20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Figuur 2.<br />

De invloed van <strong>be</strong>woners- en omgevingskenmerken op leefbaarheid.<br />

Bron: Heylen e.a. (2007, 8).<br />

Gegeven dat dorpsverschraling verwijst naar een afname in leefbaarheid is het <strong>be</strong>langrijk<br />

om bij het in kaart brengen van dorpsverschraling, een onderscheid te maken tussen<br />

veronderstelde en gepercipieerde dorpsverschraling; of met andere woorden, tussen de<br />

transformaties van objectieve omgevingskenmerken en de <strong>be</strong>leving van de <strong>be</strong>woners van<br />

deze transformaties. Thissen e.a. (2001) spreken over de dialoog tussen de materieelruimtelijke<br />

structuur en de oriëntatie van <strong>be</strong>woners en tonen aan hoe verschillende groepen<br />

<strong>be</strong>woners, gedreven door hun oriëntatie, uiteenlopende waarderingen vertonen voor eenzelfde<br />

materieelruimtelijke structuur. Zo zouden relatief <strong>be</strong>middelde huishoudens voor<br />

een woondorp kiezen omwille van de goede ligging ten opzichte van werkgelegenheidscentra,<br />

de natuurlandschappelijke of recreatieve omgeving of omwille van de cultuurhistorische<br />

waarde van het dorp, terwijl minder <strong>be</strong>middelde huishoudens in een dergelijk<br />

dorp ‘terecht’ komen omwille van de lage prijzen. Voor de <strong>eerste</strong> groep is de <strong>be</strong>leving van<br />

hun woonomgeving positief, voor de tweede niet noodzakelijk. De materieelruimtelijke<br />

structuur van een dorp trekt dus een <strong>be</strong>paald publiek aan. Thissen e.a. <strong>be</strong>argumenteren<br />

dat dit een zelfversterkend proces is: eens dat er een <strong>be</strong>paald publiek zich in een dorp<br />

gevestigd heeft, trekt het meer gelijkgestemden aan en gaat dit ten koste van de oorspronkelijke<br />

<strong>be</strong>volking. Zo doet de komst van meer <strong>be</strong>middelde huishoudens de bouwgrondprijzen<br />

stijgen waardoor kinderen van autochtone <strong>be</strong>woners soms noodgedwongen moeten<br />

uitwijken (Willaert, 1999). Volgens Thissen & Droogleever Fortuijn (1998) heb<strong>be</strong>n<br />

woondorpen daardoor de neiging om homogeen te zijn naar welstand en levensfase. De<br />

transformatie van autonome naar woondorpen maakt nu dat er zich op het platteland een<br />

nieuwe ruimtelijke verscheidenheid ontwikkelt gebaseerd op de ‘ruimtelijke kwaliteit van<br />

cultuurhistorische en landschappelijke waarden en de identiteit van ‘dorpse’ woonmilieus’<br />

(Thissen e.a., 2001, 344). Bepaalde plattelandskernen oefenen als woondorp een zekere<br />

aantrekkingskracht uit door hun natuurlandschappelijke of recreatieve waarde of door<br />

hun interessante ligging in de buurt van werkgelegenheids- of dienstencentra. Andere<br />

kernen heb<strong>be</strong>n die troeven niet en zijn daardoor minder aantrekkelijk als woondorp.<br />

De <strong>be</strong>leving van dorpsverschraling blijkt erg samen te hangen met de persoonlijke oriëntatie<br />

of achtergrond van de <strong>be</strong>woner. Thissen & Droogleever Fortuijn (1998) tonen aan dat<br />

deze <strong>be</strong>leving bovendien tijdsgebonden is. Structurele veranderingen, zoals schaalvergroting<br />

en regiovorming, gaan volgens de auteurs gepaard met culturele veranderingen. Zo<br />

vermelden Thissen e.a. (2001) de overgang van een samenleving gebaseerd op productie<br />

naar een samenleving gebaseerd op consumptie. De leefbaarheid van een woonlocatie is<br />

So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 404

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!