21.01.2015 Views

OPERATIONEEL PLAN STROOMUITVAL - BrandweerKennisNet

OPERATIONEEL PLAN STROOMUITVAL - BrandweerKennisNet

OPERATIONEEL PLAN STROOMUITVAL - BrandweerKennisNet

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>OPERATIONEEL</strong> <strong>PLAN</strong><br />

<strong>STROOMUITVAL</strong>


Colofon<br />

Dit document is tot stand gekomen onder regie van de<br />

Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing (SRC)<br />

Adres<br />

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR)<br />

Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing<br />

Postbus 9154, 3007 AD Rotterdam<br />

www.vr-rr.nl<br />

Druk<br />

Versie 2.0<br />

11 mei 2009<br />

Auteur en eindredactie<br />

Peter Uithol.<br />

Peter.uithol@veiligheidsregio-rr.nl<br />

010-446 8665<br />

Leden werkgroep:<br />

Peter Uithol<br />

Renate Smaal<br />

Anja Boogaard<br />

Emma Bregonje<br />

Monique Scheunemann<br />

Emil van Schie<br />

René van der Linden<br />

Paul Berkers<br />

Roy Johannink<br />

Bas van Eijk<br />

Saskia Wiegmans<br />

Marco van den Berg<br />

Niels Robbemont<br />

Met medewerking van:<br />

Klaas de Dood<br />

VRR/SRC<br />

VRR/SRC<br />

VRR/SRC<br />

VRR/SRC<br />

VRR/Directie Ambulancezorg en<br />

GHOR<br />

VRR/RBRR<br />

Gemeente Maassluis<br />

Gemeente Krimpen a/d IJssel<br />

Gemeente Rotterdam<br />

Regiopolitie Rotterdam-Rijnmond<br />

Havenbedrijf Rotterdam N.V./<br />

Divisie Havenmeester<br />

DCMR Milieudienst Rijnmond<br />

Waterschap Hollandse Delta<br />

Stedin<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 2


Leeswijzer<br />

Het Operationeel Plan Stroomuitval (OPS) is bedoeld voor operationele en bestuurlijke<br />

functionarissen die te maken kunnen krijgen met een (dreigende) stroomuitval in de regio<br />

Rotterdam-Rijnmond. Dit plan geeft inzicht in de mogelijke gevolgen van de stroomuitval en de<br />

belangrijkste aandachtspunten hierbij voor hulpdiensten, gemeenten en waterbeheerders<br />

(waterschappen en Rijkswaterstaat). De functionarissen en bestuurders kunnen aan de hand<br />

van de checklisten in dit document vaststellen wat de benodigde maatregelen zijn en wie voor<br />

de uitvoering van deze maatregelen verantwoordelijk is.<br />

In de inleiding wordt uitgelegd welke redenen aan dit operationeel plan ten grondslag liggen.<br />

Daarna volgt een hoofdstuk over de netbeheerders in de regio Rotterdam-Rijnmond. In<br />

hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de mogelijke oorzaken van stroomuitval en in welke situaties er<br />

sprake kan zijn van een dreigende stroomuitval.<br />

Het voornaamste deel van dit operationeel plan bestaat uit de checklisten, die gebruikt kunnen<br />

worden bij stroomuitval. Dit betreft checklisten voor de Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK)<br />

en de Stafofficier brandweer (SO), het Regionaal Operationeel Team (ROT) en de<br />

Gemeentelijke/Regionale Veiligheidsstaf (GVS en RVS). Een checklist voor een CoPI is bewust<br />

achterwege gelaten. Wanneer bij een grootschalige stroomuitval opgeschaald wordt, zal dat<br />

direct opschaling naar een ROT betreffen, die de omgevingseffecten van de stroomuitval<br />

oppakt. Een CoPI zal alleen ter plaatse komen indien de stroomuitval tot een incident leidt en<br />

het noodzakelijk is om het incident te bestrijden (en niet de overige effecten van de<br />

stroomuitval). De alarmering en opschaling geschieden conform de GRIP-regeling Rotterdam-<br />

Rijnmond 1 .<br />

De ernst van de stroomuitval is afhankelijk van diverse factoren. Aan de hand van deze factoren<br />

(genoemd in de checklist van de Officier van Dienst GMK/Stafofficier brandweer) vindt de<br />

beeldvorming van de situatie plaats. Deze beeldvorming is bepalend voor de vraag in hoeverre<br />

opschaling noodzakelijk is.<br />

De aandachtspunten en mogelijke acties in de checklisten van het ROT, de GVS en de RVS<br />

zijn een hulpmiddel voor de teams om bij de stroomuitval zo volledig en effectief mogelijk de<br />

maatschappelijke gevolgen, die binnen de verantwoordelijkheid van de overheid vallen, te<br />

beperken of op te lossen. De acties zijn specifiek geadresseerd aan de verschillende diensten/<br />

gemeenten.<br />

Dit operationeel plan sluit af met een hoofdstuk over een specifiek belang van risico- en<br />

crisiscommunicatie in het kader van stroomuitval.<br />

Dit plan beschrijft niet welke maatregelen de diensten zelf nemen om bij stroomuitval te kunnen<br />

blijven functioneren of welke maatregelen zij nemen in het kader van hun taakuitvoering bij<br />

stroomuitval. Hiervoor is elke dienst/gemeente zelf verantwoordelijk.<br />

1 Versie 5.8 16-3-09.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 3


Versiebeheer<br />

Versie Datum Wijzigingen ten opzichte van de voorgaande versie<br />

1.0 8 oktober 2007 Deze eerste versie van het Operationeel Plan Stroomuitval<br />

vervangt het deel stroomuitval in het Millenniumplan<br />

2.0 11 mei 2009 Deze versie is ontwikkeld om leerervaringen uit incidenten te<br />

verwerken en als gevolg van een organisatie verandering bij<br />

Stedin.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 4


Inhoudsopgave<br />

LEESWIJZER ................................................................................................................... 3<br />

VERSIEBEHEER ................................................................................................................... 4<br />

INHOUDSOPGAVE ................................................................................................................... 5<br />

HOOFDSTUK 1 INLEIDING................................................................................................. 7<br />

1.1 Niet zelfredzamen, redzamen en zelfredzaamheid. .................................................... 7<br />

HOOFDSTUK 2 OORZAKEN VAN EEN STROOMSTORING............................................. 9<br />

2.1 Inleiding....................................................................................................................... 9<br />

2.2 Onverwachte stroomstoring ........................................................................................ 9<br />

2.3 Dreiging van een stroomstoring ................................................................................ 10<br />

2.4 Planningstaf .............................................................................................................. 10<br />

HOOFDSTUK 3 GEVOLGEN VAN <strong>STROOMUITVAL</strong> IN DE MAATSCHAPPIJ ............... 12<br />

3.1 Inleiding..................................................................................................................... 12<br />

3.2 Toename in gevolgen van stroomuitval..................................................................... 12<br />

3.3 Omgaan met de gevolgen van stroomuitval.............................................................. 13<br />

HOOFDSTUK 4 NETBEHEERDERS................................................................................. 14<br />

4.1 Inleiding..................................................................................................................... 14<br />

4.2 Acties Stedin bij stroomuitval..................................................................................... 14<br />

4.3 Beperkingen capaciteit Stedin................................................................................... 15<br />

HOOFDSTUK 5 COMMUNICATIE..................................................................................... 16<br />

5.1 Inleiding..................................................................................................................... 16<br />

5.2 Risicocommunicatie .................................................................................................. 16<br />

5.3 Crisiscommunicatie................................................................................................... 16<br />

CHECKLIST 1 OVD- GMK EN STAFOFFICIER BRANDWEER............................................... 18<br />

CHECKLIST 2 PERIODE 0 TOT 2 UUR.................................................................................. 20<br />

CHECKLIST 3 PERIODE 2 TOT 8 UUR.................................................................................. 23<br />

CHECKLIST 4 PERIODE MEER DAN 8 UUR ......................................................................... 28<br />

CHECKLIST 5 GEMEENTEN ................................................................................................... 30<br />

CHECKLIST 6 REGIONALE VEILIGHEIDSTAF....................................................................... 32<br />

BIJLAGE 1 BESLUIT TOT VASTSTELLING ....................................................................... 33<br />

BIJLAGE 2 Q&A LIST <strong>STROOMUITVAL</strong> ............................................................................ 34<br />

BIJLAGE 3 LEVERANCIERS NOODSTROOMAGGREGATEN ......................................... 39<br />

BIJLAGE 4 BEREIKBAARHEIDSGEGEVENS STEDIN...................................................... 40<br />

BIJLAGE 5 INCIDENTAFHANDELINGS<strong>PLAN</strong> STEDIN...................................................... 41<br />

BIJLAGE 6 BESTUURLIJKE NETWERKKAART 14 ELEKTRICITEIT EN GAS................ 43<br />

BIJLAGE 7 GEVOLGEN VAN EEN STROOMSTORING IN HET OPENBAAR VERVOER45<br />

BIJLAGE 8 AFKORTINGENLIJST....................................................................................... 46<br />

BIJLAGE 9 VERZENDLIJST ............................................................................................... 47<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 5


Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 6


Hoofdstuk 1<br />

Inleiding<br />

In Rotterdam-Rijnmond valt jaarlijks meerdere malen de stroom uit. Hieronder vallen ook<br />

stroomstoringen die voor een korte tijd ’s nachts plaatsvonden en/of dusdanig kort van duur<br />

waren, dat stroomafnemers er zelf nauwelijks iets van merkten. In veel gevallen bleven de<br />

gevolgen van een stroomstoring beperkt tot wat ongemak. Echter, er heeft ook een aantal<br />

malen stroomuitval plaatsgevonden, waarvan de gevolgen wel duidelijk merkbaar waren.<br />

Onder bepaalde omstandigheden leidde stroomuitval tot opschaling van de hulpverlening om<br />

maatschappelijke ontwrichting te voorkomen of op te lossen. In juli 2004 zaten meerdere<br />

gemeenten zonder stroom als gevolg van brand in een transformator in Krimpen aan den IJssel<br />

en schaalde de regio op tot GRIP 2. Op 5 augustus 2006 kwam het hele eiland Goeree-<br />

Overflakkee langdurig zonder stroom te zitten, hetgeen de burgemeesters deed besluiten op te<br />

schalen tot GRIP 4, zodat de bestuurlijke maatregelen van de gemeenten gecoördineerd<br />

konden worden.<br />

Op 25 en 26 november 2005 leidde een langdurige stroomstoring in Haaksbergen in combinatie<br />

met hevige sneeuwval tot opschaling. Op 29 maart 2007 werd Haaksbergen wederom getroffen<br />

door een grote stroomstoring waarbij tienduizenden zonder stroom kwamen te zitten. De storing<br />

werd veroorzaakt doordat een duwboot, die een ponton met daarop een hijskraan duwde, tegen<br />

hoogspanningskabels was gevaren, waardoor deze kapot gingen. Het stukvliegen van een<br />

hoogspanningsleiding in de Bommelwaard op 12 december 2007 had een langdurige<br />

stroomstoring van enkele dagen tot gevolg, waarbij zo'n 50.000 huishoudens en ongeveer<br />

110.000 inwoners in de Bommelerwaard werden getroffen.<br />

Daarnaast zijn ook internationale voorbeelden van stroomuitval te noemen, waar<br />

gecoördineerde inzet van hulpdiensten en gemeenten noodzakelijk was.<br />

Bovenstaande voorbeelden geven de noodzaak aan van een goede voorbereiding van<br />

hulpdiensten, gemeenten én burgers op situaties zonder stroom. Het onderliggende<br />

operationeel plan is bedoeld als handvat voor de operationele diensten en bestuurders die<br />

tijdens een langdurige en grootschalige stroomstoring in actie komen.<br />

Het operationeel plan stroomuitval is het resultaat van de samenwerking tussen gemeenten,<br />

hulpdiensten, waterbeheerders en Stedin onder regie van de Stafdirectie Risico- en<br />

Crisisbeheersing. Daarnaast is gebruik gemaakt van beschikbare literatuur, evaluaties en<br />

andersoortige documenten over stroomuitval.<br />

1.1 Niet zelfredzamen, redzamen en zelfredzaamheid.<br />

De burger behoudt zijn eigen verantwoordelijkheid. Gemeenten en hulpdiensten zullen in eerste<br />

instantie de aandacht richten op de groepen personen die niet zelfredzaam zijn en op het<br />

beperken van maatschappelijke gevolgen van neveneffecten van stroomuitval. Bijvoorbeeld<br />

mogelijke problemen bij kwetsbare objecten zoals ziekenhuizen, industriële bedrijven en<br />

energiecentrales.<br />

Personen, groepen of instellingen die bij een stroomstoring mogelijk niet meer zelfredzaam zijn,<br />

extra aandacht en mogelijk zelfs hulp van gemeenten en hulpdiensten behoeven, worden in dit<br />

plan samengevat onder de term ‘kwetsbaar’. Dit betreft onder meer mensen die thuis aan een<br />

beademingsapparaat zitten en instellingen als zorginstellingen, penitentiaire inrichtingen en<br />

ziekenhuizen. Er zal worden gestreefd naar het versterken en beter benutten van<br />

zelfredzaamheid en redzaamheid van burgers en bedrijven.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 7


Bij een grootschalige calamiteit zijn de hulpdiensten niet met voldoende capaciteit aanwezig om<br />

iedereen te helpen. Gelukkig zijn heel veel burgers en bedrijven in staat om zichzelf en anderen<br />

te helpen. Burgers vormen een zeer gewenste aanvulling op de beschikbare capaciteit voor het<br />

bestrijden van de gevolgen van een crisis. Zij beschikken over bruikbare vaardigheden, kennis<br />

en middelen. Bedrijven kunnen zelf maatregelen voorbereiden en nemen met betrekking tot<br />

bedrijfscontinuïteit en bedrijfsbeveiliging. Uitgangspunten bij het versterken en benutten van<br />

zelfredzaamheid en redzaamheid zijn:<br />

• Toelaten: Laat burgers helpen.<br />

• Toeval: Maak gebruik van omstandigheden.<br />

• Continuïteit: Sluit aan bij de natuurlijke reactie van mensen en aanwezige structuren.<br />

• Mobiliseer: Vraag om hulp.<br />

• Kennis: Geef burgers kennis en informatie.<br />

• Coördineer: Stem vraag en aanbod op elkaar af.<br />

De overheid stuurt ook aan op zelfredzaamheid met behulp van (landelijke) campagnes.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 8


