TITAAN FASE 2/3 - Vereniging Officieren Verbindingsdienst

TITAAN FASE 2/3
Door: luitenant-kolonel H.W. Rensink, projectorganisatie TITAAN
In de TITAAN special van 2002 is reeds uitgebreid stil gestaan bij de basis kenmerken
van TITAAN. Dit artikel borduurt hierop voort en is in principe dus geen
herhaling. Doel is u inzicht te geven in de ontwikkelingen, stand van zaken en het
voorliggende tijdstraject van het programma TITAAN.
Het jaar 2004 wordt wederom een belangrijk jaar voor iedereen die met TITAAN
heeft, dan wel krijgt te maken. Stond bij de invoering van fase 1 de HRFHQ status
van staf 1(GE/NL)Corps centraal, dit jaar zal alles in het teken staan van de
NATO Response Force (NRF) status voor zowel de staf 1(GE/NL)Corps als voor
de NL- en GE-bijdrage hieraan, met een mogelijke inzet in de 1e helft van 2005.
De NL-bijdrage zal als hoofdbestanddeel hebben de inzet van een NL geleide
NRF-brigade, waarin zowel land- als luchtmachteenheden zullen zijn opgenomen.
De basis voor deze NRF-brigade zal worden geleverd door 43 Mechbrig. Daarnaast
beginnen de consequenties van SAMSON ook duidelijk te worden.
Het is derhalve tijd om aan te geven waar we staan met TITAAN fase 2/3.
TECHNISCH DETAILONTWERP
In het afgelopen jaar heeft met name het
architectenteam van het C2SC zich erg moeten
inspannen om één en ander op te
leveren. Naast het ontwikkelen van de detailarchitectuur
voor fase 2/3, moesten vele
vragen en extra opdrachten worden beantwoord
dan wel worden uitgevoerd. Deels
hadden deze te maken met het beveiligingsvraagstuk,
anderzijds diende advies en
assistentie te worden geleverd bij diverse andere
deelprojecten. Maar al deze opdrachten
waren tijdkritisch en hadden een directe
invloed op de beslismomenten voor
TITAAN. Op de diverse deelprojecten zal
later kort worden terug gekomen.
De detailarchitectuur van fase 2/3 is, met
de kennis in huis van fase 1, duidelijk meer
"doorontwikkeld". Hierin is een groot aantal
technische ontwikkelingen verder uitgewerkt
en ingevoerd.
Uiteindelijk is deze architectuur in november
jongstleden tijdens een Proof of Concept
(PoC) grotendeels getest. Hoewel tijdens
de PoC niet alle functies zijn getest en
een aantal, veelal kleine (en nog te herstellen),
tekortkomingen is geconstateerd, kan
worden gesteld dat met het gekozen con-
Op 24 november droeg de Directeur Beleid en Plannen, generaal-majoor H. Sonneveld, TITAAN fase 1 officieel over aan de commandant HQ 1(GE/NL)Corps, luitenantgeneraal
N. van Heyst. Hij deed dit door middel van het overhandigen van een Cisco IP telefoon als symbool van TITAAN.
INTERCOM 2004-1
15

cept voor TITAAN fase 2/3 kan worden voldaan
aan de gestelde eisen.
PLANNING
De invoering van TITAAN fase 2/3 is ingebed
in een totaalplanning, die verder gaat
dan het alleen maar invoeren van materieel.
Want in 2004 en 2005 zal de CIS organisatie
en werkwijze binnen het operationele domein
worden aangepast. Zoals bekend mag
zijn, worden met de invoering van TITAAN
de "oude" verbindingsbataljons (11, 41,
106 en 108) opgeheven en wordt een nieuw
101 CISbat opgericht. Daarnaast is een nieuwe
opleidingsgang TITAAN ontwikkeld bij
de School Verbindingsdienst. Ook worden
zogenaamde C2-ondersteunende (C2-ost)
elementen bij diverse gebruikende eenheden
ingevoerd. Voor het management & beheer
van TITAAN zal een CIS Control Centre
(CISCC) worden opgericht. Hierin zullen
overblijvende taken van het huidige CIS
Centre, het Comcen OpCo en het ECCMtrainingspeloton
worden opgenomen.
Loopbaansporen zijn verder uitgewerkt en
zullen de basis gaan vormen voor het personeel
van de Verbindingsdienst.
PROJECT MILSATCOM
Alhoewel geen direct deelproject van TI-
TAAN, is het project MilSatCom (projectuitvoering
door de DMKM) toch één van
de belangrijkste transmissiesystemen. Een
systeem dat, satelliet afhankelijk op elke locatie
is te gebruiken en gelet op de snelle
verplaatsingsritmes en onafhankelijkheid
van terreinomstandigheden als een primair
communicatiesysteem wordt beschouwd
voor de manoeuvre-eenheden. Hierdoor zal
o.a. de basis worden gevormd voor het uiteindelijk
verkrijgen van situational awareness.
