken 90<br />

Alle afbeeldingen ophalen 91<br />

Afbeeldingen ophalen uit PDF-bestanden 91<br />

Werken met formulieren 92<br />

Formulieren invullen en opslaan 93<br />

Digitaal formulier met interactieve velden invullen 93<br />

Formulier opslaan: 93<br />

Een formulier terugzetten: 94<br />

Handtekening stempelen met QuickSign 95<br />

Uw handtekening voorbereiden 95<br />

QuickSign-handtekening maken in <strong>Nitro</strong> Reader 95<br />

Uw handtekening op de pagina stempelen met QuickSign 95<br />

Uw handtekeningen beheren: 96<br />

Formulieren 97<br />

Formuliervoorkeuren 97<br />

Formuliervoorkeuren bewerken 97<br />

Formulieren opstellen 98<br />

Een formulierveld toevoegen 98<br />

Een formulierveld bewerken 98<br />

Gereedschappen voor formuliervelden 99<br />

Formulierveldkenmerken 100<br />

Algemeen 100<br />

Vormgeving 100<br />

Actie 101<br />

Een testveld maken 102<br />

Een tekstveld toevoegen 102<br />

Een tekstveld bewerken 103<br />

Een veld voor een selectievakje maken 104<br />

Een veld voor een selectievakje toevoegen 104<br />

Een formulierveld voor een selectievakje bewerken 104<br />

Een veld voor een keuzerondje maken 105<br />

Een keuzerondje toevoegen 105<br />

Een formulierveld voor een keuzerondje bewerken 105<br />

Een veld voor een keuzelijst met invoervak maken 106<br />

Een veld voor een keuzelijst met invoervak toevoegen 106<br />

Een formulierveld voor een keuzelijst met invoervak bewerken 106<br />

Een keuzelijstveld maken 107<br />

Een keuzelijstveld toevoegen 107<br />

Een keuzelijstveld voor een formulier bewerken 107<br />

Een knopveld maken 108<br />

Een knopveld toevoegen 108<br />

Een formulierveld voor een knop bewerken 108<br />

Een veld voor een digitale handtekening maken 109<br />

Een nieuw formulierveld voor een digitale handtekening maken 109<br />

Een formulierveld voor een digitale handtekening bewerken 109<br />

vi ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Meerdere velden maken 110<br />

Een batch gelijke velden maken 110<br />

Tabvolgorde instellen 111<br />

De tabvolgorde instellen 111<br />

Meerdere velden bewerken, uitlijnen en indelen 112<br />

De vormgeving van meerdere velden bewerken 112<br />

De uitlijning en ruimte tussen formuliervelden instellen 112<br />

Formuliervelden op een raster uitlijnen 113<br />

Het raster tonen of verbergen 113<br />

Uitlijnen op raster in- of uitschakelen 113<br />

Rasterweergave aanpassen 113<br />

Eenheden en rastervoorkeuren 113<br />

Vormgevingsinstellingen voor formuliervelden opnieuw gebruiken 114<br />

Een vormgeving maken voor een formulierveld 114<br />

Een vormgeving toepassen op een formulierveld 114<br />

Formuliergegevens importeren en exporteren 115<br />

Gegevens uit een PDF-document exporteren 115<br />

Gegevens in een PDF-document importeren 115<br />

Formuliergegevens opnieuw instellen 116<br />

Formuliergegevens opnieuw instellen 116<br />

Uw eigen resetknop maken 116<br />

Formuliergegevens verzenden 117<br />

Een verzendknop maken 117<br />

Velden tonen of verbergen 118<br />

Velden tonen/verbergen 118<br />

Veldgegevens berekenen 119<br />

Een berekening opstellen 119<br />

JavaScript 120<br />

JavaScripts zoeken 121<br />

Veldscripts 121<br />

JavaScript-console 121<br />

Documentacties 121<br />

JavaScripts op documentniveau 121<br />

JavaScripts op mapniveau 122<br />

JavaScripts kopiëren en plakken 123<br />

JavaScript op mapniveau toevoegen of bewerken 124<br />

JavaScript op mapniveau toevoegen of bewerken 124<br />

JavaScript op documentniveau 125<br />

Een JavaScript op documentniveau schrijven 125<br />

Aangepast JavaScript voor berekening toevoegen of bewerken 126<br />

Een berekeningsscript schrijven 126<br />

Vereenvoudigde veldnotaties toevoegen 127<br />

Een vereenvoudigde veldnotatie toevoegen 127<br />

De JavaScript-console gebruiken 128<br />

De JavaScript-console gebruiken 128<br />

Uitvoer- en JavaScript-fouten weergeven 129<br />

Het deelvenster Uitvoer openen 129<br />

Ondersteunde JavaScript-objecten 130<br />

vii ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

App-object 131<br />

Doc-object 132<br />

Color-object 134<br />

Console-object 135<br />

Event-object 136<br />

Field-object 137<br />

Global-object 140<br />

Identity-object 141<br />

Link-object 142<br />

This-object 143<br />

Util-object 144<br />

OCG-object 145<br />

Eigenschappen en methoden 145<br />

Voorbeeld: 145<br />

Bewerken 146<br />

Tekst 146<br />

Afbeeldingen 146<br />

Bestanden 146<br />

Verwante informatie 146<br />

Tekst toevoegen of bewerken 147<br />

Tekst toevoegen 147<br />

Tekst bewerken 148<br />

Tekst verplaatsen 148<br />

Een alinea of afbeelding verwijderen 148<br />

Tekst afvlakken 148<br />

Kop- en voettekst 149<br />

Alle beheerde kop- en voetteksten weergeven 149<br />

<strong>Pro</strong>fielen beheren en het menu Toepassen op document configureren 149<br />

Nieuwe koptekst of voettekst aan een profiel toevoegen 149<br />

Een kop- of voettekstprofiel importeren of exporteren 150<br />

Kop- of voettekst in uw PDF-document invoegen 150<br />

Alle kop- en voettekst uit een document verwijderen 150<br />

Watermerken en achtergronden 151<br />

Alle beheerde watermerken weergeven 151<br />

<strong>Pro</strong>fielen beheren en het menu Toepassen op document configureren 151<br />

Een nieuw watermerk of nieuwe achtergrond aan een profiel toevoegen 151<br />

Een watermerkprofiel importeren of exporteren 152<br />

Een watermerk of achtergrond in een PDF-document invoegen 152<br />

Alle watermerken en achtergronden uit een document verwijderen 152<br />

Bates-nummers 154<br />

Bates-nummers aan een PDF toevoegen 154<br />

Bates-nummers aan een reeks PDF-bestanden toevoegen 154<br />

Bestanden bijvoegen 155<br />

Een bestand op documentniveau bijvoegen 155<br />

Afbeeldingen 156<br />

Afbeeldingen invoegen 157<br />

Een afbeelding invoegen 157<br />

Een afbeelding ophalen 158<br />

viii ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Een afbeelding ophalen 158<br />

Afbeeldingen verwijderen 159<br />

Een afbeelding verwijderen 159<br />

Meerdere afbeeldingen selecteren 159<br />

Afbeeldingen rangschikken 160<br />

Afbeeldingen rangschikken 160<br />

Afbeeldingen vergroten/verkleinen en bijsnijden 161<br />

De grootte van afbeeldingen wijzigen 161<br />

Een afbeelding bijsnijden 161<br />

De kleurruimte van afbeeldingen wijzigen 162<br />

De kleurruimte van een afbeelding wijzigen 162<br />

Afbeeldingen vervangen 163<br />

Een afbeelding vervangen 163<br />

PDF-bestanden optimaliseren 164<br />

Een PDF-document optimaliseren 164<br />

Instellingen voor beeldoptimalisatie 165<br />

Comprimeren 165<br />

Verkleinen 165<br />

Beschikbare instellingen voor beeldoptimalisatie 165<br />

Web 165<br />

Kantoorkwaliteit 165<br />

<strong>Pro</strong>fessionele kwaliteit 166<br />

Zoveel mogelijk als origineel 166<br />

Afbeeldingen ongewijzigd laten 166<br />

Aangepast 166<br />

Documenteigenschappen 167<br />

Documenteigenschappen weergeven 167<br />

Documentinformatie en metagegevens 168<br />

Documentinformatie of metagegevens toevoegen of bewerken 168<br />

Eigen metagegevensvelden toevoegen of bewerken 168<br />

Documentbeveiliging 169<br />

De beveiliging van een bestand weergeven 169<br />

Lettertypen 170<br />

Bekijken welke lettertypen in een document zijn gebruikt 170<br />

Eigenschappen Eerste weergave 171<br />

Eigenschappen voor eerste weergave instellen 171<br />

Redactie 172<br />

Markeren voor redactie 172<br />

Tekst markeren voor redactie 172<br />

Een afbeelding markeren voor redactie 173<br />

Pagina's markeren voor redactie 173<br />

Markeringen op pagina's herhalen 173<br />

Een redactiemarkering verwijderen 173<br />

Redacties toepassen 174<br />

Redactie-eigenschappen instellen 174<br />

Redactiecodes 174<br />

Zoeken en redigeren 175<br />

Metagegevens verwijderen 177<br />

ix ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Redenen voor het verwijderen van metagegevens 177<br />

Metagegevens verwijderen 177<br />

Koppelingen 178<br />

Een koppeling toevoegen 179<br />

Een koppeling aan een PDF-document toevoegen 179<br />

Koppelingen bewerken 180<br />

De vormgeving van koppelingen in PDF-documenten bewerken 180<br />

Een standaardstijl voor koppelingen instellen 180<br />

Koppelingen uitlijnen, vergroten/verkleinen en verplaatsen 180<br />

De plaats en eigenschappen van koppelingen vergrendelen en ontgrendelen 180<br />

Koppelingen verwijderen 181<br />

Automatische paginakoppelingen 182<br />

Paginakoppelingen maken 182<br />

Webkoppelingen van URL's maken 183<br />

Actieve webkoppelingen maken 183<br />

Automatisch trefwoordkoppelingen maken 184<br />

Trefwoordkoppelingen maken 184<br />

Bladwijzers 185<br />

Bladwijzers in een PDF-document bekijken 185<br />

Een PDF-document zodanig configureren dat het met het deelvenster Bladwijzers wordt<br />

geopend 185<br />

Bladwijzers bekijken en gebruiken 186<br />

Het deelvenster Bladwijzers openen 186<br />

Het lettertype in het deelvenster Bladwijzers vergroten of verkleinen 186<br />

Een bladwijzer maken 187<br />

Een bladwijzer aan een PDF-document toevoegen 187<br />

Een kop of tekst als bladwijzer instellen 187<br />

Automatisch bladwijzers maken 188<br />

Automatisch bladwijzers maken 188<br />

Bladwijzerkenmerken selecteren 188<br />

Tekstmaskers 189<br />

. 189<br />

^ 189<br />

$ 190<br />

[ ] 190<br />

[^] 190<br />

\ 190<br />

* 190<br />

+ 191<br />

? 191<br />

( ) 191<br />

| 191<br />

Bladwijzers bewerken 192<br />

De actie van een bladwijzer instellen 192<br />

Een bladwijzer verwijderen 192<br />

Alle bladwijzers verwijderen 192<br />

De naam van een bladwijzerlabel wijzigen 192<br />

x ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

De weergave van bladwijzers wijzigen 192<br />

De volgorde van bladwijzers wijzigen 193<br />

Bladwijzers groeperen 193<br />

Beveiliging 194<br />

Wachtwoordbeveiliging 194<br />

Certificaatbeveiliging 194<br />

De beveiliging van een bestand weergeven 194<br />

Instellingen voor bevoegdheden 195<br />

Wachtwoordbeveiliging 196<br />

PDF-bestanden beveiligen met een wachtwoord 196<br />

Wachtwoordbeveiliging beheren 196<br />

Wachtwoordbeveiliging toepassen met een specifiek profiel 196<br />

Certificaatbeveiliging 198<br />

PDF-bestanden beveiligen met een certificaat 198<br />

Certificaatbeveiliging beheren 198<br />

Certificaatbeveiliging toepassen met een specifiek profiel 199<br />

Beveiligingsprofielen 200<br />

Uw beveiligingsprofielen weergeven 200<br />

Een nieuw beveiligingsprofiel toevoegen 200<br />

Een beveiligingsprofiel bewerken 200<br />

Een beveiligingsprofiel verwijderen 200<br />

JavaScript-beveiliging 201<br />

JavaScript uitschakelen 201<br />

Digitale id's 202<br />

Digitale id's beheren 203<br />

Digitale id maken 203<br />

Digitale id importeren 203<br />

Digitale id exporteren 203<br />

Digitale id per e-mail exporteren 203<br />

Vertrouwde contacten beheren 205<br />

Vertrouwd contact toevoegen 205<br />

ID van een contact exporteren 205<br />

Openbare sleutelcertificaten delen 205<br />

Digitale handtekeningen 206<br />

Documenten digitaal ondertekenen 207<br />

Een document digitaal ondertekenen 207<br />

De vormgeving van handtekeningen aanpassen 208<br />

Een nieuwe digitale handtekening maken 208<br />

De vormgeving van een digitale handtekening bewerken 208<br />

Certificaten en handtekeningen bekijken en valideren 209<br />

Deelvenster Handtekeningen 209<br />

Statuspictogrammen voor PDF-documenten 209<br />

Handtekeningen en certificaten op de pagina van een PDF-document bekijken 209<br />

PDF-bestanden certificeren 211<br />

Redenen voor het certificeren van een document 211<br />

Een PDF-document certificeren 211<br />

Handtekening met digitale tijdstempel 213<br />

Instellingen van digitale tijdstempel beheren 213<br />

xi ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Invoegtoepassingen van partnerprogramma's 214<br />

Evernote 215<br />

Evernote instellen: 215<br />

Naar Evernote verzenden 215<br />

PDF-bestand naar Evernote verzenden: 215<br />

Geselecteerde tekst naar Evernote verzenden: 215<br />

Afbeelding naar Evernote verzenden: 215<br />

De gebruikersinterface aanpassen 216<br />

De werkbalk Snelle toegang 217<br />

Een knop aan de werkbalk Snelle toegang toevoegen: 217<br />

Een knop van de werkbalk Snelle toegang verwijderen: 217<br />

De werkbalk Snelle toegang verplaatsen: 217<br />

Geavanceerde configuratie van de werkbalk Snelle toegang 217<br />

Het lint minimaliseren 219<br />

Het lint minimaliseren: 219<br />

Bestanden samenvoegen en pagina's opstellen 220<br />

Bestanden samenvoegen in PDF 221<br />

Bestanden samenvoegen in PDF vanuit een map of vanaf het bureaublad 221<br />

Bestanden in <strong>Nitro</strong> PDF <strong>Pro</strong>fessional samenvoegen in PDF 221<br />

Pagina's opstellen 222<br />

U kunt op een van de volgende manieren toegang krijgen tot de functies voor het rangschikken<br />

van pagina's: 222<br />

Pagina's bijsnijden of vergroten/verkleinen 223<br />

Pagina's bijsnijden met de functie Bijsnijden 223<br />

Pagina's draaien 224<br />

Een PDF-document tijdelijk draaien tijdens weergave 224<br />

Pagina's in een PDF permanent draaien 224<br />

Pagina's ophalen 225<br />

Pagina's ophalen 225<br />

Pagina's verwijderen 226<br />

Pagina's verwijderen met de functie Pagina's verwijderen 226<br />

Pagina's verwijderen via het deelvenster Pagina's 226<br />

Pagina's in een andere volgorde zetten 227<br />

De volgorde van pagina's wijzigen in het deelvenster Pagina's 227<br />

Pagina's invoegen 228<br />

Pagina's in een PDF invoegen 228<br />

Pagina's splitsen 229<br />

Navigatieproblemen voorkomen 229<br />

Splitsen in groepen pagina's 230<br />

Een PDF in groepen pagina's splitsen 230<br />

Splitsen op bladwijzers 231<br />

Splitsen op bladwijzers 231<br />

Splitsen op paginabereik 232<br />

Splitsen op paginabereik 232<br />

PDF-documenten afdrukken 234<br />

Een PDF-document afdrukken: 234<br />

PDF-documenten per e-mail verzenden 235<br />

xii ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

PDF als e-mailbijlage verzenden 235<br />

Ongedaan maken en Opnieuw 236<br />

Handeling ongedaan maken: 236<br />

Meerdere handelingen tegelijk ongedaan maken: 236<br />

Ongedaan gemaakte handeling opnieuw uitvoeren: 236<br />

Meerdere handelingen tegelijk opnieuw uitvoeren: 236<br />

Voorkeuren 237<br />

De voorkeuren openen: 237<br />

Uitleg van de voorkeursinstellingen 237<br />

Op updates controleren 237<br />

Kleurbeheer 237<br />

Commentaar invoeren Pop-upnotities 237<br />

Conversie Afbeeldingen ophalen 237<br />

Conversie Onbewerkte tekst 238<br />

Conversie Geavanceerd tekstherstel 238<br />

Formulieren 238<br />

Algemeen 238<br />

Identiteit 238<br />

Interface 239<br />

Internettoegang 239<br />

JavaScript 240<br />

Invoegtoepassingsbeheer 240<br />

Eenheden en raster 240<br />

Bijlage 241<br />

Aantekeningenlaag en inhoudslaag 242<br />

Voorbeelden 242<br />

Tekst uit de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag verplaatsen 242<br />

Afdrukopties 243<br />

Ingesloten lettertypen 244<br />

Lettertypen insluiten 244<br />

xiii ©<strong>Nitro</strong>


Hartelijk dank voor het installeren van<br />

Welkom bij<br />

Deze gebruikershandleiding helpt u te gaan gebruiken voor het lezen en maken van en navigeren door<br />

PDF-bestanden en introduceert alle krachtige voorzieningen die u tot uw beschikking hebt om uw PDFwerkproces<br />

te verbeteren.<br />

Wij stellen uw actieve deelname enorm op prijs en hechten veel waarde aan uw feedback, dus laat ons<br />

weten wat u van <strong>Nitro</strong> Reader, of de andere <strong>Nitro</strong> PDF softwareproducten, vindt. Via het tabblad Help<br />

krijgt u tevens toegang tot ons online forum, waar u kunt ontdekken hoe andere gebruikers van<br />

profiteren.<br />

Als u aan het forum wilt deelnemen, gaat u naar community.nitropdf.com.<br />

Waarom ?<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Met kunt u PDF-bestanden maken, formulieren invullen en opslaan, elektronisch controleren en<br />

samenwerken, handtekeningen stempelen, tekst rechtstreeks op de pagina typen, inhoud ophalen en in<br />

andere programma's gebruiken, en met elektronische documenten werken op een manier die nog nooit<br />

eerder met een PDF-editor mogelijk is geweest.<br />

Met de reeks beste-van-de-klas voorzieningen, het revolutionaire gebruiksgemak en zonder de<br />

traditionele problemen van PDF-software, voldoet op de meest logische en intuïtieve manier aan al uw<br />

verwachtingen.<br />

1 ©<strong>Nitro</strong>


Aan de slag met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7<br />

Selecteer een van de volgende onderwerpen om aan de slag te gaan met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7:<br />

l De gebruikersinterface verkennen<br />

l Sneltoetsen van het lint<br />

l Compatibiliteit met andere applicaties<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

2 ©<strong>Nitro</strong>


De gebruikersinterface van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 verkennen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 beschikt over krachtigere gereedschappen maar is tegelijkertijd makkelijker te gebruiken dan<br />

eerdere versies. De functies zijn op taak gegroepeerd in tabbladen en zijn dus makkelijk te vinden, zodat u<br />

meteen met uw PDF-bestand aan de slag kunt zonder te hoeven zoeken.<br />

De gebruikersinterface van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7<br />

De gebruikersinterface van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 verdeeld in 10 hoofdgebieden. Hieronder worden de verschillende<br />

gedeelten kloksgewijs beschreven, beginnend bij het menu Bestand:<br />

1 Menu Bestand<br />

Het menu Bestand bevat algemene opdrachten voor het openen, opslaan, afdrukken, optimaliseren en<br />

verzenden van een PDF-bestand.<br />

2 Werkbalk Snelle toegang<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

De werkbalk Snelle toegang kan volledig naar wens worden aangepast met de besturingselementen die u<br />

het meest gebruikt. Zo zijn ze altijd beschikbaar, ook als u naar andere linttabbladen gaat.<br />

Raadpleeg De werkbalk Snelle toegang voor verdere informatie.<br />

3 ©<strong>Nitro</strong>


3 Linttabbladen<br />

Het lint in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 is ontwikkeld met het oog op intuïtief gebruiksgemak voor iedereen die bekend is<br />

met Microsoft Office 2010. Hierin zijn sets van functies gegroepeerd op basis van de taak die zij uitvoeren.<br />

Als u bijvoorbeeld commentaar en notities aan een PDF wilt toevoegen, selecteert u in het tabblad Home<br />

in de groep Gereedschappen de optie Notitie toevoegen of Tekstmarkering.<br />

Raadpleeg Notities toevoegen of bewerken, Aantekeningen maken met de tekstmarkeringsfuncties en<br />

Het lint minimaliseren voor verdere informatie.<br />

4 Balk Zoeken<br />

Met de balk Zoeken kan snel naar bepaalde trefwoorden of woordgroepen in uw PDF-bestand worden<br />

gezocht. De zoekbewerking kan verder worden beperkt tot Hoofdlettergevoelig of Alleen hele woorden.<br />

Raadpleeg Tekst zoeken voor verdere informatie.<br />

5 Informatiebalk<br />

De informatiebalk verschijnt automatisch wanneer speciale functies van een PDF-bestand uw aandacht<br />

vereisen. Als een document bijvoorbeeld gecodeerd is of interactieve formuliervelden bevat, wordt deze<br />

informatie in de informatiebalk weergegeven zodra u het document opent.<br />

6 Documentvenster<br />

Voor het bekijken en bewerken van PDF-bestanden wordt het documentvenster gebruikt. In dit venster<br />

kunt u met meerdere documenten werken door gebruik te maken van tabbladen (zoals in de meeste<br />

webbrowsers), die in horizontale of verticale tabgroepen kunnen worden gerangschikt.<br />

Verdere informatie hierover kunt u vinden in: Meerdere documenten in parallelle weergave bekijken.<br />

7 Functies voor in- en uitzoomen en paginaweergave<br />

Met gebruik van deze functies kunt u snel de weergave van het PDF-bestand vergroten of verkleinen. U<br />

kunt het zoomniveau instellen met gebruik van de schuifregelaar of door het gewenste percentage op te<br />

geven (max. 6400%). Met de besturingselementen voor paginaweergave kunt u opgeven hoeveel pagina's<br />

tegelijk op het scherm worden weergegeven.<br />

Raadpleeg Zoomniveau instellen en Paginaweergave wijzigen voor verdere informatie.<br />

8 Paginabesturingselementen<br />

Met deze knoppen kunt u door de pagina's van uw PDF-document bladeren, rechtstreeks naar de eerste<br />

of laatste pagina van het document gaan, of de eerder bekeken weergaven voor- of achteruit doorlopen.<br />

Raadpleeg voor meer informatie PDF-bestand bekijken en navigeren.<br />

9 Onderste navigatievensters<br />

Dit is een reeks deelvensters horizontaal langs de onderkant van het <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7-hoofdvenster. Deze<br />

navigatievensters zijn contextgevoelig en worden uitsluitend weergegeven als er informatie is die moet<br />

worden weergegeven:<br />

l Commentaar: biedt een gestructureerde wijze voor het bekijken, sorteren, beantwoorden en<br />

verwijderen van aantekeningen in een PDF-bestand.<br />

l Bijlagen: biedt een gestructureerde wijze voor het bekijken, openen, opslaan, toevoegen en<br />

verwijderen van bijlagen in een PDF-bestand.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Uitvoer: verschijnt als uw aandacht vereist is voor JavaScript- of systeemberichten.<br />

4 ©<strong>Nitro</strong>


Raadpleeg Het deelvenster Commentaar, Het deelvenster Bijlagen en Het deelvenster Uitvoer voor<br />

verdere informatie.<br />

10 Zijbalkvensters voor navigatie<br />

Dit is een reeks deelvensters verticaal langs de zijkant van het <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7-hoofdvenster. Deze<br />

navigatievensters zijn contextgevoelig en worden uitsluitend weergegeven als er informatie is die moet<br />

worden weergegeven:<br />

l Pagina's: geeft miniaturen weer van alle pagina's in een PDF-bestand en bevat tevens een<br />

contextmenu met functies voor het invoegen en bewerken van pagina's, die bereikbaar zijn door<br />

met de rechtermuisknop te klikken.<br />

l Zoeken en redigeren: hiermee kunt u trefwoorden en woordgroepen in een PDF-bestand zoeken<br />

en redigeren.<br />

l Bladwijzers: geeft de structuur van de bladwijzers in een PDF-bestand weer en biedt de<br />

mogelijkheid bladwijzers te maken, te verwijderen en een andere naam te geven.<br />

l Handtekeningen: geeft de digitale handtekeningen in een PDF-bestand weer, met voor iedere<br />

handtekening alle informatie en de geldigheidsstatus.<br />

l Lagen: hiermee kunt u omschakelen tussen OCT-lagen (Optional Content Group), indien deze in<br />

een PDF-bestand aanwezig zijn.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Raadpleeg voor meer informatie Deelvensters voor navigatie, Het deelvenster Lagen en Redactie.<br />

5 ©<strong>Nitro</strong>


Sneltoetsen van het lint<br />

Net als in de meeste programma's hebben alle opdrachten en gereedschappen op de linttabbladen<br />

corresponderende sneltoetsen voor snelle activering. U kunt de beschikbare sneltoetsen (inclusief de<br />

toetsen voor opdrachten op het actieve tabblad) gemakkelijk weergeven, zodat u ze snel uit uw hoofd<br />

kunt leren.<br />

Sneltoetsen weergeven en gebruiken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Druk op de toets Alt. Op elke opdracht in de huidige weergave ziet u de letter voor de<br />

bijbehorende sneltoets.<br />

2. Druk op de letter voor de gewenste opdracht.<br />

3. Afhankelijk van de toets waarop u drukt, worden mogelijk meer sneltoetsen weergegeven. Als u<br />

bijvoorbeeld op R drukt, wordt het tabblad Controleren weergegeven, met de sneltoetsen voor de<br />

functies in dat tabblad.<br />

6 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Compatibiliteit met andere applicaties<br />

PDF (afkorting voor Portable Document Format) is de meest gebruikte norm voor de online verspreiding<br />

en uitwisseling van digitale documenten tussen talloze persoonlijke en professionele<br />

gebruiksomgevingen. Enkele van de vele voordelen van het gebruik van PDF-documenten zijn:<br />

l PDF is nu een norm met ISO-certificering en wordt niet langer meer uitsluitend door Adobe<br />

beheerd, hetgeen betekent dat alle softwareleveranciers nu de vrijheid hebben om PDFfunctionaliteit<br />

in hun applicaties op te nemen.<br />

l PDF is compatibel met alle computerplatformen, zoals Windows, Mac en Linux.<br />

l Als u in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 een PDF maakt of wijzigt, zal het document in andere PDF-viewers op precies<br />

dezelfde wijze worden weergegeven, zolang aan de PDF-specificatie wordt voldaan.<br />

l PDF-documenten die in een andere PDF-applicatie zijn samengesteld (bijv. Adobe Acrobat),<br />

worden in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 op precies dezelfde wijze weergegeven als ze worden geopend.<br />

7 ©<strong>Nitro</strong>


Hulp opvragen<br />

In het tabblad Help van <strong>Nitro</strong> Reader 2 vindt u verschillende gereedschappen, waarmee u toegang krijgt<br />

tot de productdocumentatie en andere online hulpbronnen, zoals de Knowledge Base en het<br />

gebruikersforum.<br />

Tabbladgroepen in Help<br />

Help<br />

l <strong>Gebruikershandleiding</strong>: hiermee wordt de handleiding die u nu leest geopend. U kunt het<br />

document tevens openen door op de toets F1 op uw toetsenbord te drukken en vervolgens<br />

Zoeken gebruiken om het betreffende onderwerp te zoeken.<br />

Online support<br />

l Knowledge Base: hiermee wordt uw standaard webbrowser gestart en wordt automatisch de<br />

online Knowledge Base geopend, waarin u oplossingen voor bekende problemen en<br />

gedetailleerde uitleg van andere concepten kunt vinden.<br />

l Vraag stellen: hiermee krijgt u toegang tot de online gemeenschap van gebruikers van <strong>Nitro</strong><br />

Reader 2. U kunt deelnemen aan gesprekken over PDF-technologieën en andere onderwerpen uit<br />

de PDF-wereld.<br />

l Ideeën delen: hebt u ideeën voor verbeteringen aan <strong>Nitro</strong> PDF Reader? Wij stellen uw suggesties<br />

zeer op prijs en hopen alle ideeën met meerwaarde voor Reader en voor uw PDF-werkproces in ons<br />

programma op te nemen.<br />

l Een probleem melden: met deze functie kunt u bugs of problemen melden die optreden bij het<br />

<strong>Pro</strong>duct<br />

gebruik van <strong>Nitro</strong> Reader 2.<br />

l Verbeteringsprogramma: u kunt ons helpen meer inzicht te krijgen in de manier waarop u met<br />

<strong>Nitro</strong> Reader 2 werkt door de software toestemming te geven anonieme informatie over uw<br />

gebruikspatronen aan ons door te geven. Deze informatie bevat geen persoonlijke of privégegevens,<br />

maar uitsluitend gegevens over de gereedschappen die u het meest gebruikt.<br />

l Op updates controleren: controleer of er updates zijn, of dat u de nieuwste versie van <strong>Nitro</strong><br />

Reader 2 gebruikt.<br />

l Info over <strong>Nitro</strong> Reader: hier kunt u informatie over de softwareversie, de webadressen van <strong>Nitro</strong><br />

PDF en de licentie bekijken.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

8 ©<strong>Nitro</strong>


Learning Center<br />

De handleiding Learning Center verschaft een kort overzicht, aan de hand waarvan u snel kunt leren hoe<br />

u met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 de meest algemene taken kunt uitvoeren. Dit is het ideale beginpunt voor nieuwe<br />

gebruikers om bekend te raken met het programma.<br />

Het venster Learning Center wordt automatisch geopend wanneer u <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 voor het eerst start, en<br />

kan tevens handmatig worden geopend en permanent worden in- of uitgeschakeld.<br />

Het dialoogvenster Learning Center openen<br />

1. Klik op het tabblad Help in het groepsmenu Help op Learning Center.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Het venster Learning Center niet weergeven wanneer <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> wordt geopend<br />

1. Open het dialoogvenster Learning Center.<br />

2. Klik op het selectievakje Niet weergeven bij opstarten in de rechterbovenhoek van het venster.<br />

9 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Met vragen of problemen kunnen gebruikers terecht bij de <strong>Nitro</strong>-hulpbronnen hieronder, die<br />

toegankelijk zijn via http://www.nitropdf.com/support/.<br />

Online-Help<br />

l Knowledge Base. Biedt een archief van veelgestelde vragen en oplossingen voor problemen. Stel<br />

een nieuwe vraag, meld een probleem of draag een idee voor verbetering aan.<br />

l Premium Support. Voor hulp kunt u rechtstreeks contact opnemen met de medewerkers van ons<br />

supportteam. Bij alle aankopen krijgt u 30 dagen gratis toegang tot Premium Support, en bij<br />

aanschaf van softwareverzekering krijgt u 12 maanden onbeperkt toegang.<br />

10 ©<strong>Nitro</strong>


Controleren op software-updates<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kan worden ingesteld om automatisch te controleren of er software-updates zijn, of u kunt dit<br />

handmatig doen. Standaard controleert het hulpprogramma 'Op updates controleren' eenmaal per week<br />

of er updates zijn.<br />

Handmatig op updates controleren<br />

1. Klik in het tabblad Help in het groepsmenu <strong>Pro</strong>duct op Op updates controleren.<br />

De frequentie van updatecontrole wijzigen<br />

1. Klik op Voorkeuren in het menu Bestand.<br />

2. Klik in het dialoogvenster Voorkeuren op Op updates controleren.<br />

3. Klik op de gewenste instelling.<br />

4. Klik op OK.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

11 ©<strong>Nitro</strong>


Support-functies<br />

De Support-functies bieden u een snelle methode voor het verzamelen van technische gegevens die van<br />

pas kunnen komen wanneer u de hulp van het <strong>Nitro</strong> PDF-ondersteuningsteam inroept. U kunt de<br />

Support-functies ook gebruiken om de printer <strong>Nitro</strong> PDF Creator opnieuw te installeren of om de<br />

Microsoft Office-invoegtoepassingen bij te werken.<br />

Technische gegevens verzamelen<br />

1. Klik in het tabblad Help in het groepsmenu <strong>Pro</strong>duct op Support-functies.<br />

2. Klik op de knop Opslaan naar bestand in het dialoogvenster Gereedschappen voor<br />

ondersteuning.<br />

3. Selecteer een locatie voor het bestand van de Support-functies en klik op Opslaan.<br />

4. Verzend het zojuist opgeslagen ZIP-bestand samen met uw vraag of probleemmelding.<br />

De printer <strong>Nitro</strong> PDF Creator opnieuw installeren<br />

1. Klik in het tabblad Help in het groepsmenu <strong>Pro</strong>duct op Support-functies.<br />

2. Klik in het tabblad PDF maken op <strong>Nitro</strong> PDF Creator 2.<br />

Microsoft Office-invoegtoepassingen bijwerken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Help in het groepsmenu <strong>Pro</strong>duct op Support-functies.<br />

2. Selecteer op het tabblad PDF maken de gewenste Microsoft Office-invoegtoepassingen.<br />

3. Klik op Invoegtoepassingen bijwerken.<br />

12 ©<strong>Nitro</strong>


Taken en gereedschappen<br />

In dit hoofdstuk vindt u gedetailleerde instructies voor het uitvoeren van verschillende taken met gebruik<br />

van de afzonderlijke gereedschappen en wordt informatie over hun instellingen gegeven. Tevens vindt u<br />

hier informatie over hoe het standaardgedrag van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 wordt gewijzigd en hoe PDF-documenten<br />

worden gemaakt en bewerkt.<br />

Verdere informatie hierover kunt u vinden in:<br />

l PDF-bestand openen<br />

l PDF-bestand bekijken en navigeren<br />

l Een PDF-bestand maken<br />

l Bestanden samenvoegen en pagina's opstellen<br />

l Scannen en OCR<br />

l Controleren en commentaar invoeren<br />

l PDF exporteren<br />

l Formulieren<br />

l Bewerken<br />

l Redactie<br />

l Koppelingen<br />

l Bladwijzers<br />

l Beveiliging<br />

l Invoegtoepassingen van partnerprogramma's<br />

l Werken met formulieren<br />

l Gebruikersinterface aanpassen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

13 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

PDF-bestand bekijken en navigeren<br />

In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 is het openen, bekijken en navigeren van PDF-documenten uiterst eenvoudig. Met gebruik<br />

van de document- en paginabesturingselementen kunt u uw werkruimte met alle gemak beheren, vooral<br />

als u met meerdere documenten tegelijk werkt.<br />

Raadpleeg de volgende onderwerpen om meer te lezen over het bekijken van en navigeren door een PDFbestand:<br />

l PDF-bestand openen<br />

l Deelvensters voor navigatie<br />

l Tekst zoeken<br />

l Paginaweergave wijzigen<br />

l Zoomniveau aanpassen<br />

l Bladeren door het document<br />

l Meerdere documenten in parallelle weergave bekijken<br />

Raadpleeg <strong>Nitro</strong> PDF webbrowser-invoegtoepassing en lees hoe u een PDF-bestand in uw webbrowser<br />

kunt bekijken.<br />

14 ©<strong>Nitro</strong>


PDF-bestand openen<br />

De eerste keer dat <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 wordt gestart, controleert het programma of er een andere PDF-viewer op<br />

uw systeem is geïnstalleerd. U wordt dan gevraagd of u <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 de standaard PDF-viewer wilt maken,<br />

zodat het automatisch wordt geopend wanneer u in uw bestandsbrowser dubbelklikt op een PDFbestand<br />

om dit te openen.<br />

TIP: u kunt een PDF-bestand in uw webbrowser bekijken. Raadpleeg <strong>Nitro</strong> PDF browserinvoegtoepassing<br />

voor verdere informatie.<br />

Een PDF-bestand openen<br />

Gebruik een van de volgende methoden om een PDF-bestand te openen in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7:<br />

Het menu Bestand<br />

1. Selecteer Openen in het menu Bestand of druk op Ctrl+O, of selecteer Openen in de werkbalk<br />

Snelle toegang.<br />

2. Blader naar de locatie van het bestand dat u wilt openen en selecteer het bestand.<br />

3. Klik op Openen.<br />

Slepen en neerzetten<br />

1. Open een Windows Verkenner-venster (Win-toets+E) en ga naar het PDF-bestand dat u wilt<br />

openen.<br />

2. Maak het Verkenner-venster zo nodig kleiner, zodat het bureaublad zichtbaar is.<br />

3. Sleep het PDF-bestand uit het Verkenner-venster en zet dit op de snelkoppeling van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

Dubbelklikken of rechtsklikken<br />

1. Open een Windows Verkenner-venster en ga naar het PDF-bestand dat u wilt openen.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Dubbelklik op het PDF-bestand.<br />

o Klik met uw rechtermuisknop op het bestand, selecteer Openen met en selecteer<br />

vervolgens <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

TIP: u kunt <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 instellen als uw standaard PDF viewer. Raadpleeg Voorkeuren.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

15 ©<strong>Nitro</strong>


Paginaweergave wijzigen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 is voorzien van verschillende instellingen voor de paginaweergave, zodat u op basis van uw<br />

voorkeur of van de schermresolutie kunt kiezen hoe de PDF-documenten moeten worden weergegeven.<br />

Er zijn opties waarmee wordt ingesteld hoe tussen de pagina's in het document wordt gebladerd,<br />

hoeveel pagina's per keer worden weergegeven, en voor het zoomniveau en rotatie van het beeld. Tevens<br />

is er een optie voor de volledige schermmodus.<br />

Weergaveopties van het documentvenster wijzigen:<br />

Voer een van de volgende handelingen uit in de balk met de paginabesturingselementen, rechtsonder in<br />

uw scherm:<br />

l Enkele pagina: geeft één pagina tegelijk weer, zonder dat een deel van de volgende pagina wordt<br />

weergegeven.<br />

l Doorlopend: hiermee worden pagina's in één doorlopende kolom weergeven, die naadloos door-<br />

en teruggeschoven kan worden.<br />

l Dubbele pagina's: hiermee worden twee pagina's tegelijk naast elkaar getoond.<br />

l Dubbel doorlopend: hiermee worden twee pagina's tegelijk naast elkaar in verticale kolommen<br />

weergegeven, die naadloos door- en teruggeschoven kunnen worden.<br />

l Volledig scherm: hiermee wordt het hele scherm gebruikt voor de documentweergave. Druk op<br />

de Esc-toets om deze modus te sluiten.<br />

l Volledig scherm, twee pagina's: hiermee wordt het hele scherm gebruikt voor weergave van<br />

twee pagina's naast elkaar. Druk op de Esc-toets om deze modus te sluiten.<br />

OPMERKING: veranderingen aan de paginaweergave worden alleen op het huidig geopende document<br />

toegepast. De instellingen moeten voor ieder document afzonderlijk worden ingesteld.<br />

De auteur van een PDF-document kan de initiële weergave instellen in de documenteigenschappen om<br />

te zorgen dat het bestand een specifiek zoomniveau of specifieke paginaweergave heeft als dit in een<br />

willekeurige PDF-applicatie wordt geopend.<br />

Raadpleeg Initiële weergave voor verdere informatie.<br />

Paginaweergave vergroten/verkleinen:<br />

Klik in het tabblad Home in de groep Beeld op een van de volgende opties:<br />

l Passend in breedte: stelt de breedte van de pagina zo in dat de hele breedte van het<br />

documentvenster wordt gevuld.<br />

l Pagina passend maken: past de breedte en de hoogte van de pagina aan het documentvenster<br />

aan.<br />

l Ware grootte 100%: klik op de pijl bij Zoomen en selecteer Ware grootte 100% om het<br />

document op ware grootte weer te geven. Met gebruik van de overige numerieke zoomopties kan<br />

de vergroting van deze weergave worden ingesteld.<br />

l Schuifregelaar voor in-/uitzoomen: gebruik de zoominstellingen rechtsonder in het venster.<br />

Raadpleeg Zoomniveau instellen voor verdere informatie.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

16 ©<strong>Nitro</strong>


OPMERKING: u kunt in- en uitzoomen met gebruik van de sneltoetsen Ctrl+Plus en Ctrl+Min op het<br />

toetsenbord. U kunt tevens de Ctrl-toets indrukken en het muiswieltje gebruiken om het zoomniveau in<br />

te stellen.<br />

Met de pijltoetsen links/rechts kunt u naar de vorige of volgende pagina’s bladeren, en met de<br />

pijltoetsen omhoog/omlaag worden de pagina’s verschoven.<br />

De paginaweergave draaien:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Klik in het tabblad Home in de groep Beeld op Beeld draaien als u het beeld van de pagina in stappen<br />

van 90 graden rechtsom wilt draaien. Als u het document ondersteboven wilt draaien, klikt u tweemaal op<br />

Beeld draaien. Als u het beeld 90 graden linksom wilt draaien, klikt u driemaal op Beeld draaien.<br />

OPMERKING: de pagina's worden uitsluitend voor weergavedoeleinden gedraaid; de wijzigingen aan de<br />

stand van de pagina's worden niet in het PDF-bestand opgeslagen.<br />

Raadpleeg Pagina's draaien voor informatie over het roteren van een of meer pagina's in het document.<br />

17 ©<strong>Nitro</strong>


Zoomniveau instellen<br />

Wanneer u een PDF-document op het scherm bekijkt, kunt u het zoomniveau als volgt naar wens<br />

instellen:<br />

l Zoomgereedschappen:<br />

o Inzoomen<br />

o Uitzoomen<br />

o Klik met het zoomgereedschap en sleep een lichtkrant om het deel van de pagina dat u wilt<br />

vergroten.<br />

l Paginabesturingselementen:<br />

o Schuifregelaar voor in-/uitzoomen<br />

o Knoppen + en -<br />

o Een waarde in het zoomveld invoeren<br />

l Sneltoetsen op het toetsenbord:<br />

o Ctrl+rolwieltje van de muis<br />

o Ctrl+Plus en Ctrl+Min<br />

Het zoomgereedschap gebruiken:<br />

1. Klik in het tabblad Home in de groep Beeld op de pijl onder de knop Zoomen.<br />

2. Selecteer het gereedschap Inzoomen of Uitzoomen. De muisaanwijzer verandert in een<br />

vergrootglas met een + of een -.<br />

3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Klik op de plaats op de pagina waarop u wilt in- of uitzoomen.<br />

o Klik en sleep een lichtkrant om het gebied op de pagina waarop u wilt inzoomen.<br />

4. Omschakelen van Inzoomen naar Uitzoomen en omgekeerd, of een van de vooringestelde<br />

zoomniveaus selecteren:<br />

o Klik met uw rechtermuisknop op een willekeurige plaats op de pagina en selecteer het<br />

gewenste zoompercentage in het menu.<br />

o Klik op de pijl onder de knop Zoomen in het tabblad Home en selecteer een specifiek<br />

zoompercentage.<br />

o Houd de Ctrl-toets ingedrukt als u tijdelijk wilt omschakelen tussen het gereedschap<br />

Uitzoomen en Inzoomen, of omgekeerd.<br />

TIP: om over te schakelen van het Handje naar het gereedschap Inzoomen of Uitzoomen, klikt u met de<br />

rechtermuisknop en selecteert u Inzoomen of Uitzoomen.<br />

Het zoomniveau instellen met de paginabesturingselementen:<br />

Voer een van de volgende handelingen uit in de balk met de paginabesturingselementen, rechtsonder in<br />

uw scherm:<br />

l Klik en verplaats de schuifregelaar voor in-/uitzoomen naar links om te verkleinen of naar rechts<br />

om te vergroten.<br />

l Klik op de knop + of - aan de zijkant van de schuifregelaar.<br />

l Geef een percentage van 25% tot 6400% op in het percentageveld.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

18 ©<strong>Nitro</strong>


Bladeren door de pagina's<br />

Bladeren door uw document<br />

l Eén voor één door de pagina's lopen: klik op de pijl bij vorige pagina (2) of volgende pagina (3).<br />

l Naar het begin of eind van het document gaan: klik op de pijl bij eerste pagina (1) of laatste<br />

pagina (4).<br />

l Voor- of achteruit door de gebruikte weergaven lopen: klik op de pijl bij vorige weergave (5) of<br />

volgende weergave (6).<br />

l Naar een specifieke pagina gaan: geef het paginanummer op in het hiervoor bestemde veld.<br />

TIP: u kunt ook de de toetsen Page up Page down op uw toetsenbord gebruiken of de pijltoetsen<br />

links/rechts om naar de volgende of vorige pagina te gaan.<br />

Pagina's door- of terugschuiven:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

TIP: u kunt tevens de pijltoetsen op/neer gebruiken, of u kunt het rolwieltje op uw muis gebruiken om<br />

de pagina's van uw PDF-document door of terug te schuiven.<br />

19 ©<strong>Nitro</strong>


Deelvensters voor navigatie<br />

De deelvensters voor navigatie zijn vooral handig als u door grotere PDF-documenten bladert; hiermee<br />

krijgt u een globaal overzicht van de pagina's en bladwijzers in het document.<br />

Het deelvenster Pagina's<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Gebruik het deelvenster Pagina's om snel door een groot document te bladeren, vooral als u bepaalde<br />

visuele elementen zoekt, zoals foto's, grafieken, of tabellen. Klik op de miniatuur van een pagina als u<br />

rechtstreeks naar die pagina in het PDF-document wilt gaan.<br />

TIP: als u het deelvenster Pagina's groter of kleiner wilt maken, klikt en sleept u de rechterrand van het<br />

deelvenster naar de gewenste plaats.<br />

Als u de grootte van een miniatuur wilt veranderen, klikt u met de rechtermuisknop op de miniatuur.<br />

20 ©<strong>Nitro</strong>


Het deelvenster Bladwijzers<br />

Vooral grote documenten bevatten vaak een structuur van bladwijzers, die snel en gemakkelijk in het<br />

deelvenster Bladwijzers kan worden bekeken en geselecteerd. Klik op een bladwijzer om rechtstreeks<br />

naar de bijbehorende pagina of het hoofdstuk te gaan. Het deelvenster Bladwijzers is afhankelijk van de<br />

inhoud van het geopende bestand en wordt alleen in de zijbalk weergegeven als het PDF-bestand een<br />

bladwijzerstructuur bevat.<br />

Verdere informatie hierover kunt u vinden in Bladwijzers.<br />

Het deelvenster Handtekeningen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

21 ©<strong>Nitro</strong>


Als het geopende PDF-document een of meerdere digitale handtekeningen of certificaten bevat, kunt u<br />

in dit deelvenster de informatie over de handtekeningen bekijken en rechtstreeks naar de plaats van een<br />

specifieke handtekening in het document gaan. Het deelvenster Handtekeningen is afhankelijk van de<br />

inhoud van het geopende bestand en wordt alleen in de zijbalk weergegeven als het PDF-bestand<br />

digitale handtekeningen of ingesloten certificaten bevat.<br />

Het deelvenster Lagen<br />

Met het deelvenster Lagen kunt u de OCG-lagen (Optional Content Group) in het PDF-bestand tonen of<br />

verbergen. U kunt de eigenschappen van de lagen bekijken zoals ze door de auteur van het document<br />

werden ingesteld. Het deelvenster Lagen is afhankelijk van de inhoud van het geopende bestand en<br />

wordt alleen in de zijbalk weergegeven als het PDF-bestand OCG-lagen bevat.<br />

Raadpleeg Het deelvenster Lagen voor verdere informatie.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

22 ©<strong>Nitro</strong>


Het deelvenster Lagen<br />

Het deelvenster Lagen verschijnt in de navigatiebalk wanneer een PDF-document wordt geopend dat een<br />

OCG, ofwel een optionele inhoudslaag, bevat.<br />

Met het deelvenster Lagen kunt u omschakelen naar iedere OCG-laag in het PDF-bestand. U kunt tevens<br />

de eigenschappen van de lagen bekijken zoals ze door de auteur van het document werden ingesteld.<br />

De status van de zichtbaarheid van lagen wordt in het PDF-bestand opgeslagen. Als u het PDF-bestand<br />

op een later tijdstip weer bekijkt, of als u dit met iemand anders deelt, wordt de door u opgeslagen<br />

weergave van de lagen weer getoond.<br />

Bij het afdrukken van een PDF-bestand worden alleen de lagen die u op dat moment zichtbaar hebt<br />

gemaakt afgedrukt. Zo kan een PDF met CAD-ontwerpen bijvoorbeeld verschillende lagen hebben voor<br />

de verschillende aanzichten, of kunt u verschillende lagen gebruiken voor verschillende talen, zoals een<br />

laag voor Engels, een laag voor Duits, enz.<br />

Het deelvenster Lagen weergeven:<br />

1. Open een PDF-bestand met OCG-lagen.<br />

2. Klik op het tabblad Lagen in de zijbalk. Het deelvenster Lagen wordt weergegeven.<br />

Een OCG-laag weergeven of verbergen:<br />

Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Lagen:<br />

l Schakel het selectievakje naast de laag in of uit<br />

l Klik met de rechtermuisknop op een laag en selecteer Laag tonen of Laag verbergen<br />

OPMERKING: als u een PDF wilt afdrukken met de wijzigingen die u aan de lagen hebt gemaakt, klikt u in<br />

het menu Bestand op Opslaan nadat u de weergavestatus van de lagen hebt gewijzigd.<br />

De standaardstatus van een laag herstellen:<br />

Klik met de rechtermuisknop op een laag en selecteer Beginstatus zichtbaarheid herstellen.<br />

Structuur van lagen uitvouwen of samenvouwen:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Klik met de rechtermuisknop op een willekeurige plaats in het deelvenster Lagen en selecteer Alles<br />

uitvouwen of Alles samenvouwen.<br />

OPMERKING: de lagenstructuur is specifiek voor PDF-bestanden ontwikkeld met geneste OCG-lagen.<br />

Raadpleeg OCG-object voor meer informatie over het definiëren van OCG-objecteigenschappen..<br />

23 ©<strong>Nitro</strong>


Het deelvenster Commentaar<br />

Het deelvenster Commentaar biedt een centrale plaats waar u al uw aantekeningen kunt bekijken en<br />

organiseren. U vindt hier een lijst van alle aantekeningen, het type, de naam van de reviewer, de datum<br />

waarop het is toegevoegd en de tekst die in de pop-upnotities en tekstvakken is ingevoerd.<br />

Dit deelvenster is afhankelijk van de inhoud van het geopende bestand en het tabblad wordt alleen in de<br />

zijbalk weergegeven als het PDF-bestand commentaar bevat, of als u notities, tekst of markeringen<br />

toevoegt.<br />

Het deelvenster Commentaar tonen of verbergen:<br />

l Klik op het tabblad Commentaar in de zijbalk om het deelvenster Commentaar weer te geven of te<br />

verbergen.<br />

Raadpleeg Commentaar beheren en bekijken voor verdere informatie.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

24 ©<strong>Nitro</strong>


Het deelvenster Bijlagen<br />

Het deelvenster Bijlagen biedt een centrale plaats van waaruit u alle bijlagen van een PDF-document kunt<br />

bekijken en organiseren. In dit deelvenster kunt u ieder bestand dat als een bijlage aan uw PDF-bestand<br />

is gekoppeld bekijken, invoegen, verwijderen en exporteren.<br />

Het deelvenster is afhankelijk van de inhoud van het geopende bestand en het tabblad wordt alleen in de<br />

zijbalk weergegeven als het PDF-bestand een of meer bijlagen bevat.<br />

Het deelvenster Bijlagen tonen of verbergen:<br />

Klik op het tabblad Bijlagen in de zijbalk om het deelvenster Bijlagen weer te geven of te verbergen.<br />

Werken met bijlagen in het deelvenster Bijlagen:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Selecteer de bijlage door erop te klikken in het deelvenster Bijlagen en voer een van de volgende<br />

handelingen uit:<br />

l Klik op Openen om de bijlage in de standaard-viewer voor dat type bestand te bekijken.<br />

l Klik op Opslaan om de bijlage op uw vaste schijf op te slaan.<br />

OPMERKING: als u meerdere bijlagen wilt selecteren, houdt u de Ctrl-toets op uw toetsenbord<br />

ingedrukt terwijl u de gewenste bijlagen selecteert.<br />

Raadpleeg Bestand bijvoegen en Bestanden als aantekeningen bijvoegen voor verdere informatie.<br />

25 ©<strong>Nitro</strong>


Het deelvenster Uitvoer<br />

In het deelvenster Uitvoer kunt u eventuele fouten bekijken die zijn opgetreden in JavaScript- of<br />

documentprocessen.<br />

Dit deelvenster is afhankelijk van de inhoud van het geopende bestand en het tabblad wordt alleen in de<br />

zijbalk weergegeven als er JavaScript- of andere fouten optreden bij het openen van het PDF-bestand.<br />

Het wordt automatisch geopend om u op belangrijke berichten over de uitvoer te wijzen.<br />

Het deelvenster Uitvoer bekijken:<br />

Klik op het tabblad Uitvoer in de zijbalk.<br />

De berichten in het deelvenster Uitvoer wissen:<br />

1. Klik op het tabblad Uitvoer in de zijbalk om het deelvenster Uitvoer te openen.<br />

2. Klik op de knop Wissen om het deelvenster Uitvoer leeg te maken.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

26 ©<strong>Nitro</strong>


Tekst zoeken<br />

Gebruik het veld Zoeken rechtsboven in het venster van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 als u bepaalde tekst in een PDFbestand<br />

wilt opzoeken.<br />

Tekst in een document zoeken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het veld Zoeken (1) of druk op Ctrl+F, en voer het trefwoord of de zin die u wilt zoeken in.<br />