Hoofdstuk 2<br />

Oorzaken van een stroomstoring<br />

2.1 Inleiding<br />

Er zijn meerdere oorzaken die aan de onderbreking van de elektriciteitsvoorziening ten<br />

grondslag kunnen liggen. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen een<br />

onverwachte stroomstoring en een stroomstoring die men van tevoren (zover mogelijk) kan zien<br />

aankomen. De onverwachte of spontane stroomonderbreking komt in de eerstvolgende<br />

paragraaf (2.2) aan de orde. Paragraaf 2.3 behandelt de situaties waarbij er sprake is van<br />

‘dreigende’ stroomonderbreking en de consequenties hiervan.<br />

2.2 Onverwachte stroomstoring<br />

Een onverwachte uitval in de stroomvoorziening is het gevolg van het falen van het netwerk.<br />

Het netwerk kan uitvallen als gevolg van diverse gebeurtenissen, te weten:<br />

• Natuurlijke oorzaken: de stroom valt uit als gevolg van weersomstandigheden zoals ijzel,<br />

sneeuw, storm, overstroming en blikseminslag. Over het algemeen geldt dat daarbij de<br />

transportleidingen beschadigd raken of zelfs breken 2 .<br />

• Incident of technische storing: een stroomstoring vindt plaats door een storing in het<br />

besturingssysteem, beschadiging van de onderdelen van het transport- of distributienet of<br />

extremer: een omgevallen hoogspanningsmast. Ook een incident of storing in een<br />

schakelstation, waarbij de lokale netbeheerder niet in de gelegenheid is de<br />

stroomvoorziening tijdig te herrouteren, kan leiden tot een stroomonderbreking 3 .<br />

• Menselijke fouten: menselijke fouten kunnen leiden tot storingen in de levering van stroom,<br />

bijvoorbeeld een bedieningsfout in een schakelstation, beschadiging van kabels door<br />

graafwerkzaamheden (meestal door derden) of door werkzaamheden aan componenten<br />

van de infrastructuur.<br />

• Slijtage: het distributienetwerk en de centrales moeten continu worden onderhouden en dit<br />

vraagt investeringen van de netbeheerders om te voorkomen dat slijtage tot een<br />

onderbreking in de levering van stroom leidt.<br />

• Opzettelijke oorzaak: de stroomleverantie wordt ongeoorloofd onderbroken door een<br />

moedwillige handeling aan het besturingssysteem, aan kabels of aan verdeelstations, dus<br />

sabotage (bijvoorbeeld als terroristische actie).<br />

Onverwachte stroomstoringen hoeven niet altijd het gevolg te zijn van een gebeurtenis in<br />

Nederland. Door de koppeling van de netten binnen Europa is er meer zekerheid op continue<br />

stroomleverantie, dat wil zeggen: problemen in de stroomleverantie kunnen door deze<br />

koppeling binnen het totale Europese net opgevangen worden. De kans op een stroomstoring in<br />

Nederland is daardoor geringer. Maar deze koppeling maakt minder reserve in de regionale<br />

netten noodzakelijk en geeft zelf ook wer nieuwe kansen op falen: Indien een groot storing<br />

optreedt en opvang binnen het regionale net niet meer mogelijk is, kunnen de gevolgen van dat<br />

probleem groter zijn, dat wil zeggen de storing in de stroomleverantie zal een groter gebied<br />

treffen. Dit gebeurde op 4 november 2006 toen in Duitsland een hoogspanningsleiding werd<br />

uitgeschakeld om een schip te laten passeren, waardoor het stroomnet in Duitsland, maar ook<br />

in andere delen van Europa onstabiel werd en grote delen door beveiligingen werden<br />

uitgeschakeld.<br />

2 Zie voor voorbeelden: C. Schockman, V. Arends, T. Bosmans, M. Hohl, S. van der Loos, Grootschalige stroomuitval:<br />

stroomloos, radeloos, reddeloos.., Nibra, februari 2004.<br />

3 Hulpverleningsdienst Regio Twente, Aandachtspunten bij langdurige stroomuitval, Enschede, 1 december 2006,<br />

pag. 2.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 9


2.3 Dreiging van een stroomstoring<br />

Onder sommige omstandigheden is de kans op een stroomonderbreking groter dan normaal.<br />

Dit geldt zowel in een acute situatie (bijvoorbeeld bij brand), als ruim van tevoren, zoals bij<br />

aangekondigd onderhoud aan hoofdcomponenten van het elektriciteitsnet (bijvoorbeeld een<br />

vermogenstransformator) of bewuste afschakeling.<br />

• Brand in een (ruimte van een) transformator:<br />

Bij problemen met een transformator kan de stroomleverantie normaliter overgenomen<br />

worden door andere transformatoren. Echter, de brand kan ook gevaar opleveren voor de<br />

naastgelegen transformatoren, of naastgelegen transformatoren kunnen de<br />

bluswerkzaamheden belemmeren. In dat geval kan door de netbeheerder besloten worden<br />

(een) naastgelegen transformator(en) af te schakelen. Dit gebeurde op 1 juli 2004 in<br />

Krimpen aan den IJssel. Meerdere gemeenten zaten toen zonder stroom.<br />

• Onderhoud door Stedin en/of Tennet:<br />

Bij onderhoud door Stedin of Tennet aan bijvoorbeeld een vermogenstransformator is er<br />

minder reserve paraat en is de kans op uitval groter of de herstelduur langer dan normaal.<br />

Een voorbeeld van een dergelijk onderhoud door Tennet vond in oktober 2006 en in<br />

november 2008 plaats. De aankondiging hiervan en de mogelijke gevolgen van een<br />

mogelijke stroomuitval bij dit onderhoud leidde binnen de VRR tot de instelling van een<br />

planningstaf.<br />

• Bewuste afschakeling:<br />

De mogelijkheid bestaat dat Tennet de balans tussen productie en vraag van de<br />

stroomvoorziening niet kan handhaven. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer er sprake is<br />

van langdurige hitte en droogte in het land en de temperatuur van koelwater, dat wordt<br />

gebruikt door elektriciteitsproducenten, te hoog wordt waardoor de productie beperkt moet<br />

worden. In dat geval kan Tennet één of meer regionale netbeheerders, waaronder Stedin,<br />

opdracht geven een deel van het vermogen af te schakelen. Stedin moet hierbij zeer snel<br />

handelen, dat wil zeggen binnen een paar minuten deze actie uitgevoerd hebben. Indien het<br />

vermogen voor meer dan twee uur moet worden afgeschakeld, zal Stedin meerdere<br />

gebieden selecteren, waarin om beurten de stroom voor twee uur wordt afgeschakeld. In<br />

een ministeriële regeling van het Ministerie van Economisch Zaken is opgenomen dat bij<br />

afschakeling de eerste prioriteit ligt bij Openbare Orde en Veiligheid en Volksgezondheid.<br />

Als er direct moet worden afgeschakeld, is de tijd te kort om als veiligheidsregio<br />

voorbereidingen te treffen. Het snel opstarten van de crisiscommunicatie is in deze situatie<br />

essentieel. Op de daarop volgende afschakelingen kan geanticipeerd worden. Daarnaast<br />

kunnen private bedrijven besluiten stroom ter beschikking te stellen in plaats dit voor eigen<br />

doeleinden in te zetten.<br />

2.4 Planningstaf<br />

Bij een dreigende stroomstoring, waarbij “de dreigingsontwikkeling een multidisciplinaire<br />

afstemming van de te nemen (voorzorgs-) maatregelen indiceert”, kan binnen de Veiligheidsregio<br />

Rotterdam-Rijnmond een planningstaf worden ingesteld 4 . Bij voorkeur zijn dit<br />

functionarissen die in de verwachte periode van stroomuitval piketdienst hebben en opgeroepen<br />

kunnen worden voor het ROT. Zij kunnen de mogelijke gevolgen van de verwachte storing in<br />

kaart brengen, onderzoeken welke kwetsbare groepen/instellingen in het gebied zijn en of er<br />

evenementen gepland staan. Aan de hand hiervan kan de planningstaf een plan opstellen voor<br />

de benodigde maatregelen en de te volgen communicatiestrategie. Daarnaast kan Stedin als<br />

netwerkbeheerder in de planningstaf uitgenodigd worden, zodat er afgestemd kan worden over<br />

de prioritering van aanschakelmogelijkheden en eventuele andere maatregelen. Tevens kunnen<br />

in de voorbereidingsperiode relevante partners op de hoogte gesteld worden teneinde hen de<br />

4 GRIP-regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, versie 5.8, 16 maart 2009, pag. 24.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 10


gelegenheid te geven hun eigen maatregelen ten aanzien van stroomuitval nog eens aan te<br />

scherpen.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 11


Hoofdstuk 3<br />

Gevolgen van stroomuitval in de maatschappij<br />

3.1 Inleiding<br />

De beschikbaarheid van elektriciteit lijkt een vanzelfsprekendheid in dit land. Steeds meer<br />

voorzieningen zijn gekoppeld aan stroom. De maatschappij is daarmee ook afhankelijk<br />

geworden van de continue leverantie van stroom. Burgers zijn gewend te allen tijde radio,<br />

televisie en computer aan te kunnen zetten, gebruik te kunnen maken van wasmachines en<br />

keukenapparatuur en om de beschikking te hebben over warm water en verwarming.<br />

Telefoneren gebeurt steeds vaker met mobiele telefoons of (in huis) draadloze telefoons, die<br />

opgeladen moeten worden en afhankelijk zijn van elektriciteit. Hetzelfde geldt voor bedrijven en<br />

instellingen als bejaardentehuizen. Liften zullen niet meer functioneren. Productieprocessen en<br />

voorzieningen als elektronische deuren, beveiligingpoortjes, betaalautomaten functioneren op<br />

basis van stroom. Ook transport is afhankelijk van stroomvoorziening: bij stroomuitval treedt<br />

direct een verstoring op doordat trams, metro’s en treinen niet meer rijden, spoorbomen niet<br />

meer open- of dichtgaan en het tanken van brandstof niet meer mogelijk is. Winkels<br />

functioneren niet meer voor het inkopen van de dagelijkse behoeften omdat kassa’s, koeling en<br />

verlichting uitvallen.<br />

3.2 Toename in gevolgen van stroomuitval<br />

De maatschappelijke gevolgen van een verstoring van de elektriciteitsvoorziening zijn sterk<br />

afhankelijk van de duur van de verstoring. Direct na de verstoring treedt een groot aantal<br />

gevolgen op. De meldkamers van hulpdiensten zullen binnen korte tijd veel meldingen<br />

ontvangen. Naarmate de verstoring langer duurt, zullen de gevolgen steeds omvangrijker<br />

worden en ongeveer lineair toenemen. Er zal maatschappelijke onrust ontstaan, onder meer als<br />

gevolg van verkeerschaos op de weg, uitval van openbaar vervoer en uitval van voorzieningen.<br />

Ook kunnen er problemen in de openbare orde ontstaan, bijvoorbeeld omdat pinautomaten en<br />

beveiligingscamera’s niet meer werken en rolluiken van winkels niet meer omhoog of omlaag<br />

kunnen.<br />

Na ongeveer 8 uur zullen de gevolgen exponentieel toenemen en uiteindelijk tot problemen<br />

voor burgers, bedrijven en instellingen kunnen leiden. De communicatie wordt bemoeilijkt mede<br />

door overbelasting en uitval van het (mobiele) telefoonnet, het langdurige gebrek aan<br />

watervoorziening, met name in hoogbouw, zal problemen geven voor met name sanitaire<br />

voorzieningen, temperatuurgevoelige waren zullen bederven, langdurige uitval van de<br />

warmtevoorziening zal vooral problemen opleveren voor niet zelfredzame personen. In<br />

industriële gebieden moet aandacht zijn voor het mogelijk ontstaan van milieuschade als door<br />

de uitval van de stroom de productieprocessen verstoord worden. Door uitval van gemalen in<br />

combinatie met hevige regenval kan wateroverlast en kunnen rioolwateroverstorten op<br />

oppervlaktewater ontstaan, indien gemalen en rioolgemalen niet, of niet tijdig kunnen worden<br />

voorzien van noodstroomvoorziening (noodaggregaten).<br />

De gevolgen van de uitval van stroom, zal met name tot problemen leiden indien er factoren zijn<br />

die deze gevolgen versterken, zoals het tijdstip waarop de stroomuitval plaatsvindt, de<br />

weersomstandigheden (extreme hitte of kou, extreme regenval of sneeuw) en het gebied dat<br />

getroffen is (een grote stad, industrie of een dunbevolkt gebied). Ook de samenstelling van de<br />

bevolking in een bepaald gebied kan van invloed zijn. Daarnaast zal een ieder persoonlijk het<br />

ongemak van stroomuitval anders ervaren.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 12


3.3 Omgaan met de gevolgen van stroomuitval<br />

Naarmate de stroomstoring voorduurt zal er meer afstemming tussen diensten, gemeenten en<br />

organisaties als waterbeheerders en openbaar vervoer bedrijven nodig zijn om de gevolgen in<br />

goede banen te leiden. Door in deze omstandigheden gecoördineerd samen te werken kan<br />

sturing worden gegeven aan de mogelijk ontstane maatschappelijke- en bestuurlijke<br />

consequenties. Ook op het moment dat de stroom weer aangeschakeld kan worden, is<br />

aandacht van deze diensten nodig. Gezamenlijk zal bepaald moeten worden welke volgorde<br />

van aanschakelen de voorkeur verdient. Dit is afhankelijk van de situatie op dat moment en de<br />

vraag welk gebied, welke gebouwen of welke groepen mensen op dat moment in de grootste<br />

problemen verkeren. Daarnaast is het bepalen van de volgorde belangrijk om neveneffecten te<br />

voorkomen, bijvoorbeeld bij het aanschakelen van rioolgemalen. Indien na een langdurige uitval<br />

de stroom weer aangeschakeld is, zullen burgers, bedrijven en instellingen nog met de<br />

gevolgen belast zijn, onder meer door de economische schade die is opgetreden.<br />

Hulpdiensten, gemeenten, water- en wegbeheerders, openbaar vervoerbedrijven en<br />

ziekenhuizen bereiden zich voor op de mogelijke uitval van stroom, door het afstemmen van<br />

maatregelen en het opstellen van plannen. Daarnaast kunnen ook bedrijven en burgers zich<br />

voorbereiden op de uitval van stroom en de gevolgen daarvan, zodat zij tijdens de stroomuitval<br />

zelfredzaam kunnen zijn.<br />

In 2006 en 2008 is er sprake geweest van groot onderhoud aan transformatoren waarbij in<br />

bepaalde perioden een verhoogde kans op stroomuitval in een groot gebied ontstond. Deze<br />

gebeurtenissen hebben bij een aantal partners aanleiding gegeven om hun<br />

zelfredzaamheidniveau aanzienlijk te verhogen, bijvoorbeeld door hun aansluitmogelijkheden<br />

voor een noodstroomvoorziening te verbeteren, dan wel hun interne planvorming op dit punt<br />

nog eens aan te scherpen.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 13


