laatste nummer - Anton de Kom University of Suriname

ADEKUS
INFOBULLETIN
JAARGANG 13 NR. 3
OKTOBER 2011
PETFLESSEN RECYCLINGSPROJECT
OP AdeKUS
Forensische Wetenschap en
Geïntegreerde Moderne
Technologieën
Vraagstuk
kindermishandeling vereist
multidisciplinaire aanpak
Mangrovebossen
vs
Zeedijken
EEN UITGAVE VAN DE ANTON DE KOM UNIVERSITEIT VAN SURINAME

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
Foto: ESEM PRODUCTION
Jubilarissen Anton de Kom Universiteit van Suriname, juli 2011
KKF-beursgebouw, Paramaribo-SURINAME
COLOFON
AdeKUS Info Bulletin is een
kwartaaluitgave van de Anton de
Kom Universiteit van Suriname en
wordt uitgegeven door de afdeling
Public Relations.
REDACTIEADRES
Anton de Kom Universiteit van
Suriname (AdeKUS)
Leysweg 86, Postbus 9212
Paramaribo, Suriname
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
Vraagstuk kindermishandeling vereist
multidisciplinaire aanpak
Onderzoek recycle gedrag Surinamers
Management of water resources in North-West
Suriname
3
6
8
Telefoon: +597 465558
Fax: +597 494697
info@uvs.edu
http:/adekus.uvs.edu
Mangrovebossen vs Zeedijken
10
SAMENSTELLING EN
EINDREDACTIE
Public Relations department
Forensische Wetenschap en Geïntegreerde
Moderne Technologieën
13
SPECIALE DANK
VOOR DE BIJDRAGE
R. Nurmohamed, PhD.
Prof. dr. S. Naipal
dr. Max Huisden
GRAFISCHE VORMGEVING
ESEM Production
Caribbean Climate Modeling Initiative
Nieuws uit de Universiteitsbibliotheek (UB)
15
17
2
DRUK
Drukkerij Leo Victor
Personeelsvaria
AdeKUS
INFOBULLETIN
19

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
Vraagstuk kindermishandeling vereist
multidisciplinaire aanpak
Door: Filia Enser
Er zijn nog te veel kinderen in Suriname die
worden mishandeld. Kinderen die in armoede
leven lopen daartoe meer risico. Ouders kunnen
namelijk door de slechte woon- en leefomstandigheden
zodanig gestrest raken dat hun kinderen het gelag
moeten betalen. De laatste tijd is kindermishandeling
zo vaak in het nieuws geweest dat aanpak hiervan
dringend nodig is. De Anton de Kom Universiteit van
Suriname (AdeKUS) hield daarom op 12 mei 2011 een
symposium met als thema ‘ Het kan beter!Preventie en
aanpak van kindermishandeling in Suriname’.
Dit symposium is de start van een project dat is
gegroeid uit de aanstelling van professor Toby Graafsma
tot bijzonder hoogleraar klinische (kinder- en jeugd-)
psychologie aan het Institute for Graduate Studies and
Research (IGSR). Professor Graafsma benadrukt dat
kindermishandeling een zeer ernstig en ingewikkeld
probleem is dat een integrale en disciplinaire aanpak
behoeft. “Alles wat schending is van de kinderrechten,
behoort tot kindermishandeling”, beweert professor
Graafsma. De hoogleraar noemt onder andere als
voorbeelden seksueel misbruik en seksuele exploitatie,
lichamelijke mishandeling, emotionele mishandeling en
lichamelijke verwaarlozing.
Om het probleem van kindermishandeling integraal
aan te pakken zijn verschillende ministeries bij het
symposium betrokken. Maya Fokké -Manohar, jurist
en hoofd Bureau Vrouwen- en Kinderbeleid van
het ministerie van Justitie en Politie, zegt dat de
meeste vormen van geweld worden gepleegd door
vertrouwelingen of personen die bekend zijn bij de
kinderen. Opdat duidelijk is, wie tot een kind gerekend
wordt, volgt hierna een definitie.
Symposium:
“Het kan beter! Preventie en
aanpak van Kindermishandeling
in Suriname”
Het panel op het symposium over kindermishandeling.
in het gezin, de school en kindertehuizen. In de
onderwijswet, het penitentiair besluit en de noodwet
Kinderopvang dienen sancties te worden opgenomen
en andere maatregelen ter voorkoming van geweld
tegen kinderen”, zegt Fokké - Manohar. Aangezien er
allerlei uitspattingen plaatsvinden, is een integrale en
samenhangende aanpak van kindermishandeling nodig.
De universiteit levert met wetenschappelijk onderzoek
ook een bijdrage. Bovendien zijn de actoren zich ervan
bewust dat voor de juiste aanpak van deze vorm van
mishandeling de nationale wetgeving nog meer in lijn
moet worden gebracht met het VN-Kinderrechtenverdrag.
Volgens artikel 19 van dit verdrag zijn landen verplicht
om kindermishandeling effectief aan te pakken. Onder
meer spelen bij het vaststellen van kindermishandeling
artsen een belangrijke rol. Maar dan wordt gestuit op hun
geheimhoudingsplicht. Diepgaand onderzoek is daarom
nodig naar meldplicht en meldrecht van medici. Artsen
zullen hierover moeten nadenken en tot consensus komen.
Definitie kind
Ieder persoon die conform het VN-Kinderrechtenverdrag
de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.
Het Surinaams Burgerlijk Wetboek geeft aan voor
minderjarigen: eenieder die de leeftijd van 21 jaar nog
niet heeft bereikt, tenzij het kind eerder in het huwelijk
is getreden.-.
Wetgeving verdient aandacht
Volgens de jurist is er onvoldoende gedaan op
wetgevingsgebied. “Binnen onze wetgeving ontbreken
voldoende sancties betreffende geweld tegen kinderen
AdeKUS
INFOBULLETIN
Verontrustende Situatie
Bij de afdeling Jeugdzaken van het Korps Politie
Suriname zijn tussen 2005 en 2010 bijna 2.000 gevallen
van kindermishandeling geregistreerd. Volgens Titia
Forster, hoofd Jeugdzaken, ging het in 483 gevallen
om fysiek geweld, terwijl het bij de overige 1490
aanmeldingen seksuele mishandeling betrof. In 2008
waren er 98 meldingen van fysieke mishandeling en
323 gevallen van seksuele mishandeling, gaat de politieinspecteur
verder. Daarom geniet het verscherpen van
de voorlichting prioriteit voor Jeugdzaken. “Kinderen
moeten weerbaar worden gemaakt in het omgaan
met seksueel geweld en misdrijven, terwijl ouders
heropgevoed moeten worden omdat daar het probleem
3