Hiertoe moesten wel enige aanpassingen
plaatsvinden teneinde het
MilSatComsysteem geschikt te maken om te
kunnen gebruiken binnen TITAAN. Na
ruim een jaar van studie en beproevingen is
besloten, mede vanwege financiële redenen,
om de koppeling TITAAN-MilSatCom-terminal
te realiseren met een zogenaamde losse
backpack. In de losse backpack zit naast
de crypto-apparatuur ook een router, waarop
een basismodule kan worden aangesloten.
In totaal zullen 37 (32 voor de KL en 5 voor
de KLu) aan TITAAN aangepaste MilSat-
Com-terminals worden ingevoerd. De eerste
5 terminals zullen in de loop van september
2004 worden afgeleverd. In
november / begin december 2004 zullen de
volgende 5 terminals volgen. De rest van de
terminals zal in de 1e helft van 2005 worden
uitgeleverd.
BASIS MODULE (BAM)
Zoals hierboven reeds aangegeven heeft de
PoC bewezen dat het fase 2/3 concept
werkt. Doordat de routingfaciliteiten reeds
in, dan wel nabij de terminal van het project
MilSatCom zijn opgenomen, is uiteindelijk
ook besloten de routingfaciliteiten bij de
overige transmissieprojecten van TITAAN
eveneens op te nemen bij het transmissiedeel
zelf (straalzender en het transmissiesysteem
voor het Remote Netwerk). Hierdoor
hoeft geen afzonderlijke Routingbox bij
elke BAM te worden ingedeeld. De BAM
bestaat uit 3 delen, te weten de server-installatie,
de kabels en de benodigde LANbackbone
en LAN-access boxen. Daarnaast
zal gefaseerd in 2004 en 2005, in 3 batches,
een aantal overige deelproducten worden ingevoerd.
Op basis hiervan zijn en worden de diverse
bestelopdrachten door het Matlogco uitgegeven.
Tegelijkertijd met de BAM zal het
C2-werkstation worden ingevoerd, waardoor
eenheden de beschikking krijgen over
de ISIS-producten GIS/ORBAT en het
Tactical Message Systeem (TMS) versie 3.0.
Door de indeling van de BAM's tot het bataljonsniveau
komen deze diensten ook ter
beschikking van de gebruikers op dit niveau.
Dit is ook het niveau waarop in de toekomst
de koppeling met het door het C2SC ontwikkelde
BMS zal gaan plaatsvinden. Voor
het optreden van 11 Luchtmobiele Brigade
zal een luchttransportabele versie van de
BAM worden ontwikkeld. De luchtmobiele
versie zal worden ondergebracht in een
Mercedes Benz softtop-uitvoering. De BAM
is in eigen KL-beheer ontwikkeld en gebouwd.
Dit laatste aspect wordt uitgevoerd
door het Centrum voor Techniek en Missieondersteuning.
De server-installaties zullen vanaf juni 2004
worden overgedragen aan de gebruiker, terwijl
de luchttransportabele versie is voorzien
om eind 1e kwartaal 2005 in te stromen.
STRAALZENDER
Straalzenders vormen naast de MilSatCom
terminals de belangrijkste communicatiemiddelen
voor het onderling koppelen van
BAM's. De huidige straalzendersystemen
binnen de KL en de KLu zijn sterk verouderd
en voldoen niet aan de eisen van TI-
TAAN. Derhalve is de behoefte gesteld aan
een nieuwe straalzender, die o.a. een bandbreedte
van minimaal 8 Mb zal moeten hebben.
Als gevolg van de herijking TITAAN, die
medio 2002 is uitgevoerd en het rapport van
de voorstudiefase van de DM in december
2002, is het noodzakelijk gebleken het project
straalzender van enkele nieuwe voorwaarden
te voorzien. De totale behoefte aan
nieuwe straalzenderinstallaties (voertuig
met shelter) bedraagt nu 80 stuks voor de
KL en 4 stuks voor de KLu. Van het KL aantal
zijn 22 stuks bestemd voor het CISBn
van 1(GE/NL)Corps en 54 stuks voor 101
CISbat. Daarnaast zullen 4 stuks (zonder
voertuig) ter beschikking komen voor de
School Verbindingsdienst. Van de 54 stuks
voor 101 CISbat zijn 39 stuks voorzien voor
inbouw in het MSVSN voertuig. Voor de
overige 15 is het Matlogco verzocht te bezien
of inbouw in een MB mogelijk is en kan
worden voorzien in een korte maar snel opzetbare
mast met een hoogte van maximaal
10 meter. Hierdoor kan het mogelijk worden
om manoeuvre-eenheden te velde met
een minimale installatietijd te voorzien van
meer bandbreedte.