Hoofdstuk 4<br />

Netbeheerders<br />

4.1 Inleiding<br />

Rotterdam-Rijnmond is voor de levering van stroom afhankelijk van twee partijen: Tennet en<br />

Stedin. Tennet is de beheerder van het landelijke transportnet van stroom. Zij beheert het<br />

220kV-net en 380 kV-net in heel Nederland en het 150 kV-net in Zuid-Holland. Deze netten<br />

verbinden alle regionale elektriciteitsnetten en het Europese net met elkaar. Naast het beheer<br />

van het net, bewaakt Tennet de betrouwbaarheid en continuïteit van de Nederlandse<br />

elektriciteitsvoorziening. Tennet doet dit door het transportnet op onpartijdige wijze beschikbaar<br />

te stellen voor elektriciteitstransporten en de noodzakelijke balans tussen vraag en aanbod in<br />

Nederland te waarborgen 5 . Stedin is de regionaal netbeheerder in Rotterdam-Rijnmond. Stedin<br />

zorgt voor de aanleg, de uitbreiding, het onderhoud en het beheer van de regionale<br />

energienetten. Hiermee zorgt Stedin onder meer binnen Rotterdam-Rijnmond voor het transport<br />

van elektriciteit en gas van alle leveranciers naar de klantaansluiting 6 .<br />

Bij (dreigende) langdurige onderbreking van de elektriciteitsvoorziening is Stedin het eerste<br />

aanspreekpunt voor gemeenten en hulpdiensten binnen de Veiligheidsregio Rotterdam-<br />

Rijnmond. In de voorbereiding op deze mogelijke stroomstoringen vindt er tussen de<br />

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en Stedin gegevensuitwisseling plaats, wordt er<br />

afgestemd over plannen en procedures en worden afspraken gemaakt.<br />

4.2 Acties Stedin bij stroomuitval<br />

Op het moment dat in het bedrijfsvoeringcentrum van Stedin een melding komt van een<br />

probleem in de stroomvoorziening op een bepaalde plek, bijvoorbeeld een melding van een<br />

door de beveiliging aangestuurde vermogensschakelaar in de regio, dan duurt het enige tijd<br />

voordat Stedin zelf inzicht heeft in wat voor storing het betreft, hoe groot het getroffen gebied is<br />

en hoe lang herstel van de energielevering vermoedelijk zal duren.<br />

In eerste instantie zal een medewerker van Stedin naar de lokatie gaan, die de storingsmelding<br />

afgeeft. Deze medewerker heeft dus te maken met een aanrijtijd. Ter plekke zal de medewerker<br />

de storingsmelding onderzoeken. Veelal wordt het beeld pas compleet als ook andere locaties<br />

onderzocht zijn. Doel is te achterhalen welke component in storing is geraakt om deze vrij te<br />

schakelen van het net en de energielevering via alternatieve wegen te herstellen. Pas op het<br />

moment dat de medewerker dit doorgeeft aan het bedrijfsvoeringcentrum, wordt het beeld<br />

compleet en kan Stedin inschatten hoe lang herstel van de energielevering vermoedelijk zal<br />

duren en dit beeld naar derden communiceren, waaronder de VRR. Afhankelijk van de<br />

complexiteit van de netsituatie en omvang van de storing kan Stedin in samenwerking met de<br />

VRR onderzoeken of het mogelijk is herstel van de reguliere energievoorziening in bepaalde<br />

deelgebieden of aan kritieke afnemers met voorrang uit te voeren, of daar van noodaggregaten<br />

gebruik te maken totdat de gehele stroomvoorziening hersteld is. Stedin heeft een beperkte<br />

eigen voorraad noodstroomvoorzieningen ter beschikking. Deze zullen in overleg met het<br />

CoPI/ROT op de meest kwetsbare plaatsen worden ingezet. Particulieren en bedrijven staat het<br />

uiteraard vrij om hun eigen voorzieningen te treffen in het kader van zelfredzaamheid. In<br />

aanvulling hierop kunnen gemeenten zelf noodaggregaten aantrekken en inzetten. Stedin kan<br />

voor het aansluiten van deze voorzieningen in zekere mate ten dienste zijn.<br />

5 Hulpverleningsdienst Regio Twente, Aandachtspunten bij langdurige stroomuitval, Enschede,<br />

1 december 2006, pag. 2.<br />

6 www.e-netbeheer.nl.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 14


4.3 Beperkingen capaciteit Stedin<br />

Stedin is als organisatie berekend op het gelijktijdig afhandelen van meerdere (ook grote)<br />

storingen. Heeft de storing de omvang van een substantiële calamiteit, dan is op zeker<br />

moment de standaard ingeroosterde capaciteit volledig benut en zal er voor extra assistentie<br />

of voor bijkomende storingen een beroep worden gedaan op niet-ingeroosterde<br />

medewerkers. Deze extra inzet kan enige tijd kosten. Dit geldt ook voor liaisons die zitting<br />

nemen in de verschillende opgerichte operationele teams en veiligheidsstaven. Deze<br />

functionarissen zijn in het algemeen wel beschikbaar voor een telefonisch overleg.<br />

Het werkveld van Stedin beperkt zich niet tot onze regio.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 15


Hoofdstuk 5<br />

Communicatie<br />

5.1 Inleiding<br />

Zoals in hoofdstuk 3 al werd uiteengezet is de maatschappij gewend aan de beschikbaarheid<br />

van stroom en is het aan burgers zelf, de overheid, instellingen bedrijven om zich hierop voor te<br />

bereiden. Dit vereist een risicobewustzijn van burgers. De overheid kan dit risicobewustzijn<br />

bevorderen door te communiceren over de kans dat de stroom uitvalt en de gevolgen die dat<br />

voor de maatschappij kan hebben. Ook op het moment dat de stroom is uitgevallen, verdient<br />

communicatie door de overheid veel aandacht. Vooral de manier hoe te communiceren zonder<br />

stroom is een thema waarbij moet worden stil gestaan.<br />

5.2 Risicocommunicatie<br />

Door middel van risicocommunicatie maak je mensen bewust welke maatregelen getroffen<br />

zijn en wat zij moeten doen als er onverhoopt toch iets mis gaat. De netbeheerders proberen<br />

zoveel mogelijk de leverantie van stroom te verzekeren en zullen tijdens een stroomuitval<br />

zoveel mogelijk proberen de duur en omvang van uitval te beperken. De overheid treft<br />

maatregelen om het ongemak van burgers, maatschappelijke consequenties en incidenten<br />

tijdens een stroomuitval zoveel mogelijk te voorkomen of het hoofd te bieden. De in dit<br />

document opgenomen checklisten bestemd voor de diverse functionarissen en gremia en de in<br />

bijlage 2 opgenomen Q & A lijst geven hiervoor een handvat. Van burgers kan echter ook een<br />

bepaalde mate van zelfredzaamheid verwacht worden. Via landelijke campagnes, waaronder<br />

“Denk vooruit” van de directie Nationale Veiligheid (Ministerie van BZK) worden burgers<br />

geïnformeerd over de risico’s van stroomuitval en welke maatregelen zij kunnen treffen om<br />

voorbereid te kunnen zijn op stroomuitval 7 .<br />

5.3 Crisiscommunicatie<br />

Voor de voorlichting aan burgers en media tijdens een stroomuitval of in de voorbereiding op<br />

een dreigende stroomuitval is de GRIP-regeling 8 van toepassing. In de communicatie wordt<br />

afgestemd met de voorlichter van Stedin. Gezien de huidige inzichten met betrekking tot<br />

crisiscommunicatie is het aan te bevelen om open over de mogelijkheid van de dreigende<br />

stroomuitval te communiceren. Dit zal de mate van zelfredzaamheid bij een daadwerkelijke<br />

uitval verhogen en zal de werkelijke knelpunten bij niet- zelfredzame vroeger en beter aan het<br />

licht brengen. Bij een grootschalige stroomstoring op GRIP niveau sluit Stedin aan bij de<br />

voorlichting door de Veiligheidsregio. Een bijzonder aspect in de voorlichting bij een<br />

stroomstoring is dat veel burgers geen radio-ontvangst (ondanks het advies van de overheid om<br />

ook een radio op batterijen te hebben), televisieontvangst of internetverbinding hebben. Deze<br />

media kunnen echter nog wel gebruikt worden ten behoeve van bewoners die niet thuis zijn of<br />

door derden (bijvoorbeeld familieleden), die door de bewoners in het gebied hiervoor worden<br />

benaderd. Veel burgers hebben geen vaste telefoon meer, maar een draadloze (DECT<br />

telefoon) of mobiele telefoon. De draadloze telefoons zullen direct uitvallen. Mobiele telefoons<br />

werken op accu’s, dus zullen bij een stroomstoring na enkele uren/dagen niet meer werken. Bij<br />

uitval van de GSM masten in het getroffen gebied zal mobiele telefonie direct al niet meer<br />

mogelijk zijn.<br />

De (langdurige) afwezigheid van radio, tv, internet en communicatiemogelijkheden zal de<br />

behoefte van burgers aan informatie extra kunnen versterken. Daarbij is voorlichting een<br />

belangrijk aandachtspunt. Vanwege het feit dat de elektronische media niet kunnen worden<br />

ingezet, is de gemeente op zichzelf aangewezen en afhankelijk van traditionele<br />

voorlichtingsmiddelen. Opties zijn dan (zoals genoemd in de in dit plan opgenomen checklisten)<br />

7 Zie www.risicoencrisis.nl.<br />

8 GRIP-regeling VRR, versie 5.8, 16 maart 2009.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 16


het gebruik van geluidswagens 9 of de verspreiding van flyers per woning. Het verspreiden van<br />

flyers is één van de betrouwbaarste methoden. Wie de flyers verspreidt, maakt niet uit. Dit<br />

kunnen gemeenteambtenaren zijn, maar ook postbeambten of vrijwilligers (van verenigingen).<br />

Daarnaast zijn lokale informatiepunten in te richten waar burgers hun informatie kunnen halen<br />

(en brengen). Potentiële lokale informatiepunten zijn wijkbureaus, brandweer kazernes, maar<br />

ook cafés en kantines van verenigingen.<br />

Daarnaast kan een burgemeester de hulp inroepen van het callcenter van het NCC. Een<br />

website zal voor de bewoners in het gebied weinig van betekenis zijn bij de afwezigheid van<br />

stroom, maar kan voor bewoners of derden buiten het gebied wel informatie verschaffen. De<br />

communicatiemedewerkers (webredacteuren) van de getroffen gemeente(n) zijn<br />

verantwoordelijk voor de invulling van de website www.crisis.nl en de gemeentelijke websites.<br />

De burgemeester kan (tegen betaling) het callcenternummer inzetten, namelijk 0800 1351. Het<br />

nut hiervan voor de aanwezigen binnen het gebied is afhankelijk van de mate waarop het<br />

mobiele telefoonverkeer nog mogelijk is en in hoeverre de accu’s van mobiele telefoons in het<br />

gebied nog opgeladen zijn.<br />

Ondanks alle technische beperkingen is het aan te raden zo snel mogelijk te starten met<br />

communiceren. Ook al is er geen tv mogelijk in het getroffen gebied, zorg toch voor meldingen<br />

via RTV Rijnmond. Ook al weet je nog niets over oorzaak of duur: start met communiceren. De<br />

ervaringen uit de Tieler- en de Bommelerwaard leren ons dat de berichtgeving toch velen<br />

bereikten. Men gaat zelf op zoek naar berichten.<br />

9 Uit de evaluaties van Haaksbergen is gebleken dat de inzet van geluidswagens een minder effectief<br />

middel is dan algemeen wordt aangenomen.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 17


Checklist 1<br />

OVD- GMK 10 EN STAFOFFICIER BRANDWEER<br />

De Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) van de VRR kan via verschillende kanalen het<br />

signaal krijgen dat er in de regio sprake is van stroomuitval. Ten eerste kan de GMK direct door<br />

Stedin geïnformeerd worden. Ten tweede zullen burgers en bedrijven bellen met de meldkamer<br />

op het moment dat zij ongemak van een stroomuitval ondervinden. In dat geval zal de GMK<br />

contact opnemen met Stedin.<br />

Bij melding of bevestiging van Stedin van een stroomuitval informeert de centralist GMK de<br />

OVD GMK. Deze maakt een eerste inschatting van ernst en omvang van de storing. De GMK<br />

alarmeert de Stafofficier Brandweer en de Hoofdofficier van Dienst Brandweer (HoVD). Aan de<br />

hand van de informatie die op dat moment bekend is, maakt de Stafofficier Brandweer de<br />

inschatting of brandweermaatregelen nodig zijn en zal hij/zij naar de GMK komen.<br />

