20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ten (bijvoor<strong>be</strong>eld personen met jonge kinderen, omwille van de kost van kinderopvang),<br />

ofwel minder baten bij zo’n investering (bijvoor<strong>be</strong>eld ouderen, omdat ze minder lang<br />

gebruik gaan kunnen maken van de verworven vaardigheden). Voor sommige groepen<br />

zijn dan weer de risico’s hoger (niet-tewerkgestelden zijn bijvoor<strong>be</strong>eld niet zeker of ze een<br />

opleiding op de ar<strong>be</strong>idsmarkt gaan kunnen verzilveren). Andere groepen heb<strong>be</strong>n dan<br />

weer onvoldoende draagkracht om in levenslang leren te investeren (bijvoor<strong>be</strong>eld laaggeschoolden,<br />

personen met een laag inkomen) (Nicaise, 2003). Het heb<strong>be</strong>n van een job<br />

en het reeds <strong>be</strong>haalde opleidingsniveau zijn doorgaans zeer dominant aanwezig binnen<br />

<strong>be</strong>staande profiel<strong>be</strong>schrijvingen van volwassen cursisten.<br />

Noteer hierbij dat niet alleen individuen investeren in volwassenenonderwijs: ook de<br />

werkgevers spelen een niet te onderschatten rol in deze investering. Hun kosten-batencalculus<br />

interfereert met die van het individu. Werkenden krijgen bijvoor<strong>be</strong>eld vaak financiële<br />

steun en de <strong>be</strong>nodigde tijd van hun werkgever om aan een educatieve activiteit<br />

deel te nemen. Op deze manier liggen de kosten aanzienlijk lager en zijn de opbrengsten<br />

meer gegarandeerd. De nieuw opgedane kennis en vaardigheden kunnen namelijk direct<br />

<strong>be</strong>nut worden op de werkvloer. Hogeropgeleiden heb<strong>be</strong>n het voordeel dat ze in het verleden<br />

reeds heb<strong>be</strong>n leren studeren en dat ze vertrouwd zijn met de educatieve context. Dit<br />

maakt dat hun trainbaarheid hoger ligt, wat het voor de werkgevers interessant maakt<br />

om in hen te investeren omdat op deze manier de opbrengsten <strong>be</strong>ter gewaarborgd zijn.<br />

Op deze manier vallen groepen met een hoge nood aan opleiding, zoals werklozen en<br />

laaggeschoolden maar al te vaak uit de boot.<br />

Ook sociaal-culturele profielen tonen over- en ondervertegenwoordigingen van <strong>be</strong>paalde<br />

maatschappelijke groepen. Vroegere analyses over cultuurparticipatie uitgevoerd door<br />

de Studiedienst van de Vlaamse Regering maakten een onderscheid tussen het kernpubliek,<br />

de <strong>be</strong>langstellende participant die regelmatig deelneemt, de incidentele participant<br />

en de non-participant (Pauwels & Pickery, 2007). Uit de analyses door de Studiedienst<br />

op basis van de Survey naar Sociaal-culturele verschuivingen (SCV-survey) bleek dat<br />

jongeren, burgers met een hoog opleidingsniveau, mensen zonder functie<strong>be</strong>perkingen en<br />

met een hoger inkomen het vaakst deelnemen aan cultuur. In totaal <strong>be</strong>hoort 7,4% van<br />

de burgers tot het kernpubliek, 40,7% tot de <strong>be</strong>langstellende participanten, 35,4% tot de<br />

incidentele participanten en 16,5% tot de niet-participanten. Uit hetzelfde rapport blijkt<br />

dat 53,9% van de <strong>be</strong>volking actief lid is van een vereniging en dat 47,4% positief scoort<br />

op actief politiek burgerschap. Mannen, hogeropgeleiden en Vlamingen in de hoogste<br />

inkomensklasse zijn het actiefst. Opnieuw vinden we dus een oververtegenwoordiging<br />

van <strong>be</strong>paalde lagen terug.<br />

Socio-demografische, socio-economische en socio-culturele profielen van cursisten aan<br />

onze 4 geselecteerde vormen van formele volwasseneneducatie zullen in de sectie ‘resultaten<br />

en <strong>be</strong>spreking’ <strong>be</strong>sproken worden aan de hand van concreet recent cijfermateriaal.<br />

2.2. Waarom neemt men deel Motivatie-studies<br />

Martens & Boekaerts (2008, 23) hanteren volgende definitie van motivatie: ‘Mensen zijn<br />

gemotiveerd als zij <strong>be</strong>reid zijn zich te engageren in een taak of activiteit en inzet te leveren<br />

om de taak of activiteit af te ronden.’ De <strong>be</strong>st gekende motivationele opdeling binnen<br />

de sociale psychologie is die tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie (Deci & Ryan,<br />

1985). Bij intrinsieke motivatie neemt men deel omdat men dit echt zelf wil en het als<br />

een persoonlijke verrijking ziet, bij extrinsieke motivatie neemt men deel om aan een<br />

druk van buitenaf te voldoen, zoals het verkrijgen van een <strong>be</strong>loning of het voorkomen<br />

So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 320

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!