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
begint”, stelt Forster. Van de verschillende vormen
van geweld houdt Jeugdzaken zich bezig met het
strafrechtelijk gedeelte. Om deze reden worden de
vormen van fysiek en seksueel geweld bijgehouden. Op
het moment dat de meldingen binnenkomen, wordt de
arts direct ingeschakeld, terwijl in nauw overleg met
het Openbaar Ministerie en het Bureau Slachtofferhulp
maatregelen worden getroffen. Forster benadrukt dat
het belang van het kind voorop staat. Sommigen zijn
er geen voorstander van dat kinderen uit hun veilige
omgeving (thuis) worden gehaald. “Maar”, zegt het
hoofd van Jeugdzaken, “bij levensbedreigende situaties
worden de kinderen wel in een andere omgeving
geplaatst.”
Kinderpsychologe Lillian Ferrier die inging op de gevolgen van
kindermishandeling.
relevante, functionele en bereidwillige krachten is nodig
om zoete vruchten te kunnen plukken.
Kindermishandeling serieus
maatschappelijk vraagstuk
De openingslezing op het symposium werd verzorgd
door klinisch en ontwikkelingspsycholoog Lilian Ferrier,
die een situatieanalyse heeft gegeven over kinderen
in Suriname. Ferrier houdt zich al langer dan twintig
jaar bezig met problemen rondom kindermishandeling.
Volgens de psycholoog is de situatie voor kinderen er
door de jaren heen niet beter op geworden, maar is deze
juist zeer ernstig. Ze ging in op verschillende aspecten.
Een daarvan is kindermishandeling wat een serieus
maatschappelijk vraagstuk is dat levenslange gevolgen
kan hebben in de vorm van trauma’s en psychische
schade. Ferrier vindt dat kinderen te gemakkelijk aan de
zorg van derden worden overgelaten, met alle gevolgen
van dien. In de regio telt Suriname na Haïti en Guyana
het hoogste aantal kindermishandelingen. Een ander
aspect was dat het sterftecijfer onder kinderen beneden de
vijf jaar in Suriname het hoogst is. Verkeersongelukken,
zelfmoord, verdrinking en verstikking zijn de meest
voorkomende doodsoorzaken onder kinderen van nul
tot achttien jaar. Verder heeft ze ook aandacht gevraagd
voor het niet uit het oog te verliezen probleem van
tienerzwangerschappen en het zittenblijversvraagstuk op
vooral de basisschool.
Bundeling van vereende krachten
belangrijk
Minister Celsius Waterberg van Volksgezondheid
alsook zijn collega’s Alice Amafo (Sociale Zaken
en Volkshuisvesting) en Paul Abena (Sport- en
Jeugdzaken) waren ook te gast op het symposium.
Volgens minister Waterberg moet de samenleving
worden getraind om excessen van kindermishandeling
tot een minimum te beperken en zelfs uit te bannen.
Vaak wordt alleen de kant van de ouders belicht, maar
ook kinderen hebben rechten en plichten. Eerder dit jaar
hield de psycholoog Lilian Ferrier een presentatie voor
hoogwaardigheidsbekleders. Daarop aansluitend kwam
minister Abena tot de conclusie dat het totaalbeeld van
hoe kinderen worden bejegend, vrij somber is. Volgens
hem zal het kind van buiten uitstralen wat het niet van
binnen heeft gekregen. Ook minister Amafo, die kort
het woord voerde, merkte op dat het leven van kinderen
in Suriname beter zal worden gemaakt. Bundeling van
4
AdeKUS
INFOBULLETIN
Maya Fokke-Manohar, jurist en Hoofd Bureau Vrouwen-en Kinderbeleid
van het Ministerie van Justitie het Politie.
Surinamers moeten volgens haar ervan afstappen
om geweld te tolereren. Vaak hoor je: ‘Ik ben flink
geslagen, maar ben toch een man geworden.’ Wat zou

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
die man geworden zijn als hij niet was geslagen, vraagt
de psycholoog zich af. Ouders staan vaak niet stil bij de
gevolgen voor kinderen als die worden getimmerd. Om de
problemen te kunnen aanpakken, pleit Ferrier al jaren voor
het opnemen van psychologische zorg in het ziekenfonds,
omdat kinderen volgens haar ontzettend veel geweld
meemaken. ‘Vooral seropositieve kinderen worden continu
gediscrimineerd’, merkt de psycholoog op.
Centrum voor kindermishandeling
Volgens Celsius Vieira, hoofd Medisch Opvoedkundig
Bureau (MOB), is kindermishandeling vaak lastig
meetbaar. Er moet nog heel veel in kaart worden
gebracht. Hij wijst op het belang van samenwerken
met instituten die al actief zijn op dit gebied. Hij
adviseert een meldpunt kindermishandeling en
een multidisciplinair centrum kindermishandeling
(MCK) in te stellen. Belangrijk hierbij is dat het
kind centraal staat en dat wordt samengewerkt met
instanties en deskundigen die actief zijn op dit gebied.
Als overweging gaf hij mee dat het MOB, dat sinds
1952 bestaat en werkt met kinderen die leer- en
gedragsproblemen hebben, wellicht kan dienen als
MCK. De artsen Rita Morpurgo en Arti Hoeblal hielden
verschillende situaties voor die betrekking hadden op
kindermishandeling bij vooral baby’s. Behalve lokale
waren er ook inleiders uit het buitenland. Na een pittige
discussie werd het symposium afgesloten door first lady
Ingrid Bouterse.
De minister van Volksgezondheid, Celcius Waterberg, die de
openingsspeech verzorgde op het symposium.
De minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting, Alice Amafo,
hield eveneens een openingstoespraak op het symposium.
Professor Graafsma, een van de inleiders op het symposium.
Een deel van het goed opgekomen publiek op het symposium over kindermishandeling.
AdeKUS
INFOBULLETIN
5

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
Onderzoek recycle gedrag Surinamers
Door: Noël Filemon
Nadelige gevolgen van het verbranden
van plastic
Plastic heeft zich ontwikkeld tot een van de meest populaire
materialen in de wereld, doordat plastic een aantal
gewilde kwaliteiten bezit zoals de enorme kracht, het
lichte gewicht en de makkelijke verwerking en veelzijdigheid.
Jammer genoeg wordt een van de belangrijke kenmerken
van plastic niet ten volle benut; namelijk het feit
dat het te hergebruiken is. Integendeel wordt dit gegeven
vaak genegeerd en wordt plastic in het milieu gedumpt
of verbrand. Bij het verbranden van plastic komen giftige
stoffen vrij. Dioxine is een van de stoffen die vrijkomt
wanneer plastic verbrand wordt.
Dr. Max Huisden is docent op de Faculteit der Technologische
Wetenschappen en de Faculteit der Medische
Wetenschappen en geeft tevens leiding aan een aantal
studenten die aan het onderzoek naar recyclegdrag meehelpen.
Hij legt uit wat de schadelijke gevolgen zijn van
het verbranden van plastic. Huisden: “Vele mensen nemen
het initiatief om de PET-flessen te verbranden; dit is misschien
een efficiënte manier om het teniet te doen, maar
hierdoor worden er gifstoffen in het milieu gebracht.” De
gifstofdioxine die bij het verbranden vrijkomt, heeft als
eigenschap dat zij vet oplosbaar is. Huisden: “Pas na zeven
jaar kunnen de effecten van dioxine met de helft teruggebracht
worden in het lichaam. Dit betekent dat deze
stof in het vetweefsel van het lichaam wordt opgeslagen.
Gedurende zeven jaren lang wordt er telkens een klein
beetje dioxide in het lichaam vrijgegeven, hetgeen zeer
nare gevolgen heeft. Dioxine heeft onder andere invloed
op de libido. Verder is zij van invloed op de overdracht
van de moeder op de ongeboren vrucht.” Deze gifstof is
ook kankerverwekkend en wordt overgedragen op de
volgende generatie. Zij kan er de oorzaak van zijn dat de
hormoonhuishouding ontregelt raakt. Feit is dat plastic
niet verbrand moet worden en uit het milieu gehouden
moet worden.
6
Om het recyclen van plastic in Suriname te stimuleren heeft de
studierichting Milieuwetenschappen van de Anton de Kom Universiteit
het initiatief genomen om een studie te doen naar het recyclegedrag van
Surinamers. Dit onderzoek moet ertoe leiden dat Surinamers recycle minded
worden gemaakt. Het is van eminent belang dat er gerecycled wordt wegens
de milieuverontreiniging die vooral PET-flessen met zich meebrengen.
Behalve het feit dat PET-flessen voor de verontreiniging van het milieu
zorgen, kunnen ze de gezondheid van de mens ernstig schaden.
Bewustwordingscampagne
Bij het onderzoek is drie weken lang nagegaan wat het recyclegedrag
van Surinamers is. Voor het onderzoek is een deelpopulatie
gebruikt bestaande uit universiteitsstudenten alsook
staf en personeel van de Anton de Kom Universiteit. Speciaal
voor het onderzoek zijn er oranje recyclenetten op de campus
geplaatst, waarin de universiteitsgemeenschap haar PETflessen
kan dumpen. Nadat de drie weken om waren, is het
onderzoeksteam een periode van bewustwording ingegaan.
“Tijdens deze bewustwording zijn er voorlichtingsmeetings
gehouden met de studenten en het schoonmaakpersoneel”,
zegt Huisden.“We zijn ook in de media getreden om de gemeenschap
bewust te maken.” Om de boodschap kracht bij te
zetten is het onderzoeksteam op zoek gegaan naar sponsoren
om banieren te plaatsen. Zo zijn er onder andere affiches geplaatst
op de verschillende prikborden. De campagne is ook
via You Tube te volgen middels een infomercial. “We zijn actief
bezig om met campagnevoering de gewaarwording onder
de Surinamers wortel te laten schieten”, zegt Huisden.
AdeKUS
INFOBULLETIN
Dr. Huisden en een vertegenwoordiger van de stichting Samarja spreken FTeW-studenten toe
tijdens een voorlichtingsmeeting.