Beeldvorming SO brandweer / OVD GMK<br />

Via contact met Stedin<br />

(door centralist GMK of door OVD GMK zelf voor<br />

update van de informatie)<br />

Benodigde informatie (factoren)<br />

- Aantal getroffen abonnees<br />

- Omvang stroomstoring (gebied)<br />

- Tijdstip aanvang stroomstoring<br />

- Verwachte duur stroomstoring<br />

- Ingezette maatregelen door Stedin<br />

- Voortgang herstel stroom<br />

SO / OVD GMK zelf - Meteo<br />

- Tijdstip van de dag<br />

- Evenement gaande/gepland<br />

- Kwetsbare instellingen in het gebied:<br />

ziekenhuizen, zorginstellingen, penitentiaire<br />

inrichtingen<br />

- Haven- en industriegebied<br />

Via contact met DCMR - Overlastmeldingen<br />

- Bedrijfsmeldingen<br />

Contact met OD gebied (voor zover niet<br />

gealarmeerd/geïnformeerd)<br />

Politie eenheden vragen naar bijzonderheden<br />

Informeren en afstemmen na beeldvorming<br />

- ambtenaar rampenbestrijding betreffende<br />

gemeente(n)<br />

OD verkenning in gebied:<br />

omvang/problemen. Eventueel tankautospuiten of<br />

WVD inzetten om omvang gebied te bepalen.<br />

Inschatting maken van omvang storingsgebied<br />

Informeren en afstemmen na beeldvorming<br />

- Goed telefonisch overleg voeren met MV’er<br />

(Management Vertegenwoordiger) van Stedin<br />

via Bedrijfs Voerings Centrum Stedin teneinde<br />

een goede afweging te kunnen maken of het<br />

uitbrengen van een liaison een meerwaarde<br />

oplevert in de informatievoorziening en<br />

afstemming<br />

Informeren en afstemmen na beeldvorming<br />

Andere partijen:<br />

- GMK / Politie / Brandweer / GHOR<br />

- Waterbeheerders<br />

- HbR / DHMR<br />

Alarmeren<br />

Indien liaison nodig: alarmering OD 20.1<br />

LET OP: Deze actie tot een minimum beperken.<br />

Bij voorkeur pas als er bij Stedin ook is<br />

opgeschaald.<br />

Actie<br />

OD 20.1 naar Stedin als liason (indien nodig laten<br />

vervangen door vrije OD 20.1 vanwege mogelijk<br />

lange inzetduur)<br />

10 Functie OVD-GMK is per medio september 2009 operationeel.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 18


Bij haven- of industriegebied: alarmering OD 50.1<br />

- OD 50.1 neemt contact op Deltalinqs<br />

- Bij incident in District Haven: OD 50.1 naar<br />

incident, OD 50.2 naar Deltalinqs<br />

OPSCHALING<br />

Indien nodig:<br />

afhankelijk van de ontvangen informatie en van verwachte maatschappelijke effecten<br />

t.b.v. coördinatie: adviseren tot afkondigen een planningsstaf aan betreffende personen (zie GRIPregeling).<br />

Indien nodig:<br />

afhankelijk van bovenstaande beeldvorming en van verwachte maatschappelijke effecten<br />

t.b.v. coördinatie: adviseren tot afkondigen GRIP aan betreffende personen (zie GRIP-regeling).<br />