2. Klik op de neergaande pijltoets als u zoekfilters (4) en (5) wilt gebruiken.<br />

3. Klik op de pijlknoppen Volgende zoeken (2) of Vorige zoeken (3) om naar het volgende of vorige<br />

exemplaar van het gezochte woord te gaan.<br />

4. Druk op de toets Esc om een zoekbewerking te stoppen.<br />

5. Om het zoekveld leeg te maken druk u op de knop X, die het pictogram van het vergrootglas<br />

vervangt als er tekst is in het veld Zoeken.<br />

OPMERKING: de functie Zoeken doorzoekt alleen de tekst in de inhoudslaag. Tekst in de<br />

aantekeningenlaag wordt genegeerd.<br />

27 ©<strong>Nitro</strong>


Meerdere documenten parallel weergeven<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u twee of meer documenten naast elkaar weergeven zonder twee aparte schermen<br />

te hoeven gebruiken, of een andere kopie in een ander programma te hoeven openen.<br />

PDF-documenten die naast elkaar worden weergegeven, kunnen onafhankelijk van elkaar worden<br />

bekeken, bewerkt, doorgebladerd, gedraaid en in- of uitgezoomd.<br />

TIP: klik en sleep de scheidingslijn tussen de twee vensters als u het 'gesplitste scherm' anders wilt<br />

verdelen.<br />

Het scherm in twee of meer delen splitsen:<br />

1. Open twee documenten die u wilt weergeven in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Sleep een documenttabblad naar het documentvenster.<br />

o Klik met de rechtermuisknop op een documenttabblad.<br />

3. Selecteer een van de volgende opties in het menu:<br />

o Nieuwe horizontale tabgroep: geeft de documenten in een horizontaal parallel venster<br />

weer.<br />

o Nieuwe verticale tabgroep: geeft de documenten in een verticaal parallel venster weer.<br />

4. Als u meer parallelle weergaven wilt maken, opent u nog een PDF-bestand en herhaalt u stap 2 en<br />

3.<br />

TIP: als u parallelle weergaven hebt geopend in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 en u opent een nieuw PDF-document, wordt<br />

dit bestand in de tabgroep van het laatste actieve tabblad geplaatst.<br />

Een PDF-document tussen tabgroepen verplaatsen<br />

Een PDF-document met rechtsklikken naar een andere tabgroep verplaatsen:<br />

1. Klik met uw rechtermuisknop op het tabblad van het PDF-document dat u wilt verplaatsen.<br />

2. Selecteer een van de volgende opties in het menu:<br />

o Naar vorige tabgroep: hiermee wordt het PDF-document in de tabgroep geplaatst die<br />

werd geopend voordat de huidige groep werd geopend.<br />

o Naar volgende tabgroep: hiermee wordt het PDF-document in de tabgroep geplaatst die<br />

werd geopend nadat de huidige groep werd geopend.<br />

Een PDF-document naar een andere tabgroep slepen:<br />

1. Klik op het tabblad van het PDF-document dat u wilt verplaatsen.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Sleep het tabblad naar de tabbladbalk van een andere tabgroep.<br />

o Sleep het tabblad van de tabbladbalk af en selecteer Naar vorige tabgroep of Naar<br />

volgende tabgroep in het menu.<br />

Normale weergave herstellen:<br />

Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

28 ©<strong>Nitro</strong>


l Zet alle geopende PDF-documenten in dezelfde tabgroep.<br />

l Sluit alle documenten, maar laat één PDF-bestand geopend.<br />

l Sluit en start <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 weer op; de standaardweergave is nu weer hersteld.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

29 ©<strong>Nitro</strong>


Voorbeeldweergave van uw PDF-bestanden<br />

Twee van de belangrijkste eigenschappen voor PDF-werkprocessen zijn de mogelijkheid PDFdocumenten<br />

met collega's te kunnen uitwisselen, en de administratieve flexibiliteit van digitale bestanden<br />

in vergelijking met papieren documenten. In beide gevallen kan men op basis van alleen de<br />

bestandsnaam echter niet altijd meteen duidelijk zien welke bestanden worden verwerkt. Om het visuele<br />

beheer van PDF-bestanden te vereenvoudigen, integreert <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 zijn engine voor PDF-weergave in<br />

Microsoft Outlook en Windows Verkenner, zodat u uw PDF-bestanden en -bijlagen eerst kunt bekijken<br />

voordat u ze in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 opent.<br />

OPMERKING: om de volgende functie voor voorbeeldweergave en het pictogram te kunnen gebruiken,<br />

moet <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 zijn ingesteld als uw standaard PDF-viewer.<br />

PDF-bijlage in Microsoft Outlook bekijken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Als <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 geïnstalleerd wordt op een computer met Microsoft Windows Vista of Windows 7, wordt<br />

het programma tevens automatisch in Microsoft Outlook (versie 2007 en later) geïntegreerd en kunnen<br />

PDF-bestanden die als bijlage aan een e-mail zijn gekoppeld in Outlook worden bekeken.<br />

30 ©<strong>Nitro</strong>


PDF-bijlage in Outlook bekijken:<br />

1. Open een e-mail met een PDF-bijlage in Outlook.<br />

2. Klik één keer op de PDF-bijlage om deze te selecteren; de knop Voorbeeld van bestand<br />

weergeven verschijnt nu in de berichttekst.<br />

3. Klik op Voorbeeld van bestand weergeven om een voorbeeld van de PDF-bijlage weer te geven.<br />

Pas de weergave naar wens aan met de opties voor paginaweergave:<br />

o Draai de documentweergave linksom (A) of rechtsom (B).<br />

o Selecteer Passend in breedte of Pagina passend maken (C).<br />

o Blader achteruit (E) en vooruit (F) door de pagina's in het PDF-bestand.<br />

o Ga rechtstreeks naar het begin (D) of eind (G) van het document.<br />

PDF-bestanden in Windows Verkenner bekijken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Net als dat PDF-bijlagen in Outlook kunnen worden bekeken, kunt u ook de inhoud van een PDFdocument<br />

in Windows Verkenner weergeven als <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 is geïnstalleerd op een computer met<br />

Windows Vista of Windows 7.<br />

Pictogrammen van PDF-bestanden die in het hoofdvenster van Windows Verkenner worden<br />

weergegeven, tonen een voorbeeld van de eerste pagina van het PDF-bestand.<br />

Deze pictogramweergave wordt ook gebruikt voor de pictogrammen in het overzichtvenster van<br />

Windows Verkenner.<br />

TIP: de grootte van de bestandspictogrammen kan worden ingesteld in het menu Beeld. Windows past<br />

geen voorbeeldweergaven toe op kleine pictogrammen als u Kleine pictogrammen, Lijst of Details<br />

selecteert.<br />

31 ©<strong>Nitro</strong>


PDF-bestanden in Windows Verkenner bekijken:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open Windows Verkenner en ga naar een map die PDF-bestanden bevat.<br />

2. Klik in het dialoogvenster van Windows Verkenner op Het voorbeeldvenster weergeven (H).<br />

Rechts van het venster wordt nu een voorbeeldvenster geopend.<br />

3. Klik op een PDF-bestand om de inhoud van het document in het voorbeeldvenster weer te geven.<br />

Pas de weergave naar wens aan met de opties voor paginaweergave:<br />

o Draai de documentweergave linksom (A) of rechtsom (B).<br />

o Selecteer Passend in breedte of Pagina passend maken (C).<br />

o Blader achteruit (E) en vooruit (F) door de pagina's in het PDF-bestand.<br />

o Ga rechtstreeks naar het begin (D) of eind (G) van het document.<br />

32 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> PDF webbrowser-invoegtoepassing<br />

De <strong>Nitro</strong> PDF webbrowser-invoegtoepassing gebruiken<br />

Als u in uw webbrowser op een PDF-bestand klikt, leest de <strong>Nitro</strong> PDF webbrowser-invoegtoepassing het<br />

bestand en geeft dit in de webbrowser weer. Als u uw muis langs de onderkant van het venster beweegt,<br />

worden de functies van de webbrowser-invoegtoepassing weergegeven.<br />

De <strong>Nitro</strong> PDF webbrowser-invoegtoepassing beschikt over de volgende functies:<br />

l De knoppen + en - worden gebruikt om het zoomniveau in te stellen<br />

l Met het pictogram van de printer wordt het dialoogvenster Afdrukken geopend<br />

l De knop E-mail opent uw standaard e-mailclient, maakt een nieuw e-mailbericht aan en koppelt<br />

het PDF-bestand aan het bericht<br />

l De knop <strong>Nitro</strong> opent <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 en laadt het PDF-bestand, zodat u met deze PDF kunt werken<br />

De <strong>Nitro</strong> PDF webbrowser-invoegtoepassing ondersteunt de volgende browsers:<br />

l Google Chrome versie 9 en hoger<br />

l Microsoft Internet Explorer versie 7 en hoger<br />

l Mozilla Firefox versie 3.6 en hoger<br />

<strong>Nitro</strong> PDF browser-invoegtoepassing configureren<br />

Bij het installeren van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 wordt de <strong>Nitro</strong> PDF browser-invoegtoepassing automatisch<br />

geïnstalleerd, maar soms moet de browser worden geconfigureerd om <strong>Nitro</strong> PDF als de<br />

standaardinvoegtoepassing voor PDF in te stellen.<br />

Google Chrome configureren<br />

1. Klik op het pictogram van de steeksleutel “Google Chrome aanpassen en beheren”.<br />

2. Selecteer Opties en vervolgens Geavanceerde opties.<br />

3. Selecteer Instellingen voor inhoud en vervolgens Afzonderlijke invoegtoepassingen<br />

uitschakelen.<br />

4. Klik op de pagina met invoegtoepassingen op Uitschakelen onder Chrome PDF Viewer en schakel<br />

tevens de Adobe PDF-invoegtoepassing uit indien deze is geïnstalleerd.<br />

5. Controleer dat de <strong>Nitro</strong> PDF-invoegtoepassing aanwezig en ingeschakeld is.<br />

Microsoft Internet Explorer configureren<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open een PDF-bestand in Internet Explorer. Het volgende bericht wordt weergegeven: Deze<br />

website wil deze invoegtoepassing uitvoeren: ‘<strong>Nitro</strong> PDF <strong>Pro</strong>fessional’ van ‘<strong>Nitro</strong> PDF Software’. Klik hier<br />

als u de website en de invoegtoepassing vertrouwt, en deze wilt uitvoeren....<br />

2. Klik in de Infobalk om de <strong>Nitro</strong> PDF-invoegtoepassing in te schakelen.<br />

3. In het dialoogvenster dat verschijnt, geeft u aan dat u de <strong>Nitro</strong> PDF-invoegtoepassing wilt<br />

uitvoeren.<br />

33 ©<strong>Nitro</strong>


Mozilla Firefox configureren<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open het Firefox-menu en selecteer Add-ons. De Add-ons Manager wordt weergegeven en geeft<br />

aan welke Firefox-invoegtoepassingen geïnstalleerd zijn.<br />

2. Controleer in het gedeelte Plugins dat de <strong>Nitro</strong> PDF-invoegtoepassing is geïnstalleerd. Deze moet<br />

hetzelfde versienummer hebben als <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

3. Als er een Adobe PDF-reader is geïnstalleerd, dient u op de knop Disable te klikken.<br />

4. Start Firefox opnieuw op om de wijzigingen te activeren.<br />

34 ©<strong>Nitro</strong>


Bestanden openen en opslaan in een WebDAV-locatie<br />

WebDAV, of Web-based Distributed Authoring and Versioning, is een set uitbreidingen op het HTTPprotocol<br />

waarmee gebruikers gezamenlijk documenten op een externe server kunnen beheren. Dit wordt<br />

bijvoorbeeld gebruikt om bestanden via HTTP op te slaan op een gedeelde server of in een DMS<br />

(documentmanagementsysteem) zoals Documentum of Hummingbird, zodat de bestanden vanaf iedere<br />

locatie beschikbaar en toegankelijk zijn.<br />

Dankzij de integrale ondersteuning voor WebDAV in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u PDF-bestanden op HTTP-locaties<br />

openen, bewerken en opslaan. U kunt bestanden in- en uitchecken om andere gebruikers alleenlezentoegang<br />

te geven tot de meest recente versie van de bestanden die u bewerkt.<br />

OPMERKING: als u een PDF-bestand met WebDAV op een weblocatie wilt opslaan, is een Windowsnetwerkverbinding<br />

vereist.<br />

U hoeft geen speciale handelingen uit te voeren om <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> te configureren voor het gebruik van<br />

bestaande WebDAV-verbindingen. Als u een nieuwe WebDAV-verbinding wilt maken, gaat u echter als<br />

volgt te werk:<br />

Een WebDAV-verbinding maken in Windows 7 of Vista<br />

1. Selecteer Computer via het pictogram Start.<br />

2. Selecteer Netwerkverbinding maken op de werkbalk.<br />

3. Klik op Verbinding met een website maken waar u documenten en afbeeldingen kunt opslaan.<br />

4. Klik in het venster Wizard Netwerklocatie toevoegen (in Vista Wizard Netwerkverbinding<br />

toevoegen genoemd) op Volgende.<br />

5. Selecteer Een aangepaste netwerklocatie kiezen en klik op Volgende.<br />

6. Geef de URL op van de locatie waarmee u verbinding wilt maken en klik op Volgende.<br />

7. Voer zo nodig een gebruikersnaam en wachtwoord in voor aanmelding bij uw gedeelde webmap<br />

en klik op OK.<br />

8. Typ een naam voor uw netwerkverbinding en klik op Volgende.<br />

9. Klik op Voltooien.<br />

Een WebDAV-verbinding maken in Windows XP<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het menu Start op Mijn netwerklocaties.<br />

2. Selecteer Netwerklocatie toevoegen en klik op Volgende.<br />

3. Klik op Een andere netwerklocatie kiezen en klik op Volgende.<br />

4. Geef de URL op van de locatie waarmee u verbinding wilt maken en klik op Volgende.<br />

5. Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor aanmelding bij uw gedeelde webmap op en klik<br />

op OK.<br />

6. Typ een naam voor uw netwerkverbinding en klik op Volgende om de wizard te voltooien.<br />

35 ©<strong>Nitro</strong>


Een PDF-bestand maken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 is voorzien van alle benodigde functies om van praktisch ieder type bestand een PDF-bestand<br />

te maken en u kunt hiermee veel meer doen dan alleen PDF-bestanden openen en lezen.<br />

Het maken van PDF-bestanden biedt talloze voordelen, waaronder:<br />

l PDF-documenten kunnen worden beveiligd tegen ongemachtigd gebruik.<br />

l De grootte van een PDF-document kan worden verkleind, om het makkelijker per e-mail te<br />

verzenden of naar een website te uploaden.<br />

l U kunt er van op aan dat alle ontvangers van uw PDF het document kunnen bekijken zonder eerst<br />

extra software te moeten aanschaffen.<br />

Verdere informatie hierover kunt u vinden in:<br />

l Afdrukken naar <strong>Nitro</strong> Creator 2<br />

l PDF maken van een willekeurig bestand<br />

l PDF/A-bestanden maken<br />

l PDF maken van scan<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Microsoft Office-bestanden vanuit Microsoft Office-applicaties naar PDF converteren<br />

l Een PDF maken van het klembord of van schermopnamen<br />

l Geïntegreerde functie voor het maken van PDF's<br />

l PDF-document opslaan<br />

l Voorkeuren voor <strong>Nitro</strong> Creator 2<br />

36 ©<strong>Nitro</strong>


Afdrukken naar <strong>Nitro</strong> Creator 2<br />

Wanneer u een programma gebruikt van waaruit u kunt afdrukken, kunt u vanuit dit programma<br />

rechtstreeks PDF-documenten maken. <strong>Nitro</strong> Creator 2 wordt bij <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 geleverd en is een virtuele<br />

printer waarmee u PDF-bestanden kunt maken vanuit iedere applicatie die over een afdrukoptie beschikt.<br />

<strong>Nitro</strong> Creator 2 is klaar voor gebruik, hoeft niet te worden geconfigureerd en wordt automatisch in uw<br />

Windows printerbeheer geïnstalleerd.<br />

Een document afdrukken naar <strong>Nitro</strong> Creator 2<br />

1. Open het document dat u wilt converteren in het programma waarin het is gemaakt. Open een<br />

Word-document bijvoorbeeld in Microsoft Word, of online-inhoud in uw webbrowser.<br />

2. In de meeste applicaties is de optie Afdrukken opgenomen in het menu Bestand. Selecteer de<br />

optie of druk op Ctrl+P.<br />

3. Selecteer <strong>Nitro</strong> Creator 2 in de lijst printers en bevestig dat u hiernaar wilt afdrukken. Het<br />

dialoogvenster PDF maken wordt weergegeven.<br />

4. Voer de volgende handelingen uit:<br />

o Geef een naam en locatie op voor het PDF-bestand.<br />

o Klik op Vragen om documenteigenschappen als u de documentgegevens wilt opslaan en<br />

geavanceerde instellingen (zie hieronder) wilt aanpassen wanneer het PDF-document wordt<br />

gemaakt.<br />

o Geef aan of u het PDF-document automatisch wilt laten openen nadat het is gemaakt.<br />

5. Klik op Maken.<br />

TIP: als u de documenteigenschappen in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 wilt bekijken, klikt u in het menu Bestand op<br />

Documenteigenschappen.<br />

Documenteigenschappen instellen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Als u met <strong>Nitro</strong> Creator 2 een PDF-document maakt, kunt u de eigenschappen voor dit document<br />

opgeven.<br />

Documenteigenschappen instellen:<br />

1. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Eigenschappen. Het dialoogvenster <strong>Nitro</strong> Creator<br />

2Eigenschappen wordt weergegeven.<br />

2. Geef de gewenste eigenschappen op en klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster<br />

Afdrukken.<br />

Raadpleeg Het dialoogvenster <strong>Nitro</strong> Creator 2Voorkeursinstellingen voor afdrukken in Voorkeuren voor <strong>Nitro</strong><br />

PDF Creator voor verdere informatie over de eigenschappen van PDF-documenten.<br />

37 ©<strong>Nitro</strong>


PDF-document maken van een willekeurig bestand<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u PDF-documenten maken van meer dan 300 verschillende typen bestanden. PDFbestanden<br />

kunnen op eenvoudige wijze in en buiten <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 worden gemaakt, zonder de<br />

oorspronkelijke applicatie van het bestand zelfs maar te hoeven openen (de applicatie moet echter wel op<br />

uw computer zijn geïnstalleerd). Bij de installatie van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 wordt tevens automatisch <strong>Nitro</strong> Creator<br />

2 geïnstalleerd. Dit is een virtuele printer, waarmee het mogelijk wordt om PDF's te maken vanuit ieder<br />

programma dat over een afdrukfunctie beschikt.<br />

Raadpleeg Afdrukken naar <strong>Nitro</strong> PDF Creator 2 voor verdere informatie.<br />

Een PDF-document maken:<br />

1. Klik in het tabblad Home in de groep Maken/converteren op Bestand gebruiken. Het<br />

dialoogvenster PDF maken van bestand wordt weergegeven.<br />

2. Klik op Bladeren, selecteer het bestand dat u wilt converteren en klik op Openen.<br />

3. Selecteer in het gedeelte Uitvoer een van de volgende opties in het menu PDF-bestanden maken:<br />

l Voor web: als de grootte van het PDF-bestand moet worden geoptimaliseerd voor<br />

weergave in browsers en voor snelle downloads.<br />

l Voor kantoor: als het PDF-bestand een goede afdrukkwaliteit voor zakelijk gebruik moet<br />

leveren.<br />

l Voor afdrukken: als het PDF-bestand de hoogst mogelijke kwaliteit moet leveren voor<br />

verwerking op professionele printers.<br />

l Aangepast: hiermee kunt u de uitvoerinstellingen voor uw PDF handmatig instellen (zie de<br />

onderstaande uitleg van de beschikbare instellingen).<br />

4. Selecteer in het gedeelte Uitvoer een van de volgende opties in het menu PDF opslaan naar:<br />

l Specifieke map: hiermee selecteert u een locatie voor de PDF voordat het bestand is<br />

gemaakt.<br />

l Map van originele bestand: hiermee wordt het nieuwe PDF-bestand op dezelfde locatie als<br />

het bronbestand opgeslagen.<br />

l Navragen tijdens het proces: hiermee kunt u een locatie voor het PDF-bestand opgeven<br />

nadat het bestand is gemaakt.<br />

5. Schakel het selectievakje Gemaakte PDF openen in als u het PDF-bestand automatisch wilt<br />

openen zodra dit is gemaakt.<br />

6. Klik op Maken.<br />

Aangepaste instellingen voor PDF<br />

Als u een PDF-document maakt via het dialoogvenster PDF maken van bestand, kunt u Opties selecteren<br />

om de kwaliteit en compressie in te stellen. Het dialoogvenster Aangepaste instellingen wordt<br />

weergegeven. Via de volgende tabbladen en opties kunt u opgeven hoe het PDF-bestand moet worden<br />

gemaakt:<br />

l Tabblad Afbeeldingen: geef hier de gewenste instellingen op voor optimalisering van uw<br />

afbeeldingen, afhankelijk van de typen afbeeldingen in uw document:<br />

o Kleurenbeelden omzetten in grijswaarden: hiermee worden kleurenafbeeldingen in<br />

grijswaarden omgezet.<br />

o Grijswaardeafbeeldingen omzetten in zwart/wit: hiermee worden grijswaarden omgezet<br />

in zwart/wit.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

38 ©<strong>Nitro</strong>


o Verkleinen: hiermee stelt u het aantal dots per inch (dpi) in dat voor iedere afbeelding moet<br />

worden gebruikt. Door een lagere dpi te selecteren ontstaan kleinere bestanden, maar dit<br />

verlaagt tevens de kwaliteit van uw afgedrukte afbeeldingen.<br />

o Compressie: hiermee wordt de methode van comprimering ingesteld. Als Automatisch<br />

wordt geselecteerd, selecteert <strong>Nitro</strong> Reader 2 het type compressie dat het meest geschikt is<br />

voor het merendeel van de afbeeldingen in het document. U kunt de verschillende<br />

instellingen uitproberen om de beste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit te<br />

bepalen. JPEG en JPEG2000 comprimeren met verlies, hetgeen wil zeggen dat de<br />

decomprimering van een gecomprimeerd beeld enige mate van kwaliteitsverlies zal<br />

opleveren. Het compressiealgoritme ZIP is een verliesvrije methode.<br />

o Beeldkwaliteit: als u JPEG-compressie selecteert, kunt u de beeldkwaliteit opgeven op basis<br />

van hoe uw document gebruikt gaat worden. Hoe hoger de beeldkwaliteit, des te groter het<br />

bestand zal zijn.<br />

l Het tabblad Lettertypen: hier kunt u instellingen voor insluiting van lettertypen selecteren:<br />

o Insluiten (subset): hiermee worden uitsluitend de tekens van ieder lettertype ingesloten<br />

die nodig zijn om het document juist te kunnen weergeven. Dit betekent dat wanneer de<br />

tekst in deze PDF-bestanden op een later tijdstip moet worden gewijzigd, sommige tekens<br />

niet beschikbaar zullen zijn. De bestandsgrootte is echter kleiner dan wanneer het gehele<br />

lettertype wordt ingesloten.<br />

o Insluiten (volledige set): hiermee wordt de volledige tekenset voor ieder lettertype in het<br />

document ingesloten. Als het PDF-bestand in de toekomst wordt gewijzigd, zijn alle<br />

lettertypen aanwezig. Door de volledige tekenset in te sluiten, wordt het bestand echter wel<br />

groter.<br />

o Lettertype niet insluiten: hiermee worden er geen lettertypen in het PDF-bestand<br />

ingesloten. Dit resulteert in de kleinste bestanden. Indien deze PDF's echter worden<br />

weergegeven op computers waarop niet dezelfde lettertypen zijn geïnstalleerd, zien de<br />

bestanden er anders uit.<br />

o Als insluiten mislukt: hier kunt u opgeven of het PDF-bestand gewoon moet worden<br />

gemaakt of dat de bewerking wordt geannuleerd als de lettertypen niet kunnen worden<br />

ingesloten.<br />

l Het tabblad Pagina's: hier kunnen de paginaformaten en -richting worden opgegeven:<br />

o Paginaformaat: maak een selectie uit de lijst standaardformaten of geef de gewenste<br />

afmetingen op in het vak Aangepast.<br />

o Afdrukstand: selecteer of het PDF-bestand staand of liggend moet zijn.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

TIP: klik op Terugzetten als u de oorspronkelijke instellingen van het PDF-bestand wilt herstellen.<br />

39 ©<strong>Nitro</strong>


PDF/A-bestanden maken<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u PDF/A-compatibele bestanden maken. Zo kunt u PDF/A-compatibele bestanden<br />

maken door af te drukken naar <strong>Nitro</strong> PDF Creator, maar ook met de Office-invoegtoepassingen of de<br />

functie PDF maken van scan.<br />

Over PDF/A<br />

PDF/A is een standaard voor archivering met het ISO-keurmerk, die is ontwikkeld voor langdurige<br />

archivering van elektronische documenten. Met deze standaard wordt gewaarborgd dat PDF/Adocumenten<br />

vele jaren precies zoals ze nu zijn kunnen worden bekeken en gereproduceerd, ongeacht<br />

toekomstige wijzigingen aan de PDF-indeling.<br />

Om dit te kunnen bereiken, moeten alle PDF/A-bestanden volledig zelfstandig kunnen worden gebruikt.<br />

Dat wil zeggen dat alle informatie die nodig is om het document weer te geven, in het bestand moet zijn<br />

ingesloten, inclusief alle inhoud (tekst, afbeeldingen en grafische inhoud), lettertypen en kleurgegevens.<br />

Bepaalde PDF-functies die langdurige archivering van het PDF-bestand verhinderen, zoals hyperlinks naar<br />

externe bronnen, ingesloten audio en video, JavaScripts en uitvoerbare bestanden, kunnen niet in PDF/A<br />

worden gebruikt. Daarnaast kunnen PDF/A-documenten niet gecodeerd zijn en is het gebruik van op<br />

standaarden gebaseerde metagegevens en apparaat-onafhankelijke kleurenruimten vereist.<br />

PDF/A-1a en PDF/A-1b<br />

De PDF/A-standaard omvat twee niveaus van compatibiliteit voor PDF-bestanden: PDF/A-1a en PDF/A-1b.<br />

Compatibiliteit met PDF/A-1b verzekert dat de visuele aspecten van het document ook in de toekomst<br />

goed kunnen worden gereproduceerd. In PDF/A-1a wordt hieraan tevens de structuur van het document<br />

toegevoegd, zodat wordt gewaarborgd dat de inhoud opnieuw kan worden gebruikt (bijvoorbeeld voor<br />

de weergave van PDF's op draagbare apparaten, zoals PDA's) en dat het document toegankelijk is voor<br />

gebruikers met bepaalde handicaps.<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u PDF-bestanden maken die voldoen aan de standaard PDF/A-1b.<br />

PDF/A-bestanden maken met de printer <strong>Nitro</strong> PDF Creator<br />

1. Open het bestand in het programma waarin het is gemaakt en klik op de optie Afdrukken.<br />

2. Kies in de printerlijst <strong>Nitro</strong> PDF Creator en klik op OK. Het venster PDF maken verschijnt.<br />

3. Kies bij Opslaan als de indeling PDF/A.<br />

4. Klik op Maken om het PDF/A-1b-compatibele PDF-bestand te maken.<br />

PDF/A-bestanden maken met de functie PDF - Van bestand<br />

1. Klik op het tabblad Home in het groepsmenu Creëren op de knop PDF en vervolgens op Van<br />

bestand.<br />

2. Klik in het dialoogvenster PDF-bestanden maken op de knop Bestanden toevoegen en selecteer<br />

de gewenste bestanden.<br />

3. Selecteer de gewenste kwaliteit in de lijst PDF maken.<br />

4. Schakel het selectievakje PDF/A-1b-compatibiliteit in.<br />

5. Selecteer een of meer van de volgende opties in de lijst Map:<br />

l Klik op Navragen tijdens het proces als u een locatie wilt opgeven voor ieder bestand dat<br />

wordt geconverteerd.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

40 ©<strong>Nitro</strong>


l Klik op Specifieke map als u één map wilt opgeven, waarin alle gemaakte PDF's moeten<br />

worden geplaatst. Klik op de knop Bladeren om een map te selecteren.<br />

l Als u de gemaakte PDF-bestanden in dezelfde map als de originelen wilt plaatsen, klikt u op<br />

Map van originele bestand.<br />

6. Klik op Maken.<br />

PDF/A-bestanden maken met Microsoft Office 2007/2010-programma's<br />

1. Ga naar het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF en schakel het selectievakje PDF/A-1b-compatibiliteit in het<br />

groepsmenu Maken in.<br />

2. Klik op PDF maken of op PDF maken en e-mailen.<br />

PDF/A-bestanden maken met Microsoft Office 2003-programma's<br />

1. Klik op PDF maken of op PDF maken en e-mailen.<br />

2. Het venster Opslaan als verschijnt. Selecteer PDF/A-bestanden (*.pdf) in de lijst Opslaan als en<br />

klik vervolgens op OK.<br />

PDF/A-bestanden maken via een scanner<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Home van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 op de knop PDF en vervolgens op Van scanner.<br />

2. Selecteer uw scanner, de te scannen vellen en de beeldcompressie in het dialoogvenster PDF<br />

maken van scan en geef de bestemming op.<br />

3. Schakel het selectievakje PDF/A-1b-compatibiliteit in.<br />

4. Klik op Scannen om uw standaardscansoftware te openen.<br />

5. Selecteer de gewenste scanmodus: kleur, grijswaarde of zwart/wit.<br />

6. Selecteer de menuopdracht om terug te keren naar <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7<br />

7. Selecteer de optie Voltooien om uw scanopdracht te beëindigen of selecteer Voorkant scannen:<br />

pag. twee om verdere pagina's te scannen.<br />

41 ©<strong>Nitro</strong>


Een PDF maken van het klembord of van<br />

schermopnamen<br />

U kunt snel en gemakkelijk een PDF-bestand maken van een afbeelding in het klembord. Zo kunt u<br />

afbeeldingen (bijvoorbeeld schermopnamen) in een handomdraai met andere gebruikers delen. Het PDFbestand<br />

dat wordt gemaakt, heeft precies dezelfde afmetingen als de afbeelding op het klembord.<br />

Een PDF maken van een afbeelding op het klembord<br />

1. Selecteer een afbeelding en kopieer deze naar het klembord.<br />

2. Klik in het tabblad Home op de knop PDF en vervolgens op Van klembord.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

TIP: Gebruik de functie Snapshot om snel een opname van een document te maken. Vervolgens kunt u<br />

een PDF maken door de opname vanuit het klembord te plakken.<br />

42 ©<strong>Nitro</strong>


Geïntegreerde functie voor het maken van PDF's<br />

Met gebruik van de dynamische PDF-functie kunnen bestanden vanuit iedere map of ieder venster via<br />

slepen en neerzetten naar PDF worden geconverteerd. <strong>Nitro</strong> Reader 2 hoeft niet te zijn gestart om een<br />

PDF-bestand te gaan maken.<br />

PDF maken met slepen en neerzetten<br />

Het bestand naar de snelkoppeling op het bureaublad slepen:<br />

1. Controleer dat er een snelkoppeling van <strong>Nitro</strong> Reader 2 op uw bureaublad staat. Zo niet, dient u<br />

een snelkoppeling op uw bureaublad aan te maken.<br />

o In het menu Start van Windows klikt u met uw rechtermuisknop op <strong>Nitro</strong> Reader 2 en<br />

selecteert u Kopiëren naar --> Bureaublad (Snelkoppeling maken).<br />

2. Sleep vanuit een Windows Verkenner-venster, of vanaf het bureaublad, een bestand naar de<br />

snelkoppeling van <strong>Nitro</strong> Reader 2.<br />

3. <strong>Nitro</strong> Reader 2 start automatisch en het PDF-bestand wordt gemaakt.<br />

4. As de PDF voltooid is, verschijnt het document in <strong>Nitro</strong> Reader 2.<br />

Het bestand naar <strong>Nitro</strong> Reader slepen:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Start <strong>Nitro</strong> Reader 2 op.<br />

2. Open een Windows Verkenner-venster en ga naar het bestand dat u naar PDF wilt converteren.<br />

3. Sleep het bestand uit het venster van Windows Verkenner naar <strong>Nitro</strong> Reader 2 om de PDF te<br />

maken.<br />

4. As de PDF voltooid is, verschijnt het document in <strong>Nitro</strong> Reader 2.<br />

43 ©<strong>Nitro</strong>


PDF-document opslaan<br />

Met alle mogelijke wijzigingen die aan een PDF-document kunnen worden gemaakt, is het belangrijk dat<br />

u zowel kopieën van het originele document als van het gecorrigeerde document opslaat. Zo loopt u<br />

nooit de kans om uw veranderingen kwijt te raken en kunt u vergelijkingen tussen de verschillende<br />

versies van het document uitvoeren met de opties voor parallelle weergave.<br />

Al uw toevoegingen (zoals markeringen, aantekeningen, formulierveldgegevens en getypte tekst)<br />

worden in het PDF-bestand opgeslagen als bewerkbare elementen, die allemaal afzonderlijk op een later<br />

tijdstip nog kunnen worden gewijzigd.<br />

Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag en Meerdere documenten in parallelle weergave bekijken.<br />

PDF-document opslaan<br />

U wordt aanbevolen tijdens het werken aan een PDF-document uw vorderingen regelmatig op te slaan.<br />

Hiermee worden de wijzigingen in het originele bestand opgeslagen, zonder dat er een nieuwe kopie van<br />

het document wordt gemaakt.<br />

PDF-document opslaan:<br />

1. Open uw PDF-document.<br />

2. Breng de benodigde veranderingen aan.<br />

3. Klik op Opslaan in het menu Bestand.<br />

TIP: u kunt uw PDF-bestand ook opslaan met de knop Opslaan in de werkbalk Snelle toegang.<br />

Raadpleeg De werkbalk Snelle toegang en De interface van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 verkennen.<br />

Nieuwe versie van uw PDF-document maken met Opslaan als<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Als u een leeg formulier hebt ontvangen dat u moet invullen, kunt u een aparte kopie van het formulier<br />

met de ingevulde informatie maken. Zo hebt u een kopie van het originele lege formulier en een kopie van<br />

het formulier met alle gegevens die u hebt ingevuld.<br />

Een nieuwe versie van een PDF-document maken met Opslaan als:<br />

1. Open uw PDF-document.<br />

2. Breng de benodigde veranderingen aan.<br />

3. Klik op Opslaan als in het menu Bestand.<br />

4. In het dialoogvenster Opslaan als voert u een andere naam in voor het bestand, zodat het<br />

origineel niet wordt overschreven, en selecteert u de locatie waar u het bestand wilt opslaan.<br />

5. Klik op Opslaan.<br />

OPMERKING: de optie Opslaan maakt <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 incrementele veranderingen aan het bestaande<br />

bestand. Vooral voor grote PDF-bestanden werkt dit sneller, maar het maakt het bestand wel groter.<br />

Met Opslaan als maakt <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 een nieuw PDF-bestand met een nieuwe bestandsnaam, en worden<br />

alle oude incrementele veranderingen weggegooid. Dit kan meer tijd in beslag nemen, maar er ontstaat<br />

hiermee wel een kleiner bestand.<br />

44 ©<strong>Nitro</strong>


Wijzigingen afvlakken en opslaan als een PDF-bestand<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Toegevoegde elementen zoals markeringen en getypte tekst, kunnen als onderdeel van de PDF-inhoud<br />

worden opgeslagen, zodat deze elementen hun interactieve eigenschappen verliezen. Als een formulier is<br />

ingevuld en het document is afgevlakt, is het bijvoorbeeld niet meer mogelijk om de inhoud van een veld<br />

te veranderen en is het formulier niet langer meer interactief.<br />

Afvlakken en opslaan als een nieuw PDF-bestand:<br />

1. Open uw PDF-document.<br />

2. Breng de benodigde veranderingen aan.<br />

3. Klik op Opslaan als in het menu Bestand.<br />

4. Selecteer Afgevlakte PDF in het menu Opslaan als.<br />

5. In het dialoogvenster Opslaan als voert u een andere naam in voor het bestand, zodat het<br />

origineel niet wordt overschreven, en selecteert u de locatie waar u het bestand wilt opslaan.<br />

6. Klik op Opslaan.<br />

45 ©<strong>Nitro</strong>


Voorkeuren voor <strong>Nitro</strong> Creator 2<br />

<strong>Nitro</strong> Creator 2 is een virtuele printer waarmee u PDF's kunt maken vanuit iedere applicatie die een<br />

afdrukfunctie heeft. De standaardinstellingen zijn afgestemd op uw normale dagelijkse werkzaamheden,<br />

maar u kunt de parameters voor het maken van PDF volledig naar wens wijzigen.<br />

De voorkeuren voor <strong>Nitro</strong> Creator 2openen:<br />

l Windows XP:<br />

1. Selecteer in het menu Start in Windows de optie Printers en faxapparaten.<br />

2. Klik met uw rechtermuisknop op <strong>Nitro</strong> Creator 2 en selecteer Voorkeursinstellingen voor<br />

afdrukken. Het dialoogvenster <strong>Nitro</strong> Creator 2Voorkeursinstellingen voor afdrukken<br />

wordt weergegeven.<br />

l Windows Vista of Windows 7:<br />

1. Selecteer in het menu Start in Windows de optie Apparaten en printers.<br />

2. Klik met de rechtermuisknop op <strong>Nitro</strong> Creator 2 en selecteer Voorkeursinstellingen voor<br />

afdrukken. Het dialoogvenster <strong>Nitro</strong> Creator 2 Voorkeursinstellingen voor afdrukken<br />

wordt weergegeven.<br />

Het<strong>Nitro</strong> Creator 2 dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken<br />

<strong>Nitro</strong> Creator 2<br />

l Doelmap: stel de standaardlocatie in waar nieuwe PDF-documenten moeten worden opgeslagen,<br />

of klik op de bladerknop (...) om naar een map te bladeren.<br />

l Als het bestand bestaat: geef aan wat er moet gebeuren als een nieuwe PDF wordt opgeslagen<br />

op een locatie waar reeds een PDF met dezelfde naam staat.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Voortgangsvenster na beëindiging sluiten: schakel dit selectievakje in als u wilt dat het<br />

voortgangsvenster automatisch wordt gesloten als de PDF is gemaakt.<br />

l Conversiekwaliteit: selecteer een standaard voor beeldresolutie, compressie en kwaliteit en voor<br />

het insluiten van lettertypen. Met een hogere kwaliteit ontstaan grotere bestanden. Gebruik de<br />

optie Aangepast als u uw eigen parameters voor afbeeldingen en lettertypen wilt opgeven.<br />

o Voor web: als de grootte van het PDF-bestand moet worden geoptimaliseerd voor<br />

weergave in browsers en voor snelle downloads.<br />

o Voor kantoor: als het PDF-bestand een goede afdrukkwaliteit voor zakelijk gebruik moet<br />

leveren.<br />

o Voor afdrukken: als het PDF-bestand de hoogst mogelijke kwaliteit moet leveren voor<br />

verwerking op professionele printers.<br />

o Aangepast: hiermee kunt u de volgende instellingen voor uitvoer van de PDF configureren:<br />

n In het tabblad Afbeeldingen kunt u de instellingen voor optimalisatie van<br />

afbeeldingen naar wens aanpassen. Afhankelijk van de soorten afbeeldingen in uw<br />

document, kunt u uit de volgende opties kiezen:<br />

o Kleurconversie: Hiermee wordt ingesteld of kleurenafbeeldingen naar<br />

grijsschaal, of grijsschaalafbeeldingen naar zwart/wit, worden geconverteerd.<br />

o Verkleinen: hiermee stelt u het aantal dots per inch (dpi) in dat voor iedere<br />

afbeelding moet worden gebruikt. Met een lagere dpi worden kleinere<br />

bestanden geproduceerd, maar dit levert ook een mindere kwaliteit van<br />

afgedrukte afbeeldingen.<br />

46 ©<strong>Nitro</strong>


Pagina's<br />

o Compressie: hiermee wordt het type compressie voor afbeeldingen ingesteld.<br />

Als Automatisch wordt geselecteerd, selecteert <strong>Nitro</strong> Creator 2 het type<br />

compressie dat het meest geschikt is voor het merendeel van de afbeeldingen<br />

in het document. U kunt de verschillende instellingen uitproberen om de<br />

beste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit te bepalen.<br />

o Beeldkwaliteit: selecteer JPEG-compressie om de gewenste beeldkwaliteit op<br />

te geven op basis van hoe uw document gebruikt gaat worden. Hoe hoger de<br />

beeldkwaliteit, des te groter het bestand zal zijn.<br />

n In het tabblad Lettertypen kunt u de instellingen voor insluiting van lettertypen<br />

opgeven.<br />

Raadpleeg Ingesloten lettertypen voor meer informatie over het insluiten van<br />

lettertypen.<br />

o Insluiten (subset): hiermee worden uitsluitend de tekens van ieder lettertype<br />

ingesloten die nodig zijn om het document juist te kunnen weergeven. Dit<br />

betekent dat wanneer de tekst in dit PDF-document op een later tijdstip moet<br />

worden gewijzigd, sommige tekens niet beschikbaar zullen zijn. De<br />

bestandsgrootte is echter kleiner dan wanneer het gehele lettertype wordt<br />

ingesloten.<br />

o Insluiten (volledige set): hiermee wordt de volledige tekenset van ieder<br />

lettertype in het document ingesloten. Als de PDF op een later tijdstip moet<br />

worden gewijzigd, zullen alle tekens beschikbaar zijn. Door de volledige<br />

tekenset in te sluiten, wordt het bestand echter wel groter.<br />

o Lettertypen niet insluiten: hiermee worden er geen lettertypen in het PDFbestand<br />

ingesloten. Dit resulteert in de kleinste bestanden. Indien deze PDF's<br />

echter worden weergegeven op computers waarop niet dezelfde lettertypen<br />

zijn geïnstalleerd, zien de bestanden er anders uit.<br />

o Als insluiten mislukt: geef hier op of de PDF's nog gemaakt moeten worden<br />

als de lettertypen niet kunnen worden ingesloten.<br />

l Afdrukstand: maak PDF-documenten in staande of liggende afdrukrichting.<br />

l Paginaformaat: selecteer het paginaformaat van uw PDF-documenten uit de lijst<br />

standaardformaten.<br />

l Aangepaste formulieren: geef een aangepast paginaformaat op en sla de afmetingen op voor<br />

toekomstig gebruik.<br />

l Marges van printer gebruiken: hiermee worden automatisch de marges gekopieerd die worden<br />

gebruikt door een andere printer op uw pc.<br />

PDF-eigenschappen<br />

Met de instellingen in Eerste weergave kunt u de documentweergave instellen die wordt gebruikt<br />

wanneer een PDF-document in een PDF-viewer wordt geopend. U kunt het PDF-document bijvoorbeeld<br />

openen op een specifieke pagina, met een ingesteld zoomniveau, of met een opgegeven paginaformaat.<br />

l Paginaweergave: deze instelling bepaalt het aantal pagina's dat tegelijk in de PDF-viewer wordt<br />

weergegeven, en of de pagina's als één lange doorgaande pagina worden getoond of als<br />

afzonderlijke pagina's.<br />

l Zoomen: geef op welk zoomniveau moet worden toegepast voor het bekijken van PDF-<br />

documenten.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

47 ©<strong>Nitro</strong>


l Openen op pagina: geef de pagina op die u wilt weergeven wanneer het PDF-document wordt<br />

geopend.<br />

l Venster centreren op het scherm: wanneer de gemaakte PDF wordt geopend, kunt u bepalen of<br />

de pagina's gecentreerd in het documentvenster van de viewer moeten worden weergegeven.<br />

l Volledig scherm: als de gemaakte PDF wordt geopend, kunt u hiermee zorgen dat de pagina's het<br />

hele scherm in beslag nemen door de menubalken en andere besturingselementen in de viewer te<br />

verbergen.<br />

l Documentinformatievelden: voer in deze velden de standaardinformatie in die van toepassing is<br />

op alle PDF-documenten die met de printerdriver op deze computer worden gemaakt.<br />

PDF-beveiliging<br />

l Maak een gebruikerswachtwoord een vereiste om het document te kunnen openen: beveilig<br />

uw PDF-document met een wachtwoord om te voorkomen dat dit door ongemachtigde<br />

gebruikers wordt gelezen.<br />

l Wachtwoord eigenaar gebruiken om afdrukken, bewerken en ophalen te beperken: u kunt uw<br />

PDF-document beveiligen met een wachtwoord om bepaalde functies, zoals afdrukken of<br />

bewerken van het document, te blokkeren.<br />

l Afdrukken toegestaan: hiermee kunt u voorkomen dat het document kan worden afgedrukt, of<br />

afdrukken in alleen lage of hoge resolutie toestaan wanneer het juiste wachtwoord is opgegeven.<br />

l Wijzigingen toegestaan: hiermee kunt u verhinderen dat er wijzigingen aan uw document<br />

worden gemaakt, of exacte veranderingen toestaan wanneer het juiste wachtwoord is opgegeven.<br />

l Kopiëren en ophalen van de inhoud toestaan: gebruikers kunnen tekst en afbeeldingen uit het<br />

PDF-document kopiëren als het juiste wachtwoord is ingevoerd.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Teksttoegang voor schermleesapparaten van visueel gehandicapten: met deze instelling krijgt<br />

software voor schermleesapparatuur toegang tot de inhoud van uw PDF, om het bestand voor een<br />

visueel gehandicapte gebruiker te lezen.<br />

l Coderingsniveau:<br />

o Geen: het document heeft geen beveiligingscodering.<br />

o 40-bit ARC4: gebruik deze optie als documenten compatibel moeten zijn met oudere<br />

versies van Adobe Reader.<br />

o 128-bit ARC4: sterkere beveiliging dan 40-bits ARC4 codering.<br />

o 128-bit AES: geavanceerdere codering dan ARC4.<br />

o 256-bit AES: aanbevolen; dit wordt tevens gebruikt in de nieuwe versies van Adobe Reader.<br />

OPMERKING: om de beveiligingsopties Gebruiker en Eigenaar te kunnen toepassen, moet er een<br />

coderingsniveau zijn ingesteld. Als het niveau wordt ingesteld op Geen worden alle andere<br />

beveiligingsopties, inclusief wachtwoordbeveiliging, uitgeschakeld.<br />

48 ©<strong>Nitro</strong>


Microsoft Office-bestanden vanuit Microsoft Office-<br />

applicaties naar PDF converteren<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u intelligente PDF-bestanden maken vanuit Microsoft Office-programma's, waarbij<br />

automatisch bladwijzers, koppelingen, documentinformatie, beveiliging en nog veel meer kunnen worden<br />

toegevoegd.<br />

l Microsoft Word-bestanden naar PDF converteren<br />

l Microsoft Excel-bestanden naar PDF converteren<br />

l Microsoft PowerPoint-bestanden naar PDF converteren<br />

l Instellingen van Microsoft Office-invoegtoepassingen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

49 ©<strong>Nitro</strong>


Instellingen van Microsoft Office-invoegtoepassingen<br />

Met de Microsoft Office-invoegtoepassingen krijgt u meer besturingsfuncties voor de PDF-bestanden die<br />

u produceert, waaronder beveiliging, verbeterde navigatie met bladwijzers en hyperlinks,<br />

paginaformaten, beeldcompressie, en nog veel meer. De instellingen variëren al naar gelang het Officeprogramma<br />

dat u gebruikt. Voor ieder programma kunt u verschillende instellingen opgeven, afhankelijk<br />

van de typen bestanden die u wilt produceren.<br />

De instellingen van Office-invoegtoepassingen wijzigen<br />

Microsoft Office 2007/2010:<br />

1. Ga in het Office-programma naar het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF en selecteer de gewenste instellingen in<br />

het groepsmenu Algemene instellingen en in het groepsmenu met programma-instellingen.<br />

2. U kunt ook in het groepsmenu Algemene instellingen op Geavanceerd klikken om extra<br />

instellingen te selecteren.<br />

Microsoft Office 2003:<br />

1. Klik in het Office-programma op de werkbalkknop <strong>Nitro</strong> PDF: <strong>Nitro</strong> PDF-instellingen.<br />

2. Wijzig de instellingen en klik op OK.<br />

Overzicht van instellingen voor Microsoft Office-invoegtoepassingen<br />

Algemene<br />

instellingen<br />

Gemaakt PDF-bestand<br />

openen<br />

Documentoverzicht<br />

converteren<br />

Om bestandsnaam<br />

vragen<br />

Koppelingen<br />

converteren<br />

Inclusief Hele werkmap,<br />

Actieve bladen of<br />

Selectie<br />

Bladwijzers aan PDF<br />

toevoegen<br />

Opent de PDF nadat de conversie is uitgevoerd.<br />

Importeert documenteigenschappen zoals auteur, titel en onderwerp in de<br />

PDF.<br />

Er verschijnt een dialoogvenster waarin u de bestandsnaam van de PDF kunt<br />

wijzigen voordat het bestand wordt opgeslagen.<br />

Converteert alle actieve koppelingen in Word-bestanden, of<br />

webkoppelingen in PowerPoint- en Excel-bestanden, naar actieve hyperlinks<br />

in het PDF-bestand.<br />

Hiermee kunt u opgeven of u een hele Excel-werkmap, een groep<br />

werkbladen, of slechts een selectie naar PDF wilt converteren.<br />

Maakt automatisch bladwijzers aan voor de koppen in Word, voor ieder<br />

werkblad in een Excel-spreadsheet of voor iedere dia in een PowerPointpresentatie.<br />

Dia's inlijsten Plaatst iedere dia in een kader.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Indeling dia's Hiermee kunt u uw PDF indelen met meerdere dia's per pagina's en kunt u<br />

50 ©<strong>Nitro</strong>


Algemene<br />

instellingen<br />

Geavanceerd<br />

Optimalisatie<br />

Beeld<br />

Beveiliging<br />

Beveiliging<br />

toepassen<br />

Compatibiliteit<br />

PDF/Acompatibel<br />

maken<br />

uw PowerPoint-notities onder iedere dia in de PDF weergeven.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

De optimalisatie-instellingen bieden een aantal vooraf ingestelde opties, die u kunt<br />

selecteren op basis van het beoogde gebruik van het bestand (bijvoorbeeld voor<br />

webweergave of om op kantoor af te drukken). U kunt deze instellingen naar wens<br />

aanpassen, waarbij u de compressie van afbeeldingen kunt instellen en opties voor<br />

het insluiten van lettertypen kunt selecteren. Het comprimeren van afbeeldingen en<br />

het insluiten van lettertypen heeft een merkbare invloed op de bestandsgrootte;<br />

probeer de verschillende instellingen uit om de juiste balans tussen visuele kwaliteit<br />

en bestandsgrootte te bepalen.<br />

Met de opties in Beeld kunt u opgeven hoe het gemaakte PDF-bestand in de PDFviewer<br />

wordt geopend. U kunt een selectie maken uit de opties voor<br />

documentweergave, pagina-indeling en in- en uitzoomen, en u kunt opgeven op<br />

welke pagina het bestand moet worden geopend. U kunt desgewenst ook opgeven<br />

dat het bestand op volledige schermgrootte moet worden geopend (indien<br />

ondersteund door de PDF-viewer) of dat het venster op het scherm moet worden<br />

gecentreerd.<br />

Gebruik wachtwoorden om de toegang tot en het gebruik van PDF-bestanden te<br />

controleren. Verdere informatie over de beschikbare instellingen kunt u vinden in het<br />

gedeelte PDF-beveiliging in deze gebruikershandleiding.<br />

Hiermee kunt u PDF/A-compatibele bestanden maken van uw Office-documenten.<br />

Raadpleeg PDF/A-bestanden maken voor verdere informatie.<br />

51 ©<strong>Nitro</strong>


Microsoft Word-bestanden naar PDF converteren<br />

Microsoft Word 2007/2010<br />

In Microsoft Word 2007/2010 wordt <strong>Nitro</strong> PDF weergegeven als een tabblad in het Word-lint. Zo kunt u<br />

snel PDF-bestanden maken en uw conversie-instellingen met slechts enkele muisklikken wijzigen.<br />

Een PDF maken<br />

1. Selecteer de gewenste PDF-instellingen in het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF.<br />

2. Klik op de knop PDF maken of PDF maken en e-mailen.<br />

Een beveiligde PDF maken<br />

1. Ga naar het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF en schakel het selectievakje Beveiliging toepassen in het<br />

groepsmenu Maken in.<br />

2. Klik op PDF maken of op PDF maken en e-mailen.<br />

3. Kies de gewenste beveiligingsopties in het venster Beveiligde PDF maken en klik vervolgens op<br />

Maken.<br />

Een PDF/A-1b compatibele PDF maken<br />

1. Ga naar het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF en schakel het selectievakje PDF/A-1b-compatibiliteit in het<br />

groepsmenu Maken in.<br />

2. Klik op PDF maken of op PDF maken en e-mailen.<br />

OPMERKING: als gevolg van de PDF/A-compatibiliteitseisen kunt u geen beveiligde PDF/Abestanden<br />

maken.<br />

De instellingen voor PDF-conversie wijzigen<br />

1. Klik op Geavanceerde instellingen.<br />

2. Selecteer de gewenste opties in de tabbladen Instellingen, Optimalisatie en Beeld.<br />

3. Klik op OK.<br />

Microsoft Word 2003<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

De <strong>Nitro</strong> PDF-invoegtoepassing voor Microsoft Word 2003 biedt dezelfde functies als die voor Word<br />

2007/2010. Het enige verschil is dat <strong>Nitro</strong> PDF wordt weergegeven als een groep werkbalk- en<br />

menuopties, omdat Word 2003 geen lint heeft.<br />

52 ©<strong>Nitro</strong>


Microsoft Excel-bestanden naar PDF converteren<br />

Microsoft Excel 2007/2010<br />

In Microsoft Excel 2007/2010 wordt <strong>Nitro</strong> PDF weergegeven als een tabblad in het Excel-lint. Zo kunt u<br />

snel PDF-bestanden maken en uw conversie-instellingen met slechts enkele muisklikken wijzigen.<br />