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
Foto: ESEM PRODUCTION
Foto: ESEM PRODUCTION
FTeW-studenten druk bezig met de codering van de oranje recyclenetten.
Leden van de stichting Samarja druk bezig met de voorbereiding van de oranje recyclenetten.
Besparing van energie
De voordelen van het recyclen van plastic zijn dat niet alleen
plastic uit het milieu gehouden wordt, maar ook de eventuele
gifstoffen die daarbij vrijkomen. De gezondheid van de
mens wordt hierdoor bevorderd. Ook wordt met het recyclen
van plastic energie bespaard. De reden is dat de energie
die nodig is om plasticartikelen te recyclen, 0,3% van de
energiewaarde vertegenwoordigt die nodig is om plastic te
vervaardigen uit de grondstof aardolie. “We gebruiken maar
0,3% van de energie die nodig zou zijn om nieuwe plasticproducten
te vervaardigen als we recyclen. Daarnaast besparen
we ook aardolie, aangezien 4 - 8% van alle aardolie op aarde
gaat naar de plasticfabricatie”, stelt Huisden.
De bedoeling is dat de resultaten van dit onderzoek
gepubliceerd worden. De data zullen verwerkt worden in
de vorm van statistische gegevens. Hieruit zal het onderzoeksteam
conclusies trekken en aanbevelingen doen. Dit
zal gebeuren in de vorm van een publicatie, die zowel de
gewone gemeenschap als de wetenschappelijke ten goede
zal komen. “Deze resultaten zouden eventueel gebruikt
kunnen worden om een landelijke campagne te voeren en
de boodschap wat kracht bij te zetten”, zegt Huisden.
Het onderzoek geschiedt in samenwerking met de stichting
Samarja, die het plastic recyclet.
Het belang van bewustwording voor
Surinamers
Huisden geeft aan dat dit onderzoek ertoe moet leiden dat
Surinamers recycle minded gemaakt worden. “Met dit onderzoek
moet er een conclusie getrokken worden met betrekking
tot het recyclegedrag van Surinamers, Hoe staan ze
ertegenover en hoe goed slaat de campagne aan Uiteindelijk
willen we bereiken dat de totale Surinaamse bevolking en
misschien zelfs de wereldpopulatie op het belang van recyclen
gewezen wordt.” Huisden onderbouwt dit door te stellen
dat ons milieu, en met name het Surinaamse milieu, zodanig
is ingericht dat wij een van de laatste maagdelijke bossen
in de wereld hebben. “Het gaat om 150.000 km 2 regenwoud
waarvan onze bevolking slechts 0,4% van ons landoppervlak
bezet. Het overgrote deel, te weten 90 - 95% van ons landoppervlak,
bestaat uit maagdelijk bos. Dit bos is verantwoordelijk
voor de productie van zuurstof. En deze zuurstof komt
de hele wereldbevolking ten goede. Zonder deze zuurstof is
het een verloren zaak op deze aarde. Daarom is het belangrijk
dat wij als Surinamers er ons van bewust zijn dat het in
stand houden van ons regenwoud heel erg belangrijk is.”
AdeKUS
INFOBULLETIN
De plaatsing van de oranje recyclenetten op strategische plekken binnen de Campus.
7

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
(2009-2011)
Project: Management of water resources in north-west Suriname under climate change conditions
Granted: Anton de Kom University of Suriname | 1 Oct. 2009 - Oct. 2011 | Contact: IFS-AdeKUS W/4J53-1
Funding: IFS
Contact address: AdeKUS, faculty of Technology, Department Infrastructure, Building 16, Leysweg, POB 9212, Suriname, Ph.: 597-465558 ext. 351 F: 597-495005 E: ftew-infra@uvs.edu
Het district Nickerie in West-Suriname is de grootste
producent van rijst, die bedoeld is voor zowel de lokale
als de internationale markt. Hoge standaarden moeten
de kwaliteit van de rijstproducten garanderen. Voldoende
zoetwater speelt hierbij een belangrijke rol. Recente
studies en veldervaringen hebben reeds aangetoond dat
onvoldoende of het niet op tijd beschikbaar zijn van irrigatiewater
door bijvoorbeeld slecht beheer en klimaatverandering,
de rijstproductie schade toebrengt. Het is
nodig om ook wetenschappelijk gebaseerde oplossingen
te ontwikkelen om de watervoorziening c.q. het waterbeheer
voor het district Nickerie op langere termijn vast
te kunnen stellen.
De International Foundation for Science (IFS) keurde
in juni 2009 voor het eerst een onderzoeksproject van
de Anton de Kom Universiteit van Suriname goed. Het
project draagt als titel “Management of water resources
in north-west Suriname under climate change conditions”
en wordt als postdocstudie uitgevoerd door R.
Nurmohamed, Ph.D van de Faculteit der Technologische
Wetenschappen, studierichting Infrastructuur.
Het doel van dit project is: “To develop water resources
management strategies by 2050 for sufficient drinking
water supply in urban and rural areas, and sufficient irrigation
water supply in the agriculture areas in district
Nickerie (Suriname) by 2050”.
De subdoelen zijn:
• “to estimate the quantity of surface water resources
(rivers, swamps and other resources) and
the effects under climate change conditions by
2050 using field measurements, and hydrological
modelling and climate modelling techniques;
• to estimate the amount of groundwater resources
and the effects under climate change conditions
by 2050 using field measurements, and hydrological
modelling and climate modelling techniques;
• to analyze the quality of ground and surface water
resources (salt content);
• to develop water resources management strategies.”
Launch van het project op 4 maart 2010 bij het MCP-kantoor in Nw.Nickerie
Studiegebied district Nickerie in West-Suriname
8
AdeKUS
INFOBULLETIN

