20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

teit (Helliwell & Putnam, 2004). Wat <strong>be</strong>treft het effect van immigratie op de samenleving<br />

stelt Putnam dat dit op lange termijn wenselijk en zelfs noodzakelijk is: immigranten<br />

dragen bij tot de economische groei van het land van <strong>be</strong>stemming maar bouwen door<br />

financiële steun aan hun familie in het land van herkomst ook bij tot meer welvaart daar.<br />

Echter, op basis van een uitgebreide cross-sectionele analyse is Putnam tot de conclusie<br />

gekomen dat raciale diversiteit en immigratie het gemeenschapsleven binnen de Amerikaanse<br />

samenleving uitholt: ‘Diversity, at least in the short run, seems to bring out the<br />

turtle in all of us’ (Putnam, 2007, 151). Het is, aldus Putnam, echter niet zo dat diversiteit<br />

leidt tot grotere rassentegenstellingen: diversiteit zorgt er voor dat de solidariteit binnen<br />

de samenleving daalt, zowel tussen als binnen de verschillende etnische groepen.<br />

Binnen de Amerikaanse context staat Putnam niet alleen met dergelijke <strong>be</strong>vindingen.<br />

Eerder al kwamen Alesina & La Ferrara (2000, 2002) op basis van de ‘General Social<br />

Survey’ tot de conclusie dat raciale diversiteit een negatief effect heeft op veralgemeend<br />

vertrouwen en deelname aan het verenigingsleven. Daarnaast maken ook Costa & Kahn<br />

(2003) melding van een verminderd sociaal kapitaal in gebieden met een grote heterogeniteit<br />

– zowel van raciale aard alsook <strong>be</strong>treffende inkomensongelijkheid en sociaaleconomische<br />

afkomst. Rodney Hero (2007) ten slotte vond dat de raciale samenstelling van de<br />

VS te weinig aan bod kwam in Putnams oorspronkelijke ‘Bowling Alone’-analyse (2000)<br />

naar een dalend gemeenschapsleven in Amerika en ging daarom zelf na of meer sociaal<br />

kapitaal samenging met meer interetnische spanningen. In zijn eigen onderzoek heeft<br />

Hero echter <strong>be</strong>vestigd dat er een sterk negatief verband is tussen etnische fractionalisering<br />

en sociaal kapitaal.<br />

De meeste onderzoeksresultaten over deze vraagstelling zijn afkomstig uit de Verenigde<br />

Staten en het is dan ook zeer de vraag of deze resultaten mogen veralgemeend worden<br />

naar West-Europa, en meer specifiek naar <strong>Vlaanderen</strong>. Ten <strong>eerste</strong> heeft eerder onderzoek<br />

aangetoond dat een van de <strong>be</strong>langrijkste determinanten van sociaal kapitaal juist de<br />

socio-economische situatie is, met inkomensongelijkheid als een van de meest <strong>be</strong>palende<br />

factoren (Uslaner, 2002; Bjørnskov, 2006, 2008). De inkomensongelijkheid is in de Verenigde<br />

Staten veel groter dan in het Vlaamse Gewest (World Bank, 2007), en we kunnen<br />

dan ook verwachten dat het maatschappelijke weefsel hier andere kenmerken vertoont<br />

dan in de Verenigde Staten. Ten tweede kan de analyse naar de effecten van diversiteit op<br />

sociaal kapitaal in Amerika niet losgekoppeld worden van de historische context waarin<br />

immigratie de Amerikaanse samenleving <strong>be</strong>paald heeft. ‘Community,’ aldus Hero, ‘cannot<br />

<strong>be</strong> appropriately understood without reference to racial diversity in America’ (2007,<br />

153). De etnisch-culturele diversiteit in <strong>Vlaanderen</strong> kan daarom niet zomaar vergeleken<br />

worden met de diversiteit van de Amerikaanse samenleving. Ten derde zien we in ander<br />

onderzoek naar sociaal kapitaal dat er opvallende verschillen zijn tussen de Verenigde<br />

Staten en <strong>Vlaanderen</strong>. Zo gaat de algemene stelling dat het gemeenschapsleven stelselmatig<br />

achteruit gaat niet op voor West-Europa in het algemeen (Stolle & Hooghe, 2004) en<br />

<strong>Vlaanderen</strong> in het bijzonder (Hooghe, 2003). Er is geen aanwijzing dat er in <strong>Vlaanderen</strong><br />

de laatste 10 tot 20 jaar een systematische daling van het verenigingslidmaatschap is opgetreden<br />

(Hooghe & Quintelier, 2007; zie ook de bijdrage van Smits & Elchardus elders in<br />

dit boek), en dit in tegenstelling tot Amerika. Daarom vergt de zoektocht naar mogelijke<br />

factoren ter verklaring van wijzigingen in het sociaal kapitaal in <strong>Vlaanderen</strong> een ander<br />

perspectief dan het zomaar klakkeloos overnemen van het onderzoek uit de Verenigde<br />

Staten.<br />

Onderzoek in andere landen sluit overigens ook niet altijd aan bij de Amerikaanse conclusies.<br />

In Canada is dat wel het geval: ook hier blijkt er een negatieve relatie, weliswaar<br />

431 Fo c u s - So c i a l e p a rt i c i p a t i e

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!