De straalzender zal moeten kunnen werken
in Band 1 (225-400 MHz), Band III(+)
(1350-2960 MHz) en optioneel Band IV
(4400-5000 MHz).
De invoering van nieuwe straalzenderinstallaties
is voor eind 2005 en 2006 voorzien.
Na het afronden van de definitieve studiefase
(2e kwartaal 2004) zal er meer duidelijkheid
komen over het tijdschema.
REMOTE NETWERK
In de studie 23a is onderkend dat niet alleen
bij eenheden tot op bataljonsniveau, maar
ook bij kleinere eenheden specifieke databehoeftes
bestaan. De behoefte kan worden
ingevuld met behulp van een zeer kleine
LAN-omgeving voor maximaal 3-4 gebruikers.
Door dit mini LAN als remote netwerk
aan te sluiten op een BAM bestaat de mogelijkheid
tot dataoverdracht en telefonie.
Voor de remote netweken moet een transmissiesysteem
worden verworven met een
bandbreedte van minimaal 64 kb.
In het kader van het deelproject BAM zal
een aantal portable computers voor de remote
netwerken worden aangeschaft, die in
deze kleine LAN-omgeving dienst zullen
doen als server. Met behulp van een hub
kunnen dan 2-3 draagbare computers en een
aantal Voice over IP (VoIP) telefoons van
de eenheid worden aangesloten op deze portable
server. Op het serverwerkstation zal
ook de C2-werkstation applicatie beschikbaar
komen, alsmede het TMS 3.0.
Testopstelling van TITAAN servers.
16 INTERCOM 2004-1

De DM heeft een voorstudie uitgevoerd naar
het transmissiesysteem voor het remote netwerk.
Begin december 2003 heeft de Landmachtstaf
aangegeven in te stemmen met de
aanbevelingen van deze studie, zijnde toepassing
van tactische WLAN en ad hoc-netwerk
radio nader te onderzoeken. Daarnaast
sluit de Landmachtstaf niet uit dat de uiteindelijke
keuze zal leiden naar een mix van
transmissiemiddelen.
Gelet op de ontwikkelingen en de behoefte
van de gebruiker is het C2SC in een eerder
stadium reeds verzocht een nadere studie te
doen naar het gebruik van reeds aanwezige
civiele middelen, waarbij wordt gedacht aan
civiele satcom, met name voor gebruik als
transmissiemogelijkheid voor het remote
netwerk. Daarbij is het aspect beveiliging van
het transmissiesysteem van evident belang.
Aangezien het Matlogco momenteel met de
studiefase bezig is, valt er nog niets te zeggen
over een definitief tijdschema. Voor de
TITAAN planning wordt uitgegaan van invoer
in 2005.
VoIP testen
MANAGEMENT EN BEHEER
De basis voor het management en beheer
van TITAAN berust bij de gedachte "centraal
tenzij". Binnen een afgesloten domein
(eenheid, operatie) zal het management en
beheer van locale CIS veelal decentraal worden
uitgevoerd door aanwezige C2 Ondersteunende
Elementen. In principe zal het
Wide Area Netwerk (WAN) in alle gevallen
centraal vanuit het CISCC worden gemanaged
en beheerd. Indien de operationele
noodzaak daartoe aanleiding geeft, kan het
management en beheer van het WAN voor
een afgebakend domein te velde worden
uitgevoerd door een Mobiel CIS Control
Centre (MCCC). Hiertoe zijn 2 van deze
MCCCa opgenomen in de slagorde van 101
CISbat. Zoals bekend is 1 MCCC reeds opgenomen
bij het CISBn 1(GE/NL)Corps.
Het in te voeren management en beheer systeem
is een integraal systeem voor het technisch
beheren van CIS infrastructuur, het
plannen en op basis daarvan managen en
configureren van de CIS infrastructuur alsmede
voor het ondersteunen van het servicemanagement
en procesworkflow. Alle management-
en beheerfuncties zijn in principe
op ieder management en beheer werkstation
en op ieder niveau (lokaal, MCCC/CISCC)
beschikbaar zodat alle CIS middelen in principe
ook vanaf ieder management en beheer
werkstation kunnen worden gemanaged en
beheerd. In de praktijk wordt dit echter gekoppeld
aan het niveau waarop dit wordt uitgevoerd.
Uitgaande van het hierboven gestelde
zullen bijvoorbeeld de bevoegdheden
op het niveau van het C2 Ost Element worden
beperkt tot de lokale CIS (BAM, radionetten
etc.) en dan nog alleen voor zover
dit geen consequenties heeft voor, of van
invloed is op, andere (onderdelen) van de
CIS omgeving. Zo zullen bijvoorbeeld beheerders
van LAN's wel in staat zijn om decentraal
gebruikersaccounts te (de)activeren,
wachtwoorden te resetten enz., maar
zal het aanmaken van gebruikersaccounts
centraal moeten gebeuren omdat de consequenties
hiervan zich buiten het eigen netwerk
begeven (hierbij kan bijvoorbeeld worden
gedacht aan de consequenties voor wide
area services als mail en spraak). Overigens
zullen bevoegdheden waar mogelijk zo laag
mogelijk in de organisatie worden neergelegd.