Een globale indicatie voor opschaling:<br />

1. Stroomstoring met alleen problemen ter plaatse. GRIP 1<br />

2. Stroomstoring, verwachting tussen 2 en 8 uur, vanwege situatie*<br />

zijn omgevingsmanagement en multidisciplinaire afstemming<br />

gewenst.<br />

3. Stroomstoring, verwachting tussen 2 en 8 uur, vanwege situatie*<br />

zijn omgevingsmanagement, multidisciplinaire afstemming en<br />

bestuurlijke besluitvorming/coördinatie gewenst.<br />

4. Stroomstoring in één gemeente, verwachting meer dan 8 uur,<br />

vanwege situatie* zijn omgevingsmanagement,<br />

multidisciplinaire afstemming en bestuurlijke<br />

besluitvorming/coördinatie gewenst.<br />

5. Stroomstoring in meerdere gemeenten, verwachting meer dan 8<br />

uur.<br />

GRIP 2 (eventueel zonder CoPI)<br />

GRIP 3 (eventueel zonder CoPI)<br />

GRIP 3 (eventueel zonder CoPI)<br />

GRIP 4 (eventueel zonder CoPI)<br />

* Met ‘situatie’ wordt bedoeld: het resultaat van de beeldvorming door<br />

betrokkenen aan de hand van de factoren genoemd op voorgaande<br />

pagina en de geconstateerde problemen in het gebied.<br />

Overige maatregelen<br />

Zie schema: “Aandachtspunten bij een stroomstoring van 0-2 uur”<br />

(volgende pagina)<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 19


Checklist 2<br />

Periode 0 tot 2 uur<br />

AANDACHTSPUNTEN bij een stroomstoring<br />

Gevolg Maatregel Uitvoerder <br />

1 Problemen met<br />

Informeren eigen organisatie Allen<br />

stroomvoorziening in eigen<br />

organisatie<br />

2 Mogelijke problemen met Opladen in auto’s<br />

Allen<br />

opladen portofoons<br />

3 Problemen in de<br />

Nationaal Noodnet<br />

Allen<br />

bereikbaarheid van<br />

hulpdiensten a.g.v.<br />

- uitval telefooncentrales en<br />

faxen;<br />

- overbelasting telefoonnet;<br />

- uitval mobiele telefonie.<br />

4 Uitval OMS Geen GMK<br />

5 Hydroforen voor bluswater in Meegeven aan uitrukkende GMK<br />

hoge gebouwen functioneren<br />

(mogelijk) niet meer<br />

brandweervoertuigen naar<br />

hoogbouw<br />

6 Uitval sprinklerinstallaties Meegeven aan uitrukkende GMK<br />

7 Liften werken (mogelijk) niet<br />

meer (ook noodliften)<br />

8 Elektronische deuren gaan<br />

niet open<br />

9 Uitgevallen<br />

liftsystemen/vastgelopen liften<br />

10 Meer brandgevaar a.g.v.<br />

gebruik noodstroom<br />

11 Uitgevallen<br />

verkeersregelinstallaties;<br />

mogelijk verkeersongevallen<br />

brandweervoertuigen<br />

Meegeven door GMK aan<br />

uitrukkende brandweervoertuigen<br />

naar hoogbouw<br />

- Gaan ‘eigen’ deuren nog open, bijv.<br />

kazernes en ambulanceposten<br />

- Eventueel mensen bevrijden uit<br />

gebouwen<br />

Mensen bevrijden uit liften<br />

Geen.<br />

- In kaart brengen verkeerssituatie<br />

- Verkeersregulatie<br />

- Mogelijk extra surveillance<br />

GMK/ Brandweer<br />

Allen<br />

Brandweer<br />

Brandweer<br />

Brandweer<br />

Politie,<br />

Rijkswaterstaat en<br />

andere<br />

wegbeheerders<br />

12 Op elektriciteit functionerende<br />

bruggen kunnen niet meer<br />

omhoog/naar beneden<br />

13 Indien voedingspunten geen<br />

stroom meer ontvangen, ligt<br />

het metro en/of tramverkeer<br />

stil<br />

14 Spoorbomen metro gaan<br />

(automatisch) dicht<br />

15 Spoorbomen trein gaan<br />

(automatisch) dicht: mogelijke<br />

problemen in doorgang<br />

hulpdiensten en overig verkeer<br />

- In kaart brengen verkeerssituatie<br />

- Communicatie tussen HbR/DHMR,<br />

politie en GMK i.v.m. aanrijroutes<br />

hulpdiensten<br />

- Verkeersregulatie<br />

- Mogelijk extra surveillance<br />

- ontruimen trams/metro<br />

- inzet bussen voor vervoer<br />

- inzet personeel voor doorgang<br />

hulpdiensten<br />

- indien nodig: contact opnemen met<br />

Algemeen Leider Prorail (deze stuurt<br />

dan een gespecialiseerde aannemer)<br />

Politie,<br />

HbR/DHMR<br />

GMK,<br />

Rijkswaterstaat<br />

Provincie<br />

Gemeenten<br />

RET<br />

RET<br />

Politie in overleg<br />

met Pro-Rail<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 20


Gevolg Maatregel Uitvoerder <br />

16 Mogelijk geen spanning op<br />

bovenleiding trein en op het<br />

beveiligingssysteem<br />

(indien in gebied relaishuizen<br />

van NS zijn gevestigd, wordt<br />

de voeding van de beveiliging<br />

van het spoor 2 uur voorzien<br />

door accu’s).<br />

- Indien nodig: alternatief vervoer Politie i.o.m.<br />

RET/Prorail/NS<br />

17 Noodstop procesinstallaties.<br />

Gelijktijdigheid van<br />

gebeurtenissen<br />

18 Ontsnappen gassen uit<br />

industriële processen,<br />

waarvan gevaar bekend is<br />

19 Stroom op WPC valt uit<br />

behalve 2 e , 19 e , 20 e en 21 e<br />

verdieping<br />

20 Sommige radarposten van het<br />

Verkeersbegeleidend Systeem<br />

vallen uit (radarbeeld)<br />

21 Openbare verlichting en<br />

beveiligingsystemen<br />

Portfacilities vallen uit<br />

22 Uitval VHF Communicatie<br />

(afhankelijk van KPN)<br />

23 Mogelijke uitval van<br />

monitoringssystemen van<br />

beweegbare waterkeringen<br />

24 Mogelijke uitval van gemalen<br />

en stuwen<br />

25 Uitval van rioolgemalen en<br />

rioolwaterzuiveringsinstallaties<br />

- Kan bedrijf nog meldingen<br />

verrichten<br />

- Inzet Waarschuwings- en<br />

Verkenningsdienst (DCMR)<br />

- Liaisons Brandweer en DCMR naar<br />

Deltalinqs<br />

Verrichten metingen<br />

Indien nodig:afkondigen GRIP 11<br />

Noodstroom WPC automatisch<br />

ingeschakeld<br />

Noodaggregaat<br />

Verhogen begeleidende activiteiten<br />

van patrouillevaartuigen & VTS<br />

- Noodstroom v/d facility en<br />

verlichting schepen<br />

- Extra inzet Havenbeveiligingsdienst<br />

- Evt. extra patrouilleren vaartuigen<br />

Uitwijk/omleiding netwerk<br />

- Beoordelen de weers- en<br />

terreinsituatie<br />

- Noodstroom nodig<br />

- Eventuele maatregelen nemen<br />

- Indien nodig, afstemmen met VRR<br />

- Beoordelen de weers- en<br />

terreinsituatie<br />

- Noodstroom nodig<br />

- Eventuele maatregelen nemen<br />

- Indien nodig, afstemmen met VRR<br />

- Check of noodstroom nodig is<br />

- Eventuele maatregelen nemen<br />

Brandweer/ DCMR<br />

DCMR, HbR/DHMR,<br />

Brandweer<br />

HbR<br />

HbR<br />

De bedrijven in de<br />

haven zelf<br />

HbR/DHMR<br />

KPN<br />

Waterschap<br />

Waterschap<br />

Waterschap/<br />

gemeenten<br />

26 Wegvallen druk op drinkwater<br />

en sanitairwater in<br />

flatgebouwen vanwege uitval<br />

hydrofoorinstallaties<br />

Geen (zelfredzaamheid) -<br />

11 Zie GRIP-regeling VRR.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 21


27 Rolluiken van<br />

Verantwoording winkeliers -<br />

winkelcentra/winkels gaan niet<br />

dicht/open; geen pinbetalingen<br />

mogelijk<br />

27. Geen openbare verlichting Mogelijk extra surveillance Politie<br />

Winter<br />

28. Geen centrale verwarming of<br />

(warm) water meer beschikbaar:<br />

pomp centrale<br />

verwarmingsinstallaties<br />

functioneert niet meer.<br />

Geen (zelfredzaamheid) -<br />

<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 22


Checklist 3<br />

Periode 2 tot 8 uur<br />

Aanvullende aandachtspunten ROT bij een stroomstoring<br />

Gevolg Maatregel Uitvoerder <br />

1. Evenementen<br />

- Analyse gevolgen stroomstoring Politie<br />

- Zijn er evenementen<br />

gaande<br />

voor evenement<br />

- Gevolgen voor openbare orde<br />

Gemeente<br />

- Zijn er evenementen<br />

gepland<br />

- Evenement afgelasten door<br />

Burgemeester<br />

2. Mogelijke overbelasting Inroepen extra personeel<br />

meldkamer<br />

3. Overbelasting beschikbaar Informeren eigen personeel<br />

personeel<br />

Eventueel oproepen extra personeel<br />

4. Tekort brandstof voor Brandstofplan opzetten<br />

hulpvoertuigen<br />

(tip: wijs een tankstation aan voor de<br />

hulpdiensten en plaats daar een<br />

noodaggregaat)<br />

5. Vraag naar noodaggregaten Coördineren:<br />

- waar noodaggregaten nodig<br />

- waar is overheid verantwoordelijk<br />

voor noodstroom<br />

- waar noodaggegraten beschikbaar<br />

(bedrijven buiten gebied, leveranciers<br />

noodaggregaten, Stedin)<br />

- logistiek plan<br />

- eventueel advies aan GVS/RVS<br />

- indien nodig contact met LOCC<br />

- Bij plaatsing van<br />

noodaggregaten moet extra<br />

aandacht gegeven worden aan<br />

de risico’s van CO vergiftiging.<br />

6. Problemen in de<br />

bereikbaarheid van<br />

hulpdiensten a.g.v.<br />

- uitval telefooncentrales en<br />

faxen;<br />

- overbelasting telefoonnet;<br />

- uitval mobiele telefonie<br />

7. Problemen in voorlichting<br />

naar burgers (pc, tv, radio’s op<br />

elektriciteit)<br />

- Inrichten (nood-)meldpunten voor<br />

burgers met stroom en<br />

communicatiemogelijkheden<br />

- Nationaal Noodnet in werking<br />

stellen<br />

- Informeren burgers via radio, tv,<br />

internet, sms-alert<br />

- Gebruik maken van de voorbereide<br />

Q & A lijsten<br />

- Communicatieplan opstellen<br />

- Zelfredzaamheid (radio op<br />

batterijen, autoradio, gebied<br />

verlaten)<br />

- Afhankelijk van situatie (meteo,<br />

tijdstip) maatregelen nemen<br />

- Let op: niet inschakelen<br />

sirenenetwerk (i.v.m. voorkomen<br />

paniek)!!!<br />

8. Reizigersproblemen/ -onrust - In kaart brengen verkeerssituatie<br />

- Uitzoeken of er problemen zijn met<br />

(grote aantallen) reizigers.<br />

- Liaison relevant vervoerders in<br />

ROT<br />

GMK/ DCMR<br />

Allen<br />

Multidisciplinair<br />

Multidisciplinair<br />

Multidisciplinair/<br />

Voorlichting<br />

Voorlichting<br />

- Politie i.o.m.<br />

vervoerders<br />

- Gemeente<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 23


- Mogelijk extra surveillances<br />

- Indien nodig, afhankelijk van meteo:<br />

opvang<br />

9. Koelkasten werken niet Extra rekening houden met<br />

kwetsbare groepen/personen:<br />

- Eten is niet meer gekoeld<br />

- Medicijnen zijn niet meer gekoeld<br />

10. Mogelijke storing in<br />

sirenenetwerk<br />

(WAS)<br />

Meenemen in voorlichting:<br />

koelkasten zoveel mogelijk dicht<br />

laten<br />

Doorgeven aan Siemens en BZK:<br />

controle sirenes na 4 uur (werking<br />

accu’s).<br />

Sirenes NIET laten afgaan i.v.m.<br />

uitbreken paniek.<br />

11. Uitval C2000 DMD organiseert<br />

noodstroomaggregaten voor<br />

opstelpunten C2000<br />

12. Tekort brandstof voor<br />

noodstroom<br />

13. Problemen bij kwetsbare<br />

groepen/instellingen in de zorg<br />

- voorziening brandstof<br />

noodaggregaten eigen dienst<br />

- verdelen van schaarste<br />

- eventueel noodaggregaat voor één<br />

of meer tankstations<br />

1. Inventarisatie kwetsbare<br />

personen/groepen/instellingen<br />

binnen het gebied<br />

14. 2. Contact opnemen met:<br />

- Ziekenhuizen<br />

- Verpleegtehuizen<br />

- Verzorgingstehuizen<br />

15. 3. Navragen:<br />

- huidige situatie<br />

- noodaggregaat aanwezig<br />

- werking noodaggregaat<br />

- diesel voor hoeveel uur<br />

- catering/ maaltijdvoorziening<br />

- andere problemen<br />

GHOR/gemeenten<br />

Voorliching<br />

GMK<br />

DMD<br />

Multidisciplinair<br />

GHOR/gemeenten<br />

GHOR/gemeenten<br />

GHOR/gemeenten<br />

16. 4. Acties:<br />

- informeren huisartsenpost<br />

- inzet extra ambulance(s) en/of extra<br />

standplaats, via HMKA<br />

- indien huisartsen niet bereikbaar<br />

zijn, deze persoonlijk thuis laten<br />

benaderen (bijv. taxi sturen)<br />

- informatie over opslagcondities<br />

medicijnen<br />

GHOR<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 24


Gevolg Maatregel Uitvoerder <br />

17. 5.Indien evacuatie vereist:<br />

GHOR/ defensie<br />

- vervoerscapaciteit bedlegerigen:<br />

- extra inzet van (verhuis-)<br />

wagens/defensie<br />

- medische begeleiding tijdens<br />

transport<br />

- specifieke opvang voor<br />

zieken/ouderen<br />

- verstrekken van (tekort aan)<br />

medicijnen<br />

- psychosociale hulp in<br />

opvangcentrum<br />

18. Problemen bij<br />

1. Inventarisatie hulpbehoevenden GHOR/gemeenten<br />

hulpbehoevenden<br />

- patiënten met thuisbeademing (via<br />

EMC)<br />

- anderen (via thuiszorg)<br />

19. 2. Contact opnemen met<br />

GHOR/gemeenten<br />

hulpbehoevenden<br />

20. 3. Navragen:<br />

GHOR/gemeenten<br />

- accu beademingsapparatuur voor<br />

hoeveel uur<br />

- andere problemen<br />

21. 4. Acties:<br />

- informeren huisartsenpost<br />

- inzet extra ambulance(s) en/of extra<br />

standplaats, via HMKA<br />

Indien huisartsen niet bereikbaar zijn,<br />

deze persoonlijk thuis laten<br />

GHOR<br />

22. Niet-werkende<br />

computersystemen bij<br />

apotheken; hoe aan<br />

medicijnen te komen zonder<br />

recepten/registratie<br />

23. Problemen met nietfunctionerende<br />

afzuigingen bij<br />

MKB, lawaai en stank<br />

vanwege noodstroomvoorzieningen:<br />

mogelijke<br />

klachten bij DCMR<br />

24. Problemen bij penitentiaire<br />

inrichtingen<br />

benaderen (bijv. taxi sturen)<br />

Medicijnen zijn te verkrijgen bij<br />

ziekenhuizen<br />

- Informeren meldkamerpersoneel<br />

- Bemiddelen, aanvullende<br />

maatregelen eisen of gedogen van<br />

een aantal situaties<br />

Contact opnemen met PI’s en<br />

detentiecentra<br />

Navragen:<br />

- huidige situatie<br />

- noodaggregaat aanwezig<br />

- werking noodaggregaat<br />

- diesel voor hoeveel uur<br />

- problemen beveiliging<br />

- catering/ maaltijdvoorziening<br />

- andere problemen<br />

GHOR<br />

DCMR<br />

Politie<br />

25. Cameratoezicht: camera’s<br />

vallen uit<br />

26. Geen doorgang bedrijven<br />

indien deze zelf niet zijn<br />

voorzien van noodstroom<br />

- Informeren eigen organisatie<br />

- Noodaggregaten<br />

Verantwoording bedrijven zelf;<br />

rekening houden met feit dat ook zij<br />

noodaggregaten gaan bestellen.<br />

Politie<br />

-<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 25


Avond/nacht/begin ochtend<br />

<br />

Gevolg Maatregel Uitvoerder <br />

27. Geen openbare verlichting;<br />

Verhoogde kans op inbraken<br />

Mogelijk extra surveillance in<br />

betrokken gebied<br />

Eventueel inschakelen externe<br />

bewakingsdiensten<br />

Politie<br />

Gemeente<br />

Zomer/ warmte<br />

<br />

Gevolg Maatregel Uitvoerder <br />

28. Opwarming gebouwen/<br />

geen airconditioning<br />

Extra rekening houden met<br />

kwetsbare groepen/personen:<br />

Multidisciplinair/<br />

GHOR<br />

Winter<br />

Gevolg Maatregel Uitvoerder<br />

29. Geen centrale verwarming of Extra rekening houden met GHOR/gemeente<br />

(warm) water meer<br />

kwetsbare groepen/personen: /Politie<br />

beschikbaar: pomp centrale - extra dekens<br />

verwarmingsinstallaties - mogelijke evacuatie/opvang van<br />

functioneert niet meer. deze mensen<br />

<br />

Industrieel gebied<br />

Gevolg Maatregel Uitvoerder <br />

30. Problemen met industriële<br />

bedrijven;<br />

- noodstops van<br />

procesinstallaties<br />

- gelijktijdigheid van<br />

gebeurtenissen<br />

- niet functioneren van<br />

technische<br />

veiligheidsvoorzieningen<br />

(industrieterreinen)<br />

1. Kan bedrijf nog meldingen<br />

verrichten<br />

2. Inzet Waarschuwings-en<br />

Verkenningsdienst<br />

(DCMR)<br />

3. Liaisons Brandweer en DCMR<br />

naar Deltalinqs<br />

4. Monitoren problemen<br />

5. Verrichten metingen<br />

6. Processen afbouwen/ doorstart<br />

Brandweer/ DCMR<br />

Bedrijven zelf<br />

- mogelijk ontsnappen gassen niet meer mogelijk<br />

31. - Verminderde respons bij<br />

eigen calamiteitenorganisatie<br />

bedrijven<br />

- Uitstralingseffecten naar<br />

Communicatie<br />

Bedrijven zelf<br />

andere bedrijven<br />

32. Uitval van stationaire<br />

blussystemen in de industrie<br />

Bedrijven verplichten processen stil<br />

te leggen of extra personele<br />

capaciteit in te zetten om de extra<br />

risico’s af te dekken.<br />

Brandweer District<br />

Haven en DCMR<br />

Landelijk gebied<br />

Gevolg Maatregel Uitvoerder <br />

33. Problemen met<br />

airconditioning/verwarming<br />

varkensstallen<br />

Verantwoording bedrijven zelf;<br />

rekening houden met feit dat ook zij<br />

noodaggregaten gaan bestellen.<br />

Bedrijven<br />

34. Problemen in boerderijen met<br />

legbatterijkippen<br />

Verantwoording bedrijven zelf;<br />

rekening houden met feit dat ook zij<br />

noodaggregaten gaan bestellen.<br />

Bedrijven<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 26


Gevolg Maatregel Uitvoerder <br />

35. Uitval melkinstallatie Verantwoording bedrijven zelf; Bedrijven<br />

rekening houden met feit dat ook zij<br />

noodaggregaten gaan bestellen<br />

36. Uitval koeling melkveehouderij Verantwoording bedrijven zelf; Bedrijven<br />

rekening houden met feit dat ook zij<br />

noodaggregaten gaan bestellen<br />

37. Gevolgen voor voorzieningen<br />

in vakantieparken en<br />

campings<br />

- deels eigen verantwoordelijkheid<br />

vakantieparken en campings zelf<br />

- check bij vakantie/campings aantal<br />

aanwezigen en of er plannen zijn tot<br />

evacuatie.<br />

Bedrijven<br />

Gemeente<br />

Rotterdam Airport<br />

Gevolg Maatregel Uitvoerder <br />

81. Stroomuitval Geen: noodstroomgeneratoren en<br />

eigen dieselpomp aanwezig<br />

Rotterdam Airport<br />

Herstel stroom<br />

Afstemmen volgorde aanschakelen gemeentelijke rioolgemalen en de<br />

rioolwaterzuiveringsinstallaties van het waterschap om riooloverstorten te<br />

voorkomen<br />

Gemeente<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 27


Checklist 4<br />

Periode meer dan 8 uur<br />

Aanvullende aandachtspunten ROT/RVS bij een stroomstoring<br />

Zie tabel ROT aandachtspunten bij een stroomstoring 2-8 uur<br />

Gevolg Maatregel Uitvoerder <br />

1. Toenemende verkeersdrukte Geen -<br />

door mensen die gaan<br />

winkelen in andere gemeenten<br />

2. Bevolking zonder transistor<br />

radio langdurig zonder<br />

informatie<br />

Informatie via noodmeldpunten/<br />

verspreiding flyers of brieven<br />

Gemeente<br />

3. Wegvallen druk op drinkwater<br />

en sanitairwater in<br />

flatgebouwen vanwege uitval<br />

hydrofoorinstallaties<br />

4. Problemen met sanitair water<br />

in flatgebouwen<br />

5. Bij hevige regenval negatieve<br />

rioolwateroverstort in<br />

woningen,<br />

rioolwateroverstorten op<br />

oppervlaktewater en<br />

wateroverlast vanuit<br />

oppervlaktewater mogelijk<br />

6. Bij hevige regenval, en als<br />

pompinstallaties geen<br />

noodstroomvoorziening<br />

hebben: onder water lopen<br />

van tunnels en verkeershinder<br />

7. Toename verkeerschaos op<br />

wegen vanwege uitval<br />

verkeerssignalering (drips/<br />

matrixborden)<br />

- in eerste instantie zelfredzaamheid<br />

- optie: distributie drinkwater<br />

- indien nodig: nooddrinkwater.<br />

Contact met drinkwaterbedrijf/-<br />

bedrijven<br />

(Evides, Oasen of Duinwaterbedrijf<br />

ZH)<br />

- Maatregelen voorleggen GVS/RVS<br />

- Aandachtspunt<br />

- Contact met drinkwaterbedrijf/-<br />

bedrijven<br />

Maatregelen voorleggen aan<br />

GVS/RVS<br />

Gemeente<br />

Voorlichting<br />

- Nemen maatregelen Waterschap<br />

Gemeente<br />

- Regelen verkeer<br />

- Nemen maatregelen (plaatsen<br />

noodstroomvoorzieningen en/of<br />

noodpompen)<br />

- Regelen verkeer<br />

- Extra toezicht op de Ruit (m.n. in<br />

spitsuren)<br />

- Afstemming met Rijkswaterstaat<br />

Zuid-Holland<br />

Waterbeheerder<br />

Politie<br />

Tunnelbeheerder<br />

Wegbeheerder<br />

Politie<br />

Rijkswaterstaat en<br />

andere<br />

wegbeheerders<br />

Winter<br />

8. Geen centrale verwarming of<br />

(warm) water meer<br />

beschikbaar: pomp centrale<br />

verwarmingsinstallaties<br />

functioneert niet meer.<br />

Naast voorzieningen voor kwetsbare<br />

groepen/personen ook voor overige<br />

bevolking maatregelen, bijv.<br />

opvanglocatie met verwarming<br />

GHOR/gemeente/<br />

Politie<br />

<br />

9. Mogelijke bevriezing van<br />

onderdelen in de<br />

gasvoorziening<br />

Preventieve controle in de<br />

gasontvangst- en reduceerstations<br />

Gasleverancier<br />

Landelijk gebied<br />

10. Veesterfte a.g.v. uitval<br />

airconditioning/ verwarming<br />

- Proces Opvang<br />

- Overleg met LTO Nederland i.v.m.<br />

Gemeente<br />

<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 28


11. Uitval klimaatbeheersing<br />

(koeling producten) in<br />

glastuinbouw/veilingen m.a.g.<br />

kwaliteitsverlies en verloren<br />

gaan teelt.<br />

overbrengen van veestapel<br />

Eigen verantwoordelijkheid bedrijven<br />

Bedrijven<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 29


Checklist 5<br />

GEMEENTEN<br />

• Bestuurlijke coördinatie door de Gemeentelijke Veiligheidstaf.<br />

• Besluitvorming door de Gemeentelijke Veiligheidstaf bij bestuurlijke dilemma’s.<br />

• Indien nodig, knelpunten oplossen conform gemeentelijke deelprocessen door Gemeentelijk<br />