Een PDF maken<br />

1. Selecteer de gewenste PDF-instellingen in het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF.<br />

2. Klik op de knop PDF maken of PDF maken en e-mailen.<br />

Een beveiligde PDF maken<br />

1. Ga naar het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF en schakel het selectievakje Beveiliging toepassen in het<br />

groepsmenu Maken in.<br />

2. Klik op PDF maken of op PDF maken en e-mailen.<br />

3. Kies de gewenste beveiligingsopties in het venster Beveiligde PDF maken en klik vervolgens op<br />

Maken.<br />

Een PDF/A-1b compatibele PDF maken<br />

1. Ga naar het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF en schakel het selectievakje PDF/A-1b-compatibiliteit in het<br />

groepsmenu Maken in.<br />

2. Klik op PDF maken of op PDF maken en e-mailen.<br />

OPMERKING: als gevolg van de PDF/A-compatibiliteitseisen kunt u geen beveiligde PDF/Abestanden<br />

maken.<br />

De instellingen voor PDF-conversie wijzigen<br />

1. Klik op Geavanceerde instellingen.<br />

2. Selecteer de gewenste opties in de tabbladen Instellingen, Optimalisatie en Beeld.<br />

3. Klik op OK.<br />

Microsoft Excel 2003<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

De <strong>Nitro</strong> PDF-invoegtoepassing voor Microsoft Excel 2003 biedt dezelfde functies als die voor Excel<br />

2007/2010. Het enige verschil is dat <strong>Nitro</strong> PDF wordt weergegeven als een groep werkbalk- en<br />

menuopties, omdat Excel 2003 geen lint heeft.<br />

53 ©<strong>Nitro</strong>


Microsoft PowerPoint-bestanden naar PDF converteren<br />

Microsoft PowerPoint 2007/2010<br />

In Microsoft PowerPoint 2007/2010 wordt <strong>Nitro</strong> PDF weergegeven als een tabblad in het PowerPoint-lint.<br />

Zo kunt u snel PDF-bestanden maken en uw conversie-instellingen met slechts enkele muisklikken<br />

wijzigen.<br />

Een PDF maken<br />

1. Selecteer de gewenste PDF-instellingen in het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF.<br />

2. Klik op de knop PDF maken of PDF maken en e-mailen.<br />

Een beveiligde PDF maken<br />

1. Ga naar het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF en schakel het selectievakje Beveiliging toepassen in het<br />

groepsmenu Maken in.<br />

2. Klik op PDF maken of op PDF maken en e-mailen.<br />

3. Kies de gewenste beveiligingsopties in het venster Beveiligde PDF maken en klik vervolgens op<br />

Maken.<br />

Een PDF/A-1b compatibele PDF maken<br />

1. Ga naar het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF en schakel het selectievakje PDF/A-1b-compatibiliteit in het<br />

groepsmenu Maken in.<br />

2. Klik op PDF maken of op PDF maken en e-mailen.<br />

OPMERKING: als gevolg van de PDF/A-compatibiliteitseisen kunt u geen beveiligde PDF/Abestanden<br />

maken.<br />

De instellingen voor PDF-conversie wijzigen<br />

1. Klik op Geavanceerde instellingen.<br />

2. Selecteer de gewenste opties in de tabbladen Instellingen, Optimalisatie en Beeld.<br />

3. Klik op OK.<br />

Microsoft PowerPoint 2003<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

De <strong>Nitro</strong> PDF-invoegtoepassing voor Microsoft PowerPoint 2003 biedt dezelfde functies als die voor<br />

PowerPoint 2007/2010. Het enige verschil is dat <strong>Nitro</strong> PDF wordt weergegeven als een groep werkbalk- en<br />

menuopties, omdat PowerPoint 2003 geen lint heeft.<br />

54 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Scannen en OCR<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u papieren documenten rechtstreeks in PDF-indeling scannen, waarbij u tevens de<br />

optie voor OCR* (optische tekenherkenning) kunt gebruiken om documenten te kunnen doorzoeken en<br />

markeren.<br />

* Hiervoor moet de versie <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 met OCR zijn geïnstalleerd. Meer informatie vindt u hier.<br />

55 ©<strong>Nitro</strong>


PDF maken van scan<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u papieren documenten op eenvoudige wijze omzetten in digitaal formaat, dat<br />

gemakkelijker kan worden opgeslagen en teruggevonden. Afhankelijk van het type scanner dat u<br />

gebruikt, kunt u afzonderlijke pagina's of volledige documenten in één keer omzetten. U kunt zo nodig<br />

ook verschillende papieren documenten samenvoegen tot één PDF-document.<br />

Van papier naar PDF scannen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Home in het groepsmenu Creëren op de knop PDF en vervolgens op Van<br />

scanner.<br />

2. Selecteer uw scanner, de te scannen vellen en de beeldcompressie in het dialoogvenster PDF<br />

maken van scan en geef de bestemming op.<br />

3. Klik op Scannen om uw standaardscansoftware te openen.<br />

4. Selecteer de gewenste scanmodus: kleur, grijswaarde of zwart/wit.<br />

5. Selecteer de menuopdracht om terug te keren naar <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7<br />

6. Selecteer de optie Voltooien om de scantaak te beëindigen, of selecteer Voorkant scannen: pag.<br />

twee om door te gaan met scannen.<br />

56 ©<strong>Nitro</strong>


Instellingen voor beeldcompressie<br />

Wanneer u met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 naar PDF scant, bepalen de uitvoerinstellingen die in uw<br />

standaardscansoftware zijn geselecteerd, welk type compressie (kleur, grijswaarde of zwart/wit) wordt<br />

toegepast. Als u een kleurenscan wilt maken, hoeft u de zwart/wit-instellingen dus niet te wijzigen,<br />

omdat uw afbeelding hierdoor niet wordt beïnvloed.<br />

Opties voor beeldcompressie<br />

Kleur/grijswaarde<br />

l JPEG. De Joint Photographic Experts Group-norm ondersteunt compressieratio's van 10:1 met<br />

minimaal kwaliteitsverlies.<br />

l JPEG2000. Levert hogere compressieratio's dan JPEG en gebruikt compressie met en zonder<br />

verlies in dezelfde bestandsstream.<br />

l ZIP. Maakt gebruik van het ZIP-compressiealgoritme om de grootte van de afbeelding te<br />

Zwart/wit<br />

verkleinen zonder de kwaliteit aan te tasten.<br />

l CCITT Groep 4. Een norm voor faxverzending die gebruikmaakt van geavanceerde<br />

compressiemethoden voor reproductie zonder verlies.<br />

l CCITT Groep 3. De Groep 3-norm voorziet in een lager compressieniveau en is minder geavanceerd<br />

dan de CCITT Groep 4-methode.<br />

l Run-length. Vooral geschikt voor bestanden waarin lange reeksen identieke bits, waarden of<br />

tekens voorkomen. Deze methode wordt voornamelijk gebruikt voor binaire bestanden.<br />

l ZIP. Maakt gebruik van het ZIP-compressiealgoritme om de grootte van de afbeelding te<br />

Kwaliteit<br />

verkleinen zonder de kwaliteit aan te tasten.<br />

l 150DPI. Deze optie levert kleinere bestanden en is dus mogelijk geschikt voor gebruik op internet.<br />

De resulterende beeldkwaliteit is echter relatief laag.<br />

l 200DPI. Geschikt voor hogere beeldkwaliteit op computerschermen.<br />

l 300DPI. Deze optie wordt meestal voor afdrukken van kantoorkwaliteit gebruikt en resulteert in<br />

iets grotere bestanden.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l 600DPI. Deze optie levert hoge beeldkwaliteit maar resulteert in grote bestanden.<br />

57 ©<strong>Nitro</strong>


OCR<br />

OCR is de afkorting van Optical Character Recognition, ofwel Optische tekenherkenning, een<br />

softwareproces waarmee gedrukte tekst wordt omgezet in tekst die leesbaar is voor de computer. OCR<br />

wordt voornamelijk gebruikt bij het scannen van papieren documenten om elektronische exemplaren te<br />

creëren, maar kan ook worden toegepast op bestaande elektronische documenten (bijvoorbeeld PDF).<br />

De OCR-versie van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 bevat de OCR-plug-in als onderdeel van het installatieprogramma. Koop<br />

desgewenst een upgrade als de knop OCR van de <strong>Nitro</strong>-website niet wordt weergegeven in uw huidige<br />

versie van <strong>Nitro</strong> PDF <strong>Pro</strong>fessional.<br />

Meer informatie over het aanschaffen van <strong>Nitro</strong> PDF <strong>Pro</strong>fessional met OCR<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

58 ©<strong>Nitro</strong>


OCR-voorkeuren<br />

De OCR-invoegtoepassing van I.R.I.S. kan volledig met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 worden geïntegreerd, zodat<br />

tekstherkenning niet alleen op gescande pagina's maar ook op afbeeldingen in geopende PDFdocumenten<br />

kan worden toegepast. Het OCR-hulpprogramma is volledig instelbaar en bevat functies<br />

waarmee alle opties kunnen worden geconfigureerd, van het corrigeren van schuine beelden tot de<br />

instellingen voor beeldcompressie. U kunt tekstherkenning voor scanners ook inschakelen in het<br />

dialoogvenster PDF maken van scan, zodat gescande pagina's automatisch in PDF worden omgezet, met<br />

tekst die doorzoekbaar en bewerkbaar is.<br />

OCR-voorkeuren configureren<br />

1. Klik op de menuknop Bestand in de linkerbovenhoek van het applicatievenster.<br />

2. Klik op de knop Voorkeuren onder aan het hoofdmenu.<br />

3. Klik in het dialoogvenster Voorkeuren op OCR in de kolom met categorieën.<br />

Algemene OCR-voorkeuren<br />

De algemene voorkeuren die voor de OCR-functies kunnen worden ingesteld, zijn in 3 groepen verdeeld,<br />

met de volgende opties:<br />

l Hellende beelden corrigeren. Hiermee wordt alle tekst die op het gescande document schuin of<br />

scheef staat, rechtgezet.<br />

l Vaste drempelwaarde. Om tekst van een achtergrond te kunnen onderscheiden, wordt het<br />

histogram van een beeld geanalyseerd. Met een vaste drempelwaarde wordt dezelfde eindwaarde<br />

op het gehele beeld toegepast, in plaats dat de tekst dynamisch wordt gezocht. De percentages<br />

geven het punt aan waarop het contrast tussen zwart en wit ideaal is om tekst te herkennen,<br />

waarbij 0% volledig zwart is en 100% volledig wit. Deze instelling wordt aanbevolen voor beelden<br />

met variërende achtergronden, of met achtergronden waarvan de tint of kleurschakering<br />

verandert. Voor meer gangbare OCR-bewerkingen kunt u de vaste drempelwaarde het beste<br />

uitschakelen.<br />

l Tekstrichting detecteren. Hiermee worden pagina's automatisch gedraaid als deze met een hoek<br />

van 90, 180 of 270 graden zijn gescand.<br />

l Kleurenbeeld afvlakken. Gebruik deze optie om de kleuren van het beeld af te vlakken, de JPEGcompressieartefacten<br />

te verwijderen en de herkenning te bevorderen.<br />

l Taal. Selecteer de taal waarin de gescande tekst die u wilt detecteren, is geschreven.<br />

l Kwaliteit:<br />

l Laag (snel). Dit is de ideale optie als de tekst op het gescande document helder en duidelijk<br />

te herkennen is. Met deze instelling worden scans snel uitgevoerd.<br />

l Middelmatig (medium). Met deze optie wordt de herkenning nauwkeuriger uitgevoerd dan<br />

met Laag, waardoor het scannen iets langer duurt.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Hoog (langzaam). Deze instelling is geschikt voor het scannen van tekst die moeilijk te<br />

herkennen is. Met deze instelling worden complexere methoden voor tekstherkenning<br />

toegepast en duurt het scannen aanzienlijk langer.<br />

l Type:<br />

l Doorzoekbare tekst. Hiermee wordt een verborgen laag met tekst toegevoegd, om<br />

zoekbewerkingen en tekstmarkeringen mogelijk te maken. De tekst zelf kan echter op geen<br />

enkele wijze worden bewerkt.<br />

59 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Bewerkbare tekst. Hiermee wordt het gehele document opnieuw opgebouwd en ontstaat<br />

er een PDF-bestand met tekst die doorzoekbaar en bewerkbaar is. Met deze methode blijft<br />

het originele gescande beeld niet behouden, waardoor de resultaten kunnen variëren.<br />

Gebruik deze instelling daarom uitsluitend als het PDF-bestand nog moet worden bewerkt.<br />

l Beelden verkleinen. Nadat de scan is voltooid, kunt u de resolutie van uw gescande beelden<br />

verminderen om de grootte van het resulterende PDF-document te beperken.<br />

l Beeldcompressiefactor. Hoe hoger de compressiefactor van een beeld, des te kleiner het<br />

resulterende PDF-bestand is. Als uw PDF-bestand moet worden afgedrukt, wordt echter een lage<br />

compressiefactor aanbevolen, zodat de kwaliteit optimaal blijft.<br />

l Lettertypen insluiten. Hiermee worden de lettertypen die nodig zijn voor herkenning van de<br />

uitvoertekst, indien deze op het systeem aanwezig zijn, na het scanproces in de uitgevoerde PDF<br />

opgeslagen.<br />

60 ©<strong>Nitro</strong>


OCR op een afgedrukt document toepassen met 'PDF<br />

OCR op een papieren document toepassen tijdens scannen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

maken van scan'<br />

1. Klik in het tabblad Home in het groepsmenu Creëren op de knop PDF en vervolgens op Van<br />

scanner.<br />

2. Selecteer uw scanner, de te scannen vellen en de beeldcompressie in het dialoogvenster PDF<br />

maken van scan en geef de bestemming op.<br />

3. Schakel het selectievakje Doc. doorzoekbaar maken in om de OCR-invoegtoepassing in te<br />

schakelen en klik op de knop Geavanceerd om uw voorkeuren in te stellen.<br />

4. Klik op Scannen om uw standaardscansoftware te starten.<br />

5. Selecteer de gewenste scanmodus (kleur, grijswaarde of zwart/wit) en stel het contrast naar wens<br />

in.<br />

6. Selecteer Scannen om de scan te starten (in sommige scanprogramma's moet u het dialoogvenster<br />

sluiten wanneer de scan is voltooid).<br />

7. Selecteer de optie Voltooien om uw scanopdracht te beëindigen, of selecteer Voorkant scannen:<br />

pag. twee om verdere pagina's te scannen.<br />

8. Als u meerdere pagina's hebt gescand, klikt u op Voltooien om het gescande document in <strong>Nitro</strong><br />

<strong>Pro</strong> 7 te openen.<br />

61 ©<strong>Nitro</strong>


OCR op een document toepassen<br />

OCR toepassen op bestaande PDF's<br />

1. Open in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 het PDF-document waarop u OCR wilt toepassen.<br />

2. Klik in het tabblad Bewerken op de knop OCR in het groepsmenu Tekst/afbeeldingen.<br />

3. Geef in het dialoogvenster Tekst herkennen met OCR de taal van de tekst en de paginaopties op.<br />

4. Kies in het vak Uitvoer of de uitgevoerde tekst bewerkbaar of alleen doorzoekbaar moet zijn.<br />

5. Als u verdere opties wilt configureren, klikt u op de knop Geavanceerd voor meer instellingen.<br />

6. Klik op OK om uw instellingen te bevestigen en door te gaan met de tekstherkenning.<br />

7. Als u Bewerkbare tekst hebt geselecteerd als het type uitvoer, wordt u gevraagd een naam op te<br />

geven voor uw PDF-document en het nieuwe document op te slaan.<br />

8. Als u Doorzoekbare tekst als het type uitvoer hebt geselecteerd, blijft uw (nu doorzoekbare)<br />

document geopend.<br />

OCR toepassen op geselecteerde pagina's in een document<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik op de tab Pagina's (een van de navigatietabs aan de linkerkant van het <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7-venster).<br />

2. Klik met de rechtermuisknop op de gewenste pagina's in het deelvenster Pagina's en selecteer<br />

OCR pagina's (houd Ctrl ingedrukt als u een aantal pagina's wilt selecteren).<br />

3. Geef in het dialoogvenster Tekst herkennen met OCR de taal van de tekst en de paginaopties op.<br />

4. Kies in het vak Uitvoer of de uitgevoerde tekst bewerkbaar of alleen doorzoekbaar moet zijn.<br />

5. Als u verdere opties wilt configureren, klikt u op de knop Geavanceerd voor meer instellingen.<br />

6. Klik op OK om uw instellingen te bevestigen en door te gaan met de tekstherkenning.<br />

7. Als u Bewerkbare tekst hebt geselecteerd als het type uitvoer, wordt u gevraagd een naam op te<br />

geven voor uw PDF-document en het nieuwe document op te slaan.<br />

8. Als u Doorzoekbare tekst als het type uitvoer hebt geselecteerd, blijft uw (nu doorzoekbare)<br />

document geopend.<br />

62 ©<strong>Nitro</strong>


OCR-problemen oplossen<br />

De resultaten van OCR (optische tekenherkenning) zijn mede afhankelijk van de kwaliteit van het<br />

elektronische document. Aan de hand van de volgende tips kunt u de OCR-resultaten verbeteren:<br />

l Stel de kleurinstellingen van de scanner in op Grijsschaal, of op zwart/wit als zwarte tekst op een<br />

witte achtergrond wordt gescand.<br />

l Indien uw scanner hiervoor ondersteuning biedt, dient u de helderheid en het contrast zodanig in<br />

te stellen dat donkere zwarte tinten en heldere witte tinten worden geproduceerd.<br />

l Stel de scankwaliteit (resolutie) in op 300dpi of hoger.<br />

l Begin met een origineel van goede kwaliteit. De nauwkeurigheid van de OCR wordt verslechterd<br />

door kreukels en vouwen.<br />

l Zorg dat de glasplaat van de scanner schoon en vlekvrij is.<br />

l Plaats uw pagina's zo recht mogelijk voor het scannen. Voor scheve of schuine pagina's moet de<br />

OCR-engine meerdere verwerkingen uitvoeren.<br />

l Afhankelijk van de kwaliteit van uw scanner moet hetzelfde document soms meerdere malen<br />

worden gescand om het beste resultaat te verkrijgen.<br />

l Als uw tekst op een gekleurde achtergrond of een achtergrond met een patroon is gedrukt,<br />

probeer dan een versie te krijgen die op een witte achtergrond is gedrukt. Voor het OCR-scannen<br />

van tekst op een gekleurde achtergrond moeten veelal verschillende instellingen worden<br />

uitgeprobeerd om de juiste configuratie voor OCR te vinden.<br />

l Vlekken of ongewenste artefacten kunnen wellicht met de hand worden verwijderd met gebruik<br />

van witte correctievloeistof.<br />

l Indien uw scanner hiervoor ondersteuning biedt, dient u de optie voor ontspikkelen in te<br />

schakelen om ruis van uw beeld te verwijderen.<br />

l Indien uw scanner hiervoor ondersteuning biedt, dient u de afvlakking van tekst te verhogen, om<br />

grove of slecht gedrukte tekst te verbeteren.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

63 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Controleren en commentaar invoeren<br />

De functies voor tekstmarkering in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 maken het mogelijk om met een PDF-bestand te werken<br />

alsof het een papieren document is. Bovendien kunt u wijzigingen zo nodig ongedaan maken of opnieuw<br />

aanbrengen.<br />

Een aantekening is een 'non-destructief' element, dat in een extra laag over de pagina van uw PDF wordt<br />

toegevoegd en te allen tijde weer kan worden verwijderd. Als u aantekeningen of commentaar in een<br />

geprinte versie van het document wilt laten verschijnen, moet u dit specifiek in uw afdrukinstellingen<br />

inschakelen.<br />

U kunt commentaar toevoegen aan pagina's als notities, tekst highlightg, tekening markils, stempels en<br />

bestandsbijlagen.<br />

Bij de meeste typen van commentaar kan een pop-upnotitie worden geopend, zodat u feedback kunt<br />

geven. Als u bijvoorbeeld een deel van de tekst hebt gemarkeerd met het markeringsgereedschap, kunt u<br />

de bijbehorende pop-upnotitie openen en uitleggen waarom de tekst is gemarkeerd. Het deelvenster<br />

Commentaar kan bovendien worden gebruikt om commentaar van andere gebruikers te bekijken,<br />

beheren en organiseren.<br />

Voor meer informatie over commentaar en aantekeningen in PDF-bestanden raadpleegt u:<br />

l Notities toevoegen of bewerken<br />

l Aantekeningen maken met de tekstmarkeringsfuncties<br />

l Aantekeningenlaag en inhoudslaag<br />

l Tekst markeren<br />

64 ©<strong>Nitro</strong>


Notities toevoegenof bewerken<br />

In PDF-bestanden kunnen notities worden aangebracht en aantekeningen worden gemaakt, net zoals u<br />

dit op een papieren document doet. Notities wijzen de lezer op een bepaald deel van de pagina waar<br />

aandacht aan moet worden besteed, of geven de beoordelaar van het document specifieke instructies.<br />

Notitie toevoegen:<br />

1. Klik in het tabblad Home in de groep Gereedschappen op Notitie toevoegen.<br />

2. Klik op de pagina waar u de notitie wilt zetten. Er verschijnt een gele spraakballon.<br />

3. Met de nieuwe notitie wordt automatisch een pop-upnotitie geopend. Klik in de pop-upnotitie om<br />

uw tekst in te voeren.<br />

4. Als de tekst eenmaal is ingevoerd, klikt u op een willekeurige plaats buiten de aantekening.<br />

5. Dubbelklik op de gele spraakballon om de pop-upnotitie te tonen of te verbergen.<br />

OPMERKING: u kunt op de gele ballon klikken en deze dan naar iedere willekeurige plaats op de pagina<br />

slepen.<br />

Eigenschappen van notities wijzigen:<br />

1. Klik met uw rechtermuisknop op de notitie of het bijbehorende pictogram.<br />

2. Selecteer Eigenschappen in het menu.<br />

3. In het tabblad Algemeen kunt u de Auteur en de gegevens over het Onderwerp wijzigen.<br />

4. In het tabblad Vormgeving kunt u de visuele kenmerken van de notitie instellen.<br />

5. Klik op Sluiten om de wijzigingen op te slaan.<br />

Standaardeigenschappen van notities<br />

Ga als volgt te werk als u alle volgende notities dezelfde eigenschappen wilt geven als de geselecteerde<br />

notitie:<br />

1. Klik met uw rechtermuisknop op de notitie of het bijbehorende pictogram.<br />

2. Selecteer Huidige eigenschappen als standaard instellen.<br />

TIP: notities zijn opgeslagen in de aantekeningenlaag. Ze verschijnen daarom niet in zoekresultaten en<br />

worden niet met het document afgedrukt, tenzij u aangeeft dat u het document met markups wilt<br />

afdrukken. Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie.<br />

Notitie beantwoorden:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Als de tekst van de notitie verborgen is, dubbelklikt u op de spraakballon om de pop-upnotitie<br />

weer te geven.<br />

2. Klik in de pop-upnotitie op het menu Opties en selecteer Antwoorden.<br />

3. In de oorspronkelijke notitie verschijnt een pop-upnotitie in een andere kleur. Voer uw antwoord<br />

in deze nieuwe pop-upnotitie in.<br />

4. Als de tekst eenmaal is ingevoerd, klikt u op een willekeurige plaats buiten de aantekening.<br />

TIP: u kunt meerdere antwoorden invoeren, zodat u een thread kunt opbouwen in een aantekening.<br />

65 ©<strong>Nitro</strong>


Notitie verwijderen:<br />

1. Klik met uw rechtermuisknop op de spraakballon om het contextmenu te openen.<br />

2. Selecteer Verwijderen in het menu.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

66 ©<strong>Nitro</strong>


Aantekeningen maken met de tekstmarkeringsfuncties<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 is voorzien van markeringsfuncties waarmee de aandacht kan worden gevestigd op tekst die<br />

moet worden gecorrigeerd. Met gebruik van deze functies kan iedere tekstmarkering van feedback of<br />

commentaar worden voorzien.<br />

Bij het afdrukken van een PDF-bestand kunnen alle tekstmarkeringen zichtbaar worden gemaakt of<br />

worden verborgen.<br />

Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie.<br />

Tekst markeren:<br />

1. Klik in het tabblad Home in de groep Gereedschappenop de pijl onder Tekstmarkering en<br />

selecteer een van de volgende opties:<br />

l Tekst markeren<br />

l Tekst doorstrepen<br />

l Tekst onderstrepen<br />

2. Selecteer een of meer woorden of een tekstblok waarop u de tekstmarkering wilt toepassen.<br />

Selectie met gebruik van de lichtkrant is handig voor tekst die in verticale kolommen is uitgevuld.<br />

3. Dubbelklik op de nieuwe markering als u commentaar wilt bijvoegen.<br />

4. Druk op de knop x bovenaan de pop-upnotitie om de notitie te sluiten.<br />

Markering verwijderen:<br />

l Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Selecteer het handje of het selectiegereedschap en klik hiermee met de rechtermuisknop op<br />

de aantekening. Kies Verwijderen in het menu.<br />

o Klik met het handje of het selectiegereedschap op de markering die u wilt verwijderen. Er<br />

verschijnt een begrenzingsvak om aan te geven dat de markering is geselecteerd. Druk op<br />

de toets Delete.<br />

TIP: u kunt meerdere markeringen toepassen op een woord of tekstblok. Tekst kan bijvoorbeeld<br />

gemarkeerd en onderstreept worden.<br />

Markeringseigenschappen wijzigen:<br />

1. Klik met de rechtermuisknop op de tekstmarkering.<br />

2. Selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster Eigenschappen verschijnt en bevat de volgende<br />

tabbladen:<br />

o Algemeen: hierin kunt u de gegevens over de auteur en het onderwerp van de aantekening<br />

wijzigen.<br />

o Vormgeving: hierin kunnen de visuele kenmerken van de markering worden gewijzigd.<br />

3. Klik op Sluiten om de wijzigingen op te slaan.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

TIP: als u alle volgende markeringen dezelfde eigenschappen wilt geven als de geselecteerde markering,<br />

klikt u er met uw rechtermuisknop op en selecteert u Huidige eigenschappen als standaard instellen.<br />

67 ©<strong>Nitro</strong>


Een aantekening beantwoorden:<br />

1. Als de aantekening verborgen is, dubbelklikt u op de gemarkeerde tekst om de aantekening weer<br />

zichtbaar te maken.<br />

2. Klik op het menu Opties in het tekstveld en selecteer Antwoorden.<br />

3. Voer uw antwoord in het berichtvak in dat in de originele markering verschijnt.<br />

TIP: u kunt meerdere antwoorden invoeren, zodat u een thread kunt opbouwen in een aantekening.<br />

Markering verwijderen:<br />

l Klik met uw rechtermuisknop op de markering en selecteer Verwijderen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

68 ©<strong>Nitro</strong>


Commentaar beheren en bekijken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 biedt een enkele locatie waar alle commentaar uit het PDF-bestand wordt getoond. In het<br />

deelvenster Commentaar worden alle opmerking weergegeven die in uw document zijn ingevoerd, met<br />

daarbij de informatie met betrekking tot de opmerking in kwestie.<br />

Het deelvenster Commentaar tonen of verbergen:<br />

l Klik op het tabblad Commentaar in de zijbalk om het deelvenster Commentaar weer te geven of te<br />

verbergen.<br />

l Het deelvenster kan worden gesloten door op het tabblad Commentaar of op de knop x<br />

rechtsboven in het deelvenster Commentaar te klikken.<br />

TIP: klik op het gewenste commentaar in het deelvenster Commentaar als u rechtstreeks naar de<br />

bijbehorende locatie in het PDF-bestand wilt gaan.<br />

Gebruik de pijltoetsen Op en Neer om door de lijst in het deelvenster Commentaar te lopen.<br />

Commentaar uitvouwen of samenvouwen:<br />

Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Commentaar:<br />

l Afzonderlijke aantekeningen uitvouwen of samenvouwen: klik op de knop + of - naast de<br />

aantekening, of druk op de pijltoets Links of Rechts.<br />

l Commentaar in een groep, zoals Redactie of Tekst, uitvouwen of samenvouwen: klik op de knop +<br />

of - naast de aantekening, of druk op de pijltoets Links of Rechts.<br />

l Alle commentaar uitvouwen of samenvouwen: klik op Alles uitvouwen of Alles samenvouwen.<br />

OPMERKING: met de optie Alles uitvouwen wordt alle beschikbare informatie over iedere opmerking in<br />

het hele document weergegeven, inclusief het paginanummer, de naam van de reviewer, het type<br />

opmerking en alle eventuele feedback.<br />

Met Alles samenvouwen wordt het commentaar gegroepeerd op basis van de huidig geselecteerde<br />

optie bij Sorteren op. Bijvoorbeeld type, pagina, of auteur.<br />

Commentaar verwijderen:<br />

Selecteer het commentaar in het deelvenster Commentaar en klik op Verwijderen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Verdere informatie over de andere functies in het deelvenster Commentaar kunt u vinden in:<br />

l Het deelvensters Commentaar<br />

l Commentaar sorteren<br />

l Commentaar beantwoorden<br />

l Alle commentaar tonen of verbergen<br />

l Commentaar samenvatten<br />

l Combine comments from multiple files<br />

69 ©<strong>Nitro</strong>


Commentaar beantwoorden<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u op uiterst eenvoudige wijze reageren op commentaar van andere reviewers. Ieder<br />

antwoord is gekoppeld aan het oorspronkelijke commentaar, en alle reacties kunnen in het deelvenster<br />

Commentaar worden bekeken. De elektronische cyclus voor controle van documenten kan worden<br />

gestroomlijnd door meerdere reacties op commentaar zo te rangschikken dat ze een thread vormen. U<br />

hoeft ze ook niet langer meer stuk voor stuk te sorteren.<br />

Commentaar beantwoorden:<br />

1. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Markeer de gewenste aantekening in het deelvenster Commentaar en klik op Antwoorden.<br />

o Klik met uw rechtermuisknop op de aantekening op de pagina in het PDF-document en<br />

selecteer Antwoorden.<br />

2. Voer de gewenste tekst in op de pop-upnotitie.<br />

Raadpleeg Het deelvenster Commentaar voor verdere informatie.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

70 ©<strong>Nitro</strong>


Commentaar sorteren<br />

In het deelvenster Commentaar kunt u alle aantekeningen en feedback bijhouden die aan een PDFdocument<br />

zijn toegevoegd. In het deelvenster wordt een lijst getoond van iedere aantekening, met<br />

daarbij het type, de naam van de reviewer, een tijdstempel, alle eventuele feedback-tekst en de reacties.<br />

Commentaar sorteren:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik op het tabblad Commentaar in de zijbalk om het deelvenster Commentaar te openen.<br />

2. Klik in het deelvenster Commentaar op Sorteren op en kies de gewenste sorteermethode, zoals<br />

sorteren op Type, of sorteren op Auteur.<br />

71 ©<strong>Nitro</strong>


Alle commentaar tonen of verbergen<br />

Als u een PDF-document zonder enig commentaar wilt bekijken, kunt u alle aantekeningen tegelijk<br />

verbergen in plaats van ze stuk voor stuk te sluiten of te verwijderen. U gebruikt dezelfde functie om het<br />

commentaar weer te tonen.<br />

De zichtbaarheid van het commentaar in- of uitschakelen:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Klik in het tabblad Controleren in de groep Controleren op Commentaar verbergen.<br />

72 ©<strong>Nitro</strong>


Commentaar uit meerdere bestanden samenvoegen<br />

Wanneer u van meerdere personen feedback ontvangt in afzonderlijke exemplaren van het originele PDFbestand,<br />

is het waarschijnlijk handig om dit commentaar tot één PDF-bestand samen te voegen, zodat u<br />

het gemakkelijker kunt controleren.<br />

U moet twee stappen uitvoeren om commentaar samen te voegen:<br />

1. Exporteer commentaar uit elk feedbackbestand.<br />

2. Importeer alle commentaar om het in één PDF-bestand te plaatsen.<br />

Commentaar exporteren uit een feedbackbestand<br />

1. Zorg dat er een PDF-bestand met commentaar geopend is. Klik in het tabblad Controleren in het<br />

groepsmenu Controleren op de pijl naast Migreren en selecteer Commentaar exporteren. Het<br />

dialoogvenster Commentaar exporteren wordt weergegeven.<br />

2. Geef een unieke bestandsnaam en een locatie voor het geëxporteerde commentaar op en klik op<br />

Opslaan.<br />

3. Herhaal stap 1 en 2 voor elk bestand met commentaar.<br />

Commentaar van meerdere personen in één PDF importeren<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Zorg dat de originele PDF geopend is. Klik in het tabblad Controleren in het groepsmenu<br />

Controleren op de pijl naast Migreren en selecteer Commentaar importeren. . Het dialoogvenster<br />

Commentaar importeren wordt weergegeven.<br />

2. Selecteer een commentaarbestand en klik op Openen.<br />

3. Herhaal stap 1 en 2 voor elk bestand met commentaar.<br />

73 ©<strong>Nitro</strong>


Commentaar samenvatten<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u op eenvoudige wijze alle commentaar dat aan uw PDF-document is toegevoegd,<br />

samenvatten. Het samengevatte commentaar wordt naast de betreffende inhoud in het document<br />

weergegeven. Wanneer commentaar wordt samengevat, verschijnt elk commentaar als een toelichting<br />

naast de oorspronkelijke PDF-pagina, zodat u een duidelijk overzicht krijgt van de inhoud van elk<br />

commentaar naast de originele tekst. Elke toelichting is voorzien van een id. In een bijgevoegde<br />

samenvattingstabel worden alle id's vermeld, samen met de inhoud en eventuele verdere gegevens van<br />

het commentaar. Zo kan alle commentaar in één oogopslag worden bekeken, maar kan tegelijkertijd<br />

door de pagina's van het document worden gebladerd om elk commentaar afzonderlijk te zien. U kunt<br />

kiezen of u commentaar wilt samenvatten voor weergave op het scherm (als PDF) of op papier. In het<br />

dialoogvenster <strong>Nitro</strong> PDF <strong>Pro</strong>fessional Voorkeuren kunt u opgeven hoe het samengevatte commentaar<br />

moet worden weergegeven en afgedrukt.<br />

Commentaar samenvatten in PDF<br />

1. Klik in het tabblad Controleren in de groep Controleren op Commentaar samenvatten. Het<br />

dialoogvenster Commentaar samenvatten wordt weergegeven.<br />

2. Geef het gewenste paginabereik op.<br />

3. Klik op OK.<br />

TIP: als u instellingen voor afdrukken en samenvatten wilt configureren, klikt u in het dialoogvenster<br />

Commentaar samenvatten op Instellingen.<br />

Commentaar samenvatten om af te drukken<br />

1. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Ga in het menu Bestand naar het submenu Afdrukken en selecteer Samenvatting<br />

afdrukken met commentaar.<br />

o Klik in het tabblad Controleren in het groepsmenu Controleren op de pijl onder<br />

Commentaar samenvatten en selecteer Commentaar samenvatten en afdrukken.<br />

2. Geef een paginabereik op in het dialoogvenster Samenvatting van document met commentaar<br />

afdrukken.<br />

3. Klik op OK.<br />

TIP: als u instellingen voor afdrukken en samenvatten wilt configureren, klikt u in het dialoogvenster<br />

Samenvatting van document met commentaar afdrukken op Instellingen.<br />

Voorkeuren voor afdrukken en samenvatten wijzigen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik op Voorkeuren in het menu Bestand. Het dialoogvenster <strong>Nitro</strong> PDF <strong>Pro</strong>fessional Voorkeuren<br />

wordt weergegeven.<br />

2. Vouw de optie Commentaar invoeren uit en selecteer Afdrukken en samenvatten.<br />

3. Configureer een of meer van de volgende instellingen voor afdrukken en samenvatten:<br />

o Volgorde commentaar. Geef op hoe het commentaar in de samenvattingstabel moet<br />

worden gesorteerd. U hebt de keuze uit volgorde op pagina, auteur, tijd gemaakt, tijd<br />

gewijzigd en type commentaar.<br />

74 ©<strong>Nitro</strong>


o Lettertype. Geef het lettertype voor de commentaarsamenvatting op. Dit lettertype wordt<br />

gebruikt in de commentaartoelichtingen en de samenvattingstabel.<br />

o Koptekstgrootte. Hiermee wordt de grootte van de koptekst ingesteld. De koptekst wordt<br />

langs de bovenkant van iedere toelichting weergegeven en tevens langs de bovenkant van<br />

de samenvattingstabel.<br />

o Hoofdtekstgrootte. Hiermee wordt de grootte van de hoofdtekst ingesteld. De hoofdtekst<br />

is de tekst van elke commentaartoelichting, en de commentaartekst in elke rij van de<br />

samenvattingstabel.<br />

o Lijnstijl. Hier selecteert u de stijl van de lijn tussen de samenvattingstoelichtingen en de<br />

commentaarlocatie in het PDF-document.<br />

o Paginamarges. Hiermee wordt de grootte van de marges op de samenvattingspagina<br />

ingesteld. Met grote marges is er meer ruimte voor de toelichtingen, terwijl u met kleine<br />

marges een grotere versie van de originele PDF-pagina kunt zien.<br />

o Gegevens commentaar afdrukken (auteur, datum en tijd van de opmerking). Schakel dit<br />

selectievakje in om gegevens over de auteur en de datum en tijd waarop het commentaar is<br />

gemaakt, aan de samenvatting toe te voegen.<br />

o Pagina's zonder commentaar weglaten. Als u dit selectievakje inschakelt, worden alleen<br />

pagina's met commentaar in de samenvatting opgenomen. Bij het samenvatten van grote<br />

documenten bespaart u hierdoor tijd en geld, aangezien pagina's zonder commentaar<br />

worden weggelaten uit het uitvoerbestand of de afdruk.<br />

o Kader aan de originele pagina toevoegen. Schakel dit selectievakje in om een kader rond<br />

de originele pagina weer te geven en de samenvattingsgegevens buiten het kader te<br />

plaatsen.<br />

o Afmeting commentaar. Geef de breedte en hoogte van de commentaartoelichtingen op.<br />

4. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

75 ©<strong>Nitro</strong>


PDF's opmaken met tekengereedschappen<br />

Met de tekengereedschappen van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u vooraf gedefinieerde vormen (zoals lijnen,<br />

rechthoeken of ovalen) en vrije-vormtekeningen aan uw PDF-documenten toevoegen. Deze<br />

tekengereedschappen omvatten een corresponderende pop-upnotitie, waarin u aanvullende<br />

opmerkingen bij iedere tekening kunt invoeren. Daarnaast kunt u de vormgeving van uw tekeningen<br />

wijzigen met de opties voor kleur, transparantie, aanwijzerstijlen enzovoort, afhankelijk van het type<br />

tekening.<br />

U beschikt over de volgende tekengereedschappen:<br />

l Pijl<br />

l Rechthoek<br />

l Ovaal<br />

l Lijn<br />

l Wolk<br />

l Veelhoek<br />

l Veelhoekslijn<br />

l Potlood (voor tekenen met de hand)<br />

l Gum<br />

Een lijn, pijl, rechthoek of ovaal toevoegen<br />

1. Klik in het tabblad Controleren, in de groep Commentaar, op de pijl onder Vormen en selecteer de<br />

vorm die u wilt invoegen.<br />

2. Klik op de plaats op de PDF-pagina waar u de vorm wilt plaatsen.<br />

Een vrije-vormtekening toevoegen<br />

1. Klik in het tabblad Controleren, in de groep Commentaar, op de pijl onder Tekening en selecteer<br />

Potlood.<br />

2. Sleep met de aanwijzer op de pagina om een tekening te maken.<br />

TIP: in het menu Tekening kunt u het gereedschap Gum selecteren en hiermee delen van een<br />

potloodtekening wissen.<br />

Feedback aan een tekening toevoegen<br />

1. Dubbelklik op de tekening. Er wordt een pop-upnotitie weergegeven.<br />

2. Voer uw tekst in.<br />

De vormgeving of eigenschappen van een tekening wijzigen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Selecteer het gereedschap Handje of Selecteren of een Commentaar-gereedschap, en klik met de<br />

rechtermuisknop op de tekening.<br />

2. Selecteer Eigenschappen in het menu.<br />

3. Bewerk de eigenschappen op het tabblad Algemeen of Vormgeving naar wens.<br />

4. Klik op Sluiten.<br />

76 ©<strong>Nitro</strong>


De standaardvormgeving van tekeningen instellen<br />

1. Selecteer het gereedschap Handje of Selecteren of een Commentaar-gereedschap, en klik met de<br />

rechtermuisknop op een tekening met de gewenste vormgeving.<br />

2. Selecteer Huidige eigenschappen als standaard instellen in het menu.<br />

Een rechte lijn omzetten in een pijl<br />

1. Selecteer het gereedschap Handje of Selecteren of een Commentaar-gereedschap, en klik met de<br />

rechtermuisknop op een rechte lijn.<br />

2. Selecteer Eigenschappen in het menu.<br />

3. Selecteer op het tabblad Vormgeving in de vervolgkeuzelijst Begin en Eind een stijl voor de<br />

uiteinden van de pijl.<br />

4. Klik op Sluiten.<br />

Een tekening verwijderen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Selecteer het gereedschap Handje of Selecteren of een Commentaar-gereedschap, en voer een van de<br />

volgende handelingen uit:<br />

l Klik met de rechtermuisknop op de tekening en selecteer Verwijderen in het menu.<br />

l Klik op de tekening en druk op de toets Delete.<br />

77 ©<strong>Nitro</strong>


Tekstvakken en toelichtingen<br />

Met behulp van tekstvakken kunt u zorgen dat belangrijke tekst duidelijk en op de juiste plaats op de<br />

pagina wordt weergegeven. Tekstvakken zijn altijd zichtbaar en kunnen in tegenstelling tot plaknotities<br />

niet worden geopend of gesloten.<br />

Toelichtingen zijn tekstvakken met een pijl, die u naar een specifieke locatie op dezelfde pagina van het<br />

PDF-document kunt laten wijzen. Dit kan handig zijn als u commentaar aan een bepaalde tekstpassage of<br />

afbeelding wilt koppelen.<br />

OPMERKING: tenzij anders aangegeven zijn de instructies voor tekstvakken ook van toepassing op<br />

toelichtingen.<br />

Een tekstvak met commentaar toevoegen<br />

1. Klik in het tabblad Controleren, in de groep Commentaar, op de pijl onder Tekst en selecteer<br />

Tekstvak of Toelichting.<br />

2. Klik op de PDF-pagina waar u het tekstvak wilt plaatsen en typ de gewenste tekst.<br />

Tekst in een bestaand tekstvak bewerken<br />

1. Selecteer het gereedschap Handje of Selecteren of een Commentaar-gereedschap, en dubbelklik in<br />

een tekstvak waarin u tekst wilt bewerken.<br />

2. Bewerk de tekst.<br />

TIP: wanneer u tekst in een tekstvak bewerkt, kunt u het tabblad Indeling gebruiken om instellingen<br />

voor het lettertype, de uitlijning of afstand van tekst te wijzigen.<br />

De vormgeving van een tekstvak met commentaar wijzigen<br />

1. Selecteer het gereedschap Handje of Selecteren of een Commentaar-gereedschap, en klik met de<br />

rechtermuisknop op het tekstvak.<br />

2. Selecteer Eigenschappen in het menu.<br />

3. Wijzig de instellingen op het tabblad Algemeen, Vormgeving en/of Lettertype naar wens.<br />

4. Klik op Sluiten.<br />

De plaats of het formaat van een tekstvak wijzigen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Als u een tekstvak wilt verplaatsen, sleept u het naar de gewenste positie. U kunt de pijl van een<br />

toelichting apart verplaatsen door de rode grepen van de pijl te verslepen.<br />

l U kunt het formaat van een tekstvak wijzigen door de rode grepen op de randen te verslepen.<br />

TIP: Als de cursor in het tekstvak knippert, betekent dit dat de tekstbewerkingsmodus actief is. U kunt<br />

de eigenschappen van het tekstvak bewerken door buiten het tekstvak te klikken om de<br />

tekstbewerkingsmodus uit te schakelen, met de rechtermuisknop op het tekstvak te klikken en<br />

Eigenschappen in het menu te selecteren.<br />

78 ©<strong>Nitro</strong>


De standaardvormgeving van tekstvakken instellen<br />

1. Selecteer het gereedschap Handje of Selecteren of een Commentaar-gereedschap, en klik met de<br />

rechtermuisknop op een tekstvak met de gewenste vormgeving.<br />

2. Selecteer Huidige eigenschappen als standaard instellen in het menu.<br />

OPMERKING: standaardeigenschappen voor tekstvakken zijn onafhankelijk van standaardinstellingen<br />

voor toelichtingen.<br />

Een tekstvak verwijderen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Selecteer het gereedschap Handje of Selecteren of een Commentaar-gereedschap, en voer een van de<br />

volgende handelingen uit:<br />

l Klik met de rechtermuisknop op het tekstvak en selecteer Verwijderen in het menu.<br />

l Klik op het tekstvak en druk op de toets Delete.<br />

79 ©<strong>Nitro</strong>


Bestanden als aantekeningen bijvoegen<br />

Met de functie voor het bijvoegen van aantekeningbijlagen kunt u elektronische bestanden aan uw PDFbestanden<br />

koppelen, net zoals u een papieren document met een paperclip aan een ander document<br />

kunt bevestigen. Dergelijke bijlagen worden als paperclippictogram op de PDF-pagina weergegeven en<br />

kunnen worden geopend door op het pictogram te dubbelklikken. U kunt aantekeningbijlagen bekijken<br />

in de deelvensters Commentaar en Bijlagen.<br />

Het deelvenster Bijlagen is de centrale plaats voor het bekijken, invoegen, verwijderen en exporteren van<br />

alle bijlagen in een document, zelfs bijlagen die niet als aantekeningen zijn bijgevoegd.<br />

Een bestand als aantekening bijvoegen<br />

1. Klik in het tabblad Controleren in de groep Commentaar op Bestanden bijvoegen. De<br />

muisaanwijzer verandert in een paperclip.<br />

2. Klik op de paginapositie waar u een bestand wilt bijvoegen. Het dialoogvenster Openen wordt<br />

weergegeven.<br />

3. Zoek en selecteer het bestand dat u wilt bijvoegen en klik op Openen. Het bestand wordt als<br />

bijlage aan uw PDF-document toegevoegd en wordt in het bestand ingesloten wanneer u het<br />

opslaat.<br />

TIP: u kunt het paperclippictogram naar de gewenste plaats op dezelfde pagina slepen en het met de<br />

sneltoetsen voor knippen en plakken op andere pagina's plaatsen.<br />

De weergave of eigenschappen van een bestandsbijlage wijzigen<br />

1. Klik met de rechtermuisknop op het bijlagepictogram en selecteer Eigenschappen. Het<br />

dialoogvenster Bestandsbijlage Eigenschappen wordt weergegeven.<br />

2. Werk de eigenschappen op de tabbladen Algemeen en Vormgeving naar wens bij.<br />

3. Klik op Sluiten.<br />

Een bestandsbijlage openen<br />

Dubbelklik op het bijlagepictogram (de paperclip).<br />

Een bestandsbijlage opslaan<br />

1. Klik met de rechtermuisknop op het bijlagepictogram en selecteer Ingesloten bestand op schijf<br />

opslaan. Het dialoogvenster Opslaan als wordt weergegeven.<br />

2. Selecteer Ingesloten bestand op schijf opslaan in het menu.<br />

3. Ga naar de locatie waar u de bestandsbijlage wilt opslaan en klik op Opslaan.<br />

Raadpleeg Het deelvenster Bijlagen en Bestanden bijvoegen voor verdere informatie.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

80 ©<strong>Nitro</strong>


PDF exporteren<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u tekst en afbeeldingen uit uw PDF-bestanden ophalen, of een 'snapshot' maken<br />

van het documentvenster, en deze inhoud vervolgens in andere programma's gebruiken. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7<br />

bevat bovendien functies voor het exporteren van PDF-bestanden, zodat de inhoud kan worden gebruikt<br />

in applicaties zoals Microsoft Word, WordPerfect, Open Office enzovoort. U kunt bestanden opslaan als<br />

DOC, RTF, TXT en afbeeldingen als BMP, JPG, PNG of PNG. De volgende functies zijn beschikbaar:<br />

l Knop Selecteren: hiermee kopieert u tekst en afbeeldingen op pagina's, zodat u deze in andere<br />

applicaties kunt gebruiken.<br />

l Naar Word: hiermee converteert u bestanden naar DOC-indeling voor gebruik in Microsoft Word.<br />

l Naar Excel: hiermee converteert u bestanden naar XML-indeling voor gebruik in Microsoft Excel.<br />

l Naar afbeelding: hiermee converteert u volledige documenten of afzonderlijke pagina's naar<br />

afbeeldingsbestanden.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Naar Rich Text: hiermee converteert u bestanden naar RTF-indeling voor gebruik in WordPerfect,<br />

Open Office, Google Docs en andere tekstverwerkingsprogramma's.<br />

l Alle tekst en afbeeldingen ophalen: hiermee wordt iedere afbeelding als een apart bestand<br />

geëxporteerd en wordt alle tekst naar een tekstbestand zonder opmaak geëxporteerd.<br />

TIP: Als u de standaardinstellingen voor exporteren en kopiëren wilt instellen, selecteert u Voorkeuren<br />

in het menu Bestand en kijkt u in de vakken Algemeen en Conversie. Verdere informatie hierover kunt u<br />

vinden in Voorkeuren.<br />

81 ©<strong>Nitro</strong>


PDF naar Microsoft Word converteren<br />

Met de exportfunctie van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u PDF-bestanden naar Microsoft Word-documenten (DOCbestanden)<br />

converteren. De inhoud wordt zo in een handomdraai bruikbaar in Microsoft Word. U kunt<br />

een reeks pagina's, hele bestanden of een verzameling bestanden in één keer exporteren.<br />

PDF naar Microsoft Word converteren<br />

1. Klik in het tabblad Home in het groepsmenu Converteren op Naar Word.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit in het venster PDF naar Word converteren:<br />

l Klik onder Bestanden voor conversie op Bestanden toevoegen en zoek en selecteer andere<br />

PDF-bestanden voor conversie.<br />

l Markeer een PDF-bestand in de lijst en gebruik vervolgens de opties Op of Neer om de<br />

documenten naar wens te rangschikken, of klik op Verwijderen als u het document uit de<br />

lijst wilt verwijderen.<br />

l Schakel het selectievakje Alle geopende PDF-documenten opnemen in om de geopende<br />

PDF's snel naar Word te converteren.<br />

l Als u alleen bepaalde pagina's in een document wilt converteren, markeert u het document<br />

en klikt u op Pagina's kiezen. Geef de gewenste pagina of reeks pagina's (gescheiden door<br />

een streepje) op in het vak Pagina's. Als u bijvoorbeeld pagina 3, 4 en 5 van een document<br />

met 8 pagina's wilt converteren, typt u hier 3-5.<br />

l Selecteer onder Conversie-instellingen een indelingsmodus in de lijst Indeling, of klik op<br />

Opties om extra opties in te stellen. Raadpleeg 'Instellingen voor het exporteren van PDF<br />

naar Word en RTF' voor verdere informatie over indelingsmodi en andere beschikbare<br />

opties.<br />

l Selecteer onder Uitvoer een optie in de vervolgkeuzelijst Map om op te geven waar het<br />

geëxporteerde bestand moet worden opgeslagen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Schakel het selectievakje Geconverteerde bestanden openen in als u wilt dat de<br />

documenten na conversie automatisch in het standaardprogramma worden geopend.<br />

l Klik op Converteren om de conversie te voltooien.<br />

TIP: u kunt de selectie makkelijker maken door de navigatiepijlen onder in het venster te gebruiken om<br />

de afzonderlijke pagina's te bekijken.<br />

82 ©<strong>Nitro</strong>


PDF naar Microsoft Excel converteren<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u PDF-bestanden converteren naar een Microsoft Excel 2003 XML-werkblad (.xml) of<br />

een Excel 2007-werkmap (.xlsx).<br />

U kunt een reeks pagina's, hele bestanden of een verzameling bestanden in één keer exporteren. Om een<br />

PDF-bestand met <strong>Nitro</strong> PDF <strong>Pro</strong>fessional naar Excel te converteren, moet uw PDF tabelgegevens bevatten;<br />

zonder tabelgegevens zal de conversie mislukken.<br />

PDF naar Microsoft Excel converteren<br />

1. Klik op Naar Excel in de groep Converteren van het tabblad Home.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit in het venster PDF naar Excel converteren:<br />

l Klik op Bestanden toevoegen en zoek en selecteer andere PDF-bestanden voor conversie.<br />

l Selecteer een PDF-bestand in de lijst en gebruik de opties Op of Neer om de documenten<br />

naar wens te rangschikken, of klik op Verwijderen als u het document uit de lijst wilt<br />

verwijderen.<br />

l Schakel het selectievakje Alle geopende PDF-documenten opnemen in om alle geopende<br />

PDF's snel naar Excel-bestanden te converteren.<br />

l Als u alleen bepaalde pagina's in een document wilt converteren, markeert u het document<br />

en klikt u op Pagina's kiezen. Geef de gewenste pagina of reeks pagina's (gescheiden door<br />

een streepje) op in het vak Pagina's. Als u bijvoorbeeld pagina 3, 4 en 5 van een document<br />

met 8 pagina's wilt converteren, typt u hier 3-5.<br />

l Geef in het vak Conversie-instellingen een Bestandsindeling op: Excel 2007-werkmap (.xlsx)<br />

of Excel 2003 XML spreadsheet (.xml).<br />

l Geef in het vak Uitvoer aan waar het geëxporteerde bestand moet worden opgeslagen.<br />

l Schakel het selectievakje Geconverteerde bestanden openen in als u wilt dat de<br />

documenten na conversie automatisch in het standaardprogramma worden geopend.<br />

TIP: u kunt de selectie makkelijker maken door de navigatiepijlen onder in het venster te<br />

gebruiken om de afzonderlijke pagina's te bekijken.<br />

3. Klik op Converteren om de conversie uit te voeren.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

83 ©<strong>Nitro</strong>


PDF-bestanden naar afbeeldingen converteren<br />

Met de exportfunctie van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u volledige PDF-bestanden of afzonderlijke pagina's ervan naar<br />

een afbeeldingsbestand converteren. Hierbij kunt u de gewenste bestandsindeling selecteren en de<br />

beeldkwaliteit zo nodig verlagen.<br />

PDF naar afbeelding converteren<br />

1. Klik in het tabblad Home in het groepsmenu Converteren op Naar afbeelding.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Naar afbeelding:<br />

l Klik onder Bestanden voor conversie op Bestanden toevoegen en zoek en selecteer andere<br />