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
Na enige administratieve voorbereidingen is het project gestart
in oktober 2009. Dit project wordt ook financieel ondersteund
door het VLIR-AdeKUS-Project 4. De duur is twee
jaren en het geschatte budget is USD 50.000. Dit hoogstaand
wetenschappelijk onderzoeksproject wordt ondersteund
door onder andere MCP-Nickerie, de University of the West
Indies (promotor), de International Association of Hydrological
Sciences, de Vrije Universiteit Brussel (promotor)
en Global Water Partnership-Caribbean. In maart 2010 is
dit project gelaunched in het district Nickerie (Suriname)
en wel bij OW-MCP, waarbij vertegenwoordigers van de
rijstsector, Adron, OW-MCP, het districtcommissariaat, enkele
studenten en de pers aanwezig waren. De nodige data
voor dit onderzoek worden verkregen van onder andere de
Surinaamse Waterleiding Maatschappij, MCP-Nickerie, de
Meteorologische Dienst Suriname en de Waterloopkundige
Dienst Suriname.
Modelleren van grondwater-aquifers in Nickerie met het 3D-grondwatermodel
MODFLOW en bestuderen van het effect van zeespiegelstijging en overpompen.
In dit project zal ook worden gewerkt aan een GIS
water resources database van oppervlakte- en grondwatersystemen
voor Nickerie inclusief van relevante
water¬infrastructuren, bewustwording op het gebied van
zoetwaterbescherming, in het bijzonder voor de drinkwatervoorziening,
duurzaam beheer van watervoorraden in
Nickerie door workshops/training (lokaal), ontwikkeling
van watermanagement¬strategies voor zowel de irrigatie
als drinkwatervoorziening en kennisuitwisseling (zoals
gebruik modellen, data-analyse, gebruik meetinstrumenten)
met instituten in Nickerie.
Momenteel zijn de verschillende hydrologische en
bodemkundige meetinstrumenten en computers al aangeleverd,
de GIS-database is in ontwikkeling - veldmetingen,
GPS- en satelliettechnieken (SPOT-beelden van
10 meter resolutie) worden toegepast-, de MODFLOW,
PRECIS en WEAP-computermodellen zijn operationeel,
en de analyse van meteorologische en hydrologische data
is gestart. Binnenkort zullen veldmetingen starten op het
gebied van zoutwaterindringing, waterkwaliteit. Niet
alleen de eerste berekende resultaten zullen volgen maar
ook simulaties met de topwetenschappelijke computermodellen.
Dit onderzoek zal tenslotte ook mogelijkheden
bieden voor studenten van de MSc-opleiding in “Sustainable
Management of Natural Resources” om bijvoorbeeld
thesisonderzoek te doen en kennis te maken met
reële problemen, state-of-the-art-kennis en technologie.
De eerste publicaties van dit onderzoek zullen in 2011
verschijnen. De eerste fase van dit project zal in oktober
2011 worden opgeleverd.
Analyse van de invloed van klimaatverandering op de watervoorraden met een
hoge resolutie klimaatmodel PRECIS.
Modelleren van oppervlaktewatersystemen in het district Nickerie met het WEAPmodel
en bestuderen van veranderingen in klimaat en rijstproductie.
Voor meer informatie over dit project kunt u contact maken met de studierichting Infrastructuur | dhr. R. Nurmohamed Ph.D. | r.nurmohamed@uvs.edu | 465558 ext 351.
Dhr R. Nurmohamed is docent en onderzoeker en reeds enkele jaren richtingscoördinator van de studierichting Infrastructuur, en opleidingscoördinator van de BScprogramma’s
Bouwkunde, Civiele Techniek, Land en Waterbeheersing, Landinformatiemanagement en -planning, en van de MSc¬opleiding in Sustainable Management of
Natural Resources.
Relevante websites:
IFS: www.ifs.se | MCP: www.owmcp.org | SWRIS: www.swris.org | VLIR-AdeKUS-Project 4: http://vlir-iuc.uvs.edu/index.php/infoperproject/project4
MSc in SMNR: http://vlir-iuc.uvs.edu/smnr/
AdeKUS
INFOBULLETIN
9

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
Mangrovebossen versus zeedijken
Door: Noël Filemon
Mangrovebossen hebben verschillende belangrijke functies. Ze beschermen het land tegen orkanen en
vloedgolven. Als natuurlijke filters bieden ze bescherming voor andere ecosystemen langs de kustlijn.
Ze vormen een onmisbare kraamkamer voor vis. De wortels, stammen en takken zorgen ervoor dat ze
zware stormen overleven en het land tegen orkanen en vloedgolven beschermen. Alhoewel wereldwijd
de roep toeneemt voor het behoud van deze natuurlijke zeewering, kiest Suriname er toch voor om een
13 km lange zeedijk te bouwen in het district Coronie. Ook in het district Commewijne is dat het geval.
De bouw van de zeedijk te Coronie, die het binnendringende zeewater moet tegenhouden, is in maart
2008 van start gegaan. De kosten voor de bouw van deze dijk zijn geraamd op 45 miljoen euro. De vraag
die gesteld kan worden, is: hebben wij als land er goed aan gedaan om zo’n dure investering te plegen
Hadden wij niet kunnen kiezen voor behoud en mogelijk ook uitbreiding van onze mangrovebossen
Verstoring natuurlijke processen
De Anton de Kom Universiteit van Suriname is in
2010 van start gegaan met een pilotproject waarbij
mangroven worden geplant langs de Coroniaanse
kustlijn. Met dit project wordt beoogd om onder andere
de negatieve gevolgen van de zeespiegelstijging
te minimaliseren. Volgens de projectcoördinator, dr.
Sieuwnath Naipal, hebben studies aangetoond dat
wanneer menselijke activiteit langs de kust toeneemt,
de negatieve gevolgen daarvan zichtbaar worden. Dit
leidt onder meer tot verstoring van het hydrologisch
proces. Kreken en andere natuurlijke stromingen die
door de mangrovebossen lopen in de richting van de
zee en of riviermonding (de estuariene zone), worden
door de aanleg van landbouwgronden, inpoldering
en andere economische activiteiten als het ware
afgesneden. Het gevolg is dat bepaalde natuurlijke
processen verstoord raken. Soortgelijke situaties
zien wij in bijvoorbeeld Paramaribo-Noord, Wanica,
Commewijne, Coronie en Nickerie.
heeft besloten om een dijk te bouwen. Met deze harde
technologie wordt de zee abrupt afgeremd.” Het grote
probleem is volgens Naipal dat hiervoor veel geld
neergeteld moet worden. “Als de dijk eenmaal gebouwd
is, moet hij onderhouden worden. De mensen
die achter de dijk wonen, voelen zich weliswaar een
stuk veiliger; ze gaan echter gewoon door met hun
zelfde levensstijl. Ze passen zich helemaal niet aan de
veranderde omstandigheden.”
Naipal geeft aan dat het mangroveproject meerdere
doelen heeft. Hij legt uit dat er in 2002 een zware erosie
gaande was in het district Coronie. Jaarlijks nam
de kust met 100 meters af. De mangrovebossen gingen
verloren en de mensen die er woonden, werden
er de dupe van. De mensen hoorden de zee steeds
dichterbij razen. Op den duur heeft de politiek besloten
een dijk aan te leggen. “Wij hebben in diezelfde
periode het voorstel gedaan om mangrove te planten”,
zegt Naipal.
Dijk niet zaligmakend
Door de golven die het vasteland van Coronie binnenkomen,
kunnen grote delen onder water lopen
wat tot verzilting van het gebied kan leiden. Het gevolg
hiervan is dat have en goed van de Coroniaanse
bevolking in gevaar komt, wat volgens Naipal uiteraard
sociale onrust met zich kan meebrengen. “Dus
er moeten maatregelen getroffen worden. De regering
AdeKUS
INFOBULLETIN
10
Foto: Collectie S. Naipal
Waterkwaliteitsmonitoring uitgevoerd door een veldwerker in de estuarine zone.