Actiecentrum.<br />

Gevolg Maatregel Uitvoerder <br />

1. (Deel van) gemeente zonder Uitnodigen liaison Stedin in GVS Gemeente<br />

stroom<br />

2. Problemen in de<br />

bereikbaarheid<br />

- Nationaal Noodnet ook bij<br />

gemeente in werking stellen<br />

- Eventueel meldpunt inrichten in<br />

afstemming met ROT<br />

3. Vragen bij bevolking - Opstart proces pers- en<br />

publieksvoorlichting<br />

- Opstellen communicatieplan<br />

- Afstemming communicatie met<br />

ROT en Stedin<br />

- Communicatie (informatie en tips)<br />

via flyers (omdat mensen geen tv,<br />

internet en vaak ook geen radioontvangst<br />

hebben)<br />

- Instellen informatiepunten bij b.v<br />

brandweerkazernes, politiebureau´s<br />

- Eventueel instelling IAC<br />

4. Tekort aan benodigde<br />

noodaggregaten<br />

5. > 8 uur en groot gebied:<br />

Mogelijke problemen in<br />

beschikbare brandstof voor<br />

noodaggregaten<br />

6. > 8 uur:<br />

Schaarsteproblematiek<br />

1. Drinkwater en sanitair<br />

water in hoogbouw<br />

2. Voedsel<br />

3. Brandstof noodaggregaten<br />

7. > 24 uur<br />

Problemen met drinkwater in<br />

flatgebouwen<br />

8. > 24 uur<br />

Problemen met sanitair water<br />

in flatgebouwen<br />

Besluitvorming over verdeling<br />

Besluitvorming over verdeling<br />

- Inschatting over mate van<br />

zelfredzaamheid bevolking<br />

- Besluitvorming over verdeling van<br />

schaarste<br />

- Opstart proces pers- en<br />

publieksvoorlichting<br />

- Opstart proces primaire<br />

levensbehoeften<br />

- Besluitvorming over mate van<br />

zelfredzaamheid bevolking<br />

- Opstart proces primaire<br />

levensbehoeften<br />

- optie: distributie drinkwater<br />

- indien nodig: nooddrinkwater.<br />

Contact met drinkwaterbedrijf/-<br />

bedrijven<br />

- Besluitvorming over mate van<br />

zelfredzaamheid bevolking<br />

- Opstart proces primaire<br />

levensbehoeften<br />

- Contact met drinkwaterbedrijf/-<br />

bedrijven<br />

Gemeente<br />

Gemeente<br />

Gemeente<br />

GVS (besluitvorming)<br />

Gemeente<br />

(Communicatie)<br />

Gemeente<br />

Gemeente<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 30


9. > 8 uur<br />

Uitval gemeentelijke<br />

rioolsystemen: huishoudelijk<br />

afvalwater wordt niet meer met<br />

rioolgemalen naar<br />

rioolwaterzuivering gepompt.<br />

Negatieve<br />

rioolwateroverstorten in<br />

woningen<br />

en rioolwateroverstorten op<br />

oppervlaktewater mogelijk.<br />

10. > 24 uur<br />

Problemen met koeling in<br />

mortuaria<br />

Uitstel crematies niet langer<br />

mogelijk<br />

11. > 24 uur<br />

Mensen, winkels en<br />

restaurants hebben bedorven<br />

etenswaren<br />

12. > 24 uur<br />

Mogelijke plunderingen in<br />

winkel-, en uitgaansgebieden.<br />

13. > 48 uur<br />

Problemen bij winkels<br />

(pinbetaling, beveiliging,<br />

bevoorrading, bedorven waar):<br />

tekorten in voedselvoorziening<br />

- Overleg met waterschap in<br />

getroffen gebied<br />

- Eventueel liaison waterschap<br />

uitnodigen<br />

Check bij uitvaartverzorgers<br />

- Extra vuilnisophaal<br />

- Eventueel opstart proces<br />

milieubeheer<br />

Eventueel uitvaardigen van een<br />

noodbevel uitval<br />

elektriciteitsvoorziening<br />

- Zelfredzaamheid bevolking<br />

- Aandacht voor kwetsbare groepen<br />

- Bij grote problemen: start proces<br />

primaire levensbehoeften<br />

Gemeente/<br />

waterschap<br />

Gemeente<br />

Gemeente<br />

Gemeente/ Politie<br />

Gemeente<br />

Herstel stroom<br />

Afstemmen volgorde aanschakelen gemeentelijke rioolgemalen en de<br />

rioolwaterzuiveringsinstallaties van het waterschap om riooloverstorten te<br />

voorkomen<br />

Gemeente<br />

<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 31


Checklist 6<br />

REGIONALE VEILIGHEIDSTAF<br />

Gevolg Maatregel Uitvoerder <br />

1. Meerdere gemeenten zonder<br />

stroom<br />

- Eventueel uitnodigen liaison Stedin<br />

in RVS<br />

2. Overlappende of<br />

Coördinatie<br />

conflicterende maatregelen<br />

van getroffen gemeenten<br />

3. Vragen bevolking - Eenduidige voorlichting;<br />

- Afstemming met CRC namens<br />

Actiecentrum Pers- en<br />

publieksvoorlichting<br />

gemeenten<br />

4. Maatschappelijke onrust - Monitoren of dit tot problemen leidt<br />

5. Mogelijk tekort<br />

hulpverleningscapaciteit/ -<br />

materieel<br />

6. Uitval gemeentelijke<br />

rioolsystemen: afvalwater in<br />

riool wordt niet meer<br />

weggepompt<br />

7. Problemen met drinkwater in<br />

flatgebouwen<br />

- Communicatie<br />

- Verdeling van schaarste<br />

- Bijstand aanvragen<br />

- Indien nodig, afstemming met<br />

waterschap(pen) in getroffen gebied<br />

namens gemeenten<br />

- in eerste instantie zelfredzaamheid<br />

- contact met drinkwaterbedrijf/-<br />

bedrijven<br />

ROT<br />

8. Problemen met sanitair water<br />

in flatgebouwen<br />

- in eerste instantie zelfredzaamheid<br />

- contact met drinkwaterbedrijf/-<br />

bedrijven<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 32


Bijlage 1<br />

Besluit tot Vaststelling<br />

De Veiligheidsdirectie van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond,<br />

Overwegende en / of gelet op het belang van een goede afstemming in het kader van de<br />

preparatie op de gevolgen van stroomuitval<br />

in navolging van het advies van de Adviesraad Risico- en Crisisbeheersing van de VRR van<br />

22 april 2009,<br />

Besluit:<br />

het Operationeel Plan Stroomuitval betreffende de voorzienbare maatschappelijke<br />

consequenties en mogelijke calamiteiten ten gevolge van een langdurige stroomuitval voor de<br />

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond vast te stellen.<br />

Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 mei 2009 te Rotterdam.<br />

De Secretaris,<br />

De Voorzitter,<br />

A.C. Trijselaar<br />

J.D. Berghuijs<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 33


Bijlage 2<br />

Q&A list Stroomuitval<br />

Inleiding<br />

Deze Q&A is speciaal ontwikkeld om vragen te beantwoorden als de stroom uitgevallen is<br />

binnen de regio Rotterdam-Rijnmond. De lijst is toegankelijk voor telefonistes bij de<br />

gemeentelijke informatienummers en voor de ambtenaren rampenbestrijding van de<br />

gemeenten. Tevens dient de lijst beschikbaar te zijn voor het Callcenter van de politie. De Q&A<br />

kan op de gemeentelijke website geplaatst worden en is via dit plan beschikbaar in Cedric.<br />

Wat kan de oorzaak zijn van een stroomstoring<br />

Kortsluiting en kabelbreuk kunnen veroorzaakt worden door oververhitting, ijzel, storm of<br />

vallende takken (op bovengrondse kabels), maar natuurlijk ook door defecte kabels,<br />

kabelstoring, brand, ander geweld of door sabotage. Ook kan er een stroomstoring ontstaan als<br />

het laagspanningsnet overgeschakeld wordt naar het hoogspanningsnet. Kortsluiting leidt<br />

overigens in korte tijd tot het in werking treden van beveiligingen zoals de bekende zekering<br />

waardoor de lijn 'stroomopwaarts' wordt onderbroken. Beveiligingen treden ook in werking bij<br />

overbelasting, waarbij smelten van de geleiders zou dreigen. Plotselinge spanningspieken door<br />

bijvoorbeeld blikseminslag kunnen daar ook toe leiden.<br />

Verder zal bij een overstroming waarbij het water minimaal 25 cm hoog staat de stroom niet<br />

meer werken. In de meeste gevallen is de uitval beperkt tot een vrij klein gebied, maar bij<br />

algehele overbelasting kan uitval over een groot gebied plaatsvinden.<br />

1. Waar kan ik terecht met vragen voor de gemeente<br />

Indien u nog internet heeft, dan kunt u kijken op de website van uw gemeente:<br />

www.(naamwoonplaats).nl. Een andere mogelijkheid is: bezoek het gemeentehuis.<br />

2. Waar kan ik terecht met vragen voor de netwerkbeheerder, Stedin<br />

Voor Consumenten en kleinzakelijke klanten:<br />

Stedin B.V.<br />

Postbus 2686 3000 CR Rotterdam<br />

0900-1426 (10 cent per minuut) van 8.00 - 18.00 uur<br />

Voor grootzakelijke klanten:<br />

Stedin B.V.<br />

Postbus 215<br />

3000 AE Rotterdam<br />

T 010 8923197<br />

3. Wat zijn de eerste stappen die ik moet ondernemen bij een stroomuitval<br />

Belt u in dit geval het nationale storingsnummer: 0800 - 9009 (gratis).<br />

Ook via de website www.stedin.net kunt u zien of en waar er een stroomstoring is. In sommige<br />

wijken is het namelijk mogelijk dat er wel stroom bij de buren is en niet bij u.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 34


4. Wat is uw situatie als ondernemer bij een stroomstoring<br />

Ondernemers kunnen zorgen voor een eigen noodstroomvoorziening in de vorm van een<br />

aggregaat. Een aggregaat kunt u zelf aanschaffen of huren, hierbij moet u altijd in ogenschouw<br />

nemen of u al dan niet zonder stroom kan.<br />

Indien u een aggregaat aanschaft, dient u deze te onderhouden. Zorg voor de nodige brandstof,<br />

anders valt hij alsnog na een uur of 4 uit! Huurt u een aggregaat, spreek dan met de verhuurder<br />

af dat hij zorgt voor het onderhoud en de brandstofvoorziening.<br />

Noot: gebruik een aggregaat met het oog op brand- en verstikkingsgevaar alleen<br />

buitenshuis!<br />

5. Welke instantie is verantwoordelijk voor het opnieuw aansluiten van de stroom<br />

De netbeheerder, in dit geval Stedin, is hiervoor verantwoordelijk.<br />

6. Waar kan ik mijn schade verhalen<br />

Neem achteraf contact op met de netbeheerder Stedin (zie voor contactgegevens vraag 1).<br />

Zij handelen eventuele schadevergoedingen, indien u daar recht op heeft, verder af.<br />

U kunt tevens de brochure schade en klachten hanteren, kijk hiervoor op www.stedin.net.<br />

7. Welke maatregelen kan ik bij een stroomstoring treffen<br />

Bij langdurige en omvangrijke stroomstoringen: Luister naar de calamiteitenzender op uw<br />

draagbare radio/autoradio of buiten het gebied op een tv of op internet. Stel de zender hierbij in<br />

op ‘RTV Rijnmond’ (let op: niet bij alle stroomstoringen wordt RTV Rijnmond ingezet als<br />

calamiteitenzender).<br />

Verdere tips:<br />

• Ook al doet de telefoon het nog, ga niet onnodig bellen om overbelasting van het<br />

telefoonnet te voorkomen.<br />

• Vraag of de buren op de hoogte zijn van de situatie en of ze hulp nodig hebben.<br />

8. Wat kan ik doen als ik 112 nodig heb<br />

Zorg dat u weet waar de dichtstbijzijnde politie- of brandweerpost is. Daar kunt u heen als er<br />

hulp nodig is vanwege een levensgevaarlijke situatie en er geen telefoonverkeer meer mogelijk<br />

is.<br />

9. Wat kan ik doen om me voor te bereiden op een stroomstoring<br />

U dient de volgende middelen in ieder geval in huis te hebben:<br />

• Kaarsen, zaklamp en/of batterijen.<br />

De volgende middelen zijn zeer aan te raden om in huis te hebben:<br />

• Transistorradio op batterijen<br />

• Voorraad eten en drinken waarbij geen elektriciteit nodig is om het te consumeren.<br />

• Noodstroom ter beschikking stellen<br />

• Water, de norm ligt op 3L water per persoon per dag. Zorg in ieder geval dat u en<br />

uw gezin voldoende te drinken hebben om drie dagen door te komen.<br />

• eventueel een hout of gaskachel<br />

10. Hoe informeert de overheid mij over een (langdurige) stroomstoring<br />

De overheid beschikt over verschillende middelen om u als burger op de hoogte te stellen van<br />

een eventuele stroomstoring:<br />

• Sms: het sturen van een tekstbericht naar mensen die hun mobiele telefoon hebben<br />

aangemeld voor het ontvangen van een waarschuwing.<br />

Toekomst: cellbroadcast<br />

• RTV Rijnmond: als de stroom is uitgevallen zal alleen via een radio (op batterijen)<br />

naar de radiozender geluisterd kunnen worden.<br />

• Een publieksinformatienummer<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 35


• Persvoorlichting via kranten of de radio.<br />

• Publieksinformatie via websites<br />

• Geluidswagens<br />

• Een nieuwsbrief / flyers in de brievenbus<br />

Verder kunt u voor informatie in principe terecht in gemeentehuizen die als aanspreekpunt<br />

dienen.<br />

11. Wat gebeurt er met zorginstellingen en / of mensen thuis die afhankelijk zijn van<br />

stroom t.a.v. medische apparatuur<br />

Uitgaande van een uitval gedurende minimaal acht uur: de gemeente en de geneeskundige<br />

diensten gaan de situatie na in zorginstellingen. In geval van uitval van noodaggregaten kan de<br />

elektriciteitsleverancier de instelling voorzien van een noodaggregaat.<br />

De geneeskundige diensten kunnen verder bij Thuiszorginstellingen nagaan waar medische<br />

apparatuur door mensen thuis wordt gebruikt. Maar om een volledig beeld te hebben kunnen de<br />

mensen ook zelf bellen naar Thuiszorginstellingen of de Geneeskundige diensten. Verder dient<br />

de gemeente een goed beeld te hebben van de hulpbehoevendheid in de omgeving. Hiervoor<br />

dienen zij goed te communiceren met thuiszorgcentra en met de bewoners. Dit kan o.a. via<br />

mantelzorgers.<br />

12. Kan ik ook ergens heen<br />

In principe doet de overheid een beroep op uw zelfredzaamheid en kunt u in uw eigen huis<br />

verblijven/wonen tot de storing is verholpen.<br />

Indien nodig, voor niet zelfredzamen, bijvoorbeeld bij extreme koude: indien u niet in de<br />

gelegenheid bent om bij familie, of vrienden terecht te kunnen, zal er opvang geregeld worden<br />

door de gemeente(n) in bijvoorbeeld sporthallen, sportcentra, scholen, buurthuizen of hotels. De<br />

aandacht gaat hierbij vooral uit naar mensen die extra zorg nodig hebben. Indien nodig zal een<br />

oproep gecommuniceerd worden om de hulpbehoevenden in de omgeving in het oog te houden<br />

en zullen huisartsenposten continu geopend zijn. Hiervoor dient u wel over een radio met<br />

batterijen te beschikken om deze oproep af te luisteren.<br />

Verder kunnen gemeenten op eigen initiatief een koffie- en informatiepunt openen, waar u dan<br />

uiteraard terecht kunt.<br />

13. Hoe word ik geïnformeerd als de uitval langer duurt dan verwacht<br />

Als de stroomuitval langer gaat duren dan van te voren verwacht werd, zal dit gecommuniceerd<br />

worden naar de burger. Er zal worden uitgelegd waarom de uitval langer duurt. Tevens zal u<br />

hoogstwaarschijnlijk worden geadviseerd opvang te zoeken buiten het getroffen gebied of, op<br />

basis van de eigen afweging, in het getroffen gebied te blijven.<br />

14. Welke maatregelen worden genomen tegen uitval van drinkwatervoorziening<br />

Drinkwaterbedrijven beschikken over noodaggregaten om de continuïteit van de levering van<br />

drinkwater te waarborgen. De capaciteiten van die noodaggregaten staat op tien dagen.<br />

a. Wat doe ik als er problemen voordoen met (drink)water in mijn<br />

flatgebouw<br />

In eerst instantie kunt u zelf zorgen voor extra flessen of pakken drinkwater.<br />

