20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

vierde plaats na het gezin, vrije tijd en vrienden/kennissen (Vanderleyden, 2003). Jongeren<br />

staan amper in de ar<strong>be</strong>idsmarkt, terwijl ouderen zich in het vooruitzicht van hun pensioen<br />

<strong>be</strong>vinden en dus binnenkort uit de ar<strong>be</strong>idsmarkt zullen verdwijnen (leeftijdseffect)<br />

(De Witte, 2000). Hierdoor is hun werkcentraliteit wellicht lager. De studie van Bourdeaud’hui<br />

& Vanderhaeghe (2008) kwam echter tot de omgekeerde vaststelling: jongeren<br />

(55 jaar) heb<strong>be</strong>n een sterker ar<strong>be</strong>idsethos dan de middencategorie.<br />

Dit zou kunnen verklaard worden door een generatieverschil. De babyboomers (geboren<br />

tussen 1949 en 1963), de generatie X (geboren tussen 1964 en 1979) en de generatie Y (geboren<br />

tussen 1980 en 1994) zouden door de historische context waarin zij leven verschillende<br />

waarden gevormd heb<strong>be</strong>n in verband met werk (Smola & Sutton, 2002). Zo zou de<br />

generatie X minder <strong>be</strong>lang hechten aan het werk en meer aan het gezin en vrije tijd dan de<br />

babyboomers en de generatie Y (Reddick, 2006). Dewilde e.a. (2006) stelden op basis van<br />

een <strong>be</strong>vraging bij laatstejaarsstudenten in het hoger onderwijs in <strong>Vlaanderen</strong> inderdaad<br />

vast dat de generatie Y werk op de <strong>eerste</strong> plaats in hun leven plaatst. Of leeftijd of generatie<br />

nu het verschil maakt, is moeilijk te <strong>be</strong>palen. Smola & Sutton (2002) poneren op basis<br />

van hun onderzoek dat de waarden in verband met werk door een samenspel van <strong>be</strong>ide<br />

factoren <strong>be</strong>paald worden. Zij vergeleken data van 1974 en 1999 en stelden daarbij zowel<br />

een generatie-effect als een leeftijdseffect vast.<br />

Qua opleidingsniveau wordt vaak vastgesteld dat kortgeschoolden werk centraler stellen<br />

dan langgeschoolden (Claes, 1995; Van Hoof, 2001). Vandoorne & De Witte (2003) toonden<br />

eveneens aan dat het traditionele ar<strong>be</strong>idsethos van de Vlamingen sterker is bij kortgeschoolden<br />

dan bij langgeschoolden. Kortgeschoolden blijken sociaal en cultureel conservatiever<br />

te zijn over bijvoor<strong>be</strong>eld de rolverdeling binnen het gezin, en over opvoeding<br />

en gezag, wat nauw samenhangt met dit ar<strong>be</strong>idsethos (Vandoorne & De Witte, 2003).<br />

Analyses op de EVS-data tonen echter geen significant verschil in werkcentraliteit tussen<br />

kortgeschoolden en langgeschoolden. Bourdeaud’hui & Vanderhaeghe (2008) doen geen<br />

uitspraak over verschillen in ar<strong>be</strong>idsethos naar opleidingsniveau.<br />

6.4. Het <strong>be</strong>lang van werk, in combinatie met het gezin<br />

Vlamingen <strong>be</strong>schouwen sinds lang familie én werk als <strong>be</strong>langrijk. De manier waarop<br />

men <strong>be</strong>ide levensdomeinen tracht te combineren, is echter veranderd. Terwijl in de 20ste<br />

eeuw het kostwinnersmodel onze samenleving domineerde, evolueren we nu steeds meer<br />

naar het zogenaamde combinatiemodel (Van Dongen, 2008). Beide partners werken en<br />

de combinatie van <strong>be</strong>roeps- en gezinsleven staat centraal, wat conflicten met zich kan<br />

meebrengen. De Vlaamse werkbaarheidsmonitor toont aan hoe het gesteld is met de balans<br />

werk-privé in <strong>Vlaanderen</strong>. In 2007 <strong>be</strong>schouwde 10,8% van de werkende respondenten<br />

de balans werk-privé als problematisch, waarvan 2,4% acuut problematisch. In 2004 was<br />

het respectievelijk 11,8% en 3,1% (Bourdeaud’hui & Vanderhaeghe, 2007).<br />

Er <strong>be</strong>staan twee soorten werk-gezin conflicten (Symoens & Bracke, 2007). Ten <strong>eerste</strong> zijn<br />

er ‘ar<strong>be</strong>id-gezin spillovers’ waarbij elementen van het werk doordringen in het gezinsleven;<br />

bijvoor<strong>be</strong>eld wanneer men door overuren te moe is om zich <strong>be</strong>zig te houden met<br />

huishoudelijke taken. Ten tweede zijn er de ‘gezin-ar<strong>be</strong>id spillovers’ waarbij problemen<br />

binnen het gezin een invloed heb<strong>be</strong>n op de uitvoering van het werk; bijvoor<strong>be</strong>eld wanneer<br />

relatieproblemen gevolgen heb<strong>be</strong>n voor de werkprestaties.<br />

Symoens & Bracke (2007) onderzochten in welke mate werknemers uit 16 landen deze 2<br />

soorten conflicten ervaren. <strong>Vlaanderen</strong> <strong>be</strong>hoort tot de top 5 van regio’s met het hoogste<br />

91 Al ge m e e n - We r k

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!