20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Figuur 6.<br />

Aandeel personen dat met minstens wekelijks contact heeft met buren en vrienden in de gemeenten van<br />

het Vlaamse Gewest, in 2007, in %.<br />

Platteland<br />

Overgangsgebied<br />

Kleinere steden<br />

Stedelijke rand<br />

Vrienden<br />

Buren<br />

Centrumsteden<br />

Grootsteden<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90<br />

in %<br />

Bron: SVR (2008).<br />

2.11. Conclusie<br />

In een aantal (plattelands)gemeenten daalt de <strong>be</strong>volking, al daalt in geen enkele gemeente<br />

het aantal huishoudens. <strong>Vlaanderen</strong> vergrijst, zowel op het platteland als in de rest van<br />

<strong>Vlaanderen</strong>. Het aantal actieve ondernemingen in de dienstensector daalt in goed 1 op<br />

10 plattelandsgemeenten. Maar ook hierin verschilt het platteland niet drastisch van de<br />

rest van <strong>Vlaanderen</strong>. Daarnaast kent het platteland een iets lagere nettogroeiratio van de<br />

ondernemingen en vernieuwt het economische weefsel er wat trager dan in de rest van<br />

<strong>Vlaanderen</strong>. Tegelijkertijd ligt de werkzaamheidsgraad op het platteland iets hoger.<br />

De cijfers geven aan dat dorpsverschraling wel degelijk <strong>be</strong>staat in <strong>Vlaanderen</strong>. Maar inzake<br />

verschraling volgen de plattelandsgemeenten min of meer de evolutie in de rest van<br />

<strong>Vlaanderen</strong>. Plattelandsgemeenten nemen dus niet echt een uitzonderingspositie in. Van<br />

een geografische concentratie van dorpsverschraling lijkt geen sprake.<br />

Wat wel opvalt, is de relatief grote stijging van de bouwgrondprijzen op het platteland.<br />

Het kan <strong>be</strong>tekenen dat de minder <strong>be</strong>middelde huishoudens noodgedwongen moeten uitwijken<br />

en de heterogeniteit van de <strong>be</strong>volking daalt (Thissen & Droogleever Fortuijn,<br />

1998).<br />

Wat ook uit de cijfers blijkt, is dat ondanks het feit dat de ‘veronderstelde’ leefbaarheid in<br />

sommige (plattelands)gemeenten daalt, de gemiddelde tevredenheid op het platteland erg<br />

hoog ligt en het sociale leven er relatief goed uitgebouwd is. Op zoek naar een mogelijke<br />

verklaring voor deze paradox stellen Thissen e.a. (2001) dat de traditionele indicatoren<br />

(zoals de <strong>be</strong>volkingsevolutie en de ontwikkeling van het voorzieningenniveau) onvoldoende<br />

inzicht geven in de ervaren leefbaarheid van een woonomgeving en dat meer<br />

kwalitatieve kenmerken <strong>be</strong>tekenisvoller zijn. Ook Van Zeebroeck e.a. (2008) pleiten voor<br />

meer kwalitatief onderzoek op de schaal van het dorp. Scores op gemeentelijk niveau<br />

moeten volgens hen gerelativeerd worden omdat specifieke problemen van <strong>be</strong>paalde doelgroepen<br />

in kleine kernen en dorpen op gemeentelijk niveau onzichtbaar blijven.<br />

In een poging om aan deze opmerkingen tegemoet te komen, wordt in het volgende deel,<br />

bij de <strong>be</strong>woners van 5 kleine verspreide landelijke dorpen gepeild naar hoe zij veranderingen<br />

in hun leefomgeving <strong>be</strong>leven. Centraal staan de creatieve oplossingen die <strong>be</strong>woners<br />

hanteren om met dorpsverschraling om te gaan.<br />

So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 412

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!