In het kader van het management en beheer
worden binnen de management- en beheerorganisatie
de volgende functionarissen
(functies) onderkend:
- De S6 (staf) voor het functioneel afstemmen
en managen van de CIS ondersteuning
(CIS dienstverlening) op het
commandovoeringsproces.
- De Stoff CIS Ops / Stoo CIS Ops (staf)
voor het leveren van (technische) ondersteuning
bij het afstemmen en managen
van de CIS ondersteuning
- De Networkmanager (C2 Ost Elm) voor
het technisch beheren van lokale LAN's
(BAM) en het leveren van helpdeskondersteuning
- De Incidentmanager (C2 Ost Elm) voor
het oplossen van incidenten en het bij gebruikers
op locatie leveren van gebruikersondersteuning
- De Mdw Local Support & Installation
(C2 Ost Elm) voor het onderling aansluiten
van CIS componenten en het uitvoeren
van (eenvoudige) ondersteuningswerkzaamheden
- De Netwerkbeheerder (CISCC/
MCCC) voor het op 24/7 basis beheren
van het Wide Area Netwerk
- De Mdw Helpdesk (CISCC) voor het op
24/7 basis leveren van hogere lijns ondersteuning
bij het oplossen van (netwerk)problemen
die op lager niveau niet
kunnen worden opgelost
- Diverse op specifieke technologieën gerichte
"specialisten" (CISCC) voor het
uitvoeren van probleemonderzoek, het
(pre)configureren van systemen, het invoeren
van nieuwe releases enz.
De management- en beheerfuncties worden
deels als apart systeem en deels als onderdeel
van de overige TITAAN modules gerealiseerd.
Het management en beheer systeem
wordt, zoals dit ook het geval is voor de overige
delen van TITAAN, evolutionair ontwikkeld.
De verwachting is dat niet alle zeer
specifieke management- en beheerfuncties
bij aflevering al geïmplementeerd zullen zijn;
alle basale functies zullen uiteraard wel volledig
beschikbaar zijn.
BEVEILIGING
TITAAN zal spraak en datavoorziening leveren
tot en met het rubriceringniveau MIS-
SION/NATO SECRET. Het oorspronkelijke
ambitieniveau was het realiseren van een
systeem op basis van het Multi Level Security
(MLS) concept; een systeem waarbij de
verschillende rubriceringniveaus op één netwerk
kunnen worden ondergebracht en de
gebruiker op basis van de aan hem toegekende
rechten toegang krijgt tot de infor-
INTERCOM 2004-1
17

matie. Begin 2003 heeft de Beveiligingsautoriteit
(BA) echter aangegeven dat er
vooralsnog geen producten op de markt waren,
dan wel zouden komen, die voldoen aan
de beveiligingseisen. Consequentie van het
verlaten van dit MLS-Concept is dat er separate
netwerken voor de verschillende rubriceringniveaus
moeten worden uitgerold,
het zogenaamde "System High" concept.
De scheiding tussen deze netwerken kan
worden gerealiseerd door gebruik te maken
van separate infrastructuur (aparte kabels
enz.) of door toepassing van het zogenaamde
"tunneling-principe". Door toepassing
van IP-encryptie kan over een netwerk
informatie met een ander
rubriceringniveau worden getransporteerd.
Hierdoor kan gebruik worden gemaakt van
één infrastructuur voor verschillende rubriceringniveaus.
Echter, geautomatiseerde
uitwisseling van informatie tussen de verschillende
niveaus is niet mogelijk. Als basis
voor dit principe wordt gebruik gemaakt van
de TCE-621 IP-encryptor van de firma Thales.
Uitgangspunt is dat er binnen TITAAN
maximaal twee rubriceringniveaus worden
ondersteund.
Op dit moment wordt onderzocht in hoeverre
beveiligde koppelingen kunnen worden
gerealiseerd met lager gerubriceerde
spraak en mail systemen. Naast het gebruik
van firewalls wordt in dit kader ook gekeken
naar geavanceerde Intrusion Detection Systemen
(IDS).
Naast alle technische maatregelen die worden
geïmplementeerd binnen TITAAN is er
uiteraard nog een groot aantal fysieke, procedurele
en personele maatregelen. Deze
worden d.m.v. een CRAMM-analyse in kaart
gebracht.
Beveiliging maakt deel uit van de diverse
deelprojecten van TITAAN en zal derhalve
gedurende de komende jaren integraal deel
uitmaken van de invoering.
