20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

gedurende minimaal 28 uur per week te leren en te werken. De leercomponent omvat<br />

15 lesuren in het deeltijds onderwijs en 8 lesuren in de leertijd. De werkcomponent kan<br />

zowel <strong>be</strong>staan uit reguliere ar<strong>be</strong>idsdeelname als uit alternatieve trajecten. Het is nog te<br />

vroeg om de effecten van de vernieuwing te meten, maar <strong>eerste</strong> cijfers van het kabinet<br />

geven aan dat het aandeel van de jongeren met een voltijds engagement nu 68% <strong>be</strong>draagt<br />

(Kabinet van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, 2008). Wel moet worden<br />

opgemerkt dat de toename volledig toe te schrijven is aan een verhoogde deelname aan<br />

trajecten op maat die toeleiden naar werk, eerder dan uit reguliere ar<strong>be</strong>idsdeelname. Al<br />

is het aandeel van de leerlingen in de deeltijdse systemen klein in verhouding tot de volledige<br />

leerlingenpopulatie, toch gaat het in absolute cijfers om een groep van minstens<br />

2000 jongeren die geen voltijdse invulling heb<strong>be</strong>n. De knelpunten met <strong>be</strong>trekking tot het<br />

alternerend leren en werken, moeten dus zeker serieus genomen en aangepakt worden.<br />

Dat in het deeltijds onderwijs een groot aandeel van de leerlingen geen werk heeft, is<br />

duidelijk verbonden met de aard van de leerlingenpopulatie: het gaat om een groep leerlingen<br />

die op vele vlakken een achterstand heeft en daardoor een nadelige positie inneemt<br />

op de ar<strong>be</strong>idsmarkt.<br />

Bij deze jongeren is er merkwaardig genoeg zelfs een groep bij wie er manifeste onwil is<br />

om te gaan werken of in elk geval een ernstig tekort aan motivatie. Onderzoek toonde<br />

aan dat 1 op de 5 instromers in het deeltijds onderwijs het leren uitdrukkelijk niet wil<br />

combineren met werken (Creten e.a., 2004). Daarnaast zijn veel leerlingen nog niet ‘ar<strong>be</strong>idsrijp’.<br />

Dat wil zeggen dat ze nog niet <strong>be</strong>schikken over voldoende vaardigheden of niet<br />

de gepaste attitudes heb<strong>be</strong>n. Een deel van de jongeren heeft nog geen inzicht in een mogelijke<br />

loopbaan en kan daardoor moeilijk een <strong>be</strong>wuste en gemotiveerde keuze maken voor<br />

een opleiding en daarbij aansluitende tewerkstelling. Ook hun persoonlijke en familiale<br />

situatie kan de combinatie van leren en werken <strong>be</strong>moeilijken. Sommige jongeren heb<strong>be</strong>n<br />

ernstige persoonlijke problemen en/of een moeilijke familiale achtergrond, en vaak biedt<br />

hun omgeving weinig steun als het op leren of werken aankomt. Een kleine minderheid<br />

komt (tijdelijk) niet in aanmerking voor tewerkstelling wegens specifieke omstandigheden<br />

zoals ar<strong>be</strong>idsongeschiktheid of zwangerschap.<br />

Andere factoren dan die op het niveau van de leerlingen spelen ook een rol. Zo is het<br />

bijvoor<strong>be</strong>eld niet vanzelfsprekend dat werkgevers zich engageren om jongeren gedurende<br />

een langere tijd (1, 2 of zelfs 3 jaar) op te leiden, aangezien dat van hen een <strong>be</strong>langrijke<br />

investering vraagt waarvan het rendement zeker niet gegarandeerd is (De Rick, 2006).<br />

Ook voor de centra voor deeltijds onderwijs (CDO’s) is een <strong>be</strong>langrijke rol weggelegd als<br />

toeleider naar werk en als <strong>be</strong>middelaar tussen jongere en werkgever, maar in de praktijk<br />

zijn hun strategieën op dit vlak niet altijd even goed en even systematisch uitgewerkt<br />

(Leens & De Rick, 2008).<br />

Werken bij een werkgever vraagt van de jongeren heel wat competenties. Zowel kennis,<br />

vaardigheden als ar<strong>be</strong>idsattitudes moeten in zekere mate aanwezig zijn. Bij dat deel van<br />

de jongeren in het deeltijds onderwijs of in de deeltijdse vorming dat ar<strong>be</strong>idsonrijp, onvoldoende<br />

gemotiveerd, werkonwillig of moeilijk inzetbaar is, is het aangewezen dat eerst<br />

aan die problemen gewerkt wordt en dit op een geïndividualiseerde manier. Dat kan via 3<br />

systemen: brugprojecten, voortrajecten en persoonlijke ontwikkelingstrajecten.<br />

Jongeren die wel gemotiveerd zijn om te werken, maar die nog een aantal essentiële attitudes<br />

missen om te werken op de reguliere ar<strong>be</strong>idsmarkt en zich te handhaven in het ar-<br />

45 Al ge m e e n - On d e r w i j s

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!