PDF-bestanden voor conversie.<br />

l Markeer een PDF-bestand in de lijst en gebruik vervolgens de opties Op of Neer om de<br />

documenten naar wens te rangschikken, of klik op Verwijderen als u het document uit de<br />

lijst wilt verwijderen.<br />

l Schakel het selectievakje Alle geopende PDF-documenten opnemen in om de geopende<br />

PDF-bestanden snel naar afbeeldingen te converteren.<br />

l Als u alleen bepaalde pagina's in een document wilt converteren, markeert u het document<br />

en klikt u op Pagina's kiezen. Geef de gewenste pagina of reeks pagina's (gescheiden door<br />

een streepje) op in het vak Pagina's. Als u bijvoorbeeld pagina 3, 4 en 5 van een document<br />

met 8 pagina's wilt converteren, typt u hier 3-5.<br />

l Selecteer onder Conversie-instellingen een Beeldindeling. De beschikbare opties zijn PNG,<br />

JPEG, TIFF en TIFF op meerdere pagina's.<br />

l Selecteer onder Conversie-instellingen of u de afbeelding wilt Verkleinen tot een specifieke<br />

dpi-waarde, of selecteer Originele dpi behouden als u de resolutie niet wilt wijzigen.<br />

l Selecteer onder Uitvoer een optie in de vervolgkeuzelijst Map om op te geven waar het<br />

geëxporteerde bestand moet worden opgeslagen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Schakel het selectievakje Geconverteerde bestanden openen in als u wilt dat de<br />

documenten na conversie automatisch in het standaardprogramma worden geopend.<br />

3. Klik op Converteren om de conversie uit te voeren.<br />

84 ©<strong>Nitro</strong>


PDF naar Rich Text converteren<br />

Met de exportfunctie van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u PDF-bestanden naar RTF-bestanden (Rich Text Format)<br />

converteren. De inhoud wordt zo in een handomdraai bruikbaar in WordPerfect, Open Office, of andere<br />

tekstverwerkingsprogramma's. U kunt een reeks pagina's, hele bestanden of een verzameling bestanden<br />

in één keer exporteren.<br />

PDF naar Rich Text converteren<br />

1. Klik in het tabblad Home in het groepsmenu Converteren op Ander type en vervolgens op Naar<br />

Rich Text.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster PDF naar Rich Text converteren:<br />

l Klik onder Bestanden voor conversie op Bestanden toevoegen en zoek en selecteer<br />

andere PDF-bestanden voor conversie.<br />

l Markeer een PDF-bestand in de lijst en gebruik de opties Op of Neer om de documenten<br />

naar wens te rangschikken, of klik op Verwijderen als u het document uit de lijst wilt<br />

verwijderen.<br />

l Schakel het selectievakje Alle geopende PDF-documenten opnemen in om de geopende<br />

PDF's snel naar RTF te converteren.<br />

l Als u alleen bepaalde pagina's in een document wilt converteren, markeert u het document<br />

en klikt u op Pagina's kiezen. Geef de gewenste pagina of reeks pagina's (gescheiden door<br />

een streepje) op in het vak Pagina's. Als u bijvoorbeeld pagina 3, 4 en 5 van een document<br />

met 8 pagina's wilt converteren, typt u hier 3-5.<br />

l Selecteer onder Conversie-instellingen een indelingsmodus in de lijst Indeling, of klik op<br />

Opties om extra opties in te stellen. Raadpleeg 'Instellingen voor het exporteren van PDF<br />

naar Word en RTF' voor verdere informatie over indelingsmodi en andere beschikbare<br />

opties.<br />

l Selecteer onder Uitvoer een optie in de vervolgkeuzelijst Map om op te geven waar het<br />

geëxporteerde bestand moet worden opgeslagen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Schakel het selectievakje Geconverteerde bestanden openen in als u wilt dat de<br />

documenten na conversie automatisch in het standaardprogramma worden geopend.<br />

3. Klik op Converteren om de conversie uit te voeren.<br />

85 ©<strong>Nitro</strong>


PDF naar onbewerkte tekst converteren<br />

Met <strong>Nitro</strong> Reader 2<strong>Nitro</strong> Reader kunt u alle tekst uit een PDF-document ophalen en in een bestand<br />

opslaan in een willekeurige map of bestemming zonder het originele PDF-document te wijzigen.<br />

PDF-bestand naar onbewerkte tekst converteren:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Home in de groep Maken/converteren op Tekst ophalen. Het dialoogvenster<br />

PDF naar Onbewerkte tekst converteren wordt weergegeven.<br />

2. Als er reeds een PDF is geopend, wordt dit bestand automatisch voor de conversie gebruikt.<br />

Anders klikt u op de knop Bladeren, selecteert u een bestand en klikt u vervolgens op Openen.<br />

3. Klik in het gedeelte Uitvoer op Opties en wijzig zo nodig de volgende instellingen:<br />

o Alinea-opmaak tijden de conversie behouden: hiermee blijft de alinea-indeling behouden,<br />

zodat de tekst makkelijker opnieuw kan worden gebruikt.<br />

o Regels afbreken na: specificeer een gelijke lijnbreedte, op basis van een aantal tekens.<br />

o Kop- en voettekst: selecteer of u de kop- en voettekst van het document wel dan niet wilt<br />

behouden.<br />

4. Om de bestemming van de uitgevoerde tekst op te geven, selecteert u een van de volgende opties<br />

in het menu Bestanden opslaan in van het gedeelte Uitvoer:<br />

o Specifieke map: hiermee selecteert u een locatie voor het tekstbestand voordat het<br />

bestand is gemaakt.<br />

o Map van originele bestand: het nieuwe tekstbestand wordt opgeslagen op de locatie van<br />

de bron-PDF die u in stap 2 hebt geselecteerd.<br />

o Navragen tijdens het proces: als het tekstbestand is gemaakt, wordt u gevraagd een<br />

locatie op te geven waar het bestand moet worden opgeslagen.<br />

5. Schakel het selectievakje van Geconverteerde bestand openen in als u het nieuwe tekstbestand<br />

wilt openen zodra het is gemaakt.<br />

6. Klik op Converteren om het PDF-bestand te converteren. Het originele PDF-bestand blijft<br />

ongewijzigd.<br />

86 ©<strong>Nitro</strong>


Instellingen voor het exporteren van PDF naar Word en<br />

RTF<br />

Er zijn verschillende instellingen waarmee u kunt bepalen hoe PDF-inhoud door <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 naar<br />

documenten in DOC-indeling (Microsoft Word) en RTF-indeling (Rich Text Format) wordt geëxporteerd. U<br />

krijgt toegang tot deze instellingen door op de knop Opties te klikken in het exportvenster of in het<br />

venster Voorkeuren van <strong>Nitro</strong> PDF <strong>Pro</strong>fessional.<br />

Opmerking: Het is onmogelijk om PDF-bestanden naar Word-indeling te converteren met behoud van<br />

alle indelings- en opmaakelementen. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 probeert een Word-bestand te produceren dat er<br />

zoveel mogelijk uitziet als het originele PDF-document.<br />

Pagina-indeling<br />

In Pagina-indeling vindt u de opties waarmee u de juiste balans tussen de bewerkbaarheid van het<br />

uitvoerbestand en de visuele nauwkeurigheid in vergelijking met de originele PDF kunt instellen.<br />

l Hoge bewerkbaarheid (met indeling). Met deze optie wordt een bestand gemaakt dat redelijk<br />

bewerkbaar is maar dat er tegelijkertijd uitziet als de originele PDF. De tekstopmaak, afbeeldingen<br />

en alinea's worden allemaal nagebootst en het uitvoerbestand is in kolommen ingedeeld voor<br />

visuele overeenkomst met het origineel.<br />

l Hoge bewerkbaarheid (enkele kolom). Met deze optie wordt een bestand geproduceerd waarin<br />

probleemloos ingrijpende structurele en indelingswijzigingen kunnen worden aangebracht. De<br />

tekstopmaak, afbeeldingen en alinea's worden allemaal nagebootst, maar er worden geen<br />

kolommen gebruikt om de inhoud in te delen.<br />

l Nauwkeurig ingedeeld. Met deze optie maakt u een bestand dat er precies hetzelfde uitziet als de<br />

PDF. Hierbij worden tekstkaders gebruikt om de inhoud zo nauwkeurig mogelijk in te delen. Deze<br />

optie is ideaal wanneer de visuele kwaliteit van het bestand het belangrijkste is en als er weinig of<br />

geen wijzigingen hoeven te worden aangebracht.<br />

l Originele indeling behouden met gebruik van aangepaste tekenafstand. Als deze optie is<br />

ingeschakeld, wordt de tekenafstand zodanig ingesteld dat de tekst van het PDF-bestand zo<br />

nauwkeurig mogelijk wordt nagebootst.<br />

l Pagina's automatisch draaien op basis van tekstrichting. Hiermee worden de pagina's in het<br />

geëxporteerde document gedraaid overeenkomstig het merendeel van de originele tekst in de<br />

PDF.<br />

Afbeeldingen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Met de afbeeldingsopties kunt u bepalen hoe afbeeldingen tijdens het conversieproces worden verwerkt.<br />

l Automatisch verankeren. Op basis van het type inhoud dat in de PDF wordt aangetroffen, wordt<br />

automatisch de beste methode voor het verankeren van afbeeldingen bepaald.<br />

l Aan alinea verankeren. Afbeeldingen worden aan de dichtstbijzijnde alinea verankerd. Hierdoor<br />

wordt het makkelijker om de inhoud te bewerken, aangezien de afbeeldingen met de alinea mee<br />

worden verplaatst. Deze optie werkt goed in combinatie met de optie Hoge bewerkbaarheid (met<br />

indeling).<br />

87 ©<strong>Nitro</strong>


l Aan pagina verankeren. Afbeeldingen worden op een vaste plaats in de geëxporteerde pagina<br />

verankerd, op precies dezelfde plaats als in de PDF-pagina. Deze optie werkt goed in combinatie<br />

met de optie Nauwkeurig ingedeeld.<br />

l Alleen inline-afbeeldingen. Hiermee worden alleen afbeeldingen tussen woorden en op dezelfde<br />

letterlijn als de tekst geconverteerd. Andere afbeeldingen worden niet geconverteerd.<br />

Tabellen<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u bepalen of tabelgegevens in uw uitvoerbestanden weer naar tabellen worden<br />

geconverteerd.<br />

l Tabellen detecteren. Met deze optie wordt de inhoud die in de PDF in tabellen is ingedeeld,<br />

automatisch gedetecteerd. Vervolgens zorgt <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 dat deze inhoud in het geëxporteerde<br />

bestand waar mogelijk naar tabellen wordt geconverteerd.<br />

Kop- en voettekst<br />

Met deze opties kunt u opgeven hoe inhoud die eruitziet als kop- en voettekst, wordt verwerkt.<br />

l Kop- en voetregels detecteren en herstellen. Kop- en voettekst wordt automatisch gedetecteerd<br />

en in het geëxporteerde bestand naar kop- en voettekst geconverteerd.<br />

l Verwijderen. Inhoud die op kop- en voettekst lijkt, wordt niet in het geëxporteerde bestand<br />

opgenomen.<br />

l Kop- en voetregels niet detecteren. Kop- en voettekst wordt als normale inhoud geconverteerd<br />

en in de hoofdtekst van het geëxporteerde bestand opgenomen, aan de boven- en onderkant van<br />

de pagina.<br />

Geavanceerd tekstherstel<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

De opties voor geavanceerd tekstherstel kunnen van pas komen bij het converteren van PDF-bestanden<br />

met lettertypen die geen standaardcodering gebruiken. Dit resulteert soms in een Word- of RTFdocument<br />

met onleesbare tekst.<br />

l Alle tekst. Met deze optie past <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 een geavanceerde optische hersteltechniek toe op alle<br />

tekst in het document. Alle tekst in het uitvoerbestand zal dezelfde lettertypestijl gebruiken.<br />

l Alleen probleemtekst. Hiermee wordt alleen geavanceerd optisch tekstherstel toegepast op<br />

probleemtekst in het document en worden waar mogelijk de originele lettertypen en stijl<br />

gehandhaafd.<br />

l Geen. Hiermee wordt probleemtekst niet hersteld.<br />

l Taal van tekst voor herstel. Hier kunt u een taal opgeven die door de functie voor tekstherstel<br />

wordt gebruikt bij het interpreteren van de woorden in het PDF-bestand.<br />

Opmerking: Geavanceerd tekstherstel is alleen beschikbaar als Microsoft Office Document Imaging<br />

(MODI) is geïnstalleerd. Microsoft Office 2003 en 2007 worden inclusief MODI geleverd. MODI maakt<br />

geen deel uit van Office 2010 maar is hier toegankelijk.<br />

88 ©<strong>Nitro</strong>


Tekst en afbeeldingen selecteren en kopiëren<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u tekst en afbeeldingen in uw PDF-document selecteren en kopiëren om deze in<br />

andere applicaties te gebruiken.<br />

Een hele pagina tekst in een PDF-document kopiëren<br />

1. Klik op Selecteren in de groep Gereedschappen van het tabblad Home, Bewerken, Controleren,<br />

Formulieren of Beveiliging en voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Druk op Ctrl+A.<br />

o Kik met de rechtermuisknop en klik vervolgens op Alles selecteren.<br />

2. Als de tekst geselecteerd is, voert u een van de volgende handelingen uit:<br />

o Druk op Ctrl+C.<br />

o Kik met de rechtermuisknop en selecteer Kopiëren.<br />

3. De tekst wordt naar het klembord gekopieerd en is gereed om te worden geplakt.<br />

Tekst in een PDF-document selecteren<br />

1. Klik op Selecteren in de groep Gereedschappen van het tabblad Home, Bewerken, Controleren,<br />

Formulieren of Beveiliging. De muisaanwijzer verandert in een verticale streep.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit met het selectiegereedschap:<br />

o Klik op tekst en sleep erover om letters, woorden of alinea's te selecteren.<br />

o Klik buiten de tekst en sleep een selectiekader om de te selecteren tekst. U kunt tevens<br />

verticale kolommen tekst selecteren met het selectiekader.<br />

o Klik met de rechtermuisknop op een willekeurige plaats op de pagina en selecteer Alles<br />

selecteren om alle tekst in het document te selecteren.<br />

3. Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde tekst en selecteer Tekst kopiëren of druk op Ctrl<br />

+ C op het toetsenbord.<br />

4. U kunt de tekst nu in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 of een andere applicatie plakken.<br />

OPMERKING: Wanneer u tekst in een ondersteunde applicatie (bijvoorbeeld Microsoft Word) plakt, blijft<br />

de opmaak van de tekst behouden. Als u deze standaardeigenschap wilt wijzigen, selecteert u in het<br />

menu Bestand de optie Voorkeuren, klikt u op Algemeen en schakelt u in het gedeelte<br />

Basisgereedschappen de optie Tekst kopiëren zonder opmaak in. Klik op OK om deze instelling op te<br />

slaan.<br />

Afbeeldingen in een document selecteren en kopiëren<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik op de pijl Selecteren en kies Tekst/afbeelding selecteren in de groep Gereedschappen van het<br />

tabblad Home, Bewerken, Controleren, Formulieren of Beveiliging.<br />

2. Plaats de muis op een afbeelding; de aanwijzer verandert in een dradenkruis. Klik op de afbeelding<br />

om deze te selecteren.<br />

3. Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde afbeelding en selecteer Afbeelding kopiëren of<br />

druk op Ctrl + C op het toetsenbord.<br />

4. Er wordt een bericht weergegeven om te bevestigen dat de afbeelding naar het klembord is<br />

gekopieerd. U kunt de afbeelding nu in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 of een andere applicatie plakken.<br />

Raadpleeg Een afbeelding ophalen en Alle afbeeldingen ophalen voor verdere informatie.<br />

89 ©<strong>Nitro</strong>


Een snapshot maken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u een deel van een PDF-pagina (tekst en afbeeldingen) kopiëren en deze selectie als<br />

afbeelding in een andere applicatie (bijvoorbeeld Microsoft Word, PowerPoint, Paint, of Adobe<br />

Photoshop) plakken. Tevens kunt u een deel van een pagina kopiëren en als een nieuwe PDF opslaan.<br />

Ga als volgt te werk om een snapshot van pagina-inhoud te maken:<br />

1. Klik op de pijl Selecteren en kies Snapshot in de groep Gereedschappen van het tabblad Home,<br />

Bewerken, Controleren, Formulieren of Beveiliging. De muisaanwijzer verandert in een<br />

dradenkruis.<br />

2. Sleep een rechthoek om het gebied op de pagina dat u wilt kopiëren. Er verschijnt een bericht om<br />

te bevestigen dat het geselecteerde gebied naar het klembord is gekopieerd.<br />

3. Klik op OK.<br />

4. U kunt de afbeelding nu in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 of een andere applicatie plakken of een nieuwe PDF van uw<br />

snapshot maken met de functie PDF Van klembord.<br />

Verdere informatie hierover kunt u vinden in Een PDF maken van het klembord of van schermopnamen.<br />

90 ©<strong>Nitro</strong>


Alle afbeeldingen ophalen<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u alle afbeeldingen in uw PDF-document ophalen en in aparte beeldbestanden<br />

opslaan, die dan weer in andere programma's kunnen worden gebruikt. Met gebruik van deze procedure<br />

kunt u afbeeldingen uit een reeks pagina's, hele PDF-bestanden of een verzameling bestanden ophalen.<br />

Afbeeldingen ophalen uit PDF-bestanden<br />

1. Klik in het tabblad Home in het groepsmenu Converteren op Ander type en vervolgens op<br />

Afbeeldingen ophalen. Het dialoogvenster Afbeeldingen ophalen wordt weergegeven.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Afbeeldingen ophalen:<br />

o Klik in het gedeelte Bestanden voor op te halen afbeeldingen op Bestanden toevoegen<br />

en selecteer verdere PDF-bestanden die u wilt gebruiken.<br />

o Selecteer een PDF-bestand in de lijst en klik op Op of Neer als u de volgorde van de<br />

documenten in de lijst wilt veranderen. Klik op Verwijderen als u het geselecteerde bestand<br />

uit de lijst wilt verwijderen.<br />

o Alle geopende PDF-documenten opnemen: hiermee worden de PDF-bestanden die op dat<br />

moment in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 geopend zijn, aan de lijst toegevoegd en worden alle pagina's<br />

opgegeven.<br />

o Als u alleen de afbeeldingen op specifieke pagina's uit een document wilt ophalen,<br />

selecteert u het document en klikt u op Pagina's kiezen. Geef in het veld Pagina's de<br />

gewenste pagina's op. Losse pagina's worden gescheiden door een komma en een reeks<br />

pagina's door een koppelstreepje. Als u bijvoorbeeld afbeeldingen uit pagina's 1, 3, 4 en 5<br />

van een document met 8 pagina's wilt ophalen, voert u hier 1, 3-5 in. U kunt het<br />

selectieproces vergemakkelijken door de navigatiepijlen onder in het dialoogvenster te<br />

gebruiken om de pagina's te bekijken.<br />

o Klik op Opties als u de voorkeuren voor standaardbestandsindelingen wilt wijzigen. Geef de<br />

bestandsindeling voor kleuren- en zwart/wit-afbeeldingen op. Als u Optimaal selecteert,<br />

kiest <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 automatisch het beste type afbeeldingsbestand op basis van de PDFinformatie.<br />

o Selecteer in het gedeelte Uitvoer een Mapoptie om aan te geven waar de opgehaalde<br />

bestanden moeten worden opgeslagen.<br />

o Gemaakte map openen: hiermee wordt de doelmap automatisch geopend als de<br />

afbeeldingen zijn opgehaald.<br />

3. Klik op Ophalen om de afbeeldingen op te halen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

91 ©<strong>Nitro</strong>


Werken met formulieren<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunnen interactieve PDF-formulieren worden ingevuld en verzonden, en kunt u een kopie<br />

van het formulier met alle ingevulde informatie opslaan. Interactieve formulieren zijn ontworpen om de<br />

informatie die u in de velden typt te verzamelen. Ze kunnen tevens andere handelingen uitvoeren, zoals<br />

veldwaarden berekenen, of informatie via het internet verzenden. Formulieren kunnen ook statisch zijn.<br />

Dit zijn scans van papieren formulieren, of niet-interactieve formulieren die in Word of andere applicaties<br />

zijn opgesteld en geen interactieve formuliervelden hebben.<br />

TIP: klik met het handje in de velden van een interactief formulier om de formuliervelden in te vullen.<br />

Gebruik de functie Tekst typen om statische formulieren in te vullen.<br />

Verdere informatie hierover kunt u vinden in:<br />

l Tekst toevoegen of bewerken<br />

l Formulieren invullen en opslaan<br />

l Handtekening stempelen met QuickSign<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

92 ©<strong>Nitro</strong>


Formulieren invullen en opslaan<br />

In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u interactieve PDF-formulieren invullen die zijn voorzien van velden voor<br />

gegevensinvoer. Klik met het handje in de velden van een interactief formulier om de velden in te vullen.<br />

Statische formulieren bevatten geen interactieve formuliervelden. Deze formulieren zijn scans van een<br />

papieren formulier of zijn in Word of een andere applicatie gemaakt en zijn daarom niet interactief.<br />

Gebruik de functie Tekst typen om statische formulieren in te vullen.<br />

Digitaal formulier met interactieve velden invullen<br />

1. Open het PDF-formulier in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Selecteer een willekeurig gereedschap en klik één keer in een formulierveld om tekst te typen en<br />

om de verschillende soorten elementen in het formulier, zoals selectievakjes, keuzerondjes,<br />

vervolgkeuzelijsten, enzovoort, te selecteren.<br />

3. Klik en selecteer het volgende veld met uw muis, of gebruik de Tab-toets op uw toetsenbord om<br />

de cursor naar het volgende veld te verplaatsen.<br />

OPMERKING: voor het invullen van de velden van een interactief formulier klikt u met het handje in de<br />

formuliervelden.<br />

Gebruik de functie Tekst typen om statische formulieren in te vullen.<br />

TIP: als er formuliervelden in een PDF-document worden aangetroffen, markeert <strong>Nitro</strong> Reader 2 deze<br />

velden en wordt er in de informatiebalk boven de documenttabbladen een bericht getoond.<br />

TIP: als u uw handtekening op een formulier moet invoeren, kunt u de functie QuickSign gebruiken om<br />

een afbeelding van uw handtekening op het formulier te stempelen. Zie Handtekening stempelen met<br />

QuickSign voor verdere informatie.<br />

Formulier opslaan:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Als het formulier eenmaal is ingevuld, voert u een van de volgende handelingen uit:<br />

l Klik in het menu Bestand op Opslaan of Opslaan als --> Afgevlakte PDF.<br />

l Klik op Opslaan als in het menu Bestand als u het formulier onder een andere naam of op een<br />

andere locatie wilt opslaan. U kunt de PDF dan een andere naam geven en op een andere locatie<br />

opslaan.<br />

93 ©<strong>Nitro</strong>


Een formulier terugzetten:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

u de inhoud van alle formuliervelden wilt verwijderen en opnieuw wilt beginnen, klikt u in het tabblad<br />

Home in de groep Formulieren op de optie Velden terugzetten. Alle interactieve elementen in het<br />

formulier, zoals velden, knoppen, enz. worden teruggezet op hun standaardinstelling.<br />

94 ©<strong>Nitro</strong>


Handtekening stempelen met QuickSign<br />

Het voordeel van het gebruik van PDF-formulieren is dat u ze kunt ontvangen, invullen en verzenden<br />

zonder met eindeloze vellen papier te moeten werken of naar het postkantoor te hoeven gaan om het<br />

document te frankeren en versturen. Met de knop QuickSign kunt u een formulier bovendien valideren<br />

door een digitale kopie van uw eigen handtekening toe te voegen.<br />

Uw handtekening voorbereiden<br />

Om uw handtekening te gebruiken met QuickSign in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7, volgt u de onderstaande procedure.<br />

Hiervoor is enige kennis van scannen en beeldbewerking vereist.<br />

1. Zet uw handtekening met een zwarte pen op een leeg wit vel papier.<br />

2. Herhaal het proces totdat u een handtekening hebt die gelijkmatig zwart is, zonder lichtere delen<br />

of vlekken.<br />

3. Gebruik een flatbed scanner, multifunctionele printer of een digitale camera om een afbeelding van<br />

uw handtekening op uw computer te zetten.<br />

4. Gebruik een beeldbewerkingsprogramma om de afbeelding bij te snijden en de achtergrond wit te<br />

maken.<br />

5. Sla het bestand op in JPEG-, PNG-, PDF-, BMP-, TIFF-, of GIF-indeling.<br />

HINT: de functie QuickSign maakt de witte achtergrond van uw handtekening uiteindelijk automatisch<br />

transparant, zodat alle tekst of lijnen onder de handtekening zichtbaar zijn en de handtekening er zeer<br />

waarheidsgetrouw zal uitzien.<br />

QuickSign-handtekening maken in <strong>Nitro</strong> Reader<br />

1. Klik in het tabblad Home in de groep Gereedschappen op de pijl onder de knop QuickSign.<br />

Selecteer Nieuwe handtekening maken. Het dialoogvenster Handtekeningeigenschappen<br />

verschijnt.<br />

2. Klik op Bladeren, selecteer het afbeeldingsbestand dat uw handtekening bevat en klik op Openen.<br />

3. Voer uw naam of een beschrijving van de handtekening in het veld Naam in.<br />

4. Schakel het selectievakje Wachtwoord vereist om de handtekening te kunnen gebruiken in om<br />

ongemachtigd gebruik van uw handtekening te voorkomen.<br />

5. Geef een wachtwoord op en herhaal dit nogmaals.<br />

6. Klik op Opslaan om uw QuickSign-handtekeningstempel te maken.<br />

Uw handtekening op de pagina stempelen met QuickSign<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Home in de groep Gereedschappen op de pijl onder de knop QuickSign.<br />

Selecteer een handtekening uit de lijst Laatst gebruikt of uit de Verzameling.<br />

2. Voer indien vereist uw wachtwoord voor gebruik van de handtekening in.<br />

3. Uw muisaanwijzer wordt nu vervangen door een voorbeeld van uw handtekening.<br />

4. Klik op een willekeurige plaats op de pagina om de handtekening op de pagina te zetten.<br />

5. De handtekening verschijnt in een blauw vak, hetgeen aangeeft dat u moet dubbelklikken om de<br />

handtekening op de pagina te stempelen.<br />

6. Met klikken en slepen kunt u de plaats van de handtekening op de pagina wijzigen. Om de<br />

handtekening groter of kleiner te maken, versleept u de rode selectiegrepen in de hoeken van het<br />

begrenzingsvak.<br />

95 ©<strong>Nitro</strong>


7. Als u de handtekening wilt verwijderen, selecteert u deze en klikt u op de Delete-toets, of klikt u<br />

met de rechtermuisknop en selecteert u Verwijderen in het menu.<br />

8. Dubbelklik in het gemarkeerde vak om de handtekening in uw PDF-document te stempelen.<br />

Uw handtekeningen beheren:<br />

1. Klik in het tabblad Home in de groep Gereedschappen op de pijl onder de knop QuickSign.<br />

Selecteer Handtekeningen beheren. Het dialoogvenster Handtekeningen beheren verschijnt.<br />

2. In het vak Handtekening aan de linkerkant worden uw handtekeningen weergegeven. Selecteer<br />

een handtekening om een voorbeeld ervan weer te geven.<br />

3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Klik op Maken als u een nieuwe handtekening wilt maken.<br />

o Klik op Bewerken om de naam, het wachtwoord of de afbeelding van de geselecteerde<br />

handtekening te wijzigen.<br />

o Klik op Verwijderen om de geselecteerde stempel van uw handtekening uit de<br />

handtekeninglijsten te verwijderen.<br />

4. Klik op Sluiten als uw handtekeningen zijn bijgewerkt.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

OPMERKING: wijzigingen aan handtekeningsstempels in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 worden niet toegepast op<br />

handtekeningen die reeds op een PDF-pagina zijn gestempeld.<br />

96 ©<strong>Nitro</strong>


Formulieren<br />

Voor formulieren wordt veelvuldig gebruikgemaakt van PDF-documenten. Met de tools voor formulieren<br />

en JavaScript kunt u dynamische, interactieve documenten opstellen. Tevens biedt dit een alternatief voor<br />

het schrijven van complexe HTML-code voor formulieren op websites. <strong>Nitro</strong> PDF <strong>Pro</strong>fessional biedt<br />

verschillende tools voor het maken van formulieren. Elke tool biedt verschillende instellingen waarmee de<br />

werking en vormgeving van formulieren kunnen worden bepaald.<br />

Als u een formulier in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> opent, verschijnt boven het documentvenster een informatiebalk met de<br />

mededeling dat het bestand formuliervelden bevat.<br />

Formuliervoorkeuren<br />

Aan de hand van de formuliervoorkeuren kunt u nauwkeurig instellen hoe u met PDF-formulieren werkt.<br />

Voorkeuren omvatten de volgende opties:<br />

l Veldwaarden automatisch berekenen. De werking van een PDF-viewer is afhankelijk van het<br />

aantal complexe en onderling afhankelijke berekeningen dat in een PDF-formulier wordt<br />

uitgevoerd. Schakel deze voorkeur uit als u dit soort formulieren veel gebruikt, of als u weet dat u<br />

een dergelijk formulier gaat invullen.<br />

l Formuliervelden markeren. Soms is het moeilijk een PDF-formulier in te vullen, omdat het niet<br />

altijd meteen duidelijk is welke delen van het bestand moeten worden ingevuld. Als deze voorkeur<br />

is ingeschakeld en het formulier in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> wordt geopend, worden alle formuliervelden<br />

weergegeven met de hier opgegeven achtergrondkleur. Daarnaast kunt u een andere kleur<br />

instellen voor het markeren van velden die verplicht moeten worden ingevuld.<br />

l Dubbelklikken op veld opent. Bij het ontwerpen van formulieren kunt u op twee manieren<br />

toegang verkrijgen tot de hoofdeigenschappen en vormgevingsinstellingen: via het linttabblad<br />

Eigenschappen (boven aan het scherm) of via het dialoogvenster met eigenschappen (dat als apart<br />

venster wordt geopend). Met deze voorkeur kunt u kiezen welke methode wordt gebruikt<br />

wanneer u dubbelklikt op een formulierveld om dit te bewerken.<br />

Formuliervoorkeuren bewerken<br />

1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Voorkeuren.<br />

2. Klik op Formulieren en werk de voorkeuren naar wens bij.<br />

3. Klik op OK.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

97 ©<strong>Nitro</strong>


Formulieren opstellen<br />

De tools voor het maken van formulieren zijn te vinden in het linttabblad Formulieren van <strong>Nitro</strong> PDF<br />

<strong>Pro</strong>fessional. Er zijn verschillende veldtypen beschikbaar. Voor elk veldtype kunt u uiteenlopende opties<br />

instellen via het dialoogvenster met formulierveldeigenschappen of via het linttabblad.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> heeft tevens een unieke functie waarmee u de vormgevingsinstellingen van het veld kunt<br />

opslaan, zodat u deze snel opnieuw kunt gebruiken. Als u bijvoorbeeld regelmatig bepaalde knopstijlen<br />

gebruikt (kleuren, kaders enzovoort) kunt u deze toevoegen aan de lijst Vormgeving, zodat u ze op latere<br />

formulieren opnieuw kunt gebruiken. (Zie het onderwerp 'Vormgevingsinstellingen voor formuliervelden<br />

opnieuw gebruiken' voor verdere informatie.)<br />

TIP: bij het bewerken van formuliervelden kunt u de functie 'Alle velden bewerken' gebruiken om ieder<br />

soort veld te selecteren en bewerken.<br />

Een formulierveld toevoegen<br />

1. Open het PDF-bestand in <strong>Nitro</strong> PDF <strong>Pro</strong>fessional.<br />

2. Klik op het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op het type veld dat u wilt toevoegen.<br />

3. Sleep een rechthoek op de pagina om de grootte van het veld te definiëren en laat de muisknop<br />

los om het veld te maken.<br />

4. Dubbelklik op het veld om de veldeigenschappen naar wens te bewerken.<br />

Een formulierveld bewerken<br />

1. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu<br />

Velden:<br />

l Klik op het veldtype dat correspondeert met het veld dat u wilt bewerken. Als u bijvoorbeeld<br />

een tekstveld wilt bewerken, klikt u op de tool Tekstveld.<br />

l Klik op Alle velden bewerken.<br />

2. Dubbelklik op het veld om het te bewerken.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

98 ©<strong>Nitro</strong>


Gereedschappen voor formuliervelden<br />

Er zijn verschillende gereedschappen voor formuliervelden. Met ieder van deze gereedschappen wordt<br />

het bijbehorende veldtype gemaakt. Als u een veld wilt maken, selecteert u eerst het gereedschap voor<br />

het gewenste soort veld. Vervolgens bepaalt de positie van het veld op de pagina door te slepen met de<br />

aanwijzer. U kunt een gemaakt veld verplaatsen door het bijbehorende gereedschap te selecteren en het<br />

veld hiermee naar de gewenste plaats te slepen. U kunt de grootte van een veld wijzigen door een van de<br />

hoekpunten van het veld te verslepen. Als u veldkenmerken wilt wijzigen, dubbelklikt u op het<br />

formulierveld om de eigenschappen weer te geven.<br />

In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunnen de volgende soorten formuliervelden worden gemaakt:<br />

l Tekstveld. Met tekstvelden kunnen gebruikers tekst rechtstreeks in het veld typen. Standaard kan<br />

ingevoerde tekst zowel letters als cijfers bevatten, hoewel u de veldeigenschappen zodanig kunt<br />

wijzigen dat alleen bepaalde typen invoer (bijvoorbeeld numerieke gegevens) zijn toegestaan.<br />

l Selectievakje. Selectievakjes dienen om gebruikers de keuze uit een aantal opties te bieden<br />

(bijvoorbeeld een boodschappenlijstje waarin gebruikers alle gewenste artikelen aankruisen).<br />

l Keuzerondje. Keuzerondjes lijken op selectievakjes, maar worden meestal gebruikt in gevallen<br />

waarin slechts één selectie kan worden geaccepteerd. U kunt bijvoorbeeld een groep keuzerondjes<br />

presenteren voor de typen creditcards op een bestelformulier. Gebruikers mogen dan slechts één<br />

creditcardtype kiezen voor hun transactie. Zodra een keuzerondje wordt geselecteerd, worden de<br />

resterende keuzerondjes in die groep uitgeschakeld. Dit is in tegenstelling tot de werking van<br />

selectievakjes, die allemaal beschikbaar blijven als er een in de groep wordt ingeschakeld. In alle<br />

andere opzichten zijn keuzerondjes en selectievakjes identiek.<br />

l Keuzelijst met invoervak. Keuzelijsten met en zonder invoervak worden gebruikt om de gebruikers<br />

een menu aan te bieden waaruit een keuze kan worden gemaakt. De keuzelijst wordt uitgevouwen<br />

met de pijl omlaag naast het invoervak. Gebruikers kunnen slechts één optie in de lijst selecteren.<br />

l Keuzelijst. Keuzelijsten zijn lijsten met een schuifbalk waarmee gebruikers de opties in de lijst<br />

kunnen doorlopen. In bepaalde keuzelijsten kunnen gebruikers meerdere opties selecteren door<br />

Ctrl tijdens het selecteren ingedrukt te houden.<br />

l Knop. Knoppen worden gebruikt voor hyperlinks en om acties uit te voeren. U kunt bijvoorbeeld<br />

een knop maken om gegevens in een formulier te wissen, of formuliergegevens naar een webadres<br />

of e-mailaccount te verzenden.<br />

l Digitale handtekening. Handtekeningvelden zijn velden waarmee gebruikers hun individuele<br />

digitale handtekening kunnen toepassen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

99 ©<strong>Nitro</strong>


Formulierveldkenmerken<br />

De verschillende formuliervelden hebben bepaalde eigenschappen gemeen, zoals hieronder wordt<br />

toegelicht, maar aangezien formuliervelden grote verschillen vertonen qua ontwerp en doel, beschikt u<br />

over unieke kenmerken die u aan ieder veldtype kunt toewijzen. Zo kunt u bij het maken van tekstvelden<br />

bijvoorbeeld opties voor gegevensindeling, validering en berekening gebruiken. Voor knopvelden zijn<br />

meer vormgevingsopties beschikbaar, waarbij pictogrammen kunnen worden gebruikt op het drukvlak<br />

van de knoppen. Aan keuzelijsten met of zonder invoervak kunnen menunamen worden toegevoegd.<br />

Algemeen<br />

l Naam. Wanneer u een veld aanmaakt, zal <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 hier automatisch een naam aan toewijzen op<br />

basis van het veldtype en de rangschikking. Als u bijvoorbeeld twee tekstvelden op een pagina<br />

hebt en een derde maakt, krijgt dit laatste tekstveld standaard de naam Tekst3 ('Tekst' voor het<br />

veldtype en '3' voor het derde veld van dit type). Het eerste knopveld dat wordt gemaakt, krijgt de<br />

naam Toets1.<br />

l Knopinfo. Als u tekst in het tekstvak Knopinfo invoert, verschijnt deze tekst onder de<br />

muisaanwijzer wanneer een gebruiker de aanwijzer op het veld plaatst.<br />

l Zichtbaarheid. Formuliervelden zijn in de meeste gevallen zichtbaar. U hebt drie andere opties:<br />

'Verborgen', 'Zichtbaar maar wordt niet afgedrukt' en 'Verborgen maar afdrukbaar'.<br />

l Rotatie. U kunt een rotatie instellen in stappen van 90 graden.<br />

l Alleen lezen. Een 'alleen-lezen' veld kan niet worden bewerkt. Als u het selectievakje Alleen lezen<br />

inschakelt, kan de gebruiker het veld niet wijzigen.<br />

l Verplicht. Schakel dit vakje in als het veld moet worden ingevuld voordat de formuliergegevens<br />

worden verzonden.<br />

l Geblokkeerd. Met dit selectievakje wordt een veld op de pagina verankerd. De eigenschappen van<br />

het veld kunnen dan bovendien niet worden gewijzigd. Als u de eigenschappen wilt wijzigen, moet<br />

u dit selectievakje eerst uitschakelen.<br />

Vormgeving<br />

l Lettertypenaam. Het lettertype dat aan het veld wordt toegewezen, verschijnt uitsluitend als er<br />

tekst in een tekstveld wordt ingevoerd door een gebruiker. Tekstwijzigingen zijn niet van invloed<br />

op knopinfo en tekst in het dialoogvenster Formuliereigenschappen.<br />

l Lettertypegrootte. Alle velden behalve handtekeningvelden accepteren wijziging van<br />

lettertypegrootte. De standaardgrootte is Automatisch. Als u een veldvak maakt, wordt de<br />

tekstgrootte automatisch aan de lengte van het vak aangepast. U kunt ook een vaste puntgrootte<br />

selecteren in een vervolgkeuzelijst, of een waarde in het tekstvak Lettertypegrootte typen.<br />

l Lettertypekleur. Voor de kleur van het lettertype hebt u dezelfde opties als voor de vormgeving<br />

van het veld.<br />

l Kaderkleur. U kunt ofwel geen kleur of een kleur uit het kleurenpalet toewijzen aan het kader van<br />

een rechthoek of cirkel. Kik op de optie Meer als u een van de in Windows ondersteunde kleuren<br />

wilt toewijzen.<br />

l Lijndikte. Selecteer Dun, Middel of Dik in de vervolgkeuzelijst om de dikte van de lijn van de<br />

rechthoek of cirkel in te stellen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Lijnstijl. Selecteer Effen, Stippellijn, Afgeschuind, Ingelegd of Onderstreept in de vervolgkeuzelijst.<br />

100 ©<strong>Nitro</strong>


Actie<br />

l Opvulkleur. De inhoud van de rechthoek (of cirkel) kan worden opgevuld met een kleur van<br />

hetzelfde kleurenpalet als u voor de kaderkleur hebt gebruikt.<br />

Voor velden zijn dezelfde acties beschikbaar als voor bladwijzers en koppelingen. De kenmerken van<br />

acties bestaan uit twee hoofdopties: de trigger en het actietype.<br />

l Trigger selecteren. De 'trigger' is de muisactie. Een actie wordt uitgevoerd bij een van de volgende<br />

bewegingen van de muis:<br />

l Muis loslaten (standaardinstelling): de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de<br />

muisknop wordt losgelaten.<br />

l Muis indrukken: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de muisknop wordt<br />

ingedrukt.<br />

l Muis invoeren: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de cursor in een bepaald<br />

veld wordt geplaatst.<br />

l Muis verlaten: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de cursor uit een bepaald<br />

veld wordt verwijderd.<br />

l Bij tab in: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de cursor met de tabtoets in het<br />

veld wordt geplaatst.<br />

l Bij tab uit: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de cursor met de tabtoets uit<br />

het veld wordt verwijderd.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Actie selecteren. Voor formuliervelden zijn dezelfde actietypen beschikbaar als voor bladwijzers en<br />

koppelingen. Klik op de optie Actie selecteren en kies het type actie dat u wilt toewijzen.<br />

Aan het vak Huidige acties wordt zo nodig een schuifbalk toegevoegd om de beschrijving van de<br />

toegewezen actie(s) weer te geven. In dit vak krijgt u een overzicht van de acties die aan formuliervelden<br />

zijn toegewezen. De inhoud van dit vak kan niet worden bewerkt, maar u kunt op een item dubbelklikken<br />

om de actie te wijzigen. Als u bijvoorbeeld de actie Webkoppeling openen gebruikt, kunt u dubbelklikken<br />

op de weergegeven webkoppeling in het vak Huidige acties om het dialoogvenster te openen waarin de<br />

URL voor de koppeling is ingevoerd. U kunt deze URL dan bewerken. De gewijzigde URL wordt in het vak<br />

getoond. Onder het vak Huidige acties ziet u knoppen waarmee de acties hoger of lager in het vak<br />

kunnen worden geplaatst.<br />

Met de knop Bewerken wordt er een dialoogvenster geopend voor een toegewezen actie. De knop<br />

Verwijderen wordt gebruikt om een geselecteerde actie uit het vak te verwijderen.<br />

101 ©<strong>Nitro</strong>


Een testveld maken<br />

Tekstvelden zijn de meest gebruikte velden in PDF-formulieren. In deze velden kunnen gebruikers tekst<br />

en/of numerieke waarden invoeren. U kunt tekstvelden op verschillende manieren instellen om te zorgen<br />

dat ze correct worden ingevuld. U kunt scripts toevoegen, gegevens valideren, acties toewijzen en<br />

berekeningen laten uitvoeren met tekstvelden.<br />

Een tekstveld toevoegen<br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Tekstveld.<br />

3. Bepaal de positie van het veld op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />

4. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur):<br />

l Geef in het tabblad Eigenschappen (op het lint) een naam en vormgevingsinstellingen voor<br />

het veld op.<br />

l Geef in het Eigenschappen-dialoogvenster een naam en vormgevingsinstellingen voor het<br />

veld op.<br />

5. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Als u het tabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in het groepsmenu Meer op<br />

Eigenschappen en vervolgens op Opties.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties.<br />

6. Selecteer Opties. Klik op Uitlijning en selecteer of u de tekst links of rechts wilt uitlijnen of wilt<br />

centreren.<br />

7. Typ tekst in het vak Standaardwaarde als u standaardtekst in het tekstveld wilt weergeven. U kunt<br />

hier bijvoorbeeld de postcode of het land van de meeste respondenten opgeven..<br />

8. Schakel Meerdere regels in als de tekst op meerdere regels moet verschijnen, en schakel Lange<br />

tekst schuiven in als u wilt dat gebruikers de tekst kunnen scrollen.<br />

9. Klik op Limiet van n tekens en voer het aantal tekens in dat het antwoord mag bevatten. Dit<br />

wordt bijvoorbeeld gebruikt voor een postcode.<br />

10. Selecteer Wachtwoord in de vervolgkeuzelijst 'Veld gebruiken voor' als het veld als invoervak voor<br />

een wachtwoord fungeert.<br />

11. Schakel Maximaal n tekens in om een maximaalveld te maken. (Opmerking: voor gebruik van deze<br />

functie moeten alle andere selectievakjes zijn uitgeschakeld.) Maximaalvelden worden gebruikt als<br />

tekens in afzonderlijke vakjes moeten worden ingevoerd. Het aantal vakjes dat u wilt gebruiken,<br />

wordt opgegeven in het tekstvak dat verschijnt nadat u het selectievakje Maximaal n tekens hebt<br />

ingeschakeld.<br />

12. Indeling. Als u een andere indeling dan tekst wilt, bijvoorbeeld een datum of aangepaste indeling,<br />

kiest u een optie in de vervolgkeuzelijst Formaatcategorie selecteren.<br />

13. Valideren. Als u wilt dat bepaalde veldgegevens worden gevalideerd, moet u bekend zijn met<br />

JavaScript. Schakel Aangepast script voor validering gebruiken in en typ de JavaScript-code voor<br />

het valideren van de veldgegevens.<br />

14. Berekenen. Als het veld moet worden berekend, schakelt u een optie in voor het berekenen van<br />

gegevens.<br />

102 ©<strong>Nitro</strong>


Een tekstveld bewerken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open het PDF-bestand in <strong>Nitro</strong> PDF <strong>Pro</strong>fessional.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu<br />

Velden:<br />

l Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken.<br />

l Klik op Alle velden bewerken.<br />

3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te bewerken.<br />

103 ©<strong>Nitro</strong>


Een veld voor een selectievakje maken<br />

Bij het maken van formuliervelden moet u praktisch altijd unieke veldnamen gebruiken. Als u voor een<br />

bepaald veld (bijvoorbeeld een tekstveld) een bestaande veldnaam gebruikt, worden de in dit veld<br />

ingevoerde gegevens herhaald in alle velden met die naam. Selectievakjes en keuzerondjes vormen de<br />

enige uitzondering op deze regel. Als u wilt dat een selectievakje of keuzerondje wordt uitgeschakeld<br />

zodra een ander selectievakje of keuzerondje wordt ingeschakeld, moet u dezelfde veldnaam gebruiken.<br />

Deze twee veldtypen hebben een optie voor het toevoegen van een exportwaarde. Wanneer u velden met<br />

dezelfde naam maakt, gebruikt u verschillende exportwaarden om onderscheid te maken tussen de<br />

verschillende keuzes.<br />

Een veld voor een selectievakje toevoegen<br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Selectievakje.<br />

3. Bepaal de positie van het veld op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />

4. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur):<br />

l Geef in het tabblad Eigenschappen (op het lint) een naam en vormgevingsinstellingen voor<br />

het veld op.<br />

l Geef in het Eigenschappen-dialoogvenster een naam en vormgevingsinstellingen voor het<br />

veld op.<br />

5. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Als u het tabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in het groepsmenu Meer op<br />

Eigenschappen en vervolgens op Opties.<br />

l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties.<br />

6. Selecteer Opties. Kies een weergavestijl voor het selectievakje in de lijst Stijl selectievakjes. Klik in<br />

het veld Exportwaarde en voer een waarde in. Als u bijvoorbeeld twee velden hebt die u wilt<br />

gebruiken voor Ja- en Nee-antwoorden, gebruikt u dezelfde naam voor de twee velden en voert u<br />

voor het ene veld de exportwaarde Ja in en voor het andere Nee.<br />

Een formulierveld voor een selectievakje bewerken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu<br />

Velden:<br />

1. Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken.<br />

2. Klik op Alle velden bewerken.<br />

3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te bewerken.<br />

104 ©<strong>Nitro</strong>


Een veld voor een keuzerondje maken<br />

Aan keuzerondjes kunt u dezelfde eigenschappen en kenmerken toewijzen als aan selectievakjes.<br />

Keuzerondjes worden gebruikt als een gebruiker verplicht een keus moet maken. Selectievakjes kunnen<br />

worden in- en uitgeschakeld door erop te klikken. Een keuzerondje kan daarentegen alleen worden<br />

uitgeschakeld door een formulier te wissen of door een ander keuzerondje in te schakelen (waardoor de<br />

overige keuzerondjes in die groep worden uitgeschakeld).<br />

Een keuzerondje toevoegen<br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Keuzerondje.<br />

3. Bepaal de positie van het veld op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />

4. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur):<br />

l Geef in het tabblad Eigenschappen (op het lint) een naam en vormgevingsinstellingen voor<br />

het veld op.<br />

l Geef in het Eigenschappen-dialoogvenster een naam en vormgevingsinstellingen voor het<br />

veld op.<br />

5. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Als u het tabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in het groepsmenu Meer op<br />

Eigenschappen en vervolgens op Opties.<br />

l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties.<br />

6. Selecteer Opties. Kies een weergavestijl voor het keuzerondje in de vervolgkeuzelijst Stijl van<br />

knoppen. Klik in het veld Exportwaarde en voer een waarde in. Als u wilt dat alle keuzerondjes<br />

worden ingeschakeld wanneer één keuzerondje wordt geselecteerd, schakelt u het selectievakje<br />

'Keuzerondjes met dezelfde naam en waarde worden samen geselecteerd' in.<br />

Een formulierveld voor een keuzerondje bewerken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu Velden:<br />

l Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken.<br />

l Klik op Alle velden bewerken.<br />

3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te bewerken.<br />

105 ©<strong>Nitro</strong>


Een veld voor een keuzelijst met invoervak maken<br />

Een keuzelijst met invoervak biedt de gebruiker een vervolgkeuzelijst. Er kan slechts één optie in de lijst<br />

worden geselecteerd. Via de categorie Opties in de formuliereigenschappen kunt u menuopties aan<br />

keuzelijsten met invoervak toevoegen.<br />

Een veld voor een keuzelijst met invoervak toevoegen<br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Keuzelijst met invoervak.<br />

3. Bepaal de positie van het veld op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />

4. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur):<br />

l Geef in het tabblad Eigenschappen (op het lint) een naam en vormgevingsinstellingen voor<br />

het veld op.<br />

l Geef in het Eigenschappen-dialoogvenster een naam en vormgevingsinstellingen voor het<br />

veld op.<br />

5. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Als u het tabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in het groepsmenu Meer op<br />

Eigenschappen en vervolgens op Opties.<br />

l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties.<br />

6. Selecteer Opties. Klik in het tekstvak Item en typ een naam. Klik op de knop Toevoegen om de<br />

tekst aan de lijst met items toe te voegen. Typ een exportwaarde in het tekstvak Exportwaarde.<br />

Voeg verdere items toe door deze stappen te herhalen.<br />

7. Klik op het selectievakje Items sorteren als u de lijst in alfabetische volgorde wilt sorteren. Selecteer<br />

items in de lijst en klik op de knop Op of Neer om de volgorde aan te passen. Selecteer een item en<br />

klik op Verwijderen als u het item uit de lijst wilt verwijderen.<br />

8. Als u wilt dat gebruikers een item typen in plaats van een keuze uit de lijst te maken, schakelt u het<br />

selectievakje Invoer aangepaste tekst toestaan in.<br />

9. Indeling. Als u een andere indeling dan tekst wilt, bijvoorbeeld een datum of aangepaste indeling,<br />

kiest u een optie in de vervolgkeuzelijst Formaatcategorie selecteren.<br />

10. Valideren. Als u wilt dat bepaalde veldgegevens worden gevalideerd, moet u bekend zijn met<br />

JavaScript. Schakel 'Aangepast script voor validering gebruiken' in en typ de JavaScript-code voor<br />

het valideren van de veldgegevens.<br />

11. Berekenen. Als het veld moet worden berekend, schakelt u een optie in voor het berekenen van<br />

gegevens.<br />

Een formulierveld voor een keuzelijst met invoervak bewerken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu<br />

Velden:<br />

l Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken.<br />

l Klik op Alle velden bewerken.<br />

3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te bewerken.<br />

106 ©<strong>Nitro</strong>


Een keuzelijstveld maken<br />

Keuzelijsten bieden gebruikers een menu met scrolfunctie. U kunt de kenmerken van keuzelijsten zodanig<br />

instellen dat slechts één of meerdere keuzes mogelijk zijn. Items worden op dezelfde manier aan het<br />

menu toegevoegd als voor een keuzelijst met invoervak.<br />

Tip: U kunt algemene en vormgevingseigenschappen instellen via het tabblad Eigenschappen op het lint<br />

of via het dialoogvenster voor eigenschappen, afhankelijk van uw voorkeur. (Lees meer over<br />

formuliervoorkeuren.)<br />

Een keuzelijstveld toevoegen<br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Keuzelijst.<br />

3. Bepaal de positie van het veld op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />

4. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur):<br />

l Geef in het tabblad Eigenschappen (op het lint) een naam en vormgevingsinstellingen voor<br />

het veld op.<br />

l Geef in het Eigenschappen-dialoogvenster een naam en vormgevingsinstellingen voor het<br />

veld op.<br />

5. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Als u het tabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in het groepsmenu Meer op<br />

Eigenschappen en vervolgens op Opties.<br />

l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties.<br />

6. Selecteer Opties. Klik in het tekstvak Item en typ een naam. Klik op de knop Toevoegen om de<br />

tekst aan de lijst met items toe te voegen. Typ een exportwaarde in het tekstvak Exportwaarde.<br />

Voeg verdere items toe door deze stappen te herhalen.<br />

7. Klik op het selectievakje Items sorteren als u de lijst in alfabetische volgorde wilt sorteren.<br />

Selecteer items in de lijst en klik op de knop Op/Neer om de volgorde aan te passen. Selecteer een<br />

item en klik op Verwijderen als u het item uit de lijst wilt verwijderen.<br />

8. Als u wilt dat een gebruiker meerdere items selecteert, schakelt u het selectievakje Meervoudige<br />

selectie toestaan in.<br />

Een keuzelijstveld voor een formulier bewerken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu<br />