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
Voorwaarden gunstige groei mangroven
Naipal geeft een uiteenzetting over de voorwaarden
voor een gunstige groei van de mangroven. “Mangroven
groeien onder bepaalde omstandigheden. Je moet
in de eerste plaats een modderbank hebben. Zonder de
aanwezigheid van modderbanken kan je de mangroven
niet planten, omdat de golven dan erg hoog zijn.
De modderbanken spelen een belangrijke rol omdat de
golven worden opgenomen (“geabsorbeerd”) door de
modderbank. De modder bestaat uit fijn slib afkomstig
van de Amazone. Dit slib wordt in grote hoeveelheden
aan de kustlijn afgezet en er vormen zich modderbanken,
die zich met een bepaalde snelheid bewegen in de
richting van het westen. Als de modderbanken eenmaal
gevormd zijn, heb je vervolgens in het oosten van de
modderbank afslag, geërodeerd materiaal dat met de
stroming meekomt en wordt afgezet op het westelijk
deel van deze bank. Dit proces – erosie en sedimentatie
– zorgt voor de beweging van de modderbank in
de westelijke richting met een snelheid van ongeveer
tussen de 3 – 5 km per jaar. Als de modderbank bij
wijze van spreke 25 kilometer breed is en zich verplaatst
in westelijke richting met een snelheid van 3
km per jaar, dan heeft hij bijkans 8 jaren (25/3) nodig
om een bepaald punt te passeren. In 8 jaren tijd heeft
de mangrove gelegenheid heel goed te groeien. En als
de mangrove eenmaal gegroeid is, groeit daarmee ook
de kustlijn verder. Met andere woorden, hoe groter de
verplaatsingsnelheid van de modderbank, des te korter
de verblijfsduur en hoe kwetsbaarder de kust.
Verder groeit de mangrove op een hoogte die gemiddeld
hoger is dan het gemiddelde zeeniveau. De zaadjes
komen met het stromende water op de modderbank
en blijven steken op het hoger gelegen gedeelte. Dit
vindt vooral plaats bij het springtij, wanneer het water
extra hoog is. (Springtij komt met de nieuwe en volle
maan om de 14 dagen voor.) Tussen deze 2 perioden
van ongeveer 14 dagen is de mangrove in staat wortel
te schieten. Als de omstandigheden hierna eveneens
gunstig zijn, heeft hij de gelegenheid om na nog eens
14 dagen zich goed in te wortelen. Bij onstuimige
weersomstandigheden kan de mangroveplant losgewroet
worden.”
Foto: Collectie S. Naipal
Foto: Collectie S. Naipal
Foto: Collectie S. Naipal
AdeKUS
INFOBULLETIN
11

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
Vele voordelen mangroven
Mangrove biedt heel wat goede diensten aan. Wanneer
het door een modderbank wordt aangespoeld, begint
de modderbank ook andere processen te ondergaan.
Sedimenten worden onder andere beter vastgehouden
door het wortelsysteem van de mangrove. Er ontstaat
een weelderige bloei van de fauna. De kustvisserij is
afhankelijk van deze bron van leven. “Haal je dit weg,
dan haal je ook indirect het brood van de vissers weg
met als gevolg een visschaarste en dure prijzen voor
vis”, zegt Naipal. Mangrove doet verder ook dienst
als waterreiniging. Mangroven kunnen de golven van
de woelige zee helpen afbreken. Hierdoor wordt de
erosie verminderd. Er wordt als het ware een bufferzone
gecreëerd die de klappen van de zee opvangt.
“We bevinden ons ook in een tijd waarbij de temperaturen
op aarde stijgen”, zegt Naipal. “Het CO 2
(koolzuurgas) in de atmosfeer neemt toe vanwege
ons onverantwoordelijk gedrag. Wanneer fossiele
brandstoffen gebruikt worden om economische activiteiten
te ondersteunen, produceer je heel wat CO 2
.
Deze heeft als eigenschap dat wanneer het eenmaal
is afgestoten in de atmosfeer, hij moeilijk afbreekt en
jarenlang blijft hangen. Dit heeft heel wat negatieve
gevolgen, waaronder verstoring in de neerslag en
overstromingen, als gevolg van de zeespiegelstijging.
Door het stijgende water ontstaan grotere golven die
de modderbanken overspoelen. We kunnen met zekerheid
stellen dat de bossen CO 2
uit de atmosfeer halen.
Dit groene deel van de aarde is in gevaar, en als
je dit groene deel verwijdert en daarvoor in de plaats
dijken begint te bouwen, heb je vele vierkante kilometers
van dit groene deel verwijderd. De bouw van
de dijk leidt daarom tot bosverlies naast alle andere
functies. Uit mangrove halen we ook onze honing,
brandhout et cetera. Met de bouw van de dijk verliezen
wij dit alles. Daarom is het behoud van deze
natuurlijke bescherming belangrijk. Met de bouw van
een dijk wordt kostbare grond bezet gehouden; de
kust is erg vruchtbaar. Onderzoek heeft uitgewezen
dat mangrovebossen meer CO 2
en carbon opvangen
dan bossen op het land.”
Een stuk gedragsverandering
Naipal concludeert ten slotte dat de 13 km lange dijk
in Coronie, die 45 miljoen euro kost, na een bepaalde
periode jaarlijks nog onderhoudskosten zal vergen,
waarvan de hoogte afhankelijk is van vele factoren.
In elk geval, hoe ouder de dijk wordt hoe hoger de onderhoudskosten
zullen worden. Dit bedrag kan op den
duur heel hoog oplopen. De vraag is vanwaar dit geld
moet komen. Wie zal het opbrengen De belastingbetalers!
Er zijn tal van andere opties. Wat we moeten
doen, is ons leren aanpassen. Er is nog ruimte om ons
gedrag te veranderen.
Foto: Collectie S. Naipal
Foto: Collectie S. Naipal
12
AdeKUS
INFOBULLETIN