Verder kunt u met een emmer water halen bij (beneden) buren die nog wel over<br />

water beschikken. Ook buiten het getroffen gebied kunt u water halen,<br />

bijvoorbeeld bij vrienden of familie.<br />

15. Hebt u tips om warm te blijven<br />

• Meerdere mensen in een kleine ruimte.<br />

• Vele lagen kleding over elkaar.<br />

• Warme maaltijden en warme dranken blijven consumeren.<br />

• Gebruik geen gasstel om warm te worden! Hiermee trekt u de zuurstof uit uw<br />

omgeving.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 36


16. Wat kan ik doen om de schade in mijn bedrijfsvoering te minimaliseren<br />

• Gebruik noodaggregaten en rouleer deze met collega’s.<br />

• Sommige bedrijven bieden stroom aan burgers in de nabije omgeving.<br />

• Werk samen met bedrijven buiten het getroffen gebied.<br />

17. Ik beschik over een noodaggregaat, wat kan ik doen om te helpen<br />

U zou een soort huiskamer in kunnen richten waar mensen uit de buurt kunnen langskomen en<br />

bijvoorbeeld een kop koffie kunnen nuttigen. Probeer elkaar zoveel als mogelijk te helpen<br />

tijdens een stroomstoring.<br />

Verdere tips om uw medeburgers een handje te helpen:<br />

• Geef iemand een kop koffie of thee<br />

• Laat mensen even opwarmen<br />

• Voorzie mensen indien mogelijk (tijdelijk) van stroom<br />

• Geef iemand wat te eten<br />

• Laat iemand even douchen en desgewenst overnachten<br />

• Biedt mensen aan hun diepgevroren spullen in uw vriezer te plaatsen<br />

18. Wat doet de overheid bij uitval van verkeerslichten en andere verkeerssignalering<br />

De politie brengt de verkeerssituatie in kaart en zorgt ervoor dat het verkeer doorgang blijft<br />

vinden. Daar waar nodig wordt mogelijk extra surveillance ingezet. Desgewenst zal de politie<br />

zorgen dat het verkeer wordt geregeld.<br />

19. Gaan de slagbomen bij spoorwegovergangen en gaan bruggen open en dicht<br />

Indien er noodstroomvoorzieningen zijn wel, anders pas als de energievoorziening weer op<br />

gang komt.<br />

20. Doen de liften het nog<br />

Nee.<br />

21. Hoe wordt de uitval van tram- trein en metroverkeer opgevangen<br />

Er zal minimaal vervangend vervoer zijn. Bij grootschalige stroomuitval zullen de<br />

vervoerbedrijven de beschikbare bussen inzetten op de drukste punten. Houd rekening met<br />

ernstige vertraging.<br />

22. Wat wordt er gedaan als de straatverlichting uitvalt<br />

Extra politiesurveillance en surveillance door beveiligingsdiensten.<br />

23. Hoe kom ik aan mijn medicijnen als de voorzieningen in de apotheek uitgevallen zijn<br />

Medicijnen zijn te verkrijgen in het ziekenhuis. Of, indien deze niet aanwezig is, in een apotheek<br />

elders in uw woonplaats, of bij een nabije plaats van uw woonplaats.<br />

24. Wat te doen als de voorzieningen in de winkels uitvallen<br />

De pinautomaten doen het ook niet meer. Als de stroomuitval lang gaat duren, zal de winkelier<br />

iets moeten / kunnen regelen met contante betaling. Rolluiken van winkelcentra en winkels<br />

gaan niet open of dicht.<br />

Voor winkels met diepvries en koelsystemen is het raadzaam een noodaggregaat aan te<br />

schaffen. De verantwoording hiervoor ligt bij de winkeliers zelf. Probeer elkaar te helpen. Biedt<br />

hulp aan als u ruimte heeft om uw collega’s spullen op te slaan.<br />

25. Indien de storing lang duurt en mensen, maar vooral bedrijven kampen met bedorven<br />

etenswaren, wat gebeurt er dan met het afval<br />

Indien nodig wordt er gezorgd voor extra vuilnisophaal.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 37


26. In geval van een grote stroomstoring, wat gebeurt er met de dieren door de uitval van<br />

airco, of verwarming<br />

U zult zelf voor oplossingen moeten zorgen voor bijvoorbeeld uw slangen, vissen of andere<br />

dieren die warmte of juist koelte nodig hebben.<br />

27. Hoe kom ik aan een noodaggregaat<br />

Via de gouden gids, internet of informatie bij plaatselijke installateurs.<br />

Door heel Nederland zijn er diverse bedrijven die aggregaten leveren.<br />

28. Hoe kom ik meer te weten over de stroomstoring<br />

• Als het lang duurt, krijgt u een brief in de bus.<br />

• Verder wordt u zoveel als mogelijk geïnformeerd via flyers, radio, tv, internet, sms en<br />

via informatiepunten in de wijk.<br />

29. Kunnen mijn kinderen naar school<br />

In beginsel kunnen kinderen gewoon naar school, tenzij er bijzondere redenen zijn om dat niet<br />

te doen. Het is misschien wat kouder of donkerder in het gebouw. Bij erg koud weer zal het<br />

echter te koud worden in het gebouw en zal het onderwijs geen doorgang vinden.<br />

Het volgen van speciaal onderwijs of specifieke opleidingen die afhankelijk zijn van stroom zal<br />

ook moeilijker zijn.<br />

30. Wat zijn overige risico’s tijdens een stroomstoring<br />

Let u op voor koolmonoxidevergiftiging. Het is altijd raadzaam om een melder in huis te hebben<br />

die dit registreert. Let verder op een goede ventilatie.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 38


Bijlage 3 Leveranciers noodstroomaggregaten<br />

Er zijn in Nederland diverse bedrijven die noodaggregaten verhuren. Hieronder wordt een<br />

aantal van deze bedrijven genoemd. Meer bedrijven zijn te vinden op internet. Deze lijst is voor<br />

het laatst gecontroleerd op 31 maart 2009.<br />

1.<br />

Naam Lokatie Internetadres Telefoon/ Fax<br />

www.pon-cat.com Tel: 078-6420420<br />

Pon Power<br />

Papendrecht<br />

Fax: 078 -6157122<br />

(en andere vestigingen)<br />

2.<br />

Pols Aggregaten<br />

Bergambacht<br />

http://www.polsaggregaten.nl<br />

Tel: 0182-354666<br />

Fax: 0182-354647<br />

3.<br />

4.<br />

5.<br />

6.<br />

Croon electrotechniek Rotterdam<br />

De Wit aggregaten Oudewater<br />

Genpower Groot-Ammers<br />

Dieseke<br />

Sliedrecht<br />

www.croon.nl Tel: 010 – 4483344<br />

Fax: 010 - 4483399<br />

www.dewitaggregaten.nl Tel: 0348-561471<br />

Fax: 0348-562284<br />

www.genpower.nl Tel: 0184-601990<br />

Fax: 0184-602045<br />

http://www.dieseko.com/ned Tel: 0184-410333<br />

erland.html<br />

Fax: 0184-411386<br />

7.<br />

8.<br />

9.<br />

Prins Maasdijk Maasdijk http://www.generator.nl<br />

Sas van den Bosch<br />

BV<br />

Energyst B.V.<br />

Pijnacker<br />

Breda<br />

http://www.sasvandenbosch.<br />

nl<br />

http://www.energyst.com/ben<br />

elux.nl<br />

Tel: 0174 516011<br />

Fax:0174 518142<br />

Tel: 015 – 3612860<br />

Fax: 015 – 3613075<br />

GSM: 06 51339192<br />

Tel: 0497 532500<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 39


Bijlage 4<br />

Bereikbaarheidsgegevens Stedin<br />

Actuele versie in Cedric.<br />

Bereikbaarheid Stedin (voorheen ENECO NetBeheer)<br />

betreft:<br />

storing - informatie<br />

geheel voorzieningsgebied<br />

vanaf 1 juli 2008<br />

Stedin<br />

StoringsReceptie Preferent<br />

Telefoon: 088 – 890 9731<br />

calamiteit - directe actie<br />

Stedin<br />

BedrijfsVoeringsCentrum<br />

(via Gemeenschappelijke Meldkamer van eigen<br />

Veiligheidsregio)<br />

Telefoon: 010 - 457 6123<br />

010 - 457 5164<br />

Fax: 010 - 457 7761<br />

Nationaal Noodnet spraak: 18264<br />

Nationaal Noodnet fax: 18497<br />

Website:<br />

www.stedin.net<br />

N.b.: Stedin kan in een uitzonderlijke situatie gebruik maken van een zgn. "Uitwijkcentrum",<br />

gestationeerd te Utrecht.<br />

De "Bereikbaarheid Stedin" zal op dat moment via de navolgende nummers verlopen.<br />

Telefoon: 030 - 297 5919<br />

Fax: 030 - 297 5525<br />

Nationaal Noodnet spraak: 34760<br />

Nationaal Noodnet fax: 34761<br />

Postadres: postbus 1598<br />

3000 BN<br />

ROTTERDAM<br />

Bezoekadres: Rochussenstraat 200<br />

3015 EK<br />

ROTTERDAM<br />

Contactpersoon:<br />

Ir. K. (Klaas) de Dood, Programma Manager Security<br />

Telefoon: 088 - 896 30 79<br />

E-mail adres:<br />

klaas.dedood@stedin.net<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 40


Bijlage 5<br />

IncidentAfhandelingsPlan Stedin<br />

Kernbepalingen<br />

IncidentAfhandelingsPlan<br />

Module : Bijlage: GMK Veiligheidsregio’s Ingangsdatum :<br />

Document : GMK_VeiligheidsRegio's concept 1 (2).doc Bladzijde :<br />

Gewijzigd : Versie :<br />

Bijlage: Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) Veiligheidsregio’s<br />

(zoals verwoord in het model 2005 voor gemeentelijke calamiteitenplannen)<br />

DOEL<br />

In een vroeg stadium informeren en alarmeren van gemeente en hulpverleningsdiensten zodat<br />

zij pro-actief kunnen reageren op uitval van energie of een ernstig incident.<br />

Het is belangrijk te realiseren dat niet altijd de netbeheerder de eerste is die de uitval van<br />

energie constateert. Ook de hulpverleningsdiensten, met name de politie, zijn vaak in een heel<br />

vroeg stadium op de hoogte. Ook ten aanzien van calamiteiten met gas zijn het in de meeste<br />

gevallen de hulpverleningsdiensten die als eerste gealarmeerd worden. In de<br />

meldkamerprocedures van zowel politie als brandweer is opgenomen dat de netbeheerder op<br />

de hoogte wordt gesteld.<br />

Uitval elektriciteitsvoorziening<br />

De alarmering bij een uitval van elektriciteit is onderverdeeld in drie categorieën. De kenmerken<br />

van deze drie categorieën zijn bewust interpretabel geformuleerd. De ernst van een<br />

elektriciteitsstoring is namelijk dusdanig dynamisch dat de kenmerken niet exact zijn vast te<br />

stellen. Wanneer deze kenmerken wel exact worden vastgelegd is er een gerede kans dat er<br />

een onnodige stroom aan meldingen wordt doorgegeven, of dat een storing niet geheel aan de<br />

kenmerken voldoet maar wel ernstige gevolgen heeft. Om het alarmeren en informeren van de<br />

hulpdiensten te beperken tot de noodzakelijke meldingen zal de netbeheerder zo snel mogelijk<br />

een inschatting maken van de ernst van de uitval, afhankelijk van een combinatie van omvang<br />

en verwachte duur, de weersomstandigheden en aanwezigheid van kritieke afnemers.<br />

Ongeveer een uur na de uitval van elektriciteit zal de netbeheerder in staat zijn een inschatting<br />

te maken van de ernst van de situatie. Afhankelijk van de categorale indeling is de reactie naar<br />

de meldkamer:<br />

a. Passief<br />

Het merendeel van de elektriciteitsuitvallen beperkt zich tot een redelijk beperkt aantal<br />

afnemers en is binnen enkele uren weer verholpen. Aangezien een dergelijke uitval met<br />

enige regelmaat voorkomt en de gevolgen beperkt zijn, is het niet wenselijk om iedere keer<br />

tot alarmering van hulpdiensten over te gaan. Er wordt uitgegaan van voldoende<br />

zelfredzaamheid van getroffenen.<br />

b. Voorwaarschuwing<br />

In deze situatie laat de netbeheerder een voorwaarschuwing uitgaan naar de<br />

Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) vanwege de duur, de omvang, een aantal<br />

gedupeerde kritieke afnemers, de weersomstandigheden of een combinatie van deze<br />

kenmerken. Indicatief is een uitval waarvan wordt verwacht dat deze voor een periode<br />

langer dan vijf uur vele honderden afnemers, of een aantal kritieke afnemers zal treffen.<br />

Een dergelijke situatie heeft in de nachtelijke uren in het algemeen minder gevolgen dan<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 41


overdag, maar bij extreme weersomstandigheden is de noodzaak tot extra maatregelen<br />

weer eerder aanwezig.<br />

Op basis van de melding van de netbeheerder informeert de Gemeenschappelijke<br />

Meldkamer (GMK) vervolgens de hulpdiensten en/of de gemeente, waardoor deze paraat<br />

zijn en zich kunnen voorbereiden op eventuele maatregelen.<br />

c. Actief<br />

Wanneer de situatie ernstiger wordt ingeschat, bijvoorbeeld omdat een storing, waarbij een<br />

aanzienlijk aantal afnemers of een of meerdere kritieke afnemers zijn betrokken, langer dan<br />

8 uur zal aanhouden, of dat er verzwarende omstandigheden zijn, zal de netbeheerder een<br />

alarmering doen uitgaan naar de Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK).<br />

In deze situatie is het waarschijnlijk dat ook de netbeheerder het crisismanagement –<br />

Commando Ruimte (CR) - zal activeren. Ter afstemming tussen de hulpdiensten en het<br />