Velden:<br />

l Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken.<br />

l Klik op Alle velden bewerken.<br />

3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te bewerken.<br />

107 ©<strong>Nitro</strong>


Een knopveld maken<br />

Knopvelden zijn de meest veelzijdige van alle veldtypen. U kunt knoppen aan PDF-formulieren toevoegen<br />

waarmee uiteenlopende handelingen kunnen worden uitgevoerd voor het invullen van een formulier,<br />

maar u kunt knoppen ook gebruiken op PDF-documenten die niet bestemd zijn voor gebruik als<br />

formulieren. U kunt knoppen in een PDF gebruiken voor navigatie in een PDF-ontwerp, als hyperlinks<br />

voor talloze verschillende acties en voor praktisch elke andere functie die u zich maar kunt bedenken.<br />

Een knopveld toevoegen<br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Knop.<br />

3. Bepaal de positie van het veld op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />

4. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur):<br />

l Geef in het tabblad Eigenschappen (op het lint) een naam en vormgevingsinstellingen voor<br />

het veld op.<br />

l Geef in het Eigenschappen-dialoogvenster een naam en vormgevingsinstellingen voor het<br />

veld op.<br />

5. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Als u het tabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in het groepsmenu Meer op<br />

Eigenschappen en vervolgens op Opties.<br />

l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties.<br />

6. Stel de opties in. Als u de knop als pictogram wilt weergeven, of met tekst erin, geeft u de<br />

gewenste instellingen op in het tabblad Opties.<br />

7. Selecteer de trigger. Standaard is 'muis loslaten' toegewezen. In de meeste gevallen kan de<br />

standaardinstelling ongewijzigd blijven.<br />

8. Wijs de gewenste actie toe. Open het vervolgkeuzemenu Actie selecteren en kies de actie die u aan<br />

de knop wilt toewijzen.<br />

Een formulierveld voor een knop bewerken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu<br />

Velden:<br />

l Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken.<br />

l Klik op Alle velden bewerken.<br />

3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te bewerken.<br />

108 ©<strong>Nitro</strong>


Een veld voor een digitale handtekening maken<br />

Met het handtekeningveld kunt u een leeg formulierveld voor een digitale handtekening aan een<br />

document toevoegen. Als een ondertekenaar op het veld klikt, wordt een dialoogvenster geopend<br />

waarin hij/zij wordt gevraagd het bestand te certificeren of met een digitale id te ondertekenen.<br />

Een nieuw formulierveld voor een digitale handtekening maken<br />

1. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Digitale handtekening.<br />

2. Sleep op een pagina van het PDF-document een rechthoek om de grootte en positie van de<br />

handtekening te definiëren.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Typ in het tabblad Eigenschappen een Naam voor het veld en geef andere instellingen op,<br />

bijvoorbeeld voor vormgeving en acties.<br />

o Klik met de rechtermuisknop op het handtekeningveld en selecteer Eigenschappen. Typ in<br />

het dialoogvenster Handtekening Eigenschappen een Naam voor het veld en geef andere<br />

instellingen op, bijvoorbeeld voor vormgeving en acties.<br />

Een formulierveld voor een digitale handtekening bewerken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open het PDF-bestand in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu<br />

Velden:<br />

o Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken.<br />

o Klik op Alle velden bewerken.<br />

3. Klik op het handtekeningveld en voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Bewerk de eigenschappen van het handtekeningveld in het tabblad Eigenschappen.<br />

o Klik met de rechtermuisknop op het handtekeningveld en selecteer Eigenschappen. Bewerk<br />

de eigenschappen van het handtekeningveld in het dialoogvenster Handtekening<br />

Eigenschappen.<br />

109 ©<strong>Nitro</strong>


Meerdere velden maken<br />

Als u veel velden van hetzelfde type wilt maken, kunt u dit het beste doen met de functie Kopieën maken.<br />

Stel eerst een formulierveld in met alle eigenschappen die u voor de velden wilt gebruiken, en geef<br />

vervolgens op hoeveel rijen en kolommen u nodig hebt.<br />

Een batch gelijke velden maken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Maak een formulierveld dat precies is ingesteld zoals de velden die u nodig hebt.<br />

3. Selecteer het formulierveld.<br />

4. Klik op het tabblad Eigenschappen in het groepsmenu Taken op Kopieën maken.<br />

5. Selecteer hoeveel rijen en kolommen velden u wilt maken.<br />

110 ©<strong>Nitro</strong>


Tabvolgorde instellen<br />

Tijdens het werken met formuliervelden kunnen gebruikers van veld naar veld gaan met de tabtoets op<br />

het toetsenbord. Standaard is de tabvolgorde voor velden ingesteld op de volgorde waarin de velden zijn<br />

gemaakt. Afhankelijk van de volgorde waarin u de velden hebt toegevoegd, kan het gebeuren dat u de<br />

tabvolgorde moet wijzigen om te zorgen dat gebruikers gemakkelijker kunnen navigeren.<br />

De tabvolgorde instellen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Instellen op Tabvolgorde.<br />

3. Klik op de formuliervelden in de volgorde waarin de tabtoets de velden moet doorlopen.<br />

4. Klik op een ander gereedschap om uw handeling te voltooien.<br />

111 ©<strong>Nitro</strong>


Meerdere velden bewerken, uitlijnen en indelen<br />

In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u meerdere formuliervelden tegelijk selecteren, zodat u algemene<br />

vormgevingseigenschappen in één keer kunt bewerken en problemen met de uitlijning snel kunt<br />

oplossen. U kunt de uitlijning bewerken via het linttabblad Uitlijning of via het contextmenu dat wordt<br />

geopend wanneer u met de rechtermuisknop klikt. Als u de vormgeving van meerdere formuliervelden<br />

wilt bewerken, gebruikt u het linttabblad Eigenschappen of het dialoogvenster Eigenschappen.<br />

Tip: U kunt meerdere veldtypen selecteren met de functie Alle velden bewerken. Bij gebruik van deze<br />

functie selecteert u de gewenste velden door er een selectiekader omheen te slepen of door de Ctrl-toets<br />

ingedrukt te houden en de velden een voor een aan te klikken.<br />

De vormgeving van meerdere velden bewerken<br />

1. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Alle velden bewerken.<br />

2. Selecteer de velden op een van de volgende manieren:<br />

3. Klik, en sleep een rechthoek om alle velden.<br />

4. Houd de Ctrl-toets ingedrukt en klik op ieder veld.<br />

5. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Klik in het linttabblad Eigenschappen op de gewenste opties in de groep Vormgeving.<br />

l Klik met de rechtermuisknop, selecteer Eigenschappen en wijzig de opties op het tabblad<br />

Vormgeving naar wens.<br />

6. Klik op OK.<br />

De uitlijning en ruimte tussen formuliervelden instellen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Alle velden bewerken.<br />

2. Selecteer de velden op een van de volgende manieren:<br />

l Klik en sleep een rechthoek om alle velden.<br />

l Houd de Ctrl-toets ingedrukt en klik op ieder veld.<br />

3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Klik in het linttabblad Uitlijning op de gewenste optie voor uitlijning of tussenruimte.<br />

l Klik met de rechtermuisknop en klik op de gewenste optie voor uitlijning of tussenruimte.<br />

TIP: door het linttabblad Uitlijning te gebruiken kunt u uw wijzigingen makkelijker ongedaan maken,<br />

aangezien de knop Ongedaan maken boven de uitlijningsfuncties verschijnt.<br />

112 ©<strong>Nitro</strong>


Formuliervelden op een raster uitlijnen<br />

Met behulp van rasters kunt u in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 koppelingen, formuliervelden en andere objecten<br />

nauwkeurig op een pagina plaatsen. Als de functie is ingeschakeld, is het raster op uw PDF-pagina's<br />

zichtbaar. Wanneer u het document afdrukt, verschijnt het raster echter niet op de afdruk. De<br />

rasterweergave kan naar wens worden aangepast; zo kunt u bijvoorbeeld de standaardeenheden,<br />

lijnkleur, lijnafstand en andere opties instellen.<br />

Met de optie Uitlijnen op raster worden objecten op de dichtstbijzijnde kruising van lijnen in het raster<br />

uitgelijnd. Als een object wordt getekend, verplaatst, of als de grootte ervan wordt gewijzigd, 'springt'<br />

het object weer naar de dichtstbijzijnde kruising van lijnen, ook als het raster niet zichtbaar is.<br />

Tip: als u uw vorm of object niet naar de gewenste plaats kunt verplaatsen, dient u de optie Uitlijnen op<br />

raster uit te schakelen.<br />

Het raster tonen of verbergen<br />

1. Schakel op het tabblad Formulieren in het groepsmenu Linialen het selectievakje Raster tonen in of<br />

uit. Als er een vinkje in het selectievakje wordt weergegeven, is het raster zichtbaar.<br />

Uitlijnen op raster in- of uitschakelen<br />

1. Schakel op het tabblad Formulieren in het groepsmenu Linialen het selectievakje Uitlijnen op raster<br />

in of uit. Als er een vinkje in het selectievakje wordt weergegeven, is de optie ingeschakeld.<br />

Rasterweergave aanpassen<br />

1. Klik op Voorkeuren in het menu Bestand.<br />

2. Selecteer Eenheden en raster in het deelvenster links.<br />

3. Selecteer de gewenste opties en klik op OK.<br />

Eenheden en rastervoorkeuren<br />

De volgende opties zijn beschikbaar voor het instellen van eenheden en rastervoorkeuren:<br />

l Standaardeenheden. Hiermee worden de maateenheden voor het raster ingesteld.<br />

l Rasterlijnkleur. Hiermee wordt de kleur van de rasterlijnen ingesteld.<br />

l Hoogte tussen lijnen. Hiermee wordt de verticale tussenruimte tussen de rasterlijnen bepaald. U<br />

kunt een waarde van 0 t/m 1000 opgeven, inclusief decimalen.<br />

l Breedte tussen lijnen. Hiermee wordt de horizontale tussenruimte tussen de rasterlijnen bepaald.<br />

U kunt een waarde van 0 t/m 1000 opgeven, inclusief decimalen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Rasterafstand linkerrand. Standaard begint het raster in de linkerbovenhoek van de pagina. Met<br />

deze instelling kunt u het horizontale beginpunt van het raster op de pagina instellen.<br />

l Rasterafstand bovenrand. Standaard begint het raster in de linkerbovenhoek van de pagina. Met<br />

deze instelling kunt u het verticale beginpunt van het raster op de pagina instellen.<br />

l Onderverdelingen. Hiermee stelt u het aantal rasterlijnen voor iedere rastersectie van het raster in.<br />

113 ©<strong>Nitro</strong>


Vormgevingsinstellingen voor formuliervelden opnieuw<br />

gebruiken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 bevat een unieke functie waarmee u de vormgevingseigenschappen van een formulierveld<br />

(zoals kleur, kader en lijnstijl) kunt opslaan en later op andere velden kunt toepassen. Alle 'vormgevingen'<br />

die u maakt, verschijnen in het tabblad Eigenschappen.<br />

Een vormgeving maken voor een formulierveld<br />

1. Maak een formulierveld met de vormgevingsopstellingen die u wilt opslaan. Selecteer het veld.<br />

2. Klik in het tabblad Eigenschappen in het groepsmenu Vormgeving op de pijl omlaag.<br />

3. Klik op Selectie opslaan als nieuwe vormgeving.<br />

4. Geef een naam op voor de vormgeving.<br />

5. Klik op OK.<br />

Een vormgeving toepassen op een formulierveld<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Selecteer een of meer formuliervelden waarop u de vormgeving wilt toepassen.<br />

2. Klik in het tabblad Eigenschappen in het groepsmenu Vormgeving op de gewenste vormgeving.<br />

114 ©<strong>Nitro</strong>


Formuliergegevens importeren en exporteren<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u formuliergegevens als een afzonderlijk FDF-bestand (Form Data Format)<br />

exporteren. Een geëxporteerd FDF-bestand is veel kleiner dan het originele PDF-formulierbestand, zodat<br />

het gemakkelijker onder anderen kan worden verspreid. U kunt een FDF-bestand via e-mail verzenden<br />

aan een andere gebruiker die de gegevens vervolgens in een PDF-bestand kan importeren, of u kunt FDFbestanden<br />

gebruiken om formuliergegevens lokaal op te slaan en om gegevens in uw formulieren te<br />

importeren.<br />

Wanneer u gegevens in een PDF-formulier importeert, moet het formulier velden bevatten met precies<br />

dezelfde namen als de velden waaruit de gegevens zijn geëxporteerd. Veldnamen zijn<br />

hoofdlettergevoelig. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 negeert alle geïmporteerde veldgegevens waarvoor de veldnamen niet<br />

overeenkomen met de namen uit het geëxporteerde bestand.<br />

Gegevens uit een PDF-document exporteren<br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Formuliergegevens op Exporteren.<br />

3. Typ een naam voor het bestand.<br />

4. Klik op Opslaan.<br />

Gegevens in een PDF-document importeren<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Formuliergegevens op Importeren.<br />

3. Selecteer het bestand dat u wilt importeren.<br />

4. Klik op Openen.<br />

115 ©<strong>Nitro</strong>


Formuliergegevens opnieuw instellen<br />

Een van de nuttigste knoppen die u op een PDF-formulier kunt maken, is de knop waarmee gebruikers<br />

ingevulde velden kunnen wissen, ook wel reset- of terugzetknop genoemd. Als u werkt met een formulier<br />

zonder resetknop, kunt u met de functie Terugzetten van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 snel gegevens uit alle velden in het<br />

formulier wissen.<br />

Formuliergegevens opnieuw instellen<br />

1. Open het formulier in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Formuliergegevens op Terugzetten.<br />

Uw eigen resetknop maken<br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren op Knop.<br />

3. Bepaal de positie van de knop op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />

4. Open de Eigenschappen, geef als naam 'Reset' op en selecteer de gewenste opties op de<br />

tabbladen Algemeen en Vormgeving.<br />

5. Open het tabblad Opties en selecteer Alleen label in de vervolgkeuzelijst Indeling. Klik in het vak<br />

Label en typ Formulier opnieuw instellen.<br />

6. Open het tabblad Acties en klik op Formulier opnieuw instellen in de vervolgkeuzelijst Actie<br />

selecteren.<br />

7. Klik op Actie toevoegen en voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Klik op Alles deselecteren. Druk op Ctrl en klik op elk te wissen veld, als u minder velden wilt<br />

wissen dan er in totaal in de lijst staan.<br />

l Klik op Alles selecteren. Druk op Ctrl en klik op ieder veld dat u niet wilt wissen, als er meer<br />

velden zijn die u wilt wissen dan velden die u niet wilt wissen.<br />

8. Klik op OK.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

116 ©<strong>Nitro</strong>


Formuliergegevens verzenden<br />

U kunt een verzendknop in een PDF-formulier maken om gebruikers de mogelijkheid te geven de<br />

ingevoerde gegevens automatisch naar een specifieke URL of een specifiek e-mailadres te sturen. Het is<br />

uiterst eenvoudig om een verzendknop in uw formulieren te maken voor gebruikers. Als u gegevens naar<br />

een URL wilt sturen, is enige programmering aan de serverzijde vereist om de formuliergegevens te<br />

verzamelen en routeren. Als u de gegevens naar een e-mailadres wilt sturen, worden de<br />

formuliergegevens aan de berichttekst van de e-mail toegevoegd. U hebt verschillende opties om op te<br />

geven welke gegevens u wilt opnemen respectievelijk uitsluiten.<br />

Een verzendknop maken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren op Knop.<br />

3. Bepaal de positie van de knop op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />

4. Open de Eigenschappen, typ als naam 'Verzenden' en selecteer de gewenste opties op de<br />

tabbladen Algemeen en Vormgeving.<br />

5. Open het tabblad Opties en selecteer Alleen label in de vervolgkeuzelijst Indeling. Klik in het vak<br />

Label en typ Formulier verzenden.<br />

6. Klik op het tabblad Acties op Actie selecteren en selecteer Een formulier verzenden in de<br />

vervolgkeuzelijst.<br />

7. Klik op Actie toevoegen en geef het adres op in het vak Formulier verzenden naar.<br />

8. Selecteer de velden. Klik op Alle velden verzenden, of klik op Alleen deze velden verzenden en<br />

vervolgens op Selecteren om de gewenste velden te selecteren. Schakel desgewenst het<br />

selectievakje Inclusief lege waarden en/of Deze waarden converteren naar standaardindeling in.<br />

9. Klik op OK.<br />

117 ©<strong>Nitro</strong>


Velden tonen of verbergen<br />

Er kunnen zich situaties voordoen waarin u bepaalde velden in uw PDF-formulier wilt tonen of verbergen.<br />

Als de gebruiker bijvoorbeeld op een knop klikt, wordt een nieuwe groep velden weergegeven. Voor het<br />

tonen of verbergen van velden beschikt u over verschillende opties: u kunt afzonderlijke velden tonen of<br />

verbergen door de algemene eigenschappen van de velden naar wens in te stellen, of u kunt uw eigen<br />

aangepaste JavaScript schrijven om velden te tonen en verbergen op basis van gebruikershandelingen<br />

(bijvoorbeeld als een gebruiker een knop aanwijst). U kunt ook een knop maken die specifieke velden<br />

toont of verbergt wanneer erop wordt geklikt.<br />

Velden tonen/verbergen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren op Knop.<br />

3. Bepaal de positie van de knop op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />

4. Open de Eigenschappen, geef een naam op en selecteer de gewenste opties op de tabbladen<br />

Algemeen en Vormgeving.<br />

5. Selecteer op het tabblad Opties de optie Indeling en selecteer Alleen label. Klik in het vak Label<br />

en typ Velden tonen/verbergen.<br />

6. Klik op het tabblad Acties op Actie selecteren en selecteer Velden tonen/verbergen in de<br />

vervolgkeuzelijst.<br />

7. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Klik op Tonen.<br />

l Klik op Verbergen.<br />

8. Klik op OK.<br />

118 ©<strong>Nitro</strong>


Veldgegevens berekenen<br />

In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunnen veldberekeningen op verschillende manieren worden uitgevoerd. De integrale<br />

berekeningsformules bieden een eenvoudige methode voor het opstellen van simpele en vastomlijnde<br />

veldberekeningen. U kunt ook vereenvoudigde veldnotatie en JavaScripts gebruiken, hoewel deze<br />

methoden geavanceerder zijn en programmeerkennis vereisen. Als uw berekeningen beperkt zijn tot<br />

optellen of het bepalen van gemiddelden, kunt u de integrale formules gebruiken en hoeft u zich geen<br />

zorgen te maken over programmering.<br />

Voor berekeningen worden altijd tekstvelden gebruikt. Berekeningen kunnen in alle soorten velden<br />

worden uitgevoerd. Als het resultaat van een berekening echter in een formulier moet worden<br />

gerapporteerd, moet u een tekstveld hebben dat deze waarden berekent en het resultaat in het<br />

berekeningsveld op het formulier plaatst, of een ander type veld dat de waarden berekent en vervolgens<br />

naar een tekstveld verstuurt.<br />

Een berekening opstellen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren op Tekstveld.<br />

3. Bepaal de positie van de knop op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />

4. Open de Eigenschappen, geef een naam op en selecteer de gewenste opties op de tabbladen<br />

Algemeen en Vormgeving.<br />

5. Selecteer Opties en klik op Uitlijning. Selecteer Rechts in de vervolgkeuzelijst om de waarden<br />

rechts uit te lijnen.<br />

6. Open het tabblad Indeling, klik op Formaatcategorie selecteren en selecteer Nummer in de<br />

vervolgkeuzelijst.<br />

7. Klik op Decimalen en geef het aantal decimalen op dat u in het berekende veld wilt weergeven.<br />

8. Open het tabblad Berekenen, selecteer het type waarde en voer een van de volgende handelingen<br />

uit:<br />

l Klik op SOM (+) om de som van een reeks waarden te berekenen.<br />

l Kik op PRD (product (x)) om de waarden te vermenigvuldigen.<br />

l Klik op GEM om het gemiddelde van een reeks waarden te berekenen.<br />

l Klik op MIN om de minimumwaarde van een groep velden te geven.<br />

l Klik op MAX om de maximumwaarde van een groep velden te geven.<br />

9. Klik op de optie Selecteren om het dialoogvenster Veldselectie te openen. Houd de Ctrl- of de<br />

Shift-toets ingedrukt en klik op ieder veld dat moet worden berekend.<br />

10. Klik op OK.<br />

119 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

JavaScript<br />

Het valt buiten het bestek van deze handleiding om een gedetailleerde beschrijving van het gebruik van<br />

JavaScript met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 te geven. Als u wilt leren programmeren met JavaScript, verdient het<br />

aanbeveling op internet naar bronnen te zoeken. Tevens kunt u nagaan of uw plaatselijke bibliotheek of<br />

boekhandel boeken over JavaScript heeft.<br />

Er zijn ook veel voorbeelden van PDF-documenten met JavaScript op internet te vinden. JavaScript wordt<br />

veelal voor PDF-formulieren gebruikt. U kunt deze soorten documenten op internet opsporen, het<br />

JavaScript openen in de JavaScript-console, en de routines vervolgens kopiëren en in uw eigen bestanden<br />

plakken. Door op onderzoek te gaan en programmacode uit te proberen komt u al snel aan de weet<br />

welke code u nodig hebt voor de taken die u wilt uitvoeren.<br />

120 ©<strong>Nitro</strong>


JavaScripts zoeken<br />

Of u nu scripts in uw eigen documenten schrijft, of door bestanden bladert om andere scripts te bekijken,<br />

u moet eerst weten waar u JavaScripts kunt vinden. In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 zijn JavaScripts op de volgende locaties<br />

te vinden:<br />

Veldscripts<br />

JavaScripts kunnen met alle veldtypen worden gebruikt. In alle velden kunnen scripts worden<br />

toegevoegd via de eigenschappen in Actie instellen. In handtekeningvelden kunnen JavaScripts zowel via<br />

de eigenschap Actie instellen als de eigenschap Ondertekend worden toegevoegd. Tekstvelden bieden<br />

verreweg de meeste mogelijkheden voor het toevoegen van scripts aan veldeigenschappen. In<br />

tekstvelden kunnen scripts worden toegevoegd aan:<br />

l Indeling. Open het tabblad Indeling in het eigenschappenvenster en selecteer Aangepast in het<br />

vervolgkeuzemenu Formaatcategorie selecteren. Voeg JavaScripts toe als u een Script aangepast<br />

formaat en een Script aangepaste toetsaanslagen wilt maken.<br />

l Valideren. Open het tabblad Valideren in het eigenschappenvenster en selecteer Aangepast script<br />

voor validering gebruiken als u een JavaScript wilt toevoegen om veldgegevens te valideren.<br />

l Berekenen. JavaScripts worden waarschijnlijk het meest gebruikt in combinatie met de Berekeneneigenschappen.<br />

U kunt scripts in twee gebieden schrijven. Als u op het keuzerondje<br />

Vereenvoudigde veldnotatie klikt, kunt u scripts schrijven die qua syntaxis op spreadsheetformules<br />

lijken. Klik op Aangepast berekeningsscript om JavaScripts te schrijven waarmee veldgegevens<br />

worden berekend.<br />

l Actie instellen. Tekstvelden ondersteunen het actietype JavaScript uitvoeren, net als andere<br />

velden.<br />

JavaScript-console<br />

U kunt de JavaScript-console openen en een script schrijven dat niet voor een bepaald veld of element is<br />

bedoeld. Scripts die in de JavaScript-console zijn geschreven, kunnen worden gebruikt voor testroutines<br />

en debug-code.<br />

Documentacties<br />

Documentacties zijn acties zoals het openen, opslaan en afdrukken van PDF's. U kunt JavaScripts schrijven<br />

die worden uitgevoerd als deze acties plaatsvinden. Als u een documentactie wilt toevoegen, gaat u naar<br />

het linttabblad Formulieren, klikt u in het groepsmenu Instellen op de pijl onder JavaScript en selecteert u<br />

Documentacties.<br />

JavaScripts op documentniveau<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Een JavaScript op documentniveau kan een functie zijn die wordt geactiveerd door andere scripts in<br />

subroutines. Deze scripts zijn op documentniveau opgenomen en kunnen worden uitgevoerd door een<br />

ander script of tijdens het openen van een bestand.<br />

121 ©<strong>Nitro</strong>


JavaScripts op mapniveau<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Een JavaScript op mapniveau bevindt zich buiten het PDF-bestand (in een JS-bestand) en kan door<br />

meerdere PDF's worden gebruikt. De scripts worden uitgevoerd wanneer <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 wordt geopend.<br />

122 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

JavaScripts kopiëren en plakken<br />

JavaScripts kunnen uit een veld of andere locatie in een PDF-document worden gekopieerd en op een<br />

andere locatie of in een ander document worden geplakt. Als u meer over programmeren met JavaScript<br />

wilt leren, kunt u PDF-bestanden met scripts bekijken, een script kopiëren uit een document dat u via<br />

internet hebt gedownload, en de code in de JavaScript-editor in uw document plakken. Met enkele kleine<br />

wijzigingen aan de code kunt u zo snel scripts aan uw eigen bestanden toevoegen.<br />

Als u code tussen PDF-bestanden wilt kopiëren, opent u beide bestanden eenvoudig in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

123 ©<strong>Nitro</strong>


JavaScript op mapniveau toevoegen of bewerken<br />

JavaScripts op mapniveau zijn JavaScript-bestanden (.JS) die bij het starten van een applicatie worden<br />

uitgevoerd. Hiermee kunnen bijvoorbeeld JavaScript-functies in de applicatie worden geladen die<br />

opnieuw gebruikt kunnen worden, of kunnen methoden/eigenschappen worden geopend waarvan de<br />

beveiliging zo is ingesteld dat ze alleen in de app/init-event uitgevoerd kunnen worden.<br />

Eenvoudige voorbeelden hiervan zijn het laden van de Windows-aanmelding van de gebruiker in een<br />

globale JavaScript-variabele bij het opstarten, of het laden van een lijst werknemersnamen van uw bedrijf<br />

in een JS-array bij het opstarten, dat gebruikt kan worden door formulieren die in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 worden<br />

geopend.<br />

JavaScript op mapniveau toevoegen of bewerken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Instellen op JavaScript en selecteer<br />

Mapniveau.<br />

3. Voeg JS-bestanden aan de map toe of bewerk bestaande bestanden.<br />

124 ©<strong>Nitro</strong>


JavaScript op documentniveau<br />

Met behulp van JavaScript kunt u een praktisch oneindig aantal interactieve functies toevoegen,<br />

complexe formules maken, en meer dynamische functies aan uw PDF's toevoegen.<br />

Met scripts op documentniveau worden functies toegevoegd, vanwaar andere scripts de routines in het<br />

hele PDF-bestand steeds opnieuw kunnen gebruiken. JavaScripts op documentniveau kunnen ook<br />

worden gebruikt om bepaalde acties te starten wanneer een bestand wordt geopend.<br />

Een JavaScript op documentniveau schrijven<br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Instellen op JavaScript en selecteer<br />

Documentniveau.<br />

3. Klik op Nieuw en typ een naam voor het JavaScript.<br />

4. Typ uw code in het dialoogvenster JavaScript-editor. In het onderstaande voorbeeld is een<br />

eenvoudige routine opgesteld, waarmee een berichtvenster wordt weergegeven telkens wanneer<br />

het bestand wordt geopend. De code is als volgt:<br />

var msg = “Gemaakt in <strong>Nitro</strong> PDF <strong>Pro</strong>fessional”;<br />

app.alert(msg);<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

5. Klik op OK. Als uw script juist is geschreven, wordt een berichtvenster weergegeven wanneer het<br />

bestand wordt geopend.<br />

125 ©<strong>Nitro</strong>


Aangepast JavaScript voor berekening toevoegen of<br />

bewerken<br />

Wanneer u een formulier maakt waarin berekeningen moeten worden uitgevoerd, zijn voor dit formulier<br />

waarschijnlijk aangepaste berekeningsscripts nodig. De opties die beschikbaar zijn met de vooraf<br />

ingestelde berekeningsformules, zijn beperkt tot eenvoudige vermenigvuldigingen en optellen. Voor<br />

andere soorten berekeningen moeten scripts worden geschreven.<br />

Een berekeningsscript schrijven<br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Tekstveld.<br />

3. Selecteer het tekstveld dat u wilt bewerken.<br />

4. Kik met de rechtermuisknop en selecteer Eigenschappen.<br />

5. Klik op de tab Berekenen.<br />

6. Klik op de optie Aangepast berekeningsscript en klik vervolgens op de knop Bewerken.<br />

7. Typ de code voor uw script. In het onderstaande voorbeeld wordt een eenvoudige berekening<br />

opgesteld om een omzetbelasting van 7,25 % te berekenen. De code is als volgt:<br />

var f = this.getField(“subtotal”);<br />

event.value = Math.round(f.value 7.25)/100;<br />

8. Klik op OK.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

126 ©<strong>Nitro</strong>


Vereenvoudigde veldnotaties toevoegen<br />

Vereenvoudigde veldnotaties worden ongeveer geschreven zoals formules in een<br />

spreadsheetprogramma, zoals Microsoft Excel. Voor het uitvoeren van berekeningen zijn notaties<br />

makkelijker op te stellen dan scripts.<br />

Een vereenvoudigde veldnotatie toevoegen<br />

1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Tekstveld.<br />

3. Selecteer het tekstveld dat u wilt bewerken.<br />

4. Kik met de rechtermuisknop en selecteer Eigenschappen.<br />

5. Klik op de tab Berekenen.<br />

6. Klik op de optie Vereenvoudigde veldnotatie en klik vervolgens op de knop Bewerken.<br />

7. Typ de code voor uw script. In dit voorbeeld wordt de berekening voor omzetbelasting ingevoerd.<br />

In de JavaScript-editor wordt de code als volgt opgesteld:<br />

subtotal .0725;<br />

8. Klik op OK.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

127 ©<strong>Nitro</strong>


De JavaScript-console gebruiken<br />

U kunt de JavaScript-console openen en een script schrijven dat niet voor een bepaald veld of element is<br />

bedoeld. Scripts die in de JavaScript-console zijn geschreven, kunnen worden gebruikt voor testroutines<br />

en debug-code.<br />

De JavaScript-console gebruiken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Instellen op JavaScript en selecteer Console.<br />

128 ©<strong>Nitro</strong>


Uitvoer- en JavaScript-fouten weergeven<br />

In het deelvenster Uitvoer kunt u fouten met betrekking tot JavaScript of documentprocessen bekijken.<br />

Dit deelvenster wordt automatisch geopend om u te attenderen op belangrijke uitvoerberichten.<br />

Het deelvenster Uitvoer openen<br />

l Klik op de tab Uitvoer in de zijbalk.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

129 ©<strong>Nitro</strong>


l App-object<br />

l Doc-object<br />

l Color-object<br />

l Console-object<br />

l Event-object<br />

l Field-object<br />

l Global-object<br />

l Identity-object<br />

l Link-object<br />

l This-object<br />

l Util-object<br />

l OCG-object<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Ondersteunde JavaScript-objecten<br />

130 ©<strong>Nitro</strong>


Een statisch object dat de PDF-viewerapplicatie vertegenwoordigt.<br />

App-object<br />

Bevat methoden en eigenschappen voor het communiceren met de applicatie en voor het werken met<br />

actieve documenten.<br />

Voorbeeld: hiermee wordt het aantal geopende documenten weergegeven in een<br />

waarschuwingsbericht.<br />

var nDocs = app.activeDocs.length;<br />

app.alert("Er zijn " + nDocs + " documenten geopend.");<br />

Eigenschappen<br />

activeDocs<br />

formsVersion<br />

platform<br />

viewerType<br />

viewerVersion<br />

Methoden<br />

alert<br />

browseForDoc<br />

goBack<br />

goForward<br />

launchURL<br />

mailMsg<br />

newDoc<br />

openDoc<br />

response<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

131 ©<strong>Nitro</strong>


Gebruikt voor interactie met actieve documenten via JavaScript-code.<br />

Doc-object<br />

Voorbeeld: hiermee wordt het volledige pad van het PDF-bestand opgehaald en opgeslagen in de<br />

variabele sPath.<br />

var sPath = doc.path;<br />

Eigenschappen<br />

dirty<br />

disclosed<br />

documentFileName<br />

filesize<br />

info<br />

layout<br />

numFields<br />

numPages<br />

path<br />

pageNum<br />

URL<br />

zoom<br />

zoomType<br />

Methoden<br />

addIcon<br />

addField<br />

addLink<br />

closeDoc<br />

deletePages<br />

extractPages<br />

exportAsFDF<br />

flattenPages<br />

getField<br />

getIcon<br />

getNthFieldName<br />

getPageBox<br />

getPageNthWord<br />

getPageNumWords<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

132 ©<strong>Nitro</strong>


Methoden<br />

importAnFdf<br />

importIcon<br />

insertPages<br />

mailDoc<br />

mailForm<br />

print<br />

removeIcon<br />

removeField<br />

resetForm<br />

saveAs<br />

selectPageNthWord<br />

submitForm<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

133 ©<strong>Nitro</strong>


Color-object<br />

Een object waarmee een kleur kan worden ingesteld in andere JavaScript-methoden en eigenschappen.<br />

Voorbeeld: hiermee wordt de tekstkleur in het formulierveld “Voornaam” op rood ingesteld.<br />

this.getField("Voornaam").textColor = color.red;<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Eigenschappen en methoden<br />

Het color-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.<br />

134 ©<strong>Nitro</strong>


Console-object<br />

Alle JavaScript-scripts worden geactiveerd door een bepaalde gebeurtenis. Voor elk van deze<br />

gebeurtenissen maakt JavaScript een event-object waarmee informatie over de huidige<br />

gebeurtenisstatus kan worden opgehaald en bijgewerkt.<br />

Voorbeeld: als dit JavaScript wordt uitgevoerd op de gebeurtenis keystroke (toetsaanslag), wordt alle<br />

tekst die de gebruiker heeft ingevoerd, omgezet in hoofdletters.<br />

event.change = event.change.toUpperCase();<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Eigenschappen en methoden<br />

Het console-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.<br />

135 ©<strong>Nitro</strong>


Event-object<br />

Vertegenwoordigt een veld in een PDF-formulier. Dit object bevat de methoden en eigenschappen<br />

waarmee formuliervelden kunnen worden gewijzigd via JavaScript-code (zoals u dit visueel met de tools<br />

voor formuliervelden doet).<br />

Voorbeeld: hiermee wordt een verborgen veld zichtbaar gemaakt.<br />

var oField = this.getField("hiddenFieldName");<br />

oField.display = display.visible;<br />

Eigenschappen<br />

change<br />

changeEx<br />

commitKey<br />

fieldFull<br />

keyDown<br />

modifier<br />

name<br />

rc<br />

selEnd<br />

selStart<br />

shift<br />

source<br />

target<br />

targetName<br />

type<br />

value<br />

willCommit<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

136 ©<strong>Nitro</strong>


Field-object<br />

Vertegenwoordigt een veld in een PDF-formulier. Dit object bevat de methoden en eigenschappen<br />

waarmee formuliervelden kunnen worden gewijzigd via JavaScript-code (zoals u dit visueel met de tools<br />

voor formuliervelden doet).<br />

Voorbeeld: hiermee wordt een verborgen veld zichtbaar gemaakt.<br />

var oField = this.getField("hiddenFieldName");<br />

oField.display = display.visible;<br />

Eigenschappen<br />

alignment<br />

borderStyle<br />

buttonAlignX<br />

buttonAlignY<br />

buttonFitBounds<br />

buttonPosition<br />

buttonScaleHow<br />

buttonScaleWhen<br />

calcOrderIndex<br />

charLimit<br />

comb<br />

commitOnSelChange<br />

currentValueIndices<br />

defaultStyle<br />

defaultValue<br />

doNotScroll<br />

doNotSpellCheck<br />

display<br />

doc<br />

editable<br />

exportValues<br />

hidden<br />

fileSelect<br />

fillColor<br />

lineWidth<br />

highlight<br />

multiline<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

137 ©<strong>Nitro</strong>


Eigenschappen<br />

multipleSelection<br />

name<br />

numItems<br />

page<br />

password<br />

print<br />

radiosInUnison<br />

readonly<br />

rect<br />

required<br />

richText<br />

richValue<br />

rotation<br />

strokeColor<br />

style<br />

submitName<br />

textColor<br />

textFont<br />

textSize<br />

type<br />

userName<br />

value<br />

valueAsString<br />

Methoden<br />

browseForFileToSubmit<br />

buttonGetCaption<br />

buttonGetIcon<br />

buttonImportIcon<br />

buttonSetCaption<br />

buttonSetIcon<br />

checkThisBox<br />

clearItems<br />

defaultIsChecked<br />

getArray<br />

getItemAt<br />

getLock<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

138 ©<strong>Nitro</strong>


Methoden<br />

insertItemAt<br />

isBoxChecked<br />

isDefaultChecked<br />

setAction<br />

setFocus<br />

setItems<br />

setLock<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

139 ©<strong>Nitro</strong>


Global-object<br />

Hiermee kunt u gegevens delen in een instantie van de PDF-viewer (zodat gegevens vanuit elk geopend<br />

document kunnen worden opgeroepen).<br />

Voorbeeld: wanneer een gebruiker zijn/haar e-mailadres eenmaal heeft ingevoerd, wordt dit opgeslagen<br />

in een global-variabele en automatisch in de e-mailvelden van andere geopende documenten ingevoerd.<br />

global.userEmail = this.getField("email").value;<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Opmerking: de methoden setPersistent en subscribe worden momenteel niet ondersteund in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

140 ©<strong>Nitro</strong>


Identity-object<br />

Dit object bevat informatie over de huidige gebruiker, die is aangemeld op het apparaat met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

Deze informatie kan tevens in Voorkeuren worden bekeken.<br />

Voorbeeld: Dit JavaScript haalt de aanmeldnaam van de gebruiker op en slaat deze op in een globale<br />

variabele (met de naam login) die door ieder ander JavaScript kan worden gebruikt. Het identity-object is<br />

uitsluitend toegestaan tijdens console-, menu- en batch-gebeurtenissen en tijdens initialisatie van de<br />

applicatie, en is daarom ideaal geschikt voor een JavaScript-bestand (.js) op mapniveau dat wordt<br />

uitgevoerd wanneer de applicatie wordt gestart.<br />

global.login = identity.loginName;<br />

Eigenschappen<br />

corporation<br />

email<br />

loginName<br />

name<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

141 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Link-object<br />

Met dit object kunt u de eigenschappen van een PDF-koppeling ophalen en instellen en kunt u de<br />

instellingen opgeven voor een JavaScript uitvoeren-actie.<br />

Eigenschappen en methoden<br />

Het link-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.<br />

142 ©<strong>Nitro</strong>


This-object<br />

Dit is een speciaal trefwoord voor JavaScript dat naar het huidige object verwijst. Wanneer bijvoorbeeld<br />

een JavaScript wordt uitgevoerd als een document geopend is, heeft het trefwoord this hetzelfde effect<br />

als het trefwoord doc.<br />

Voorbeeld:<br />

this.getField("veldnaam");<br />

komt overeen met:<br />

doc.fieldName("veldnaam");<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Eigenschappen en methoden<br />

Het this-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.<br />

143 ©<strong>Nitro</strong>


Bevat een aantal hulpmethoden waarmee tekenreeksen en datums gemakkelijk kunnen worden<br />

ingedeeld en geparseerd.<br />

Methoden<br />

printf<br />

printd<br />

printx<br />

scand<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Util-object<br />

144 ©<strong>Nitro</strong>


OCG-object<br />

Dit object biedt ondersteuning voor Optional Content Groups (optionele inhoudsgroepen). OCG's<br />

bevatten een verzameling grafische objecten en worden 'lagen' genoemd. U kunt de eigenschappen van<br />

lagen dynamisch omschakelen om ze zichtbaar of onzichtbaar te maken, voor navigatie in een PDFdocument.<br />

Raadpleeg Het deelvenster Lagen voor verdere informatie.<br />

Eigenschappen en methoden<br />

Het OCG-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.<br />

Voorbeeld:<br />

Hiermee wordt een OCG met de naam 'Overlay' ingeschakeld (om de laag uit te schakelen verandert u<br />

true in false in de JavaScript-code).<br />

function turnOverlayOCG(doc)<br />

{<br />

var ocgArray = doc.getOCGs();<br />

for(var i=0; i


Bewerken<br />

Met de juiste functies voor het bewerken van PDF's bent u veel minder tijd kwijt aan het omschakelen<br />

tussen de verschillende programma's en bestandstypen. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 voorziet in een uitgebreide set<br />

functies om de tekst, afbeeldingen en pagina's in uw bestaande PDF's te bewerken en uw documenten<br />

perfect af te werken voor distributie.<br />

Tekst<br />

l Tekst toevoegen of bewerken<br />

l Ingesloten lettertypen<br />

l Kop- en voettekst<br />

l Bates-nummers<br />

Afbeeldingen<br />

l Afbeeldingen invoegen<br />

l Afbeeldingen verwijderen<br />

l Afbeeldingen rangschikken<br />

l Afbeeldingen vergroten/verkleinen en bijsnijden<br />

l De kleurruimte van afbeeldingen wijzigen<br />

l Afbeeldingen vervangen<br />

l Een afbeelding ophalen<br />

l Alle afbeeldingen ophalen<br />

l Watermerken en achtergronden<br />

Bestanden<br />

l Documentinformatie en metagegevens<br />

l Documentbeveiliging<br />

l Lettertypen<br />

l Eigenschappen Eerste weergave<br />

l PDF-bestanden optimaliseren<br />

l Bestanden bijvoegen<br />

Verwante informatie<br />

l Aantekeningenlaag en inhoudslaag<br />

l Bestanden samenvoegen en pagina's opstellen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

146 ©<strong>Nitro</strong>


Tekst toevoegen of bewerken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 bevat functies waarmee nieuwe tekst aan PDF-documenten kan worden toegevoegd, laatste<br />

correcties aan PDF-documenten kunnen worden gemaakt en waarmee documenten kunnen worden<br />

bijgewerkt zonder de bronbestanden in hun oorspronkelijke applicatie te hoeven openen.<br />

Met de functie Tekst typen kan overal in een PDF-document tekst worden ingevoerd, zelfs als het<br />

document geen interactieve velden heeft. Daarbij kunt u tekstkleur, lettertype en tekstgrootte volledig<br />

zelf bepalen. Als u bijvoorbeeld een PDF-formulier ontvangt dat gemaakt is van een fotokopie of scan van<br />

het papieren formulier, hoeft u dit niet eerst af te drukken om de benodigde informatie in te vullen. In<br />

plaats daarvan gebruikt u de functie Tekst typen en voert u de tekst als een aantekening op het formulier<br />

in.<br />

Met de functie Bewerken kunt u bestaande tekstblokken bijwerken en als een alinea in een<br />

begrenzingsvak verplaatsen. Zo hoeft u dus niet alle regels apart te verplaatsen. Bij het bewerken van<br />

tekst of als de grootte van het begrenzingsvak tijdens het wijzigen van tekst wordt veranderd, wordt de<br />

tekstdoorloop automatisch aangepast.<br />

TIP: Tekstdoorloop wordt ondersteund in alinea's, en alinea's worden als afzonderlijke objecten<br />

behandeld. Gebruik de functie Bewerken om alinea's te verplaatsen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 bevat functies waarmee u aan iedere pagina van uw document tekst kunt toevoegen in de<br />

vorm van kop- en voetteksten, en Bates-nummers voor unieke paginanummering.<br />

Verdere informatie hierover kunt u vinden in:<br />

l Kop- en voettekst<br />

l Bates-nummers<br />

OPMERKING: Als er veel kleine of grote correcties in een document moeten worden ingevoerd, kunt u<br />

de wijzigingen het beste in het bronbestand aanbrengen. Zo kunt u de exacte opmaak en indeling van<br />

het bestand nauwkeuriger bepalen en heeft u wellicht opties ter beschikking om de correcties<br />

automatisch te laten invoeren. U kunt ook de opties PDF naar Microsoft Word converteren of PDF naar<br />

Rich Text converteren gebruiken om de PDF om te zetten in een bewerkbaar DOC- of RTF-bestand.<br />

Tekst toevoegen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Home in de groep Gereedschappen op Tekst typen.<br />

2. Klik op de pagina waar u tekst wilt invoeren.<br />

3. Gebruik de tekstopties in het tabblad Indeling, zoals Lettertype en Grootte, om de tekst naar wens<br />

op te maken.<br />

4. Voer de gewenste tekst in en druk op Escape of klik op Voltooien als u klaar bent.<br />

TIP: De tekst die u typt, wordt standaard in de laag voor aantekeningen ingevoegd. Als u de tekst in de<br />

laag voor inhoud wilt invoegen, drukt u op Ctrl en klikt u op de pagina waar u de tekst wilt invoeren.<br />

Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie.<br />

147 ©<strong>Nitro</strong>


Tekst bewerken<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op Bewerken.<br />

2. Dubbelklik op Tekst en zet de cursor waar u de tekst wilt invoegen of bewerken. Tijdens het typen<br />

wordt de grootte van het begrenzingsvak aan de tekst aangepast.<br />

3. Als u klaar bent, drukt u op Escape, klikt u elders op de pagina, of klikt u op Voltooien.<br />

OPMERKING: Als u een teken invoert in een lettertype dat niet is geïnstalleerd, zal <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7<br />

automatisch het lettertype selecteren dat er het meest op lijkt. U ziet dan tijdens het typen dat de naam<br />

van het lettertype wordt veranderd.<br />

Als <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 geen gerelateerd lettertype kunt vinden, wordt een algemeen lettertype gebruikt. Het is<br />

raadzaam te controleren of geselecteerde lettertypen gelijksoortig zijn en zo nodig een ander lettertype<br />

toe te passen.<br />

Raadpleeg Ingesloten lettertypen voor verdere informatie.<br />

Tekst verplaatsen<br />

Als u tekst wilt verplaatsen, klikt u op de functie Bewerken en op een paragraaf of titel om deze tekst te<br />

selecteren en voert u een van de volgende handelingen uit:<br />

l Sleep het begrenzingsvak naar de nieuwe plaats.<br />

l Gebruik de pijltoetsen op uw toetsenbord om het begrenzingsvak in kleine stappen te<br />

verplaatsen.<br />

Een alinea of afbeelding verwijderen<br />

1. Klik één keer op de tekst of de afbeelding om het blauwe begrenzingsvak weer te geven.<br />

2. Druk op de toets Delete of klik met uw rechtermuisknop en selecteer Verwijderen in het menu.<br />

Tekst afvlakken<br />

Het verplaatsen van tekst uit de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag wordt 'afvlakken' genoemd.<br />

Voer een van de volgende handelingen uit om tekst af te vlakken:<br />

l Als u een geselecteerde tekstaantekening naar de inhoudslaag wilt verplaatsen, klikt u met uw<br />

rechtermuisknop op de aantekening en selecteert u Selectie afvlakken in het menu.<br />

l Als u alle tekst uit de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag wilt verplaatsen, klikt u met uw<br />

rechtermuisknop op een aantekening en selecteert u Alles afvlakken in het menu.<br />

l Als u alle aantekeningen uit de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag wilt verplaatsen en<br />

tegelijkertijd de PDF wilt opslaan, selecteert u in het menu Bestand de optie Opslaan als en<br />

Afgevlakte PDF. Hiermee worden alle aantekeningen afgevlakt, inclusief velden, notities,<br />

koppelingen en andere markeringen.<br />

Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

148 ©<strong>Nitro</strong>


Kop- en voettekst<br />

Met de functie Kop- en voettekst kunt u tekst, afbeeldingen en PDF-bestanden in een of meer pagina's<br />

van een PDF-document invoegen. U kunt de positie, grootte, transparantie en andere kenmerken van uw<br />

kop- en voettekst naar wens instellen en deze instellingen opslaan om ze later opnieuw te gebruiken.<br />

Bovendien kunt u kop- en voettekstprofielen importeren en exporteren om ze met anderen te delen.<br />

Kop- en voettekstprofielen kunnen een of meer kop- en voetteksten bevatten.<br />

Kop- en voetteksten worden vaak voor het volgende gebruikt:<br />

l Dynamische tekst: automatisch dynamische informatie aan uw document toevoegen, zoals<br />

paginanummers, auteur, titel van het document, datum en tijd.<br />

l Koptekst: de titel van het document of hoofdstukken en datuminformatie invoegen.<br />

l Voettekst: paginanummering, datum- en tijdinformatie invoegen.<br />

Alle beheerde kop- en voetteksten weergeven<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Kop- en voettekst. Het<br />

dialoogvenster Kop- en voettekst beheren wordt weergegeven.<br />

2. Kijk in het gedeelte <strong>Pro</strong>fiel selecteren voor een lijst van kop- en voettekstprofielen. <strong>Pro</strong>fielen<br />

kunnen meer dan één koptekst en voettekst bevatten.<br />

3. Klik op de knop + naast een profiel om alle kop- en voetteksten in dit profiel weer te geven.<br />

<strong>Pro</strong>fielen beheren en het menu Toepassen op document configureren<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Kop- en voettekst. Het<br />

dialoogvenster Kop- en voettekst beheren wordt weergegeven.<br />

2. Kijk in het gedeelte <strong>Pro</strong>fiel selecteren voor een lijst van kop- en voettekstprofielen. Voer een van<br />

de volgende handelingen uit:<br />

o Om de naam van een profiel te veranderen, dubbelklikt u op het profiel en voert u de<br />

nieuwe naam in.<br />

o Klik op Nieuw profiel als u een nieuw profiel wilt samenstellen. Het nieuwe profiel verschijnt<br />

onder aan de lijst <strong>Pro</strong>fiel selecteren. Voer een naam in voor het profiel.<br />

o De volgorde van deze lijst bepaalt de volgorde van de profielen in het menu Toepassen op<br />

document. Als u een nieuw kop- en voettekstprofiel toevoegt, verschijnt dit onder aan de<br />

lijst <strong>Pro</strong>fiel selecteren, en boven aan het menu Toepassen op document.<br />

o Als u een profiel wilt verwijderen, selecteert u dit en klikt u op Verwijderen.<br />

3. Klik op Toepassen om een kop- en voettekstprofiel op uw PDF-document toe te passen en het<br />

dialoogvenster Kop- en voettekst beheren te sluiten.<br />

Nieuwe koptekst of voettekst aan een profiel toevoegen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Kop- en voettekst. Het<br />

dialoogvenster Kop- en voettekst beheren wordt weergegeven.<br />

2. Selecteer een profiel in de lijst <strong>Pro</strong>fiel selecteren en klik op Toevoegen. Selecteer een type kop- of<br />

voettekst:<br />

o Tekst: geef de tekst voor uw kop- of voettekst op.<br />

o Afbeelding: gebruik een afbeelding als kop- of voettekst op de pagina's van uw document.<br />

o PDF: importeer een PDF-bestand om als kop- of voettekst te gebruiken.<br />

149 ©<strong>Nitro</strong>


3. Configureer eigenschappen voor uw kop- of voettekst:<br />

o Typ in het veld Naam kop- en voettekst de naam die in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 moet worden gebruikt<br />

om de kop- of voettekst in de lijsten en menu's aan te duiden. Deze naam kan afwijken van<br />

de tekst die in de kop- of voettekst van uw PDF-document verschijnt.<br />

o Geef aan of het watermerk Overliggend of Onderliggend (op de achtergrond, onder de<br />

inhoud van de pagina) moet zijn.<br />

o Geef de overige opties op, zoals de kleur, achtergrond en de plaatsing op de pagina.<br />

4. Klik op Opslaan om de nieuwe kop- of voettekst in het geselecteerde profiel op te slaan.<br />

TIP: u kunt meerdere watermerk- of achtergrondobjecten aan een profiel toevoegen.<br />

Een kop- of voettekstprofiel importeren of exporteren<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkering op Kop- en voettekst. Het<br />

dialoogvenster Kop- en voettekst beheren wordt weergegeven.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Selecteer een profiel in de lijst <strong>Pro</strong>fiel selecteren en klik op Exporteren om een kop- of<br />

voettekstprofiel te exporteren. Sla het profiel op als een nxp-bestand.<br />

o Klik op Importeren om een kop- of voettekstprofiel te importeren. Als u een nxp-bestand<br />

importeert, wordt het nieuwe profiel onder aan de lijst met profielen toegevoegd.<br />

TIP: Voor afbeeldingen die aan een watermerkprofiel zijn gekoppeld, verschijnt uitsluitend een<br />

verwijzing. Deze afbeeldingen worden niet geëxporteerd.<br />

Kop- of voettekst in uw PDF-document invoegen<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkering op de pijl onder Kop- en voettekst en<br />

selecteer Toepassen op document.<br />

2. Alle kop- en voettekstprofielen worden weergegeven in een lijst. Selecteer het profiel dat u op uw<br />

PDF-document wilt toepassen.<br />

OPMERKING: Als u een kop- of voettekst invoegt waarin gebruik wordt gemaakt van lettertypen die niet<br />

op het systeem van de ontvanger zijn geïnstalleerd, wordt deze tekst waarschijnlijk onjuist<br />

weergegeven. Als u niet zeker weet welke lettertypen uw ontvangers gebruiken, kunt u het beste<br />

standaardlettertypen zoals Times Roman, Courier, Arial of Symbol gebruiken. Raadpleeg Ingesloten<br />

lettertypen voor verdere informatie.<br />

Alle kop- en voettekst uit een document verwijderen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkering op de pijl onder Kop- en voettekst en<br />

selecteer Kop- en voettekst verwijderen.<br />

2. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u moet bevestigen dat u alle kop- en voettekst wilt<br />

verwijderen. Klik op OK.<br />

TIP: als u alleen een bepaalde kop- of voettekst wilt verwijderen, selecteert u deze met het gereedschap<br />

Bewerken, klikt u erop met de rechtermuisknop en selecteert u Verwijderen in het menu.<br />

150 ©<strong>Nitro</strong>


Watermerken en achtergronden<br />

Met de functie Watermerk kunt u tekst, afbeeldingen en andere PDF-bestanden in een of meer pagina's<br />

van een PDF-document invoegen. U kunt de positie, grootte, transparantie en andere eigenschappen van<br />

uw watermerken naar wens instellen en deze eigenschappen opslaan, zodat u ze later opnieuw kunt<br />

gebruiken. Tevens kunt u watermerkprofielen importeren en exporteren om ze met anderen te delen.<br />

Watermerkprofielen bevatten een of meer watermerken of achtergronden.<br />

Watermerken worden veel gebruikt voor:<br />

l Watermerken en achtergronden: u kunt bedrijfslogo's en andere merktekens invoegen om uw<br />

huisstijl te handhaven op alle pagina's en documenten.<br />

l Weergave van de documentstatus: u kunt een afbeelding toepassen als watermerk, bijvoorbeeld<br />