REORGANISATIES
Bij het opstellen van een concept Realisatie
Memorandum (cRM) worden onder meer
de volgende producten aangeleverd: rompdocument,
plan OTAS, orgaanbeschrijvingen,
functiebeschrijvingen, formatieoverzicht,
waarin opgenomen de waarderingen
van de functies (DP&O/ORG is verantwoordelijk)
en een overzicht functievergelijking
(DP&O/ORG/HKL verantwoordelijkheid).
Nadat de BLS zijn besluit in tweede termijn
heeft genomen verliest het cRM de status
"concept". Het RM wordt als "concept RealisatieRegeling"
(cRR) uitgegeven en de reorganisatie
vindt daadwerkelijk plaats door
het uitvoeren van de daarin opgenomen actiepunten.
Zodra de realisatie is afgerond
wordt de RealisatieRegeling uitgegeven, als
basisdocument voor de evaluatie van het legerplan
één jaar na operationeelstelling van
de eenheid.
Status van de diverse legerplannen:
- 1317: Reorganisatie 11 Lucht Mobiele
Brigade (11 LMB) en KCT
Het legerplan is in 1e en 2e termijn goedgekeurd
door de BLS. De realisatiefase is
inmiddels gestart. Gepland is dat personeel
en materieel in april 2004 beschikbaar
komen. Datum Begin Geldigheid
Eenheid (DBGE) is 1 april 2004.
- 1321: Oprichten CIS Control Centre(CISCC)
Het legerplan is in 1e termijn goedgekeurd
door de BLS. Het BGMC heeft ingestemd
met het legerplan, zodat de overlegperiode
(6 weken) ingekort kan
worden, waardoor de realisatie iets eerder
kan starten dan gepland. DBGE voor
het CISCC is 1 april 2004, terwijl tegelijkertijd
het CIS Centre ophoudt te bestaan.
Volgens planning moet het CISCC vanaf
1 april 2004 operationeel beperkt (gedurende
de daguren) kunnen functioneren.
Uiterlijk 1 november 2004 moet het
CISCC volledig operationeel zijn.
In de periode tot 1 april 2004 zal een kleine
kerngroep van het CISCC, vooruitlopend
op operationeelstelling bij het CIS
Centre, de gedachte werkwijze van het
CISCC gaan beschrijven.
Uiterlijk 1 november 2004 moeten het
ECCM trpel en Comcen OpCo zijn opgeheven.
- 1324: Reorganisatie 43 Mechbrig
Het legerplan is bijna gereed om aange-
Materieel
Basis Module KL
Basis Module KLu
Basis Module (luchttransportabel)
Basis Module Race 5/6
2004
2005
2006
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
MilSatcom
Straalzender
"Remote netwerk"
Mgm & Beh
Beveiliging
Reorganisaties
Lrp 1317: 11 LMB en KCT
Lrp 1321: CISCC
Lrp 1324: 43 Mechbrig
Lrp 1365: st 101 CISbat + Acie
Lrp 1366: 101 CISbat/B-cie
Lrp 1367: 101 CISbat/C-cie
Lrp 1322: 13 Mechbrig
Lrp 1319: CSC
Lrp 1320: DLC
Lrp 1323: 41Mechbrig
Algemeen overzicht planning TITAAN
18 INTERCOM 2004-1

oden te kunnen worden aan het CT-
HKL (Coördinatieteam). Dit is het voorportaal
voor besluitvorming 1e termijn
BLS. Als het BGMC snel instemt met het
legerplan, kan ook hier de overlegtermijn
worden bekort zodat 43 Mechbrig tijdig
gereorganiseerd kan worden. DBGE is
gepland op 1 juli 2004.
- 1365: Oprichten Stafstvzgcie - 101 CISbat
en A-Cie en het opheffen van Ststcie
- 11 Vbdbat, 114 MTSpel, 121 Rvbdcie,
135 Vbdostcie en 1/3 deel van 107 Rdcie
Het legerplan is in 1e en 2e termijn goedgekeurd
door de BLS. De realisatiefase is
inmiddels gestart. Gepland is dat personeel
en materieel vanaf februari 2004 beschikbaar
komen. DBGE voor 101 CISbat
is 1 april 2004, Datum Einde
Geldigheid Eenheid (DEGE) voor de op
te heffen eenheden is 1 februari 2004.
- 1366: Oprichten B-Cie 101 CISbat en
het opheffen van 115 Divvbdbedcie, 120
Rayonvbdcie en 1/3 deel van 107 Rdcie
Dit legerplan is net opgestart, maar zal
erg snel afgerond kunnen worden. Naar
verwachting zal het in maart 2004 kunnen
worden aangeboden aan het
CT-HKL. DBGE voor de B-Cie is 1 juli
2004, terwijl de DEGE voor de op te
heffen eenheden is vastgesteld op 1 oktober
2004.
- 1367: Oprichten C-Cie 101 CISbat en
het opheffen van Ststcie - 106 Vbdbat,
119 Divvbdbedcie, 130 Rayonvbcie en
restant 107 Rdcie
Dit legerplan zal in 2005 worden uitgewerkt.