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
Forensische Wetenschap en Geïntegreerde Moderne
Technologieën
Vaak bestaat de misvatting dat forensische wetenschap
enkel en alleen te maken heeft met de onderbouwing
van gerechtelijke waarheidsvinding middels
lijkschouwing en de medische aspecten daaromheen.
Echter is deze misopvatting heel makkelijk te weerleggen
wanneer men de hedendaagse definitie van ‘forensics’
bekijkt; men spreekt ook in het Engels meer
en meer over ‘forensic science’ in plaats van de meer
traditionele term ‘forensics’.
SU
De forensische wetenschap maakt namelijk
geïntegreerd gebruik van een
heel breed scala aan wetenschapsgebieden
en gebruikt specifieke technologieën
om te geraken tot reconstructie van
evenementen middels het wetenschappelijk
bestuderen van aspecten en goed
beargumenteren van bevindingen; zonder
specifiek forensische kennis kunnen
er hierbij misvattingen en fouten
optreden die onherstelbare gevolgen
kunnen hebben. Er bestaan verschillende
forensische wetenschapsgebieden
waaronder forensische fotografie,
forensische accountancy, forensische
archeologie, forensische antropologie,
forensische botanie, forensische chemie,
forensische dactyloscopie, digitale
forensics, verschillende vormen
van ‘forensic engineering’, forensische
geografie, forensische geologie,
forensische pathologie, forensische
psychologie, forensische serologie,
forensische pediatrie, forensische
DNA-analyse, forensische chemie,
forensische ballistiek en forensische
toxicologie,. Men merkt dat het woord
forensisch bij elk van deze vakgebieden
duidelijk toegevoegd is, omdat het
om een duidelijke forensische specialisatie
gaat en niet verward mag worden
met het algemene vakgebied; net zoals
een portretfotograaf bijvoorbeeld niet
zonder meer kan functioneren als forensisch
fotograaf en ook niet als zodanig
van hem verwacht mag worden die
rol naar behoren te kunnen vervullen.
Vanwege het puur wetenschappelijk
karakter moet er een hoge mate van
objectieve betrouwbaarheid binnen de
forensische wetenschap bestaan, aangezien
het materiaal ook vaak gebruikt
wordt bij reconstructie van plaatsdelicten
om te geraken tot een justitiële
rechtspraak.
Dr. Max Huisden tijdens zijn presentatie over Forensische en geintegreerde moderne Technologieen.
AdeKUS
INFOBULLETIN
Crime Scene Investigation
(CSI)
Forensische wetenschap is onlosmakelijk
verweven met Crime Scene
Investigation (CSI) en waarheidsvinding.
Bij het reconstructieproces op
een plaatsdelict worden de omstandigheden
nauwkeurig omschreven,
schriftelijk en digitaal vastgelegd en
sporen gecollecteerd om te geraken
tot een wetenschappelijke bestudering.
Uitermate belangrijk hierbij is
het voorkomen van verstoring, contaminatie,
kruiscontaminatie en degradatie
van de sporen en het volgen van
strikt protocol, ‘the chain of custody’,
sporenanalyse, data-interpretatie en
presentatie van de resultaten. Mensen
die op een plaatsdelict werkzaam zijn,
moeten daarom een speciale training
ondergaan om te garanderen dat met
alle aspecten rekening gehouden wordt
ter voorkoming van het in twijfel brengen
van de resultaten. De forensische
wetenschap is een vakgebied dat internationaal
heel snel modernisering
ondergaat, omdat het steeds meer gebruikmaakt
van moderne technologie.
Het is daarom, onder andere, bij de
waarheidsvinding aan te bevelen om
ook in Suriname mee te gaan met modernere
technologieën die voornamelijk
de efficiëntie en betrouwbaarheid
van bijvoorbeeld Crime Scene Investigation
en Reconstructie bevorderen.
In dit kader heeft ‘Forensic Scientist’,
dr. Max Huisden, PhD, ND, een bescheiden
poging gedaan om enkele
13

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
Op kundige wijze ging dr. Max Huisden in op de materie.
Dr. Huisden heeft recentelijk ook
enkele vakinhouden mogen ontwikkelen
die onder andere gebruikt kunnen
worden binnen colleges in de
Forensische Serologie, Forensische
Technologie en Forensische Genotypering.
Onder andere bij de studierichting
Milieuwetenschappen zullen
colleges in de Forensische Technologie
als keuzevak worden aangeboden.
Tijdens dit college wordt geleerd hoe
met natuurwetenschappelijke onderzoeks-
en opsporingstechnieken een
bijdrage te leveren aan waarheidsvinding
en het oplossen van een misdrijf.
Het vak “Inleiding tot de Forensische
Technologie”heeft tot doel universiteitsstudenten
van verschillende studierichtingen
bewust te maken van
het multi¬disciplinaire karakter van
de Forensische Wetenschappen. De
participanten zullen worden geïnstrueerd
in de procedures en factoren die
belangrijk zijn bij de benadering van
een crime scene, de dreigende gevaren
en de voorzorgsmaatregelen die
getroffen moeten worden en hoe op
efficiënte manier de juiste instanties te
notificeren van de meest cruciale aspecten.
Het belang van en de manier
waarop sporen veiliggesteld dienen te
worden en het documenteren van de
condities waaronder deze worden aangetroffen,
zijn hierbij van eminent belang,
terwijl benadrukt moet worden
hoe contaminatie en kruiscontaminatie
onder alle omstandigheden voorkomen
moet worden. Verschillende
hightech-laboratoriumprocedures die
binnen de forensische technologie
worden gebruikt, zoals Polymerase
Chain Reaction, High Performance
Liquid and Gas Chromatography en
Mass Spectrometry, alsook Nuclear
Magnetic Resonance Imaging zullen
worden belicht. Deze informatie en
technieken kunnen worden gebruikt
om te geraken tot „crime scene investigation
and reconstruction. Met
het aanbieden van colleges aan jonge
studerende Surinamers en CSI-belanghebbende
professionals hoopt dr.
Huisden een bescheiden bijdrage te leveren
aan de kennisverruiming op het
gebied van forensische wetenschappen
in Suriname en tot de uitbouw van
CSI-gerelateerde beroepen.
moderne CSI-gerelateerde technologieën
onder universiteitsstudenten en
belanghebbende professionals ter discussie
te stellen. Sedert 2009 verzorgt
hij op uitnodiging meerdere openbare
colleges, onder andere over de onderwerpen
‘DNA Technology’, ‘Death
Investigation’, ‘Firearms and Forensic
Gunshotwound Interpretation’ en ‘Forensic
Blood Analysis’. De publieke
participatie was telkenmale zeer goed
en onder andere werd samen met de
aanwezige professionals productief
gediscussieerd over de verschillende
soorten sporen die op een plaatsdelict
kunnen worden bestudeerd; deze kunnen
bijvoorbeeld zijn van biochemische
oorsprong (RNA, DNA, eiwit)
maar ook van fysische, organische of
anorganische aard. Bij biochemische
sporen kan men geraken tot een hoge
mate van kwalificatie waarbij de aanwezigheid
van individuen op een bepaalde
plaats kan worden ingeschat.
Aan de hand van serologische analyse
kunnen bepaalde stoffen en metabolieten
worden geïdentificeerd en geanalyseerd
op de rol die zij kunnen
hebben vervuld. Bloed is hierbij van
groot belang vanwege het grote volume
en vanwege de specifieke fysische
eigenschappen. Bloedanalyse kan dus
een heel belangrijke rol spelen bij de
reconstructie van een plaatsdelict, bij
de identificatie van individuen en bij
het bepalen van de betrokkenheid van
bijvoorbeeld drugs.
14
Multi-disciplinaire
Karakter Forensische
Wetenschappen
AdeKUS
INFOBULLETIN
dr. Max Huisden maakte tijdens zijn presentatie gebruik
van aanschouwelijk materiaal.
Een deel van het goed opgekomen publiek tijdens de
presentatie van dr. Max Huisden.

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
Caribbean Climate Modeling Initiative
(2010-2015)
PRECIS-model en workstation operationeel bij UCC. Het model is ontvangen van de Met Office Hadley Centre in de UK en de investering in de workstation
en bijbehorende ICT accessoires komt van het VLIR-AdeKUS-IUC Project 4. Het modelgebied voor Suriname is geprojecteerd om uitgevoerd te worden
Globale klimaatmodellen (“General Circulation
Models” (GCM’s)) zoals Had300, ECH498,
CCC199, GFDL90 worden tot heden nog gebruikt
om regionale projecties op het gebied van
klimaatverandering te bepalen. Hoewel deze
resultaten sneller beschikbaar zijn, is de resolutie
te klein (celgrootte >250x250 km), waardoor er
een grote mate van onzekerheid in de voorspelling
kan zitten. Indien GCM-resultaten voor Suriname
worden gebruikt, betekent dit dat die resultaten
worden bepaald door maximaal 4 cellen. De
toepassing en de bevindingen van GCM’s voor
Suriname was ook aan de orde tijdens de verdediging
van het proefschrift van R. Nurmohamed in maart
2008 in de Centrum Kerk over “The impact of
climate change and climate variability on water
resources in Suriname”. Er is een grote behoefte aan
voorspellingen van klimaatveranderingen (zoals in
neerslag en afvoer) op grotere resolutie (celgrootte