Gecontroleerd, Goedgekeurd en Concept, zodat alle ontvangers de status van het document<br />

kunnen zien.<br />

Alle beheerde watermerken weergeven<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Watermerk. Het dialoogvenster<br />

Watermerken en achtergronden beheren wordt weergegeven.<br />

2. Bekijk de lijst met watermerkprofielen in het vak <strong>Pro</strong>fiel selecteren. <strong>Pro</strong>fielen kunnen meerdere<br />

watermerken bevatten.<br />

3. Klik op de knop + naast een profiel om alle watermerken in dit profiel weer te geven.<br />

<strong>Pro</strong>fielen beheren en het menu Toepassen op document configureren<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Watermerk. Het dialoogvenster<br />

Watermerken en achtergronden beheren wordt weergegeven.<br />

2. Bekijk de lijst met watermerkprofielen in het vak <strong>Pro</strong>fiel selecteren. Voer een van de volgende<br />

handelingen uit:<br />

o Om de naam van een profiel te veranderen, dubbelklikt u op het profiel en voert u de<br />

nieuwe naam in.<br />

o Klik op Nieuw profiel als u een nieuw profiel wilt maken. Het nieuwe profiel verschijnt onder<br />

aan de lijst <strong>Pro</strong>fiel selecteren. Voer een naam in voor het profiel.<br />

o De volgorde van deze lijst bepaalt de volgorde van de profielen in het menu Toepassen op<br />

document. Als u een nieuw watermerkprofiel toevoegt, verschijnt dit onder aan de lijst<br />

<strong>Pro</strong>fiel selecteren en boven aan het menu Toepassen op document.<br />

o Als u een watermerkprofiel wilt verwijderen, selecteert u dit en klikt u op de knop<br />

Verwijderen.<br />

3. Klik op Toepassen om een watermerkprofiel op uw PDF-document toe te passen en het<br />

dialoogvenster Watermerken en achtergronden beheren te sluiten.<br />

Een nieuw watermerk of nieuwe achtergrond aan een profiel toevoegen<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Watermerk. Het dialoogvenster<br />

Watermerken en achtergronden beheren wordt weergegeven.<br />

2. Selecteer een profiel in de lijst <strong>Pro</strong>fiel selecteren en klik op Toevoegen. Selecteer een type<br />

watermerk.<br />

151 ©<strong>Nitro</strong>


o Tekst: geef de tekst op voor uw watermerk.<br />

o Afbeelding: gebruik een afbeelding als watermerk of achtergrond op de pagina's van uw<br />

document.<br />

o PDF: importeer een PDF-bestand om als watermerk of achtergrond te gebruiken.<br />

3. Configureer eigenschappen voor uw watermerk of achtergrond:<br />

o Typ in het veld Watermerknaam een naam voor gebruik in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7-lijsten en -menu's.<br />

Deze naam hoeft niet overeen te komen met de tekst die in het watermerk in uw PDFdocument<br />

verschijnt.<br />

o Geef aan of het watermerk Overliggend of Onderliggend (op de achtergrond, onder de<br />

inhoud van de pagina) moet zijn.<br />

o Geef de overige opties op, zoals de kleur, de achtergrond en de plaatsing van het<br />

watermerk op de pagina.<br />

4. Klik op Opslaan om het nieuwe watermerk in het geselecteerde profiel op te slaan.<br />

TIP: u kunt meerdere watermerk- en achtergrondobjecten aan een profiel toevoegen.<br />

Een watermerkprofiel importeren of exporteren<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Watermerk. Het dialoogvenster<br />

Watermerken en achtergronden beheren wordt weergegeven.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Selecteer een watermerkprofiel in de lijst <strong>Pro</strong>fiel selecteren en klik op Exporteren om het<br />

profiel te exporteren. Sla het profiel op als een nxp-bestand.<br />

o Klik op Importeren om een watermerkprofiel te importeren. Als u een nxp-bestand<br />

importeert, wordt het nieuwe profiel onder aan de lijst met profielen toegevoegd.<br />

TIP: Voor afbeeldingen die aan een watermerkprofiel zijn gekoppeld, verschijnt uitsluitend een<br />

verwijzing. Deze afbeeldingen worden niet geëxporteerd.<br />

Een watermerk of achtergrond in een PDF-document invoegen<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkering op de pijl onder Watermerk en<br />

selecteer Toepassen op document.<br />

2. U ziet een menu met alle watermerk- en achtergrondprofielen. Selecteer het profiel dat u op uw<br />

PDF-document wilt toepassen.<br />

OPMERKING: Als u een watermerk invoegt dat uit tekst bestaat, kan dit op het systeem van de<br />

ontvanger anders worden weergegeven als de gebruikte lettertypen niet op dit systeem zijn<br />

geïnstalleerd. Als u niet zeker weet welke lettertypen uw ontvangers gebruiken, kunt u het beste<br />

standaardlettertypen zoals Times Roman, Courier, Arial of Symbol gebruiken. Raadpleeg Ingesloten<br />

lettertypen voor verdere informatie.<br />

Alle watermerken en achtergronden uit een document verwijderen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkering op de pijl onder Watermerk en<br />

selecteer Watermerken verwijderen.<br />

2. In het dialoogvenster dat verschijnt, wordt u gevraagd te bevestigen dat u alle watermerken wilt<br />

verwijderen. Klik op OK.<br />

152 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

TIP: als u alleen een bepaald watermerk of specifieke achtergrond wilt verwijderen, selecteert u dit item<br />

met het gereedschap Bewerken, klikt u erop met de rechtermuisknop en selecteert u Verwijderen in het<br />

menu.<br />

153 ©<strong>Nitro</strong>


Bates-nummers<br />

Bates-nummering wordt gebruikt voor wettelijke en soortgelijke verzamelingen van documenten waarin<br />

alle pagina's gelabeld, verantwoord en gemakkelijk terug te vinden moeten zijn. Met de functie voor<br />

Bates-nummering kunt u een uniek nummer aan iedere pagina toewijzen. De nummering kan op ieder<br />

willekeurig punt beginnen. Als er dan tegelijkertijd meerdere documenten worden verwerkt, wordt deze<br />

nummering door alle documenten vervolgd.<br />

Bates-nummers aan een PDF toevoegen<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Bates-nummer.<br />

2. Geef de gewenste nummeringswaarden op in de vakken Prefix, Suffix en Begin op.<br />

3. Klik op de opties die u wilt gebruiken voor de lettertype-eigenschappen en opmaak, en selecteer<br />

de pagina's die u wilt verwerken.<br />

4. Klik op Toepassen.<br />

Bates-nummers aan een reeks PDF-bestanden toevoegen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op de pijl onder Bates-nummer en<br />

klik op Meerdere bestanden.<br />

2. Voeg de bestanden toe die u wilt verwerken en rangschik deze naar wens. Klik vervolgens op<br />

Volgende.<br />

3. Geef de gewenste nummeringswaarden op in de vakken Prefix, Suffix en Begin op.<br />

4. Klik op de opties die u wilt gebruiken voor de lettertype-eigenschappen en opmaak, en selecteer<br />

de pagina's die u wilt verwerken.<br />

5. Klik op Toepassen.<br />

154 ©<strong>Nitro</strong>


Bestanden bijvoegen<br />

PDF-documenten kunnen behalve tekst en afbeeldingen tevens bestandsbijlagen bevatten. Dit is een<br />

makkelijke en betrouwbare methode om reeksen documenten uit te wisselen. Het deelvenster Bijlagen is<br />

de centrale plaats waar u bijlagen kunt bekijken, invoegen, verwijderen en exporteren.<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u bestanden op twee manieren bijvoegen:<br />

l Bijlagen op documentniveau. Als u een document samenstelt dat door anderen moet worden<br />

gecontroleerd, kan het handig zijn het bronbestand en eventueel referentiemateriaal (zoals<br />

spreadsheets en tekeningen) op documentniveau aan het document toe te voegen. Zo beschikken<br />

de andere gebruikers van het document over een compleet informatiepakket, dat zij op ieder<br />

gewenst moment tijdens het bekijken van de PDF-versie kunnen openen.<br />

l Bijlagen in de vorm van aantekeningen. Als u een document controleert dat door iemand anders<br />

is samengesteld, en u een apart bestand met feedback (bijvoorbeeld een herziene technische<br />

tekening of prijslijst) wilt verschaffen, kunt u een bijlage in de vorm van aantekeningen bijvoegen.<br />

Deze aantekeningen kunnen namelijk precies op de gewenste plaats in de PDF worden ingevoegd.<br />

Dergelijke bijlagen worden als paperclippictogram op de PDF-pagina weergegeven en kunnen<br />

worden geopend door op het pictogram te dubbelklikken.<br />

Een bestand op documentniveau bijvoegen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Selecteer Bestanden bijvoegen op het tabblad Bestand. Het dialoogvenster Openen wordt<br />

weergegeven.<br />

2. Zoek en selecteer het bestand dat u wilt bijvoegen en klik op Openen. Het bestand wordt als<br />

bijlage aan uw PDF-document toegevoegd en wordt in het bestand ingesloten wanneer u het<br />

opslaat.<br />

Raadpleeg Het deelvenster Bijlagen en Bestanden als aantekeningen bijvoegen voor verdere informatie.<br />

155 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Afbeeldingen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 is voorzien van een geavanceerde set functies waarmee afbeeldingen rechtstreeks kunnen<br />

worden bewerkt, zodat u niet telkens terug hoeft te gaan naar het brondocument als er iets moet<br />

worden veranderd.<br />

U kunt afbeeldingen bewerken met de functie Bewerken. Als u op een afbeelding dubbelklikt, verschijnt<br />

het nieuwe tabblad Indeling in het lint, met alle functies voor het bewerken van afbeeldingen.<br />

156 ©<strong>Nitro</strong>


Afbeeldingen invoegen<br />

Met de functie Afbeelding toevoegen kunt u afbeeldingen aan uw PDF toevoegen, zodat u niet terug<br />

hoeft te gaan naar uw brondocument om dit te bewerken.<br />

Een afbeelding invoegen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Afbeeldingen op Afbeelding toevoegen.<br />

2. Selecteer de gewenste afbeelding en klik op Openen.<br />

3. Klik op de afbeelding, stel de grootte naar wens in en zet de afbeelding op de juiste plaats op de<br />

pagina.<br />

157 ©<strong>Nitro</strong>


Een afbeelding ophalen<br />

Met de functie Beeld ophalen kunt u afbeeldingen uit een PDF-bestand kopiëren en opnieuw gebruiken<br />

in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 of andere applicaties.<br />

Een afbeelding ophalen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Gebruik de functie Selecteren en klik op een afbeelding. De afbeelding wordt gemarkeerd met een<br />

blauw kader.<br />

2. Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde afbeelding en selecteer Beeld ophalen. Het<br />

dialoogvenster Opslaan als wordt weergegeven.<br />

3. Blader naar een locatie en geef een bestandsnaam op voor de afbeelding.<br />

4. Opslaan als: maak hier een keuze uit de bestandsindelingen JPG, TIF en PNG.<br />

5. Klik op Opslaan.<br />

158 ©<strong>Nitro</strong>


Met de functie Bewerken kunt u afbeeldingen uit uw PDF-bestanden verwijderen.<br />

Een afbeelding verwijderen<br />

Afbeeldingen verwijderen<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/afbeeldingen op de knop Bewerken.<br />

2. Klik op Tekst en afbeeldingen bewerken.<br />

3. Klik op de gewenste afbeelding.<br />

4. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Druk op de toets Delete.<br />

l Kik met de rechtermuisknop en klik vervolgens op Verwijderen.<br />

Meerdere afbeeldingen selecteren<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/afbeeldingen op de knop Bewerken.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Houd de Shift-toets ingedrukt en selecteer iedere afbeelding die u wilt verwijderen.<br />

l Klik en sleep de aanwijzer om een groep aaneengesloten afbeeldingen te selecteren.<br />

3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Druk op de toets Delete.<br />

l Kik met de rechtermuisknop en klik vervolgens op Verwijderen.<br />

159 ©<strong>Nitro</strong>


Afbeeldingen rangschikken<br />

Met de functies voor het rangschikken van afbeeldingen kunt u beelden vóór en achter andere objecten<br />

plaatsen, horizontaal en verticaal spiegelen, en draaien.<br />

Afbeeldingen rangschikken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken.<br />

2. Dubbelklik op de gewenste afbeelding.<br />

3. Klik in het tabblad Indeling in het groepsmenu Rangschikken op Naar voorgrond, Naar<br />

achtergrond, Spiegelen of Draaien.<br />

160 ©<strong>Nitro</strong>


Afbeeldingen vergroten/verkleinen en bijsnijden<br />

Met behulp van de bewerkgereedschappen voor afbeeldingen kunt u de grootte van een afbeelding<br />

proportioneel wijzigen, of kunt u de hoogte of breedte aanpassen. Met het gereedschap Bijsnijden kunt<br />

u de randen van afbeeldingen permanent verwijderen.<br />

De grootte van afbeeldingen wijzigen<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken.<br />

2. Klik op de gewenste afbeelding.<br />

3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Als u de grootte verhoudingsgewijs wilt aanpassen, versleept u de hoek van de afbeelding<br />

tot het juiste formaat is bereikt.<br />

l Als u de hoogte of breedte wilt aanpassen, versleept u een van formaatgrepen in het<br />

midden van de respectieve afbeeldingsranden.<br />

Een afbeelding bijsnijden<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken.<br />

2. Dubbelklik op de gewenste afbeelding.<br />

3. Klik in het tabblad Indeling in het groepsmenu Grootte op Bijsnijden.<br />

4. Sleep de formaatgreep op de afbeeldingsrand naar het midden van de afbeelding om deze bij te<br />

snijden.<br />

161 ©<strong>Nitro</strong>


De kleurruimte van afbeeldingen wijzigen<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u de kleurruimte van iedere afbeelding afzonderlijk wijzigen.<br />

De kleurruimte van een afbeelding wijzigen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken.<br />

2. Dubbelklik op de gewenste afbeelding.<br />

3. Klik op het tabblad Indeling in het groepsmenu Aanpassen op Kleur.<br />

4. Klik op de kleurruimte.<br />

162 ©<strong>Nitro</strong>


Afbeeldingen vervangen<br />

Met de functie Afbeelding vervangen kunt u één afbeelding verwijderen en er een andere voor in de<br />

plaats zetten. Wanneer de nieuwe afbeelding is ingevoegd, zijn alle bewerkgereedschappen beschikbaar<br />

om de afbeelding op de gewenste plaats te zetten en te bewerken.<br />

Een afbeelding vervangen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken.<br />

2. Dubbelklik op de afbeelding die u wilt vervangen.<br />

3. Klik op het tabblad Indeling in het lint.<br />

4. Klik in het tabblad Indeling in het groepsmenu Aanpassen op Vervangen.<br />

5. Selecteer de nieuwe afbeelding en klik op Openen.<br />

163 ©<strong>Nitro</strong>


PDF-bestanden optimaliseren<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 beschikt over een krachtige set gereedschappen om ongewenste documentobjecten te<br />

verwijderen en afbeeldingen te comprimeren, waardoor uw bestanden aanzienlijk kleiner worden.<br />

Een PDF-document optimaliseren<br />

1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op PDF optimaliseren.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit in het tabblad Afbeeldingen:<br />

l Selecteer een van de vooraf ingestelde opties voor beeldkwaliteit.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Selecteer Aangepast, klik op Instellingen en selecteer vervolgens de gewenste opties voor<br />

beeldcompressie. Klik op OK.<br />

3. Selecteer de objecttypen die u wilt verwijderen in het tabblad Objecten verwijderen.<br />

4. Klik op Optimaliseren.<br />

164 ©<strong>Nitro</strong>


Instellingen voor beeldoptimalisatie<br />

Door de afbeeldingen in uw PDF's te optimaliseren, kunt u de juiste balans creëren tussen de<br />

bestandsgrootte en de visuele kwaliteit, afhankelijk van de manier waarop uw bestanden zullen worden<br />

gebruikt. De twee belangrijkste technieken die worden gebruikt voor het optimaliseren van afbeeldingen,<br />

zijn comprimeren en verkleinen.<br />

Comprimeren<br />

l Verliesvrij. Hiermee wordt de grootte van een afbeeldingsbestand verkleind zonder<br />

gegevensverlies, door uitsluitend herhaalde informatie te verwijderen. De visuele kwaliteit van een<br />

afbeelding die verliesvrij is gecomprimeerd, is identiek aan het origineel. Deze methode is nuttig als<br />

de afbeelding moet worden opgehaald en op een later tijdstip moet worden bewerkt.<br />

l Met verlies. Hiermee worden de 'overbodige' delen van de informatie uit de afbeelding verwijderd.<br />

Door het verwijderen van informatie ontstaat een kleiner bestand dan met compressie zonder<br />

verlies, maar dit is veelal niet geschikt voor kwalitatief hoogwaardige afdrukken, of wanneer de<br />

afbeelding later moet worden opgehaald om te worden bewerkt of elders te worden gebruikt.<br />

Verkleinen<br />

Bij verkleining wordt de beeldresolutie verlaagd door het aantal punten per inch (dots per inch of dpi) van<br />

de afbeelding te verlagen. Aangezien er dan minder informatie hoeft te worden opgeslagen, zijn de<br />

resulterende PDF-bestanden aanzienlijk kleiner. Over het algemeen is het een goed idee om afbeeldingen<br />

te verkleinen op basis van de resolutie van het apparaat waarnaar het bestand wordt verzonden. Zo<br />

hebben computerschermen bijvoorbeeld gewoonlijk een resolutie tussen 72 dpi en 96 dpi; dit is de<br />

hoogste resolutie van het beeldscherm.<br />

Beschikbare instellingen voor beeldoptimalisatie<br />

De volgende instellingen voor beeldoptimalisatie zijn beschikbaar wanneer de functie PDF optimaliseren<br />

in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 wordt gebruikt:<br />

Web<br />

Hiermee ontstaan bestanden die zijn geoptimaliseerd voor weergave op het scherm. Afbeeldingen<br />

worden met verlies gecomprimeerd, en afbeeldingen met een hogere resolutie dan 150 dpi worden<br />

verkleind. Gebruik deze instelling als de bestanden zo klein mogelijk moeten zijn en wanneer de<br />

afdrukkwaliteit minder belangrijk is dan de grootte van het bestand, bijvoorbeeld voor PDF's die op<br />

internet moeten worden weergegeven.<br />

Kantoorkwaliteit<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

<strong>Pro</strong>duceert een PDF die geoptimaliseerd is om te worden afgedrukt op een gewone thuis- of<br />

kantoorprinter. Afbeeldingen worden met verlies gecomprimeerd, en afbeeldingen met een hogere<br />

resolutie dan 300 dpi worden verkleind. Gebruik deze instelling als uw bestand een redelijke<br />

afdrukkwaliteit moet hebben bij afdrukken op een standaardprinter, maar tegelijkertijd niet al te groot<br />

moet zijn, bijvoorbeeld voor PDF's die u per e-mail naar collega's wilt versturen.<br />

165 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Pro</strong>fessionele kwaliteit<br />

<strong>Pro</strong>duceert een PDF die geoptimaliseerd is om te worden afgedrukt op een professionele printer.<br />

Afbeeldingen worden verliesvrij gecomprimeerd (er wordt geen pixelinformatie verwijderd), en<br />

afbeeldingen met een hogere resolutie dan 600 dpi worden verkleind. Met deze instelling worden<br />

kwalitatief hoogwaardige bestanden gemaakt waarvan de bestandsgrootte toch nog zoveel mogelijk<br />

wordt verkleind. Dit is de ideale instelling voor bestanden die bijvoorbeeld bij een drukkerij worden<br />

afgedrukt.<br />

Zoveel mogelijk als origineel<br />

Hiermee worden bestanden gemaakt waarvan de afbeeldingen dezelfde resolutie hebben als het<br />

origineel. Afbeeldingen worden met verliesvrije compressie gecomprimeerd en worden niet verkleind. De<br />

bestandsgrootte wordt iets verkleind, vooral bij documenten die veel grote afbeeldingen bevatten. Deze<br />

instelling is ideaal wanneer de beeldkwaliteit erg belangrijk is.<br />

Afbeeldingen ongewijzigd laten<br />

Afbeeldingen niet comprimeren of verkleinen. Gebruik deze instellingen als uw afbeeldingen niet<br />

gecomprimeerd of verkleind mogen worden, maar wanneer u wel andere optimaliseringstaken wilt<br />

uitvoeren, zoals het verwijderen van objecten.<br />

Aangepast<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Hiermee kunt u specifieke instellingen selecteren voor de verschillende typen afbeeldingen in uw<br />

document, zoals kleuren- en grijswaardeafbeeldingen. Afhankelijk van de typen afbeeldingen in uw<br />

document zijn de volgende opties beschikbaar:<br />

l Verkleinen (dpi). Hiermee kunt u opgeven dat de originele dpi moet worden gehandhaafd of kunt<br />

u de dpi voor het renderen van iedere afbeelding kiezen. Als hier een lagere dpi wordt ingesteld,<br />

wordt de kwaliteit minder en het bestand kleiner.<br />

l Compressie. Hiermee wordt het type compressie voor afbeeldingen ingesteld. Als Automatisch<br />

wordt geselecteerd, selecteert <strong>Nitro</strong> PDF het type compressie dat het meest geschikt is voor het<br />

merendeel van de afbeeldingen in het document. U kunt de verschillende instellingen uitproberen<br />

om de beste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit te bepalen.<br />

l Beeldkwaliteit. Als JPEG-compressie wordt geselecteerd, kunt u met deze instelling de gewenste<br />

beeldkwaliteit opgeven, afhankelijk van het beoogde gebruik van uw document. Hoe hoger de<br />

beeldkwaliteit, des te groter het bestand zal zijn.<br />

166 ©<strong>Nitro</strong>


Documenteigenschappen<br />

De velden met documentinformatie in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 zijn handig voor gebruikers die meer over een<br />

document willen weten, en komen vooral van pas als documenten moeten worden geïndexeerd. Aan de<br />

hand van deze velden kunnen documenten in categorieën worden ondergebracht en kunnen de<br />

zoekresultaten van zoekengines en andere indexen worden beperkt.<br />

Documenteigenschappen weergeven<br />

l Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Documenteigenschappen, of druk op de<br />

sneltoets Ctrl+D.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

167 ©<strong>Nitro</strong>


Documentinformatie en metagegevens<br />

In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u de velden met de documenttitel, de auteur, het onderwerp en de trefwoorden en<br />

tevens uw eigen metagegevensvelden bewerken.<br />

Tip: Niet alle documentinformatie kan worden bewerkt. Veel velden zijn ingesteld toen het document<br />

werd gemaakt of voor het laatst werd bijgewerkt. Bijvoorbeeld: datum gemaakt, maker, optimalisatie,<br />

PDF-versie, enzovoort.<br />

Documentinformatie of metagegevens toevoegen of bewerken<br />

1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Documenteigenschappen.<br />

2. Typ tekst in de vakken Titel, Auteur, Onderwerp en Trefwoorden, of werk de bestaande tekst in<br />

deze vakken bij.<br />

3. Klik op OK.<br />

Eigen metagegevensvelden toevoegen of bewerken<br />

1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Documenteigenschappen.<br />

2. Klik op Bewerken.<br />

3. Typ tekst in de vakken Naam en Waarde en klik op Toevoegen.<br />

4. Klik op OK.<br />

5. Klik in het dialoogvenster Documenteigenschappen op OK.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

168 ©<strong>Nitro</strong>


Documentbeveiliging<br />

Het dialoogvenster Documenteigenschappen bevat informatie over de beveiliging en beperkingen die zijn<br />

ingesteld voor een PDF. Raadpleeg Instellingen voor bevoegdheden voor meer informatie over<br />

verschillende instellingen voor PDF-bevoegdheden.<br />

De beveiliging van een bestand weergeven<br />

1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Documenteigenschappen.<br />

2. Open het tabblad Beveiliging.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

169 ©<strong>Nitro</strong>


Lettertypen<br />

In het dialoogvenster Documenteigenschappen wordt informatie gegeven over de lettertypen die in een<br />

document zijn gebruikt. Raadpleeg Ingesloten lettertypen voor meer informatie over PDF-lettertypen.<br />

Bekijken welke lettertypen in een document zijn gebruikt<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Klik op de menuknop Bestand, klik op Documenteigenschappen en open het tabblad Lettertypen.<br />

170 ©<strong>Nitro</strong>


Eigenschappen Eerste weergave<br />

PDF-documenten kunnen zo worden ingesteld dat ze op een specifieke manier worden weergegeven<br />

wanneer ze in een PDF-viewer worden geopend. Als uw bestand bijvoorbeeld bladwijzers bevat en u deze<br />

makkelijk toegankelijk wilt maken voor de ontvangers, kunt u het document zo instellen dat het<br />

deelvenster Bladwijzers wordt weergegeven zodra het document wordt geopend. Ook kunt u een<br />

bepaald zoomniveau selecteren voor uw PDF, instellen op welke pagina het document wordt geopend,<br />

enzovoort. In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 worden deze instellingen via het dialoogvenster Documenteigenschappen<br />

opgegeven.<br />

l Navigatie. Hiermee wordt ingesteld welk deelvenster standaard wordt weergegeven. De opties<br />

zijn Deelvenster Bladwijzers en pagina, Deelvenster Pagina's en pagina, en Alleen pagina (dus geen<br />

deelvenster).<br />

l Paginaopmaak. Hiermee kunt u de weergavemodus voor pagina's instellen op Enkel, Doorlopend,<br />

Dubbel of Dubbel doorlopend.<br />

l In-/uitzoomen. Hiermee stelt u het standaardniveau van vergroting in. Kies uit een lijst van<br />

vergrotingspercentages of selecteer de instelling Paginabreedte, Paginahoogte of Zichtbare<br />

inhoud.<br />

l Document altijd openen op pagina. Hier kunt u opgeven op welke pagina de PDF moet worden<br />

geopend.<br />

l Venster op grootte van document. Hiermee wordt de grootte van het venster aangepast aan de<br />

vergrotingswaarde die is ingesteld voor weergave van het document.<br />

l Venster centreren op scherm. Hiermee wordt het applicatievenster gecentreerd op het scherm<br />

weergegeven.<br />

l Volledig scherm. Hiermee wordt het document schermvullend geopend.<br />

l Titelbalk van venster instellen op. Hier wordt ingesteld wat er in de titelbalk van de PDF-viewer<br />

wordt weergegeven. Dit kan de bestandsnaam zijn of de documenttitel.<br />

l Menubalk verbergen. Hiermee worden de menu's verborgen als de PDF in Adobe Reader of<br />

Acrobat wordt geopend.<br />

l Gereedschappen verbergen. Hiermee worden de werkbalken verborgen als de PDF in Adobe<br />

Reader of Acrobat wordt geopend.<br />

l Vensterbesturingstoetsen verbergen. Hiermee worden het linkerdeelvenster en de statusbalk<br />

verborgen als de PDF in Adobe Reader of Acrobat wordt geopend.<br />

Eigenschappen voor eerste weergave instellen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik op de menuknop Bestand, klik op Documenteigenschappen en open het tabblad Lettertypen.<br />

2. Klik op de opties die u wilt gebruiken.<br />

3. Klik op OK.<br />

4. Klik in het dialoogvenster Documenteigenschappen op OK.<br />

171 ©<strong>Nitro</strong>


Redactie<br />

Met de functie Redactie worden delen van tekst of afbeeldingen permanent uit een PDF verwijderd en<br />

vervangen door zwarte blokjes. Zo kunt u vertrouwelijke informatie uit een alinea, tabel, kop of<br />

bitmapafbeelding verwijderen. De rest van het document blijft intact en kan normaal worden bekeken en<br />

afgedrukt.<br />

Het proces voor redactie bestaat uit twee stappen: het markeren van de gebieden voor redactie en het<br />

toepassen van de redactie:<br />

1. Selecteer afbeeldingen, woorden, alinea's of pagina's en pas redactiemarkeringen toe.<br />

Redactiemarkeringen voor tekst en afbeeldingen zijn niet-destructief. Deze markeringen geven<br />

alleen aan welke delen van het PDF-document geselecteerd zijn voor redactie.<br />

2. Als u hebt gecontroleerd of alle redactiemarkeringen goed zijn geplaatst en u de gemarkeerde<br />

inhoud permanent wilt verwijderen, past u de redacties toe.<br />

OPMERKING: Zodra de redactie is toegepast, worden alle gemarkeerde afbeeldingen en (delen van)<br />

pagina's permanent verwijderd. Geredigeerde inhoud kan dan niet meer worden hersteld met<br />

Ongedaan maken (Ctrl + Z).<br />

Redacties worden pas in het PDF-document opgeslagen wanneer u het PDF-bestand opslaat. Als u<br />

ongewenste redacties hebt toegepast, sluit het bestand dan onmiddellijk zonder het op te slaan, en<br />

open het bestand vervolgens opnieuw.<br />

Als u een PDF-bestand met redacties opslaat, wordt u aanbevolen het bestand onder een andere naam<br />

op te slaan en aan te geven dat dit een geredigeerd bestand is. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 vraagt u om _redacted aan<br />

de bestandsnaam toe te voegen.<br />

Redactie is uitsluitend van invloed op tekst en afbeeldingen in de inhoudslaag van het document. Als u<br />

een aantekening of vectorafbeeldingen wilt verwijderen, klikt u erop met de rechtermuisknop en<br />

selecteert u Verwijderen in het menu.<br />

Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie.<br />

Metagegevens worden niet uit uw PDF-document verwijderd met redactie.<br />

Verdere informatie hierover kunt u vinden in Metagegevens verwijderen.<br />

Markeren voor redactie<br />

Tekst markeren voor redactie<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Beveiligen op Inhoud markeren en selecteer Markeren voor redactie. De<br />

muisaanwijzer verandert in een verticale streep wanneer u tekst aanwijst, in een pijl wanneer u<br />

afbeeldingen aanwijst, en in een dradenkruis wanneer u andere items aanwijst.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Sleep over tekst (terwijl de aanwijzer de vorm van een verticale streep heeft) om delen van<br />

een woord, woorden, regels of een alinea te markeren.<br />

o Dubbelklik op een woord om het hele woord te markeren.<br />

o Sleep (met de aanwijzer in de vorm van een dradenkruis) om een rechthoek te markeren.<br />

172 ©<strong>Nitro</strong>


Een afbeelding markeren voor redactie<br />

1. Klik in het tabblad Beveiligen op Inhoud markeren en selecteer Markeren voor redactie. De<br />

muisaanwijzer verandert in een verticale streep wanneer u tekst aanwijst, in een pijl wanneer u<br />

afbeeldingen aanwijst, en in een dradenkruis wanneer u andere items aanwijst.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Dubbelklik met de pijl op een beeld om de hele afbeelding voor redactie te markeren.<br />

o Sleep (met de aanwijzer in de vorm van een dradenkruis) om een rechthoek te markeren.<br />

OPMERKING: Redactiemarkeringen houden rekening met de volgorde waarin tekst en afbeeldingen<br />

gestapeld zijn. Alle afbeeldingen en tekst onder de redactiemarkering worden geredigeerd.<br />

Voorbeeld 1: als er tekst op een afbeelding staat en de tekst wordt gemarkeerd, wordt het gebied van<br />

de afbeelding onder de gemarkeerde tekst ook geredigeerd.<br />

Voorbeeld 2: Als er tekst vóór een achtergrondafbeelding op een pagina is geplaatst en de afbeelding<br />

wordt geredigeerd, blijft de tekst intact. Het kan zijn dat de redactiemarkering dezelfde kleur als de tekst<br />

heeft, maar de tekst blijft gewoon staan en kan worden geselecteerd en gekopieerd.<br />

Pagina's markeren voor redactie<br />

1. Klik op de tab Pagina's aan de linkerkant van het venster. Het deelvenster Pagina's wordt<br />

geopend.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Pagina's:<br />

o Pagina's redigeren: selecteer meerdere pagina's door erop te klikken terwijl u Shift<br />

ingedrukt houdt, klik met de rechtermuisknop en selecteer Pagina's redigeren.<br />

o Paginabereik redigeren: geef een paginabereik op voor redactiemarkering en filter dan op<br />

alle pagina's of alleen op oneven of even pagina's.<br />

Standaard worden gebieden voor redactie rood gemarkeerd. Plaats de muisaanwijzer op een gemarkeerd<br />

gebied om te kijken hoe de redactiemarkering eruitziet wanneer de redactie is toegepast. Het<br />

geselecteerde gebied is bedekt door een zwarte rechthoek.<br />

TIP: met Redactie-eigenschappen kunt u de kleuren en andere kenmerken van redactiemarkeringen en<br />

redacties instellen.<br />

Markeringen op pagina's herhalen<br />

1. Klik met de rechtermuisknop op een redactiemarkering en selecteer Markering op pagina's<br />

herhalen.<br />

2. Geef een paginabereik op om voor redactie te markeren en filter dan op alle pagina's of alleen op<br />

oneven of even pagina's.<br />

3. Klik op OK om de redactiemarkering op dezelfde plaats op andere pagina's te herhalen.<br />

TIP: Markering op pagina's herhalen is handig als u met behulp van redactie kop- of voettekst uit<br />

iedere pagina wilt verwijderen.<br />

Een redactiemarkering verwijderen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Als u een redactiemarkering wilt verwijderen, gebruikt u de functie Markeren voor redactie of het<br />

gereedschap Handje of Selecteren en voert u een van de volgende handelingen uit:<br />

173 ©<strong>Nitro</strong>


l Klik op een gebied dat gemarkeerd is voor redactie en druk op de toets Delete.<br />

l Klik met de rechtermuisknop op een gebied dat gemarkeerd is voor redactie en selecteer<br />

Verwijderen in het menu.<br />

Redacties toepassen<br />

Ga als volgt te werk om een redactie op een afzonderlijke redactiemarkering toe te passen:<br />

1. Klik met de rechtermuisknop op de markering.<br />

2. Selecteer Redactie toepassen in het contextmenu.<br />

Voer een van de volgende handelingen uit om redacties op alle gemarkeerde gebieden toe te passen:<br />

l Klik in het tabblad Beveiligen op Redactie en selecteer Redacties toepassen.<br />

l Druk op Ctrl+Shift+V.<br />

OPMERKING: als u uw PDF-bestand opslaat (met Opslaan of Opslaan als) nadat een redactie is<br />

toegepast, vraagt <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 u om _redacted aan de bestandsnaam van het originele PDF-bestand toe<br />

te voegen, zodat dit bestand niet wordt overschreven.<br />

Redactie-eigenschappen instellen<br />

Ga als volgt te werk om standaardeigenschappen voor redactie in te stellen:<br />

1. Klik in het tabblad Beveiligen op Inhoud markeren en selecteer Eigenschappen<br />

redactiemarkeringen. Het dialoogvenster Redactie-eigenschappen wordt weergegeven.<br />

2. Geef in het tabblad Vormgeving overlay de standaardeigenschappen voor redactie op, zoals de<br />

kleur van de markering, en klik op OK.<br />

Ga als volgt te werk om de redactie-eigenschappen voor een specifieke redactiemarkering in te stellen:<br />

1. Klik met de rechtermuisknop op de markering en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster<br />

Redactie-eigenschappen wordt weergegeven.<br />

2. Geef eigenschappen op (zoals kleur en redactiecodes) die afwijken van de<br />

standaardeigenschappen. Deze instellingen overschrijven de standaardinstellingen die in het<br />

tabblad Beveiligen zijn ingesteld, en worden alleen op de geselecteerde redactiemarkering<br />

toegepast.<br />

Als u de eigenschappen (inclusief de redactiecodes) van een bepaalde redactiemarkering wilt gebruiken<br />

als de standaardinstellingen voor alle volgende redacties, klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u<br />

Huidige eigenschappen als standaard instellen.<br />

Redactiecodes<br />

Redactiecodes geven aan waarom bepaalde inhoud geredigeerd is. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 beschikt over een set<br />

veelgebruikte redactiecodes, ook wel Exemption Codes (vrijstellingscodes) genoemd, die van toepassing<br />

zijn op de Amerikaanse FOIA (wet op de vrijheid van informatie) en Privacy Act (privacywet), bijvoorbeeld<br />

(b)1A.<br />

TIP: U kunt standaardredactiecodes opgeven wanneer u redactiemarkeringen instelt. Redactiecodes<br />

kunnen tevens worden aangepast en u kunt uw eigen set aangepaste redactiecodes definiëren.<br />

U kunt ook uw eigen tekst voor een redactiemarkering opgeven.<br />

Ga als volgt te werk om standaardredactiecodes aan redactiemarkeringen te koppelen:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

174 ©<strong>Nitro</strong>


1. Klik in het tabblad Beveiligen op Redactie en selecteer Redactie-eigenschappen in het menu. Het<br />

dialoogvenster Redactie-eigenschappen wordt weergegeven.<br />

2. Schakel het selectievakje Overlaytekst gebruiken in.<br />

3. Geef een opvulkleur, lettertype en grootte voor de overlaytekst op.<br />

4. Selecteer een redactiecode uit een codeset in het tabblad Vormgeving overlay:<br />

a. Selecteer Redactiecode.<br />

b. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Codesets de gewenste codeset, bijvoorbeeld US FOIA.<br />

c. In de vervolgkeuzelijst Codes kunt u een code uit de geselecteerde Codeset selecteren.<br />

Selecteer een of meer redactiecodes in de lijst Codes. In het veld naast Redactiecode wordt<br />

een voorbeeld weergegeven van de codes die u gebruikt. Geselecteerde codes worden<br />

standaard aan alle nieuwe redactiemarkeringen toegevoegd. Als u deze standaardselectie<br />

van codes wilt stoppen, klikt u om de selectie van de code in de lijst op te heffen.<br />

5. Klik op OK om de standaardredactiecodes voor redactiemarkeringen op te slaan.<br />

TIP: als u uw eigen tekst voor een redactiecode wilt opgeven in plaats van een keuze uit een codeset te<br />

maken, selecteert u Eigen tekst in het tabblad Vormgeving overlay (zie stap 4 hierboven) en typt u de<br />

tekst voor de aantekening.<br />

Ga als volgt te werk om redactiecodes aan een bestaande redactiemarkering te koppelen:<br />

1. Klik met de rechtermuisknop op de markering en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster<br />

Redactie-eigenschappen wordt weergegeven.<br />

2. Volg de bovenstaande stappen 2 t/m 4.<br />

3. Klik op Sluiten om de geselecteerde redactiecodes aan de redactiemarkering te koppelen.<br />

Ga als volgt te werk om codesets en redactiecodes aan te passen:<br />

1. Klik in het tabblad Beveiligen op Inhoud markeren en selecteer Eigenschappen<br />

redactiemarkeringen. Het dialoogvenster Redactie-eigenschappen wordt weergegeven.<br />

2. Schakel het selectievakje Overlaytekst gebruiken in het tabblad Vormgeving overlay in.<br />

3. Selecteer een codeset in het menu Codesets. In de lijst Codes worden de beschikbare<br />

redactiecodes weergegeven.<br />

4. Klik op Codesets bewerken om redactiecodes aan te passen. Het dialoogvenster Redactiecodeeditor<br />

wordt weergegeven. Gebruik dit venster om codesets en de codes in iedere set te<br />

bewerken.<br />

5. Selecteer een of meer redactiecodes in de lijst, pas de codes aan en klik op OK.<br />

OPMERKING: redactiecodesets zijn opgeslagen in een XML-bestand op de volgende locatie:<br />

%appdata%\<strong>Nitro</strong> PDF\<strong>Pro</strong>fessional\7.0\Redaction\<br />

Geavanceerde gebruikers en IT-beheerders kunnen dit bestand desgewenst rechtstreeks bewerken.<br />

Zoeken en redigeren<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Met Zoeken en redigeren kunt u zoeken naar trefwoorden of woordgroepen en kunt u de resultaten<br />

markeren voor redactie.<br />

1. Klik in het tabblad Beveiligen in de groep Redactie op Zoeken en redigeren.<br />

2. Voer een zoekterm in en klik op Zoeken. Er verschijnt een lijst met zoekresultaten. Klik op + om de<br />

lijst met zoekresultaten uit te vouwen. De resultaten van achtereenvolgende zoekbewerkingen<br />

worden aan de lijst zoekresultaten toegevoegd.<br />

175 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

3. Schakel de selectievakjes naast de zoekresultaten in om termen in de lijst te selecteren. Door de<br />

selectievakjes in te schakelen, wordt de bijbehorende tekst gemarkeerd. Schakel de selectievakjes<br />

uit als u de markering wilt verwijderen.<br />

4. Klik op Redactie. De redactie wordt nu toegepast op alle redactiemarkeringen in het PDFdocument.<br />

TIP: Door op een zoekresultaat te klikken, gaat u rechtstreeks naar de plaats van de gevonden tekst in<br />

het PDF-document. De redactiemarkering wordt weergegeven als geselecteerde tekst.<br />

176 ©<strong>Nitro</strong>


Metagegevens verwijderen<br />

Metagegevens zijn ondersteunende gegevens over het PDF-document. Deze gegevens beschrijven<br />

eigenschappen zoals de auteurs, de datum waarop het document is gemaakt, referentienummers,<br />

informatie over ingesloten lettertypen, enzovoort.<br />

Metagegevens kunnen op twee plaatsen in een PDF-bestand voorkomen:<br />

l Woordenboek met documentinformatie. Als u deze velden in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 wilt zien, selecteert u<br />

Documenteigenschappen in het menu Bestand. Het gaat hier om een set gedefinieerde<br />

metagegevensvelden (Titel, Auteur, Maker, Gemaakt, Gewijzigd) waarin specifieke informatietypen<br />

worden opgeslagen.<br />

l Metagegevensstream. Een metagegevensstream is een methode voor het opslaan van<br />

metagegevens in een PDF-bestand. Zolang de inhoud van de metagegevensstream in XMP<br />

(Extensible Metadata Platform) wordt weergegeven, kan alles in de metagegevensstream worden<br />

opgeslagen. Als het bijvoorbeeld via een applicatie voor fotobeheer mogelijk is om foto's naar een<br />

PDF-bestand te exporteren, kan aan iedere foto een metagegevensstream worden gekoppeld met<br />

de naam van de persoon die de foto heeft gemaakt.<br />

OPMERKING: metagegevens van documenten kunnen in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 niet worden weergegeven.<br />

Redenen voor het verwijderen van metagegevens<br />

De functie Redactie biedt u de mogelijkheid vertrouwelijke informatie of afbeeldingen te verwijderen uit<br />

de inhoud die gebruikers op de pagina te zien krijgen. Metagegevens zijn echter in veel PDF-viewers en<br />

editors onzichtbaar. Sommige metagegevens kunnen van vertrouwelijke aard zijn en zijn daarom niet<br />

geschikt voor publicatie. Met de functie Metagegevens verwijderen in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 worden alle sporen<br />

van metagegevens verwijderd.<br />

Verdere informatie hierover kunt u vinden in Redactie.<br />

Metagegevens verwijderen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Met de functie Metagegevens verwijderen worden alle exemplaren van beide typen metagegevens uit het<br />

PDF-document verwijderd.<br />

Ga als volgt te werk om metagegevens te verwijderen:<br />

1. Klik in het tabblad Beveiligen in de groep Redactie op Metagegevens verwijderen.<br />

2. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u moet bevestigen dat u alle metagegevens wilt<br />

verwijderen. Klik op OK.<br />

177 ©<strong>Nitro</strong>


l Een koppeling toevoegen<br />

l Koppelingen bewerken<br />

l Automatische paginakoppelingen<br />

l Webkoppelingen van URL's maken<br />

l Automatisch trefwoordkoppelingen maken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Koppelingen<br />

178 ©<strong>Nitro</strong>


Een koppeling toevoegen<br />

Klik op het gereedschap Koppeling en teken de omtrek van de koppeling op de pagina om handmatig<br />

een koppeling aan uw PDF-pagina toe te voegen. Als de koppeling eenmaal op de pagina is ingevoerd,<br />

kunt u de weergave ervan bewerken en instellen welke actie moet worden uitgevoerd wanneer de<br />

gebruiker op de koppeling klikt.<br />

Een koppeling aan een PDF-document toevoegen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op Koppeling.<br />

2. Klik en sleep de aanwijzer op de pagina om de koppeling toe te voegen.<br />

3. Stel in het venster Koppeling maken de eigenschappen voor Vormgeving koppeling in en<br />

selecteer de koppelingsactie.<br />

4. Klik op Volgende om de opties voor de geselecteerde koppelingsactie te configureren.<br />

5. Sleep de koppeling naar de gewenste positie of versleep een van de hoekhandgrepen om het<br />

formaat te wijzigen.<br />

179 ©<strong>Nitro</strong>


Koppelingen bewerken<br />

U kunt bepalen hoe koppelingen worden weergegeven, inclusief welke kleur ze hebben en hoe ze<br />

eruitzien wanneer gebruikers erop klikken. Desgewenst kunt u uw koppelingen ook verankeren, zodat<br />

iedere koppeling de oorspronkelijke plaats en eigenschappen behoudt.<br />

Als u een set koppelingen in een PDF hebt gemaakt en deze nauwkeurig op een pagina moeten worden<br />

geplaatst (bijvoorbeeld als u navigatiekoppelingen in de kop- of voettekst van een pagina hebt gemaakt)<br />

kunt u hiervoor de uitlijningsfuncties voor koppelingen in het groepsmenu Koppelingengereedschap<br />

gebruiken.<br />

De vormgeving van koppelingen in PDF-documenten bewerken<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling en klik vervolgens<br />

op Koppelingen bewerken.<br />

2. Klik met de rechtermuisknop op de koppeling die u wilt bewerken en klik op Eigenschappen.<br />

3. Klik in het tabblad Vormgeving op de opties die u wilt veranderen.<br />

Tip: als u de vormgeving van meerdere koppelingen wilt wijzigen, selecteert u deze door de Ctrl-toets<br />

ingedrukt te houden en op iedere koppeling te klikken.<br />

Een standaardstijl voor koppelingen instellen<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling en klik vervolgens<br />

op Koppelingen bewerken.<br />

2. Klik met de rechtermuisknop op een koppeling die de gewenste stijl heeft en en selecteer Huidige<br />

vormgeving als nieuwe standaard gebruiken.<br />

Koppelingen uitlijnen, vergroten/verkleinen en verplaatsen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Als u een set koppelingen in een PDF hebt gemaakt en deze nauwkeurig op een pagina moeten<br />

worden geplaatst (bijvoorbeeld als u navigatiekoppelingen in de kop- of voettekst van een pagina<br />

hebt gemaakt) kunt u hiervoor de uitlijningsfuncties voor koppelingen gebruiken.<br />

2. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling en klik vervolgens<br />

op Koppelingen bewerken.<br />

3. Houd de Ctrl-toets ingedrukt en klik op iedere koppeling die u wilt wijzigen.<br />

4. Klik met de rechtermuisknop en maak een keuze uit de opties Uitlijnen, Centreren, Verdelen en<br />

Grootte.<br />

Opmerking: u moet ten minste twee koppelingen selecteren om de opties Uitlijnen, Centreren, Verdelen<br />

en Grootte te kunnen gebruiken.<br />

De plaats en eigenschappen van koppelingen vergrendelen en ontgrendelen<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling en klik vervolgens<br />

op Koppelingen bewerken.<br />

2. Kik met de rechtermuisknop op de koppeling en selecteer Eigenschappen.<br />

3. Klik op de optie Geblokkeerd.<br />

4. Klik op Sluiten.<br />

180 ©<strong>Nitro</strong>


Koppelingen verwijderen<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling en klik vervolgens<br />

op Koppelingen bewerken.<br />

2. Selecteer de koppeling door erop te klikken.<br />

3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Druk op de toets Delete op het toetsenbord.<br />

l Kik met de rechtermuisknop op de koppeling, klik op Bewerken en vervolgens op<br />

Verwijderen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

181 ©<strong>Nitro</strong>


Automatische paginakoppelingen<br />

Met de functie voor automatische paginakoppelingen kunt u alle nummers in een gebied op de pagina<br />

omzetten in actieve hyperlinks, waardoor elk nummer aan de corresponderende pagina in het document<br />

wordt gekoppeld. Dit is de ideale manier om bepaalde delen van uw document, zoals een inhoudsopgave<br />

of index, intelligenter en gebruiksvriendelijker te maken. Selecteer eenvoudig het gewenste deel van de<br />

pagina of de gewenste reeks pagina's en start de functie om de nummers in actieve koppelingen om te<br />

zetten.<br />

Paginakoppelingen maken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling.<br />

2. Klik op Automatische paginakoppelingen.<br />

3. Specificeer het deel van de pagina of de reeks pagina's op een van de volgende manieren:<br />

l Als u slechts een gedeelte van de pagina wilt doorzoeken, selecteert u dit door te klikken en<br />

te slepen, en geeft u op welke pagina's moeten worden doorzocht.<br />

l Als u de hele pagina of een reeks volledige pagina's wilt doorzoeken, selecteert u de optie<br />

Pagina's en geeft u de gewenste pagina('s) op.<br />

4. Klik op de opties om te bepalen hoe de koppelingen moeten worden weergegeven.<br />

5. Klik op de knop Maken om de koppelingen te genereren.<br />

182 ©<strong>Nitro</strong>


Webkoppelingen van URL's maken<br />

Met de functie 'Webkoppelingen maken' worden URL's in uw PDF opgezocht en in actieve<br />

webkoppelingen omgezet.<br />

Actieve webkoppelingen maken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling.<br />

2. Klik op Webkoppelingen maken.<br />

3. Selecteer de optie voor de pagina's waarop koppelingen moeten worden gezocht.<br />

183 ©<strong>Nitro</strong>


Automatisch trefwoordkoppelingen maken<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u een bepaald woord of een bepaalde woordgroep overal in een bestand als actieve<br />

hyperlink instellen. Zo kunt u de naam van uw bedrijf overal in een document omzetten in een koppeling<br />

waarmee uw website wordt geopend. De functie Automatische trefwoordkoppeling biedt twee opties: u<br />

kunt alle exemplaren van het trefwoord een voor een als koppeling accepteren, of u kunt alle exemplaren<br />

automatisch in één keer omzetten.<br />

Er kunnen verschillende acties worden geselecteerd voor de koppelingen. Zo kan een koppeling<br />

bijvoorbeeld een URL activeren, een specifieke pagina of benoemde bestemming openen of zelfs het<br />

volgende exemplaar van het woord in het document weergeven.<br />

Trefwoordkoppelingen maken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling.<br />

2. Klik op Automatische trefwoordkoppelingen.<br />

3. Typ het woord of de woordgroep waarvan u een actieve koppeling wilt maken, in het vak Zoeken.<br />

4. Klik op de pijl naast de lijst Actietype en selecteer de actie die moet worden uitgevoerd.<br />

5. Klik in het vak Koppelingseigenschappen op de gewenste opties voor de weergave van de<br />

koppelingen.<br />

6. Voer een van de volgende handelingen uit om de koppelingen te maken:<br />

l Als u alle trefwoorden in hyperlinks wilt omzetten, klikt u op de knop Alle maken.<br />

l Als u elk exemplaar van het trefwoord wilt controleren voordat het wordt omgezet, klikt u<br />

op Volgende zoeken. Vervolgens klikt u op Maken als u het gevonden trefwoord in een<br />

koppeling wilt omzetten.<br />

7. Klik op Sluiten.<br />

184 ©<strong>Nitro</strong>


Bladwijzers<br />

Bladwijzers in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 werken ongeveer zoals een gewone boekenlegger. Ze voorzien in een<br />

koppeling naar bepaalde pagina's in een document, zodat u deze sneller terug kunt vinden, en bieden<br />

tevens enkele andere functies, waaronder:<br />

l Naar een pagina in het huidige PDF-document gaan<br />

l Naar een pagina in een ander PDF-document gaan<br />

l Naar een webpagina gaan<br />

l Een ander bestand openen<br />

l Een formulier opnieuw instellen<br />

l Een formulier verzenden<br />

l JavaScript uitvoeren<br />

Met elektronische bladwijzers kunt u deze koppelingen groeperen in hiërarchieën, exacte tekstlabels<br />

voor de bladwijzers opgeven en uw document zo instellen dat de bladwijzers worden weergegeven of<br />

verborgen wanneer het document voor het eerst wordt geopend.<br />

Een set goed ingedeelde bladwijzers geeft de gebruiker inzicht in de structuur van lange documenten.<br />

Bovendien kunt u gebruikers door het toevoegen van bladwijzers stimuleren om documenten online te<br />

lezen in plaats van papier te verspillen door ze af te drukken.<br />

Bladwijzers worden meestal gebruikt als koppelingen naar andere pagina's in uw PDF en bieden een van<br />

de eenvoudigste manieren om uw documenten gebruiksvriendelijker te maken.<br />

Bladwijzers in een PDF-document bekijken<br />

Klik op de navigatietab Bladwijzer aan de linkerkant van het <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong>-venster. Het deelvenster<br />

Bladwijzers wordt geopend.<br />

Een PDF-document zodanig configureren dat het met het deelvenster Bladwijzers<br />

wordt geopend<br />

U kunt een document zodanig instellen dat het deelvenster Bladwijzers wordt weergegeven wanneer u<br />

het document opent. Dit doet u als volgt:<br />

1. Klik op Documenteigenschappen in het menu Bestand. Het dialoogvenster<br />

Documenteigenschappen wordt weergegeven.<br />

2. Selecteer in het tabblad Eerste weergave in het menu Navigatie de optie Deelvenster Bladwijzers<br />

en pagina.<br />

Verdere informatie hierover kunt u vinden in:<br />

l Bladwijzers bekijken en gebruiken<br />

l Een bladwijzer maken<br />

l Automatisch bladwijzers maken<br />

l Een bladwijzer bewerken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

185 ©<strong>Nitro</strong>


Bladwijzers bekijken en gebruiken<br />

Bladwijzers worden weergegeven in het deelvenster Bladwijzers, links van het documentvenster.<br />

Het deelvenster Bladwijzers openen<br />

1. Klik op de tab Bladwijzer (een van de navigatietabs aan de linkerkant van het <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong>-venster).<br />

Het lettertype in het deelvenster Bladwijzers vergroten of verkleinen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Voorkeuren.<br />