De realisatie is gepland in de 2e
helft van 2005.
- 1322: Reorganisatie 13 Mechbrig
Dit legerplan zal in het 2e kwartaal van
2004 worden uitgewerkt, waarna de realisatie
in het laatste kwartaal van 2004
kan starten.
- 1323: Reorganisatie 41 Mechbrig
Dit legerplan zal eind 2004 worden uitgewerkt.
Afhankelijk van de dan bekende
situatie over het tijdschema opheffen
41 Mechbrig zullen delen van de brigade
worden gereorganiseerd. De realisatiefase
moet 2e kwartaal 2005 aanvangen.
- 1319: Reorganisatie CSC
Dit legerplan zal zomer 2004 worden uitgewerkt,
waarna de realisatie in het 1e
kwartaal van 2005 kan starten.
- 1320: Reorganisatie DLC
Dit legerplan zal medio 2004 worden uitgewerkt,
waarna de realisatie begin 2005
kan starten.
OPLEIDINGEN
De invoering van een geavanceerd systeem
als TITAAN alsmede veranderingen in
operationeel optreden en werkwijzen hebben
gevolgen voor de benodigde kennis en
kundigheid van het CIS-personeel. Als gevolg
hiervan worden de opleiding en training
van al het betrokken personeel aangepast.
Voor nieuw personeel is hiervoor een
compleet nieuw competentiegericht opleidingstraject
ontwikkeld. Het bestaand personeel
zal met behulp van om- en bijscholingen
geschikt worden gemaakt. Hiertoe is
medio 2003 een opleidingsmatrix TITAAN
opgesteld en door de Landmachtstaf uitgegeven.
Om het huidige personeel van de verbindingsdienst
geschikt te maken voor een functie
binnen TITAAN is bepaald welke kennis
en kundigheid de functionaris minimaal
moet bezitten om de functie te kunnen vervullen.
De om- en bijscholingscursussen zijn
gestart op 1 december 2003. Per functionaris
wordt een individueel opleidingspakket
aangeboden. Hierdoor volgt de functionaris
alleen die opleidingen die kennis
toevoegen welke noodzakelijk is om de functie
te vervullen.
De eerste pilot opleiding KMS VTO is oktober
2003 gestart op de School Verbindingsdienst.
De onderofficieren worden opgeleid
voor een startfunctie binnen TITAAN
bij 101 CISbat, CISBn 1(GE/NL)Corps of
een functie bij de C2 Ost groepen. Tijdens
de KMS VTO wordt een brede basis gelegd
van zowel IT- als Communicatiekennis.
Zodra bekend is welke startfunctie de onderofficier
wordt toegewezen, vindt een verdieping
plaats voor die specifieke kennis.
De KMA VTO opleiding is vastgesteld en
zal ongeveer 26 tot 28 weken gaan duren.
De officier zal worden opgeleid voor zijn
startfunctie (PC bij 101 CISbat en CISBn
1(GE/NL)Corps). Tevens zal kennis worden
aangereikt die de officier geschikt maken
om een Hoofd Sie S6 functie op bataljonsniveau
tijdens een operatie te kunnen
ondersteunen. Enkele essentiële onderdelen
uit deze opleiding zijn:
- De mogelijkheden en beperkingen van de
beschikbare WAN-middelen;
- CCNA (Cisco Certified Networking Associate)
modules 1, 2, 3, 4;
- Fundamentals of Network security;
- CIS planning.
Voor de manschappen is een competentiegerichte
opleiding ontwikkeld voor zowel
het COMMS personeel als de Medewerker
Local support & Installation. Per 1 januari
2004 worden alleen nog maar TITAAN opleidingen
verzorgd en wordt, indien de functionaris
niet bij een TITAAN eenheid wordt
geplaatst, de specifieke ZODIAC kennis
aangeleerd bij de eenheden (training on the
job).
In het kader van HerInrichting Opleiding
en Training (H2IOT) zal de opleidingsduur
van de manschappen in de toekomst nog
maar 180 kalenderdagen zijn, dit is inclusief
120 kalenderdagen AMO. De startfunctie
voor soldaten is een chauffeursfunctie. Na
de AMO en rijopleiding is er nog maar zeer
weinig tijd beschikbaar voor opleidingen op
het OCEde. Hierdoor zullen veel opleidingen
plaatsvinden bij de eenheden. Op dit
moment vinden besprekingen plaats tussen
vertegenwoordigers van het OpCo en het
OCEde over welke delen van de opleiding
waar gegeven gaan worden.
Ook de officieren en de onderofficieren zullen
tijdens hun functievervulling opleidingen
moeten volgen zowel op het OC als bij
de eenheid. Bij de eenheden zijn zeer erva-
INTERCOM 2004-1
19

en functionarissen aanwezig om voor een
goede begeleiding van deze militairen te zorgen.
