20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

We zien inderdaad dat de onder de vorm van schoolse vertraging opgebouwde ongelijkheid<br />

in het lager onderwijs zich ook manifesteert bij de studieoriëntering aan het <strong>be</strong>gin<br />

van het secundair onderwijs. Terwijl gemiddeld 11% van de leerlingen start in het 1 ste<br />

leerjaar b <strong>be</strong>draagt dit 9% bij de leerlingen die geen schoolse vertraging heb<strong>be</strong>n opgelopen<br />

en 36% bij de leerlingen die gedurende het lager onderwijs wel vertraging heb<strong>be</strong>n<br />

oplopen.<br />

Figuur 4.<br />

Figuur 4<br />

70%<br />

Studieoriëntering naar het 1 ste leerjaar b naar opgelopen achterstand gedurende het lager onderwijs: algemeen<br />

en naar diploma moeder, activiteit vader, geslacht, nationaliteit bij geboorte, thuistaal en gezinssituatie,<br />

in %.<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

PSBH<br />

Lager onderwijs<br />

Lager secundair<br />

Hoger secundair<br />

Hoger onderwijs<br />

Vader actief<br />

Vader niet-actief<br />

Jongen<br />

Meisje<br />

West-Europees, VS<br />

Andere nationaliteit<br />

Nederlands<br />

Nederlands + andere<br />

Anderstaligen<br />

Eenoudergezin<br />

Tweeoudergezin<br />

geen achterstand<br />

achterstand<br />

Bron: PSBH.<br />

Daarenboven valt op dat sociale achtergrond bovenop de al dan niet opgelopen vertraging<br />

een <strong>be</strong>langrijke rol speelt bij de studieoriëntering. Kinderen van laaggeschoolde moeders<br />

of inactieve vaders, anderstalige kinderen of kinderen met een niet-westerse nationaliteit<br />

worden, ook indien ze geen (schoolse) vertraging heb<strong>be</strong>n opgelopen, toch vaker naar het<br />

1 ste leerjaar b georiënteerd. Omgekeerd worden kinderen die vertraging heb<strong>be</strong>n opgelopen,<br />

aanmerkelijk minder vaak naar de b-klas georiënteerd, indien ze hooggeschoolde<br />

moeders of actieve vaders heb<strong>be</strong>n. Zo is de kans op een b-oriëntering bij niet-vertraagde<br />

kinderen van laaggeschoolde moeders bijna even hoog als de kans op zo’n oriëntering bij<br />

vertraagde kinderen van hoger opgeleide moeders. Of nog, niet-vertraagde kinderen met<br />

een niet-westerse nationaliteit heb<strong>be</strong>n een grotere kans op oriëntering naar de b-stroom<br />

dan vertraagde kinderen met een westerse nationaliteit. De gezinsituatie blijkt geen invloed<br />

uit te oefenen op de studieoriëntering.<br />

Aangezien achterstand cumulatief gemeten wordt, is het logisch dat ook in het secundair<br />

onderwijs schoolse vertraging vaker voorkomt bij jongeren van laaggeschoolde moeders<br />

(lager secundair onderwijs of lager), van inactieve vaders, of van ouders met een lage<br />

So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 40

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!