2. Klik op Interface en klik in de lijst Tekstgrootte bladwijzers op de gewenste tekstgrootte.<br />

3. Klik op OK.<br />

186 ©<strong>Nitro</strong>


Een bladwijzer maken<br />

U kunt bladwijzers maken door tekst op een pagina te selecteren en deze als bladwijzer in te stellen, of<br />

door een naamloze bladwijzer toe te voegen en deze in te stellen en een naam te geven in het deelvenster<br />

Bladwijzers.<br />

Wanneer u bladwijzers toevoegt die als koppeling naar een ander deel van hetzelfde document fungeren,<br />

bent u niet beperkt tot alleen paginakoppelingen, maar kunt u precies bepalen wat de gebruikers te zien<br />

krijgen. U kunt bijvoorbeeld zorgen dat de bladwijzer een andere pagina opent en meteen inzoomt op<br />

een klein deel van die pagina. Dit doet u door de actie-eigenschap van de bladwijzer in te stellen.<br />

Een bladwijzer aan een PDF-document toevoegen<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op Bladwijzer.<br />

2. Typ het label voor uw bladwijzer in het deelvenster Bladwijzers.<br />

Opmerking: Bladwijzers die op deze manier worden ingesteld, zijn standaard gekoppeld aan de pagina<br />

die op dat moment wordt weergegeven. Raadpleeg het onderstaande gedeelte over het bewerken van<br />

bladwijzers als u een andere actie voor uw bladwijzer wilt instellen.<br />

Een kop of tekst als bladwijzer instellen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in een willekeurig tabblad in het groepsmenu Gereedschappen op de optie Selecteren.<br />

2. Markeer de gewenste tekst.<br />

3. Kik met de rechtermuisknop en selecteer Bladwijzer toevoegen.<br />

4. Sleep de bladwijzer in het deelvenster Bladwijzers naar de gewenste positie in de lijst.<br />

187 ©<strong>Nitro</strong>


Automatisch bladwijzers maken<br />

Met de functie 'Automatisch bladwijzers maken' worden bladwijzers geheel automatisch in uw PDF's<br />

gemaakt, waardoor de bruikbaarheid van de PDF's die u publiceert, aanzienlijk wordt verbeterd. Gebruik<br />

deze functie om bladwijzers automatisch te genereren op basis van lettertypestijlen (koppen,<br />

hoofdstukken, enz.) en de indeling die u in uw PDF's gebruikt. U kunt de functie tevens gebruiken om<br />

bladwijzers te maken op basis van de tekst- en numerieke inhoud van de PDF-bestanden. Dit doet u met<br />

gebruik van de functies voor tekstmaskers en wildcards.<br />

Automatisch bladwijzers maken<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Bladwijzer.<br />

2. Klik op Automatisch bladwijzers maken.<br />

3. Klik in het dialoogvenster Bladwijzers maken op Niveau 1. Het dialoogvenster<br />

Bladwijzerkenmerken selecteren wordt geopend.<br />

4. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Selecteer een deel van de tekst (bijvoorbeeld de kop) op de pagina met de muisaanwijzer.<br />

l Schakel de selectievakjes in van de eigenschappen die u wilt gebruiken om de bladwijzers te<br />

maken.<br />

5. Klik op OK.<br />

6. Als u bladwijzers op meerdere niveaus wilt maken, klikt u op Niveau 2 (enzovoort) en voert u stap<br />

4 en 5 nogmaals uit.<br />

7. Klik in het dialoogvenster Bladwijzers maken op Maken.<br />

Tip: Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u automatisch bladwijzers van Word-documenten maken op basis van de<br />

stijlen die hierin zijn gebruikt. Zie het gedeelte Zie \"Instellingen van Microsoft Officeinvoegtoepassingen"\<br />

op pagina 50 in de gebruikershandleiding voor meer informatie.<br />

Bladwijzerkenmerken selecteren<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

U kunt vijf teksteigenschappen gebruiken wanneer u de eigenschappen selecteert op basis waarvan de<br />

bladwijzers worden gemaakt. Door de verschillende eigenschappen te combineren, worden alleen<br />

bladwijzers gemaakt wanneer wordt voldaan aan de criteria van die eigenschappencombinatie. Als de<br />

tekst in het document niet aan de criteria voldoet, worden er geen bladwijzers gemaakt.<br />

l Lettertypenaam. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van het geselecteerde lettertype. As u op<br />

de knop Vernieuwen naast Lettertypenaam klikt, wordt de lettertypelijst bijgewerkt met de namen<br />

van alle lettertypen die in het document zijn gebruikt. Ingesloten lettertypen worden hierin niet<br />

opgenomen.<br />

l Lettertypegrootte. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst met de opgegeven grootte.<br />

l Lettertypekleur. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst met de opgegeven kleur.<br />

l Links inspringen. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst die met de opgegeven afstand<br />

inspringt ten opzichte van de linkerrand van de pagina. Een voorbeeld hiervan zijn koppen met<br />

opsommingstekens. Door deze links ingesprongen koppen met opsommingstekens te selecteren<br />

en de eigenschap Lettertypenaam in te schakelen, worden bladwijzers gemaakt van de koppen<br />

met opsommingstekens: Lettertypenaam, Lettertypegrootte, Lettertypekleur, Links inspringen en<br />

Tekstmasker (als de eigenschap Lettertypenaam niet is ingeschakeld, wordt alle tekst met dezelfde<br />

inspringing als de opsommingstekens, omgezet in een bladwijzer).<br />

188 ©<strong>Nitro</strong>


l Tekstmasker. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst die overeenkomt met de tekens die<br />

in het tekstvak Tekstmasker zijn ingevoerd. Tekstmaskers zijn een handige methode als er geen<br />

specifieke bladwijzereigenschappen zijn, of als u bepaalde tekst, die anders als bladwijzer zou<br />

worden gebruikt, wilt uitsluiten. Raadpleeg het gedeelte over tekstmaskers voor verdere<br />

informatie over het gebruik van deze speciale tekens.<br />

l Trefwoordenlijst. Met dit kenmerk kunt u bepaalde bladwijzers opnemen en uitsluiten op basis<br />

van tekstlabels. Het trefwoordenbestand is een gewoon tekstbestand met een lijst woorden. Als u<br />

Inclusief inschakelt, worden alleen bladwijzers gemaakt van tekst die een of meer van de<br />

trefwoorden in die lijst bevat. Als u Exclusief inschakelt, worden er geen bladwijzers gemaakt van<br />

tekst die een of meer van de trefwoorden in die lijst bevat.<br />

l Herhaalde koppen negeren. Hiermee wordt alleen een bladwijzer gemaakt voor het eerste<br />

exemplaar van een herhaalde bladwijzernaam.<br />

l Koppen met meerdere regels. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van meerdere regels tekst.<br />

l Voorloopnummers. Met dit kenmerk kunt u voorloopnummers verwijderen uit of toevoegen aan<br />

bladwijzers. Dit is bijvoorbeeld handig voor koppen en hoofdstukken die genummerd zijn. Deze<br />

nummers worden dan weggelaten in de bladwijzerlabels die automatisch worden gegenereerd.<br />

l Tekstmaskers. Hiermee wordt inhoud opgenomen of weggelaten uit bladwijzers op basis van door<br />

u opgegeven wildcards. In plaats van een PDF-bestand af te zoeken naar kenmerken<br />

(lettertypenaam, -grootte en -kleur) en indeling (inspringing) kunt u met de functie Tekstmasker<br />

de tekst van de bestanden doorzoeken om tekst op te nemen of weg te laten als bladwijzers.<br />

Tekstmaskers worden vooral gebruikt als de bestanden weinig specifieke bladwijzerkenmerken<br />

bezitten (als het PDF-bestand niet goed of inconsistent gestructureerd is) of als u bepaalde<br />

bladwijzers wilt weglaten op basis van hun tekstuele inhoud.<br />

Tekstmaskers<br />

Tekstmaskers bieden geavanceerdere functies voor het opnemen of weglaten van bladwijzers op basis<br />

van de wildcards die u opgeeft. Tekstmaskers worden vooral gebruikt als de bestanden weinig specifieke<br />

bladwijzerkenmerken bezitten (als het PDF-bestand niet goed of inconsistent gestructureerd is) of als u<br />

bepaalde bladwijzers wilt weglaten op basis van hun tekstuele inhoud.<br />

.<br />

De punt (.) komt overeen met één instantie van een willekeurig teken.<br />

Voorbeeld: als “P.F” in het veld Tekstmasker wordt ingevoerd, wordt er een bladwijzer gemaakt van<br />

iedere tekstregel die “PDF, PeF, PdF,” enz. bevat.<br />

^<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Met het accent circonflexe (^) wordt er alleen een bladwijzer gemaakt als de opgegeven tekst aan het<br />

begin van de regel staat.<br />

Voorbeeld: Door de tekst “^abc” op te geven, wordt er alleen een bladwijzer gemaakt als de regel begint<br />

met “abc”. Begint de regel met “1.0 abc”, dan wordt er geen bladwijzer gemaakt.<br />

189 ©<strong>Nitro</strong>


$<br />

Met het dollarteken ($) wordt er alleen een bladwijzer gemaakt als de opgegeven tekst aan het einde van<br />

de regel staat. Als u alleen bladwijzers wilt maken van regels die precies overeenkomen met de tekst die u<br />

opgeeft, dient u zowel ^ als $ te gebruiken.<br />

Voorbeeld: Als u de tekst "abc$" invoert, wordt er alleen een bladwijzer gemaakt van tekst met regels die<br />

eindigen met "abc". Voor regels die eindigen met "...xyzabc" wordt dus een een bladwijzer gegenereerd,<br />

maar voor regels die eindigen met "abcxyz" niet.<br />

[ ]<br />

Voor alle regels die tekens tussen de vierkante haken ([ ]) bevatten, wordt een bladwijzer gegenereerd. De<br />

tekens kunnen afzonderlijk of als een reeks tekens worden opgegeven.<br />

Voorbeeld: Met “[abc]” worden bladwijzers gegenereerd van alle regels die de tekens a, b of c bevatten.<br />

Dit in tegenstelling tot "abc", waarbij alleen bladwijzers worden gegenereerd van regels die de<br />

letterreeks abc bevatten. Met “[a-dA-D]” worden bladwijzers gemaakt van regels die kleine of<br />

hoofdletters tussen a en d (dus a, b, c, d, A, B, C en D) bevatten.<br />

[^]<br />

Tekst met tekens tussen de vierkante haken ([ ]) en na het accent circonflexe (^) wordt niet omgezet in<br />

een bladwijzer. Deze functie is vooral nuttig in combinatie met andere bladwijzerkenmerken om te<br />

voorkomen dat er ongewenste bladwijzers worden gegenereerd. Dit betekent wel dat alle andere tekst<br />

die niet tussen vierkante haken staat, potentieel materiaal is om als bladwijzer gegenereerd te worden. U<br />

kunt dit kenmerk daarom het beste in combinatie met een andere bladwijzerselectie gebruiken. Als u<br />

bijvoorbeeld waarden zoals 1.0 wilt uitsluiten, dient u dit te wijzigen in “[^0-9\.]”. De backslash (\) wordt<br />

hieronder toegelicht en is nodig omdat de punt (.) als een speciaal teken wordt beschouwd in<br />

tekstmaskers.<br />

Voorbeeld: Wanneer u “[^0-9]” opgeeft, worden er nog altijd bladwijzers met cijfers gegenereerd als de<br />

tekstregel ook een ander teken bevat. Zo wordt 1.0 in een bladwijzer omgezet omdat er een punt in<br />

voorkomt.<br />

\<br />

De backslash (\) wordt gebruikt als u wilt zoeken naar een speciaal teken zoals een punt (.) of dollarteken<br />

($). Deze speciale tekens worden in het veld Tekstmasker gebruikt om speciale tekstovereenkomsten te<br />

zoeken.<br />

Voorbeeld: Voer “\$” in om tekst in het document te zoeken die het dollarteken bevat en deze tekst om<br />

te zetten in een bladwijzer. Zo wordt de opdracht die gewoonlijk met "$" in het tekstmasker wordt<br />

uitgevoerd, dus genegeerd.<br />

*<br />

Gebruik het sterretje (*) als u bladwijzers wilt genereren van meer dan één set tekens.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

190 ©<strong>Nitro</strong>


Voorbeeld: voer “a*b” in om bladwijzers te genereren van regels die a en/of b bevatten.<br />

+<br />

Gebruik het plusteken (+) als u bladwijzers wilt genereren van één set tekens in een bepaalde volgorde. Er<br />

kunnen bladwijzers worden gegenereerd van het eerste teken of de eerste paar tekens vóór het<br />

plusteken. Er kunnen echter alleen bladwijzers worden gegenereerd van tekens na het plusteken als de<br />

tekens vóór het plusteken ook aanwezig zijn.<br />

Voorbeeld: Voer “a+b” in om bladwijzers te maken van iedere tekstregel die ab, aab, aaab enzovoort<br />

bevat. Tekst zoals ba, of cb wordt genegeerd.<br />

?<br />

Net als het plusteken dient het vraagteken (?) voor het maken van een bladwijzer van een set tekens in<br />

een bepaalde volgorde. In dit geval kunnen echter alleen bladwijzers worden gemaakt van de tekens vóór<br />

het vraagteken als de tekens erna ook aanwezig zijn. De tekens na het vraagteken kunnen voor<br />

bladwijzers worden gebruikt, ongeacht of de tekens ervóór aanwezig zijn.<br />

Voorbeeld: voer “a?b” in om bladwijzers te genereren van tekstregels met ab, abb of alleen b.<br />

( )<br />

Hiermee kunnen tekens worden gegroepeerd en met andere speciale tekens worden gecombineerd.<br />

Voorbeeld: voer “(a*b)$” in om bladwijzers te maken van tekstregels met a en/of b, maar alleen als deze<br />

regels eindigen met a of b.<br />

|<br />

Hiermee worden bladwijzers gemaakt van een van de twee opgegeven tekenreeksen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Voorbeeld: voer “a | b” in het veld Tekstmasker in om bladwijzers te maken van tekstregels die a of b<br />

bevatten.<br />

191 ©<strong>Nitro</strong>


Bladwijzers bewerken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 biedt alle functies die u nodig hebt om de bladwijzers in uw PDF-documenten te bewerken,<br />

rangschikken, groeperen of verwijderen, of om de weergave ervan te wijzigen.<br />

Tip: U kunt meerdere bladwijzers tegelijk bewerken. Als u een reeks gerangschikte bladwijzers wilt<br />

bewerken, klikt u op de eerste in de reeks, houdt u de Shift-toets ingedrukt en klikt u op de laatste. Als<br />

u meerdere niet-aaneengesloten bladwijzers wilt selecteren, houdt u Ctrl ingedrukt terwijl u ze<br />

selecteert.<br />

De actie van een bladwijzer instellen<br />

1. Klik in het deelvenster Bladwijzers met de rechtermuisknop op de gewenste bladwijzer en selecteer<br />

Eigenschappen.<br />

2. Open het tabblad Actie.<br />

3. Klik op de gewenste actie in de lijst Actie en klik vervolgens op Actie toevoegen.<br />

4. Stel de actie in.<br />

5. Klik op Sluiten.<br />

Een bladwijzer verwijderen<br />

1. Selecteer de bladwijzer in het deelvenster Bladwijzers en voer een van de volgende handelingen<br />

uit:<br />

l Druk op de toets Delete.<br />

l Kik met de rechtermuisknop en klik vervolgens op Verwijderen.<br />

Alle bladwijzers verwijderen<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Bladwijzer.<br />

2. Klik op Alle bladwijzers verwijderen.<br />

De naam van een bladwijzerlabel wijzigen<br />

1. Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Bladwijzers:<br />

l Kik met de rechtermuisknop en klik vervolgens op Naam wijzigen.<br />

l Dubbelklik op het bladwijzerlabel.<br />

2. Typ de nieuwe naam voor de bladwijzer.<br />

De weergave van bladwijzers wijzigen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik met de rechtermuisknop op de bladwijzer(s), selecteer Eigenschappen en voer een van de<br />

volgende handelingen uit:<br />

l Klik in de lijst Stijl op de tekststijl.<br />

l Kies een vooraf ingestelde of een aangepaste kleur in het palet Kleur.<br />

Bladwijzers kunnen worden gegroepeerd, zodat een hoofdbladwijzer een groep onderliggende<br />

bladwijzers heeft. Zo ontstaan er meerdere lagen of niveaus van bladwijzers, wat vooral handig is voor<br />

navigatie door lange, goed gestructureerde documenten.<br />

192 ©<strong>Nitro</strong>


De volgorde van bladwijzers wijzigen<br />

1. Klik op de bladwijzer en sleep deze naar de gewenste plaats.<br />

2. Plaats de aanwijzer op de bladwijzer die erboven moet verschijnen en zet de bladwijzer hier neer.<br />

Bladwijzers groeperen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik op de bladwijzer en sleep deze naar de gewenste plaats.<br />

2. Plaats de aanwijzer op het tekstlabel van de bladwijzer die erboven moet verschijnen en zet de<br />

bladwijzer hier neer.<br />

193 ©<strong>Nitro</strong>


Beveiliging<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u twee verschillende soorten beveiliging toepassen om te bepalen wie toegang<br />

heeft tot uw bestanden en welke bewerkingen ze kunnen uitvoeren wanneer ze de bestanden<br />

ontvangen: wachtwoordbeveiliging en certificaatbeveiliging.<br />

Wachtwoordbeveiliging<br />

Met wachtwoorden kunt u de toegang tot en het gebruik van uw inhoud beperken tot personen die op<br />

de hoogte zijn van het wachtwoord waarmee het PDF-bestand is beveiligd. Afhankelijk van uw behoeften<br />

en de doelgroep kunt u kiezen uit de volgende typen codering: 40-bits RC4, 128-bits RC4, 128-bits AES en<br />

256-bits AES.<br />

l Wachtwoorden voor openen. Hiermee worden uw bestanden vergrendeld, zodat deze alleen<br />

toegankelijk zijn voor personen die het wachtwoord kennen.<br />

l Wachtwoorden voor bevoegdheden. Met deze wachtwoorden worden bepaalde functies<br />

vergrendeld wanneer een gebruiker uw bestand opent. Zo kunt u bijvoorbeeld verhinderen dat<br />

ontvangers uw document wijzigen of afdrukken.<br />

Certificaatbeveiliging<br />

Beveiliging middels certificaten heeft veel voordelen in vergelijking met wachtwoordbeveiliging:<br />

documenten kunnen worden geopend zonder een wachtwoord te hoeven onthouden, het delen of<br />

kopiëren van digitale id's is moeilijk, en één document kan voor individuele ontvangers verschillende<br />

beveiligingsinstellingen bevatten. Zo kan één persoon bijvoorbeeld bevoegdheid voor bewerken en<br />

afdrukken hebben, terwijl een andere persoon het document alleen kan weergeven.<br />

De beveiliging van een bestand weergeven<br />

1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Documenteigenschappen.<br />

2. Open het tabblad Beveiliging.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

194 ©<strong>Nitro</strong>


Instellingen voor bevoegdheden<br />

Met de instellingen voor gebruiksbevoegdheden kunt u precies bepalen wat een ontvanger met het door<br />

u beveiligde bestand kan doen. Zo kunt u bijvoorbeeld documenten distribueren die niet kunnen worden<br />

bewerkt of afgedrukt, maar wel geopend en weergegeven. Door deze instellingen te combineren met een<br />

beveiligingscertificaat met digitale id, kunt u voor iedere individuele ontvanger van het document<br />

verschillende bevoegdheden instellen.<br />

U kunt de volgende gebruiksbevoegdheden instellen:<br />

l Afdrukken. Stel in of de gebruiker het document kan afdrukken en met welke resolutie.<br />

l Document wijzigen. Stel in of de gebruiker het document kan bewerken.<br />

l Inhoud kopiëren/ophalen. Stel in of de gebruiker de inhoud van het document kan kopiëren.<br />

l Inhoud ophalen voor schermlezer. Stel in of de gebruiker toegankelijkheidsfuncties kan<br />

gebruiken om toegang tot het PDF-document te krijgen.<br />

l Commentaar invoeren. Stel in of de gebruiker notities kan invoeren, tekst kan markeren en<br />

tekeningen kan toevoegen.<br />

l Formuliervelden invullen of ondertekenen. Stel in of de gebruiker formulieren kan invullen en<br />

documenten digitaal kan ondertekenen.<br />

l Documentopbouw. Stel in of de gebruiker pagina's kan invoegen en pagina's uit PDF-documenten<br />

kan ophalen.<br />

l Toegang voor schermleesapparaten. Stel in of de tekst toegankelijk is voor schermleessoftware.<br />

Dit soort software wordt gebruikt door visueel gehandicapten.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

195 ©<strong>Nitro</strong>


Wachtwoordbeveiliging<br />

U kunt uw PDF-bestand beveiligen met een van de volgende typen wachtwoorden om de toegang tot en<br />

het gebruik van uw inhoud te beperken:<br />

l Wachtwoorden voor openen. Hiermee worden uw bestanden vergrendeld, zodat deze alleen<br />

toegankelijk zijn voor personen die het wachtwoord kennen.<br />

l Wachtwoorden voor bevoegdheden. Met deze wachtwoorden worden bepaalde functies<br />

vergrendeld wanneer een gebruiker uw bestand opent. Zo kunt u bijvoorbeeld verhinderen dat<br />

ontvangers tekst uit uw PDF-document kopiëren of het document afdrukken.<br />

PDF-bestanden beveiligen met een wachtwoord<br />

PDF-bestanden kunnen op twee manieren met een wachtwoord worden beveiligd. Deze procedures<br />

worden hieronder beschreven.<br />

l Dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging. Bekijk beveiligingsinstellingen en pas handmatig de<br />

gewenste instellingen toe in Documenteigenschappen.<br />

l Beveiligingsprofielen. Deze profielen kunnen meermaals worden gebruikt. U kunt hierin bepaalde<br />

beveiligingsinstellingen opslaan, die dan met één klik op een document kunnen worden<br />

toegepast.<br />

Wachtwoordbeveiliging beheren<br />

1. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op<br />

Wachtwoordbeveiliging.<br />

o Selecteer Documenteigenschappen in het menu Bestand. Het dialoogvenster<br />

Documenteigenschappen wordt weergegeven. Open het tabblad Beveiliging en klik in de<br />

vervolgkeuzelijst Beveiligingsmethode op Wachtwoordbeveiliging.<br />

2. Als het PDF-document al met een wachtwoord is beveiligd, wordt u door <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 gevraagd het<br />

documentwachtwoord in te voeren voordat u de wachtwoordbeveiliging bijwerkt.<br />

3. Voer een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging:<br />

o Als u wilt dat gebruikers een wachtwoord invoeren om uw document te openen, schakelt u<br />

het selectievakje Het openen van documenten beveiligen met een wachtwoord in en<br />

geeft u een wachtwoord op.<br />

o Als u de de bevoegdheden voor geopende bestanden wilt beperken, schakelt u het<br />

selectievakje Beveiliging instellen en de toegang tot functies met wachtwoorden<br />

beveiligen in en geeft u een wachtwoord op. Geef beperkingen op voor afdrukken, het<br />

aanbrengen van wijzigingen, het kopiëren van tekst en afbeeldingen, en teksttoegang voor<br />

schermleesapparaten van visueel gehandicapten.<br />

4. Klik op Meer. Geef in het vak Beveiligingsniveau een Algoritme voor codering op. 256-bits<br />

AES wordt als het veiligste algoritme beschouwd.<br />

5. Klik op OK of Voltooien.<br />

6. Sla uw PDF-document op om de nieuwe beveiligingsinstellingen toe te passen.<br />

Wachtwoordbeveiliging toepassen met een specifiek profiel<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Als u beveiligingsprofielen wilt beheren, klikt u in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu<br />

Document beveiligen op <strong>Pro</strong>fielen beheren. Maak of bewerk zo nodig een beveiligingsprofiel<br />

196 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

voordat u verder gaat. Verdere informatie hierover kunt u vinden in Beveiligingsprofielen.<br />

2. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op de pijl onder<br />

Wachtwoordbeveiliging.<br />

3. Selecteer een beveiligingsprofiel in de lijst en bevestig dat u het document wilt beveiligen.<br />

4. Sla uw PDF-document op om de nieuwe beveiligingsinstellingen toe te passen.<br />

197 ©<strong>Nitro</strong>


Certificaatbeveiliging<br />

Met een digitale id kunt u bestanden coderen, zodat deze alleen kunnen worden geopend en gebruikt<br />

door mensen met wie u certificaten hebt uitgewisseld. Beveiliging middels certificaten heeft veel<br />

voordelen in vergelijking met wachtwoordbeveiliging: documenten kunnen worden geopend zonder een<br />

wachtwoord te hoeven onthouden, het delen of kopiëren van digitale id's is moeilijk, en één document<br />

kan voor iedere ontvanger andere beveiligingsinstellingen bevatten. Zo kan één persoon bijvoorbeeld<br />

bevoegdheid voor bewerken en afdrukken hebben, terwijl een andere persoon het document alleen kan<br />

weergeven.<br />

Voordat u bestanden kunt ontvangen die voor uw digitale id zijn gecodeerd, moet u deze digitale id eerst<br />

aanmaken en het bijbehorende certificaat uitwisselen met de mensen met wie u deze beveiligde<br />

bestanden wilt delen. Voordat u gecodeerde bestanden aan bepaalde personen kunt sturen, moet u<br />

tevens hun certificaat hebben ontvangen en geïmporteerd.<br />

OPMERKING: Bij gebruik van certificaatbeveiliging moet u uw eigen certificaat toevoegen als een<br />

geplande ontvanger. Als u dit niet doet, hebt u geen toegang tot het PDF-bestand wanneer het is<br />

beveiligd.<br />

PDF-bestanden beveiligen met een certificaat<br />

PDF-bestanden kunnen op twee manieren met een certificaat worden beveiligd. Deze procedures worden<br />

hieronder beschreven.<br />

l Het dialoogvenster Certificaatbeveiliging. Bekijk beveiligingsinstellingen en pas handmatig de<br />

gewenste instellingen toe in Documenteigenschappen.<br />

l Beveiligingsprofielen. Deze profielen kunnen meermaals worden gebruikt. U kunt hierin bepaalde<br />

beveiligingsinstellingen opslaan, die dan met één klik op een document kunnen worden<br />

toegepast. In een profiel kunt u opgeven welke ontvangers u toestaat. Hierdoor kunt u ervoor<br />

zorgen dat steeds dezelfde beveiliging wordt toegepast op documenten voor respectieve<br />

ontvangers.<br />

Certificaatbeveiliging beheren<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

o Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op<br />

Certificaatbeveiliging.<br />

o Selecteer Documenteigenschappen in het menu Bestand. Het dialoogvenster<br />

Documenteigenschappen wordt weergegeven. Open het tabblad Beveiliging en klik in de<br />

vervolgkeuzelijst Beveiligingsmethode op Certificaatbeveiliging.<br />

2. Selecteer in het dialoogvenster Certificaatbeveiliging de contactpersonen die u toegang tot uw<br />

beveiligde bestanden wilt geven, en klik op Toevoegen. Als u het gebruik voor een ontvanger wilt<br />

beperken, selecteert u de optie Beperkte bevoegdheden en geeft u op in hoeverre die persoon<br />

wijzigingen mag aanbrengen en mag afdrukken.<br />

3. Klik op Meer. Geef in het vak Beveiligingsniveau een Algoritme voor codering op. 256-bits<br />

AES wordt als het veiligste algoritme beschouwd.<br />

4. Klik op OK of Voltooien.<br />

5. Sla uw PDF-document op om de nieuwe beveiligingsinstellingen toe te passen.<br />

198 ©<strong>Nitro</strong>


Certificaatbeveiliging toepassen met een specifiek profiel<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Als u beveiligingsprofielen wilt beheren, klikt u in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu<br />

Document beveiligen op <strong>Pro</strong>fielen beheren. Maak of bewerk zo nodig een beveiligingsprofiel<br />

voordat u verder gaat.<br />

Verdere informatie hierover kunt u vinden in Beveiligingsprofielen.<br />

2. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op de pijl onder<br />

Certificaatbeveiliging.<br />

3. Selecteer een beveiligingsprofiel in de lijst en bevestig dat u het document wilt beveiligen.<br />

4. Sla uw PDF-document op om de nieuwe beveiligingsinstellingen toe te passen.<br />

199 ©<strong>Nitro</strong>


Beveiligingsprofielen<br />

Beveiligingsprofielen dienen voor het opslaan van uw beveiligingsinstellingen, kunnen meermaals<br />

worden gebruikt, en helpen u sneller te werken. U hoeft dus niet steeds opnieuw wachtwoorden op te<br />

geven of namen van ontvangers toe te voegen wanneer u documentbeveiliging gebruikt; in plaats<br />

daarvan opent u het bestand in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 en selecteert u het gewenste beveiligingsprofiel in een lijst.<br />

Als u certificaatbeveiliging gebruikt en regelmatig bestanden naar dezelfde mensen stuurt, kunt u met<br />

beveiligingsprofielen een hoop tijd besparen.<br />

Uw beveiligingsprofielen weergeven<br />

1. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op <strong>Pro</strong>fielen beheren.<br />

Het dialoogvenster Beveiligingsprofielen wordt weergegeven.<br />

2. Klik op een profiel in het vak Beveiligingsprofielen om de profielgegevens te bekijken.<br />

Een nieuw beveiligingsprofiel toevoegen<br />

1. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op <strong>Pro</strong>fielen beheren.<br />

Het dialoogvenster Beveiligingsprofielen wordt weergegeven.<br />

2. Klik op Nieuw. Het dialoogvenster Nieuw beveiligingsprofiel wordt weergegeven.<br />

3. Typ een Naam en Beschrijving voor uw profiel.<br />

4. Selecteer een van de volgende opties in het vak Documenten beveiligen:<br />

o Wachtwoorden gebruiken: om gebruikersrechten voor het openen en sluiten van PDFdocumenten<br />

of het aanbrengen van wijzigingen te beperken<br />

o Certificaten gebruiken: om documenten te coderen, zodat deze alleen toegankelijk zijn<br />

voor de door u opgegeven gebruikers<br />

5. Klik op Volgende en configureer instellingen voor wachtwoordbeveiliging of certificaatbeveiliging.<br />

Raadpleeg Wachtwoordbeveiliging en Certificaatbeveiliging voor meer informatie.<br />

6. Klik op Voltooien.<br />

Een beveiligingsprofiel bewerken<br />

1. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op <strong>Pro</strong>fielen beheren.<br />

Het dialoogvenster Beveiligingsprofielen wordt weergegeven.<br />

2. Selecteer een profiel in het vak Beveiligingsprofielen en klik op Bewerken.<br />

3. Wijzig de Naam en Beschrijving voor uw profiel.<br />

4. Geef in het vak Documenten beveiligen op of u wachtwoorden of certificaten wilt gebruiken.<br />

5. Klik op Volgende.<br />

6. Werk de beveiligingsinstellingen bij.<br />

7. Klik op Voltooien om de wijzigingen in uw beveiligingsprofiel op te slaan.<br />

Een beveiligingsprofiel verwijderen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op <strong>Pro</strong>fielen beheren.<br />

Het dialoogvenster Beveiligingsprofielen wordt weergegeven.<br />

2. Selecteer een profiel in het vak Beveiligingsprofielen, klik op Verwijderen en bevestig dat u het<br />

beveiligingsprofiel wilt verwijderen.<br />

200 ©<strong>Nitro</strong>


JavaScript-beveiliging<br />

Ingesloten JavaScript in PDF-documenten kan in bepaalde gevallen beveiligingsproblemen veroorzaken.<br />

Er zijn daarom gebruikers die JavaScript om beveiligingsredenen willen uitschakelen. Systeembeheerders<br />

moeten JavaScript soms uitschakelen om te voldoen aan het geldende IT-beleid.<br />

JavaScript uitschakelen<br />

1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Voorkeuren.<br />

2. Klik in het dialoogvenster Voorkeuren op JavaScript.<br />

3. Selecteer JavaScript uitschakelen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

201 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Digitale id's<br />

Een digitale id lijkt in veel opzichten op een papieren identiteitsbewijs zoals een paspoort. U kunt zich<br />

hiermee legitimeren en u krijgt specifieke rechten om bepaalde dingen te doen. In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 gebruikt u<br />

uw digitale id om uw PDF-bestanden te beveiligen tegen onbevoegd gebruik en om toegang te krijgen<br />

tot bepaalde bestanden van gebruikers die uw digitale id hebben geaccepteerd. Als u op deze wijze een<br />

document beveiligt, kunt u de toegangs- en gebruiksrechten per gebruiker instellen.<br />

Digitale id's hebben een openbare en een persoonlijke sleutel. De openbare sleutel bevat een certificaat<br />

en identificatiegegevens, en dit zijn de gegevens die u met andere gebruikers uitwisselt. Als andere<br />

gebruikers uw openbare sleutel hebben, kunnen zij documenten beveiligen (coderen) en kunt u deze<br />

documenten openen en gebruiken. De persoonlijke sleutel is het deel van de digitale id dat nooit met<br />

anderen wordt gedeeld en dat wordt gebruikt voor het ontgrendelen (decoderen) van de bestanden<br />

waarvoor u toegangsrechten hebt.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 biedt ondersteuning voor de volgende typen digitale id's:<br />

l PKCS#12 digitaal id-bestand. Dit type digitale id geeft u meer flexibiliteit, omdat u op meerdere<br />

computers dezelfde id kunt gebruiken. Als u bijvoorbeeld op kantoor een werkstation hebt maar<br />

ook een notebook gebruikt waarop hetzelfde certificaat is geïnstalleerd, kunt u hetzelfde<br />

beveiligde PDF-bestand op beide computers openen. De digitale id blijft bij verplaatsing tussen<br />

twee computers beveiligd, aangezien u een wachtwoord moet opgeven wanneer u de id in Mijn<br />

digitale id's importeert.<br />

l Windows certificaatarchief. Dit type digitale certificaat koppelt de id onlosmakelijk aan een<br />

gebruiker op een bepaalde computer en kan niet worden gekopieerd en op een andere computer<br />

worden geïmporteerd.<br />

202 ©<strong>Nitro</strong>


Digitale id's beheren<br />

Een digitale id is een soort beveiligd toegangspasje waarmee u een digitale identiteit creëert, of waarmee<br />

u een document kunt lezen dat is gecodeerd om ongemachtigd gebruik te voorkomen. Voor<br />

verschillende taken kunnen verschillende id's worden gemaakt. Zo kunt u bijvoorbeeld een digitale id<br />

hebben om accountadministratiedocumenten te openen, en een andere om technische rapporten te<br />

openen.<br />

Digitale id maken<br />

1. Plaats uw muis in het menu Bestand op Digitale id's en klik op Mijn digitale id's. Het<br />

dialoogvenster Mijn digitale id's wordt weergegeven.<br />

2. Klik op Nieuw. Het dialoogvenster Nieuwe digitale id wordt weergegeven.<br />

3. Voer uw identiteitsgegevens in.<br />

4. Klik op het type beveiliging dat u wilt gebruiken in de lijst Gepland gebruik en klik op Volgende.<br />

5. Klik op Bladeren en selecteer een locatie waar u de digitale id wilt opslaan en geef een naam op<br />

voor het id-bestand.<br />

6. Voer een wachtwoord in en klik op OK om de handeling te voltooien.<br />

TIP: als u een digitale id wilt verwijderen, selecteert u deze in het dialoogvenster Mijn digitale id's en<br />

klikt u op Verwijderen.<br />

Digitale id importeren<br />

1. Plaats uw muis in het menu Bestand op Digitale id's en klik op Mijn digitale id's. Het<br />

dialoogvenster Mijn digitale id's wordt weergegeven.<br />

2. Klik op Importeren.<br />

3. Ga naar de digitale id op uw vaste schijf of netwerk en klik op Openen.<br />

4. Klik op Sluiten om de handeling te voltooien.<br />

Digitale id exporteren<br />

1. Plaats uw muis in het menu Bestand op Digitale id's en klik op Mijn digitale id's. Het<br />

dialoogvenster Mijn digitale id's wordt weergegeven.<br />

2. Selecteer een digitale id in de lijst en klik op Exporteren. Het dialoogvenster Certificaat exporteren<br />

wordt weergegeven.<br />

3. Klik op Gegevens naar bestand opslaan en selecteer Volgende om een locatie voor het bestand te<br />

kiezen.<br />

4. Klik op Opslaan om de handeling te voltooien.<br />

Digitale id per e-mail exporteren<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Plaats uw muis in het menu Bestand op Digitale id's en klik op Mijn digitale id's. Het<br />

dialoogvenster Mijn digitale id's wordt weergegeven.<br />

2. Selecteer een digitale id in de lijst en klik op Exporteren. Het dialoogvenster Certificaat exporteren<br />

wordt weergegeven.<br />

3. Klik op Gegevens per e-mail verzenden en klik op Volgende.<br />

4. Geef het e-mailadres van de ontvanger van uw digitale id op, controleer het bericht en klik op<br />

Verzenden.<br />

203 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

5. Er wordt een e-mailbericht opgesteld in uw standaard e-mailclient en uw digitale id wordt als een<br />

bijlage aan dit bericht gekoppeld. Klik op Verzenden.<br />

204 ©<strong>Nitro</strong>


Vertrouwde contacten beheren<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u mensen aan uw Vertrouwde contacten toevoegen door hun openbare<br />

sleutelcertificaat handmatig te importeren, of kunt u met gebruik van de functie Aanvragen in het<br />

gedeelte Vertrouwde contacten uw openbare sleutels uitwisselen. Om digitaal ondertekende PDFbestanden<br />

van vertrouwde contacten te kunnen valideren, moet u in het bezit zijn van de openbare<br />

sleutel van dat vertrouwde contact.<br />

Vertrouwd contact toevoegen<br />

1. Plaats uw muis in het menu Bestand op Digitale id's en klik op Vertrouwde contacten. Het<br />

dialoogvenster Vertrouwde contacten beheren wordt weergegeven.<br />

2. Klik op Toevoegen, selecteer het certificaat dat u van een vertrouwde collega hebt ontvangen en<br />

klik op Openen.<br />

TIP: als u de gegevens van een certificaat wilt bekijken, bijvoorbeeld om te zien door wie dit is afgegeven<br />

en hoe lang het geldig is, selecteert u dit in de lijst met vertrouwde contacten en klikt u op Bekijken.<br />

ID van een contact exporteren<br />

1. Plaats uw muis in het menu Bestand op Digitale id's en klik op Vertrouwde contacten. Het<br />

dialoogvenster Vertrouwde contacten beheren wordt weergegeven.<br />

2. Selecteer een vertrouwd contact en klik op Exporteren.<br />

3. Voer een naam in voor het certificaat in het dialoogvenster Opslaan als en klik op Opslaan.<br />

Openbare sleutelcertificaten delen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Plaats uw muis in het menu Bestand op Digitale id's en klik op Vertrouwde contacten. Het<br />

dialoogvenster Vertrouwde contacten beheren wordt weergegeven.<br />

2. Selecteer het contact dat u wilt exporteren en klik op Aanvragen. Het dialoogvenster Contacten<br />

aanvragen verschijnt.<br />

3. Voer uw contactgegevens in.<br />

4. Schakel het selectievakje Mijn certificaat in een e-mail verzenden in, selecteer het certificaat dat<br />

u wilt delen en klik op Volgende.<br />

5. Geef het e-mailadres van de ontvanger van uw openbare sleutelcertificaat op, controleer het<br />

bericht en klik op Verzenden.<br />

6. Er wordt een e-mailbericht opgesteld in uw standaard e-mailclient en uw openbare<br />

sleutelcertificaat wordt als een bijlage aan dit bericht gekoppeld. Verzend de e-mail.<br />

205 ©<strong>Nitro</strong>


Digitale handtekeningen<br />

Digitale handtekeningen zijn veel krachtiger dan normale geschreven handtekeningen. Met een digitale<br />

handtekening kunt u aantonen dat een specifiek document op een bepaald tijdstip door een bepaalde<br />

persoon is ondertekend en kunt u waarborgen dat na ondertekening niet met de documentinhoud is<br />

geknoeid. Bovendien kunnen de ontvangers in het versie-overzicht van het document zien wanneer het<br />

document is ondertekend en wanneer er wijzigingen in zijn aangebracht. Het versie-overzicht is<br />

gecodeerd en opgeslagen in de PDF en kan worden bekeken via het deelvenster Handtekeningen.<br />

U kunt een PDF-document alleen digitaal ondertekenen als u een digitale id hebt. Om de handtekening<br />

van een ander te kunnen controleren, moet u eerst digitale id's met elkaar uitwisselen en elkaar aan de<br />

lijst Vertrouwde contacten toevoegen.<br />

Verdere informatie over digitale handtekeningen kunt u vinden in:<br />

l Documenten digitaal ondertekenen<br />

l Certificaten en handtekeningen bekijken en valideren<br />

l PDF-bestanden certificeren<br />

l Handtekening met digitale tijdstempel<br />

Verwante informatie kunt u vinden in:<br />

l Handtekeningvelden maken<br />

l Digitale id's<br />

l Digitale id's beheren<br />

l Vertrouwde contacten beheren<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

206 ©<strong>Nitro</strong>


Documenten digitaal ondertekenen<br />

Digitale handtekeningen lijken op normale geschreven handtekeningen, maar bevatten tevens<br />

gecodeerde informatie aan de hand waarvan de authenticiteit kan worden gecontroleerd.<br />

Een document kan digitaal worden ondertekend om de identiteit van de auteur veilig te registreren en te<br />

verifiëren dat de inhoud niet is gewijzigd. Digitale handtekeningen in een PDF-document kunnen tekst of<br />

een afbeelding bevatten, bijvoorbeeld een foto of een beeld van de geschreven handtekening.<br />

Een document digitaal ondertekenen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Beveiligen, in de groep Handtekeningen, op de pijl onder Ondertekenen en<br />

selecteer een handtekening in de lijst. Om een document te kunnen ondertekenen moet u een<br />

digitale id hebben. Raadpleeg voor meer informatie Digitale id's en Digitale id's beheren.<br />

2. Klik op de pagina op de plaats waar u de handtekening wilt zetten.<br />

3. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 vraagt u het PDF-bestand met de digitale handtekening op te slaan. Klik op de digitale<br />

handtekening om deze te bekijken en de gegevens te controleren, en sla uw PDF-bestand dan op.<br />

Raadpleeg voor meer informatie Certificaten en handtekeningen bekijken en valideren.<br />

207 ©<strong>Nitro</strong>


De vormgeving van handtekeningen aanpassen<br />

U kunt digitale handtekeningen zodanig aanpassen dat alleen de informatie die u wilt delen, zichtbaar is<br />

en dat uw fysieke handtekening, een bedrijfslogo of andere afbeeldingen bij uw handtekening worden<br />

weergeven. U kunt de vormgeving van uw handtekening op elk gewenst moment bewerken (bijvoorbeeld<br />

bij het ondertekenen van een document).<br />

Een nieuwe digitale handtekening maken<br />

1. Klik in het menu Bestand op Voorkeuren, vouw het item Digitale handtekening uit en selecteer<br />

Vormgevingen.<br />

2. Klik in het vak Vormgeving handtekeningen op Nieuw. Het dialoogvenster Vormgeving<br />

handtekening configureren wordt geopend.<br />

3. Selecteer een van de volgende opties in het vak Grafische afbeelding:<br />

o Geen afbeelding: als u geen extra informatie wilt opnemen.<br />

o Afbeelding uit bestand: klik op Afbeelding selecteren, geef het afbeeldingsbestand met<br />

uw handtekening op en klik op OK.<br />

o Naam: als u uw naam als tekst wilt afdrukken.<br />

4. Geef in het vak Tekst op welke gedeelten van uw digitale handtekening in een PDF zichtbaar en<br />

afdrukbaar moeten zijn.<br />

5. Bekijk het voorbeeld van de handtekening en klik op OK.<br />

TIP: zie Handtekening stempelen met QuickSign voor informatie over het maken van een digitale<br />

afbeelding van uw geschreven handtekening.<br />

De vormgeving van een digitale handtekening bewerken<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het menu Bestand op Voorkeuren, vouw het item Digitale handtekening uit en selecteer<br />

Vormgevingen.<br />

2. Selecteer de gewenste handtekening in de lijst Vormgeving handtekeningen en klik op<br />

Bewerken. Het dialoogvenster Vormgeving handtekening configureren wordt geopend.<br />

3. Selecteer een van de volgende opties in het vak Grafische afbeelding:<br />

o Geen afbeelding: als u geen extra informatie wilt opnemen.<br />

o Afbeelding uit bestand: klik op Afbeelding selecteren, geef het afbeeldingsbestand met<br />

uw handtekening op en klik op OK.<br />

o Naam: als u uw naam als tekst wilt afdrukken.<br />

4. Geef in het vak Tekst op welke gedeelten van uw digitale handtekening in een PDF zichtbaar en<br />

afdrukbaar moeten zijn.<br />

5. Bekijk het voorbeeld van de handtekening en klik op OK.<br />

208 ©<strong>Nitro</strong>


Certificaten en handtekeningen bekijken en valideren<br />

Handtekeningen worden gevalideerd wanneer het document wordt geopend en worden automatisch<br />

opnieuw gevalideerd wanneer er wijzigingen aan het document worden aangebracht.<br />

De status van uw certificaten en handtekeningen kan op een van de volgende manieren worden bekeken:<br />

l Bekijk certificaten en handtekeningen in het deelvenster Handtekeningen<br />

l Bekijk certificaten en handtekeningen op de pagina van het PDF-document<br />

Deelvenster Handtekeningen<br />

In het deelvenster Handtekeningen worden alle handtekeningen uit het PDF-document weergegeven,<br />

met daarbij de status van hun geldigheid en een korte samenvatting van iedere handtekening.<br />

Als uw PDF-bestand handtekeningen bevat, verschijnt links van het venster het tabblad Handtekeningen.<br />

Klik op het tabblad Handtekeningen om het deelvenster Handtekeningen te openen.<br />

TIP: als u rechtstreeks naar de locatie van een handtekening in het document wilt gaan, klikt u op de<br />

betreffende handtekening in het deelvenster Handtekening. De geselecteerde handtekening wordt<br />

weergegeven in een gele rechthoek.<br />

Statuspictogrammen voor PDF-documenten<br />

Status Pictogram Betekenis<br />

Geldig<br />

Geldig<br />

Weergave<br />

wijzigen<br />

Onbekend<br />

Onbekend<br />

Dit document is gecertificeerd en is niet gewijzigd op een wijze die niet is toegestaan<br />

volgens het certificaat.<br />

De identiteit van de ondertekenaar is gecontroleerd en het document is niet gewijzigd<br />

sinds de handtekening werd toegevoegd.<br />

De identiteit van de ondertekenaar is gecontroleerd maar de huidige weergave van het<br />

document is niet hetzelfde als toen het document werd ondertekend<br />

De identiteit van de ondertekenaar kon niet worden gecontroleerd en de huidige<br />

weergave van het document is niet hetzelfde als toen het document werd ondertekend.<br />

De identiteit van de ondertekenaar kon niet worden gecontroleerd, maar het document is<br />

niet gewijzigd sinds de handtekening werd toegevoegd.<br />

Ongeldig Het certificaat is ongeldig of er zijn onbevoegde wijzigingen aan het document gemaakt.<br />

Handtekeningen en certificaten op de pagina van een PDF-document bekijken<br />

Als u meer informatie wilt zien over een digitale handtekening of een certificaat van de pagina van een<br />

PDF-document, klikt u op de betreffende handtekening. Het dialoogvenster Eigenschappen<br />

handtekening wordt weergegeven. In dit venster kunt u het volgende:<br />

l Handtekening valideren: controleer de geldigheid van een digitale handtekening<br />

l Documentwijzigingen: lees of het document ongewijzigd is, of dat bepaalde wijzigingen aan het<br />

bestand zijn toegestaan, zoals het invullen van formuliervelden<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Geldige tijdsduur: geeft de tijdstempel van het PDF-document als een van de volgende:<br />

209 ©<strong>Nitro</strong>


o op basis van de klok op de computer van de ondertekenaar<br />

o een tijdstempel die niet gecontroleerd kan worden<br />

o tijdstempel gecontroleerd via een tijdstempelserver<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Certificaat bekijken: toont informatie over de persoon die het document heeft ondertekend, de<br />

vervaldatum van het certificaat en wie het certificaat heeft afgegeven. Tevens worden de<br />

encryptienorm en de digitale 'vingerafdrukken' van encryptie weergegeven.<br />

l Toevoegen aan vertrouwde contacten: hiermee voegt u de persoon die het PDF-bestand heeft<br />

ondertekend toe aan uw lijst vertrouwde contacten Raadpleeg Vertrouwde contacten beheren<br />

voor verdere informatie.<br />

210 ©<strong>Nitro</strong>


PDF-bestanden certificeren<br />

Wanneer u een door u geschreven document certificeert, bevestigt u de inhoud ervan en bepaalt u welke<br />

bewerkingen erop mogen worden uitgevoerd zonder de gecertificeerde status te schenden. Indien er<br />

wijzigingen aan het document worden gemaakt die u niet hebt toegestaan, raakt het document ongeldig<br />

en wordt het certificaat ingetrokken.<br />

Als u de auteur van een PDF-bestand bent en u de integriteit van dit bestand wilt handhaven, past u een<br />

handtekening voor certificering toe met de functie Certificeren. Wanneer u een document certificeert (in<br />

plaats van er een digitale handtekening aan toe te voegen) kunt u het gebruik van het document<br />

controleren met de volgende toegestane acties:<br />

l Geen wijzigingen toestaan. Hiermee worden alle functies uitgeschakeld waarmee een bestand<br />

kan worden gewijzigd, zoals bewerken, commentaar toevoegen, formulieren invullen en<br />

ondertekenen. Als er wijzigingen worden aangebracht nadat het bestand is gecertificeerd, wordt<br />

het certificaat ongeldig.<br />

l Alleen formulieren invullen toegestaan. Hiermee worden alle functies uitgeschakeld waarmee<br />

een bestand kan worden gewijzigd, behalve het invullen van formulieren en ondertekenen. Deze<br />

optie wordt bijvoorbeeld gebruikt als u gegevens wilt verzamelen met een officieel formulier dat<br />

personen moeten invullen zonder het formulierontwerp te mogen wijzigen.<br />

l Alleen commentaar invoeren en formulieren invullen toegestaan. Hiermee worden alle functies<br />

uitgeschakeld waarmee een bestand kan worden gewijzigd, behalve het invullen van formulieren,<br />

ondertekenen en invoeren van commentaar. Deze optie wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het<br />

controleren van een contract, waarbij commentaar kan worden ingevoerd en dat moet worden<br />

ondertekend.<br />

Redenen voor het certificeren van een document<br />

l Om te zorgen dat mensen een document kunnen ondertekenen, een formulier kunnen invullen, of<br />

aantekeningen in een PDF-bestand kunnen invoeren zonder dat het certificaat hierdoor ongeldig<br />

wordt<br />

l Om te bevestigen dat u de auteur van het document bent<br />

l Om de inhoud van het document te garanderen<br />

l Om op te geven welke wijzigingen mogen worden aangebracht zonder het certificaat ongeldig te<br />

maken<br />

l Om bepaalde functies automatisch uit te schakelen, zoals het invoegen van pagina's, wijzigen van<br />

tekst en bewerken van de eigenschappen van formuliervelden<br />

TIP: PDF-bestanden kunnen slechts eenmaal worden gecertificeerd maar kunnen ettelijke malen digitaal<br />

worden ondertekend indien de bevoegdheden dit toestaan. Dit is het voordeel van het certificeren in<br />

plaats van digitaal ondertekenen van bestanden die u hebt geschreven.<br />

Een PDF-document certificeren<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Beveiligen in de groep Handtekeningen op Certificeren.<br />

2. Kies in het dialoogvenster Document certificeren de handelingen die u wilt toestaan in de lijst<br />

Toegestane acties.<br />

3. Klik op Volgende.<br />

211 ©<strong>Nitro</strong>


4. Selecteer de digitale id die u voor certificering wilt gebruiken, en kies of het certificaat zichtbaar<br />

moet zijn.<br />

5. Klik op Volgende.<br />

6. Als u het certificaat zichtbaar hebt gemaakt, klik dan op de pagina waar dit moet worden<br />

weergegeven.<br />

7. Voer de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Document fcertificeren:<br />

l Selecteer een reden voor het ondertekenen van het bestand in de lijst Reden voor<br />

ondertekenen van document, of geef uw eigen reden op.<br />

l Sla de certificering op in het huidige document of als een nieuw document.<br />

l Geef op hoe het certificaat eruit moet komen te zien.<br />

8. Klik op Voltooien.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

OPMERKING: Wanneer u gecertificeerde PDF-bestanden met anderen deelt, moet de functie voor<br />

certificering en handtekeningen worden ondersteund door de PDF-viewer van deze personen.<br />

Gecertificeerde en ondertekende PDF-bestanden kunnen worden gedeeld tussen <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7, Adobe<br />

Acrobat en Adobe Reader.<br />

212 ©<strong>Nitro</strong>


Handtekening met digitale tijdstempel<br />

Digitale tijdstempels voegen de tijd en datum in een PDF-handtekening in, als bewijs van de integriteit<br />

van het document. Een tijdstempel toont aan dat de inhoud van het document op een bepaald tijdstip<br />

bestond en dat deze inhoud ongewijzigd is.<br />

Voor extra beveiliging kunnen digitale handtekeningen een tijdstempel van een onafhankelijke,<br />

vertrouwde instantie bevatten. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kan een tijdstempelserver gebruiken om te garanderen dat de<br />

tijdstempel nauwkeurig en veilig is; de systeemklok kan niet altijd worden vertrouwd, aangezien deze klok<br />

door een gebruiker kan worden veranderd.<br />

Instellingen van digitale tijdstempel beheren<br />

1. Selecteer in het menu Bestand de knop Voorkeuren, vouw Digitale handtekening uit en selecteer<br />

Servers voor tijdstempels.<br />

2. Ga als volgt te werk als de lijst Beschikbare servers leeg is of als u een andere tijdstempelserver aan<br />

de lijst wilt toevoegen:<br />

a. Klik op Nieuw om een nieuwe tijdstempelserver aan de lijst toe te voegen. Het<br />

dialoogvenster Server voor tijdstempels wordt weergegeven.<br />

b. Geef de naam en URL van een tijdstempelserver op, en eventueel de aanmeldingsgegevens.<br />

c. Klik op OK om uw instelling op te slaan.<br />

3. Voor beheer van de instellingen van een bestaande tijdstempelserver schakelt u het selectievakje<br />

Tijdstempel verkrijgen bij beschikbare server in, selecteert u een tijdstempelserver in de lijst<br />