Door de firma LOGICA/CMG wordt op
dit moment een TITAAN-trainer gebouwd,
waarmee een volledige TITAAN omgeving
kan worden gesimuleerd. Door middel ven
deze trainer is het mogelijk een deel van het
personeel van een C2 ondersteunende groep
of -element te trainen door het nabootsen
van verstoringen in het netwerk en hoe hierop
te reageren.
PERSONEEL
Enkele maanden geleden is door DP&O een
concept algemeen loopbaanbeleid opgesteld.
Met dit algemene loopbaanbeleid als
uitgangspunt is door de PO TITAAN loopbaanbeleidgeschreven
voor de officieren en
onderofficieren verbindingsdienst. Na bestudering
door de bonden van het concept
algemeen loopbaanbeleid zijn zij niet akkoord
gegaan met een aantal onderwerpen
uit dit concept. Vooral het onderwerp excellerend
functioneren met daaraan gekoppeld
de versnelde doorstroom naar de rang
van majoor en sergeant-majoor is een discussiepunt.
Momenteel vinden onderhandelingen
plaats met de bonden om
overeenstemming te vinden over het algemene
deel van het loopbaanbeleid. Hierna
zal bekeken moeten worden of het loopbaanbeleid
voor de verbindingsdienst moet
worden aangepast.
Het huidige personeel van de verbindingsdienst
heeft reeds een lange of korte ervaring
binnen het Wapen, maar toch is het niet
mogelijk om te voldoen aan de ervaringsei-
”VERBINDINGSDIENST” WINT MET TITAAN DE NCW AWARD 2004.
Tijdens een symposium over Network Centric
Warfare in Washington D.C. heeft de Koninklijke
Landmacht een belangrijke prijs in
ontvangst mogen nemen. Het Amerikaanse
Institute for Defence and Government Advancement
loofde in vier categorieën een prijs
uit, waarvan één voor het beste NCW-programma
of initiatief van een coalitiepartner.
De Koninklijke Landmacht had in deze categorie
het programma TITAAN, het nieuwe
mobiele communicatienetwerk voor land- en
luchtmacht, voorgedragen, waarbij ook de
vernieuwende manier van projectvoering bij
het C2SC in Ede werd aangegeven. Nadat een
zeer professionele jury zich over de kandidaten
had gebogen, wist de KL diverse andere
genomineerden achter zich te laten, Zweedse
en Noorse initiatieven kregen een eervolle
vermelding. Michael Levenberg, directeur van
IDGA, stelde in zijn introductie bij de prijsuitreiking
dat de winnaars de absolute koplopers
in hun diverse categorieën zijn en dat zij
zonder twijfel een standaard zetten voor de verdere implementatie
van het gedachtegoed rond NCW in de krijgsmachten van de
coalitie.
Luitenant-kolonel Ivo de Jong, plaatsvervangend commandant
van het C2SC, nam de prijs tijdens een groots diner in ontvangst
uit handen van John Garstka, de grondlegger van de NCW-gedachte.
In zijn dankwoord benadrukte de Jong dat de prestatie
om TITAAN in 18 maanden van idee tot implementatie in Kabul
te brengen een inspanning van velen in de KL is geweest en
dat ook de rol van de industrie niet onvermeld mocht blijven.
De jury kende awards toe in de volgende categorieën:
Most innovative US Government Program/Initiative
Winnaar: Blue Force Tracking, PM FBCB2, US Army
Eervolle vermelding: Horizontal Fusion, OASD
Eervolle vermelding: Hairy Buffalo Program, NAVAIR
Best Contributions to the Development of Netword Centric
Warfare Theory
Winnaar: Dr. David S. Albregts
Eervolle vermelding: Using Architectures for Research Development
and Acquisition, ASN (RDA) Architecture Team
Eervolle vermelding: Future Combat Systems Command & Control,
DARPA, IXO
Outstanding Achievement from the Defense
Industry
Winnaar: Network Centric Collaborative
Targeting, L-3 Communications, ComCept
Division
Eervolle vermelding: Tactical Targeting
Network Technolofy, Rockwell Collins
Eervolle vermelding: High-Data Rate Wireless
Networking Technologies, L-3 Communications-Communications
Systems
West
Best Network Centric Warfare Program/Initiative
from a Coalition Partner
Winnaar: TITAAN, Royal Netherlands Army
Command and Control Support Centre
Eervolle vermelding: Common Operating
Decision System, Norwegian Battle Lab &
Experimentation
Eervolle vermelding: NBD Strategy Programme,
Swedish Armed Forces Strategic Plans & Policy Directorate
Tijdens een feestelijke bijeenkomst bij het C2SC op maandag 26
januari bracht kolonel Geerlof Kanis, C-C2SC, zijn felicitaties
over op al het personeel van het C2SC. Hij ging in een korte toespraak
in op het belang van deze mooie prijs voor de KL in het
algemeen en voor het C2SC in het bijzonder. Verder kondigde
hij het voornemen aan om ook volgend jaar weer aan dit initiatief
deel te nemen en met één van de overige C2SC-projecten deze
uitdaging aan te gaan.
