20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Later bleek echter dat kenmerken van de omgeving en het zorgaanbod <strong>be</strong>langrijke factoren<br />

zijn wanneer men welzijn, gezondheid en zorggebruik wil verklaren (Diez-Roux,<br />

2007; Auchincloss, 2001; Pickett & Pearl, 2001; Law e.a, 2005; Prentice, 2006; Basta, 2008).<br />

In lijn met deze tendens naar contextualisering herwerkte Andersen zijn oorspronkelijk<br />

model. In de laatste herziene versie wordt, ter verklaring van zorggebruik, aan contextkenmerken<br />

een evenwaardige plaats gegeven als aan individuele kenmerken (zie figuur<br />

1). In wat volgt wordt vooral de nadruk gelegd op pijl 1 in de figuur: de invloed van de<br />

contextvaria<strong>be</strong>len op het individuele zorggebruik.<br />

Net als de individuele kenmerken worden de contextkenmerken ingedeeld in 3 clusters:<br />

‘predisposing’, ‘enabling’ en ‘need’ factoren 3 (Andersen, 2008). In tegenstelling tot de<br />

individuele kenmerken worden contextkenmerken toegewezen aan een welomschreven<br />

geografische entiteit zoals een buurt of een gemeente. De ‘predisposing factors’ omvatten<br />

‘demografische factoren’ (zoals de leeftijdsstructuur of de <strong>be</strong>volkingssamenstelling),<br />

‘sociale factoren’ (zoals etniciteit, tewerkstelling of onveiligheidsgevoelens) en ‘lokale<br />

waarden en houdingen’ ten opzichte van de zorg en het zorggebruik. De ‘enabling factors’<br />

verwijzen op het lokale niveau naar de gezondheids- en welzijnspolitiek die wordt<br />

nagestreefd, hoe de financiering ervan verloopt en hoe de diensten georganiseerd zijn. De<br />

‘need factors’ duiden op de noden binnen de lokale <strong>be</strong>volking. Hier doelt Andersen op<br />

<strong>be</strong>volkingsindexen met <strong>be</strong>trekking tot welzijn en gezondheid en omgevingsfactoren met<br />

<strong>be</strong>trekking tot het milieu.<br />

Al onderging het model ettelijke wijzigingen op basis van kritieken en empirische haalbaarheid<br />

(Andersen, 1995; Andersen, 2008), toch blijven anno 2009 nog enkele lacunes<br />

aanwezig. Het grote hiaat is de prominente afwezigheid van de informele zorg. Zo ontbreken<br />

de predisposing, enabling en need factoren van de mantelzorger zelf (Bass &<br />

Noelker, 1987) en wordt informeel zorggebruik niet meegenomen als verklarende factor<br />

voor het formele zorggebruik (Kadushin, 2004). In deze bijdrage wordt deels aan deze<br />

<strong>be</strong>perking tegemoet gekomen door informeel zorggebruik zowel als verklarende als te<br />

verklaren varia<strong>be</strong>le op te nemen.<br />

2. Empirische <strong>be</strong>vindingen<br />

Eerder onderzoek toont aan dat zowel individuele kenmerken als omgevingskenmerken<br />

van invloed zijn op het formele en informele zorggebruik van ouderen. Opmerkelijk is dat<br />

zorggebruik op uiteenlopende manieren wordt geoperationaliseerd in de onderzoeksliteratuur.<br />

Zowel de invloed op thuiszorg, informele zorg, formele ondersteuning als informele<br />

thuiszorg komt aan bod.<br />

Op individueel niveau spelen ‘predisposing factoren’ zeker een rol. van Campen & De Klerk<br />

(2004) vinden bij Nederlandse ouderen dat ze een grotere kans heb<strong>be</strong>n om thuiszorg te<br />

gebruiken naarmate ze ouder zijn. Ook Geerts (2009) stelde dit vast voor verschillende<br />

landen. Mannen en oudere ouderen heb<strong>be</strong>n een hogere kans om informele zorg te gebruiken<br />

(van Campen, 2004; Geerlings e.a., 2005). Davey e.a. (2007) treffen bij Zweedse<br />

80-plussers een grotere kans om informele zorg te ontvangen met of zonder formele hulp<br />

dan bij hun 75- tot 79-jarige landgenoten. De 85-plussers heb<strong>be</strong>n een grotere kans om enkel<br />

formele hulp te ontvangen vergeleken met 75- tot 79-jarigen. Voor <strong>Vlaanderen</strong> merken<br />

Vanderleyden & Vanden Boer (2004) op dat zelfzorg afneemt met de leeftijd. Bij de vrouwen<br />

blijkt dit voornamelijk als gevolg van fysieke <strong>be</strong>perkingen, terwijl dit bij mannen veel<br />

So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 384

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!