Beschikbare servers en voert u een van de volgende handelingen uit:<br />

o Als u de eigenschappen voor de geselecteerde tijdstempelserver wilt wijzigen, klikt u op<br />

Bewerken en geeft u de nieuwe informatie op in het dialoogvenster Server voor<br />

tijdstempels.<br />

o Klik op Verwijderen als u de geselecteerde server wilt verwijderen.<br />

o Klik op Als standaard instellen als u standaard voor iedere tijdstempel een specifieke server<br />

wilt gebruiken. De standaardserver voor tijdstempels wordt aangegeven met een sterretje<br />

(*).<br />

4. Klik op OK.<br />

TIP: Als uw standaard tijdstempelserver niet beschikbaar is, gebruikt <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 de eerste beschikbare<br />

server op de lijst. U wordt daarom aanbevolen om de servers op volgorde van voorkeur te zetten.<br />

Als u de eigenschappen van een digitale handtekening bekijkt, wordt de geldigheid op een van de<br />

volgende manieren weergegeven:<br />

l Datum/tijd van de handtekening zijn afkomstig van de klok op de computer van de ondertekenaar.<br />

l De handtekening heeft een tijdstempel maar de stempel kon niet worden geverifieerd.<br />

l De handtekening heeft een tijdstempel.<br />

Raadpleeg Digitale handtekeningen voor verdere informatie.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

213 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Invoegtoepassingen van partnerprogramma's<br />

Met gebruik van een structuur voor invoegtoepassingen van partnerprogramma's heeft <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 de<br />

mogelijkheid bestanden te verwerken en uit te wisselen met de programma's en diensten van derden.<br />

Deze invoegtoepassingen zijn gestroomlijnd in een gebruiksvriendelijke interface opgenomen en<br />

verbeteren de PDF-werkprocessen door de noodzaak voor tijdrovende handmatige handelingen voor het<br />

opslaan, kopiëren en uploaden van bestanden in uw favoriete hulpprogramma’s te verminderen.<br />

Invoegtoepassingen voor partnerprogramma's beheren:<br />

1. Selecteer Voorkeuren in het tabblad Bestand. Het dialoogvenster <strong>Nitro</strong> PDF Reader Voorkeuren<br />

wordt weergegeven.<br />

2. Selecteer Invoegtoepassingsbeheer<br />

3. Schakel de selectievakjes in voor de invoegtoepassingen die u wilt inschakelen en controleer dat<br />

de overige selectievakjes zijn uitgeschakeld.<br />

4. Klik op OK en start <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 opnieuw op om de wijzigingen te activeren<br />

214 ©<strong>Nitro</strong>


Evernote<br />

De invoegtoepassing Evernote is in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 geïntegreerd. Evernote biedt u de functies voor het online<br />

opslaan en binnenhalen van informatie in de vorm van notities. Notities kunnen kleine stukjes tekst,<br />

kladbriefjes, foto’s, webpagina’s en zelfs hele PDF-documenten bevatten.<br />

Verdere informatie hierover kunt u vinden op http://www.evernote.com.<br />

Evernote instellen:<br />

1. Vraag een gratis account voor toegang tot Evernote aan op<br />

https://www.evernote.com/Registration.action<br />

2. Als uw account is ingesteld, downloadt u de Evernote-desktopclient voor uw computer via<br />

http://www.evernote.com/about/download/<br />

3. Volg de instructies op het scherm om de client te installeren en koppel deze aan uw Evernoteaccount.<br />

4. Wanneer de Evernote-client is ingesteld met uw account, kunt u de invoegtoepassing in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong><br />

7 gaan gebruiken.<br />

OPMERKING: de invoegtoepassing voor Evernote wordt pas in het menu Bestand weergegeven als de<br />

desktopclient is geïnstalleerd.<br />

Naar Evernote verzenden<br />

Met de Evernote-invoegtoepassing kunnen gegevens rechtstreeks vanuit <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 naar Evernote<br />

worden verzonden. Deze gegevens variëren van volledige PDF-bestanden tot stukjes en beetjes tekst en<br />

afbeeldingen.<br />

PDF-bestand naar Evernote verzenden:<br />

1. Controleer dat de Evernote-desktopclient op uw computer is gestart.<br />

2. Open een PDF-bestand in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

3. Klik in het menu Bestand op Naar Evernote verzenden.<br />

Geselecteerde tekst naar Evernote verzenden:<br />

1. Controleer dat de Evernote-desktopclient op uw computer is gestart.<br />

2. Open een PDF-bestand in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

3. Selecteer een regel of alinea met gebruik van het gereedschap Selecteren.<br />

4. Kik met uw rechtermuisknop op de geselecteerde tekst en selecteer Naar Evernote verzenden.<br />

Afbeelding naar Evernote verzenden:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Controleer dat de Evernote-desktopclient op uw computer is gestart.<br />

2. Open een PDF-bestand in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

3. Selecteer een afbeelding met het gereedschap Selecteren.<br />

4. Kik met uw rechtermuisknop op de geselecteerde afbeelding selecteer Naar Evernote verzenden.<br />

215 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

De gebruikersinterface aanpassen<br />

De interface van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kan optimaal op uw werkprocessen worden afgestemd. In de volgende<br />

onderwerpen vindt u verdere informatie over het maken van koppelingen naar uw favoriete<br />

gereedschappen en het rangschikken van de indeling van uw werkbalk:<br />

l De werkbalk Snelle toegang<br />

l Het lint minimaliseren<br />

216 ©<strong>Nitro</strong>


De werkbalk Snelle toegang<br />

Zoals de naam al aangeeft, kunt u met de werkbalk Snelle toegang een makkelijk toegankelijke groep<br />

snelkoppelingen opstellen die rechtstreeks toegang geven tot de meest gebruikte gereedschappen.<br />

De werkbalk Snelle toegang geeft standaard toegang tot de volgende functies:<br />

l De <strong>Nitro</strong>-knop: hiermee kunt u maximaliseren, minimaliseren, vergroten/verkleinen of sluiten.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7<br />

l Openen: hiermee kunt u een PDF op uw vaste schijf opzoeken en openen.<br />

l Opslaan: sla het huidige bestand op en vervang de oude versie van het bestand door de versie met<br />

uw laatste veranderingen. Raadpleeg PDF-document opslaan voor meer informatie.<br />

l Afdrukken: stuur het huidige PDF-document naar een printer of naar <strong>Nitro</strong> Creator 2<br />

l Ongedaan maken: hiermee kunt u de veranderingen die u in uw PDF hebt aangebracht, ongedaan<br />

maken. Via de vervolgkeuzepijl van de knop Ongedaan maken kunt u rechtstreeks naar de<br />

verschillende stadia van de wijzigingen van het document gaan.<br />

l Opnieuw: als u te ver terug bent gegaan met Ongedaan maken, kunt u met deze knop de<br />

ongedaan gemaakte wijzigingen weer herstellen. Met de vervolgkeuzepijl van de knop kunt u<br />

rechtstreeks naar de gewenste wijziging gaan die u wilt herstellen.<br />

l Aanpassen: via deze vervolgkeuzepijl krijgt u toegang tot het aanpassingsmenu van de werkbalk<br />

Snelle toegang.<br />

Een knop aan de werkbalk Snelle toegang toevoegen:<br />

1. Klik met uw rechtermuisknop op een willekeurig gereedschap in het lint.<br />

2. Selecteer Toevoegen aan werkbalk Snelle toegang in het menu. Er wordt nu een pictogram voor<br />

een nieuwe snelkoppeling aan de werkbalk Snelle toegang toegevoegd.<br />

TIP: via de zwarte pijl aan het einde van de werkbalk Snelle toegang krijgt u toegang tot verdere<br />

instellingen.<br />

Een knop van de werkbalk Snelle toegang verwijderen:<br />

1. Klik met uw rechtermuisknop op de knop die u wilt verwijderen.<br />

2. Selecteer Verwijderen uit werkbalk Snelle toegang in het menu.<br />

De werkbalk Snelle toegang verplaatsen:<br />

1. Klik op de zwarte pijl aan de rechterkant van de werkbalk Snelle toegang.<br />

2. Selecteer Onder het lint weergeven in het menu. De werkbalk wordt nu onder het lint geplaatst.<br />

TIP: als u de werkbalk weer boven het lint wilt zetten, klikt u op de menupijl van de werkbalk Snelle<br />

toegang en selecteert u Boven het lint weergeven.<br />

Geavanceerde configuratie van de werkbalk Snelle toegang<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik op de zwarte pijl aan de rechterkant van de werkbalk Snelle toegang.<br />

2. Selecteer Meer opdrachten in het menu. Het dialoogvenster Aanpassen wordt weergegeven.<br />

3. Gebruik het menu Opdrachten selecteren uit om de locatie van de gereedschappen te selecteren.<br />

217 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Hiermee worden de gereedschappen gefilterd die beschikbaar zijn in de lijst Opdrachten.<br />

4. Selecteer de gewenste gereedschappen in de lijst Opdrachten en klik op Toevoegen om ze aan de<br />

werkbalk Snelle toegang vast te maken.<br />

5. Rangschik de gereedschappen in de kolom aan de rechterkant. Selecteer een gereedschap en<br />

gebruik de pijltoets Op of Neer om deze te verplaatsen.<br />

6. Klik op Beginwaarden als u de werkbalk Snelle toegang weer terug wilt zetten op de<br />

standaardinstellingen.<br />

7. Druk op de knop OK om uw wijzigingen op te slaan.<br />

218 ©<strong>Nitro</strong>


Het lint minimaliseren<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kan worden geminimaliseerd, zodat uw werkruimte wordt vergroot bijvoorbeeld ideaal voor<br />

Netbooks en oudere beeldschermen met een lagere resolutie.<br />

Het lint minimaliseren:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Lint minimaliserenZoeken<br />

l Lint minimaliserenZoeken<br />

Hiermee wordt het lint weer ingeschakeld en wordt weer op volledige grootte weergegeven.<br />

219 ©<strong>Nitro</strong>


Bestanden samenvoegen en pagina's opstellen<br />

Met PDF-bestanden kunt u een verzameling verschillende bestanden van diverse bronnen gemakkelijk<br />

samenvoegen en op nauwkeurige en betrouwbare wijze met anderen delen. Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u<br />

rapporten, spreadsheets, presentaties en nog veel meer tot één taak samenvoegen.<br />

l Bestanden samenvoegen in PDF<br />

Daarnaast beschikt u met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 over een complete set gereedschappen voor het opstellen en<br />

rangschikken van pagina's in PDF-bestanden, waaronder:<br />

l Pagina's bijsnijden of vergroten/verkleinen<br />

l Pagina's draaien<br />

l Pagina's ophalen<br />

l Pagina's verwijderen<br />

l Pagina's verplaatsen, rangschikken of in een andere volgorde zetten<br />

l Pagina's invoegen<br />

l Pagina's splitsen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

220 ©<strong>Nitro</strong>


Bestanden samenvoegen in PDF<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u PDF-bestanden en andere bestandstypen samenvoegen, zolang er een<br />

programma op uw computer is geïnstalleerd waarmee u dat bestandstype kunt weergeven. Niet-PDFbestanden<br />

worden door <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 op de achtergrond naar PDF-indeling geconverteerd, waarna alle<br />

PDF-bestanden in de opgegeven volgorde worden samengevoegd.<br />

Bestanden samenvoegen in PDF vanuit een map of vanaf het bureaublad<br />

1. Open de map met de bestanden die u wilt samenvoegen.<br />

2. Houd de Ctrl-toets ingedrukt en klik op de gewenste bestanden.<br />

3. Klik met de rechtermuisknop en selecteer Ondersteunde bestanden samenvoegen in <strong>Nitro</strong> PDF.<br />

4. Klik op Op en Neer om de bestanden in de gewenste volgorde te zetten.<br />

5. Selecteer een optie in de lijst PDF-bestanden maken. Hierbij gelden de volgende richtlijnen:<br />

l Als het document een goede afdrukkwaliteit moet hebben, selecteert u Voor afdrukken.<br />

l Als de afdrukkwaliteit minder belangrijk is dan de bestandsgrootte, selecteert u Voor<br />

kantoor.<br />

l Als de bestandsgrootte beperkt moet blijven, selecteert u Voor web.<br />

6. Selecteer in de lijst PDF opslaan naar op welke locatie u het bestand wilt opslaan.<br />

7. Klik op Maken.<br />

Bestanden in <strong>Nitro</strong> PDF <strong>Pro</strong>fessional samenvoegen in PDF<br />

1. Klik in het tabblad Home in de groep Creëren op Bestanden samenvoegen.<br />

2. Klik in het dialoogvenster Bestanden samenvoegen op de knop Bestanden toevoegen en<br />

selecteer en rangschik de bestanden die u wilt converteren.<br />

3. Selecteer een optie in de lijst PDF-bestanden maken. Hierbij gelden de volgende richtlijnen:<br />

l Als het document een goede afdrukkwaliteit moet hebben, selecteert u Voor afdrukken.<br />

l Als de afdrukkwaliteit minder belangrijk is dan de bestandsgrootte, selecteert u Voor<br />

kantoor.<br />

l Als de bestandsgrootte beperkt moet blijven, selecteert u Voor web.<br />

4. Selecteer in de lijst PDF opslaan naar op welke locatie u het bestand wilt opslaan.<br />

5. Klik op Maken.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

221 ©<strong>Nitro</strong>


Pagina's opstellen<br />

Het deelvenster Pagina's kan het rangschikken van pagina's in uw PDF-documenten een stuk<br />

gemakkelijker maken. Wanneer u dit deelvenster opent, ziet u een miniatuur van elke pagina, zodat u snel<br />

de gewenste pagina's kunt vinden en selecteren. Het deelvenster wordt links van het applicatievenster<br />

weergegeven.<br />

U kunt op een van de volgende manieren toegang krijgen tot de functies voor het<br />

rangschikken van pagina's:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Ga op het tabblad Bewerken naar het groepsmenu Pagina's.<br />

2. Klik op de tab Pagina's (een van de navigatietabs aan de linkerkant van het applicatievenster) en<br />

klik vervolgens met de rechtermuisknop op een willekeurige pagina in het deelvenster Pagina's.<br />

222 ©<strong>Nitro</strong>


Pagina's bijsnijden of vergroten/verkleinen<br />

Met de functie Bijsnijden kunt u selecteren welk gedeelte van een pagina u wilt behouden en de overige<br />

delen verwijderen. Dit kan handig zijn om overbodige informatie in uw document te wissen of het formaat<br />

van de pagina's aan te passen. U kunt pagina's visueel bijsnijden met de functie Bijsnijden en het bij te<br />

snijden gebied verder verfijnen in het dialoogvenster Pagina's bijsnijden.<br />

Pagina's bijsnijden met de functie Bijsnijden<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Bijsnijden.<br />

2. Selecteer het gebied dat u wilt behouden door met de muisaanwijzer te slepen.<br />

3. Dubbelklik in het opgegeven gebied.<br />

4. Definieer de bijsnijdmarges in het dialoogvenster Pagina's bijsnijden en geef desgewenst op welke<br />

andere pagina's u wilt bijsnijden.<br />

5. Klik op Bijsnijden.<br />

223 ©<strong>Nitro</strong>


Pagina's draaien<br />

U hebt de functie voor het draaien van pagina's in de regel nodig wanneer een document staande en<br />

liggende pagina's bevat en de tekst op het scherm dus zowel in verticale als horizontale richting wordt<br />

weergegeven. Een PDF-document kan bijvoorbeeld verschillende pagina's met tekst bevatten, gevolgd<br />

door een tabel of grafiek waarin de tekst niet van links naar rechts maar van boven naar beneden loopt.<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u elke pagina draaien in stappen van 90°.<br />

U kunt pagina's op twee manieren draaien:<br />

l Draaien tijdens weergave: om alle pagina's in de weergegeven PDF tijdelijk te draaien<br />

l Permanent draaien: om de richting van een of meer pagina's in een document te wijzigen en uw<br />

wijzigingen op te slaan<br />

Een PDF-document tijdelijk draaien tijdens weergave<br />

1. Klik in het tabblad Home in de groep Beeld op Weergave draaien.<br />

Opmerking: de gedraaide weergave wordt niet opgeslagen wanneer u het document sluit.<br />

Pagina's in een PDF permanent draaien<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Draaien.<br />

2. Klik in de lijst Draaien op de gewenste rotatie.<br />

3. Geef op welke pagina's u wilt draaien en klik op de knop Draaien.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

224 ©<strong>Nitro</strong>


Pagina's ophalen<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u een of meer pagina's uit een PDF-document ophalen en snel een nieuw document<br />

met deze pagina's maken. Wanneer u de pagina's hebt opgehaald, kunt u ze desgewenst verwijderen uit<br />

het originele PDF-bestand.<br />

Pagina's ophalen<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Ophalen.<br />

2. Selecteer het gewenste paginabereik in het dialoogvenster Pagina's ophalen.<br />

3. Schakel desgewenst het selectievakje Opgehaalde pagina's verwijderen in.<br />

4. Klik op Ophalen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

225 ©<strong>Nitro</strong>


Pagina's verwijderen<br />

In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u snel een of meer pagina's uit uw PDF-document verwijderen. Hiervoor gebruikt u het<br />

deelvenster Pagina's of de functie Pagina's verwijderen.<br />

Pagina's verwijderen met de functie Pagina's verwijderen<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Verwijderen.<br />

2. Selecteer het gewenste paginabereik in het dialoogvenster Pagina's verwijderen.<br />

3. Klik op Verwijderen.<br />

Pagina's verwijderen via het deelvenster Pagina's<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik op de tab Pagina's (een van de navigatietabs aan de linkerkant van het applicatievenster) om<br />

het deelvenster Pagina's weer te geven.<br />

2. Houd CTRL ingedrukt en klik in het deelvenster Pagina's op de gewenste pagina's.<br />

3. Kik met de rechtermuisknop op de selectie en selecteer Pagina's verwijderen.<br />

4. Selecteer het gewenste paginabereik in het dialoogvenster Pagina's verwijderen.<br />

5. Klik op Verwijderen.<br />

226 ©<strong>Nitro</strong>


Pagina's in een andere volgorde zetten<br />

U kunt pagina's in uw PDF-bestanden gemakkelijk opnieuw rangschikken met de functies in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

In het deelvenster Pagina's kunt u de pagina's eenvoudig in de gewenste volgorde slepen.<br />

De volgorde van pagina's wijzigen in het deelvenster Pagina's<br />

1. Klik op de tab Pagina's (een van de navigatietabs aan de linkerkant van het applicatievenster) om<br />

het deelvenster Pagina's weer te geven.<br />

2. Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Pagina's:<br />

l Als u één pagina wilt selecteren, klikt u op de pagina.<br />

l Als u meerdere niet-opeenvolgende pagina's wilt selecteren, houdt u de Ctrl-toets<br />

ingedrukt en klikt u op de respectieve pagina's.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Als u opeenvolgende pagina's wilt selecteren, klikt u op de achtergrond van het deelvenster<br />

Pagina's en sleept u een rechthoek rond de gewenste pagina's.<br />

3. Sleep de geselecteerde pagina('s) naar de gewenste positie in het document.<br />

227 ©<strong>Nitro</strong>


Pagina's invoegen<br />

Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kunt u pagina's uit meerdere PDF's in één bestand samenvoegen. Tijdens het<br />

invoegproces kunt u kiezen of u een heel document of alleen een reeks pagina's wilt invoegen.<br />

Pagina's in een PDF invoegen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Invoegen.<br />

2. Selecteer het gewenste document in het dialoogvenster Openen.<br />

3. Klik op Openen.<br />

4. Selecteer in het dialoogvenster Pagina's invoegen een optie voor het paginabereik en geef op<br />

waar de pagina's in het bestand moeten worden geplaatst.<br />

5. Klik op Invoegen.<br />

228 ©<strong>Nitro</strong>


Pagina's splitsen<br />

De functie voor het splitsen van pagina's voorziet in geavanceerde hulpmiddelen waarmee u pagina's in<br />

bestaande PDF-bestanden kunt kopiëren en tot nieuwe PDF-bestanden kunt samenvoegen. De functie<br />

omvat de volgende opties:<br />

l Splitsen in groepen pagina's<br />

l Splitsen op bladwijzers<br />

l Splitsen op paginabereik<br />

Navigatieproblemen voorkomen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Een veelvoorkomend probleem bij het splitsen van PDF-bestanden is dat de verbinding tussen de<br />

koppelingen en hun eindpunt wordt verbroken, omdat de koppelingen niet meer in het oorspronkelijke<br />

PDF-bestand staan of omdat de pagina's anders gerangschikt zijn. Met de geavanceerde functie voor het<br />

bijwerken van de navigatie-elementen worden alle bladwijzers, koppelingen en bestemmingen bijgewerkt<br />

om te zorgen dat deze goed blijven werken.<br />

229 ©<strong>Nitro</strong>


Splitsen in groepen pagina's<br />

U kunt PDF-bestanden opsplitsen in een set afzonderlijke PDF's, elk met een specifiek aantal pagina's. Als<br />

het originele bestand bijvoorbeeld 30 pagina's bevat en u het splitst in bestanden met elk 5 pagina's,<br />

worden 6 PDF's gemaakt.<br />

Een PDF in groepen pagina's splitsen<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Splitsen.<br />

2. Klik op de optie In bestanden van en geef op hoeveel pagina's elk nieuw bestand moet bevatten.<br />

3. Voer een of meer van de volgende handelingen uit in het vak Algemene opties:<br />

l Als het document bestemd is voor weergave op internet, selecteert u Snelle webweergave<br />

inschakelen.<br />

l Als u navigatie-elementen (zoals bladwijzers en hyperlinks) wilt omleiden naar de nieuwe<br />

locatie, selecteert u Navigatie-elementen bijwerken.<br />

l Als u identieke formuliervelden wilt ondersteunen, selecteert u Identieke formuliervelden<br />

ondersteunen.<br />

l Als u de PDF-titel wilt bijwerken met de naam van het uitvoerbestand, selecteert u Titel<br />

bijwerken met naam uitvoerbestand.<br />

l Selecteer een optie in de lijst Bladwijzers om op te geven hoe bladwijzers moeten worden<br />

weergegeven wanneer het nieuwe bestand wordt geopend.<br />

4. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Uitvoerbestemming en -bestandsnaam:<br />

l Als u de oorspronkelijke bestandsnaam als basisbestandsnaam voor de gesplitste<br />

bestanden wilt gebruiken, selecteert u Bestandsnaam gebruiken.<br />

l Om een nieuwe basisbestandsnaam op te geven, schakelt u het selectievakje Bestandsnaam<br />

gebruiken uit en typt u een nieuwe naam in het vak Basisbestandsnaam.<br />

5. Geef op hoe de bestandsnaam moet worden samengesteld door een optie in de lijst Toevoeging<br />

voor naam bestemmingsbestand te selecteren en zo nodig een beginnummer in te voeren.<br />

6. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Doelmap:<br />

l Als u de gesplitste PDF's in dezelfde map als het originele bestand wilt plaatsen, klikt u op<br />

Zelfde als bronmap.<br />

l Als u een nieuwe map voor de gesplitste PDF's wilt opgeven, selecteert u het keuzerondje In<br />

en klikt u op de knop Bladeren om een map te selecteren.<br />

7. Klik op Splitsen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

230 ©<strong>Nitro</strong>


Splitsen op bladwijzers<br />

U kunt één PDF in meerdere bestanden splitsen op basis van de bladwijzerhiërarchie en<br />

bladwijzerniveaus. Dit is vooral handig als uw bladwijzers gebaseerd zijn op de hoofdstukken en<br />

paragrafen en de structuur van uw PDF's.<br />

Opmerking: als er geen bestandsnaam is ingesteld wanneer u op bladwijzers splitst, worden de<br />

bestandsnamen van de resulterende PDF's afgeleid van de bladwijzertekst.<br />

Splitsen op bladwijzers<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Splitsen.<br />

2. Klik op de methode Op bladwijzers en voer het bladwijzerniveau (of de bladwijzerniveaus) in<br />

waarop het bestand moet worden gesplitst.<br />

3. Voer een of meer van de volgende handelingen uit in het vak Algemene opties:<br />

l Als het document bestemd is voor weergave op internet, selecteert u Snelle webweergave<br />

inschakelen.<br />

l Als u navigatie-elementen (zoals bladwijzers en hyperlinks) wilt omleiden naar de nieuwe<br />

locatie, selecteert u Navigatie-elementen bijwerken.<br />

l Als u identieke formuliervelden wilt ondersteunen, selecteert u Identieke formuliervelden<br />

ondersteunen.<br />

l Als u de PDF-titel wilt bijwerken met de naam van het uitvoerbestand, selecteert u Titel<br />

bijwerken met naam uitvoerbestand.<br />

l Selecteer een optie in de lijst Bladwijzers om op te geven hoe bladwijzers moeten worden<br />

weergegeven wanneer het nieuwe bestand wordt geopend.<br />

4. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Uitvoerbestemming en -bestandsnaam:<br />

l Als u de bladwijzernaam als bestandsnaam voor elk gesplitst bestand wilt gebruiken,<br />

selecteert u Bestandsnaam gebruiken.<br />

l Om een nieuwe basisbestandsnaam op te geven, schakelt u het selectievakje<br />

Bestandsnaam gebruiken uit en typt u een nieuwe naam in het vak Basisbestandsnaam.<br />

5. Geef op hoe de bestandsnaam moet worden samengesteld door een optie in de lijst Toevoeging<br />

voor naam bestemmingsbestand te selecteren en zo nodig een beginnummer in te voeren.<br />

6. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Doelmap:<br />

l Als u de gesplitste PDF's in dezelfde map als het originele bestand wilt plaatsen, klikt u op<br />

Zelfde als bronmap.<br />

l Als u een nieuwe map voor de gesplitste PDF's wilt opgeven, selecteert u het keuzerondje In<br />

en klikt u op de knop Bladeren om een map te selecteren.<br />

7. Klik op Splitsen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

231 ©<strong>Nitro</strong>


Splitsen op paginabereik<br />

De methode voor splitsen op paginabereik biedt extra flexibiliteit bij het splitsen van pagina's. Zo beschikt<br />

u over de volgende mogelijkheden:<br />

l Afzonderlijke pagina's splitsen in een of meer nieuwe bestanden<br />

l Een paginabereik splitsen in een of meer nieuwe bestanden<br />

l Pagina's en paginabereiken samenvoegen<br />

l Paginabereiken scheiden in afzonderlijke uitvoerbestanden<br />

l Ongewenste pagina's verwijderen<br />

l Overlappende paginabereiken gebruiken om meerdere bestanden te maken<br />

l Splitsen in even en oneven pagina's<br />

l Paginavolgorde omkeren<br />

Door paginanummers te combineren met eenvoudige parameters (komma's, streepjes, puntkomma's,<br />

'odd' en 'even'), kunt u opgeven welke pagina's moeten worden samengevoegd tot een nieuwe PDF en<br />

welke pagina's moeten worden gesplitst om een andere PDF te vormen.<br />

Parameter Functie Voorbeeld<br />

, paginascheidingsteken<br />

Met 1-20, 30-40 wordt één PDF gemaakt, bestaande uit pagina 1-<br />

20 en 30-40.<br />

- van/tot 1-5 plaatst pagina 1 t/m 5 in een nieuwe PDF.<br />

; bestandsscheidingsteken<br />

even even pagina's<br />

odd oneven pagina's<br />

Splitsen op paginabereik<br />

Met 1-20; 21-40 worden twee nieuwe PDF's gemaakt, een met<br />

pagina 1-20 en de andere met pagina 21-40.<br />

Met 1-20 even wordt één PDF gemaakt met de even pagina's uit<br />

het paginabereik 1-20.<br />

Met 1-20 odd wordt één PDF gemaakt met de oneven pagina's uit<br />

het paginabereik 1-20.<br />

1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Splitsen.<br />

2. Klik op de optie Op paginabereik en voer het gewenste paginabereik in.<br />

3. Voer een of meer van de volgende handelingen uit in het vak Algemene opties:<br />

l Als het document bestemd is voor weergave op internet, selecteert u Snelle webweergave<br />

inschakelen.<br />

l Als u navigatie-elementen (zoals bladwijzers en hyperlinks) wilt omleiden naar de nieuwe<br />

locatie, selecteert u Navigatie-elementen bijwerken.<br />

l Als u identieke formuliervelden wilt ondersteunen, selecteert u Identieke formuliervelden<br />

ondersteunen.<br />

l Als u de PDF-titel wilt bijwerken met de naam van het uitvoerbestand, selecteert u Titel<br />

bijwerken met naam uitvoerbestand.<br />

l Selecteer een optie in de lijst Bladwijzers om op te geven hoe bladwijzers moeten worden<br />

weergegeven wanneer het nieuwe bestand wordt geopend.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

232 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

4. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Uitvoerbestemming en -bestandsnaam:<br />

l Als u de oorspronkelijke bestandsnaam als basisbestandsnaam voor de gesplitste<br />

bestanden wilt gebruiken, selecteert u Bestandsnaam gebruiken.<br />

l Om een nieuwe basisbestandsnaam op te geven, schakelt u het selectievakje<br />

Bestandsnaam gebruiken uit en typt u een nieuwe naam in het vak Basisbestandsnaam.<br />

5. Geef op hoe de bestandsnaam moet worden samengesteld door een optie in de lijst Toevoeging<br />

voor naam bestemmingsbestand te selecteren en zo nodig een beginnummer in te voeren.<br />

6. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Doelmap:<br />

1. Als u de gesplitste PDF's in dezelfde map als het originele bestand wilt plaatsen, klikt u op<br />

Zelfde als bronmap.<br />

2. Als u een nieuwe map voor de gesplitste PDF's wilt opgeven, selecteert u het keuzerondje In<br />

en klikt u op de knop Bladeren om een map te selecteren.<br />

7. Klik op Splitsen.<br />

233 ©<strong>Nitro</strong>


PDF-documenten afdrukken<br />

Als u een papieren exemplaar van uw PDF-document nodig hebt, kunt u het document vanuit <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7<br />

afdrukken.<br />

Een PDF-document afdrukken:<br />

1. Open uw PDF-document in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Selecteer in het menu Bestand de optie Afdrukken of Ctrl+P, of klik op Afdrukken in de werkbalk<br />

Snelle toegang. Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.<br />

3. Geef de volgende opties op:<br />

l Printer:<br />

o Naam: selecteer een van de printers die op uw systeem is geïnstalleerd.<br />

o Eigenschappen: stel de voorkeursinstellingen voor de printer naar wens in.<br />

o Afdrukken: druk het document af met of zonder markeringen en stempels.<br />

Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie over<br />

aantekeningen en markeringen.<br />

o Alleen pagina's met markeringen afdrukken: pagina's zonder markeringen worden<br />

overgeslagen.<br />

l Paginabereik: geef de pagina's op die u naar de printer wilt sturen.<br />

o Subset: filter het opgegeven paginabereik: alle, oneven, of even.<br />

l Paginaverwerking:<br />

o Schaal aanpassen: de inhoud van de pagina's kan worden vergroot om de hele<br />

pagina te vullen, of verkleind als de inhoud buiten het afdrukbare gebied valt.<br />

Standaard wordt het afdrukgebied opgevuld; als er delen op de afdruk missen, kunt<br />

u deze instelling veranderen om de inhoud te verkleinen.<br />

o Meerdere pagina's: hiermee kunnen meerdere exemplaren van dezelfde pagina op<br />

één vel worden gedrukt.<br />

o Aantal: hiermee worden meerdere kopieën van iedere pagina afgedrukt.<br />

o Automatisch draaien: hiermee wordt de richting van de pagina automatisch<br />

aangepast om op het geselecteerde papierformaat te passen.<br />

o PDF-paginaformaat gebruiken: het papierformaat wordt automatisch geselecteerd<br />

4. Klik op OK.<br />

op basis van het PDF-paginaformaat.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

TIP: als u de gemaakte wijzigingen wilt controleren, kunt u door de pagina's van uw document bladeren<br />

in het gebied Voorbeeld.<br />

234 ©<strong>Nitro</strong>


PDF-documenten per e-mail verzenden<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 maakt het uiterst eenvoudig om een PDF-bestand per e-mail te verzenden door een nieuw<br />

bericht voor u op te stellen en het bestand automatisch als bijlage aan dit bericht te koppelen.<br />

PDF als e-mailbijlage verzenden<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Open uw PDF-document in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7.<br />

2. Klik in het menu Bestand op E-mailen als PDF-bijlage.<br />

3. Er wordt nu een e-mail samengesteld in uw standaard e-mailclient en uw PDF-document wordt als<br />

bijlage aan het bericht gekoppeld.<br />

4. Typ het bericht in het berichtvenster van de e-mail en klik op Verzenden.<br />

235 ©<strong>Nitro</strong>


Ongedaan maken en Opnieuw<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 biedt functies waarmee u uitgevoerde handelingen ongedaan kunt maken en de ongedaan<br />

gemaakte handelingen opnieuw kunt toepassen.<br />

Handeling ongedaan maken:<br />

Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Klik op Ongedaan maken in de werkbalk Snelle toegang.<br />

l Druk op Ctrl+Z<br />

Meerdere handelingen tegelijk ongedaan maken:<br />

1. Klik op de pijl naast Ongedaan maken. In het menu worden de handelingen weergegeven die u<br />

ongedaan kunt maken. De laatst uitgevoerde handelingen staan bovenaan.<br />

2. Selecteer de acties die u ongedaan wilt maken. Onderaan het menu wordt het aantal<br />

geselecteerde handelingen weergegeven.<br />

3. Klik op de muisknop om de geselecteerde handelingen ongedaan te maken.<br />

Ongedaan gemaakte handeling opnieuw uitvoeren:<br />

Voer een van de volgende handelingen uit:<br />

l Klik op Opnieuw in de werkbalk Snelle toegang.<br />

l Druk op Ctrl+Y<br />

Meerdere handelingen tegelijk opnieuw uitvoeren:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

1. Klik op de pijl naast Opnieuw. In het menu worden de handelingen weergegeven die u opnieuw<br />

kunt uitvoeren. De laatst uitgevoerde handelingen staan bovenaan.<br />

2. Selecteer de acties die u opnieuw wilt uitvoeren. Onderaan het menu wordt het aantal<br />

geselecteerde handelingen weergegeven.<br />

3. Klik op de muisknop om de geselecteerde handelingen opnieuw uit te voeren.<br />

236 ©<strong>Nitro</strong>


Voorkeuren<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kan naar wens worden geconfigureerd om de instellingen van weergave, functies, updates en<br />

conversie op uw werkproces af te stemmen.<br />

De voorkeuren openen:<br />

1. Selecteer Voorkeuren in het tabblad Bestand.<br />

2. Stel de opties in de twee delen van het dialoogvenster Voorkeuren naar wens in:<br />

o De optiecategorieën staan in de kolom aan de linkerkant. Druk op de knop + om de lijst uit<br />

te vouwen en de subcategorieën weer te geven.<br />

o De opties voor iedere categorie staan in het rechterdeel van het venster.<br />

Uitleg van de voorkeursinstellingen<br />

Op updates controleren<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 kan worden ingesteld om automatisch periodiek te controleren of er updates zijn en deze te<br />

installeren: Iedere dag, Iedere week, of Iedere maand. Selecteer Nooit om deze optie uit te schakelen.<br />

Kleurbeheer<br />

Met de opties voor kleurbeheer kan <strong>Nitro</strong> Reader 2 PDF-bestanden weergeven overeenkomstig de<br />

kleurruimte die gebruikt is door de applicatie waarin ze zijn gemaakt of bewerkt. Een kleurruimte<br />

definieert de kleurenreeks (of gamma) die wordt verwerkt door een beeldscherm of printer. Voorbeeld:<br />

als een foto is gemaakt met een digitale camera en met gebruik van de kleurruimte Adobe RGB1998,<br />

wordt u aanbevolen dezelfde RGB-kleurruimte in <strong>Nitro</strong> Reader 2 te activeren, om te zorgen dat de kleuren<br />

overeenkomen met de bron (in dit geval dus de camera).<br />

l RGB: specificeer de kleurruimte voor alle afbeeldingen die het RGB-kleurmodel gebruiken.<br />

l CMYK: specificeer de kleurruimte voor alle afbeeldingen die het CMYK-kleurmodel gebruiken.<br />

l Grijsschaal: de kleurruimte staat standaard op Uit.<br />

l Engine: specificeer Little CMS of ICM als uw engine voor kleurbeheer, in overeenstemming met het<br />

kleurbeheer van uw grafische applicatie.<br />

Commentaar invoeren Pop-upnotities<br />

l Lettertype: hiermee wordt het standaardlettertype voor pop-upnotities en antwoorden ingesteld.<br />

l Lettertypegrootte: hiermee wordt de lettertypegrootte van de tekst op pop-upnotities vergroot<br />

of verkleind.<br />

l Transparantie: hiermee stelt u de mate van transparantheid van pop-upnotities in.<br />

Conversie Afbeeldingen ophalen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Kleurenafbeeldingen ophalen als: sla opgehaalde kleurenafbeeldingen in de opgegeven<br />

bestandsindeling op, of selecteer Optimaal om de afbeeldingen automatisch in de meest geschikte<br />

indeling op te slaan.<br />

l Zwart/wit-afbeeldingen ophalen als: sla opgehaalde zwart/wit-afbeeldingen in de opgegeven<br />

bestandsindeling op, of selecteer Optimaal om de afbeeldingen automatisch in de meest geschikte<br />

indeling op te slaan.<br />

237 ©<strong>Nitro</strong>


Conversie Onbewerkte tekst<br />

l Onbewerkte tekst: houd tekst in dezelfde alineastructuur als in het oorspronkelijke document, of<br />

verwijder de structuur en exporteer tekst in regels van een aantal tekens, dat u hier kunt opgeven.<br />

l Kop- en voettekst: hiermee kunt u bepalen of de kop- en voetregels in de originele PDF wel dan<br />

niet worden geconverteerd.<br />

Conversie Geavanceerd tekstherstel<br />

l Alle tekst: hiermee wordt alle tekst geconverteerd met gebruik van optisch tekstherstel.<br />

l Alleen probleemtekst: optisch tekstherstel wordt hiermee alleen op probleemtekst toegepast.<br />

l Geen hiermee wordt probleemtekst genegeerd.<br />

OPMERKING: voor gebruik van geavanceerd tekstherstel moet MODI zijn geïnstalleerd. Deze procedure<br />

wordt beschreven in de <strong>Nitro</strong> PDF Knowledge Base. Verdere informatie hierover kunt u vinden op<br />

http://www.nitropdf.com/kb/Article.aspx?id=10261<br />

Formulieren<br />

l Veldwaarden automatisch berekenen: als een PDF-formulier veel complexe en onderling<br />

afhankelijke berekeningen bevat, kan dit invloed uitoefenen op de werking van een PDF-viewer. Als<br />

u dit soort formulieren vaak gebruikt, of een soortgelijk formulier gaat invullen, wordt u<br />

aanbevolen deze voorkeursinstelling uit te schakelen.<br />

l Formuliervelden markeren: hiermee worden formuliervelden automatisch gemarkeerd, zodat ze<br />

duidelijk zichtbaar zijn.<br />

l Markeringskleur: selecteer de kleur voor de markering van de formuliervelden.<br />

l Kleur Verplicht veld: verplichte formuliervelden worden in deze kleur weergegeven.<br />

Algemeen<br />

l Instellen als standaard PDF-viewer: hiermee wordt <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 ingesteld als de applicatie die<br />

standaard wordt geopend als u een PDF-document opent.<br />

l Melden als...<strong>Nitro</strong> Reader 2 geeft een bericht weer als er een ander programma als standaard<br />

PDF-viewer wordt ingesteld.<br />

l Standaardpag.weergave: selecteer de paginaweergave voor het lezen van PDF-documenten.<br />

l Standaard zoom: selecteer hier de standaardvergroting/verkleining voor het lezen van PDF-<br />

documenten.<br />

l Handje kan tekst en afbeeldingen selecteren: hiermee kunt u het handje gebruiken om alle typen<br />

inhoud van het document te selecteren.<br />

l Afbeeldingen vóór tekst selecteren...: als het document tekst en afbeeldingen bevat die elkaar<br />

overlappen, wordt de afbeelding het eerst geselecteerd.<br />

l Tekst zonder opmaak kopiëren: hiermee wordt tekst zonder de aanwezige opmaak naar het<br />

klembord gekopieerd.<br />

l Tekst met opmaak kopiëren: tekst wordt met de aanwezige opmaak naar het klembord<br />

Identiteit<br />

gekopieerd.<br />

l Sla uw persoonlijke gegevens op, zodat ze gebruikt kunnen worden om automatisch bepaalde<br />

velden in te vullen, zoals de aantekeningsgegevens.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

238 ©<strong>Nitro</strong>


Interface<br />

l Uitgebreide knopinfo tonen: toont gedetailleerde informatie over een gereedschap wanneer u de<br />

muis op de bijbehorende knop plaatst.<br />

l Toelichting tonen boven dialoogvensters: hiermee wordt de samenvatting met de beschrijving<br />

van de functie van een dialoogvenster getoond of verborgen.<br />

l WebDav-gerelateerde infobalkberichten tonen: toont een bericht in de infobalk als<br />

netwerkproblemen van invloed zijn op het openen en verwerken van het PDF-bestand.<br />

l Informatiebalk tonen als document formuliervelden bevat: toont een bericht in de infobalk<br />

wanneer u een PDF-document met interactieve formuliervelden opent.<br />

l Informatiebalk tonen als JavaScript wordt gedetecteerd, maar is uitgeschakeld in Voorkeuren:<br />

toont een bericht in de infobalk om u te helpen herinneren JavaScript in te schakelen om het<br />

scriptonderdeel van een PDF-bestand te openen.<br />

l Informatiebalk tonen als document is gecertificeerd: toont een bericht in de infobalk wanneer u<br />

een gecertificeerd PDF-document opent.<br />

l Informatiebalk tonen als document is beveiligd: toont een bericht in de infobalk wanneer u een<br />

PDF-document met beveiligingsbeperkingen opent.<br />

l Knop Doe meer met <strong>Pro</strong> tonen in het tabblad Home: schakel dit selectievakje in om de knop<br />

Doe meer met <strong>Pro</strong> uit het tabblad Help ook weer te geven in het tabblad Home.<br />

l Kleurenschema: selecteer Blauw, Zwart of Zilver voor het kleurenschema van de vensters, menu's<br />

en dialoogvensters in <strong>Nitro</strong> Reader 2<br />

l Tekstgrootte bladwijzers: hiermee kunt u de grootte van bladwijzerlabels in het deelvenster<br />

Bladwijzers instellen.<br />

l Laatste weergave-instellingen herstellen als documenten opnieuw worden geopend: als u een<br />

PDF-document opnieuw opent, gaat u automatisch meteen naar de laatste pagina die u de vorige<br />

keer bekeek en wordt tevens het gebruikte zoomniveau hersteld. Deze instelling is standaard<br />

uitgeschakeld en onderdrukt de instelling Paginaweergave in het PDF-bestand, waarmee de<br />

openingspagina wordt gespecificeerd.<br />

l Maximumaantal documenten in geschiedenislijst: geef op voor hoeveel recent geopende<br />

bestanden het paginanummer en zoomniveau moet worden geregistreerd; het maximum is 25.<br />

l Maximumaantal documenten in de lijst Laatst gebruikt: geef het aantal documenten op (max.<br />

10) dat in het menu Bestand onder Laatst gebruikte documenten moet worden getoond.<br />

Internettoegang<br />

l Ik wil een lijst vertrouwde sites opgeven: geef een PDF-bestand wel of geen toestemming om<br />

verbinding te maken met het internet.<br />

l Alle websites toestaan: alle PDF-bestanden krijgen onbeperkt toegang tot het internet.<br />

l Alle websites blokkeren: toegang tot het internet wordt geblokkeerd wanneer een PDF-bestand<br />

verbinding probeert te maken.<br />

l Toegang tot de volgende websites...: typ het adres van een website in het tekstveld en klik op<br />

Toestaan om hier onbeperkte toegang aan toe te wijzen.<br />

l Bewerken: klik op het adres van een website in de uitzonderingenlijst en klik dan op Bewerken om<br />

dit adres te wijzigen.<br />

l Verwijderen: klik op het adres van een website in de uitzonderingenlijst en klik dan op<br />

Verwijderen om dit adres uit de lijst te verwijderen.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Altijd vragen: hiermee hebben alle PDF-bestanden die verbinding proberen te maken met het<br />

internet, maar die niet op de uitzonderingenlijst staan, uw toestemming nodig.<br />

239 ©<strong>Nitro</strong>


l Toegang blokkeren: hiermee wordt de toegang van PDF-bestanden tot alle websites die niet in de<br />

JavaScript<br />

uitzonderingenlijst staan, geblokkeerd.<br />

l JavaScript uitschakelen: sommige PDF-documenten bevatten ingesloten JavaScript dat gevaren<br />

voor de beveiliging veroorzaakt. Schakel het selectievakje JavaScript uitschakelen in om JavaScript<br />

om beveiligingsredenen uit te schakelen of om aan het ICT-beleid van uw bedrijf te voldoen.<br />

Invoegtoepassingsbeheer<br />

l Invoegtoepassingsbeheer: geeft een lijst van invoegtoepassingen weer die u kunt in- of<br />

uitschakelen voor <strong>Nitro</strong> Reader 2<br />

Eenheden en raster<br />

l Standaardeenheden: geef de standaardmaateenheden, zoals paginamarges, op die in de<br />

gereedschappen moet worden gebruikt.<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Raster tonen: hiermee toont of verbergt u het raster in het documentvenster.<br />

l Uitlijnen op raster: als u de plaats van voorwerpen zoals plakbriefjes en tekst verandert, zullen ze<br />

met deze functie automatisch op de dichtstbijliggende rasterlijn worden uitgelijnd.<br />

l Rasterlijnkleur: hiermee stelt u de kleur van de rasterlijnen in.<br />

l Rasterafmetingen: geef de verschillende afmetingen voor het raster op.<br />

TIP: u kunt de maateenheden voor de rasterwaarden wijzigen door de instelling Standaardeenheden in<br />

het gedeelte Eenheden en raster te veranderen.<br />

240 ©<strong>Nitro</strong>


<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Bijlage<br />

In de volgende onderwerpen wordt achtergrondinformatie gegeven over <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 en tevens enige<br />

technische informatie over PDF-bestanden:<br />

l Aantekeningenlaag en inhoudslaag<br />

l Ingesloten lettertypen<br />

241 ©<strong>Nitro</strong>


Aantekeningenlaag en inhoudslaag<br />

In een PDF-bestand ligt de aantekeningenlaag boven de inhoudslaag, te vergelijken met een glasplaat op<br />

een gedrukt vel papier.<br />

De inhoudslaag bevat afbeeldingen, formuliervelden en het grootste deel van de tekst. Als u een Worddocument<br />

naar PDF converteert, bevat de inhoudslaag de inhoud die de oorspronkelijke auteur heeft<br />

geschreven. Veel PDF-bestanden bevatten uitsluitend een inhoudslaag.<br />

Commentaar en markeringen worden hier in een aparte laag, de aantekeningenlaag, overheen gelegd.<br />

Aantekeningen zijn gescheiden van de hoofdinhoud van de pagina in het PDF-bestand. Ze kunnen<br />

worden bewerkt, verplaatst of verwijderd zonder dat dit van invloed is op de inhoud van de inhoudslaag.<br />

Wanneer een PDF-bestand wordt opgeslagen, worden de aantekeningenlaag en de inhoudslaag in<br />

hetzelfde bestand opgeslagen, maar als afzonderlijke objecten. Zo kan iedereen de aantekeningen op<br />

eenvoudige wijze veranderen zonder hiermee de inhoud te veranderen.<br />

OPMERKING: aantekeningen omvatten de volgende objecten, die u via het tabblad Controleren kunt<br />

beheren:<br />

l Notities<br />

l Vormen: pijl, rechthoek, ovaal, lijn, wolk, veelhoek, veelhoekslijn<br />

l Tekeningen<br />

l Tekstvakken<br />

l Toelichtingen<br />

l Stempels<br />

l Getypte tekst met de functie Tekst typen<br />

l Formuliervelden<br />

l Koppelingen<br />

Voorbeelden<br />

l Wijzigingen aan een briefhoofd veranderen de inhoudslaag van het document.<br />

l Functies zoals het invullen van informatie in formulieren en uw handtekening toevoegen worden<br />

in de aantekeningenlaag uitgevoerd. Het formulier zelf, bijvoorbeeld onderdelen zoals 'Naam' en<br />

'Adres', wordt hiermee niet permanent gewijzigd.<br />

TIP: u kunt in een oogopslag zien welke delen van een PDF-document in de aantekeningenlaag zitten:<br />

l Als u het Handje of het selectiegereedschap over een aantekening beweegt, verandert de vorm<br />

van de cursor in een zwarte pijl.<br />

l Als u op een aantekening klikt, worden de randen van de aantekening aangegeven met een<br />

begrenzingsvak met rode selectiegrepen.<br />

l Klik en sleep de aantekening als u deze wilt verplaatsen.<br />

Tekst uit de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag verplaatsen<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Tekst kan op de volgende manieren van de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag worden verplaatst,<br />

m.a.w. worden 'afgevlakt':<br />

242 ©<strong>Nitro</strong>


l Selectie afvlakken: de geselecteerde tekst wordt van de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag<br />

verplaatst<br />

l Alles afvlakken: alle inhoud wordt van de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag verplaatst<br />

l Opslaan als --> Afgevlakte PDF: hiermee worden alle aantekeningen in het document naar de<br />

inhoudslaag verplaatst en wordt de PDF in één enkele stap afgevlakt en opgeslagen in het<br />

opgegeven bestand<br />

Afdrukopties<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

Als u een PDF-bestand afdrukt, wordt standaard de inhoudslaag afgedrukt. Het afdrukken van de<br />

aantekeningenlaag is optioneel. U kunt selecteren of u alleen het document wilt afdrukken, het<br />

document met de tekstmarkeringen, of het document en de stempels.<br />

Verdere informatie over het beheren van tekst in de aantekeningenlaag en in de inhoudslaag kunt u<br />

vinden in Tekst toevoegen of bewerken.<br />

243 ©<strong>Nitro</strong>


Lettertypen insluiten<br />

Ingesloten lettertypen<br />

Afhankelijk van de instellingen die tijdens het maken van een PDF-bestand zijn gebruikt, kunnen de<br />

eigenschappen van lettertypen sterk variëren. Dit kan uw mogelijkheid om met tekst in het PDF-bestand<br />

te werken, sterk beïnvloeden. Vooral PDF's met subset-lettertypen kunnen problemen veroorzaken<br />

wanneer er nog enkele laatste correcties nodig zijn.<br />

Door lettertypen in te sluiten, kan het PDF-bestand nauwkeurig op het scherm worden weergegeven en<br />

worden afgedrukt. Als u bij het bewerken van een PDF-bestand een bepaald lettertype wilt gebruiken,<br />

moet dit op uw systeem zijn geïnstalleerd.<br />

In PDF-bestanden kunnen drie niveaus van insluiting worden gebruikt:<br />

<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 - <strong>Gebruikershandleiding</strong><br />

l Geen insluiting. Zonder ingesloten lettertypen ontstaan de kleinste bestanden, aangezien er<br />

geen lettertypen in de PDF zijn opgeslagen. Het nadeel is echter dat de PDF er op andere schermen<br />

totaal anders uit kan zien, afhankelijk van de gebruikte lettertypen. Wanneer populaire lettertypen<br />

in een PDF zijn gebruikt (zoals Times New Roman, Arial, Times, Courier en Symbol), zal de PDF er<br />

ongeveer hetzelfde uitzien als het origineel, aangezien deze lettertypen op praktisch elke<br />

computer zijn geïnstalleerd. Gebruikt u echter een speciaal lettertype dat uw ontvangers niet op<br />

hun systeem hebben, dan zal uw document er heel anders uitzien dan het bestand dat u hebt<br />

samengesteld.<br />

l Subset insluiten. Hiermee wordt alleen het deel van ieder lettertype ingesloten dat in het<br />

brondocument is gebruikt, dus alleen die tekens die nodig zijn om het origineel te reproduceren.<br />

Aangezien slechts een deel van het hele lettertype in de PDF is ingesloten, kunnen tekens die niet<br />

in de originele PDF zijn ingesloten, niet worden getypt. Als u bijvoorbeeld probeert de letter X in te<br />

voeren terwijl deze letter niet in het originele document voorkomt, wordt deze letter niet<br />

ingevoegd. De reden waarom gebruik wordt gemaakt van ingesloten subsets, is dat gebruikers<br />

willen dat hun bestanden er precies zo uitzien als ze zijn ontworpen en tegelijkertijd zo klein<br />

mogelijk blijven; een volledig ingesloten lettertype maakt het bestand aanzienlijk groter.<br />

l Lettertype insluiten. Het hele lettertype wordt in de PDF ingesloten. Dit vergroot het PDFbestand,<br />

maar het is wel de beste optie als de tekst rechtstreeks in de PDF moet kunnen worden<br />

bewerkt, aangezien alle lettertype-informatie beschikbaar is.<br />

TIP: Als u een overzicht van alle lettertypen in een PDF en de methoden van insluiting wilt weergeven,<br />

drukt u op Ctrl+D of klikt u met de rechtermuisknop (met het Handje) op een willekeurige plaats in het<br />

document en selecteert u Documenteigenschappen. Selecteer het tabblad Lettertypen in het<br />

dialoogvenster Documenteigenschappen.<br />

Als u de lettertype-eigenschappen van geselecteerde tekst in een PDF wilt bekijken, klikt u met de<br />

rechtermuisknop op de tekst terwijl het gereedschap Bewerken actief is, en selecteert u Eigenschappen<br />

bewerken. Het dialoogvenster Teksteigenschappen wordt weergegeven. Onder aan het venster wordt<br />

informatie over ingesloten lettertypen weergegeven.<br />

244 ©<strong>Nitro</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!