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
Foto: ESEM PRODUCTION
Afobaka Stuwdam (Brokopondo)
Met de participatie en uitvoering van dit project
zal de Anton de Kom Universiteit van Suriname,
vertegenwoordigd door de studierichting Infrastructuur,
binnenkort de enige instantie zijn in Suriname die qua
kennis en faciliteiten klimaatstudies met de state-ofthe-art-kennis
en -modellen zal kunnen aanbieden aan
overheidsinstanties (beleidsmakers) en particuliere
bedrijven, ingenieurs, milieu-instanties en consultants.
De resultaten zullen direct bruikbaar zijn voor diverse
studies zoals de effecten van klimaatverandering op
de landbouw en veeteelt in districten, effecten van
verandering van watervoorraden in zwampen en rivieren
voor de biodiversiteit, management¬plannen voor
gebieden die gevoelig zullen zijn voor geprojecteerde
droogten of overstromingen en analyse van
watervoorraden in reservoirs onder klimaatverandering
(zoals het Van Blommensteinstuwmeer, het
geprojecteerde Kabaleboreservoir en de geprojecteerde
watervoorraden van de Tapanahoni Rivier voor het
TAPAJAI-project).
Binnen dit project zal het district Nickerie de eer hebben
als casestudygebied, omdat het PRECIS-model voor het
eerst hier zal worden toegepast binnen het kader van
het project “Management of water resources in northwest
Suriname under climate change conditions”. Dit
onderzoek zal ten slotte ook mogelijkheden bieden
voor studenten van de MSc-opleiding in “Sustainable
Management of Natural Resources” om bijvoorbeeld
thesisonderzoek te doen en kennis te maken met reële
problemen, state-of-the-art-kennis en -technologie. De
eerste publicaties van dit onderzoek zullen in 2011
verschijnen.
Foto: Collectie S. Naipal
Micro waterkracht centrale te Gran Olo Sula in de Tapanahonierivier in
aanbouw o.l.v. Prof. dr. S. Naipal
Voor meer informatie over dit project kunt u contact maken met de studierichting Infrastructuur | dhr. R. Nurmohamed Ph.D. | r.nurmohamed@uvs.edu | 465558 ext 351.
Dhr R. Nurmohamed is docent en onderzoeker en reeds enkele jaren richtingscoördinator van de studierichting Infrastructuu, en opleidingscoördinator van de BScprogramma’s
Bouwkunde, Civiele Techniek, Land en Waterbeheersing, Landinformatiemanagement en Planning, en van de MSc¬¬-opleiding in Sustainable Management
of Natural Resources. Dit project wordt ook als onderdeel van de postdocstudie van dhr R. Nurmohamed uitgevoerd.
16
Relevante websites:
PRECIS: http://precis.insmet.cu/eng/Precis-Caribe.htm | CARIBSAVE: www.caribsave.org/
VLIR-AdeKUS-Project 4: http://vlir-iuc.uvs.edu/index.php/infoperproject/project4
MSc in SMNR: http://vlir-iuc.uvs.edu/smnr/
AdeKUS
INFOBULLETIN

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
Bibliotheekautomatisering
Universiteitsbibliotheek
NIEUWS
UIT DE UB
Regelmatig worden allerhande softwarepakketten aangeboden
om het bibliotheekwerk te vergemakkelijken.
De catalogus van de Universiteits-bibliotheek (UB) is
sinds 1990 geautomatiseerd met het softwarepakket
CDS/ISIS. In 2005 hebben enkele bibliotheken de gelegenheid
gehad hun medewerkers te trainen in dit pakket
om zo een bijdrage te leveren aan de Nationale Database
Suriname
(www.nationallibrary.sr).
De ontwikkelingen van ISIS zijn steeds op de voet gevolgd
en na de webversie WinISIS, waarbij de catalogus
online toegankelijk is gemaakt, waren wij nu klaar voor
de volgende stap: ABCD.
ABCD staat voor Automatisering van Bibliotheken en
Centra voor Documentatie. ABCD is een flexibel en
veelzijdig programma gebaseerd op de ISIS-technologie.
Het is modulair opgebouwd: database administration,
onlinepubliekscatalogus, tijdschriftenadministratie
en uitleenmodule.
De voorbereiding en implementatie van een testfase van
ABCD voor de back office zijn nu afgerond en er wordt
hard gewerkt, zodat ook de catalogus voor de klant
gebruikers¬vriendelijker wordt.
ACURIL
De directeur van de UB, mw. drs. Jane W.F. Smith, participeerde
in de 41 e Conferentie van ACURIL (Association
of Caribbean University, Research and Institutional
Libraries), die dit jaar van 30 mei tot en met 03 juni 2011
te Tampa, Florida, USA, werd georganiseerd.
ACURIL is een regionale vakorganisatie waar de balans
met betrekking tot de talen in het bestuur tot uiting
komt. De afgelopen jaren is het de Spaanssprekende
Caribbean door allerlei omstandigheden
gelukt om zowel de Nederlandssprekende
Caribbean als de Engelssprekende Caribbean
buiten de ACURIL Executive Council te houden.
Daardoor is er tijdens deze conferentie een campagne
gevoerd om de balans met betrekking tot
de taal weer te bewerkstelligen; ex-bestuursleden
zijn voorgedragen zitting te nemen in het komend
bestuur. Het resultaat van de campagne is dat helaas
niet alle kandidaten (naar lidcategorie) zijn
gekozen; voor personal members en associate
members zijn de kandidaten gekozen. De Universiteit
van Suriname als institutional member is
helaas niet gekozen. De keus is ook dit jaar gevallen
op een collega uit Santo Domingo.
Tijdens deze conferentie is het thema “The Role
of Libraries and Archives in Disaster Preparedness,
Response and Research “ in diverse sessies
uitgewerkt.
De subthema’s die in workshops, inleidingen en
posterpresentaties werden gepresenteerd, zijn:
• focus on management and triage of books,
media and other documentation;
• preserving memories, community and restoring
hope;
• the roles of libraries and archives in disaster
research.
In tegenstelling tot voorgaande conferenties was
er dit jaar geen keynote speaker, die normaliter
het thema bespreekt. In de diverse sessies werden
de drie subthema’s interactief behandeld.
AdeKUS
INFOBULLETIN
17

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
De participanten (± 212 personen) waren informatieprofessionals
afkomstig uit het Caribisch gebied,
Latijns-Amerika en de Verenigde Staten. De leveranciers
van digitale informatie, EBSCO, Springer,
Wilson en Emerald hebben in een exhibition hun
producten aangeboden.
IFLA
zien. Enkele bekende bedrijven van digitale informatie
(EBSCO, Springer en Elsevier), enkele library
schools (Aberystwyth University, San Jose State
University), enkele library associations (Americal
Library Association, Medical Library Association)
en enkele uitgeverijen (Oxford University Press,
Cambridge University Press, Emerald) waren deelnemers
aan de exhibition.
De jaarlijkse conferentie van de internationale vakorganisatie
IFLA (International Federation of Library
Associations and Institutions) werd gehouden
van 13 tot en met 18 augustus 2011 te Puerto Rico.
Het thema van deze conferentie was “Libraries beyond
libraries: Integration, Innovation and Information
for all”. De IFLA-Conferentie is de grootste
bibliotheekconferentie met als doel informatie-uitwisseling,
netwerken en informatievoorziening tussen
lidlanden.
De UB is sinds 2009, na een onderbreking, door financiële
ondersteuning van het VLIR–project weer
lid van deze organisatie.
Dit jaar hebben mw. Ingrid Dors, hoofd Informatieverwerving
en –verwerking en mw. Jane W.F.
Smith geparticipeerd.
Het thema van de conferentie “Libraries beyond
Libraries: Integration, Innovation and Information
for All” werd door middel van presentaties, rondetafelmeetings
en postersessies in de volgende vijf
conferentielijnen uitgewerkt en zelfs in de Libraries
of the Caribbean Boulevard:
- open access and digital resources;
- policy, stategy and advocacy;
- users driving access and services;
- tools and techniques;
- ideas, innovations, anticipating the new.
De directeur van de UB, mw. drs. Jane W.F. Smith (rechts), participeerde in de
41 e Conferentie van ACURIL (Association of Caribbean University, Research and
Institutional Libraries), die dit jaar van 30 mei tot en met 03 juni 2011 te Tampa,
Florida, USA, werd georganiseerd.
De deelnemers (in totaal 2.590 personen) waren informatieprofessionals
afkomstig uit verschillende
regio’s in de wereld, te weten Europa, Afrika, de
Amerika’s (Latijns- Amerika, het Caraibisch gebied
en de Verenigde Staten) en Azië.
In een exhibition hebben vele leveranciers van informatieproducten
zich van hun beste zijde laten
AdeKUS
INFOBULLETIN
18