Gemeentelijk Beleids-team (GBT) en de netbeheerder kan op verzoek een Liaison over en<br />

weer worden uitgewisseld.<br />

Alarmeringsschema bij uitval van elektriciteit<br />

De Management Vertegenwoordiger (MV) maakt na overleg met de Woordvoerder (PaCo)<br />

en/of het Bedrijfsvoeringscentrum (BVC) de inschatting of één of meerdere kenmerken van<br />

toepassing zijn en aanleiding geven tot het informeren of alarmeren van de<br />

Gemeenschappelijke Melkkamer (GMK). Bij een uitval van elektriciteit kan zowel na één enkel<br />

als een combinatie van kenmerken worden besloten om over te gaan tot informeren of<br />

alarmeren. Bepalend voor de keuze om hiertoe over te gaan, is de noodzaak tot het nemen van<br />

maatregelen ter bestrijding van maatschappelijke effecten van een uitval.<br />

Bedoeld wordt te voorkomen dat reguliere, veel voorkomende storingen onnodig worden<br />

doorgemeld. De voorwaarschuwing en het alarmeren is voorbehouden aan excessieve<br />

storingen waarbij een duidelijke noodzaak tot het nemen van maatregelen door gemeente of<br />

hulpverleningsdiensten aanwezig is.<br />

KENMERKEN PASSIEF VOORWAARSCHUWING ACTIEF<br />

tijdsduur • kort (5 uur) • lang (>8 uur)<br />

omvang • wijkniveau • meerdere wijken/ gebieden • groot<br />

gevoelige afnemers • geringe hinder • ondervinden hinder • ernstige hinder/ bedreigend<br />

weersomstandigheden • gunstig / n.v.t. • ongunstig • extreem<br />

VERVOLGACTIE<br />

1. De Gemeenschappelijke<br />

Meldkamer (GMK) wordt<br />

niet ingelicht. Het incident<br />

kan onder de dagelijkse<br />

routine, op korte termijn<br />

worden afgehandeld. Men<br />

gaat uit van de<br />

zelfredzaamheid van<br />

burgers.<br />

1. De netbeheerder informeert de<br />

Gemeenschappelijke<br />

Meldkamer (GMK).<br />

2. De Gemeenschappelijke<br />

Meldkamer (GMK) informeert<br />

de Commandant van Dienst.<br />

3. De gemeente kan de<br />

netbeheerder benaderen voor<br />

een stand van zaken.<br />

1. De netbeheerder alarmeert<br />

de Gemeenschappelijke<br />

Meldkamer (GMK).<br />

2. De Gemeenschappelijke<br />

Meldkamer (GMK)<br />

waarschuwt de<br />

Commandant van Dienst.<br />

3. De burgemeester besluit<br />

het Gemeentelijk<br />

Beleidsteam (GBT) te<br />

activeren.<br />

4. Op verzoek neemt een<br />

liaison van de netbeheerder<br />

zitting in het Gemeentelijk<br />

Beleidsteam (GBT).<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 42


Bijlage 6<br />

Bestuurlijke Netwerkkaart 14 Elektriciteit en gas<br />

Onderstaande netwerkkaart is overgenomen uit het document Bestuurlijke Netwerkkaarten<br />

Crisisbeheersing welke is samengesteld in opdracht van de Provincie Noord-Holland. Versie<br />

september 2008.<br />

■Crisistypen:<br />

• Onderbreking levering elektriciteit<br />

• Onderbreking levering gas<br />

■ Bevoegd gezag:<br />

• Minister EZ<br />

• Burgemeester (alleen ten aanzien van de gevolgen van een onderbreking)<br />

■ Soorten maatregelen:<br />

• Eigen maatregelen netbeheerder<br />

• Maatregelen door minister EZ jegens sector<br />

• Maatregelen ten aanzien van de gevolgen van een onderbreking<br />

Eigen maatregelen:<br />

■ Een netbeheerder treft zo nodig eigen herstelmaatregelen bij onderbreking van de levering.<br />

Netbeheerders:<br />

Zowel voor elektriciteit als gas is het beheer van het distributienet in handen van een landelijke<br />

netbeheerder en een aantal regionale netbeheerders.<br />

■ TenneT is de beheerder van het landelijke hoogspanningsnet; Gas Transport Services (GTS),<br />

een zelfstandige dochter van de Gasunie, is de beheerder van het landelijk gastransportnet.<br />

■ TenneT kan zelfstandig maatregelen treffen ter handhaving van de energiebalans tot en met<br />

het zo nodig afschakelen van netbeheerders, het geven van opdrachten aan netbeheerders tot<br />

het afschakelen van afnemers en het geven van opdrachten aan producenten.<br />

■ GTS kan zelfstandig maatregelen treffen om het landelijk gastransportnet in evenwicht te<br />

houden. Afschakelen is nog nooit voorgekomen en zal vanwege ontploffingsgevaar na<br />

aansluiting zo mogelijk worden voorkomen.<br />

■ Netbeheer is onafhankelijk van de levering van elektriciteit of gas. Leveranciers vervullen in<br />

de responsfase geen rol, aangezien zij geen bemoeienis hebben met het transport in<br />

technische zin.<br />

Elektriciteit: afschakelen en herstel<br />

■ Voor het af- en aanschakelen van afnemers is een prioriteitsvolgorde voorgeschreven, verder<br />

uitgewerkt in afschakel- en herstelplannen:<br />

a. openbare orde en veiligheid, volksgezondheid;<br />

b. kritische processen industrie, nuts- en basisvoorzieningen;<br />

c. overige industrie, openbare gebouwen, bedrijven en consumenten.<br />

■ Het afschakelen vindt snel plaats conform het afschakelplan. Er is geen tijd voor ad hoc<br />

prioritering. Uitzondering daarop is verdeling van elektriciteit op nationaal niveau bij beperkte<br />

beschikbaarheid, zie hierna onder minister van EZ.<br />

Gas: afschakelen en herstel<br />

■ Voor het eventuele af- en aanschakelen van afnemers is geen prioriteitsvolgorde<br />

voorgeschreven (voor uitzonderingen, zie hierna), omdat beslissingen over preventief<br />

afschakelen bij gas niet binnen korte tijd hoeven te worden genomen, er is sprake van een<br />

buffercapaciteit in tegenstelling tot elektriciteit. Verder is het bij gas technisch onmogelijk om<br />

bepaalde objecten af te schakelen omdat na een gasontvangststation geen selectie meer wordt<br />

gemaakt.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 43


■ Bepaalde vitale diensten waarvan de continuïteit direct afhankelijk is van de gasvoorziening,<br />

zoals grote gasgestookte elektriciteitscentrales, zullen wel voorrang krijgen. Met afnemers die<br />

direct op het landelijk gastransportnet zijn aangesloten kunnen afspraken worden gemaakt.<br />

Minister van EZ<br />

■ De minister van EZ kan aan een netbeheerder bij taakverwaarlozing de opdracht geven een<br />

voorziening te treffen.<br />

■ De minister van EZ kan op grond van zijn noodbevoegdheden verdelingsmaatregelen treffen<br />

bij een beperkte beschikbaarheid van elektriciteit of eventueel gas, zie bestuurlijke netwerkkaart<br />

schaarste algemeen.<br />

Burgemeester<br />

■ Netbeheerders informeren rechtstreeks het decentraal gezag.<br />

■ De burgemeester heeft geen invloed op het functioneren van de sectoren zelf (de continuïteit<br />

van de levering): overheidsinterventie in de sectoren elektriciteit en gas is gecentraliseerd<br />

(minister EZ).<br />

■ De burgemeester is alleen verantwoordelijk voor aanpak van de effecten voor openbare orde<br />

en openbare veiligheid: zorg voor de bevolking, huur of eventuele vordering noodaggregaten,<br />

eventuele instelling van een avondklok bij een blackout en dergelijke.<br />

Koelwater<br />

■ De lozing van koelwater van elektriciteitsproductiecentrales en daarmee de productie van<br />

elektriciteit wordt beperkt door de temperatuur van het oppervlaktewater.<br />

■ De mogelijkheid om tijdelijk af te wijken van de normale voorschriften in de lozingsvergunning<br />

is in de vergunning zelf opgenomen.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 44


Bijlage 7<br />

Gevolgen van een stroomstoring in het Openbaar Vervoer<br />

RET: Tram en Metro<br />

Stroomstoring in het Tramnet:<br />

Gevolg van een stroomstoring is hierbij uitval van zogenaamde “voedingspunten”. Indien een<br />

voedingspunt uitvalt, zal de trambestuurder(s) proberen op/nabij een halte het voertuig veilig te<br />

stellen en daar de passagiers uit te laten stappen. De RET zet hierop bussen in om de<br />

gestrande reizigers verder te vervoeren. De afdeling Tractie zal vervolgens actie(s) ondernemen<br />

voor een zo snel mogelijk herstel van de situatie.<br />

Stroomstoring in het Metrosysteem:<br />

Een stroomstoring heeft gevolgen voor de zg. “Net 1 Onderstations”, waar een 10KV kabel<br />

binnenkomt. Indien een onderstation uitvalt, zal de metrobestuurder(s) proberen het<br />

eerstvolgende station te bereiken en daar de passagiers uit laten stappen. De treinstellen en<br />

het/de metrostation(s) worden vervolgens ontruimd. De RET zet hierop bussen in om de<br />

gestrande reizigers verder te vervoeren. De afdeling Tractie zal vervolgens actie ondernemen.<br />

Stroomstoring in het Stadsnet:<br />

De stroomstoring heeft gevolgen voor het zogenaamde “Net 2”. Net 2 voedt de metrostations<br />

en ondersteunende voorzieningen zoals bijvoorbeeld de AHOB's. In metrostations zal de<br />

noodvoorziening worden aangesproken en de noodverlichting zal gaan branden. De AHOB’s<br />

komen in de veilige modus (dat wil zeggen in gesloten toestand). De RET zet hierop<br />

stationspersoneel in om de reizigers te informeren en indien nodig te verwijzen.<br />

Zowel afdeling Techniek als Exploitatie zal vervolgens personeel naar de AHOB's sturen om in<br />

geval van nood, zoals bijvoorbeeld het laten passeren van een ambulance, de overwegbomen<br />

te bedienen. Stedin zal vervolgens actie ondernemen om de situatie te herstellen.<br />

Bij langdurige stroomstoringen zullen volgens een vastgesteld plan pendelbussen worden<br />

ingezet om de reizigersstroom op gang te houden.<br />

Pro-Rail / NS<br />

Verkeersleiding Pro-Rail<br />

De verkeersleiding is voorzien van noodstroomvoorzieningen waardoor verkeersleiding en<br />

beveiligingen in werking blijven bij een stroomstoring.<br />

Tractievoeding Pro-Rail<br />

Een grootschalige stroomstoring kan tot gevolg hebben dat het volledige spoornet in de regio<br />

stroomloos komt. In een groot aantal gevallen zijn er echter nog schakel mogelijkheden<br />

waardoor beperkt treinverkeer mogelijk blijft.<br />

Stations NS<br />

De grotere stations in de regio zoals bijvoorbeeld het Centraal Station en station Blaak zijn<br />

voorzien van een noodstroomvoorziening waardoor de noodverlichting in werking blijft. In een<br />

aantal gevallen zal tot ontruiming van de stations worden overgegaan.<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 45


Bijlage 8<br />

Afkortingenlijst<br />

AHOB<br />

BZK<br />

CRC<br />

DCMR<br />

DHMR<br />

DMD<br />

EMC<br />

GHOR<br />

GRIP<br />

GMK<br />

GVS<br />

HbR<br />

HMKA<br />

HOVD<br />

LFR<br />

OD<br />

OMS<br />

OPS<br />

OV<br />

ROT<br />

RVS<br />

SO<br />

VRR<br />

WAS<br />

WPC<br />

WVD<br />

Automatische Halve Overweg Bomen<br />

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties<br />

Cluster Risico- en crisiscommunicatie<br />

Milieudienst Rijnmond<br />

Divisie Havenmeester<br />

Directie Mobiele Diensten<br />

Erasmus Medisch Centrum<br />

Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen<br />

Gecoördineerde Regionale Incidenten Bestrijdingsprocedure<br />

Gemeenschappelijke Meldkamer<br />

Gemeentelijke Veiligheidstaf<br />

Havenbedrijf Rotterdam N.V.<br />

Hoofd Meldkamer Ambulance Zorg<br />

Hoofdofficier van Dienst Brandweer<br />

Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding<br />

Officier van dienst<br />

Openbaar Meld Systeem<br />

Operationeel Plan Stroomuitval<br />

Openbaar Vervoer<br />

Regionaal Operationeel Team (voorheen RegOT)<br />

Regionale Veiligheidstaf<br />

Stafofficier<br />

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond<br />

Waarschuwings- en Alarmerings Systeem (Sirenes)<br />

World Port Center<br />

Waarschuwings- en Verkenningsdienst<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 46


Bijlage 9<br />

Verzendlijst<br />

- de Burgemeesters van de gemeenten in de regio Rotterdam-Rijnmond<br />

- de Dijkgraven van de Waterschappen in de regio Rotterdam-Rijnmond<br />

- de Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland<br />

- de Algemeen Directeur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond<br />

- de Directeuren van de Waterschappen in de regio Rotterdam-Rijnmond<br />

- de Directeur Crisisbeheersing van het ministerie van Binnenlandse Zaken en<br />

Koninkrijksrelaties<br />

- de Directeur van de Gezamenlijke Brandweer in het haven- en industriegebied<br />

- de Directeur van de Cluster Risico- en Crisiscommunicatie<br />

- de Hoofdingenieur Directeur van Rijkswaterstaat Zuid-Holland<br />

- De Directeur van de Kamer van Koophandel<br />

- de directie van Stedin<br />

- de directie van de RET<br />

- de directie van Evides<br />

- de directie van Duinwaterbedrijf Zuid-Holland<br />

- de Directeuren van de Veiligheidsregio’s in de provincie Zuid-Holland<br />

- de Commandant van het Regionaal Commando West<br />

- de leiders ROT<br />

- de leiders CoPI<br />

- de leden van de Veiligheidsdirectie<br />

- de leden van de Adviesraad Risico-en Crisisbeheersing<br />

- de ambtenaren rampenbestrijding van de gemeenten in de regio Rotterdam-Rijnmond<br />

- de Stafdirectie Risico-en Crisisbeheersing<br />

- de Werkgroep OTO Rotterdam-Rijnmond<br />

- de Stafofficieren Brandweer Rotterdam-Rijnmond<br />

- het Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid<br />

- Deltalinqs<br />

Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept 290409 47

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!