20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Niet-participatie<br />

30%<br />

25%<br />

20%<br />

percentage leerlingen weer met schoolse vertraging op het einde van het 1 ste en het 6 de<br />

leerjaar. 15% We meten schoolse vertraging als het verschil tussen de theoretische en feitelijke<br />

leeftijd 10% in elk leerjaar. Uit de analyses blijkt dat vooral het 1ste leerjaar voor veel leerlingen<br />

een struikelblok vormt. Opnieuw stellen we duidelijke verschillen vast naargelang de<br />

sociale 5% afkomst van het kind. Zo is bijvoor<strong>be</strong>eld de kans op vertraging reeds in het 1 ste<br />

leerjaar 0% tienmaal groter bij kinderen van laaggeschoolde moeders dan bij kinderen van<br />

hooggeschoolden. Ook kinderen met niet actieve vaders, kinderen van alleenstaande ouders,<br />

kinderen met een niet-westerse nationaliteit en anderstalige kinderen heb<strong>be</strong>n meer<br />

kans op vertraging bij het <strong>be</strong>gin van het lager onderwijs.<br />

Figuur Figuur 2. 2<br />

60%<br />

Populatie<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

Populatie<br />

PSBH<br />

Lager<br />

Lager secundair<br />

Hoger secundair<br />

Hoger onderwijs<br />

PSBH<br />

Vader actief<br />

Lager onderwijs<br />

Vader niet actief<br />

Lager secundair<br />

Jongen<br />

Hoger secundair<br />

Meisje<br />

Hoger onderwijs<br />

West-Europees,<br />

Andere<br />

Nederlands<br />

Nederlands +<br />

Anderstaligen<br />

Eenoudergezin<br />

Tweeoudergezin<br />

Vader actief<br />

Vader niet actief<br />

Op het einde van het lager onderwijs is het algemeen percentage leerlingen met schoolse<br />

vertraging opgelopen tot 13%. Belangrijker is evenwel de vaststelling dat ook de sociale<br />

ongelijkheid toegenomen is. Zo stijgt het percentage kinderen met achterstand feller bij<br />

kinderen van laaggeschoolde moeders, bij kinderen uit éénoudergezinnen, bij kinderen<br />

met een niet-westerse nationaliteit en bij anderstalige kinderen (bij deze laatste 2 groepen<br />

is er zelfs sprake van een verdub<strong>be</strong>ling respectievelijk verdrievoudiging van de kans op<br />

achterstand).<br />

Jongen<br />

Schoolse vertraging in het 1 ste en 6 de leerjaar lager onderwijs: algemeen en naar diploma moeder, activiteit<br />

vader, geslacht, nationa liteit bij geboorte, thuistaal en gezinssituatie, in %.<br />

Meisje<br />

West-Europees, VS<br />

Andere nationaliteit<br />

Nederlands<br />

Nederlands + andere<br />

Anderstaligen<br />

Eenoudergezin<br />

Tweeoudergezin<br />

Schoolse vertraging<br />

1ste leerjaar<br />

6de leerjaar<br />

Bron: PSBH.<br />

Bovendien moeten we er ook rekening mee houden dat een klein percentage leerlingen<br />

(4%) niet meer voorkomen in de grafiek over achterstand in het 6 de leerjaar omwille van<br />

de eenvoudige reden dat ze nooit het 6 de leerjaar gedaan heb<strong>be</strong>n, ze zijn reeds doorverwezen<br />

naar het buitengewoon onderwijs. En net in die doorverwijzingen komt de sociale<br />

ongelijkheid wel heel scherp naar voor. Ten opzichte van kinderen van hooggeschoolde<br />

moeders heb<strong>be</strong>n kinderen van laaggeschoolde moeders 10 keer meer kans op doorverwijzing<br />

naar het buitengewoon lager onderwijs (BLO). Kinderen met een niet-actieve vader<br />

So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 38

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!