Jaargang 13 | Nr. 3 | oktober 2011 | AdeKUS Infobulletin
PERSONEELSVARIA
INDIENSTTREDINGEN
Bron: Afdeling Personeelszaken AdeKUS (04 okt. 2011)
Periode: mei t/m september 2011
d.i.t.*
adek/ovh/celos
(dg./mnd./jr.) Naam Functie/Categorie Afdeling # Dienstjr. Opmerking
06 juni 2011 Soebhag-Ramdien, Rinia Course secretary I.G.R.S.
01 augustus 2011 Chedi, Iwan Radjen Adm. medewerker INTEC
UITDIENSTTREDINGEN
INDIENSTDATUM
01 juli 2011 Sumter, Denise/ drs. Studentendecaan FMijW 02 juli 2009
01 juli 2011 Loor, Roger Administrateur I.G.R.S. 01 februari 2010
30 juni 2011 Nerkust, Mike Junior Research assistant Democratie Unit 01 november 2008
01 augustus 2011 Roseval, Wielfried/prof. dr. Hoogleraar FMijW (BDK) 01 oktober 1975
01 augustus 2011 Roseval-Ramlakhan, Lilian S./drs. Algemeen docent FMijW (BDK) 01 augustus 1997
01 september 2011 Stralen van-Ruijten, Laurine/drs. Project coördinator FMijW
(UTSN project
Bachelorstudie
Psychologie)
01 januari 2010
DEELTIJDS
22 maart 2011 Olmberg-Soesman, Diana Deeltijds bibliotheek assistent Centrale Bib.
PENSIONERINGEN Geb. datum INDIENSTDATUM
01 juli 2011 Baldew-Wong Swie San, L. Adm. medewerker Bureau FMeW 17 nov. 1954 16 mei 1974
01 juli 2011 Moesliman, N. Bode Agenda & Archief 14 april 1951 06 juni 1994
JUBILARISSEN
Dienstjaar in 2011 Naam personeelslid Beroep/Functie Afdeling Datum Datum indienst AdeKUS
indienst Overheid/Celos
10 jaar Buyne-Bacchus, Atticia Chef de Bureau Bureau FTeW 07 mei 2001
10 jaar Chin, Jenny Adm. medewerker Bureau FTeW 17 mei 2001
10 jaar Kotzebue, Muriel Secr. medewerker Bureau FMeW 11 juni 2001
d.i.t.*: Datum indiensttreding
AdeKUS
INFOBULLETIN
19

JUBILARISSEN (vervolg)
Dienstjaar in 2011 Naam personeelslid Beroep/Functie Afdeling Datum
indienst Overheid/Celos
10 jaar Khemai, Harnarain Bode Bureau FMeW 02 juli 2001
Datum indienst AdeKUS
10 jaar drs. Irving, Euridice Hoofd P & KV FMeW 20 augustus 2001
15 jaar Boedhoe, Krishnasingh Onderhoudsmedewerker Terreinonderhoud 03 juni 1996 01 mei 2005
15 jaar Markiet, Wendy, BSc. Adj. Wet. Med. FTeW 11 juni 1996
15 jaar Louwers, Miriam Adm. medewerker Subfac. der Humaniora
17 juni 1996
15 jaar Kalpoe, Anand, MSc. Algemeen docent FTeW 01 juli 1996
15 jaar Ramdhiansing, Perdiepkoemarsing Bode Centr. Bib. 01 augustus 1996
15 jaar Helling-Amatjasir, Maureen Bibliotheek assistent Centr. Bib. 05 augustus 1996
15 jaar Monis, Jan Hoofd T.A.Z. 23 augustus 1996
20 jaar Josias, Andre F. Chef Bewakingsdienst 01 mei 1991 01 mei 1994
20 jaar Balgobiend-Bissessar, Tjanderdai Pantry medewerker Pantry service 03 juni 1991
20 jaar Berghout-Lindveld, Ruth E., BSc. Adj. Wetensch. Med. FTeW 17 juni 1991 03 mei 1993
20 jaar Teixeira, Jerry Coordinator UCC 15 juli 1991 01 juni 1999
20 jaar Ramkisoen, Devanand Bewaker Bewakingsdienst 01 augustus 1991
20 jaar Garib-Sewnundun, Kamlawatie Onderhoudsmedewerker Huishoudelijke
dienst
17 sept. 1991 26 november 2001
25 jaar Stomp, Hellen Chef de Bureau IMWO 01 juli 1986 01 oktober 1989
25 jaar Mr. Dr. Hoever-Venoaks, Magda Lector FMijW 15 aug. 1986 01 oktober 1990
30 jaar Dr. Breeveld, Johannes Project-coordinator Democratie Unit 01 mei 1981 15 mei 1990
30 jaar Gisiawan, Ashokkoemar Meewerkend groepsleider Terreinonderhoud 01 juni 1981 01 mei 2005
30 jaar Hassankhan, Faroek Techn. medewerker Technische dienst 01 juni 1981
30 jaar Helder-Beek, Erna Onderhoofd Bureau Studentenzaken
29 juni 1981
30 jaar Wongsodikromo, Johan Chauffeur Transport 02 juli 1981
30 jaar ir. Wip, Dennis C. Hoofddocent FTeW 25 september 1981
35 jaar Ramkhelawan-Kali, Annie Onderhoofd Bib. Med. Fac. 01 september 1976
OVERPLAATSING (INTERN)
NAAM OUDE FUNCTIE VAN NAAR PER NIEUWE FUNCTIE
Jadoenandansing-Sewnath, Tarawatie Onderhoudsmedewerker Huishoudelijke dienst Herbarium 01 aug. 2011 Onderhoudsmedew.
OMZETTING DIENST
Nannan, Nawin R./dr. ir. Buitengewoon docent (deeltijds) FTeW FTeW 03 jan 2011 Hoofddocent (voltijds)
Redjosentono, Saimin/ir Hoofddocent (voltijds) FTeW FTeW 01 okt. 2011 Buitengewoon docent
(deeltijds)
Struiken, Harold/ir Hoofddocent (voltijds) FTeW FTeW 01 okt. 2011 Buitengewoon docent
(deeltijds)
OVERLEDEN (RIP) Indienst Geb. datum Datum overlijden
Muskiet, Mariska M./mr. Algemeen docent FMijW 01 dec. 1995 17 februari 1968 31 augustus 2011
Wolf, Antonius J. G. (Ton)/drs. Deeltijds Wet. Adj. Hfd. Medew. IMWO 01 juli 2007 27 juli 1948 04 september 2011