Het C2SC was gevraagd om een bijdrage aan dit NCW symposium
te leveren. Luitenant-kolonel Jaap de Feiter verzorgde presentaties
over het nieuwe C2 Workstation / ISIS3.0 (inclusief demonstratie)
en over TITAAN. Luitenant-kolonel Ivo de Jong
verzorgde een presentatie over de organisatie en werkwijze van
het C2 Support Centre en de huidige (-en toekomstige) producten
en ontwikkelingen. De UK en NL waren de enige coalitiepartners
van de US die in de gelegenheid werden gesteld om
actief een bijdrage aan dit symposium te leveren. Ook dit is een
aanwijzing dat we als KL zeker internationaal worden gewaardeerd
voor onze hoogwaardige commandovoeringondersteunende
systemen en voor al onze KL ontwikkelingen rond Network
Centric Warfare.
20 INTERCOM 2004-1

sen die worden gesteld in de functiebeschrijvingen
van de TITAAN functies. Gedurende
de periode wanneer het overgangsbeleid
van kracht is (dit is een periode
van 7 tot 10 jaar) dient rekening gehouden
te worden met reeds eerder of elders verworven
competenties (EVC). In deze EVCprocedure
worden de competenties (kennis,
vaardigheden, houdingen en inzicht) van
een individu, die op informele wijze (lees
buiten het klaslokaal) en de formele wijze
d.m.v. carrière(cursussen) is verkregen vergeleken
met de ervaringseisen die zijn gesteld
in de functiebeschrijving van de TI-
TAAN functies. De mate van om- en
bijscholing is vastgelegd in de om- en bijscholingsmatrix
TITAAN. Bij het vaststellen
van het opleidingspakket dient per individu
rekening gehouden te worden met de
EVC. Tevens zal hierin worden omschreven
hoe het personeel, van een ander wapen of
dienstvak dan de verbindingsdienst, van de
huidige CIS beheerorganisatie zal worden
meegenomen binnen TITAAN.
TOEKOMST
Nu fase 2/3 op het punt staat te worden ingevoerd,
moet ook worden gekeken naar de
uitbreiding van TITAAN voor 1
(GE/NL)Corps, alsmede een aanpassing
van fase 1 naar de architectuur van fase 2/3.
Voorzien is dat dit begin 2006 uitgevoerd
zal gaan worden.
Dat TITAAN een goede indruk heeft gemaakt
op de defensiestaf, moge blijken uit
het feit dat voor het landoptreden van defensie
dit systeem de basis vormt. Zo ziet het
er ook naar uit dat de vervanging van het
CIS voor het Compatriot-systeem van de
KLu ook TITAAN zal worden. Gelet op de
samenwerking van de KL en KLu in TI-
TAAN is onlangs ook het verzoek van de
KLu gekomen om te integreren in het
CISCC. Een betere paarse gedachtegang is
niet te vinden. Een gedachtegang die zeker
van toepassing is op het project SAMSOM,
dat vanuit de Centrale Organisatie de basis
vormt voor de reorganisatie van defensie.
Een van de uitvoeringsmaatregelen betreft
HANDBOEK TITAAN
Op de intranet site van de Projectorganisatie TITAAN
kunt u de nieuwste versie vinden van het handboek
TITAAN. Het handboek is bedoeld als naslagwerk om op
eenvoudige wijze begrip te krijgen van TITAAN. Zo geeft
het aan wat TITAAN is en hoe het is opgebouwd. Verder
vindt u waarom het gemaakt is, wat je er mee kunt en hoe
het is geïntegreerd in de organisatie.
De bediening van de TITAAN componenten zelf valt
buiten het naslagwerk en is beschreven in instructiekaarten (IK'n) en technische handleidingen (TH'n).
Het handboek wordt via intranet met regelmaat geüpdate. Er vindt geen verzending van cd's of hardcopy
plaats.
de samenvoeging van CIS beheer bij de diverse
krijgsmachtdelen. Zo zal een Joint CIS
Groep (JCG) worden opgericht waarin in
eerste instantie het CISCC, de Luchtmacht
CIS Groep (LCG) en de CIS elementen van
het Marine Hoofdkwartier en Kustwachtcentrum
(MHKC) zullen worden opgenomen.
Dit artikel is tot stand gekomen met de
medewerking van de majoors J.H.H.M. Engelen,
E. Grol, adjudant L. de Goede en de heer K.
Verhoosel. Allen werkzaam bij de
projectorganisatie TITAAN
INTERCOM 2004-1
21