20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

volwasseneneducatie is algemeen geweten. Ook de gegevens in ta<strong>be</strong>l 7 voor het secundair<br />

en het hoger volwassenenonderwijs alsook voor het hoger onderwijs in het algemeen <strong>be</strong>vestigen<br />

dit: vrouwen zijn binnen alle typen van voorzieningen telkens in de meerderheid.<br />

De 25- tot 40-jarigen zijn het <strong>be</strong>st vertegenwoordigd <strong>be</strong>halve in het Deeltijds Kunstonderwijs,<br />

dat een groter aandeel oudere cursisten telt. In de literatuur vinden we eveneens<br />

aanwijzingen dat ouderen minder aanwezig zijn in de educatieve systemen en bij deelname<br />

andere patronen aanhouden (Bélanger, 1997). Met <strong>be</strong>trekking tot de nationaliteit<br />

zijn we genoodzaakt onze cijfers wat te nuanceren. Het relatief hoge aandeel niet-Belgen<br />

in het Deeltijds Kunstonderwijs is vooral te wijten aan de aanwezigheid van Nederlanders<br />

uit de grensstreek. Ook aan de universiteiten <strong>be</strong>staat de groep niet-Belgen vooral uit<br />

Nederlanders, aan de hogescholen is het aandeel niet-Belgen sowieso heel klein. Met <strong>be</strong>trekking<br />

tot de Centra voor Volwassenenonderwijs vermelden we dat we enkel <strong>be</strong>schikten<br />

over Nederlandstalige vragenlijsten. We moeten ons dus <strong>be</strong>wust zijn van het feit dat<br />

anderstaligen ondervertegenwoordigd zijn in onze steekproef.<br />

4.1.2. Socio-economische profielen<br />

In ons <strong>be</strong>stand valt het op dat er meer inactieven dan werklozen participeren. Dit spreekt<br />

de Rational Choice Theorie niet tegen, omdat inactieven relatief meer participeren aan<br />

niet-ar<strong>be</strong>idsmarktgerichte cursussen. Het aandeel inactieven <strong>be</strong>staat in het Deeltijds<br />

Kunstonderwijs grotendeels uit gepensioneerden, aan de hogescholen en universiteiten<br />

gaat dit voornamelijk om voltijdse dagstudenten. Toch stellen we vast dat de groep van<br />

werkenden het grootst is in de profiel<strong>be</strong>schrijving naar activiteitsgraad. Het inkomen van<br />

onze universiteitsstudenten ligt het hoogst, in de laagste inkomensklasse vinden we de<br />

meeste hogeschoolstudenten terug. Gezien het hogere aandeel werklozen en inactieven<br />

binnen deze vorm van onderwijs is dit resultaat niet geheel verrassend. Met uitzondering<br />

van de Centra voor Volwassenenonderwijs wordt vooral door hooggeschoolden deelgenomen<br />

aan het formele volwassenenonderwijs. Eens te meer blijkt dus dat het Vlaamse<br />

onderwijs geconfronteerd wordt met een Mattheüseffect.<br />

4.1.3. Socio-culturele profielen<br />

Bij het meten van verschillen in cultureel kapitaal heb<strong>be</strong>n we ons gebaseerd op het <strong>be</strong>zoeken<br />

van live concerten, het bijwonen van theater-, opera of balletvoorstellingen en bioscoop-<br />

of museum<strong>be</strong>zoeken. We heb<strong>be</strong>n een onderscheid gemaakt tussen cursisten die<br />

niet of slechts sporadisch deelnemen aan dergelijke culturele activiteiten en deelnemers<br />

die regelmatig aan cultuur participeren. In onze <strong>be</strong>schrijving voegen we, naar analogie<br />

met Pauwels & Pickery (2007), incidentele en non-participanten samen tot één categorie<br />

van sporadische participanten en <strong>be</strong>noemen de andere categorie als de regelmatige<br />

cultuur<strong>be</strong>zoekers. In onze definitie zetten we regelmatig participeren dus af tegen 48,1%<br />

deelnemers uit Pauwels & Pickery (2007). In onze survey scoren cursisten uit het Deeltijds<br />

Kunstonderwijs het hoogst op cultuurparticipatie, waarbij we kunnen opmerken<br />

dat culturele ontplooiing één van de hoofddoelstellingen van deze onderwijsvorm is. De<br />

3 overige onderwijsvormen zijn goed vergelijkbaar met het resultaat zoals <strong>be</strong>schreven in<br />

Pauwels & Pickery (2007).<br />

Sociaal kapitaal heb<strong>be</strong>n we gemeten aan de hand van lidmaatschap van een politieke<br />

partij, een vakbond, een <strong>be</strong>roepsvereniging, een religieuze organisatie en een sportclub<br />

of recreatieve organisatie of een liefdadigheidsorganisatie. We heb<strong>be</strong>n een opdeling gemaakt<br />

tussen deelname aan verenigingen inclusief het opnemen van een <strong>be</strong>stuursfunctie<br />

enerzijds en een niet-deelname anderzijds. Meer dan 2 op 3 cursisten binnen alle typen<br />

van aanbieders binnen de formele volwasseneneducatie in ons gegevens<strong>be</strong>stand blijken<br />

naast het volgen van deze cursus ook nog sociaal actief te zijn, wat inderdaad een hogere<br />

score is dan in Pauwels & Pickery (2007).<br />

So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 326

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!